Chemie magazine 2009 - september

Page 1

Gerard van Koten: 'Innovatie kalft af'

Kunnen we het proefdier missen?

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 채 08 채 30 september 2009

Samen werken aan minder inspectie

Magazine

Het geheim van dat toefje slagroom...

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 1

24-9-2009 6:08:51


Evides Bron van Kennis Als toonaangevende waterpartner voor de industrie in Nederland is Evides Industriewater verantwoordelijk voor de productie en levering van industriewater, gedemineraliseerd en gedestilleerd water, landbouwwater en proceswater. Evides Industriewater heeft verschillende installaties voor industriewater- en afvalwaterzuivering in bezit en beheer. De installaties worden intern ontworpen en gebouwd. Daarna draagt Evides Industriewater langjarig zorg voor de waterlevering. Kortom: Evides Industriewater neemt haar klanten de zorg voor de watervoorziening graag uit handen!

Evides Industriewater Schaardijk 150 • 3063 NH ROTTERDAM Postbus 4472 • 3006 AL ROTTERDAM tel. +31 (0)10 293 51 72 www.evides.nl

2350 04 041 Ad Adv IW5_XL.pdf 210 210x297.indd 2972 i dd 1 Chemisch Magazine

2724-9-2009 27-10-2005 10 2005 6:08:52 11 11:04:37 04 37


Inhoud

08 30 september 2009

FOTO: SHUTTERSTOCK

20

Mag het iets minder!

FOTO: SHUTTERSTOCK

De overheid wil inspectiediensten beter laten samenwerken. Zodat bedrijven minder last hebben van al die delegaties en meer tijd overhouden voor hun core business. In Limburg en Rijnmond zijn ze al een aardig eind op weg. Wat merken ondernemers er in de praktijk van?

FOTO: CASPER RIL A

49 26 ‘Redox-reactie in jeugdig jasje’

Kunnen we ooit zonder proefdieren?

De discussie over de toename van het gebruik van proefdieren om chemische stoffen te testen in verband met REACH laaide onlangs weer op. De oorzaak: een publicatie in Nature. Er zouden 54 miljoen proefdieren nodig zijn. Kosten: 9,5 miljard. Maken zij van een muis een olifant?

Een redox-reactie blijft een redox-reactie en pipetteren moet je leren. Ja, zegt prof. dr. Gerard van Koten, voorzitter van de Stuurgroep Nieuwe Scheikunde. ‘Maar als je jongeren laat vertrekken vanuit de actuele context van bijvoorbeeld roestende stalen bruggen, dan komen ze ook bij de redox-reactie uit. Dan leren ze verbanden leggen. En dat maakt scheikunde leuker.’

september 2009 Chemie magazine 3

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 3

24-9-2009 6:08:52


100 JAAR VAN WIJK & BOERMA P OM CH K E EN N V DE ER R PO MPPTT E EC HN NII EEK VEE R RD

Met een ruim pakket verdringeren centrifugaalpompen voor elke vloeistof de juiste pompoplossing. Neem contact op voor meer info.

Leningradweg 5, 9723 TP Groningen, T 050 549 59 00, www.wijkboerma.nl

“Als het om veiligheid draait”

GRONDZUIGTECHNIEK, VEILIGER DAN GRAVEN DE

B BODEM ODEM V VAN AN

NEEDERLAND DERLAND

KOMT K O MT A ALSMAAR LSMAAR V VOLLER OLLER TTEE LLIGGEN IGGEN M MET ET K KABELS ABELS EEN N LLEIDINGEN EIDINGEN,

ZEKER Z EKER A ALS LS W WEE K KIJKEN IJKEN N NAAR AAR D DEE C CHEMIEPARKEN HEMIEPARKEN.

STTEEDS EEDS

VAKER V AKER K KOMT O MT H HET ET V VOOR O OR D DAT AT K KABELS ABELS

EEN N LLEIDINGEN EIDINGEN G GERAAKT ERAAK T W WORDEN ORDEN EEN N D DAT AT C COMPLETE OMPLETE INSTALLATIES INSTALLATIES P PLAT LAT K KOMEN OMEN TTEE LLIGGEN IGGEN.

DIITT

KAN K AN G GROTE R OT E G GEVAREN E VAR EN EEN N K KOSTEN OS T EN M MET ET Z ZICH I CH M MEEBRENGEN EEB R EN G EN .

TTECHNIEK ECHNIEK

ZEER Z EER

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 4

GOED G OED

GEBRUIKT G EBRUIK T

WORDEN W O R DEN

BIJ B IJ

DIVERSE D I V ER SE

TEEVENS V ENS

KAN K AN D DEZE E ZE

SSANERINGSACTIVITEITEN A N E R I N G S AC T I V I T E I T E N .

van v an der der Flier Flier B.V. B.V V.. Hoofdstraat H oofd dstraat 57 57 9686 9686 VG VG Beerta B e er t a tt.. 0 597 - 33 33 16 16 19 19 0597 0597 - 33 33 12 12 26 26 f. 0597 e nfo@vanderflierbv.nl e.. iinfo@vanderflierbv.nl www.vanderflierbv.nl ww w.vanderflierbv.nl 24-9-2009 6:08:52


Inhoud

08 30 september 2009

Opinie

7

Het kabinet moet nu innovatie in de chemie stimuleren

Trends Innovatie

11

Teren we op oude glorie?

19

Veiligheid, gezondheid en milieu

17

Samenwerken om uitstoot fijnstof te meten

Aktueel

19

Balkenende prijst kunstmestfabrikant

Achtergrond Uitgelicht

30

Professor even een popster

Opinie

32

Chemie is toe aan verjonging

In beeld

36

FOTO: MA ARTEN SCHUTH / COOLPOLITICS

Wat heeft drijfgas met ijs te maken?

Kennis en ervaring

40

Generale repetitie voor een grieppandemie

Infographic

44

Nieuw: bot van afbreekbare hars

30

Opinie

46

SABIC Nederland niet bang voor het Midden-Oosten

Feiten en Visies Groene ondernemer

53

NPSP in Haarlem doet het met hennep en vlas

Column

55

De geloofwaardigheid van het emissiehandelssysteem volgens P.H Vogtländer

Productnieuws

57

Den Hartogh Logistics investeert in nieuw materieel

VNCI Nieuws

61

Europarlementariërs en chemici kruisen de vorken

57

Personalia en agenda

62

september 2009 Chemie magazine 5

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 5

24-9-2009 6:08:55


13:23

Pagina 1

Infra

12-06-2008

Industrie

Controlec Engineering

Building Systems

Asset Management

280443_SPIE_CORPORATE_AD:210x297

SPIE een gezamenlijke ambitie

SPIE-Asset Management Advies over en realisatie van de hoogst mogelijke economische waarde van productiefaciliteiten voor eigenaars en gebruikers. SPIE-Building Systems Advies, ontwerp, realisatie en onderhoud van elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties. SPIE-Controlec Engineering Advies en onafhankelijke, technische, multidisciplinaire oplossingen op het gebied van engineering & design, procurement, project -en construction management. SPIE-Industrie Advies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud, projectmanagement, processautomatisering en inspectie op het gebied van mechanische technieken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek, meet- en regeltechniek en analysersystemen. SPIE-Infra Ontwerp, realisatie, inspectie, service en onderhoud op de terreinen: energie, verkeer en vervoer, telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 6

Met het oog op de toekomst Een onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ook duurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingen die werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend, maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedt een compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciële en institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onze specialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infrastructuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan. De bundeling van onze krachten Met het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specialisten en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook een beroep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE NEDERLAND Huifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Breda tel. +31 (0)76 544 54 44 • info.beheer@spie.com • www.spie-nl.com

24-9-2009 6:08:55


Opinie VNCI

Nú investeren in innovatie

D

e regering acht het niet verantwoord om de rekening van de financiële en economische crisis door te schuiven naar de jonge en toekomstige generaties. Jongeren dreigen nu geen werk te vinden, straks de lasten van een vergrijsde bevolking te moeten dragen, en daarna niet meer te kunnen rekenen op goede collectieve voorzieningen. Net als de regering, is de VNCI van mening dat we dit niet moeten laten gebeuren. Daarom is het essentieel dat onderwijs, kennis, innovatie en ondernemerschap doelgerichter worden ingezet om de toekomst vorm te geven. Zelfs in deze crisistijd investeren bedrijven hierin. Neem bijvoorbeeld het programma van de Regiegroep Chemie en het nieuwe technologiecentrum van Shell. Ook de regering ziet het belang van innovatie in, zo blijkt uit verschillende maatregelen, waaronder de innovatiebox. In dat kader past ook onze oproep aan het kabinet om 100 miljoen euro per jaar te investeren zodat de innovatiekracht van de chemie versterkt wordt. Natuurlijk beseffen wij dat de overheid de komende jaren de tering naar de nering moet zetten. En dat iedereen – ook de chemische industrie – een bijdrage moet leveren om de groeiende staatsschuld van 35 miljard euro per jaar naar beneden te brengen. Chemiebedrijven weten hier alles van; ze hebben zelf drastische maatregelen moeten nemen om zich aan de nieuwe economische realiteit aan te passen. Toch is het essentieel dat het kabinet juist nu kiest voor een krachtige impuls om duurzame innovatie in het sleutelgebied chemie te stimuleren. Alleen zo behoudt Nederland zijn verdiencapaciteit en zijn oplossend vermogen voor de maatschappelijke problemen waar we met z’n allen voor staan. En alleen zo sturen we het economisch herstel in de richting van de gewenste duurzame kenniseconomie. Vooral op het terrein van energiebesparing, voedselvoorziening, schoon drinkwater en gezondheidszorg is de innovatieve bijdrage van de chemie onontbeerlijk om de groeiende wereldbevolking een redelijk welvaartsniveau te bieden, en de aardbol bewoonbaar te houden.

VNCI-directeur Colette Alma

Tegelijkertijd is innoveren een economische kans bij uitstek. We kunnen het de jonge generatie niet aandoen die kans te laten schieten. p

september 2009 Chemie magazine 7

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 7

24-9-2009 6:08:55


Kroonprins opent Shell Technology Centre in Amsterdam

FOTO: ERNST BODE

Broedplaats Kroonprins Willem Alexander opende onlangs het nieuwe onderzoekslaboratorium van Shell. In het Shell Technology Centre in Amsterdam werken 1300 medewerkers van ruim 40 nationaliteiten onder meer aan de verbetering van chemische processen, biobrandstoffen en katalysatorenonderzoek. De bijna dertig jaar oude kantoren, laboratoria en proefhallen, verspreid over 27 hectare grond, hebben nu plaatsgemaakt voor één nieuw gebouw. Volgens site manager Jo Peters heeft Shell het gebouw zo laten ontwerpen door Arcadis en Mourik dat ‘medewerkers elkaar toevallig kunnen ontmoeten’. De vijf gebouwen zijn met een glazen atrium met elkaar verbonden, niemand heeft een eigen kamer, en alle kof-

fieautomaten staan in het centrale glazen atrium. Daardoor moet de ontwikkeling van vernieuwende ideeën een impuls krijgen, aldus Peters. Shell profileert het nieuwe centrum als een duurzaam gebouw. Er is bijvoorbeeld bijna geen aardgas nodig omdat de temperatuur wordt geregeld via ondergrondse warmte/koude opslag in combinatie met warmtepompen. Door de flexibele mogelijkheden kan de inrichting van proefopstellingen en laboratoria snel en eenvoudig worden aangepast op de behoeftes, nu en in de toekomst. Het nieuwe Shell Technology Centre behoort met Houston, Rijswijk en Bangalore tot de vier belangrijkste research centra van Shell wereldwijd.

8 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 8

24-9-2009 6:08:56


Wetenswaardig

september 2009 Chemie magazine 9

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 9

24-9-2009 6:08:58


CRISIS ? OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANG M E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 3 7 8 3 0 0 .

stilstand 1 Chemischvooruitgang**.indd Magazine 5_XL.pdf 10

17-04-2009 12:47:32 24-9-2009 6:08:59


Innovatie

Advies onderzoeksrapport studenten:

’Monitor ook milieu en aantal banen’ Naast economische gegevens zou de VNCI ook ecologische en maatschappelijke data moeten meenemen in persberichten en contacten met journalisten. Op die manier ontstaat een genuanceerder beeld van de sector.

H

et werken met méér indicatoren is een aanbeveling van het onderzoek ‘Chemie de maat genomen’ van twee studenten bedrijfseconomie van de Hogeschool Rotterdam. De studenten onderzochten de CBS-cijfers die de VNCI gebruikt voor de contacten met de buitenwacht. De achtergrond en de interpretatie van de cijfers die het CBS beschikbaar stelt, komen in het

rapport uitgebreid aan bod. Het CBS enquêteert maandelijks grote en middelgrote bedrijven. Die zijn wettelijk verplicht om hieraan deel te nemen. Voor kleinere bedrijven doet CBS een steekproef die wordt vertaald naar het totaal aantal bedrijven. De studenten concluderen in het rapport dat de cijfers van CBS een goed beeld kunnen geven van de actuele situatie.

Onbevangen blik Daarnaast merkten de studenten op dat de VNCI bij de jaarlijkse mediadiscussie over de stand van zaken van de chemische industrie, alleen economische factoren zoals productie, omzet en toegevoegde waarde behandelt. Om ervoor te zorgen dat er een beter beeld ontstaat van de bijdrage van de chemie aan een duurzame samenleving, adviseren zij om ook milieu en maatschappelijke factoren te behandelen, zoals bijvoorbeeld de CO2-uitstoot en het aantal banen. De VNCI geeft weliswaar

Chemie = spannend

voor maatschappelijke doelgroepen het Responsible Care rapport uit, maar gaat onderzoeken of het mogelijk is om in het vervolg met extra cijfers te komen. Een van de studenten Ashwan Bissumbhar vertelt dat hij als bedrijfseconoom geen specifieke kennis had van de chemie. ‘Die onbevangen blik heeft misschien wel geleid tot de behoefte aan een genuanceerd beeld van de sector’, aldus Bissumbhar. p

`ekm ceehZ

edp[ Whh[ijWj_[

KddgWZYVX]iZc gVYZ idi de ]Zi ejci_Z kVc _Z hidZa# L]dYjcc^i4 9Z WadcYZ kVbe! d[ idX] lZZg YZ WjiaZg# Kddg YZ aZZ` ^h Zg c^`h iZ o^Zc# BVVg _^_ lZZi/ dkZgVa a^\\Zc Xadjh# :c `ZiX]je# AZ``ZgZ heVccZcY kddg YZ Wj^h#

=Zi eda^i^ZWjgZVj a^_`i hdbh cZi ZZc X]Zb^hX] aVW# : c ]VVg ^h \ZcdZ\ db YZ YVYZg iZ ^YZci^ÒXZgZc# BdYZgc hedgZc" dcYZgodZ` ^h ^c ]VcYZc kVc X]Zb^X^# ;dgZch^hX] aVWdgVciZc ^c l^iiZ _VhhZc ^c_ZXiZgZc bZc\hZai_Zh ^c YZ \VhX]gdbVid" \gVV[# 6]V! gViiZc\^[

8]Zb^Z dcYZgodZ`i! dciYZ`i! egdYjXZZgi BZZg lZiZc4 3 lll#X]Zb^Z^hdkZgVa#ca

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 11

24-9-2009 6:09:01


EH2009-121

De perfecte formule voor uw procesautomatisering. Endress+Hauser is een internationaal toonaangevende leverancier van robuuste en betrouwbare procesinstrumentatie voor de chemische industrie. Met onze jarenlange ervaring hebben we de kennis in huis om veilige en innoverende concepten te ontwikkelen voor de volledige levenscyclus van uw proces. Wij assisteren u in het vinden en realiseren van besparingen op het bedrijven van uw installatie (OPEX) door het bieden van een uitvoerig portfolio aan service en engineering. Hoe uitgebreid uw eisen ook zijn, wij hebben de perfecte formule voor uw procesautomatiseringsbehoeften. www.nl.endress.com/chemie

Endress+Hauser BV Postbus 5102 1410 AC Naarden

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 12

Tel. (035) 695 86 11 info@nl.endress.com www.nl.endress.com

24-9-2009 6:09:08


Innovatie

Meer instroom nieuwe studenten

Faculteiten serieus uitdagen om profiel te versterken Negen faculteiten werken hard aan voorstellen ter verbetering van het natuur- en scheikunde onderwijs en aan de profilering van onderzoek. Minister Plasterk stelt van 2011 tot 2016 jaarlijks 20 miljoen euro beschikbaar voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Dat geld wordt nu door NWO en de commissie Breimer toegekend aan de universiteiten.

D

e commissie Breimer, genoemd naar voorzitter Douwe Breimer, is belast met de uitvoering van het Sectorplan Natuur- en Scheikunde. In de zeskoppige commissie zitten ook vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven. De opdracht is om het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te verbeteren met curriculumvernieuwing en om verdere profilering van het onderzoekslandschap op de kaart te zetten. Dat zou op termijn moeten leiden tot méér instroom en rendementen. Voorzitter Douwe Breimer, voormalig rector magnificus van de universiteit in Leiden, vertelt hoe het in zijn werk gaat. ‘We hebben de faculteiten eind vorig jaar uitgenodigd om voor 1 april 2009 profileringsplannen bij ons

in te dienen. Wij hebben die stuk voor stuk bekeken en het Platform Bètatechniek heeft de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld. Vervolgens zijn we bij alle faculteiten op bezoek geweest. Dat was heel informatief. De initiatiefnemers kregen van ons terugkoppeling en wij konden aanvullende vragen stellen. Nu kunnen de faculteiten hun plannen aanpassen en vóór 1 december weer bij ons aanleveren’, aldus Breimer.

Elke ton is welkom In eerste instantie vroegen de faculteiten bij het ministerie om een jaarlijkse bijdrage van 40 miljoen euro voor uitvoering van het Sectorplan Natuur- en Scheikunde. Dat werd dus 20 miljoen. Is dat bedrag wel voldoende om het

plan uit te voeren? Breimer: ‘De budgetten op de faculteiten zijn de laatste jaren flink uitgehold. Elke ton is welkom.’ Voor zowel Natuurkunde als Scheikunde is 10 miljoen euro beschikbaar. Daarvan wordt drie miljoen via een NWO-competitie verdeeld. Dat betekent dat er zeven miljoen overblijven voor negen faculteiten. Dat geld wordt niet evenredig over de faculteiten verdeeld, maar toegekend op basis van de kwaliteit van de ingediende plannen. Voor een heel goed plan kan maximaal ruim anderhalf miljoen euro worden toegekend. Dat gebeurt dan vanaf 2011 jaarlijks, waarbij elke twee jaar de invulling van de plannen wordt gemonitord. In 2017 wordt na eindevaluatie besloten om de gelden al dan niet structureel toe te kennen.

