Chemie Magazine september 2018

Page 1

Chemport Emmen: centrum voor duurzame polymeren

Veel chemie in college van B en W Bergen op Zoom

Chemiecluster Amsterdam zet in op circulair

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

JOS SLOOT (BOER ZOEKT VROUW) OVER CHEMISCHE GEWASBESCHERMING

‘DAAR KAN IK ABSOLUUT NIET BUITEN’

JAARGANG 60 • 09 • 20 SEPTEMBER 2018


Alles onder controle. Samen op weg naar veiligheid en efficiëntie

In complexe sectoren is risicobeheer van cruciaal belang. Continu moet u de veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van uw installaties zien te waarborgen. Hier biedt Vinçotte hulp. Met onze ervaring en sectorkennis zijn we experts in het anticiperen op en beheren van risico’s; van de ontwerpfase tot en met de operationele fase. Zo blijft de integriteit van uw assets op lange termijn gewaarborgd en voegen we samen waarde toe aan uw bedrijf.

vincotte.be 


INHOUD 09 | 20 september | 2018

16

‘TARWE BESPUITEN WE TEGEN ONKRUID EN DE AFRIJPINGSZIEKTE’ Na WOII nam het gebruik van chemische gewasbescherming snel toe. En daarmee de voedselproductie, waardoor honger door mislukte oogsten werd voorkomen. Zonder gewasbescherming zitten boeren met de handen in het haar. “Tarwe bespuiten we tegen onkruid en tegen de afrijpingsziekte, een schimmel. Als je daar niks tegen doet heb je een probleem”, aldus Jos Sloot, bekend van Boer zoekt Vrouw. Achtste deel van de serie over belangrijke chemische innovaties van de afgelopen 100 jaar: gewasbescherming.

CHEMPORT EMMEN: CENTRUM VOOR DUURZAME POLYMEREN Anders dan de meeste chemieclusters in Nederland ontbeert Chemport Emmen een chemieconcern met onderzoeksafdelingen, productieinstallaties, ruime financiële middelen, economische en politieke invloed. Maar wat een zwakte lijkt, ontwikkelt zich tot een kracht. Het cluster kent korte lijnen tussen kleine en middelgrote bedrijven, kennisinstellingen en overheden en profiteert van de focus op de niche van duurzame kunststoffen, biocomposieten en recycling.

26 september 2018 Chemie Magazine 3


Efficiëntie is belangrijk. Betrouwbaarheid is belangrijk. Veiligheid is belangrijk. In uw wereld, is dat allemaal belangrijk.

Daarom is niveau belangrijk. Residulagen, schuim- en moddertanks. Gaswassers, shakers en stoom. Er zijn geen excuses wanneer je de meest uitdagende niveaumetingen nodig hebt. Daarom is Magnetrol® belangrijk. Wij hebben de meest grondige ervaring in uw toepassingen en het breedste gamma niveauinstrumenten voor uw sector. Onze experts helpen u bij het identificeren van inefficiëntie, het verminderen van kosten, het verbeteren van de productie en het reduceren van stilstandtijd. Dat is allemaal belangrijk. Want in uw wereld is niveau belangrijk.

©2018 Magnetrol International, Inc.

Connecteer met de niveau experts via magnetrol.com


INHOUD 09 | 20 september | 2018

7

15

LyondellBasell en Covestro verduurzamen Rotterdamse fabriek

7 9 11 13 15 16

32

Corbion wint met opleidingsprogramma AWVN-trofee

22 26 32 34

52

Amsterdam biedt volop kansen voor duurzame bedrijvigheid

46

Twee wethouders Bergen op Zoom hebben chemieachtergrond

36 40 44 46 50 52 57 58 58 58

Voorwoord Colette Alma Innovatie Evenementen

NIEUWS

3 x 100 jaar Finalisten Northern Enlightenmentz bekend PPS bij industriĂŤle incidentbestrijding

ACHTERGROND

Investering LyondellBasell en Covestro verduurzamen fabriek VNCI 100 Jaar Grote chemische innovatie: gewasbescherming VNCI 100 Jaar De jaren 1988-1998: meer aandacht voor milieu VNCI 100 Jaar Emmen: centrum voor duurzame polymeren Human resources Corbion winnaar AWVN-trofee Uitgelicht Samenwerking Trinseo en Renault Arbeidsmarkt Annita Westenbroek over haar werk Regulering Siloxanen in EU op lijst verdachte stoffen VNCI 100 Jaar Nationale Chemiespel trekt 1,1 miljoen kijkers Politiek Veel chemie in college B en W Bergen op Zoom Innovatie Water Knight winnaar Imagine Chemistry 2018 VNCI 100 Jaar Chemiecluster Amsterdam zet in op circulair VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon

september 2018 Chemie Magazine 5


Are you fully prepared for when the sirene sounds

Our new training centre is open for training!

www.falck.nl

Register now: fireacademy@falck.com We do not make the world safer. We make sure you can. At our new training facility we prepare you optimally to deal with all kind of incidents. Do you want the best possible training? Sign up or ask for more information via fireacademy@falck.com or call +31 (0) 181 376 666. SHAPING THE FUTURE OF SAFETY


Voorwoord

ECHTE INNOVATIE Welk beeld roept het woord ‘innovatie’ bij u op? Ik betrap mijzelf erop dat ik innovatie onbewust soms nog steeds positioneer in een laboratorium, of in een Willy Wortel-achtige omgeving. En dat terwijl mijn MBA-docenten mij overtuigend hun definitie van innovatie hebben bijgebracht: ‘innovatie is het succesvol in de markt brengen van iets nieuws’. Dat geeft te denken. In de huidige gesprekken aan de diverse tafels voor een klimaatakkoord zijn we het erover eens dat er veel innovatie nodig zal zijn om onze fabrieken, processen en producten klimaatneutraal te maken. Gelukkig dragen wetenschappers, technici en veranderkundigen daarvoor een wereld van ideeën aan. Sommigen trekken daaruit de conclusie dat implementeren dan nog alleen maar

een kwestie van ’willen’ is. Maar dan vergeten ze dat er nog veel moet gebeuren om die mooie ideeën in het lab tot echte innovaties te maken: die ideeën moeten worden opgeschaald en zo uitgewerkt dat ze succes kunnen hebben in de markt, ofwel: ze moeten functioneel en financieel de competitie aankunnen met andere proposities. En dat is voorwaar geen kleine opgave. Daarom stemt het mij enorm gelukkig als ik weer eens getuige kan zijn van een succesvolle innovatie, zoals het onlangs in Rotterdam gelanceerde Circular Steam Project van LyondellBasell en Covestro (zie pagina 15). Hulde aan alle mensen die dit innovatieve idee tot een echte innovatie hebben gemaakt! Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 24.9 De Wereld Draait Veilig Vertegenwoordigers afkomstig uit (petro) chemie, wetenschap en overheid kijken terug en blikken vooruit n.a.v. het in 2017 gestarte programma Duurzame Veiligheid 2030. Locatie: New Babylon Meeting Center, Den Haag Organisatie: Ministerie van IenW 27.9 Springtij Forum Drie dagen duurzaamheid op een eiland. De negende editie heeft als thema ‘All that is True, Good and Beautiful, in search of a new balance’. Locatie: Terschelling Organisatie: Springtij

5.10 Behind the scenes@Emmen Met het Behind the scenes-event van de VNCI neemt Chemport Emmen de deelnemers mee op reis in de wereld van de (groene) vezelchemie. Locatie: Chemport Emmen Organisatie: VNCI en Chemport Emmen 6.10 Dag van de Chemie In samenwerking met het Weekend van de Wetenschap en C3 openen chemiebedrijven hun deuren voor het grote publiek. Locatie: Diverse locaties in Nederland Organisatie: VNCI, C3 en Weekend van de Wetenschap

19.10 Behind the scenes@Amsterdam & ACID Kennismaking met het chemiecluster Amsterdam, met focus op innovatie en toekomstig human capital. Locatie: Amsterdam Science Park Organisatie: VNCI, Port of Amsterdam, HIMS, Amsterdam Green Campus en ILCA VERGADERINGEN 21.9 BG Duurzaamheid 24.9 Dagelijks Bestuur 25.9 WG Milieu 27.9 DB over het klimaatakkoord 16.10 BG Human Capital 23.10 BG Duurzaamheid 23.10 WG Juristen 31.10 BG Veiligheid Gezondheid en Milieu

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN september 2018 Chemie Magazine 7


Full service dienstverlener

Mourik Sterk in ontwikkeling

MAXIMALE UPTIME

HYDRA™: Een nieuwe standaard in bundelreiniging Innovatie loopt als een rode draad door de geschiedenis van Mourik. Wij zoeken altijd al naar methodes voor een betere, efficiëntere en veiligere industrie. Hydra, de robotic exchanger cleaning, is hét voorbeeld waarmee wij er voor zorgen dat u homogeen schone bundels krijgt én inzicht in de conditie van uw bundels. U weet wat u kunt verwachten. Schoner, sneller + maximale uptime. Met Mourik, +31-10-296 54 00.

Mourik Services B.V. Telefoon +31-10-296 54 00

Twitter.com/mourikholding LinkedIn.com/company/mourik

www.mourik.com E-mail info@mourik.com


Actueel

3 X 100 JAAR In het jaar dat de VNCI haar 100-jarig bestaan viert, viert ook de heer Albers zijn 100e verjaardag. Hij heeft gewerkt bij Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KNZ), de voorloper van AKZO (later AkzoNobel), die ook 100 jaar geleden het licht zag.

D

e heer Albers werd in 1918 geboren in Amsterdam. Hij slaagde met lof voor een technische opleiding. In 1939 kreeg hij een baan bij Fokker, waar hij ook tijdens WOII werkte. Na de oorlog solliciteerde hij bij de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KNZ) in Hengelo, die in 1918 was opgericht. “Daar kreeg ik een aanstelling”, vertelde hij onlangs aan Indebuurt Hengelo. “Ik werd ontvangen door ir. Geurt de Haas, de oprichter van AKZO. Ik mocht de technische dienst inrichten. Voor de oorlog werd nog gebruikgemaakt van veel oudere apparaten, na mijn aanstelling heb ik het helemaal modern ingericht. Later werd ik assistent-bedrijfsleider van de zoutverwerkende bedrijven en uiteindelijk bedrijfsleider. Ik vond het heel plezierig werk en kon goed samenwerken met mensen in de fabriek van laag tot hoog.”

