Chemie Magazine - september 2016

Page 16

mogelijk in de chemie te stappen. Als je ziet wat voor projecten bijvoorbeeld Dow neerzet, en ICL met energy storage met broombatterijen, dat is indrukwekkend. We moeten heel nadrukkelijk dit soort voorbeelden in onze communicatie naar voren brengen. Dat heb ik bij papier ook gedaan. Tien jaar lang consequent het positieve verhaal neerzetten. En ook doen wat je zegt. En uiteindelijk is dat ook voor de lobby belangrijk, want ergens zit er in lobby ook iets van gunnen. Je krijgt dingen allereerst gedaan met een goed verhaal, met op feiten gebaseerde argumenten, maar uiteindelijk speelt gunnen ook een rol. Men is bereid jou dingen te gunnen als je bekendstaat als een sector die wat wil. En de toon veranderen is ook belangrijk. Je kunt het bijvoorbeeld steeds hebben over carbon leakage, maar het feitelijke risico is investment leakage. Het is hetzelfde, maar een net iets ander verhaal.” Bij Cefic zijn 22 associaties aangesloten plus veel andere organisaties. Hoe krijg je één gezamenlijk geluid naar buiten toe? “Duidelijk maken wat Cefic doet en goed duidelijk krijgen wat de verschillende associaties doen. Het is veel communiceren, transparant maken, beschikbaar en toegankelijk zijn. Zoeken naar compromissen, maar vaak ook misverstanden uit de weg ruimen. Uiteindelijk is het aantal situaties waarin we niet met elkaar overeenkomen heel beperkt. Wat chemicaliënbeleid betreft zitten we op één lijn. Dat geldt ook grotendeels voor het energiebeleid.” U komt uit de papiersector, een biobased sector. In hoeverre neemt u dat thema mee naar Cefic? “Bij papier heb ik jaren aan biobased gewerkt. Voor de chemie is biobased ook een van de onderwerpen waar we verder aan moeten trekken. Cefic kan daarin een grotere rol hebben dan vandaag. Ik geloof overigens niet dat Europa preferential treatment aan biobased zal geven in de markt. Maar er is wel veel steun op R&D-gebied. Cefic heeft geen tijdslijn dat er dan en dan zoveel procent grondstoffen biobased moet zijn. Maar er is duidelijk noodzaak om te diversifiëren in onze feedstocks. 16 Chemie Magazine september 2016

FOTO: ROB VAN HOORN

‘Ik mis het plan over wat we met de industrie in Europa willen’

CV

Marco Mensink (1968) is sinds 15 maart director general van Cefic. Hij volgde Hubert Mandery op, die de leiding had sinds 2009 en in april met pensioen is gegaan. Mensink studeerde bosbouw en bedrijfskunde in Wageningen en begon zijn carrière bij Ernst & Young Management Consulting, waar hij zes jaar werkzaam was bij Environmental Management. Daarna vertegenwoordigde hij zes jaar de Nederlandse papier- en kartonindustrie in Brussel als Energy and environment director bij de Koninklijke VNP. In 2006 maakte hij als expert op het gebied van emissiehandel, renewables en energiewetgeving de overstap naar Brussel, waar hij Energy and environment director werd bij Confederation of European Pulp and Paper Industries (CEPI). Sinds juni 2014 was hij er directeur-generaal. Hij woont in België, is getrouwd en heeft drie kinderen (van 9, 12 en 14).

Biobased is een van de opties naar de toekomst toe. Het ligt eraan welke andere opties zich verder ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld verdere elektrificatie en carbon capture and use. Biobased heeft op dit moment geen gemakkelijke opstart. We krijgen de biobased raw materials niet eens naar Europa zonder extra importtarieven, kijk naar bio-ethanol. Binnen Europa werken met name de subsidies voor bio-energie verstorend. Waarschijnlijk kan de markt dat beter aanpakken. In het nieuwe EUvoorstel voor Energy Market Design gaat aan het einde


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.