Definitief advies Breimer: ‘We willen de faculteiten serieus uitdagen om hun profiel te versterken. De belangrijkste kritiek op de eerste plannen was dat de faculteiten deze te weinig op elkaar hadden afgestemd. Wij hebben de universiteiten dus nadrukkelijk gevraagd om onderling overleg. Na die afstemming kunnen zij explicietere keuzes te maken.’ Of de faculteiten in hun nieuwe plannen rekening zullen houden met de wensen van de industrie durft Breimer niet te zeggen. ‘Maar, het is natuurlijk wel verstandig dat ze oog hebben voor hun omgeving.’ De commissie Breimer valt binnenkort rechtstreeks onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De stuurgroep van de rectoren is inmiddels opgeheven. Breimer verwacht dat de formele instelling van de commissie in september in de Staatscourant zal verschijnen. Het werk zal er niet door veranderen. ‘Wij komen in maart 2010 met een definitief advies en daarop zal het ministerie de toekenning van de gelden baseren’, aldus de voorzitter. p

Talent kiest voor chemie dankzij studiebeurs ‘Motiverend. Ik heb nu meer tijd om aan de studie te besteden. Ik gebruik het om studieboeken te kopen.’ Studenten die eerder een VNCI-studiebeurs van duizend euro kregen zijn lovend over het initiatief.

S

inds 2002 ontvingen 33 jongeren de toelage vanwege hun uitzonderlijke prestaties tijdens het eindexamen scheikunde of de Chemie Olympiade. De VNCI heeft alle beursontvangers gevraagd hoe hun studie is

verlopen en of de beurs van invloed is geweest voor hun loopbaan. Volgens de ondervraagden is de beurs niet bepalend geweest voor hun keuzes. Opvallend is dat onder de ontvangers relatief veel studenten

hebben gekozen voor een promotietraject. Bijna iedereen is in de chemie blijven werken, studeren of promoveren.

Andere vorm De VNCI wil leerlingen met de beurs aanmoedigen om een keuze voor chemie te maken. Ook aankomend studiejaar ontvangen weer negen studenten de beurs, mits zij een scheikun-

dige studie gaan volgen. Vijf hebben recht op de beurs vanwege een tien voor hun centraal schriftelijk examen, terwijl vier anderen de toelage via de Scheikundeolympiade in de wacht slepen. Op dit moment evalueert de VNCI de studiebeurzen. Het beloningssysteem zal ook in 2010 blijven bestaan, maar wellicht in een andere vorm. p

september 2009 Chemie magazine 13

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 13

24-9-2009 6:09:10


6cYjh 8dchigjXi^dc =HB HiZZa HigjXijgZh >ciZghiZZa C^\Zg^V >ciZghiZZa HadkV`^V AZc\`ZZ` >?bdcY AZc\`ZZ` HiVVaWdjl BZWgV BZiVVaWZlZg`^c\ E&@ GV^a G^_c9^_` :c\^cZZg^c\ G^_c9^_` HiZZa 8dcigVXi^c\ G^_c9^_` IZX]c^XVa HZgk^XZh LKA HiVVaWdjlZgh

6cYjh D^a <Vh =HB D[[h]dgZ

6cYjh EgdXZhh 6hhZaWZg\h KZci^aVidgZc ;>7 >cYjhig^Â…aZ 7ZYg^_kZc

6cYjh GZ[gVXidg^Zh <djYV GZ[gVXidg^Zh

4FSWJOH UIF JOEVTUSZ

<djYV Egd_ZXih <djYV KjjgkVhi HZgk^XZh <djYV KjjgkVhi 7Za\^jb <djYV ;ZjZg[Zhi <;9 HZgk^XZh

Dch `ZgclddgY/ `aVciiZkgZYZc]Z^Y# DcoZ `ZgcXdbeZiZci^Zh/ kjjgkVhiZ WZ`aZY^c\Zc! \gddihX]Va^\Z ^cYjhig^Â…aZ hiVVa\ZgZaViZZgYZ egd_ZXiZc! haj^oZc Zc Wgj\\Zc! da^Z" Zc \VheaVi[dgbh! Ygj`kViZc! lVgbiZl^hhZaVVgh! dehaV\iVc`h! `ZaYZgW^Zg^chiVaaVi^Zh! hnhiZbZc kddg [^aigVi^Z Zc hZeVgVi^Z!

6cYjh <gdje 6VahiZglZ\ &-( *+)) G6 :^cY]dkZc IZa %)% " '&& *- %%

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 14

ajX]iiZX]c^Z`! WdkZcaZ^Y^c\hnhiZbZc kddg ]Zi heddg! hZgk^XZ Zc dcYZg]djY# CVi^dcVVa Zc ^ciZgcVi^dcVVa \ZXZgi^[^XZZgY! lZg`ZcY kda\Zch YZ ]dd\hiZ kZ^a^\]Z^YhcdgbZc# @Zcc^hbV`Zc4 <gVV\# 7Zai j ZkZc d[ `^_` de lll#VcYjh\gdje#Xdb#

24-9-2009 6:09:11


Innovatie

Branche presteert goed

Nulmeting Businessplan Chemie afgerond De nulmeting chemie is opgeleverd. Deze meting bepaalt de positie van de Nederlandse chemie op 1 januari 2007 en op basis daarvan kunnen de Regiegroep Chemie en het Ministerie van Economische Zaken bepalen wat de effecten zijn van het businessplan.

I

n 2007 presteerde de Nederlandse chemie goed. Dat blijkt onder meer uit het aantal publicaties in belangrijke, wetenschappelijke tijdschriften en de grote concentratie van (buitenlandse) bedrijven in ons land. Of de prestaties in de toekomst verder verbeteren, moet een nieuwe meting uitwijzen. Van de 152 respondenten is in 2009 een groot deel bang dat de Nederlandse chemie teert op oude glorie en dat door de voortdurende bezuinigingen de vooraanstaande positie van de sector zal afkalven. De regeldruk is vaak genoemd als belangrijkste knelpunt. Ook het gebrek of het dreigend gebrek aan menselijk kapitaal en de invoering van REACH baren zorgen. Op het gebied van samenwerking wordt de beperkte financiering genoemd als knelpunt. Het Businessplan Chemie stelt zich ten doel om in tien jaar tijd (2007-2017) de bijdrage van de chemie aan het bruto binnenlands product te verdubbelen van 12 tot 24 miljard euro. Het gebruik van fossiele grondstoffen moet in 2032 zijn gehalveerd. Ten slotte wil de sector technologische competenties uitbouwen op het gebied van industriële biotechnologie, katalyse, polymeren en procestechnologie.

Uitdaging Uit de meting blijkt dat nog maar weinig respondenten bekend zijn met het Businessplan Chemie. Slechts 22 procent van de respondenten zegt het plan te kennen. De respondenten kunnen zich over het algemeen wel vinden in de doelstellingen van het businessplan. Maar liefst 91 procent vindt de doelstellingen uitdagend en reëel. Overigens moet er bij toekomstige evaluaties van de resultaten rekening worden gehouden met de

gevolgen van de economische crisis. SenterNovem is bezig met de voorbereidingen voor de nieuwe meting. De afspraak is dat de metingen om de twee jaar zullen plaatsvinden. Na vier jaar zullen op basis van

deze gegevens verdere beslissingen worden genomen. p Eind september is het rapport nulmeting te downloaden op www.dialogic.nl

Het onderzoek De nulmeting is uitgevoerd door Dialogic Innovatie en Interactie. De meting bestond uit een bureauonderzoek en een online enquête. De enquête is afgelopen voorjaar bij kennisinstellingen, lidbedrijven van de VNCI en de Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) voorgelegd. Ook één omvangrijk onderdeel uit het businessplan, het Polymeren Innovatieprogramma (PIP), is in de nulmeting opgenomen met als peildatum 1 januari 2008. Daarvoor zijn bedrijven die hebben deelgenomen aan programma’s van het Dutch Polymer Institute (DPI) en het DPI Value Centre (DPI-VC) benaderd. Voor de nulmeting heeft Dialogic in samenwerking met SenterNovem, de VNCI, DPI en DPI-VC een set indicatoren ontwikkeld op het gebied van excellentie, samenwerking, knelpunten, bijdrage aan economie en maatschappij, vertrouwen in de aanpak en effectiviteit en efficiëntie van overheidsingrijpen.

Meer actueel nieuws over chemie en de chemische industrie? Ga dan naar www.vnci.nl voor een dagelijkse portie chemie en schrijf u in voor onze nieuwsbrief. september 2009 Chemie magazine 15

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 15

24-9-2009 6:09:11


A mask for

every task

De Dräger X-plore® Twinfilter serie. Flexibel. Veilig. Comfortabel. Ontwikkeld voor enorme flexibiliteit in vele toepassingsgebieden. Twee bajonetaansluitingen zorgen voor een snelle en eenvoudige filtervervanging. En wij bieden vele filteropties aan – het juiste filter voor elke taak.

Geniet van uitstekend comfort met de innovatieve “FlexiFit” hoofdsluiting die zich gemakkelijk laat verstellen. Zorgeloos ademen met onze Dräger X-plore Twinfilter serie. www.draeger.nl/twinfilter

NEEM CONTACT OP MET ONZE OFFICIËLE DEALER SECUR | TEL. 079 3444 880

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 16

24-9-2009 6:09:13


Veiligheid, gezondheid en milieu

Samenwerking met andere branches

Uitstoot fijn stof nauwkeuriger in kaart De chemische industrie gaat samen met een aantal andere sectoren de uitstoot van fijn stof nauwkeuriger in kaart brengen. Daarbij maken de branches onder meer gebruik van cijfers die bedrijven voor hun milieujaarverslag aan de overheid hebben moeten leveren.

D

e chemische industrie nam samen met een aantal andere sectoren dit initiatief omdat niemand goed weet wat de feitelijke uitstoot van fijn stof is. De cijfers die bedrijven rapporteren kennen grote onzekerheidsmarges. Dat komt omdat er nog geen goede methode is om de uitstoot te meten. De overheid heeft echter in het Actieplan Fijn Stof, onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, verschillende maatregelen opgenomen om de uitstoot van fijn stof bij de industrie te reduceren. De VNCI heeft al eerder aangegeven dat

het Actieplan Fijn Stof niet voldoende rekening houdt met de Europese IPPCrichtlijn. Hierdoor moeten bedrijven dure maatregelen nemen die in de praktijk niet leiden tot verbetering van de luchtkwaliteit of tot relevante vermindering van de stofemissie.

Lastig meten Het blijkt in de praktijk erg lastig om de uitstoot en de herkomst van fijn stof goed in kaart te brengen. Dat gebeurt met metingen, berekeningen met omrekenfactoren en schattingen. Om de betrouwbaarheid van

de cijfers te vergroten en eenheid in de gebruikte methodes te bevorderen, is er vorig jaar op initiatief van Nederlandse meetinstanties een zogeheten technische afspraak gemaakt. Daarin zijn de eisen om fijn stof te meten verder gespecificeerd dan de Europese standaard. De chemische industrie gaat nu – op basis van deze technische afspraak - samen met een aantal bedrijven uit de metaal-, en voedingsindustrie, raffinaderijen en opslagbedrijven de uitstoot nauwkeuriger in kaart brengen. ‘Dan kan de overheid daar haar beleid op aanpassen’, aldus VNCI-beleidsmedewerker milieu Leantine Mulder-Boeve. p Meer informatie: Leantine-Mulder Boeve, tel. 070-3378742, e-mail: mulderboeve@vnci.nl

Hebt u een boventallige onderzoeker?

Stuur uw kennis naar de TU Delft De TU Delft zoekt bedrijven die hun boventallige onderzoekers tijdelijk willen stationeren op de universiteit. Daar kunnen zij in het kader van de kenniswerkersregeling van de overheid onder meer onderzoek uitvoeren op het gebied van proces- en transportveiligheid.

D

e Adviesraad Gevaarlijke Stoffen stelde eerder dit jaar dat het universitaire onderwijs en onderzoek over veiligheid en gevaarlijke stoffen afkalft. Tegelijkertijd gaf de raad aan dat deze kennis belangrijker is geworden met de groei van het transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Daarom zijn hoogleraren Ben Ale (veiligheidskunde) en Harrie van den Akker (fysische transportverschijnselen) van de TU Delft op zoek naar bedrijven die onder de voorwaarden van de kenniswerkersregeling een of meerdere van hun mensen tijdelijk bij de universiteit onder willen brengen. Het grote voordeel van de regeling is dat de overheid financieel bijspringt om talent en expertise te behouden voor bedrijf en samenleving. De beide hoogleraren zijn met name op zoek naar mensen die hen kunnen helpen bij het voorbereiden en opstarten van up-to-date

onderzoek en onderwijs aan veiligere chemie en energie.

Onderwerpen Ze identificeerden de volgende onderwerpen van onderzoek: 1 Het verbeteren van modellen voor de verspreiding van gevaarlijke gassen in (on-) bebouwde omgevingen met ‘Computational Fluid Dynamics’ (CFD) technieken 2 Het ontwikkelen van een volgende generatie waarschijnlijkheidsmodellen voor risico-analyses 3 De menselijke factor: veiligheidsmanagement en veiligheidscultuur 4 Het modelleren van tijdsafhankelijke gasconcentraties binnen gebouwen 5 Bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van een ernstig ongeval met gevaarlijke stoffen

6 De relaties tussen blootstelling aan gevaarlijke stoffen, evacuatie en crisisbeheersing 7 Het effect van de bemoeienis van hulpdiensten op onveilige situaties

Meer informatie over eisen Het mag duidelijk zijn dat verschillende types expertise nodig zijn voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek en onderwijs op deze zeven terreinen. Meer informatie over de onderwerpen en de eisen die aan uit te lenen kenniswerkers gesteld worden, is te verkrijgen bij de hoogleraren Ale en Van den Akker van de TU Delft. p

Belangstellenden kunnen zich aanmelden via Prof. Harrie van den Akker, tel. 015-2785000 of e-mail: h.e.a.vandenakker@tudelft.nl

CTGG organiseert voorlichtingsdag over spoortransport De Commissie Transport Gevaarlijke Goederen organiseert 27 november haar jaarlijkse informatiedag. Het vervoer over het spoor, waaronder het Basisnet, staat deze keer centraal.

N

aast aandacht voor het spoor vertelt de Europese koepelorganisatie Cefic over de praktijk van transport van gevaarlijke stoffen. Hoogleraar

Crisisbeheersing en Fysieke veiligheid aan de VU Amsterdam Ira Helsloot pleit tijdens de dag voor meer realisme en minder symboliek in het Nederlandse

veiligheidsbeleid. Vincent van der Vlies, promovendus externe veiligheid en ruimtelijke ordening aan de Radboud Universiteit, gaat in op externe veiligheid. Daarbij komt het tragische ongeluk in Viareggio ter sprake. De CTGG-dag vindt plaats in de Rijtuigenloods in Amersfoort en

is toegankelijk voor alle geïnteresseerden in het vervoer van gevaarlijke goederen. De kosten bedragen 195 euro. p

Meer informatie en aanmelden: www.ctgg.nl

september 2009 Chemie magazine 17

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 17

24-9-2009 6:09:14


De nieuwe Z-serie olievrije schroefcompressoren

Voor een

abs

luut

olievrije productie De eerste door de TÜV als ‘olievrij’ (ISO 8573-1 KLASSE 0) gecertificeerde luchtcompressoren Als uw industriële proces volledig olievrije perslucht vereist, bent u bij Atlas Copco aan het juiste adres. De nieuwe compressorserie (Z-serie) van Atlas Copco geeft u de zekerheid van 100% olievrije perslucht. Deze olievrije schroefcompressoren zijn de eerste op de markt die door de Duitse keuringsinstantie TÜV zijn gecertificeerd als “klasse 0” conform ISO 8573-1. Bij de tests kon de TÜV geen enkel spoor van olieverontreiniging ontdekken.

Atlas Copco Compressors Nederland Merwedeweg 7, 3336 LG Zwijndrecht Postbus 200, 3330 AE Zwijndrecht Tel (078) 6230 230 Fax (078) 6100 670

U wilt geen risico lopen met uw productie? Vertrouw dan op Atlas Copco’s olievrije luchtcompressoren. De nieuwe norm! Voor meer informatie kijkt u op www.classzero.com Committed to your superior productivity.

60 jaar in Nederland in de lucht

www.atlascopco.nl

60jr_CI_210x297.indd 1 Chemisch Magazine 5_XL.pdf 18

06-01-2009 16:37:38 24-9-2009 6:09:14


Actueel

Dit tijdschrift maakt de scheikundeles leuk

Beter imago voor chemie Chemie Aktueel bestaat 20 jaar. Het tijdschrift met op de actualiteit gebaseerde schoolopgaven groeide uit tot een onmisbaar instrument in het voortgezet onderwijs. Oprichtster en hoofdredacteur Miek Scheffers-Sap (57) vertelt nog altijd vol vuur over haar passie.

D

e opgaven in Chemie Aktueel sluiten zoveel mogelijk aan op de belevingswereld van jongeren. Miek werkt nu bijvoorbeeld aan een opgave uit de Allerhande, het blad van Albert Heijn. ‘Het gaat om een kooktip; Fruit rijpt sneller als je het bij elkaar op een schaal legt. En dan is de vraag natuurlijk of dat zo is en hoe dat komt. Overigens komen niet alle onderwerpen in aanmerking voor plaatsing in het blad. Zo zullen we nooit uitleggen hoe je ghb of een bom kunt maken. Dat vinden we niet verantwoord.’

Positief voor imago ‘Ik merk in de klas dat de opgaven uit Chemie Aktueel een positieve invloed hebben op het imago van scheikunde. Nu denken veel jongeren bij chemie aan milieurampen en stinkende

fabrieken. Die onderwerpen schuwen we in onze opgaven overigens niet, maar we laten ook zien dat als je alle chemie weghaalt, er maar bitter weinig overblijft van onze samenleving. En die boodschap snappen leerlingen uitstekend.’ Het concept van Chemie Aktueel is altijd hetzelfde gebleven, vertelt Miek. ‘In kranten en tijdschriften zoeken we naar artikelen die gebruikt kunnen worden in een scheikundeles. We hebben de opdrachten in de loop der tijd wel steeds aangepast aan het scheikundeonderwijs. Tegenwoordig doen leerlingen meer practicum. Het ontwikkelen van goede proeven kost veel tijd. Je kunt wel een idee hebben, maar dat is niet altijd even eenvoudig te realiseren. In het kader van de Nieuwe Scheikunde zal er ook

heel wat veranderen. Het lesgeven vanuit de context is complexer en het maken van materiaal tijdrovender. Ik denk persoonlijk dat niet alle docenten dat makkelijk vinden.’