FOTO: INDEBUURT HENGELO

De heer Albers is de oudste nog levende werknemer van AkzoNobel en werkt mee aan een boek over de historie van het bedrijf. Hij is nog in een goede conditie en heeft onlangs zijn rijbewijs verlengd met vijf jaar. Zijn vrouw, 89 jaar (‘een jonge blom’), leeft nog. Samen hebben ze vier kinderen, negen kleinkinderen en een achterkleinkind. Genetica en een goede conditie – veel lichamelijk werk – zijn volgens hem factoren die ertoe hebben bijgedragen dat hij op 16 juni zijn 100e verjaardag kon vieren. En veel geluk. “Ik heb een bombardement meegemaakt in Amsterdam. Ik had twee weken verlof van mijn werk opgenomen en tijdens mijn laatste dag van mijn vakantie was ik aan het roeien. Toen ik bovenop het botenhuis zat, zag ik de bommen vallen. Later hoorde ik dat de fabriek van Fokker mede gebombardeerd was, de plek waar ik werkte.” p

VOLOP VOORDELEN VOOR VNCI-LEDEN VNCI-leden, zowel werkgevers als werknemers, kunnen via Members Benefits profiteren van aantrekkelijke kortingen bij ruim vijftig leveranciers. Denk aan kortingen op zorgverzekeringen, hotels, vliegtickets, arbodiensten, vertalingen, bedrijfskleding, telefoonkosten en kantoorartikelen. TWEE VOORBEELDEN:

MEER INFO EN AANMELDEN: www.vnci.nl/over-vnci/ vnci-ledenvoordeel

50% KORTING OP KOFFIEAUTOMATEN EN

OVERIGE PRODUCTEN VAN SELECTA Selecta (Pelican Rouge) beheerst de kunst van het koffie bereiden al sinds 1863, toen het als eerste in Europa koffie brandde en verhandelde. Vandaag de dag staat het merk nog steeds synoniem voor passie voor koffie. Selecta biedt voor elk bedrijf een passend koffieconcept. Een snelle koffieautomaat nodig omdat op de werkplaats iedereen tegelijk pauze heeft of juist een kwalitatieve koffie voor in een vergaderruimte? U kiest wat het beste bij uw bedrijf past.

VOORDELIG OVERSTAPPEN

NAAR BELLEN VIA INTERNET (VOIP) Maakt u gebruik van traditionele telefonie (ISDN)? Per 1 september 2019 wordt er in Nederland geen ISDN meer geleverd. Zakelijk VoIP is de opvolger van de huidige ISDN-lijn. Met Zakelijk VoIP verloopt het telefoonverkeer via het internet en uw telefooncentrale staat in de cloud. Dit biedt flexibiliteit in functionaliteiten, aantal locaties en aansluitingen. Met Zakelijk VoIP betaalt u een vast bedrag per medewerker per maand. Een telefooncentrale op uw locatie is niet meer nodig.

september 2018 Chemie Magazine 9


Hoge resolutie benchtop NMR binnen handbereik

Deze nieuwe NMR systemen maken gebruik van cryogene media overbodig! Sinds geruime tijd bieden wij NMR toepassingen aan voor de standaard toepassingen in de diverse kwaliteits controle laboratoria. Met de nieuwe Spinsolve range van Magritek is ons pakket voor

Bezoek onze stand met nummer 7 E 106 en ervaar hoe deze benchtop NMR werkt tijdens de WoTS 2018 in Utrecht

benchtop NMR toepassingen enorm uitgebreid.

EN

VOU DIG

VE

E

N

E

ANASPEC Solutions BV Coenecoop 3C5 | 2741 PG Waddinxveen | +31 (0)182 304 005 | info@anaspec.eu | anaspec.eu

ILIG

EEN ZEER EFFECTIEVE OPLOSSING IN HET VOORKOMEN VAN DOORLEKKEN VAN CHEMISCHE VLOEISTOFFEN TUSSEN HANDSCHOEN EN MANCHET In veel situaties kan het moeilijk zijn om een afdichting te maken tussen handschoen en beschermend pak. Ons Glovezon-systeem biedt een zeer effectieve oplossing voor dit branchebrede probleem. • Spatwaterdicht • Vermindert het risico van contact met chemicaliën

Glovezon is ideaal voor iedereen die operatief werkt met chemicaliën, waar een spatgevaar is, zoals: • Voedselindustrie wash-down teams • Raffinaderijen • Tankreinigers

• Kostenefficient oplossing

Voor meer informatie over Glovezon download hier jou flyer

try.alphasolway.com/nl/glovezon

PROFESSIONAL PROTECTION


Actueel

FINALISTEN NORTHERN ENLIGHTENMENTZ BEKEND

stoffen uit biomassa, plastics, huishoudelijk afval en autobanden.

(oranje) van Groningen Seaports en Pipelife voor transport van groene waterstof.

FOTO: SHUT TERSTOCK

Enerpy herwint grond-

Bestaande (blauw) en geplande infrastructuur

De tweede finalist, GRONINGEN SEAPORTS, wil samen met producent van kunststofbuizen Pipelife een infrastructuur voor het transport van groene waterstof aanleggen in Delfzijl en de Eemshaven. Vernieuwend daarbij is het gebruik van twee nieuwe kunststofbuistypes, die de kosten significant kunnen verlagen. De infrastructuur gaat waterstof, gemaakt met duurzame energie uit windmolens en zonneparken, transporteren naar met name chemiebedrijven in de regio Groningen. Waterstof kan een oplossing bieden voor fluctuaties in het groene-energieaanbod en kan ook worden omgezet naar grondstof of brandstof voor chemie- en industriële bedrijven.

De derde finalist is het Drentse bedrijf STERCORE, dat erin is geslaagd om met een innovatieve technologie duurzame energie en koolstof te produceren uit mest en digestaat. Andere producenten van groen gas hebben nog steeds te maken met afvalstoffen, met het systeem van Stercore blijven er alleen producten over: groen gas, koolstof, CO2 en warmte. De koolstof is hernieuwbaar met waardevolle mineralen, de CO2 en de restwarmte kunnen door de tuinbouw worden benut. Het bedrijf wil een fabriek in Emmen bouwen, die 20 miljoen kubieke meter aan groen gas gaat produceren. p

Stercore produceert met een innovatieve technologie energie en koolstof uit mest.

FOTO: SHUT TERSTOCK

ENERPY richt zich op het herwinnen van grondstoffen en energie uit problematisch organisch afval, zoals biomassa, plastics, huishoudelijk afval, bedrijfsafval en oude autobanden. Enerpy kan eigenlijk alles waar koolstof in zit met een gepatenteerde technologie omzetten in carbon, olie en gas. Het proces lijkt op pyrolyse, maar zelf noemen ze het liever radiolyse. Voor het thermische kraakproces maakt het bedrijf namelijk gebruik van straling (microgolven). Het proces is energiezuiniger dan pyrolyse. Het bedrijf, dat een demoplant heeft in Delfzijl, wil een installatie op industriële schaal realiseren.

FOTO: GRONINGEN SE APORTS

Welke innovatie uit het Noorden kan de groene industriële revolutie veroorzaken? Dit jaar strijden Enerpy, Groningen Seaports/Pipelife en Stercore om de titel Northern Enlightenmentz. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens het congres Eemsdeltavisie op 17 oktober in Delfzijl.

VEILIGHEIDSDAG IN TEKEN VAN ZIEN EN KIJKEN Op 1 november staat de Veiligheid Voorop Veiligheidsdag 2018 in het teken van zien en kijken. Wat is jouw perspectief? Waar richt jouw blik zich op? Wat is bepalend voor jouw referentie, focus of scope? En wie vertelt je wat je niet ziet?

T

ijdens de Veiligheid Voorop Veiligheidsdag in het Shell Technology Center in Amsterdam (STCA) wordt het ‘zien’ vanuit verschillende perspectieven onder de loep genomen. Kijken, zien en waarnemen spelen een bepalende rol in hoe veilig we ons voelen, maar ook in de manier waarop we omgaan met het thema veiligheid. Met onder meer Marjan van Loon (president-directeur Shell Nederland), Damiaan Denys (psychiater en filosoof), Victor Mids (arts, illusionist en mindf*cker) en Stientje van Veldhoven (staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat). p Meer informatie: www.ikzieikziewatjijnietziet.nu september 2018 Chemie Magazine 11


Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

e. leebv@vanderlee.nl

i. www.vanderlee.nl

4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1

23-07-18 11:59

SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING EEN EFFICIËNT PROCES RESULTEERT IN DUURZAAM PRODUCEREN

Imperium 209 kW - 3.178 kW

Temperatuurregelaars water en olie tot 400°C

Koeltoren: 825 kW – 1.900 kW Dry Air Cooler: 250 kW – 500 kW

Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Luchtbehandelingsunits Heaters - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L

DutchMay18-Halfpage-2.indd 1

16/02/2018 11:00


Actueel

PPS BIJ INDUSTRIËLE INCIDENTBESTRIJDING Chemelot @Chemelot Elke dag gebruik je wel iets van Chemelot, bijvoorbeeld een koffiebeker of plastic lepeltje. Nieuwsgierig? Kom naar de Dag van de Chemie - zaterdag 6 oktober. Zwieber @DevosIna Ik snap niet hoe mensen vrijwillig organische chemie gaan studeren ik word gek van al deze zeshoeken c3 @c3chemie Al gezien? Ons jaarverslag 2017 is verschenen in een geheel nieuw jasje. https://bit. ly/2POcN7Q Renée Moezelaar @ReneeMoezelaar Vandaag op bezoek geweest bij @vanwijheverf fabriek! Een interessant kijkje in de keuken gekregen en zelfs een verf laten maken die matcht bij mijn notitieboekje. psiram @Psiramcom “Früher starben die Menschen mit 35 Jahren, heute schimpfen sie bis 95 auf die Chemie.” Boyan Slat @BoyanSlat Everything still looking good for @TheOceanCleanup launch this Saturday at noon Pacific time. Great Pacific Garbage Patch, here were come. KNCV @KNCVchemie Op 9 oktober strijden de zes finalisten om de titel De Slimste Scheikundige onder leiding van Philip Freriks. Benieuwd naar de finalisten? Wij stellen ze voor in C2W: https://tinyurl.com/ yczmwghm

Onlangs kwamen op instigatie van het Landelijk Expertisecentrum BrandweerBRZO (LEC BrandweerBRZO) kopstukken uit de veiligheidsregio’s en de chemieclusters bij elkaar om van gedachten te wisselen over industriële veiligheid en de rol die de onderlinge samenwerking daarin kan vervullen. Bereidheid van sleutelfiguren in dit domein is cruciaal, zo luidt een van de conclusies.