Alle bètavakken door elkaar De opgaven van Chemie Aktueel, dat drie keer per jaar uitkomt, worden gemaakt dóór docenten en vóór docenten. Zelf is Miek naast aansluitingsdocent op de TU Eindhoven, ook nog steeds

lerares scheikunde op een middelbare school. Volgens haar is dat noodzakelijk, want de redactieleden moeten kennis hebben van scheikunde in de klas. ‘Je merkt bijvoorbeeld dat béta’s uit het bedrijfsleven een hoop van hun schoolscheikunde kwijt zijn. In de echte wereld lopen alle bètavakken door elkaar, terwijl wij ons op school nog steeds concentreren op de scheikunde uit de twintigste eeuw.’ De redactie van Chemie Aktueel bestaat in totaal uit vijf docenten. Twee van redactieleden zijn intussen ook al 18 jaar bij het blad betrokken: ‘Voor elk nummer brengt ieder een aantal onderwerpen in. Vervolgens kijken we samen of de opdrachten aan de eisen voldoen. We blijven ons verdiepen in de scheikunde. We willen in ieder geval doorgaan tot het blad 25 jaar bestaat. Daarna hopen we dat een jongere generatie het stokje overneemt.’ p

Grootste plant ter wereld goed voor veiligheid en milieu

Balkenende prijst Yara voor investering ureumfabriek ’Een bedrijf dat ruim 400 miljoen euro durft te investeren in deze zware economische tijden, verdient alle lof’, aldus premier Balkenende begin september tijdens de eerste steenlegging van de ureumfabriek van Yara in Sluiskil. e nieuwe plant vervangt twee bestaande ureumoplossingsfabrieken en is na de opstart in 2011 meteen de grootste ter wereld. De investering is niet alleen economisch, maar ook voor het milieu en de veiligheid een grote vooruitgang. Zo stijgt de jaarproductie van ureumoplossing volgens Yara met bijna 50 procent. Ureum wordt onder meer gebruikt bij de productie van kunstmest, maar ook voegen oliemaatschappijen het toe aan diesel, waardoor de uitstoot van stikstofoxiden daalt. Verder verbetert de externe veiligheid omdat Yara een grote hoeveelheid ammoniak voortaan zelf verwerkt. Daarover heeft het bedrijf twee jaar geleden een convenant met de overheid gesloten. Het betekent dat er maar eens in de drie weken in plaats van één keer per week een ammoniaktransport per zeeschip over de Westerschelde gaat. De

overheid draagt, ter compensatie voor het intrekken van een deel van de vergunning voor het laden van ammoniakschepen, eenmalig ongeveer 13 miljoen euro bij aan de vermindering van de ammoniaktransporten. In het verleden zijn hier overigens nooit problemen mee geweest. De CEO van Yara International, de Noor Jorgen Haslestad, prees tijdens het evenement het vlotte verloop van de procedures voor vergunningen en de samenwerking met de overheid om het ammoniakvervoer te ver-

minderen. Tegelijkertijd sprak hij, net als bedrijfsdirecteur Marc van Hijfte, zijn zorg uit over de gevolgen van de emissiehandel na 2012. Ondanks het feit dat de Europese Commissie gratis rechten weggeeft aan sectoren die blootstaan aan internationale concurrentie, vrezen beiden dat ze in de toekomst rechten moeten bijkopen. Op termijn kan deze ontwikkeling volgens hen leiden tot de teloorgang van de Europese chemische industrie, die op milieugebied juist goed presteert. p

FOTOGRAFIE: DUOFOTO, CAMIEL SCHELSTRAETE

D

september 2009 Chemie magazine 19

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 19

24-9-2009 6:09:16


20 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 20

24-9-2009 6:09:17


Thema

Ondernemingen tevreden over pilot, maar...

Vernieuwd toezicht staat of valt met samenwerking Betere inspecties om de toezichtlast bij chemische bedrijven te verminderen. Dat is sinds 2007 de ambitie van de overheid. Limburg loopt voorop en is enthousiast over de nieuwe aanpak. Ook in de Rijnmond zijn grote stappen gezet, maar daar merken sommige chemiebedrijven in de praktijk nog weinig van. Hoe hangt de vlag erbij? Een rondgang. Erik te Roller

e kloppen allereerst aan bij Kees Boekel, programmaleider Vernieuwing Toezicht bij het ministerie van VROM. Wat is er veranderd? ‘We proberen te redeneren vanuit het bedrijf en soms zelfs vanuit de wensen van een bedrijf. Ten eerste door het toezicht te coördineren en af te stemmen met het bedrijf, zowel inhoudelijk als qua planning. Dat gebeurt al enige tijd op bedrijvenpark Chemelot in Geleen, maar inmiddels ook dit jaar bij alle chemiebedrijven in Rijnmond. Dit betekent maatwerk. Het ene bedrijf zal zeggen: ‘Laat de inspecteurs van alle instanties maar tegelijk komen’. Het andere bedrijf zag zeggen: ‘Kom in een bepaalde periode na elkaar langs’. Ten tweede werken we ook aan het verbeteren van de inhoud van de inspecties en het verhogen van de expertise van de inspecteurs. Tot slot willen we alles meer gaan afstemmen op de eigen kwaliteitszorg- en compliancesystemen van de bedrijven, met andere woorden: we gaan systeemgericht toezicht toepassen.’ Begin dit jaar hebben de landelijk betrokken toe-

FOTO: SHUTTERSTOCK

W

zichtinstanties een intentieverklaring getekend, waarmee ze zich verplichten aan het afgestemd toezicht mee te werken. Kees Boekel: ‘We zijn nu bezig dit principe in alle andere provincies in te voeren, waarbij de toezichtinstanties dus samenwerken en de planning vooraf bespreken met het bedrijf. De provincie is, als bevoegd gezag voor de Wet milieubeheer, de belangrijkste toezichthouder bij chemiebedrijven en daardoor de aangewezen coördinator. Zij is in feite verantwoordelijk voor zo’n 70% van het toezicht. In vrijwel alle provincies gaan het komende jaar pilots van start. Doel is om in 2010 alle bedrijven bereikt te hebben. De provincies hebben toegezegd daaraan mee te werken.’

Loketten samenvoegen De provincie Limburg heeft de inspectie nieuwe stijl al ingevoerd in Zuid-Limburg. Vanuit het Loket Handhaving Stein vindt gecoördineerd toezicht plaats bij de bedrijven op Chemelot in Geleen. DCMR Milieudienst Rijnmond coördineert het onder de naam Front Office Chemie Rijnmond bij alle e september 2009 Chemie magazine 21

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 21

24-9-2009 6:09:20


Er gebeurt al veel, maar het kan sneller bedrijven zo volledig mogelijk te bedienen en dat is winst. Dat vraagt natuurlijk om goede communicatie van beide kanten. Men is nog een beetje aan het zoeken, hoe de vernieuwde inspectie uitgevoerd moet worden. De voorpui van de inspectie staat, maar daarachter zijn er nog een aantal loketten. De volgende stap is om deze samen te voegen.’ ‘De ervaring, die DCMR, de brandweer, Arbeidsinspectie en RWS al bij gezamenlijke BRZO-inspecties hebben opgedaan, helpt bij het coördineren van het overige toezicht. Verschil is wel dat de wettelijke basis voor de BRZO-inspectie voor deelnemende inspecties gelijk is, wat bij de andere inspecties niet het geval is. Maar door deze aanpak bij meerdere bedrijven toe te passen, verwacht ik dat de samenwerking groeit en inspecties efficiënter verlopen, zowel voor de overheid als voor het bedrijf’, aldus Van Erp.

Geen onderlinge afstemming Chemiebedrijf Shin-Etsu in de Rijnmond is tevreden over de BRZO-inspectie. Directeur Jan Henk Kort: ‘De inspecties trekken hierbij al enkele jaren gezamenlijk op in een goed gecoördineerd team. De mensen die aan tafel schuiven zijn behoorlijk competent en de inspectie wordt veel professioneler uitgevoerd en afgehandeld dan in het verleden. Dit is een voorbeeld van hoe het moet. Op andere gebieden merken we nog weinig van coördinatie, maar dat gaat binnenkort misschien veranderen. In november krijgen we hier een inspectie in het kader van het Frontoffice Chemie Rijnmond. We voeren nu overleg met de DCMR Milieudienst Rijnmond over de agenda van deze inspectie. In het afgelopen jaar merkten we al dat er meer coördinatie was dan in het verleden. Wel hebben de verschillende overheidsinstantie elk jaar hun eigen speerpunten en stemmen die onderling nog niet af.’ ‘Zo wil de Arbeidsinspectie vanwege het ongeluk bij BP in Texas, een paar jaar geleden, weten hoe veilig

de plekken zijn waar onze medewerkers doorgaans verblijven. Recentelijk heeft Arbeidsinspectie een inspectie bij onze plant in Botlek afgerond. De kans bestaat dat Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente het ook op de agenda zet, evenals DCMR zelf. Zo’n onderwerp leent zich prima voor een gecoördineerde aanpak. Dat is dus niet gebeurd. Conclusie: de overheid geeft nu daadwerkelijk invulling aan Frontoffice Chemie, maar in de praktijk moet nog blijken hoe gecoördineerd dit gebeurt en of de toezichtlast, zoals wij die ervaren, ook echt vermindert’, aldus Kort.

Kan sneller De DCMR Milieudienst Rijnmond is dit jaar met de inspecties nieuwe stijl begonnen. Inmiddels hebben 22 chemiebedrijven er een achter de rug, gecoördineerd vanuit het Frontoffice Chemie Rijnmond. Nog eens 23 chemiebedrijven volgen dit najaar. Voor 2010 staan inspecties nieuwe stijl bij 52 bedrijven op het programma. Dat zijn er meer, omdat er ook petrochemiebedrijven en biodieselproducenten bij zijn gekomen. Anders dan bij Chemelot werkt DCMR Milieudienst Rijnmond niet met één fysiek handhavingsloket, maar met een virtueel loket in de persoon van de coördinerend toezichthouder (CT). Elk chemiebedrijf heeft iemand toegewezen gekregen, die aanspreekpunt is voor het bedrijf en die ook de andere inspectiediensten naar het bedrijf toe vertegenwoordigt. Deze CT-er heeft weer meerdere bedrijven in portefeuille. ‘Er gebeurt al veel, maar het kan sneller’, zegt Eduard van der Wilt, VNCI-speerpuntmanager Veiligheid, Gezondheid en Milieu. ‘Ook kan de overheid de bedrijven nog wat beter informeren over hoe ver zij met Vernieuwing Toezicht is. In 2007 zijn de nodige verwachting gewekt. Veel bedrijven vinden het allemaal wel wat lang duren. Begrijpelijk, want bij het uitvoeren van plannen zijn bedrijven gewend in periodes van weken en maanden te denken, bij de overheid is dat vaak maanden of jaren. Bij het programma Vernieuwing Toezicht hoeft dat geen verwondering te wekken, omdat er zo’n twaalf verschillende overheidsinstanties tot samenwerking moeten komen. Ook werkt de overheid aan de verhoging van de deskundigheid van zijn inspecteurs. Dat heeft tijd nodig. Vanuit de VNCI dringen we er niettemin bij de overheid op aan om het proces van vernieuwing te versnellen.’

FOTO: ANP

45 grote chemiebedrijven in de Rijnmond. ‘Best kans dat sommige bedrijven daarvan nog niets gemerkt hebben, omdat ze pas dit najaar bezoek krijgen’, aldus Boekel. Een van de bedrijven die nog weinig merkt, is Huntsman. Jan van Erp, EHS-manager: ‘Huntsman Holland heeft als proefbedrijf met plezier meegedaan aan de introductie van de front-office-inspecties. Tijdens deze proef kwamen er inspectiediensten over de vloer die voorheen minder vaak langs kwamen dan bijvoorbeeld de DCMR Milieudienst Rijnmond, de Arbeidsinspectie, Rijkswaterstaat of de brandweer. Dit jaar zijn de inspecties nieuwe stijl begonnen. Daarbij bundelen de inspecties hun krachten op bepaalde vakgebieden. De bedoeling is

Verhogen deskundigheid Boekel van VROM-Inspectie: ‘Vanuit het programma Vernieuwing Toezicht lopen inmiddels bij een aantal chemiebedrijven ook pilots om ervaring op te doen met systeemgericht toezicht, zoals bij AkzoNobel Delfzijl. De provincie Noord-Brabant wil nog een stapje verder gaan en heeft bedrijven opgeroepen om zich te melden als ze met systeemtoezicht willen gaan werken. Vijftien bedrijven, waaronder ook niet-chemiebedrijven hebben zich hiervoor aangemeld. Daarnaast zijn we van plan om de BRZO en Frontoffice Chemie in de Rijnmond binnen één of twee jaar aan elkaar te koppelen. Langzamerhand is iedereen het er wel over eens, e

22 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 22

24-9-2009 6:09:20


Thema

Hoe zit dat nou? De VROM-inspectie is de trekker van dit programma onder meer voor het domein Chemie. Bij dit toezicht zijn zo’n twaalf verschillende overheidsinstanties betrokken, waaronder de provincie, het waterschap, Rijkswaterstaat, gemeente, brandweer, Nederlandse Emissieautoriteit (NEA) en Arbeidsinspectie. Kern van het nieuwe toezicht bij de chemiebedrijven is dat de overheidsinstanties hun inspecties onderling afstemmen, waarbij de provincies en DCMR de coördinator zijn. Dit ‘afgestemde toezicht’ geldt vooral voor de regelgeving voor milieu, waterlozingen, Arbo- en bouwzaken. De BRZO-inspecties, die gericht zijn op de veiligheid bij bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stof-

fen werken, zijn hier nog niet volledig aan gekoppeld, maar dat gaat wel gebeuren’, aldus Kees Boekel, programmaleider Vernieuwing Toezicht bij het Ministerie van VROM. ‘Bij het verbeteren van het toezicht kijken we naar de kwaliteit en kwantiteit van de inspecties. In 2007 hebben de chemiebedrijven bij een eerste meting aangegeven dat ze vooral problemen hebben met de kwaliteit van het toezicht en minder met het aantal bezoeken en de tijd die ze voor inspecties moeten uit trekken. Daar houden we rekening mee. We zijn bezig een meerjarig programma uit te voeren. Ons vertrekpunt daarbij is, dat het chemiebedrijf centraal staat.’ september 2009 Chemie magazine 23

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 23

24-9-2009 6:09:20


Olifanten eten duizenden bomen kaal Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen. Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS. www.sas.com/nl

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 24

24-9-2009 6:09:22


Thema

dat BRZO en Frontoffice niet los van elkaar staan. Er zijn grote parallellen tussen de trajecten.’ ‘Behalve meer samenwerking tussen de inspecties, is ook het verhogen van de deskundigheid en professionaliteit van de toezichthouders een belangrijk punt. De inventarisatie naar de ideeën vanuit het bedrijfsleven hierover is nagenoeg afgerond. Hieruit komt het beeld naar voren, dat de toezichthouder kennis moet hebben van de chemie en chemische technologie en van HBO- of academisch niveau moet zijn. Dat stelt eisen aan het personeelsbeleid. Een ander aandachtspunt is professioneel optreden. Hoe stel je je als inspecteur op bij

Onze administratieve belasting is nu al met 20 tot 25% afgenomen een bezoek aan een bedrijf? Informeer je het bedrijf vooraf over het onderwerp van de inspectie en koppel je de bevindingen snel terug? Dat zijn allemaal dingen waarmee we de toezichtlast, zoals die door de bedrijven wordt ervaren, moeten zien te verminderen. Daarnaast moeten we onze kennis over systeemtoezicht vergroten’, aldus Boekel.

Minder werk en kosten De provincie Limburg heeft dus in 2007 op het bedrijventerrein Chemelot een apart kantoor geopend in Stein vlakbij de locatie. DSM en SABIC zijn eigenaar van het merendeel van de daar gevestigde fabrieken. Het Loket Handhaving Stein draait nu zo’n twee jaar en Fred Stadler, directeur veiligheid, gezondheid en milieu van Sitech Manufacturing Services in Geleen is uitermate tevreden. ‘De scherpe kantjes zijn eraf. De ervaring en proceskennis van de mensen in Stein is sterk toegenomen. Zij weten waar ze over praten. Bij de BRZO-inspecties van de Arbeidsinspectie, brandweer en provincie is de expertise op een veel hoger niveau gekomen. Aanvankelijk keek de brandweer vooral naar de voorzieningen, maar nu ligt de focus ook op beheer en borging van het noodplan, op brand-

weerscenario’s en methoden om branden te blussen. En Rijkswaterstaat, het waterschap Roer en Overmaas en de gemeente Sittard-Geleen hebben zich met hun milieu-inspecties bij het loket aangesloten. Betere coördinatie aan de kant van de overheid betekent minder werk en kosten aan onze kant.’