D

e aanleiding voor deze ‘haardvuursessie’, die beoogt om in een kleinschalige, informele en besloten setting vraagstukken te bediscussiëren tussen verschillende belanghebbenden, was de constatering dat er tal van initiatieven lopen op het gebied van publiek-private samenwerking (PPS), maar dat ze niet overal soepel verlopen. Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, inspireerde de aanwezigen om serieus werk te maken van veiligheid en samenwerking tussen publieke en private partijen. Omdat een burgemeester staat voor de veiligheid van ‘zijn burgers’, is publiek vertrouwen cruciaal, en is daarmee ook een ‘sterk wapen’ voor de burgemeester. Transparantie en een goed georganiseerde incidentbestrijding zijn hierbij van essentieel belang. Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs, ziet veel kansen voor PPS in de Rotterdamse Haven. De aanloop naar zo’n PPS kent per definitie obstakels, desalniettemin is zijn overtuiging dat samenwerking leidt tot betere eindresultaten, die ook nog eens efficiënter zijn. Tijdens de sessie werden verbindingen gelegd binnen de chemieclusters en met de gelieerde veiligheidsregio’s. De uitwisseling van ervaringen over het verloop van de opzet van samenwerkingsverbanden en de ervaringen van reeds bestaande PPSconstructies, leverde de conclusie op hoofdlijnen op dat ongeacht in welke fase van ontwikkeling de samenwerking zich bevindt, het gaat om de bereidheid van sleutelfiguren op deze dossiers. De toegevoegde waarde van PPS werd duidelijk onderkend. Wel is telkens maatwerk nodig voor de inrichting van een PPS, waarbij diverse variabelen een rol spelen. Dat zijn in ieder geval ook het aantal, de aard en de omvang van de activiteiten met gevaarlijke stoffen. Financiering blijft ook bij maatwerk een heikel punt. Echter, waar een wil is een weg, zo was de unanieme conclusie. De VNCI hecht groot belang aan PPS bij industriële ongevallen, omdat daarmee het maximale rendement wordt gehaald uit de beschikbare hulpverleningsvoorzieningen en de kennis en expertise bij de chemische industrie en de overheid. Dit geldt zowel bij de ongevalsbestrijding on site als daarbuiten. Bij transportongevallen met gevaarlijke stoffen gebeurt dit onder meer middels de landelijke VGS-Alert, waarbij specialisten van de chemische industrie bij ongevallen publieke hulpverleners kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld door informatie over de gevaarlijke stoffen te verstrekken en specialisten te sturen. De meldkamer is ondergebracht bij VNCI-lid Sitech. Andere voorbeelden zijn de Gezamenlijke Brandweer in de Rotterdamse haven en het havengebied van Moerdijk en de samenwerking tussen de Chemelot- en de overheidsbrandweer. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). september 2018 Chemie Magazine 13


Gefeliciteerd, VNCI! Al 100 jaar voorvechter van de Nederlandse chemische industrie

Kennis & expertise

On-site manpower

Innovatieve webservices met reporting

Ompakken, op- & overslag

Hoogtechnologische verwerking

Veilig ADRtransport

Recycling van materialen & energie

Al 30 jaar uw partner voor een veilig en duurzaam afvalbeheer Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl


Investering

LYONDELLBASELL EN COVESTRO VERDUURZAMEN FABRIEK IN ROTTERDAM VOOR 150 MILJOEN LyondellBasell en haar joint-venturepartner Covestro gaven op 4 september op de Maasvlakte het startsein voor een investeringsproject van 150 miljoen euro. Het Circular Steam Project voegt een innovatieve technologie toe aan de bestaande productiefaciliteit. De nieuwe installatie zet het afvalwater om in energie en maakt het productieproces zo efficiënter en duurzamer.

I

n de nieuwe installatie wordt de reststroom, die nu nog wordt afgevoerd, via een gepatenteerd systeem gesplitst. Een deel dient als voeding voor bacteriën die biogas produceren, de rest wordt via verbranding omgezet in stoom, die wordt gebruikt als energiebron in de productiefaciliteit. Ook blijft zo’n 11 miljoen kilo zout over, dat kan worden verkocht aan de glas- en cementindustrie. Met deze ‘bio plant’ en verbrandingsinstallatie ontstaat een circulair proces, dat een belangrijke bijdrage levert aan de klimaatdoelen van de overheid. Het gaat om een jaarlijkse reductie van circa 140.000 ton CO2-uitstoot (vergelijkbaar

met het van de weg halen van 31.000 auto’s), 0,9 PJ energie (het elektriciteitsgebruik van een stad als Breda) en 11 miljoen kilo zout in het oppervlaktewater. “De steun van de overheid is doorslaggevend voor de levensvatbaarheid voor innovatieve projecten zoals dit Circular Steam Project”, zegt Jean Gadbois, senior vice president Manufacturing Europe, Asia & International van LyondellBasell. De overheidssteun vanuit DEI (Demonstratie Energie-Innovatie) en de Klimaatenveloppe (300 miljoen euro klimaatgelden uit het regeerakkoord) bedraagt 11 miljoen euro. Daarnaast biedt de overheid ondersteuning bij de compliance. LyondellBasell is een van de grootste bedrijven ter wereld in plastic, chemicaliën en raffinage; Covestro is een van ’s werelds grootste polymeerproducenten. De productiefaciliteit op de Maasvlakte draait vanaf 2003 en produceert propyleenoxide en styreenmonomeer, bouwstenen voor kleding, meubels, huishoudelijke producten en bouwmaterialen.

“We streven continu naar een vermindering van onze specifieke uitstoot”, zegt Klaus Schaefer, CTO van Covestro. “Met deze investering zullen we de efficiëntie van de bestaande operaties beduidend verbeteren.” Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: “Dit project is een belangrijke stap op weg naar de in Nederland afgesproken 49 procent CO2-reductie in 2030. De Rotterdamse industrie stoot veel CO2 uit en heeft dus een wezenlijke rol in het bereiken van dit doel. Het initiatief van LyondellBasell en Covestro is een inspirerend voorbeeld hoe de industrie dit kan doen, ook in een sterk concurrerende markt.” De installatie moet over twee jaar in bedrijf zijn en zal elf fulltime arbeidsplaatsen bieden. p

Animatie van het Circular Steam Project september 2018 Chemie Magazine 15


DE VNCI BESTAAT DIT JAAR 100 JAAR. CHEMIE MAGAZINE VIERT DIT MET EEN SERIE ARTIKELEN OVER CHEMISCHE INNOVATIES DIE DE AFGELOPEN 100 JAAR GROTE MAATSCHAPPELIJKE IMPACT HADDEN.

ANTICONCEPTIEPIL

KUNSTMEST

SYNTHETISCHE VEZELS

VOEDINGSADDITIEVEN

CHEMISCHE GEWASBESCHERMING HEEFT VEEL GOEDS GEBRACHT

‘WE KUNNEN (NOG) NIET ZONDER’ Na de Tweede Wereldoorlog nam het gebruik van chemische gewasbescherming snel toe. En daarmee de voedselproductie, waardoor honger door mislukte oogsten werd voorkomen. Ziekten, plagen en onkruid: zonder gewasbescherming zitten boeren met de handen in het haar. De kunst is om de middelen zo ‘vriendelijk’ mogelijk te maken.

PENICILLINE

VERF EN COATINGS

PLASTIC

20

e eeuw

GEWASBESCHERMING

DESINFECTIE

GENEESMIDDELEN (volgorde is willekeurig)

16 Chemie Magazine september 2018

Tekst: Marloes Hooimeijer en Igor Znidarsic

‘C

hemische gewasbescherming heeft veel goeds gebracht”, zegt Piet Boonekamp, voorzitter van de belangenvereniging voor biologische gewasbescherming Artemis en voormalig voorzitter van de wetenschappelijke plantenziektekundige vereniging KNPV. Hij geeft regelmatig lezingen over de geschiedenis en toekomst van gewasbescherming, waarin hij ook put uit zijn werkverleden bij de Wageningen University and Research. “We kunnen wel net doen alsof we zonder gewasbeschermingsmiddelen kunnen, maar we hebben tienduizend jaar geleden, toen we met monocultuurlandbouw begonnen, al over onszelf afgeroepen dat dat niet zo is. We zetten planten en gewassen die zo min mogelijk toxische stoffen bevatten op veldjes bij elkaar en kweken daar grote producten die het liefst tegelijkertijd rijp zijn; dat is een paradijs voor ziekten en plagen. In de oudheid deden de Sumiriërs (3000 v.C.) en later de Grieken en Romeinen al iets met kalk en zwavel en in de middeleeuwen werden tabak (nicotinen) en kruiden aangewend tegen plaaginsecten. Maar tot

circa 1850 was het vooral een kwestie van bidden of de oogst zou slagen.” Een anekdote vertelt volgens Boonekamp dat de ‘Bordeauxse pap’ (een papje van een koper- met kalkverbinding) bij toeval werd ontdekt toen wijnboeren het gingen gebruiken tegen druivendieven. “Het gaf de druiven een gemene groen-blauwige glans, waardoor het minder aantrekkelijk was ze te pikken. Toen zagen ze dat het ook werkte tegen ziektes.” Hoewel al eerder lokaal in gebruik, deden rond 1850 de anorganische gewasbeschermingsmiddelen koper, zwavel en kalk algemeen hun intrede. “Het was in die tijd dat ziekten en plagen voor het eerst in de geschiedenis een wetenschappelijke basis kregen, namelijk dat het verschillende typen organismen waren die van buitenaf planten infecteerden, en dus ook specifiek tegengegaan moesten worden.”

Geen honger

De synthetische organische verbindingen namen een vlucht toen na de Tweede Wereldoorlog de chemiefabrieken die dienst hadden gedaan voor de oorlogsindustrie, met hun chemische knowhow gewasbescher-


ALS GEVOLG VAN VOEDSELSCHAARSTE DOOR DE AARDAPPELZIEKTE PHYTOPHTHORA STIERVEN TUSSEN 1845 EN 1850 MEER DAN EEN MILJOEN IEREN. (WIKIPEDIA)

Boer Jos is nog steeds samen met Dycke, die hij via Boer zoekt Vrouw heeft ontmoet.

JOS SLOOT:

mingsmiddelen gingen maken. “In de jaren 50 waren organische fosfaten, gechloreerde koolwaterstoffen en carbamaten de grote verbindingen die zowel als insecticiden, fungiciden (tegen schimmels) en als bodemontsmetting gebruikt werden. Door die verbindingen was de wereld in staat de voedselproductie tussen 1950 en 1980 te verdubbelen. Daarmee konden we de wereldbevolking, die in die tijd ook verdubbelde, voeden. In onze contreien is sindsdien nooit meer honger geweest, wat daarvoor altijd plaatsvond. Honger kan leiden tot grote conflicten, dat zagen we nog bij de Franse Revolutie, mede ontstaan door graantekort door schimmel-

ziekten, en bij de laatste grote Europese voedselcrisis, de aardappelziekte in 1845.” Die organische verbindingen werken heel breed, op hele groepen ziekten en plagen. Keerzijde bleek volgens Boonekamp te zijn dat het heel persistente middelen zijn die langzaam afbreken, zeker de gechloreerde koolwaterstoffen, en dat ze ‘behoorlijk toxisch’ zijn voor andere organismen. “Afgezet tegen de opbrengst gebruikten we in Nederland helemaal niet zo veel gewasbeschermingsmiddelen, maar aangezien we met onze intensieve landbouw wel heel veel produceren op een klein oppervlak, zaten we toch hoog in ons gebruik. We heb- e

FOTO: JOS SLOOT

‘Ik kan me de kritiek deels voorstellen, maar anderzijds wil iedereen ook graag zo goedkoop mogelijke groente’ De Romeinen gebruikten al kalk en zwavel als gewasbescherming.

september 2018 Chemie Magazine 17


DANKZIJ GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN WAS DE WERELD IN STAAT DE VOEDSELPRODUCTIE TUSSEN 1950 EN 1980 TE VERDUBBELEN

Misoogsten vanwege de aardappelziekte leidden halverwege de negentiende eeuw tot opstanden in veel Europese landen, waaronder Nederland. De aardappeloproer in Berlijn in 1847 (foto) wordt gezien als de opmaat naar de maartrevolutie van 1848, die deel uitmaakte van de nationaal-liberale opstanden in grote delen van Europa.

ben veel water en gebruikten de middelen ook om aaltjes in de bodem te bestrijden, waardoor ze in grond- en oppervlaktewater terechtkwamen.” Al sinds de jaren tachtig is er in Nederland veel gedaan om deze negatieve effecten te verminderen. Boonekamp: “Grondontsmetting werd steeds meer aan banden gelegd en veel gewasbeschermingsmiddelen zijn vervangen door specifiekere en sneller werkende middelen, met minder bijeffecten voor andere organismen. De industrie heeft er veel aan gedaan om die nieuwe middelen te ontwikkelen. Azolen bijvoorbeeld als fungiciden, die zijn vrij specifiek. In 1994 gaf ook de eerste Europese wet gewasbeschermingsmiddelen aan dat middelen specifieker moesten zijn. Dit was een geweldige drive voor de industrie om hierin te investeren. Ze zoomden dieper in op het werkingsmechanisme van de middelen, keken hoe ze zijgroepjes aan de backbone van gechloreerde koolwaterstoffen en organische fosfaten konden zetten om de werking speci-

20

FOTO: HORTIPOINT

e eeuw

GEWASBESCHERMING PIET BOONEKAMP:

‘Chemische gewasbescherming heeft veel goeds gebracht’ 18 Chemie Magazine september 2018

fieker te maken tegen een bepaalde plaag of ziekte, zonder bijeffecten.”

Low risk

Inmiddels is de Europese wet in 2009 nog verder aangescherpt, strenger geworden op specificiteit en toxiciteit. “Meer dan de helft van de middelen is door die aanscherping verdwenen. De middelen moeten in de toekomst gaan voldoen aan low risk-profielen waar het gaat om effect op mens, milieu en dier. Dat is goed natuurlijk, maar hierdoor zal het middelenpakket voor de boer veel te klein worden en moet de overheid de transitie naar teeltsystemen met onder andere meer biologische gewasbeschermingsmiddelen mogelijk maken. De boer kan niet zonder gewasbescherming. Glyfosaat bijvoorbeeld is een van de belangrijkste onkruidbestrijdingsmiddelen, maar er is veel discussie over omdat het toxisch en carcinogeen zou zijn. Dat laatste lijkt niet zo te zijn, maar het beleid wordt wel steeds restrictiever. Boeren hebben het nog hartstikke hard nodig, omdat onkruid in de huidige teeltsystemen nog niet goed op een andere, groenere manier te bestrijden is.” Ook bedrijven die voorheen alleen chemische gewasbeschermingsmiddelen maakten, investeren daarnaast inmiddels in biologische middelen. “Dit heeft niet alleen met strengere regelgeving te maken maar ook met het feit dat ze minder chemische stoffen met nieuwe werkingsmechanismen kunnen vinden. Het bestaande arsenaal raakt ook sneller uitgeput doordat ze steeds specifieker op het pathogeen moeten werken, waardoor ook sneller resistentie ontstaat. De 20ste eeuw was voor gewasbescherming de eeuw van de chemie, die is geweldig goed geweest voor de voedselvoorziening, maar er bleken steeds meer nadelige effecten op mens, dier en milieu. De 21ste eeuw moet dan ook de eeuw van de biologie, van ‘vergroening’ worden.” (Zie ook kader toekomst.)


WERELDWIJD WORDEN GEWASSEN BEDREIGD DOOR 30.000 SOORTEN ONKRUID, 3000 SOORTEN AALTJES, 800 SOORTEN SCHIMMELS EN 10.000 VOOR DE PLANT SCHADELIJKE INSECTENSOORTEN

In het Gelderse Steenderen verbouwt Jos Sloot onder andere pootaardappels en gladiolen. Hij is bekend van het populaire tv-programma Boer zoekt Vrouw, maar bovenal is hij akkerbouwer in hart en nieren. Voor het behalen van de beste rendementen op zijn land is kunstmest voor hem ‘onmisbaar’ (zie Chemie Magazine februari) en hetzelfde geldt voor chemische gewasbescherming. Zo gebruikt hij een middel voor onkruidbestrijding. “Daar kan ik absoluut niet buiten. Zou ik het niet gebruiken, dan zou het onkruid het gewas overwoekeren en te veel meststoffen en zonlicht wegnemen. Je kunt onkruid ook mechanisch bestrijden, maar dat kost vanwege de arbeid veel meer dan chemische bestrijding. De prijs per kilo wordt gewoon hoger.” Naast onkruid heeft een akkerbouwer ook te maken met plagen en ongedierte. “In de pootaardappelteelt moeten we de luisbestrijding heel goed in de gaten houden. Dat doen we met een middel dat de luizen niet doodt maar ze verdrijft door een lucht af te scheiden waar de luis niet tegen kan. Dat spuiten we wekelijks over de aardappelen.” De gladiolenteelt kan met minder ingrepen. “We planten wat ruimer, zodat er wat meer zonlicht bij kan, en met een beetje geluk en een normaal najaar kunnen we de gladiolen vrij van spuiten kweken.” Verder verbouwt Sloot ook snijmais en tarwe. “Tarwe bespuiten we tegen onkruid en tegen de afrijpingsziekte, een schimmel. Als je daar niks tegen doet heb je een probleem.” Er vindt ook voorzorg plaats. “We proberen van tevoren, voor het gewas gezaaid of gepoot wordt, zo veel mogelijk onkruid mechanisch te verwijderen door te ploegen met een kerende werking, zodat we met een schoon land beginnen.” “Deels een beetje overtrokken”, dat vindt hij van de kritiek op chemische gewasbeschermingsmiddelen. “We gebruiken heel lage doseringen. We

blijven in de landbouw altijd binnen de normen, en binnen de EU staat Nederland wat dat betreft ver bovenaan. Ik kan me de kritiek deels voorstellen, maar anderzijds wil iedereen ook graag zo goedkoop mogelijke groente en bloemen.” Hij is wel van mening dat de landbouw de vinger aan de pols moet blijven houden, “zodat het allemaal verantwoord blijft. Het moet het bodemen waterleven niet aantasten.”

‘De 21ste eeuw moet de eeuw van de biologie, van “vergroening”, worden.’

Biologisch

Geïntegreerde gewasbescherming, een combinatie van biologisch, mechanisch en chemisch, vindt Sloot wel een optie voor de toekomst, maar zelf doet hij er niet aan. Hoewel …: “In feite zijn we er met z’n allen al een beetje mee bezig, door zo min mogelijk chemie te gebruiken, ook omdat die hartstikke duur is. We zitten eigenlijk al een beetje op de grens. Ik hoop dat de technieken steeds verder worden doorontwikkeld, dat de mechanische onkruidbestrijding steeds makkelijker wordt. Er zijn al robots op de markt voor onkruidbestrijding, waarmee je op arbeid en op chemische middelen bespaart.” Hij kan zich voorstellen dat sommige boeren de keuze voor biologisch maken (Skal-keurmerk). “Het is mogelijk om geen chemische

middelen te gebruiken. Maar dan moet je wel de tolerantie bij jezelf hebben dat je niet voor de hoogste opbrengst gaat. Skal-boeren krijgen wel wat meer voor hun product, maar je moet er wel tegen kunnen dat het nog wel wat keren misgaat. De kans bestaat dat het gewas binnen een week in de schimmel komt en dat kost je veel op brengst. Daar moet je het type boer voor zijn. Het wordt wel beloond, qua prijs, maar mijns inziens nog veel te weinig.”

WIST U DAT?

Chemische gewasbeschermingsmiddelen beschermen oogsten tegen ziekten, plagen, onkruiden en schadelijke organismen. Ze worden in de landbouw ingezet naast biologische bestrijding (micro-organismen uit de natuur, bestrijdingsmiddelen van natuurlijke oorsprong en natuurlijke vijanden als de sluipwesp) en mechanische gewasbeschermingsmethoden (zoals wieden van onkruid). Herbiciden zoals glyfosaat helpen tegen onkruid, fungiciden zoals netam-natrium, carbonaten en azolen tegen schimmels, en insecticiden zoals neonicotinoïden bestrijden insecten. Daarnaast zijn er nog nematiciden tegen bodemaaltjes en rodenticiden tegen knaagdieren. De toelating van gewasbeschermingsmiddelen is geregeld in Europese en Nederlandse wetgeving. Ze mogen alleen gebruikt worden als ze geen gevaar vormen voor de consument, het milieu en de gebruiker. Sommige gewasbeschermingsmiddelen zijn omstreden en worden aan banden gelegd, zoals in het verleden de insectenverdelger DDT (een vinding die in 1948 nog goed was voor een Nobelprijs voor de Zwitser Paul Müller) en recent bepaalde neonicotinoïden, die de bijenpopulatie zouden schaden. Ook over de onkruidbestrijder glyfosaat is veel discussie en gaan stemmen op tot uitfaseren.