Te grote delegatie ‘We profiteren van het feit dat Chemelot één terrein is, met één milieuvergunning, één milieujaarverslag, één bedrijfsbrandweer, één veiligheidsrapport en ga zo maar door. Alle inspectie- en vergunningzaken lopen via Chemelot Site Permit BV. Voor CSP zijn zo’n drie mensen bijna continu aan de slag om als begeleider en tegenspeler van de mensen bij het Loket Handhaving Stein op te treden. Op jaarbasis worden vier tot zes reguliere, geplande BRZO-inspecties uitgevoerd. Daarnaast zijn er nog circa 80 planmatige Wet-milieubeheer-inspecties bij alle fabrieken op de site. Dat komt neer op gemiddeld twee milieuinspecties per bedrijf per jaar. Bouw- en woningtoezicht van de gemeente Sittard-Geleen komt hier overigens elke twee weken een dag langs.’ Stadler ervaart dat de toezichtlasten zijn afgenomen. ‘Onze administratieve belasting is inmiddels met 20 tot 25% afgenomen.’ Toch moet Stadler nog constateren dat de inspectie niet bij elk bedrijf even efficiënt verloopt. Een nieuw intern probleem steekt de kop op: tijdens inspecties worden veel eigen mensen ingezet. Bij Chemelot Site Permit zijn drie mensen permanent belast met het beantwoorden van vragen over het interne veiligheidsbeheersysteem, intern toezicht en VGM-beleidsvoering. Aangezien het steeds over hetzelfde bedrijfsterrein gaat, kunnen ze vragen uit Stein namens alle 50 fabrieken meestal snel, eenduidig en efficiënt beantwoorden. Bij veel fabrieken zie je echter nog veel te grote delegaties klaar staan om de inspecteurs te ontvangen. Die delegaties kunnen veel kleiner zijn, maar dat is een kwestie van leren.’ p

Meer informatie: www.inspectieloket.nl/domeinen/chemie www.dcmr.nl www.chemelot.nl

Systeemtoezicht Het programma Vernieuwing Toezicht Chemie gaat niet alleen over de planning en coördinatie van de inspecties. De overheid zoekt bij het toezicht ook naar aansluiting bij het interne zorgsysteem van een bedrijf. Dit betekent dat een bedrijf primair zelf controleert of alles volgens de regels gebeurt en zaken zo nodig bijstelt en dat de overheid onder meer door steekproeven controleert of het zorgsysteem solide is. Aangezien een bedrijf inzichtelijk moet maken dat het met zijn zorgsysteem aan de wettelijke verplich-

tingen voldoet, heeft dit nogal wat voeten in de aarde. Bedrijven kunnen er daarom ook voor kiezen met de klassieke inspecties door te gaan. Onderdeel van dit systeemgericht toezicht is ook selectief toezicht op basis van risicosturing. In 2011 moet er een uniforme methodiek voor risicoanalyse beschikbaar zijn en de doelstelling is om dit in 2015 bij alle chemiebedrijven toe te passen. Het gaat erom vast te stellen hoe groot de verschillende risico’s zijn om daarna prioriteiten te kunnen stellen voor wat betreft het toezicht. september 2009 Chemie magazine 25

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 25

24-9-2009 6:09:26


‘De sleutel voor het innovatieve vermogen van Nederland ligt in het onderwijs. Daar wordt de kiem gelegd om creatief te kunnen omgaan met voortdurende vernieuwing. Dat besef inspireert me om me te blijven inzetten voor de vernieuwing van het scheikundeonderwijs.’ Aldus prof. dr. Gerard van Koten, sinds 2003 voorzitter van de Stuurgroep Nieuwe Scheikunde. Joost van Kasteren

W

at was er mis met het scheikunde-onderwijs op de middelbare school? ‘Heel veel, maar wat precies, dat was nog niet helemaal duidelijk toen we begonnen met de Verkenningscommissie Scheikunde, de voorloper van de Stuurgroep. Toen het Ministerie van OC&W me vroeg om voorzitter te worden, heb ik gezegd, dat is goed. Maar dan wil ik wel eerst in kaart brengen wat de stakeholders ervan vinden, iedereen die bij het onderwijs betrokken is. Niet alleen de leraren scheikunde, maar ook anderen, zoals de KNCV, de VNCI, de lerarenopleiders bij universiteit en hbo en bij de vakdidactici. Ook zijn we naar scholen gegaan om met de leerlingen te praten. We hebben iedereen gevraagd wat ze vonden van het huidige scheikunde-onderwijs en hoe het eruit zou zien als zij het voor het zeggen hadden. De belangrijkste reactie was dat het scheikunde-onderwijs niet aansloot bij het hoge tempo van vernieuwing in natuurwetenschap en techniek en de doorwerking daarvan in de maatschappij.’ Alles goed en wel, maar onderwijs gaat toch om het aanleren van een aantal basisbeginselen en dito vaardigheden. Een redox-reactie blijft een redox-reactie en pipetteren moet je leren. ‘Dat klopt in zoverre dat je inderdaad een aantal concepten moet beheersen als je je havo- of vwo-examen

scheikunde wilt halen. Maar de context waarin die concepten worden aangeboden, moet volgens ons veel beter aansluiten op de ontwikkelingen in de samenleving. Wat wij gedaan hebben in ons rapport ‘Chemie tussen Context en Concept’ (2003) is die twee dingen uit elkaar halen. Om bij het voorbeeld van de redox-reactie te blijven: Een actuele ontwikkeling is dat een aantal bruggen in de Verenigde Staten zijn ingestort of dreigen in te storten vanwege jarenlang gebrek aan onderhoud. Het gaat vaak om stalen bruggen, waarvan de draagconstructie is doorgeroest. Als je jongeren laat vertrekken vanuit de actuele context van roestende stalen bruggen, komen ze uiteindelijk ook bij de redox-reactie uit. Dat is het concept dat ze moeten kennen voor hun eindexamen. Alleen nu hebben ze dat op zo’n manier voorgeschoteld gekregen, dat ze een verband kunnen leggen met een serieus probleem, namelijk corrosie en wat je eraan kunt doen om het te voorkomen.’ Moeten ze dan, bij wijze van spreken, voor een realistische context ook kunnen uitrekenen wat het draagvermogen van de brug is en hoever de pijlers kunnen roesten, zonder dat hij instort? ‘Precies. Een van de conclusies uit ons rapport indertijd, ‘Bouwen aan scheikunde’, was om meer samenhang aan te brengen tussen de vakken in de verschillende profielen. Bij scheie kunde gaat het dan om het profiel

26 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 26

24-9-2009 6:09:26


Interview

Gerard van Koten:

‘Goed onderwijs is een investering in innovatie’

september 2009 Chemie magazine 27

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 27

24-9-2009 6:09:27


Interview

‘We willen dat studenten kiezen voor een vervolgopleiding in de exacte wetenschappen‘

Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid. Samenhang en context sluiten ook aan bij het rapport ‘Talent voor tweede fase’ van de KNAW dat in 2003 is verschenen, waarin zoiets wordt bepleit met als nadrukkelijk doel mensen die een natuurwetenschappelijk profiel kiezen, te stimuleren om ook te kiezen voor een vervolgopleiding in de exacte wetenschappen. Niet alleen omdat ze het een mooi vak vinden, maar ook omdat ze een beetje gevoel hebben gekregen voor wat je met zo’n vak kunt doen.’

Loop je dan niet het gevaar dat het vak scheikunde zelf zijn samenhang verliest en een beetje als los zand aan elkaar hangt? ‘In ons rapport ‘Chemie tussen context en concept’ bepleiten we nadrukkelijk een samenhangende leerlijn scheikunde van de derde tot en met de vijfde klas havo en zesde klas vwo. Waarbij we overigens een duidelijk onderscheid maken tussen havo en vwo. Het vwo-onderwijs is meer gericht op innovatie, het omgaan met verandering, terwijl het havo-onderwijs meer is gericht op toepassing. De leerlijnen zijn opgebouwd uit modules. Zo’n module biedt de leerling de context, bijvoorbeeld het verhaal van de doorgeroeste bruggen om zijn interesse te wekken en bevat een of meer concepten, die hij moet kennen. De docent kent die concepten, maar de leerling moet – zoals gezegd - die zelf kunnen ontdekken. In dit geval zijn dat de redoxreactie en de potentiaalverschillen tussen verschillende metalen. De samenhang ontstaat door de modules in een bepaalde volgorde aan te bieden, zodat je een doorlo-

pende leerlijn krijgt van de derde naar de zesde klas. Momenteel ontwikkelen we een databank die de docent helpt bij het samenstellen van leerlijnen op basis van de beschikbare modules. De bedoeling is dat de docent zelf kiest voor een bepaalde leerlijn. Dat kan er een zijn die bijvoorbeeld sterk de nadruk legt op zelfwerkzaamheid van de leerling, maar hij kan ook kiezen voor een leerlijn, die veel strakker is vormgegeven. Waar hij voor kiest, hangt af van het type school en van het type leerling.’ Als ik het goed begrijp krijgt de leerling in de leerlijn dus impliciet alle concepten voorgeschoteld, die hij op het eindexamen moet kennen? ‘Meerdere malen zelfs, want het is de bedoeling dat in de leerlijn dezelfde concepten in verschillende contexten worden gepresenteerd, zodat de leerling leert schakelen tussen concept en context. En dat hij de concepten ook in een voor hem onbekende context weet te gebruiken. Als het goed is, heeft hij geleerd om zijn scheikundige kennis flexibel te gebruiken voor

28 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 28

24-9-2009 6:09:31


Interview

verschillende situaties. Op die manier bevorder je ook de samenhang tussen de vakken.’ Gaan we toe naar één vak science als vervanging van schei- en natuurkunde en biologie? ‘Nee, daar ben ik niet voor. Het is een vorm van verbreding die kan leiden tot vervlakking. Je kunt de concept-incontext benadering wel prima gebruiken om een verbinding te leggen tussen schei- en natuurkunde en biologie, maar dan liever door teams die uit verschillende disciplines bestaan. Wij hebben ervoor gepleit om er eerst voor te zorgen dat schei- en natuurkunde en biologie van zichzelf weer aantrekkelijk worden. Niet alleen door met verschillende contexten aan te sluiten bij de leefwereld van de jongeren, maar ook door gebruik van moderne ICT. Zo kun je bijvoorbeeld via de website 700 moleculen ruimtelijk bekijken. Je kunt ook een vakantiekracht spelen die een presentatie moet maken voor een bedrijfje dat spectroscopen levert.’ De VNCI heeft ook een aantal modules gemaakt. Kan dat wel, buitenstaanders die lessen maken? ‘Net als de universiteiten willen we ook de industrie betrekken bij het ontwikkelen van het nieuwe scheikundeonderwijs. Enerzijds omdat ze belang hebben bij een goede opleiding scheikunde. Anderzijds omdat de industrie bij uitstek een leverancier is van ‘context’, een actuele omgeving waar scheikunde wordt gebruikt. De modules worden overigens door leraren gemaakt, maar veel van de informatie wordt door de industrie aangeleverd om een zo realistisch mogelijke context te krijgen. We zijn daar erg blij mee. Inmiddels zijn er zes modules gemaakt met een industriële context en zijn er twee in ontwikkeling. Daarbij gaat het onder meer om modules over zelfherstellende materialen, het gebruik van melkzuur, nanocoatings en kunstmest.’ Nederland heeft ongeveer het laagste percentage bètastudenten van de geïndustrialiseerde landen. Veel mensen met scheikunde in hun profiel kiezen toch niet voor een bètastudie. Lossen we dat op met scheikunde nieuwe stijl? Van Koten: ‘Dat is inderdaad een groot probleem. De innovatiekracht van Nederland brokkelt af, omdat de BV Nederland zich onvoldoende reali-

‘De industrie levert een realistische context aan. We zijn daar erg blij mee’ seert dat de fundamenten voor ons innovatieve vermogen worden gelegd in het hoger en middelbaar onderwijs. Aan ons de taak om ervoor te zorgen dat jonge mensen ook daadwerkelijk kiezen voor bèta na de middelbare school. Dat doen we door enerzijds het scheikunde-onderwijs te vernieuwen, door leerlingen te prikkelen om zelfstandig over dingen na te denken en oplossingen te zoeken. Anderzijds door een betere aansluiting met universiteit en hbo. In het Sectorplan Scheikunde bijvoorbeeld, dat momenteel gestalte krijgt, is afgesproken dat de universiteiten gezamenlijk proberen om jaarlijks 800 nieuwe studenten binnen te halen. Tegelijkertijd zetten de universiteiten zich in voor de bij- en nascholing van docenten, bijvoorbeeld door ze parttime te laten meedraaien in het onderzoek.’

Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Als je louter zou kijken naar scheikunde kan ik me ook wel iets voorstellen bij de wens om het aantal opleidingen nog verder terug te schroeven, maar ik ben er geen voorstander van. De meeste universiteiten hebben inmiddels hun bètawetenschappen ondergebracht in één faculteit. Scheikunde vervult daarin een brugfunctie tussen enerzijds de natuurkunde en anderzijds de biologie. Daarnaast vervult scheikunde ook een brugfunctie tussen de bètafaculteit en de medische faculteit. Als je de scheikunde-opleiding op zou doeken, verlies je ook een belangrijke pijler onder de bètafaculteit. Afgezien daarvan zien we dat het aantal studenten weer stijgt, dus ook in dat opzicht hebben de opleidingen recht van bestaan. p

Moet je het aantal scheikunde-opleidingen niet verminderen om voldoende massa te krijgen? ‘In het Sectorplan Scheikunde wordt het aantal opleidingen al teruggebracht onder meer door samenvoegen van de opleidingen aan de Vrije

CV Gerard van Koten was tot twee jaar geleden hoogleraar Organische Synthese aan de Universiteit Utrecht. Als decaan stond hij aan de wieg van de Faculteit Bètawetenschappen, waarin de vroegere faculteiten Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Biologie, Farmaceutische Wetenschappen en Wiskunde en Informatica zijn verenigd. Momenteel is hij honorair universiteitshoogleraar in Utrecht en distinguished research professor aan de Universiteit van Cardiff (UK). Hij is auteur van een zeer groot aantal wetenschappelijke publicaties en octrooien. Was voorzitter van de Academiecommissie voor de Chemie van de KNAW en is tot 1 oktober aanstaande voorzitter van de KNCV. Wat betreft de vernieuwing van het scheikunde-onderwijs was hij voorzitter van de Verkenningscommissie (voorjaar 2002) en is hij voorzitter van de Stuurgroep Nieuwe Scheikunde.

september 2009 Chemie magazine 29

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 29

24-9-2009 6:09:34


Professor geeft college op Lowlands

Ruim 1500 feestgangers kwamen tijdens het Lowlands Festival op zijn lezing af. Ze hoorden Bert Meijer praten over onder meer het ontstaan van het leven op aarde. De hoogleraar macromoleculaire en organische chemie Bert Meijer van de Technische Universiteit Eindhoven leek even op een popster. Volgens een bericht in het universiteitsblad Cursor had de hoogleraar nog geen woord gezegd of klaterde er al een staande ovatie op hem neer. En ondanks het feit dat het merendeel van de feest-

gangers al een hele dag op Lowlands rondliepen, waren ze verbazingwekkend stil en vol aandacht toen Meijer met zijn verhaal begon. Na afloop is hij blij en opgelucht. ‘Het geeft me een heel bijzonder gevoel en ik ben er ook best trots op.’ Gaat hij vaker lezingen houden voor een breed publiek? ‘Jazeker - en andere TU/eonderzoekers zouden dat ook veel vaker moeten doen. Als wetenschapper is het je plicht om je kennis ook te delen met de maatschappij.’ p

FOTO: MA ARTEN SCHUTH / COOLPOLITICS

Like a popst

30 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 30

24-9-2009 6:09:34


Uitgelicht

ar

september 2009 Chemie magazine 31

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 31

24-9-2009 6:09:36


Chemisch Magazine 5_XL.pdf 32

24-9-2009 6:09:37


Opinie

Employability-onderzoek legt vinger op de zere plekken

Verjongingskuur geen overbodige luxe De komende vijf jaar stroomt er veel personeel uit in de chemische en procesindustrie. Bovendien neemt de inzetbaarheid van medewerkers met rasse schreden af door seniorendagen en ziekte. Er zijn nu concrete acties nodig om het tij te keren. Als eerste stap daartoe worden regionale bijeenkomsten georganiseerd om met betrokken partijen tot afspraken te komen.

D

e Regiegroep Chemie startte vorige jaar met de Roadmap Human Capital Chemie. Een onderdeel daarvan is het onderzoek ‘Employability in de chemie’ om beter inzicht te krijgen in de personeelssamenstelling bij bedrijven in de chemische industrie. Het gaat daarbij om vragen als: Wat is de huidige samenstelling, hoe manifesteren vergrijzing en ontgroening zich de komende jaren, welke knelpunten ontstaan er en hoe kunnen bedrijven zichzelf daarop voorbereiden? Het onderzoek toont aan dat er, ondanks de recessie, grote tekorten aan voldoende gekwalificeerd personeel aan het ontstaan zijn. Deze tekorten worden nog eens verder vergroot door de dalende belangstelling bij jongeren voor een opleiding in de chemie en de, wegens de recessie ontstane, uitstroom van personeel naar andere sectoren. Kortom, de chemische sector moet vraag en aanbod beter in balans brengen.

duizend werknemers (tien procent van het totaal aantal werkenden in de chemie) zijn representatief voor de sector. Er is een evenredige vertegenwoordiging naar bedrijfsgrootte en geografische spreiding. In de analyse zijn alle voorkomende functies binnen de bedrijven betrokken. Opvallend was dat er buitengewoon veel verschillende functietitels worden toegepast: meer dan 2100! Op iedere vier medewerkers één functiebenaming. Gezien dat grote aantal zijn de resultaten van dit onderzoek niet naar functies uitgesplitst. Daarnaast was er ook sprake van een grote diversiteit in benamingen voor afdelingen (880). Deze zijn genormaliseerd

tot 11 afdelingen zodat de resultaten wel op afdelingsniveau weergegeven kunnen worden. Van de bijna 8000 werknemers is slechts 16% vrouw. 17% jonger dan 35 jaar, ruim de helft is 35 tot 50 jaar en 31% is ouder dan 50 jaar. De gemiddelde leeftijd bedraagt 45 jaar (zie figuur 1). De leeftijdsopbouw verschilt in behoorlijke mate tussen de bedrijven. Sommige bedrijven laten een bolvorm zien; de middencategorie is bij hen het sterkst vertegenwoordigd, de jongeren en ouderen in duidelijk mindere mate. Bij andere bedrijven zien we een omgekeerde piramidevorm, wat overduidelijk duidt op vergrijzing; hoe

Leeftijdpiramide totaal Van de bijna 8000 werknemers is 60-65 55-60

Verschillende functietitels

50-55

VAPRO heeft in het Employabilityproject de gegevens van 7953 werknemers (chemie en procesindustrie) geanalyseerd en gevisualiseerd. VAPRO gebruikt daarvoor Magnaview (zie kader volgende pagina). Vervolgens is een benchmarkonderzoek uitgevoerd. Op deze manier ontstaat een duidelijker beeld van de employability binnen de sector. De kleine acht-

45-50 40-45 35-40 30-35 25-30 20-25

261 990 1160 1639 1493 1022 715 490 182

Figuur 1 september 2009 Chemie magazine 33

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 33

24-9-2009 6:09:44


BRON: PROCESSIONAL, SEPTEMBER 2009

Leeftijdopbouw mannen en vrouwen 60

246

60

15

55

894

55

96

50

1025

50

135

ouder de leeftijdscategorie, hoe sterker in aantal vertegenwoordigd. Hoewel de leeftijdpiramiden per bedrijf ink verschillen, zien we wel dat de ontgroening en vergrijzing in de chemie een onontkoombaar feit is.