Bronnen: o.a. Voedingscentrum, Wikipedia, Ctgb

Boer Jos

e september 2018 Chemie Magazine 19


DE TOTAALAFZET VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN IN NEDERLAND WAS IN 2016 RUIM 9,5 MILJOEN KILOGRAM ACTIEVE STOF, EEN DALING VAN CIRCA 1 MILJOEN TEN OPZICHTE VAN BEGIN JAREN NEGENTIG (NEFYTO)

VNCI-LEDEN LANGE HISTORIE IN GEWASBESCHERMING

‘Onze groeiregulatoren zorgen ervoor dat graan niet te lang wordt, omvalt en gaat schimmelen’

20

e eeuw

GEWASBESCHERMING

20 Chemie Magazine september 2018

BASF produceert onder meer in Ludwigshafen gewasbeschermingsmiddelen, Nederland is een van de afzetmarkten. In 1920 begon het chemieconcern in het Duitse Limburgerhof met onderzoek naar gewasbeschermingsmiddelen. Eric Kiers (manager Sustainability, Government relations, Product stewardship & Food chain, Agro-divisie BASF Nederland): “Het idee was dat diverse producten die BASF bij zijn chemieproductie gebruikte, zoals zwavel en arseen, mogelijk ook als gewasbescherming konden dienen. Maar doordat die middelen ook de gewassen bleken te beschadigen, leidde het onderzoek niet meteen tot doorbraken. In 1947, in tijden van wederopbouw en honger, brachten we onze eerste onkruidbestrijder op de markt: U46. Eind jaren veertig nam het gebruik ervan een enorme vlucht. Er kon veel intensiever geteeld gaan worden en de voedselvoorziening werd veiliggesteld.” In de jaren zestig bracht BASF de fungicide Polyram op de markt, een breed werkend middel tegen veel schimmels. Het bestaat nog steeds. Net als de herbicide Pyramin uit 1964. Kiers: “Boeren hadden de door onkruid onrendabele suikerbietenteelt al bijna opgegeven, Aardappelplant getroffen door Phytophthora infestans, de aardappelziekte.

maar dankzij de effectiviteit en selectiviteit van Pyramin kon de suikerbiet blijven bestaan. Of neem de introductie van Basagran, in 1975 in Amerika. Het werd geïntroduceerd voor onkruidbestrijding in de sojabonenteelt. Sojabonen konden voortaan dichter op elkaar gezaaid worden en er hoefde minder grond bewerkt te worden, waardoor we erosie tegengingen. Onze groeiregulatoren, zoals Cycocel, zorgen ervoor dat graan niet te lang wordt, omvalt en gaat schimmelen, en maken machinaal oogsten makkelijker. Dit heeft geresulteerd in meer en goedkoper graan.” DuPont en Dow hebben beide een lange historie in de ontwikkeling en productie van gewasbeschermingsmiddelen en landbouwzaden. Na de fusie tussen beide bedrijven, in september 2017, is die samengebracht in de agriculture-divisie van DowDuPont. In juni 2019 gaat de divisie verder als zelfstandig bedrijf, onder de naam Corteva Agriscience. “Corteva Agriscience bundelt een eeuw aan landbouwkennis en -ervaring. Het ontwikkelt en lanceert producten die voldoen aan de huidige strenge maatstaven van overheden en de agrarische sector zelf, en inzetbaar zijn in de geïntegreerde teelt van diverse gewassen”, aldus woordvoerder Willem Buitelaar van DuPont. Een van de meest recente voorbeelden is het onlangs toegelaten product Zorvec Enicade. Buitelaar: “Dit is een nieuwe schakel in de bestrijding van Phytophthora infestans in aardappelen, verantwoordelijk voor de aardappelziekte. Met slechts 15 gram actieve stof per hectare en een zeer gunstig milieuprofiel draagt dit product bij aan de vernieuwing van gewasbescherming en de teelt.” De innovatie won al vier awards, waaronder die van Most Innovative Chemistry en Best Formu-


IN 2016 BEDROEG DE AFZET VAN RESPECTIEVELIJK FUNGICIDEN, INSECTICIDEN, HERBICIDEN EN OVERIGE MIDDELEN RUIM 4,2 MILJOEN, RUIM 2,6 MILJOEN, 136.529 EN RUIM 2,5 MILJOEN KILOGRAM ACTIEVE STOF (NEFYTO)

CHEMIE VAN GEWASBESCHERMING

lation Innovation. In Nederland is Zorvec Enicade afgelopen augustus geïntroduceerd tijdens de Aardappel-demodag in Westmaas. Andere ‘bekroonde’ gewasbeschermingsproducten zijn onder meer de fungicide Aproach Prima (DuPont) en de herbicide Quelex (Dow), met de werkzame stof Arylex. Buitelaar: “Hoewel Corteva Agriscience de bedrijfsnaam wordt, blijven deze in de landbouw bekende merknamen in de toekomst gewoon bestaan.” Bayer levert een breed portfolio op het gebied van zowel chemische als biologische gewasbescherming. “Ze helpen planten gezond te houden, want net zoals mensen en dieren zijn ook planten gevoelig voor ziekten. Zieke gewassen leveren veel minder of zelfs helemaal geen oogst op. Zonder gewasbescherming zou de oogst tientallen procenten lager liggen”, zegt Jan Wisse, corporate communications and public affairs manager. “Al in 1892 bracht Bayer het eerste synthetische insecticide, Anthinonnin, op de markt. Met de recente overname van Monsanto is Bayer marktleider geworden op het gebied van gewasbescherming en zaden.” Door continue innovatie beschikken boeren volgens Wisse inmiddels over een uitgebreide ‘toolbox’ om hun gewassen gezond te houden. “Bayer hecht aan het toepassen van ‘geïntegreerde ziektebestrijding’, dat de boer de optie biedt om met de inzet van zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddel een optimale oogst te behalen. De laatste decennia zijn naast bestrijdingsmiddelen, de inzet van sterke rassen (genetica) en slimme monitoringssystemen steeds belangrijker geworden. Digitalisering in de landbouw speelt een steeds grotere rol in het voorkomen en effectief bestrijden van ziekten en plagen.”

Chemische gewasbeschermingsmiddelen bestaan uit één of meerdere werkzame stoffen gecombineerd met hulpstoffen. De werkzame stof is het bestanddeel dat de plantenziekte, plaag of het onkruid bestrijdt. Glyfosaat bijvoorbeeld is een organische fosforverbinding, azolen zijn heterocyclische stikstofverbindingen en neonicotinoïden zijn een groep werkzame stoffen verwant aan nicotine. Hulpstoffen zorgen ervoor dat de middelen eenvoudig toegepast kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan oliën die ervoor zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen beter door de plant worden opgenomen. De middelen worden onder andere gesproeid of verstoven boven de plant of als korrels over de aarde gestrooid.

TOEKOMST: VERGROENING “Als we voor de toekomst niet inzetten op de ‘weerbare plant en weerbare systemen’, vergeet het dan maar, dan zullen we gewasbeschermingsmiddelen moeten blijven spuiten, en blijft verdere ‘vergroening’ uit”, aldus Artemis-voorzitter Boonekamp. Met een combinatie van ‘biologie in en rondom de plant’, kunnen ziekten en plagen volgens hem zo onderdrukt worden, dat chemisch ingrijpen nog maar minimaal nodig is. “Door precisieveranderingen in het eigen genenrepertoire aan te brengen, kun je de weerbaarheid vergroten. Bijvoorbeeld door meer van de resistentiegenen aan te zetten of de helpergenen, die ervoor zorgen dat een ziekte zich in een plant kan vestigen, juist uit te zetten. Helaas heeft het Europese Hof recent besloten dat dit onder GMO-wetgeving valt (genetische modificatie – red.), een barrière voor de verdere vergroening van gewasbescherming. Ook moeten we de microbiële populatie in en om de plant heen versterken, omdat die de plant weerbaar maakt tegen ziekten en plagen. Met biologische bestrijdingsmiddelen en organismen kunnen we dit microbioom in de juiste richting duwen. De derde poot noem ik ‘de weerbare systemen’, de omgeving waarin het gewas staat. Met precisielandbouw bijvoorbeeld kun je heel precies kijken waar je al in kunt grijpen met biologische micro-organismen om beginnende ziekten en plagen weg te duwen.” BASF zal volgens Kiers in de toekomst meer biologische middelen ontwikkelen. “Zoals producten op basis van schimmels (Beauveria) die insecten doden en op basis

van bacteriën (Bacillus) die schimmels doden of als insecticide werken. Meer vergroening zal, naar mijn mening, wel invloed kunnen hebben op de prijs en beschikbaarheid van groente en fruit. Het voordeel van chemische middelen is dat die altijd heel effectief zijn, biologische middelen zijn veel afhankelijker van het weer om hun werk goed te doen, maar passen uiteraard wel prima in de vraag vanuit de samenleving naar meer biologische producten. Overigens hebben heel veel van onze bestaande middelen hun oorsprong ook in de natuur. In de jaren 80 maakten wij al een middel tegen schimmels op basis van de stof kresoximmethyl, die zijn oorsprong vindt in paddenstoelen, ter bescherming tegen andere schimmels. Of neem 1,4SIGHT, een product voor aardappelbewaring. De werkzame stof zit van nature in de aardappelschil, maar als je die niet synthetiseert heb je veel te veel aardappels nodig.” De trend om met een minimale impact op het milieu een maximale oogst te behalen, zal ook volgens Wisse van Bayer doorzetten. “Door innovaties ontwikkelen we middelen met een steeds lagere impact op het milieu en door veredeling kweken we rassen die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen, maar ook tegen droogte of verzilting. Ook interacties met micro-organismen zijn onderwerp van onderzoek, bijvoorbeeld om nog beter meststoffen door planten op te laten nemen. Dit alles verzekert boeren van een goede en gezonde oogst.” p

september 2018 Chemie Magazine 21


1928 1938

1948 1958

1918 1928

1938 1948

1958 1968

DE GESCHIEDENIS VAN DE VNCI

MEER AANDACHT VOOR MILIEU

In tien afleveringen gaat Chemie Magazine door de historie van de VNCI en de chemie in Nederland, vanaf de oprichting van de vereniging in 1918 tot de viering van het 100-jarig bestaan dit jaar. Aflevering 8: de jaren 1988-1998. Tekst: Igor Znidarsic

CHEMISCHE INDUSTRIE IN NEDERLAND IN DE JAREN NEGENTIG Na de vervuilende jaren zeventig kwam er steeds meer aandacht voor milieu en veiligheid, van zowel de productieprocessen als de producten zelf, met in de jaren tachtig de implementatie van veiligheids- en emissie-beheersende maatregelen. Milieu werd, met name bij de grote bedrijven, steeds vaker een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Begin jaren negentig wordt het Responsible Care-programma bij de Nederlandse chemische industrie geïntroduceerd, waar zich steeds meer bedrijven bij aansluiten. Vanaf 2002 zal het onderschrijven van Responsible Care zelfs een voorwaarde zijn voor het VNCI-lidmaatschap. Met haar zware accent op de basisindustrie heeft de Nederlandse chemische industrie het tijdens de economische crisis in de jaren zeventig moeilijk gehad. Na het herstel in de jaren tachtig, mede door productdifferentiatie richting fijnchemie, ontwikkelt de chemische industrie zich in de jaren negentig tot een bedrijfstak met een voor een klein land niet onaanzienlijk aandeel van zo’n 2 procent in de wereldproductie. Nationaal ontwikkelt de chemie zich tot op één na belangrijkste industrietak (na de levensmiddelensector). In 1990 is de sector met 93.000 werknemers goed voor 10 procent van de werkgelegenheid, voor 15 procent van de productie en voor 20 procent van de export in de totale industrie. In 1997 behaalt de chemische industrie zelfs de grootste omzetstijging (17 procent) binnen de Nederlandse industrie. 22 Chemie Magazine september 2018

1991

De chemische industrie sluit het eerste convenant met de overheid. Vijftien VNCI-leden en het ministerie van EZ ondertekenen een overeenkomst over een verbetering van de energie-efficiëntie met 20 procent tot het jaar 2000 (ten opzichte van 1989). Dit zal in 1993 resulteren in het convenant Meerjarenafspraak. P.F. Noordervliet.

P.F. (Peter) Noordervliet wordt directeur. Hij volgt A. Willering op, die wegens ziekte zijn functie heeft neergelegd. Noordervliet zal aanblijven tot zijn pensionering in 2004, waarna Colette Alma het stokje overneemt.

De VNCI en verwante organisaties, waaronder VOTOB, NEA en NFK, betrekken samen een nieuw kantoor in Leidschendam. De nieuwbouw is gesitueerd naast het pand aan de Vlietweg 14 waar de VNCI sinds 1984 was geves-


1978 1988 1968 1978

1998 2008 1988 1998

2018 2030? 2008 2018

VOORZITTERS

Vlietweg 16.

tigd. De gezamenlijke voordeurdeling zal naar verwachting tot een betere belangenbehartiging leiden.

1992

R.E. Selman (DSM) volgt in 1989 G. Bresser (GistBrocades) op. Belangrijke uitdagingen zijn volgens hem imagoverbetering en de nazorg van chemische producten ter bescherming van het milieu. Bresser stelt bij zijn afscheid dat het milieubewustzijn tijdens zijn voorzitterschap een zeer breed draagvlak heeft gekregen en dat hij het “jammer zou vinden als de maatschappij als geheel op hoge kosten wordt gejaagd wanneer emotie, politiek en bestuurlijke maatregelen gaan dicteren in plaats van de feitelijke situatie op milieugebied. Een aanpak waarbij de emoties geen overwegende rol spelen zal ertoe leiden dat met minder kosten meer bereikt zal worden.” In 1994 wordt Selman opgevolgd door W.J.F. Göebel (Shell), die later plaatsmaakt voor R.M.J. van der Meer (AKZO Nobel).

De VNCI roept het onafhankelijke Bestuursadviescollege (BAC) in het leven, met als doel de dialoog met diverse maatschappelijke groeperingen te versterken. Het BAC bestaat uit vertegenwoordigers van onder meer overheid, ngo’s, onderwijs- en wetenschapsinstellingen.

R.E. Selman.

1993

Samen met KNCV (Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging) en NVON (beroepsvereniging voor leraren in de natuurwetenschappen) richt de VNCI Stichting C3 (Communicatie Centrum Chemie) op, die zich inzet om basisschoolkinderen en leerlingen in het voortgezet onderwijs kennis te laten maken met de wereld van chemie. De VNCI viert het 75-jarig bestaan in De Doelen, met als hoogtepunt een toespraak van minister-president Lubbers. Koos Postema is de dagvoorzitter. NCI, de voorloper van Chemie Magazine, is gerestyled en komt met een jubileumuitgave, voor deze gelegenheid gedeeltelijk in full colour.

W.J.F. Göebel (I.) en R.M.J. van der Meer.

september 2018 Chemie Magazine 23

NCI; Delfstoffenwinning en chemische industrie; CBS; Techniek in Nederland in de Twintigste Eeuw.

Het VNCI-bestuur besluit het Responsible Care-programma bij de Nederlandse chemische industrie te introduceren. DuPont de Nemours in Dordrecht zal in 1994 als eerste lidbedrijf een Responsible Care-jaarverslag uitbrengen.

e


1994

De VNCI wil de zogeheten blauwe brieven en andere ledeninformatie zoveel mogelijk langs elektronische weg versturen en introduceert het E-mailsysteem VNCI-link. Snelle en efficiënte communicatie is nu een kwestie van ‘enkele toetsen indrukken’. Tijdens een informatiebijeenkomst blijken er nog wel wat ‘technische probleempjes’ te zijn.

1997

De afdeling Milieu en Veiligheid is in belang en omvang gegroeid. Er werken inmiddels 11 personen (parttime), evenveel als op de afdeling Voorlichting. In totaal werken er bij de VNCI 37 personen. De VNCI brengt het eerste Responsible Care-rapport uit. “De manier waarop de chemische industrie milieumaatregelen implementeert kan als goed voorbeeld worden gezien voor de overige bedrijfstakken in Nederland”, reageert milieuminister Margreeth de Boer. Inmiddels zijn 115 van de 153 productielocaties van VNCI-leden deelnemer van het RC-programma.

Milieuminister M. de Boer (r.) bekijkt het eerste Responsible Care-rapport, samen met VNCI-bestuurslid Goetzee.

24 Chemie Magazine september 2018

weggeslingerde tankdelen veroorzaken zware branden op het terrein. De les achteraf: het handmatig uitvoeren van processen aan de hand van handgeschreven recepten en tanknummers houdt een groot risico van menselijk falen in. Verregaande procesautomatisering kan dit risico verminderen. Het bedrijf krijgt vanwege overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet, de Hinderwet en de Wet op de Luchtverontreiniging een boete van 220.000 gulden. Eerder was in de bodem en in de waterbodem van het naastgelegen Amstel-Drechtkanaal ernstige verontreiniging geconstateerd. Cindu wees iedere aansprakelijkheid af, maar vond wel dat het een morele plicht had mee te helpen bij de oplossing van het probleem. In 1990 werden Cindu en de Staat het eens over de sanering, waarbij van de totale kosten van 40 miljoen gulden 30 miljoen voor rekening van de overheid kwam. p

FOTO: ANP

CINDU-RAMP

Cindu Chemicals en dochter Nevcin Polymers zijn in 1992 gevestigd aan de Amsteldijk Noord in Uithoorn. Naast teersoorten worden er polymeren geproduceerd. In de nacht van 8 juli vult een operator reactorketel HP-1 met grondstoffen voor een polymeer. Hoewel hij pas kort in dienst is en de leerlingstatus heeft, werkt hij die nacht zelfstandig. Het vullen vindt plaats aan de hand van een recept waarop de hoeveelheden en de tanknummers van de grondstoffen zijn ingevuld. De grondstoffen worden uit de opslagtanks in de ketel gepompt. Op het recept is, zo blijkt later, het verkeerde tanknummer ingevuld, waardoor de ketel met een verkeerd mengsel wordt gevuld. De operator tapt wel een controlemonster af, maar dat wordt niet direct gecontroleerd. De ketel wordt met stoom opgewarmd. De opwarmtijd bedraagt 5 tot 6 uur. Na 5 uur, rond 9:20, loopt de temperatuur oncontroleerbaar op. De ketel is voorzien van een koelinstallatie, maar die kan de temperatuurstijging niet tegenhouden. Men vraagt het lab het controlemonster te bekijken, waarop de fout wordt ontdekt. De bedrijfsbrandweer, die is opgeroepen om de ketel te koelen, is om 9:35 ter plaatse en pompt Amstelwater de ketel in. Toch lopen temperatuur en druk snel op, tot waarden die de meetapparatuur niet meer kan aangeven. Men trekt niet de conclusie dat een explosie dreigt. Die vindt plaats om 9:53. Drie leden van de bedrijfsbrandweer, waaronder de commandant, komen om, elf Nevcin-medewerkers raken gewond, waarvan één zeer ernstig. De over grote afstanden


Voorkom calamiteiten met gevaarlijke stoffen

Chemiekaarten® breidt haar service uit Naast ons online platform en nieuwste Chemiekaartenboek, bieden we nu ook de Chemiekaarten® 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers in het veld! 500 enkelvoudige stoffen met de chemische eigenschappen en basisgegevens De Light Editie is speciaal ontwikkeld als praktisch handboek voor dagelijks gebruik op de werkvloer U ziet zo in één oogopslag welke risico’s het werken met een stof met zich mee brengt Gevalideerde informatie, door onafhankelijk team van chemische en medische experts Chemiekaarten® bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit Sluit risico’s uit en haal benodigde kennis in huis. Een veilige gedachte.

Kom in actie en ga naar sdu.nl/chemiekaarten

0371 Adv_Chemiekaarten_230x295mm.indd 1

06-12-17 08:38


CHEMPORT EMMEN BENUT ‘DE KRACHT VAN HET NOORDEN’

CENTRUM VOOR DUURZAME POLYMEREN Anders dan de meeste chemieclusters in Nederland ontbeert Chemport Emmen een chemieconcern met onderzoeksafdelingen, productie-installaties, ruime financiële middelen, economische en politieke invloed. Maar wat een zwakte lijkt, ontwikkelt zich tot een kracht. Het cluster kent korte lijnen en profiteert van zijn ‘chemische niche’: duurzame kunststoffen, biocomposieten en recycling. Tekst: Henk Engelenburg

I

n de naoorlogse decennia was Zuidoost-Drenthe met kunststofproducent AKU (naderhand ENKA en weer later AkzoNobel) op het hoogtepunt goed voor zesduizend banen in de ontwikkeling en productie van garens. Daar liggen ook de wortels van Chemport Emmen, want met de teloorgang van deze industrie bleef de regio niet armzalig achter. Afgezien van de maakindustrie die er van oudsher al is, zoals machinefabrieken en spuitgietbedrijven, heeft de kennis en kunde op het gebied van garens en kunststoffen het afgelopen decennium haar weg gevonden naar vooral kleine en middelgrote bedrijven. Zij hebben nieuwe economische bedrijvigheid gecreëerd in het ontwikkelen, produceren en recyclen van duurzame kunststoffen en biocomposieten. De inspanningen komen samen op Emmtec, het voormalige bedrijfsterrein van AkzoNobel, vorig jaar door de Topsector Chemie benoemd tot Centre for Open Chemical Innovation (Coci).