45

1452

45

187

40

1240

40

253

35

769

35

253

30

526

30

189

25

364

25

126

Dag- en ploegendienst

20

148

20

Vergrijzing treedt sterker op bij mannen dan bij vrouwen (zie ďŹ guur 3). Er is relatief meer aanwas onder jonge vrouwen dan onder jonge mannen. Het mbo-opleidingsniveau is het meest vertegenwoordigd. Ten aanzien van het opleidingsniveau zien we veel verschillen tussen de bedrijven. Opvallend is de verdeling van medewerkers over de verschillende typen roosters. 52% van de medewerkers werkt in dagdienst (zie ďŹ guur 4). Als er een ploegendienst is, dan is de 5-ploegendienst de meest voorkomende. Deze dienst is al jaren favoriet bij de chemische bedrijven en hun medewerkers. De vraag is echter in hoeverre deze dienst voldoende ruimte laat voor het aantrekken van doelgroepen die gebaat zijn bij een exibel rooster. Denk hierbij aan vrouwen in het algemeen en mannen die een vaste dag vrij willen hebben met het oog op een betere werk-privĂŠbalans. Het is voor deze bedrijven te

Man: 6664 ďŹ guur 3

Diensttijdpiramide

VAPRO organiseert dit najaar een aantal bijeenkomsten om de resultaten en de stand van zaken in uw regio te bespreken. Voor deze bijeenkomsten zullen ook scholen en UWV’s uitgenodigd worden. Door gezamenlijk concrete acties op te zetten, willen we tot een regionale maatwerkaanpak komen om goed voorbereid de toekomst in te gaan. De regionale bijeenkomsten zijn als volgt gepland: ä Ä° QRYHPEHU YRRU /LPEXUJ HQ =XLGRRVW %UDEDQW ä ÄŽÄ­ QRYHPEHU YRRU =XLG +ROODQG =HHODQG HQ =XLGZHVW %UDEDQW ä ÄŽÄ´ QRYHPEHU YRRU *URQLQJHQ )ULHVODQG HQ Drenthe ä ÄŻÄą QRYHPEHU YRRU 2YHULMVVHO HQ *HOGHUODQG ä ÄŽ GHFHPEHU YRRU 1RRUG +ROODQG )OHYRODQG HQ Utrecht. Opgeven voor deze bijeenkomsten is mogelijk via een mail aan marcom@vapro-ovp.com onder vermelding van de door u gewenste datum. Meer informatie over de locaties volgt.

3227

> 20 18-20

581

16-18

316

14-16

131

12-14

261

10-12

321

8-10

477

6-8

647

4-6

329

2-4

482

0-2

1150

Figuur 5

overwegen om de mogelijkheden tot exibel roosteren te verkennen.

Medewerkers zeer loyaal

Van elkaar leren en met elkaar verder komen: regionale bijeenkomsten

34 Vrouw: 1288

De medewerkers in de chemische industrie zijn zeer trouw, het gemiddelde dienstverband is 17 jaar. 40% is zelfs langer dan 20 jaar in dienst, zie ďŹ guur 5. Blijkbaar weet de chemische industrie mensen aan zich te binden. Daar staat echter tegenover dat lange dienstverbanden de doorstroom binnen een bedrijf kunnen belemmeren. Wanneer medewerkers lang op ĂŠĂŠn en dezelfde plek zitten, kan dat ten koste gaan van hun exibiliteit en vitaliteit. Er loert het gevaar van veroudering van competenties en verminderde inzetbaarheid. We zien in ďŹ guur 5 dat er de afgelopen twee jaar veel nieuwe instroom heeft plaatsgevonden. Een van de redenen die bedrijven hiervoor aangeven is de verwachte uitstroom als gevolg van de vergrijzing in de komende jaren en de toen nog groeiende economie. Daarentegen zijn er in de periode 2 tot 6 jaar geleden minder mensen aangenomen. Net voor de recessie van 2008 zien we een groeiende behoefte aan nieuwe instroom. Onder de medewerkers die maximaal 2 jaar in dienst zijn, bevinden zich zowel jongeren als ouderen. Ruim een derde is jonger

dan 30 jaar. Maar er is ook ruimte geweest voor nieuw personeel met een ruime ervaring, eveneens een derde van de nieuwe medewerkers is ouder dan 45 jaar. Er is een golfbeweging zichtbaar in de verhouding dienstverband en leeftijd. De jaren dat veel medewerkers aangenomen werden tekenen zich duidelijk af, evenals de jaren dat het met de groei wat minder ging.

De toekomst Tot 2014 stroomt – op basis van een pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar – 12% van het huidige personeelsbestand uit. Over de verschillende afdelingen heen is een wisselend beeld te zien. Binnen productieafdelingen stroomt de komende 5 jaar 8% van de medewerkers uit en binnen de laboratoriumafdelingen 4%. Echte uitschieters zien we bij afdelingen als R&D (13%), onderhoud (17%) en technologie (20%). Momenteel is wel de trend zichtbaar dat steeds meer bedrijven de pensioenleeftijd voor nieuwe instroom verhogen in een poging de uitstroom beter te beheersen.

Verminderde beschikbaarheid Bedrijven met oudere werknemers moeten ook rekening houden met

34 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 34

24-9-2009 6:09:45


Overige: 4154

ploegendienst: 262 ploegendienst: 262

ziekte- en seniorendagen. Vooral medewerkers bij kleine en middelgrote bedrijven hebben recht op seniorendagen. Daarnaast zien we dat er medewerkers willen doorstromen naar een staffunctie omdat zij fysiek de ploegendienst niet meer aankunnen. In de praktijk zijn er niet veel dagdienstfuncties die een goede doorstroommogelijkheid vormen. Deze verminderde beschikbaarheid is een eyeopener voor veel bedrijven. Van de 88% aan personeel dat er nog is in 2014, is in totaal maar liefst 490 fte (dat wil zeggen 6%) niet beschikbaar als gevolg van ziekte en/of seniorendagen! Gevolg: het werk moet verzet worden door een kleinere groep medewerkers. Kortom: het (tijdig) aantrekken van nieuw gekwalificeerd personeel is cruciaal om het personeelsbestand op peil te brengen én te houden.

ploegendienst: 4154

Bedrijven geven aan dat ze wel met levensfasebewust personeelsbeleid willen starten. Helaas worden ze te snel weer in beslag genomen door de dagelijkse prioriteiten. Daarnaast werd duidelijk dat het onderwerp vooral leeft binnen HRM. HR-managers hebben moeite om concrete acties voor levensfasebewust personeelsbeleid op de MT-agenda te krijgen.

ploegendienst: 1945

Figuur 4

De volgende stap

/HYHQVIDVHEHZXVW

Tijdens de terugkoppeling van de onderzoeksresultaten blijkt dat de bedrijven zichzelf herkennen in deze cijfers. Ze zijn van plan deze analyse te gaan gebruiken om bij OR, directie, MT en medewerkers het bewustzijn te vergroten. Sommige bedrijven waren een stap verder. Voor hen waren de resultaten een bevestiging dat ze al goed bezig waren en dat de ingeslagen weg goed paste bij de knelpunten die werden aangegeven.

De meerderheid van de bedrijven geeft aan bezig te zijn met levensfasebewust personeelsbeleid. In de meeste gevallen betreft dit vooral een oriëntatie. De stap tot een beleidsplan is nagenoeg door geen enkel bedrijf gemaakt.

Het vastleggen van competenties is een essentiële stap, zowel voor functies als voor de medewerkers. Op deze manier wordt de inzetbaarheid van medewerkers duidelijk, maar ook welke gaps medewerkers nog hebben.

Bovendien kunnen bedrijven nagaan welke competenties verdwijnen als gevolg van uitstroom. Daarnaast is het kwalitatief maken van de analyse van belang. Wat heeft het ouder worden voor effect op het fit houden van je mensen, bijvoorbeeld bij ploegendiensten? Hoe zorg je ervoor dat kritische know-how wordt geborgd of overgedragen? Al deze gegevens kunnen bedrijven vervolgens aanwenden om de inzetbaarheid van personeel op korte en lange termijn aan te laten sluiten op de gewenste kwantitatieve en kwalitatieve bezetting.p

Magnaview

Diensttijd versus leeftijd Gemiddelde leeftijd in 2009: 45 Gemiddeld diensttijd in 2009: 17

>20 18-20 16-18 14-16 12-14 10-12 8-10 6-8 4-6 2-4 0-2 20-25

25-30

30-35

35-40

40-45

45-50

50-55

55-60

60-65

Magnaview is een tool die door VAPRO onder andere gebruikt wordt voor het analyseren van personeelsbestanden. De tool stelt je in staat om verschillende scenario’s voor de verandering in samenstelling van een personeelsbestand op korte en lange termijn door te UHNHQHQ %LQQHQ GH]H scenario’s kunnen de effecten van veranderingen in bijvoorbeeld pensioenleeftijd, seniorendagen, lengte dienstverband, maar ook ontslag of het vervallen van functies, worden gesimuleerd. Men krijgt zo inzicht in de invloed op de vervangingsvraag, inzetbaarheid en productiviteit.

Figuur 6 september 2009 Chemie magazine 35

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 35

24-9-2009 6:09:45


Dagelijks komen we drijfgassen tegen. In de cosmetische hoek, de voedingsmiddelenindustrie en ook in de chemische industrie. Linde Gas produceert o.a. lachgas, wat ook gebruikt wordt als drijfgas voor bijvoorbeeld slagroom. Op de volgende pagina meer over dit niet reactieve gas...

36 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 36

24-9-2009 6:09:45


In beeld

Om uw vingers bij af te likken juli/augustus 2009 Chemie magazine 37

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 37

24-9-2009 6:09:47


1

Foto 1: Foto 2: Foto 3: Foto 4: Foto 5: Foto 6:

Analyseruimte van het productieproces voor lachgas Regeling en conditionering van gas voor analyse Vullen van tankauto Vervoer per tankcontainer naar vulstation voor cilinders Vullen van cilinders lachgas Kwaliteitsanalyse van gevulde cilinder

2 3

38 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 38

24-9-2009 6:09:50


In beeld

4

Koolzuurgas wordt ook vaak gebruikt als drijfgas, maar heeft de eigenschap dat het deels oplost in water

6

5 juli/augustus 2009 Chemie magazine 39

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 39

24-9-2009 6:09:53


Draaiboeken klaar, preventiemaatregelen van kracht

We zijn voorbereid De kritische bedrijfsprocessen zijn in kaart gebracht, er liggen draaiboeken voor uitval van grote aantallen medewerkers en er zijn allerlei preventiemaatregelen van kracht. Dat blijkt uit een telefonische rondgang langs chemische bedrijven die onderdeel zijn van de vitale infrastructuur in Nederland. Esther Rasenberg

S

zijn dus geen absolute getallen meer bekend over het aantal grieppatiënten. Volgens het RIVM zijn er op 27 augustus twee patiënten overleden en 52 patiënten opgenomen in het ziekenhuis. Het merendeel van deze patiënten lijdt ook aan een andere aandoening.

Domino-effect De ernst van de pandemie lijkt begin september dus mee te vallen, maar er wordt nog altijd gevreesd dat de omvang van de pandemie groot zal zijn. Ook is niet bekend of het virus in de loop der tijd een agressievere variant zal ontwikkelen. De H1NI-virussen staan erom bekend dat ze snel kunnen muteren. Bij de Mexicaanse grens met de VS is onlangs al een variant van het virus aangetroffen die resistent blijkt voor de virusremmer Tamiflu. Om die reden wordt de virusremmer in Nederland alleen door de huisarts voorgeschreven als het echt nodig is. Uit onderzoek van adviesbureau Deloitte onder 65 grote bedrijven blijkt dat bijna de helft (45 procent) van de grote Nederlandse bedrijven nog steeds rekening houdt met een omzetdaling van 3,5 procent. Hoever zijn de vitale chemische bedrijven met hun voorbereidingen op de pandemie? Eduard van der Wilt inventariseerde het, op verzoek van de

FOTO: ANP

inds april heeft het virus Nieuwe Influenza A (H1N1), in de volksmond de Mexicaanse griep, zich in snel tempo over de wereld verspreid. In juni sprak de World Health Organisation (WHO) van een pandemie en een maand later meldde de organisatie dat het aantal besmettingen niet meer bij te houden was. Gevreesd werd dat het virus dodelijk was en vele slachtoffers zou maken. In het ernstigste scenario telt Nederland 5 miljoen zieken, 80.000 doden en is er grote economische schade. Geschat werd dat 30 tot 50 procent van de werkende bevolking zou uitvallen. Basisvoorzieningen voor de hele bevolking zouden in gevaar komen. Alle organisaties moesten zich daarom goed voorbereiden op de pandemie. Instellingen, overheid en bedrijfsleven werkten deze zomer hard aan allerlei noodplannen. Minister Ab Klink nam geen enkel risico en kocht vaccins en virusremmers in voor alle Nederlanders. Begin augustus werd het gevreesde virus door het RIVM gedevalueerd tot een gewone seizoensgriep en half augustus werd de meldingsplicht voor Nieuwe Influenza A (H1N1) aangepast. Nu worden alleen nog patiënten geregistreerd die in het ziekenhuis zijn opgenomen en patiënten die aan de griep zijn overleden. Er

40 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 40

24-9-2009 6:09:57


Kennis en ervaring

op pandemie

september 2009 Chemie magazine 41

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 41

24-9-2009 6:09:58


Commissie Vitale Infrastructuur. Hij is bij de VNCI verantwoordelijk voor Energie & Klimaat, Veiligheid, Gezondheid & Milieu. In totaal maken 25 VNCI-lidbedrijven deel uit van de vitale infrastructuur. Hieronder vallen ook energie- en drinkwaterwaterbedrijven, telecommunicatie, voedselvoorziening, gezondheidszorg, financiële infrastructuur, rechtsorde, openbaar bestuur, transport en nucleaire industrie. Alle vitale sectoren zijn in meer of mindere mate van elkaar afhankelijk. Als één product of dienst uitvalt, kan dit een domino-effect hebben op de andere sectoren.

Terrorisme Van der Wilt: ‘Het blijkt dat alle bedrij-

businesscontinuïteit mocht er 10, 30 of 50 procent van de medewerkers uitvallen. We inventariseren bij onze mensen of we in plaats van in drie ploegen van acht uur kunnen werken met bijvoorbeeld twee ploegen van twaalf uur. Ook andere aangepaste roosters worden besproken. Of en wanneer een dergelijke dienst in werking treedt, beslist het crisisteam aan de hand van het aantal ziekmeldingen. Het doel van de maatregelen is voor ons het op een veilige manier in stand houden van de productie. Op het gebied van onderhoud kunnen we prioriteiten stellen. Niet alles hoeft per se meteen te gebeuren. Verder hebben we onderzocht welk product het best misbaar is, als we de fabriek onverhoopt toch moeten stoppen.’ Ook is er bij Hexion aandacht voor preventie en de behandeling van griep. ‘We hebben er deze zomer over gedacht om een eigen voorraad vaccins en virusremmers aan te leggen. Dat bleek niet nodig omdat minister Klink heeft gezorgd voor voldoende vaccins en virusremmers voor iedereen. De overheid raadt het aanleggen van een eigen voorraad bovendien af en daar houden wij ons aan. Overigens is het niet zo dat medewerkers van

FOTO: ANP

‘Bij de eerste griepmelding kan het team meteen aan de slag’

ven zich voorbereiden op de pandemie. In grote organisaties zijn speciale teams samengesteld en kleinere organisaties coördineren de activiteiten vanuit het managementteam. Een aantal bedrijven gebruikt de handleiding van de overheid als richtlijn. Andere bedrijven brengen zelf hun bedrijfskritische processen in kaart. Van der Wilt legt uit dat de grote aandacht voor de gevolgen van een pandemie is ontstaan vanuit terrorismedreiging. In 2007 is het Nationaal Adviescentrum Vitale Infrastructuren (NAVI) opgericht en daaruit vloeide overleg tussen vitale sectoren voort. ‘Na verloop van tijd is ook onder de loep genomen wat de consequenties zouden zijn van een pandemie. Dat heeft geleid tot allerlei noodplannen en die zijn nu dus in het kader van de Mexicaanse griep in werking gesteld. Als straks de griep inderdaad blijkt mee te vallen, hebben we in elk geval kunnen nagaan of alle processen werken.’ Ook Ton Heemskerk van Hexion is als Senior Regional EHS-manager blij met alle aandacht voor de maatregelen: ‘Ik vind eigenlijk dat elk bedrijf noodplannen op de plank moet hebben. Wij kijken hierbij serieus naar de

42 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 42

24-9-2009 6:10:00


Kennis en ervaring

Ver-van-mijn-bed-show ‘Better safe than sorry’, zegt Jos van Damme van Yara. ‘In eerste instantie lijkt het misschien flauwekul, maar we zijn toch liever goed voorbereid. Wij zijn bezig met een draaiboek en we hebben een algemene mededeling aan onze medewerkers verstuurd. We weten inmiddels dat we met een bezetting van 60 procent veilig kunnen blijven produceren. Met een efficiënte indeling en het aanpassen van de ploegendiensten kunnen we, indien nodig, de chemische installaties draaiend houden. Vooralsnog is bij ons het crisisteam niet actief, maar zodra we de eerste griepmelding krijgen gaat het team aan de slag.’ ‘ExxonMobil beschikt wereldwijd al sinds 2007 over draaiboeken voor een pandemie’, vertelt Ton Jeen Benelux Environmental Advisor ExxonMobil. ‘In het kader van de Mexicaanse griep zijn die draaiboeken uit de kast gehaald en hebben we de scenario’s aan de hand van actuele informatie en ontwikkelingen geconcretiseerd. Wat mij opvalt is dat medewerkers zich nu veel beter dan in 2007 kunnen voorstellen wat een pandemie kan betekenen. Twee jaar geleden was het voor veel mensen echt een vervan-mijn-bed-show. Wij hebben destijds gedetailleerde procedures uitgewerkt voor het omgaan met een pandemie. Wij onderscheiden drie verschillende alarmfasen waarbij een eigen pakket maatregelen hoort. De eerste fase is die van voorbereiding. Bij een toename van het aantal ziektegevallen kunnen we opschalen naar ‘hot standby’. Het laatste stadium is de ‘critical operations fase’. In die fase beperken we onder meer het aantal bezoekers en kunnen wij besluiten bepaalde afdelingen van huis uit te laten werken. Met de huidige ICT-

infrastructuur is dat een optie geworden. Ook is in die fase coördinatie met de overheid middels verenigingen als de VNCI van groot belang. De brancheverenigingen kunnen zorgen voor afstemming met de overheid over het beleid en de te nemen maatregelen. Het is belangrijk dat de overheid en het bedrijfsleven elkaar aanvullen en dat niet de één linksaf en de ander rechtsaf gaat. Onze president-directeur bepaalt op dit moment aan de hand van wekelijkse rapportages over de Mexicaanse griep of opschalen nodig is. Bij ExxonMobil in Mexico heeft deze zomer een dergelijke opschaling plaatsgevonden.’

In goede conditie Ton Jeen vervolgt: ‘In het kader van de vitale infrastructuur is er in de afgelopen jaren overleg geweest met andere sectoren. We moeten er voor onze productie natuurlijk wel van op aan kunnen dat water, elektriciteit en alle benodigde chemicaliën geleverd blijven worden. Als dat niet zo is, valt ons hele draaiboek in duigen. Het is overigens heel belangrijk om de verantwoordelijkheid voor de noodplannen in de organisatie zelf neer te leggen. Zo pakken alle bedrijfsonderdelen de plannen actief op. Preventie en maatregelen behelzen daarmee meer dan een theoretische ‘act of preparation.’’ Occupational Health Advisor Jan Sije Huismans van AkzoNobel Industrial Chemicals houdt zich bezig met het uitrollen van de preventiemaatregelen op meerdere locaties. ‘Wij hebben onze bedrijven opdracht gegeven om plannen te maken om zich voor te bereiden op een pandemie. Voor ons is het van groot belang onze processen op een veilige en verantwoorde manier draaiend te kunnen houden. Onderdeel van de voorbereiding is een voorlichtingscampagne voor onze medewerkers. Daarin benadrukken we bijvoorbeeld dat mensen ervoor moeten zorgen dat ze in goede conditie zijn. Daarnaast vragen we natuurlijk ook aandacht voor alle hygiënemaatregelen, zoals handen wassen,

FOTO: SHUTTERSTOCK

‘vitale’ bedrijven eerder kunnen beschikken over de vaccins. Preventie en behandeling van patiënten komt bij ons overeen met de algemene richtlijnen’, aldus Heemskerk.

het gebruiken van papieren handdoekjes en niezen in papieren zakdoekjes. Medewerkers met meer dan 38,5 graden koorts adviseren we thuis te blijven. Overigens zijn de plannen die wij hebben ontwikkeld in principe toepasbaar voor elke pandemie’, besluit Huismans. Het lijkt er dus op dat de Mexicaanse griep instellingen, bedrijven en overheid heeft wakker geschud. Het milde virus heeft geleid tot een generale repetitie voor een serieuze pandemie. Daardoor zou het weleens onze redder in nood kunnen blijken. p Meer informatie: www.grieppandemie.nl

Belangrijkste maatregelen ä SUHYHQWLHPDDWUHJHOHQ ä FRPPXQLFDWLH QDDU PHGHZHUNHUV ä EHGULMIVNULWLVFKH SURFHVVHQ LQ NDDUW ä DDQJHSDVWH EH]HWWLQJ XLWJHZHUNW ä LQYHQWDULVDWLH QRRG]DNHOLMNH SURGXFWLH ä YHUDQWZRRUGHOLMNKHGHQ LQ RUJDQLVDWLH YHUGHHOG ä GUDDLERHN EHKDQGHOLQJ ]LHNH FROOHJDÝV september 2009 Chemie magazine 43

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 43

24-9-2009 6:10:02


Bot van afbreekbaar hars

Perfect Copy H

INFOGRAPHIC: ANDRIES HOF, IDIOMORF INFOGRAPHICS

ars dat het lichaam zelf afbreekt. Dat ontwikkelden Ferry Melchels en Dirk Grijpma van de onderzoeksgroep Polymeerchemie en Biomaterialen van de Universiteit Twente. Met het nieuwe type hars kunnen belangrijke lichaamsdelen exact en precies passend nagemaakt worden. Het werkt als volgt: in het ziekenhuis maakt de arts een CT-scan van bijvoorbeeld een complexe breuk. Vervolgens bewerkt een collega de foto met de computer tot een ontwerp voor een implantaat. De vloeibare kunsthars hardt uit waar deze belicht wordt; zo ontstaat een precies passend implantaat. Het niet belichte - dus niet uitgeharde - deel van de hars wordt uitgewassen. Na het zaaien van botcellen of stamcellen in het poreuze implantaat wordt deze in het lichaam gezet. Na verloop van tijd breekt het lichaam het implantaat af, terwijl de cellen nieuw bot aanmaken.p

44 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 44

24-9-2009 6:10:03


Infographic

september 2009 Chemie magazine 45

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 45

24-9-2009 6:10:03


46 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 46

24-9-2009 6:10:06


Opinie

Geert Bonte van SABIC:

‘Concurreren op basis van kwaliteit’ In de komende jaren komen in het Midden-Oosten en elders in de wereld een groot aantal nieuwe petrochemische fabrieken in bedrijf. Vanwege de lagere grondstofkosten, schaalgrootte en moderne technologie zullen de kostprijzen van de producten uit die fabrieken, zoals polyetheen en polypropeen, beduidend lager zijn in Europa. Wat betekent dat voor de toekomst van SABIC in Geleen? Geert Bonte, Director Site Improvements van SABIC, maakt zich daar geen al te grote zorgen over. Erik te Roller

et ene type polyetheen is het andere niet. Dat geldt ook voor polypropeen. Wij richten ons al enige jaren op het ontwikkelen van types met een hoge toegevoegde waarde en proberen die uiteraard zo goedkoop mogelijk te maken. Het ontwikkelen van die types en de toepassingen ervan vergt zo veel tijd, kennis en samenwerking met de klant, dat de drempel om tot deze markt toe te treden erg hoog is. Anderen kunnen deze producten dus niet zomaar kopiëren. Met dit soort producten concurreren wij niet alleen op kosten, maar ook op kwaliteit. Daarom verwachten we onze positie in Geleen de komende jaren te kunnen handhaven.’ Hij noemt copol-PP als voorbeeld van een hoogwaardige productlijn. Dit polymeer bestaat uit een molecuulnetwerk (homopolymere matrix) van gewoon polypropeen, waarin rubberachtige bolletjes zijn ingebouwd van een copolymeer van etheen en propeen. ‘We kunnen spelen met molecu-

‘H

laire eigenschappen, zoals de ketenlengte van polypropeen en ook die van het copolymeer, de verhouding van het copolymeer in het polypropeen, de verhouding van etheen en propeen in het copolymeer, etcetera. Op die manier controleren we de mechanische eigenschappen, waaronder stijfheid en slagvastheid. Van dit materiaal worden bijvoorbeeld op grote schaal autobumpers gemaakt. Door tegelijk het aantal bolletjes en de grootte ervan te variëren kunnen we ook de secundaire eigenschappen van de kunststof beïnvloeden, zoals transparantie, textuur, geur en smaak, terwijl we blijven opletten dat het polymeer goed verwerkbaar blijft. ‘Neem bijvoorbeeld de doorzichtige drinkbeker. (zie foto, red.) Die is gemaakt van een type copol-PP met als merknaam Clearpact® dat transparant is, doordat de bolletjes vrij klein zijn. Bij grotere bolletjes is de kunststof niet meer transparant, maar mat of ondoorzichtig. Dit materiaal is e september 2009 Chemie magazine 47

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 47

24-9-2009 6:10:08


Bij voedsel komen daar nog strenge eisen voor de geur en smaak bij behalve transparant ook nog slagvast, waardoor de beker niet meteen barst als het een keer valt’, aldus Bonte.

Hogere winst SABIC maakt in Geleen naar verhouding veel polypropeen copolymeren en richt zich minder op de grote volumes van eenduidig polypropeen (homopolymeren) voor tapijt- of textiel toepassingen of voor verpakkingsfolies voor levensmiddelen en bloemen. ‘We maken tientallen verschillende types van deze copolymeren en kunnen in ons continuproces met geavanceerde procescontrole tussentijds overschakelen van het ene product op het andere met een minimum verlies aan materiaal door off-spec-productie en met een grote mate van reproduceerbaarheid van de producteigenschappen’, legt Bonte uit. Ook is SABIC al jaren specialist in het maken van dunne polyetheen coatings voor kartonnen pakken voor melk- en fruitsappen, en ook voor fotopapier. Bonte: ‘Onze klanten brengen op banen van karton of aluminium een zeer dunne laag polyetheen van ongeveer 10 micron aan en dat gebeurt bij snelheden van enkele honderden meters per minuut. Daarbij is het zaak dat de coating overal even dik wordt aangebracht ook aan de randen van de banen. Dat stelt natuurlijk hoge eisen aan de verwerkbaarheid van de polyetheen. Hoe sneller verwerkbaar, des te hoger de productiviteit per machine en de winst voor onze klanten. Ook hier zijn de secundaire eigenschappen, zoals optiek voor bijvoorbeeld de coating van fotopapier en organoleptiek, oftewel smaak en geur voor voedseltoepassingen, van eminent belang. Die combinatie van eigenschappen maakt onze producten vaak uniek.’

Heilige graal SABIC maakt dit speciale type polyetheen in continu doorstroomde geroerde reactoren die al sinds de jaren vijftig in gebruik zijn en over enkele jaren aan vervanging toe zijn.

‘We brengen de productie dan over naar buisreactoren, waarmee we grootschaliger kunnen opereren. Dat lijkt simpel maar is nog nooit eerder vertoont. De technologie die we daarvoor hebben ontwikkeld, is een soort heilige graal binnen de polyethyleenwereld. Daarom hebben we alle vindingen ook goed geoctrooieerd. We zijn inmiddels uit de pilotfase. Onze klanten proberen de polyetheen nu uit op hun productielijnen. Het is nog geen gelopen race, maar we hebben er hoge verwachtingen van. Het gaat in dit geval om hetzelfde product, maar gemaakt met een andere technologie. Dat maakt onderdeel uit van onze strategie: hoe kunnen met bestaande installaties nieuwe producten maken en hoe kunnen we de processen zo aanpassen dat we aantrekkelijke bestaande producten op grotere schaal kunnen maken tegen lagere kosten? Bij onze groei gaat het overigens niet enkel om volume, maar ook om differentiatie in kwaliteit’, verklaart Bonte.

Strenge eisen SABIC levert een ander hoogwaardig polyethyleen voor verpakkingen van klein (melkflessen) tot groot (bulkcontainers). Het bedrijf bepaalt de eigenschappen en de verwerkbaarheid van het polyetheen door te spelen met het molecuulgewicht (ketenlengte), de moleculaire gewichtsverdeling (variatie in ketenlengtes) en de concentratie en het type van de co-monomeren. Bij grote containers komt het erop aan dat de wand overal even dik en dus sterk is. Dan is er geen extra polymeer nodig om de wand op bepaalde plaatsen op dikte te brengen en kan dus met een minimale hoeveelheid polymeer worden volstaan. Om dat te bereiken maakt SABIC een polyetheen met een mix van zeer lange en korte moleculen. De lange moleculen omstrengelen elkaar en zorgen ervoor dat het gesmolten polymeer tijdens de extrusiegang niet gaat uitzakken onder invloed van de zwaartekracht. De korte moleculen zorgen weer voor de ‘smeerwerking’ waardoor het polymeer gemakkelijk verwerkbaar blijft. Bij voedseltoepassingen komt daar nog bij dat het materiaal moet voldoen aan strenge eisen voor de geur en smaak.

Fundamenteel onderzoek Bij sommige van deze ontwikkelingen heeft SABIC dankbaar gebruik gemaakt van het pre-competitieve onderzoek van het Dutch Polymer Institute, het Nederlandse topinstituut op het gebied van kunststoffen. Bij het instituut ontwikkelen wetenschappers experimentele, zogenoemde computationele en analytische technieken voor het bepalen van de ruimtelijke oriëntatie (architectuur) van de moleculen. Ook doen ze fundamenteel onderzoek naar relatie tussen moleculaire ruimtelijke oriëntatie en allerhande eigenschappen, waaronder viscositeit, slagvastheid, stijfheid, krasvastheid, transparantie, smaak en geur. ‘Van dit soort fundamentele kennis maken wij weer gebruik in onze R&D-afdeling, waar ongeveer 100 mensen werken aan het ontwikkelen van nieuwe producten. Ook werken we in toenemende mate samen met SABIC IP in Bergen op Zoom bij het ontwikkelen en verkopen van producten, met name voor de automobielindustrie’, aldus Bonte. p

48 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 48

24-9-2009 6:10:08


Maatschappij

Zorgvuldig berekenen voorlopig onmogelijk

Minder proefdieren of juist meer?

De Europese wet- en regelgeving op stoffengebied REACH bevat een groot aantal voorzieningen om proefdiergebruik te verminderen. Is dat haalbaar? En om hoeveel proefdieren gaat het eigenlijk? Zolang onduidelijk is hoeveel informatie over stoffen bekend is, zijn exacte berekeningen lastig. Adriaan van Hooijdonk

september 2009 Chemie magazine 49

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 49

24-9-2009 6:10:08


e discussie over de toename van het gebruik van proefdieren om chemische stoffen te testen in verband met REACH laaide onlangs weer op. De oorzaak: een publicatie in het tijdschrift Nature. Volgens de Duitse toxicoloog Thomas Hartung en de Italiaanse chemicus Constanza Rovida zijn er voor REACH minimaal 54 miljoen proefdieren nodig. Volgens hen kost het project daarom 9,5 miljard euro aan onderzoeksgeld. De auteurs baseren deze berekeningen onder meer op de hoeveelheid preregistraties van chemische stoffen die vorig jaar bij het Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in Helsinki werden ingediend. In eerste instantie werd volgens hen rekening gehouden met 27.000 bedrijven die 180.000 preregistraties voor 29.000 stoffen zouden aanleveren. Uiteindelijk werden het ruim 65.000 bedrijven die meer dan 2,7 miljoen preregistraties indienden voor 140.000 stoffen. Hartung en Rovida gaan ervan uit dat er in totaal 68.000 stoffen geregistreerd zullen worden. Daarvan vallen er 6300 in een categorie waarvoor uitgebreide testen noodzakelijk zijn. Zogeheten multigeneratietesten, waarbij het effect van chemische stoffen op het nageslacht van onder meer ratten wordt getest, zorgen er vervolgens voor dat er in totaal twintig keer zoveel proefdieren nodig zijn als eerder werd verwacht. Bij elkaar opgeteld: 54 miljoen proefdieren.

D

Informatie onbekend Het is echter niet mogelijk om nu een goede berekening van het aantal benodigde proefdieren te maken, volgens Wilbert Frieling.

Frieling, directeur van contractlaboratorium NOTOX B.V. in Den Bosch: ‘Het probleem is dat niemand precies weet hoeveel informatie er op dit moment over de effecten van chemische stoffen op mens en milieu beschikbaar is. Daarvoor werken chemische bedrijven momenteel samen in ‘Substance Information Exchange Forums’ (SIEF). Hierin wisselen ze informatie uit over de gegevens van stoffen. Ook van testen waarvoor eerder proefdieren

cellen in reageerbuizen (in vitro). Maar het proces om deze informatie te vergaren, is momenteel in volle gang; dus elke schatting over de toename van het gebruik van proefdieren moet je voorzichtig interpreteren.’ Daar is VNCI-stoffenexpert Dirk van Well het mee eens. ‘Ik verwacht bovendien dat over de stoffen die op korte termijn moeten worden geregistreerd (hoge volumestoffen en zeer gevaarlijke stoffen) al veel informatie bekend

‘Bepaalde onderzoeken moet je nu eenmaal uitvoeren op het gehele organisme’ zijn gebruikt. Bedrijven zijn verplicht deze gegevens met elkaar te delen om het gebruik van proefdieren zoveel mogelijk te beperken. Wij hebben een afdeling die de hele dag bezig is in kaart te brengen welke informatie er beschikbaar is, wie het intellectuele eigendom heeft en hoeveel er eventueel voor betaald moet worden.’ De medewerkers van deze afdeling richten zich maar op één vraag: ‘Hebben we genoeg informatie om aan de registratie-eisen van het Agentschap te voldoen?’ Frieling: ‘Wanneer ze die vraag positief kunnen beantwoorden zijn er geen proefdieren nodig. In alle andere gevallen gaan we eerst na of we de benodigde informatie ook zonder proefdiergebruik kunnen aanleveren. Denk bijvoorbeeld aan literatuurstudies, computermodellen en testen met menselijke

VNCI wil geen extra regels De VNCI is, net als het kabinet, voorstander van het verminderen van onnodige proeven, het verfijnen en vervangen van bestaande testen. Dat schrijft de vereniging in een brief aan de Kamercommissie die 24 september vergadert over een nieuwe Europese richtlijn voor dierproeven. Tegelijkertijd roept de VNCI de overheid op om geen aanvullende eisen te stellen en tekent ze bezwaar aan tegen het feit dat de minister zich er sterk voor wil maken dat bestaande strengere maatregelen in de Nederlandse wet gehandhaafd mogen blijven. De voorbereiding van de dossiers voor het Europees Agentschap vindt immers in internationaal verband plaats, en het werkt niet als Nederland hiervoor andere eisen hanteert. Verder is de VNCI bezorgd over het voorstel om aanvragen voor dierexperimenteel onderzoek nationaal aan een ethische richtlijn te onderwerpen. Het zou ertoe kunnen leiden dat voor REACH vereiste testen onmogelijk worden gemaakt. Daarom stelt de vereniging voor om ethische criteria voor regelgevend onderzoek (bijvoorbeeld in de REACH-testverordening) te regelen. Tot slot pleit de VNCI ervoor om de erkenning van testresultaten internationaal af te stemmen. De ontwerprichtlijn zou daarin kunnen voorzien.

is. Voor veel stoffen zullen de dossiers nagenoeg compleet zijn. Die zijn de afgelopen jaren al beoordeeld in het kader van de bestaande stoffenregelgeving en het zogenaamde HPV-initiatief van de International Council of Chemical Associations, waarin veiligheids-, en gezondheidsaspecten van belangrijke industrieproducten zijn onderzocht.’

Registraties overschat Van Well wijst er verder op dat de auteurs van het Nature-artikel volgens het Agentschap het aantal te registeren stoffen hebben overschat. Bovendien interpreteren ze de verplichtingen niet juist. Het aantal proefdieren valt daardoor ten onrechte tien à twintig keer zo hoog uit. Hij benadrukt dat REACH een groot aantal voorzieningen bevat om het proefdiergebruik te beheersen. ‘Zo is een beoordeling mogelijk aan de hand van modellen die een relatie leggen tussen de chemische structuur van een stof en zijn activiteit (‘QSAR’ en ‘ReadAcross’). Maar ook het gebruik van epidemiologische gegevens en in-vitrotesten dragen bij aan een vermindering van het gebruik van proefdieren.’ Zowel Van Well als Frieling vinden het noodzakelijk dat politici zich meer inzetten voor de acceptatie van het gebruik van alternatieven voor dierproeven. ‘Wanneer wetenschappers een bepaalde test hebben gevalideerd, duurt het vaak nog jaren voordat de overheid die accepteert’, aldus Frieling. Volgens minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport komt dat omdat internationale organisaties, zoals de OECD en de WHO, hoge eisen aan de betrouwbaarheid van testen stellen. Tweede Kamerlid Tofik Dibi van Groen Links vroeg onlangs om de toelating te versoepelen. Klink antwoordde dat het gebruik van onvoldoende ontwikkelde en gevalideerde testen kan resulteren in grote risico’s voor de volksgezondheid. Tegelijkertijd gaf de minister aan dat er internationaal veel inspanningen wor- e

50 Chemie magazine september 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 50

24-9-2009 6:10:11


Maatschappij

den geleverd om alternatieven te ontwikkelen, te valideren en in te voeren. Nederland is slechts een van de vele spelers op dit terrein, aldus Klink.