26 Chemie Magazine september 2018

Op Green PAC, zoals de Coci heet, bereiden jonge chemiebedrijven met opschaling de sprong naar de markt voor. De kleine en middelgrote ondernemingen vinden elkaar in de bedrijfsnetwerken Suspacc en Taskforce Green Chemistry. Taskforce-voorzitter Cor Kamminga voorziet dat Chemport Emmen zal uitgroeien tot een centrum van composieten en polyesters op basis van recycling en duurzame, natuurlijke grondstoffen zoals glycerine, reststromen van vezelige grassen, suikerbieten, aardappels en zelfs rioolslib. “In elk geval biopolymeren die al in de ontwerpfase geschikt worden gemaakt voor 100 procent recycling.”

Researchlab

In plaats van een centraal researchlab van een chemieconcern, is er Suspacc, een samenwerkingsverband van bedrijven in Emmen dat het onderzoek en de ontwikkeling van biopolymeren, biocomposieten en recycling van PET stimuleert,

coördineert en afstemt met kennisinstellingen. Suspacc-voorzitter Bart Labrie, tevens directeur-eigenaar van H&P Moulding (producent van precisie-spuitgietonderdelen van kunststof) stelt dat technologisch al veel mogelijk is, alleen nog niet op industriële productieschaal. “Supergrote productiefabrieken vind je niet op Emmtec, wel een variëteit aan bedrijven die met kleine en middelgrote series gericht zijn op producten en toepassingen voor de eindconsument en dat met veel nadruk op onze chemische niche. We blijven hier streven naar betere, duurzamere en recyclebare biomaterialen en dat we daar nog veel sterker in worden.” Labrie spreekt over het van ‘scratch on’ opnieuw uitvinden en toepassen van de chemie. “Dat is de kracht in het Noorden, die verscheidenheid van bedrijven die in iets nieuws stappen. Zo wordt de schijnbare zwakte een kracht en kun je de hele keten neerzetten. Dat is nu de voornaamste opgave: het nog verder


Cluster

FOTO: K ARIN EDEN

In juli 2017 openden wethouder Bouke Arends en gedeputeerde Henk Brink in Emmen een fietspad van biocomposiet. Het wordt getest op levensduur, slijtage, fietscomfort, ecologie en kleurveranderingen. Het is ontwikkeld door Naftex, Sweco Nederland, EVAOptic, Stenden Hogeschool, Green PAC en BG&M Bouw en wordt ondersteund door Recreatieschap Drenthe en de gemeente Emmen.

verbinden van de bedrijfjes en bedrijven, het verbreden van de kennis en het aanhaken bij het grootbedrijf.”

Kennisbestuiving

Voor het bestuiven van de productiekennis met onderzoek en nieuwe technologie, ontbreekt het Emmtec aan een naburige technische universiteit met aanpalende bedrijvigheid, zoals de meeste andere chemieclusters hebben. Emmtec compenseert dit door samenwerkingen met de Rijksuniversiteit Groningen, hogeschool NHL Stenden en het Drenthe College (mbo). NHL Stenden is begin dit jaar ontstaan uit de fusie tussen de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) en Stenden Hogeschool, waarmee kennis van recycling en biopolymeren is samengekomen. Fundamenteel onderzoek gebeurt op de RU Groningen-faculteit Science and Engineering en bij het Technology Institute Groningen, en daarmee komt kennis over bioma-

terialen, chemische productietechnologie en recycling richting Emmtec. De universiteit heeft onlangs het Groningen Engineering Business Center (GEBC) opgericht om de opleidingen beter te laten aansluiten op de behoeften van de industrie in de regio. De combinatie NHL Stenden en de universiteit, bijvoorbeeld in een samenwerking op het gebied van polymeren, vormt een kennisbasis die de brug slaat naar toepassingen door het mkb. Zo is een van de RU Groningen-hoogleraren actief in een project met het bedrijf Sunoil Biodiesel. Op basis van glycerine, een restproduct van Sunoil, zijn chemische bouwstenen ontwikkeld die door Cumapol in Emmen worden omgezet in een 100 procent duurzaam bio-PET. Onderzoek van de kennisinstellingen en ontwikkeling door de bedrijven moeten de kwaliteit nog verder verbeteren en de kostprijs van bioplastics doen verlagen. Om zo de commerciële kansen te kunnen e

BEHIND THE SCENES@EMMEN In het kader van haar 100-jarig bestaan organiseert de VNCI een serie Behind the scenes, events waarin de chemieclusters centraal staan. De eerste was afgelopen voorjaar op Chemelot, de volgende vindt plaats op 5 oktober bij Chemport Emmen. De deelnemers worden meegenomen in de wereld van de (groene) vezelchemie. Het programma, bestaande uit bedrijfsbezoeken, pitches en kennisdeling, staat in het teken van innovatie en duurzaamheid. Het is modulair opgebouwd, zodat het mogelijk is om op verschillende momenten in te stappen. Er is een voordelig hotelarrangement (met diner) beschikbaar. Meer info en aanmelden: www.vnci.nl/agenda september 2018 Chemie Magazine 27


verzilveren die er zijn in de consumenten-, land- en tuinbouwproducten, verpakkingsmaterialen, coatings en rubbers en hoogwaardige farmaceutische en medische producten. Emmtec heeft de ambitie om binnen vijf jaar aansluiting te vinden met de arealen van suikerbieten en vezels in het Noorden voor het opschalen van de productie van bioplastics. Ook zal er een breder aanbod zijn van duurzame materialen, en bovendien voor meer toepassingsgebieden. Meer bedrijven hebben een ruimere productiecapaciteit gebouwd. Zowel mechanische als chemische recycling van PET zal verder zijn ontwikkeld en er zal een bio-alternatief zijn voor de op fossiele olie gebaseerde epoxy’s waarmee hennep- en katoenvezels nu nog worden samengesmeed tot biocomposieten. Aan de regionale en lokale overheid zal het niet liggen, meent Labrie. De gemeente Emmen en de provincie Drenthe steunen de ontwikkelingen al enkele jaren. De rijksoverheid zou wel een tandje mogen bijzetten, vindt hij, door als ‘launching customer’ van duurzame materialen op te treden. De marktintroducties van toepassingen op basis van nieuwe duurzame materialen stuiten al te vaak op wettelijke eisen voor traditionele materialen in weg- en waterbouw, de bouw en de medische sector. Zo is Fiby Products, spin-off van machinefabriek MFE, technologisch in staat om sluisdeuren en bruggen van biocomposiet te maken. Dat scheelt enorm in onderhoudskosten, maar de wettelijke richtlijnen sluiten niet aan op dergelijke nieuwe materialen. Labrie: “Aanpassing van de regels op materialen van duurzame grondstoffen zou een grotere acceptatiegraad creëren en meer mogelijkheden voor recycling. Als dan bovendien blijkt dat producten van materialen op basis van biomassa niet slechter en soms zelfs beter zijn dan van traditionele grondstoffen, ontstaat vanzelf meer acceptatie voor duurzame grondstoffen.” p 28 Chemie Magazine september 2018

FOTO: SHUT TERSTOCK

Ambitie

Plastic opbinddraad van Senbis, waarmee tuinders hun tomaten- en paprikaplanten vastmaken, hoeft na het groeiseizoen niet van het restmateriaal te worden gescheiden, omdat het mee composteert.

INNOVATIEVE BEDRIJVIGHEID Naast DSM en Teijin zijn Cumapol, Morssinkhof, Innofil3D, Sunoil en Senbis op het Emmtec-terrein gevestigd, en verwerkers als Fiby, Drentea en H&P Moulding nabij het terrein. Senbis, een van de hoofdrolspelers op Emmtec, is de voortzetting van de voormalige researchafdeling van Diolen Industrial Fiber. Na het faillissement van Diolen in 2008 hebben regionale investeerders de doorstart van de R&D-afdeling gefinancierd. Senbis is sindsdien uitgegroeid tot een specialist in het ontwikkelen en produceren van toepassingen op basis van biopolymeren (PLA). Een spin-off van Senbis is Innofil3D, producent van filamenten voor 3D-printing. In 2017 is Innofil3D overgenomen door BASF, waardoor het de kennis kan uitbreiden, de productie verder kan opschalen en de werkgelegenheid kan laten groeien. Voorbeelden van PLA-toepassingen van Senbis zijn duurzame garens, basismateriaal (filamenten) voor 3D-printers, bioplastic draad voor bosmaaiers, dat in het milieu verteert. Hetzelfde geldt voor de bioplastic opbinddraden waarmee tuinders hun tomaten- en paprikaplanten vastmaken. Die hoeven na het groeiseizoen niet van het restmateriaal gescheiden te worden, aangezien ze volledig mee composteren.

Eveneens een voortzetting van de industriële garens is Morssinkhof Plastics in Lichtenvoorde, met zijn divisie Morssinkhof Sustainable Products in Emmen. Het bedrijf ontwikkelt en produceert garens op basis van gerecycled PET. Van deze garens worden onder meer spanbanden gemaakt voor het vastsjorren van ladingen op vrachtwagens. Het materiaal voldoet aan de hoge kwaliteitseisen die aan polyesterbanden worden gesteld. Morssinkhof-Rymoplast doet op Emmtec aan PET-recycling. Ikea heeft een belang in dit bedrijfje genomen, omdat het boven op de in ontwikkeling zijnde nieuwe toepassingen wil zitten. Onder de naam Green Furniture Circle zet Drentea in op het circulair ontwikkelen en produceren van kantoormeubelen. H&P Moulding ontwikkelt producten op basis van PHA (polyhydroxyalkanolaten) en onderzoekt ook de toepassing van natuurvezels om producteigenschappen te verbeteren. Cumapol heeft een chemisch gerecycled PET ontwikkeld en bouwt nu een pilot plant.