Industrie draagt bij Volgens Dirk van Well levert de industrie samen met overheid en wetenschap een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van alternatieven, in het European Partnership for Alternative Approaches to Animal Testing. Bovendien financiert de Europese koepelorganisatie van de chemische industrie Cefic in het kader van een speciaal programma – het zogeheten Long Range Research Initiative – onderzoek naar alternatieven voor tests om langetermijneffecten van stoffen vast te stellen. Volgens directeur Marja Zuidgeest van de vereniging Proefdiervrij kunnen deze alternatieven ertoe leiden dat proefdiergebruik binnen twintig jaar tot het verleden behoort.

Zij was onlangs op het wereldcongres voor alternatieven voor dierproeven in Rome. Daar werd door wetenschappers en dierenorganisaties gewezen op verschillende nieuwe ontwikkelingen in toxiciteitsonderzoek in de Verenigde Staten, Europa en Japan. Door de vooruitgang binnen nieuwe disciplines, zoals toxicogenomics en computertoxicologie, kunnen dierproeven straks onder meer worden vervangen door testen in reageerbuizen. Daarbij maken de onderzoekers bijvoorbeeld gebruik van cellen van menselijke oorsprong. Toch kan het volgens Zuidgeest nog wel even duren voor overheid én wetenschap de ‘gouden standaard’ van de proefdieren loslaten. ‘Onderzoekers die artikelen aan wetenschappelijke tijdschriften aanbieden, moeten bijvoorbeeld hun in-vitrotesten vaak herhalen met experimenten op proefdieren. En dat is in onze ogen helemaal niet nodig. Wellicht dat de start van het Nationaal Kenniscentrum

voor Alternatieven voor Dierproeven deze ontwikkelingen kan versnellen’, aldus Zuidgeest.

Petri-schaal Wilbert Frieling van NOTOX heeft zijn twijfels. ‘Sommige onderzoeken met proefdieren kunnen waarschijnlijk nooit worden vervangen door alternatieven. Die moet je nu eenmaal uitvoeren op het gehele organisme. Pas dan zie je het effect van een stof in samenhang met alle weefsels. Dat lukt niet als je in een petri-schaal een test doet op een type cel.’ Toch kan het gebruik van proefdieren volgens hem wel omlaag. ‘En daar werken NOTOX en de industrie in mijn ogen goed en graag aan mee. Als we bijvoorbeeld voorstellen om in het kader van REACH nog eens een extra literatuurstudie uit te voeren, reageren bedrijven zonder uitzondering positief.’ p

september 2009 Chemie magazine 51

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 51

24-9-2009 6:10:12


Naar een perfecte chemie tussen u en onze gassen-portfolio.

Van 1 literflesjes tot duizenden liters per minuut. Alle gassen voor chemie, farmacie en raffinage. Internationale knowhow van Linde Gas als gevolg van continue research en ruim een eeuw ervaring. Standaard gassen en gasmengsels tot hoogzuivere receptuurgassen. In welke leveringsvorm dan ook. U zegt ’t maar. Voor elk proces waarin gassen nodig zijn, biedt Linde Gas Benelux de betrouwbaarste oplossing.

Linde Gas – ideas become solutions.

Linde Gas Benelux B.V. Havenstraat 1, Postbus 78, 3100 AB Schiedam Tel. 010 246 14 70, Fax 010 246 15 06, chemie.lg.nl@linde.com, www.lindegasbenelux.com

In de Benelux vertegenwoordigt Eskens o.a. exclusief: Rhewum GmbH; fabrikant van zeefmachines voor droog, nat en optische analyse zeven.

Meerdeks zeefmachine type MDS Lineaire werp-trilzeef met horizontale scheidingsvlakken voor het classificeren van droge stortgoederen tot in het fijnste zeefbereik. Eskens Benelux B.V. Eskens Benelux N.V.

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 52

T: +31 172 430181 T: +32 15 451500

t t

Hoog performance zeefmachine type WA Dankzij elektromagnetische trilkoppen wordt alleen het zeefdoek in trilling gebracht t.b.v. het classificeren van bulk materiaal tot de meest fijne zeeffracties. info@eskens.com www.eskens.com

t t

afvullen dispergeren doseren engineren homogeniseren malen mengen mixen persen pompen regenereren reinigen verpakken verwarmen zeven

Eskens Poland Sp. z o.o. T: +48 61 8677208 StortEskens Ltd. T: +44 1279 756747

24-9-2009 6:10:12


Groene chemie

NPSP maakt harsen van biogrondstoffen

Op een groene paddenstoel… Composieten, oftewel vezelversterkte harsen. Materialen die tegen weer en wind kunnen. Maar recyclen is moeilijk, dus echt ‘groen’ zijn de producten niet. Bij NPSP Composieten denken ze daar anders over: ‘Als je natuurlijke vezels gebruikt en de harsen maakt van biogrondstoffen, heb je een 100 procent groen composiet. Dat kun je na een lang leven verbranden. De vrijkomende warmte gebruik je om groene stroom op te wekken.’ Erik te Roller

D

e sluitdeuren aan de vooren achterkant van de Koploper-intercitytreinen van de NS. De fietspaddenstoelen voor de ANWB. Het Haarlemse bedrijf maakt nog voornamelijk vezelversterkte polyesterproducten. Zo ook de constructie van de Nuna 1, de zonne-auto waarmee studenten van de TU Delft de World Solar Challenge in Australië in 2001 wonnen. Het materiaal bestond uit een composiet van koolstofvezel en epoxyhars. De onderneming zoekt niet alleen uitdaging in het ontwerp en de techniek van haar producten, maar ook in de vergroening daarvan. Lindy Hensen, manager onderzoek en ontwikkeling: ‘Nu al is een derde van onze composieten van polyesterhars versterkt met natuurvezels, zoals hennep en vlas. De nieuwe ANWB-paddenstoel is daar een voorbeeld van. Deze natuurvezels kosten minder energie en hechten zich aan de hars zonder dat je daarvoor extra chemicaliën hoeft te gebruiken. En dit composietmateriaal kun je in de afvalfase helemaal verbranden. Er blijven geen vezels achter, zoals bij glasvezels. In sterkte doen ze niet onder voor glasvezels. Weliswaar is glasvezel sterker, maar ook zwaarder. Bij eenzelfde gewicht zijn natuurvezels daarom toch even sterk. Maar de kwaliteit van de combinatie natuurvezel en hars kan nog beter. De combinatie glasvezel en polyester is in de loop van jaren al sterk verbeterd,

De fietspaddenstoelen voor de ANWB zijn gemaakt van polyesterhars, versterkt met natuurvezels zoals hennep en vlas. Het Haarlemse bedrijf NPSP Composieten zoekt continu uitdagingen.

zodat de hechting tussen de glasvezels en het polyester optimaal is. Met natuurvezels zitten we nog aan het begin van een ontwikkelingstraject, waarbij we zoeken naar de combinaties van harsen en vezels met de beste onderlinge hechting.’

Soja-olie en suikerbieten Bij NPSP Composieten lopen nu twee onderzoeksprojecten in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij het eerste project kijkt het bedrijf samen met andere bedrijven naar de mogelijkheden om producten van composieten te maken die behalve natuurvezels ook bioharsen bevatten, dus volledig ‘groen’ zijn. Bij het tweede gaat het om producten van biocomposieten voor de bouw. ‘Met het eerst project zijn we het verst. We maken samen met andere bedrijven verschillende biocomposieten van natuurvezels en bioharsen op basis van onder andere lijnzaad, soja-olie en suikerbieten’, aldus Hensen. Dominique Vosmaer, marketing & sales Bouw bij NPSP: ‘Het tweede project gaat om een haalbaarheidsstudie naar de toepassing van Nabasco binnen de bouw. Nabasco is onze merknaam voor composietpro-

ducten met natuurvezels. We bekijken aan welke eisen ze moeten voldoen en aan welke testen we ze moeten onderwerpen. Doel is om samen met de klant een reëel product in de markt te zetten. Het gaat om producten voor zowel binnen als buiten en om straatmeubilair. Voordeel is dat ze weinig onderhoud vergen en vandaalbestendig zijn. Architecten en ontwerpers tonen er grote interesse voor vanwege het groene karakter van deze producten. Ze zien dan ook graag dat de bruine natuurvezels goed zichtbaar zijn in de transparante hars, die synthetisch of op biologische basis kan zijn. De vezels kunnen eventueel worden gekleurd. Natuurlijk moeten deze producten van even goede kwaliteit zijn als de oude vertrouwde op basis van synthetische harsen en vezels.’ ‘De nieuwe producten zijn op de korte termijn wel wat duurder, maar wanneer ze op grotere schaal worden toegepast, zakt de prijs en kunnen ze concurreren met de conventionele composieten’, voegt Hensen eraan toe. Vosmaer: ‘Deze ontwikkeling is vrij nieuw, maar kan de komende jaren nog een enorme vlucht nemen.’ p

Meer informatie: www.npsp.nl september 2009 Chemie magazine 53

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 53

24-9-2009 6:10:18


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004) ATM is een Chemisch Magazine 5_XL.pdf 54

bedrijf. 24-9-2009 6:10:21


Column

Ir.P.H. Vogtländer Geloofwaardigheid in geding

H

et ETS-systeem mist zijn doel wanneer de prijs van CO2-emissierechten na 2012 niet snel stijgt naar een niveau van tenminste 50 euro per ton. Bij de huidige lage prijzen gebeurt er te weinig om de uitstoot substantieel te verlagen. Natuurlijk kan op langere termijn de prijs dalen door technologische vooruitgang.

In het huidige systeem zitten vier belangrijke weeffouten waardoor de prijs te laag blijft. In de eerste plaats zijn er door de lidstaten te veel rechten toebedeeld. Ten tweede is het systeem niet recessiebestendig. Pas als de economie weer aantrekt en de politiek ook nog de rug recht houdt, stijgt de prijs. Ten derde zijn de emissieplafonds niet gecorrigeerd voor andere doelstellingen, zoals duurzame energie. Tot slot leidt het toestaan van aankoop van goedkope externe rechten van buiten het ETS tot een druk op de prijs.

Onlangs voerde de Europese Unie wijzigingen door die (gedeeltelijk) tegemoet komen aan de weeffouten. Zo vindt de allocatie van rechten voortaan plaats op EU-niveau, waardoor een level playing field is gegarandeerd. Voor bedrijven die alleen op EU-niveau concurreren (zoals elektriciteitsproducenten) worden de meeste rechten geveild. Energie-intensieve bedrijven wiens concurrentiepositie op de wereldmarkt ernstig wordt aangetast (staal, raffinage, basischemie) worden uit de wind gehouden door ze de rechten grotendeels gratis toe te kennen. Het gemiddeld rendement van deze industrieën in Europa is de laatste 10-20 jaar zodanig laag geweest dat, als alle rechten moeten worden aangekocht, deze bedrijven Europa uitgejaagd worden. Dit heeft niet alleen een stijging van de wereldwijde CO2 uitstoot tot gevolg, maar ook grote negatieve gevolgen voor de Europese economie, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. De allocatie van rechten voor de genoemde bedrijven moet gebeuren met gebenchmarkte prestatienormen per eenheid geproduceerd volume, gebaseerd op de beste tien procent in hun categorie in de wereld. Van deze norm wordt bijvoorbeeld 95 procent gratis toegekend. Mocht door volumegroei de totale emissie van een sector boven het gewenste niveau uitkomen, dan stelt men dit percentage naar beneden bij.

Ir.P.H. Vogtländer Oud-Voorzitter Commissie CO2 emissiehandel Voorzitter Algemene Energieraad

De herziene ETS-wetgeving is een verbetering, maar ideaal is het nog niet. Het blijft mogelijk het ETS-systeem om te bouwen tot een geloofwaardig en effectief systeem, wanneer nog twee verbeteringen worden ingevoerd. In de eerste plaats moet bij het vaststellen van de plafonds rekening worden gehouden met de effecten van andere maatregelen. Daarbij gaat het onder meer om andere doelstellingen van het transitiebeleid, bijvoorbeeld de productie van duurzame energie, de toegestane hoeveelheid aankoop van externe rechten van buiten ETS en gespaarde rechten van een voorgaande periode. In de tweede plaats moet, om ongewenste volatiliteit van de prijs te voorkomen, overwogen worden een regulerend lichaam (bijv.een bank) op te richten. Die moet weliswaar de markt zijn werk laat doen maar zorgt voor meer stabiliteit van de prijs van CO2-rechten en een stabielere outlook, zodat marktpartijen meer vertrouwen krijgen in de toekomst (vergelijkbaar met de ECB voor de rente). Het ideaal blijft natuurlijk een wereldwijd handelssysteem. Daarom moet het streven blijven om het systeem uit te breiden naar andere landen buiten de EU. Dit mag echter niet tot nieuwe contaminatie, onzekerheid en vertraging en te lage prijzen gaan leiden. Wanneer het niet lukt om het ETS-systeem zodanig te wijzigen dat het geloofwaardig en effectief wordt, lijkt overgaan tot een CO2-belasting helaas de enige aangewezen weg. Als jarenlange pleitbezorger van het concept van emissiehandel gaat mij deze stap zeer aan het hart. Er is geen tijd meer te verliezen met weer nieuwe leerprocessen. Verbetering van ETS-systeem langs bovenstaande lijnen is daarom de beste en de gemakkelijkste weg. Deze column is geschreven op persoonlijke titel. p september 2009 Chemie magazine 55

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 55

24-9-2009 6:10:22


Meet- en regeltechniek

Pompen

=

Armaturen

Sterke prestaties en gunstig in aanschaf

De nieuwe kunststof centrifugaalpomp SHB Met de nieuwe SHB serie breidt ASV Stübbe haar pompengamma uit met 3 krachtige types in de maten 25-125, 32-125 en 40-125 met een pompvolume tot 38 m 3 en een opvoerhoogte tot 29 m. 2008 logus M scata ij r P D C -RO de en op Vraag -copy d r a h e)! aan ( achin oekm f met z 820 o 1 0 32 be.de 0)26 b ( e 1 u t 3 + as v - s lux@ bene

llustt Partner for Solutions

Alle technische gegevens en meer vindt u op: www.asv-stuebbe.de

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 56

ASV Stübbe Nederland B.V. Kronenburgsingel 60-02 NL-6831 GX Arnhem, Nederland +31 (0)26 320 1820 tel +31 (0)26 320 1829 fax benelux@asv-stuebbe.de

b[aa[h

bWd]

OdZcZc YdZ _Z oZa[# 9dZ _Z hVbZc# ?Z kdZai YZ VVcigZ``^c\h`gVX]i kVc ' gdYZ a^eeZc# C^Zjlh\^Zg^\# 9^X]iW^_# LVgbiZ! kdX]i! Ygj`! heVcc^c\# 8dciVXi# HbZaiZc# >c Za`VVg# Bbbb#

=dZ aVc\Zg gddY! ]dZ WZiZg cVijjga^_`# BVVg odcYZg odÉc Y^``Z aVV\ hbjgg^Z iZ hbZgZc# BZi b^Xgd`g^hiVaa^_cZ lVh aj`i ]Zi db YZ eaV`WVVg]Z^Y kVc a^eeZchi^[i Zcdgb iZ kZg]d\Zc# IdX] `aZZ[ _Z Zg c^Zi VVc kVhi# LVci bdg\Zc l^a _Z lZZg ZZc VcYZg `aZjgi_Z### Bbbb#

8]Zb^Z dcYZgodZ`i! dciYZ`i! egdYjXZZgi BZZg lZiZc4 3 lll#X]Zb^Z^hdkZgVa#ca

24-9-2009 6:10:23


Productnieuws

Den Hartogh Logistics investeert in nieuw materieel Den Hartogh Logistics heeft ruim 12 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe tankopleggers en tankcontainers. Daarmee wil het bedrijf vooral buiten Europa groeien.

D

e logistieke dienstverlener heeft afgesproken dat Van Hool in België vanaf begin volgend jaar 50 tankopleggers gaat leveren. Welfit Oddy verzorgt in de tweede helft van dit jaar de levering van 200 tankcontainers. Den Hartogh Logistics werkte al

samen met Van Hool om tankopleggers qua veiligheid en milieu verder te verbeteren. Het logistieke bedrijf is gespecialiseerd in het vervoer van vloeistoffen en gassen met wegtankers en tankcontainers voor de Europese chemische en gasindustrie. Operationele

centra in Rozenburg en Oss sturen een vloot van 4500 eenheden aan. Onlangs opende het bedrijf vestigingen in Turkije en Rusland in het kader van de groeiplannen. p Meer informatie: www.denhartogh.net

Rota Yokogawa breidt uit R

ota Yokogawa heeft in Wehr in Duitsland een nieuwe productiehal in gebruik genomen. Daarnaast investeert de producent van hoogwaardige flowmeters voor industriële toepassingen in nieuwe apparatuur, robots en geautomatiseerde test platformen. Volgens directeur Andreas Dobratz zal de investering ‘de leidende positie op het gebied van flowmetingen veiligstellen en de weg vrijmaken voor verdere winstgevende groei.’ De komende jaren wil Rota Yokogawa nog tientallen miljoenen euro’s investeren.

De Coriolis flowmeters van de Rotamass 3 serie zijn momenteel de best verkopende producten. Deze high-tech meetapparatuur registreert rechtstreeks de richting van massastroom, terwijl tegelijkertijd een precieze meting van de volumeflow plaatsvindt, en de dichtheid en temperatuur van het te meten medium wordt bepaald. Op deze manier is het ook mogelijk om tijdens de flowmeting de concentratie (bijvoorbeeld suiker in water) te bepalen. Het bedrijf voert kalibraties uit in de eigen DKD-gecertificeerde faciliteit, die deze service ook aan andere ondernemingen aanbiedt. Rota Yokogawa viert overigens in oktober haar 100-jarig bestaan. Het Europese hoofdkantoor staat sinds 1982 in Amersfoort. p Meer informatie: www.yokogawa.com/nl september 2009 Chemie magazine 57

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 57

24-9-2009 6:10:30


7E MAKE IT HAPPEN

6AN DEN !NKER IS EEN GESPECIALISEERDE LOGISTIEKE DIENSTVERLENER OP HET GEBIED VAN MILIEUKRITISCHE GOEDEREN /NZE OPSLAGCAPACITEIT VAN RUIM PAL LETPOSITIES IS VERDEELD OVER VIER LOCATIES $EZE LOCATIES ZIJN ALLEN VOLLEDIG INGERICHT VOLGENS DE LAATSTE 0'3 RICHTLIJNEN 6AN DEN !NKER ONDERHOUDT EEN DISTRIBUTIENETWERK MET RUIM EENHEDEN %N MET ONS VOLLEDIG GEAUTOMATI

SEERD OPSLAG EN VOORRAADSYSTEEM BIEDEN WE VOOR ORDERS IN DE "ENELUX EN IN DELEN VAN %UROPA EEN UURS DISTRIBUTIESERVICE 7IJ BIEDEN DE KLANT MEER DAN OPSLAG BEHANDELING EN DISTRIBUTIE ALLEEN 7E ZOEKEN DAAROM VOORTDUREND NAAR INPASBARE NIEUWE ONTWIKKELINGEN OM DE KWALITEIT VAN ONZE DIENSTVERLENING TE OPTIMALISEREN /OK DAAR WETEN DE EXPERTS VAN 6AN DEN !NKER ALLES VAN

WWW VANDENANKER COM VAN DEN !NKER "6 0OSTBUS !# 3ON 4 & % INFO

VANDENANKER COM

Tijdelijk of semi permanent behoefte aan extra warmte en/of energie? Uw bron van informatie bij het kopen of huren van ketelinstallaties voor stoom, warm en heet water. Verhuur • warmwaterketels tot 8 MW • heetwaterketels tot 12 MW • automatische expansie-inrichtingen • stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st • ontgassers, voedingswatertanks, ontharders • olietanks 3, 5, 10 en 20m3 • in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services rs akbeu p de v o s n ko 09 Bezoe Energie 20 2009 r e b osch o genb 8 okt 6 t/m te ‘s-Herto 89 en mer 4 nthall Braba standnum

• 24 uurs storingsdienst • leidingwerkmontage • onderhoud • engineering

Milieuzorg • Low-NOx installaties • geluidsbesparende omhuizingen • CE normering

www.ecotilburg.com Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: info@ecotilburg.com

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 58

24-9-2009 6:10:33


Productnieuws

Altijd cool! C

oolworld verhuurt tijdelijke installaties voor proceskoeling, koel/vriesruimte en klimaatbeheersing. Tijdens de economische crisis kan op die manier de investering in een nieuwe vaste installatie even uitgesteld worden tot een geschikter moment. Tijdelijke installaties zijn ook een uitkomst als installaties plotseling uitvallen of uitbreiding van de capaciteit nodig is. De verhuurder is bekend met de strenge kwaliteitseisen die in de chemie voor koelopslag gelden en heeft ruime

ervaring in de sector. Coolworld heeft regionale depots in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk, waardoor de gewenste installaties meestal direct leverbaar zijn. In geval van een calamiteit kan dat enorm veel geld besparen. Producent van fijnchemische halffabrikaten Sachem Europe BV kan daarover meepraten. ‘Tijdens het onderhoud van een proceskoelinstallatie bleek dat die aan vervanging toe was. Via Coolworld hebben we toen voor vijf maanden een prima

maatwerkoplossing kunnen regelen’, zegt Victor van de Pas Production Manager van Sachem Europe. p

Meer informatie: www.coolworld-rentals.com

Checkmark viert 12,5 jarig bestaan

‘Op zoek naar nieuwe mogelijkheden’ M

anon en Ger van Meel startten twaalf en half jaar geleden met hun eerste werving -en selectie opdracht voor een groot lab van Eastman Chemical. Inmiddels voorziet Checkmark een groot aantal chemiebedrijven van goed opgeleid en makkelijk inzetbaar personeel. ‘De eerste opdracht bij Eastman zorgde voor een vliegende start. Wij besteedden veel aandacht aan training en betrokken de medewerkers bij het recruitment-proces. Die aanpak sloeg aan en via mond-tot-mond reclame kregen we steeds meer opdrachten. Binnen de kortste keren hadden we een pool van 25 vaste medewerkers die voor langere periodes gedetacheerd werden bij diverse bedrijven. Intussen is de hoeveelheid vaste krachten gedaald omdat veel bedrijven onze mensen uiteindelijk toch graag wilden overnemen. Daarentegen is de afgelopen vijf jaar het aantal medewerkers dat via ons op projectbasis werkt fors toegenomen. Gemiddeld zijn er zo’n 75 mensen voor ons aan de slag.’

naar Nederland halen. Hij deed marktonderzoek in heel Europa en kwam uiteindelijk terecht bij de universiteiten van Belgrado en Novi Sad in Servië. ‘Het Engels van deze studenten is perfect, het niveau van de opleiding is hoog en er is een economische noodzaak om in het buitenland te gaan werken.’ Inmiddels komen er jaarlijks gemiddeld zes tot zeven Serviërs naar Nederland. Die rouleren binnen het Analist Development Program. ‘Dat biedt afgestudeerde hbo’ers de kans om in een periode van drie jaar ervaring op te doen bij drie verschillende bedrijven. Bij dit programma zijn onder meer Shell, DSM, Schering Plough, Solvay Pharmaceuticals, SGS en Fuji betrokken. De ervaringen met de Servische medewerkers zijn positief. Ze passen zich makkelijk aan. De culturele verschillen zijn ook niet zo groot.’

van Meel. ‘Al lang voordat Ger ziek werd had hij Sven Hemmink gevraagd als algemeen directeur. Ger was meer een pionier. Hij concentreerde zich liever op Business Development.’ Dat betekent overigens niet dat er bij Checkmark geen nieuwe initiatieven meer worden ontplooid. ‘In nauwe samenwerking met klanten zijn we continu op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Checkmark draagt op die manier haar steentje bij aan kwalitatief goed personeel. En dat zullen we de komende 12,5 jaar ook zeker blijven doen.’ p

Perfect Engels ‘De kracht van Checkmark is dat onze recruiters allemaal een chemische of biochemische achtergrond hebben. Zij zijn inhoudelijk goed op de hoogte van de werkzaamheden, apparatuur en de functie-eisen binnen de verschillende laboratoria. Intussen werken we ook niet meer uitsluitend voor de chemie en life sciences, maar leveren we ook mensen aan ziekenhuizen en de food sector’, aldus Van Meel. Enkele jaren terug nam oprichter Ger van Meel het initiatief om over de grenzen medewerkers te werven. Via buitenlandse universiteiten wilde hij veelbelovende studenten

Samenwerking klanten Helaas kan oprichter Ger van Meel zelf niet meer meemaken dat zijn plannen in Nederland goed worden ontvangen. In september 2007 werd bij hem slokdarmkanker geconstateerd en 10 maanden later overleed hij aan de ziekte. ‘Een enorm verlies. Ger was een inspirator voor het CheckMark-team en geliefd bij klanten vanwege zijn enthousiasme’, vertelt zijn Directeuren Sven Hemmink en Manon van Meel vrouw en zakenpartner Manon september 2009 Chemie magazine 59

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 59

24-9-2009 6:10:37


industrial projects construction piping

Nederland: België:

T +31(0)10 462 16 66 T +32(0)3 568 74 12

multidisciplinaire shutdowns construction equipment

info@mob-group.eu

Transporteren ...

© decrealisten.nl

What’s in the pipeline? prefabrication piping steam-tracing

www.mob-group.eu

... doseren, mengen, breken, zeven: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Geavanceerde stortgoedtechnologie

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 60

CH-8105 Regensdorf T +41 (0)44 871 36 36

DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90

Singapore 787813 T +65 64 52 81 33

FR-95100 Argenteuil T +33 (0)1 39 98 29 29

NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100

www.gericke.net

gericke.nl@gericke.net

GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140

24-9-2009 6:10:38


VNCI

‘De kredietcrisis is nog niet echt opgelost’

Chemietop en Van der Hoeven toch tevreden over crisisoverleg Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken overlegde eind augustus voor de tweede maal dit jaar met de chemietop over de crisis. Het openhartige gesprek ging over maatregen die al genomen zijn en actuele knelpunten.

Talent behouden Net als zijn collega Van Harten is ook Werner Fuhrmann, President AkzoNobel Industrial Che-

micals en vice-voorzitter VNCI, positief over het overleg. ‘Het gesprek vond plaats in een ontspannen sfeer. De minister is goed op de hoogte van zaken die spelen. De overheid is, mijns inziens, met de goede dingen bezig. Zij probeert de financiële sector weer op gang te brengen en talent te behouden. Nederland speelde ook een positieve rol in Brussel rondom het Emissions Trading Scheme met betrekking tot CO2’, zegt Fuhrmann. FOTO: ROGIER BOS

Minister van der Hoeven liet weten dat zij het gesprek als ‘waardevol’ en ‘nuttig’ heeft ervaren. ‘Ik vind het zinvol om van ondernemingen zelf te horen hoe het binnen hun bedrijf gaat, welke problemen zij ervaren en welke bijdrage ik als minister zou kunnen leveren bij het oplossen daarvan. Ook wil ik graag weten hoe de reeds getroffen maatregelen in de praktijk uitwerken’, aldus Van der Hoeven. Voorzitter van de Raad van Bestuur Gerard van Harten van Dow Benelux kijkt tevreden terug op de ontmoeting bij Oerlemans Plastics in Giessen. ‘Het feit dat de minister tijd vrijmaakt om met de chemische industrie in gesprek te gaan, stel ik erg op prijs. Zeker omdat het in een open atmosfeer was en ik de indruk heb dat er goed wordt geluisterd. Na het gesprek in maart zijn onze voorstellen door de overheid als maatregelen ingevoerd. Voorbeelden hiervan zijn de verlenging van de werktijdkorting, de overgang naar deeltijd-ww, de kenniswerkersregeling en de verruiming van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO).’

Nieuwe input Van Harten: ‘Toch blijven er nog knelpunten in de kredietverlening. Verder is een duidelijke stimulering van innovatie- en duurzaamheidinitiatieven noodzakelijk. Fuhrmann voegt toe: ‘Nederland hield jarenlang de rol als koploper voor innovatie overeind. Deze positie is in gevaar. Meer consistent beleid over meerdere jaren is absoluut een vereiste. En er is nog steeds onzekerheid over het CO2Emmissions Trading Scheme (ETS) voor stroomintensieve bedrijfstakken. Dat helpt niet bij het economisch herstel.’ De minister heeft toegezegd de nieuwe input van de CEO’s mee te nemen in het EZ-beleid rondom de crisis. ‘In mijn contacten met de banken zal ik blij-

ven hameren op de noodzaak van kredietverlening aan bedrijven die willen investeren. En ik weet nu dat het naar voren halen van investeringen in de infrastructuur ook voor sommige chemische bedrijven welkom is’, aldus Van der Hoeven.

Positieve signalen De situatie bij de chemiebedrijven is nog steeds onzeker. ‘Wij hebben gezien dat er een stabilisering plaatsvindt en dat er in bepaalde sectoren een begin is van een toename in de vraag. Dat zijn op zich positieve signalen, maar het algemene beeld is nog

steeds onzeker. Ook de stijging van de olieprijzen heeft de marges voor onze producten onder druk gezet’, zegt Dow-topman Van Harten. Fuhrmann ziet ook nog geen wezenlijke verbeteringen: ‘De kredietcrisis is nog niet echt opgelost. Tot september was er sprake van een enorme vraaguitval, de looneisen zijn te hoog en er is meer helderheid nodig voor energie-intensieve bedrijfstakken. Helaas is de crisis nog niet voorbij.’ p

VNCI organiseert diner voor Europarlementariërs ‘Europa, Chemie; de Toekomst’. Dat is het thema van de bijeenkomst die de VNCI op 7 oktober 2009 organiseert voor de in juni gekozen Europarlementariërs. Tijdens een diner wisselen de aanwezigen van gedachten over de ontwikkelingen in de chemische industrie. De vereniging vindt dat thema’s als klimaat-

verandering, duurzaamheid en de reductie van emissies in toenemende mate de politieke agenda bepalen. Voor de chemische industrie vormen deze issues een uitdaging, waarbij Europa in toenemende mate leidend is in de wet- en regelgeving voor de branche. Tijdens de bijeenkomst in het Europees Parlement in Brussel zetten enkele prominente

sprekers hun visie over dit onderwerp uiteen en is er ruimte voor een debat. De gastvrouw van de avond is CDA-europarlementariër Ria Oomen.

Leden kunnen zich tot 1 oktober aanmelden via timmerman@vnci.nl p juli/augustus 2009 Chemie magazine 61

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 61

24-9-2009 6:10:50


VNCI

Colofon

Redactie: Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur) e-mail: hooijdonk@vnci.nl Jos de Gruiter e-mail: de gruiter@vnci.nl

Bayer De Nederlander Marijn Dekkers (51) volgt in oktober volgend jaar Werner Wenning (62) op als topman van het Duitse chemie- en farmacieconcern Bayer. De van oorsprong uit Tilburg afkomstige chemisch technoloog treedt op 1 januari 2010 toe tot de raad van bestuur van het concern. In een overgangsfase zal hij ook optreden als CEO van Bayer Healthcare. Daar volgt hij Arthur J. Higgins (52) op, die om persoonlijke redenen heeft besloten het bedrijf in de

eerste helft van 2010 te verlaten. Momenteel is Dekkers bestuursvoorzitter van het Amerikaanse bedrijf Thermo Fischer, ’s werelds grootste producent van laboratoriumapparatuur. Eerder werkte hij als polymerenonderzoeker bij GE Plastics in Bergen op Zoom en Honeywell International. Daar bekleedde hij ook verschillende managementfuncties. Dekkers studeerde chemische technologie aan de universiteiten van Nijmegen en Eindhoven. p

Deltalinqs De 43-jarige Bas Janssen versterkt vanaf 1 september de staf van Deltalinqs als coördinator havenzaken. Janssen is daarmee de opvolger van Rob Bagchus, die eerder dit jaar Deltalinqs heeft verruild voor een

functie bij containeroverslagbedrijf ECT. Bas Janssen is afkomstig van het Havenbedrijf Rotterdam nv. Daar was hij onder meer werkzaam als bedrijfsjurist, manager EU Affairs, en manager Duitsland-desk. p

Platform Groene Grondstoffen Ton Runneboom is per 1 juli Paul Hamm opgevolgd als voorzitter van het platform Groene Grondstoffen. Het platform, samengesteld uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, ngo’s, universiteiten en de overheid, wil onder meer bereiken dat 30 procent van het energieverbruik voor de Nederlandse energievoorziening in 2030 wordt gecreëerd uit groene grondstoffen, zoals reststromen van de agrosector.

Scheikundig ingenieur Runneboom is al 42 jaar werkzaam in de chemie, onder andere bij Dow Chemical en AkzoNobel. In 1999 startte hij bij het Japanse Teijin, waar hij, als CEO van een van de internationale activiteiten meewerkte aan de verdere globalisering van het bedrijf. Vanaf 2006 was hij werkzaam in het hoofdkwartier van Teijin in Tokio als vice Chief Marketing Officer. Daar leidde hij Teijins onderzoek naar biomaterialen. p

VNCI Agenda 2 oktober Beleidsgroep Communicatie, Capelle a/d IJssel (Eastman)

29 oktober Werkgroep Energie en Klimaat, Breda (Novotel)

17 november Werkgroep Milieuzorg, Den Haag (VNCI)

15 oktober VNCI-milieudag, Utrecht (Jaarbeurs)

10 november Werkgroep Responsible Care Global Charter, Den Haag (VNCI)

17 november Werkgroep Stoffenbeleid, Den Haag (Van der Valk Hotel)

23 oktober Bestuurs Advies Commissie, Den Haag (VNCI)

10 november Beleidsgroep Energie en Klimaat, Den Haag (VNCI)

20 november Beleidsgroep Communicatie, Den Haag (VNCI)

Adres redactie: Loire 150 2491 AK Den Haag, tel. 070-3378787, fax. 070-3203903 Eindredactie: Ingeborg Deana, Alexandra van Geleuken, bladeren media Baarn Vaste medewerkers: Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van de Graaf, drs. Ingeborg van Honschooten, ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, dr. Annemarie Vroom ten Wolde Vormgeving: Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels, Joachim Mahn en Julian Huiswoud Advertentie-exploitatie: Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, tel. 070-323 40 70 Fax 070-323 71 96 e-mail: vnci@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Druk: ALFA BASE publicatie processors B.V. Alphen aan den Rijn Abonnementenadministratie: Nieuwe abonnementen/mutaties alleen schriftelijk opgeven bij: Judith van der Lugt via e-mail: vanderlugt@vnci.nl. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis. Abonnementen eindigen per eind december. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door. Abonnementsprijs per jaar (incl. btw) 80 euro in Nederland en België 100 euro in de overige landen Chemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdag Overname van artikelen en/of foto’s uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven. Beeld cover: Shutterstock Internet: www.vnci.nl ISSN: 1572-2996

62 Chemie magazine juli/augustus 2009

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 62

24-9-2009 6:10:50


| kwaliteit | dĂŠ oplossing

| maatwerk | flexibel | enthousiast | een perfecte match Het Nederlands Vaccin Instituut - te Bilthoven is op zoek naar een tijdelijke Compliance Medewerker. Beschik jij over overtuigingskracht en goede oordeelsvorming? Ben je deskundig en weet je goed te presenteren? Heb je een afgeronde HBO opleiding in een biomedische of procestechnologische richting? Ervaring op het gebied van GMP? Kennis van biotechnologische [productie]processen? Bezoek dan onze site www.cls-services.nl voor meer informatie over deze pro-actieve functie binnen een gerenommeerde organisatie.

services

Compliance Medewerker QA

en u

CLS Services - werving & selectie ĂŠn detachering in de branches chemie | farma | biotech | food

2383<ÂŤ WXITW XS 6)%', GSQTPMERGI 6)%', 4VI VIKMWXVEXMSR GPSWIH (IGIQFIV

ERH [I LIPT ]SY WYFQMX ]SYV VIKMWXVEXMSR MR XMQI

2383< & : 4 3 &S\ ÂŞW ,IVXSKIRFSWGL 8LI 2IXLIVPERHW VIEGL$RSXS\ RP

Chemisch Magazine 5_XL.pdf 63

24-9-2009 6:10:51


Chemisch Magazine 5_XL.pdf 64

24-9-2009 6:10:53


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.