Smart Maintenance met Ultimo

Hoe richt u als Maintenance Manager uw onderhoudswerkzaamheden nog efficiënter in? En hoe maakt u onderhoud nou echt voorspelbaar? Koppel uw assets en processen aan elkaar en ga gewoon aan de slag. Voor meer inspiratie over Internet of Things, de rol van Ultimo hierbij en praktische voorbeelden nodigen wij u graag uit op ons blog: www.ultimo.com/blog

INTEGRALE OPLOSSING Met Ultimo legt u niet alleen de verbinding tussen machines en mensen, maar ook tussen afdelingen en werkprocessen. Zet Ultimo in voor Maintenance Management, Safety Management (HSE), Fleet Management, Facility Management, IT Service Management en ondersteun in één gebruiksvriendelijk systeem al uw ondersteunende processen.




CORBION IS ‘LERENDE ORGANISATIE’ MET OPLEIDINGSPROGRAMMA EN EIGEN UNIVERSITY

‘WE SPELEN ’W EREDIVISIE IN DE BRANCHE’ Tekst: Marloes Hooimeijer

HR-manager Rik van Starrenburg (r) van Corbion ontvangt de AWVN-trofee uit handen van Gerard Groten, directeur arbeidsvoorwaardenbeleid AWVN.

32 Chemie Magazine september 2018

FOTO: MARTIN WA ALBOER

Corbion ziet zijn medewerkers als voornaamste kapitaal en daarom speelt opleiden in alle onderdelen van de HR-strategie een rol. Het biochemieconcern won in mei de AWVN-trofee ‘lerende organisatie’ voor zijn opleidingsprogramma.

e willen een aantrekkelijke werkgever zijn. Een bedrijf waar mensen graag en lang willen werken”, zegt senior HR-manager Rik van Starrenburg van biochemieconcern Corbion (zie kader). De afgelopen jaren werkte hij met zijn HRcollega’s aan een opleidingsprogramma dat daaraan moet bijdragen. In mei ontving het bedrijf voor deze inspanningen de trofee voor ‘lerende organisatie’ van werkgeversvereniging AWVN. Corbion, voortgekomen uit de Centrale Suiker Maatschappij (CSM), ziet mensen als zijn voornaamste kapitaal. Van Starrenburg: “Een groot deel van ons personeel is hoogopgeleid: 40 procent academisch, 30 procent hbo. Aan een pro-


Human resources

CORBION

duct als bio-afbreekbaar plastic gaat wel tien jaar R&D vooraf. Zo’n technologie wordt door mensen gebouwd. Deze R&D-specialisten, en ook onze andere professionals, zijn dus goud waard. Zonder onze medewerkers staan we stil of gaan we zelfs achteruit.’

Corbion University

Met het loskoppelen van het grote CSM, “waar alles op HR-gebied goed geregeld was”, vielen er volgens Van Starrenburg gaatjes in de HR-strategie. “We betalen goed, zijn een aantrekkelijke werkgever, maar zagen mensen vertrekken omdat ze het gevoel hadden dat ze zich bij Corbion niet verder konden ontwikkelen. Sommige kandidaten die we wilden aannemen, gaven de voorkeur aan bedrijven die een eigen university hebben. Dat was voor ons een trigger om daarmee aan de slag te gaan. Met het opleidingsprogramma als resultaat, inclusief Corbion University. Daarmee spelen we eredivisie in onze branche en hebben we de negatieve spiraal die een paar jaar geleden nog dreigde, met succes voorkomen.” Van Starrenburg noemt het programma een opleidingspalet, omdat het alle lagen in de organisatie bestrijkt – van operationeel niveau tot staf en management – en inzet op relevante vaardigheden voor huidige en toekomstige functies. “We hebben een standaardbasisopleidingspakket, onder andere via

e-learning, bijvoorbeeld over veiligheid en IT-systemen. Er zijn individuele opleidingen mogelijk, maar ook voor een afdeling als geheel, zoals ‘effectieve sales’ voor salesmanagers. Sinds dit jaar bieden we diverse managementtrainingen aan via The Mind Gym. In deze sessies leren managers bijvoorbeeld over feedback en richting geven aan medewerkers. Want je moet er niet van uitgaan dat een leidinggevende wel weet hoe dat moet omdat hij zelf als medewerker ook jarenlang is beoordeeld.” Een belangrijk onderdeel in het opleidingspakket is het Corbion Leadership Program (CLP), ofwel de Corbion University. Het CLP is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door de Ashridge/Hult University in Engeland. “Onze (high) potentials worden hiervoor geselecteerd op basis van hun beoordeling en toekomstpotentieel. Ze volgen het internationale programma van elf maanden deels virtueel en deels face to face, op een van onze vestigingslocaties wereldwijd. De eerste lichting van de circa tachtig CLP-deelnemers is inmiddels klaar. De university scoort nu al een 8,5.”

Arbeidsvoorwaarde

Inmiddels bewijst het opleidingsprogramma zijn waarde binnen alle onderdelen van de People Strategy 2018-2021 van Corbion. Ook op het gebied van beloning en arbeidsvoorwaarden. “We willen bij de 25 pro-

’MAINTENANCE DE GROTE UITDAGING’

In Nederland heeft Corbion locaties in Amsterdam (Europees hoofdkantoor) en Gorinchem (R&D, sales en productie). De medewerkers binnen R&D (100, 27 nationaliteiten) hebben voornamelijk een achtergrond in bio- of fermentatietechnologie, procesindustrie (chemisch, biochemisch of food) of industriële microbiologie. Er is een toenemende vraag naar QA/QC-medewerkers (Quality Acceptance en Quality Check). “Ook salesfuncties zien we wat toenemen”, aldus HR-manager Van Starrenburg. “Dit is een lastig profiel: een combinatie van een commerciële en technische achtergrond, veelal in food.” In de fabriek zal ‘maintenance’ volgens hem de komende jaren de grote uitdaging vormen. “Kandidaten met mts/hts werktuigbouwkunde of elektrotechniek & instrumentatie zijn erg schaars. Aangezien in de fabriek veiligheid voorop staat, is een leeftijdsondergrens van 18 jaar van toepassing. Dit maakt het lastig om samen te werken met opleidingen op BOL- en BBL-niveau.”

Corbion is marktleider op het gebied van melkzuur en melkzuurderivaten en leverancier van emulgatoren, functionele enzymenmixen, mineralen, vitamines en uit algen gewonnen ingredienten. Corbions producten worden onder andere toegepast in voeding, huishoudelijke producten, persoonlijke verzorging, diervoeding, geneesmiddelen, medische implantaten en bioplastics. cent best betalende werkgevers in onze branche horen. Dan heb je het over euro’s, pensioenregeling en bonussen. Maar ook ons opleidingsbeleid, de mogelijkheid voor medewerkers om zich te ontwikkelen, beschouwen we als een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Medewerkers hechten hier net zo veel waarde aan als aan salaris. We scoren goed op engagement, onze variant op medewerkerstevredenheid. Dat medewerkers de kans ervaren om te leren en te groeien, is hierbij van essentieel belang.” In de markt is het inmiddels bekend dat Corbion zich richt op jong talent en de ontwikkeling van medewerkers. “Mensen willen graag werken bij een bedrijf waar de beste mensen zitten en waar zij kans krijgen zich verder te ontwikkelen. We zijn gestopt met dure externe wervingsbureaus en van 2,5 miljoen wervingskosten teruggegaan naar een half miljoen. Daarvan hebben we alleen in het buitenland gebruik hoeven maken; in Nederland staan we nog op nul. Onze vacatures hebben we doorgaans binnen acht weken vervuld.” Het helpt dat Corbion bij studenten van de relevante opleidingen op hogescholen en universiteiten alom bekend is. Het bedrijf werkt nauw samen met het onderwijs. De nodige medewerkers van Corbion zijn als (gast)docent parttime actief en afgelopen jaar bood Corbion in Nederland (vijfhonderd medewerkers) ruim zestig stageplaatsen voor hbo’ers en wo’ers. “De nieuwe generatie kiest graag voor een duurzaam, groen bedrijf, waar ze met producten en diensten aan de slag kunnen die maatschappelijk een waardevolle aanvulling zijn. We krijgen meer aanvragen voor stageplaatsen dan we er hebben.” p Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen in Werkgeven (AWVN). september 2018 Chemie Magazine 33


SAMENWERKING MET TRINSEO LEVERT RENAULT GEWICHTSBESPARING OP

LICHTER ÉN STERKER

Een 10 procent lichtere achterklep van de Espace, de Scenic en de Clio, dat is het resultaat van de samenwerking tussen Renault en Trinseo, producent van onder meer styreen-gebaseerde polymeren en technische thermoplasten. En de mogelijkheden zijn nog lang niet uitgeput. De auto-industrie is al lang op zoek naar lichtere alternatieven voor zware stalen onderdelen. Gewichtsvermindering levert een verlaging van de CO2-uitstoot op en een hogere brandstofefficiëntie. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Neem een onderdeel als de achterklep. Die moet behalve voldoen aan hoge eisen op het gebied van esthetiek, ook op een onzichtbare manier diverse verborgen elementen onderbrengen (zoals scharnieren, slotmechanismen, verlichtingsmodules, ruitenwisser en sproeier). Tegelijkertijd zijn schokbestendigheid, thermische uitzetting en belastbaarheid kritische factoren, omdat de achterklep wordt blootgesteld aan krachten en klimatologische omstandigheden die kunnen leiden tot dimensionele veranderingen. Voor de achterklep van de Renault Clio werkte Renault nauw samen met Trinseo, een toonaangevende fabrikant van kunststoffen, die hiervoor het materiaal Long Glass Fiber Polypropylene leverde. Door het gehalte lange glasvezels te vergroten, kon de sterkte en de stijfheid van de spuitgegoten onderdelen worden vergroot. Trinseo werkte ook mee aan de constructie van de onderdelen en het ontwerp van de matrijzen. Alles met één doel: een achterklep die voor 100 procent uit dezelfde thermoplast bestaat – voor een optimale recycling – en een 10 procent lager gewicht heeft. Met de introductie van de vierde generatie Clio in 2012 was dit doel bereikt. Tot dan bestonden de meeste achterklepconstructies uit een stalen buitenkant en draagconstructie, gecombineerd met een thermoplastisch interieurdeel. Vanwege de positieve feedback op deze achterklep werden ook de nieuwe Espace- en recent ook de nieuwe Scenic-modellen uitgerust met een vergelijkbare oplossing. Het doel voor de volgende fase was: een nog lager gewicht. Door de wanddikte van de afzonderlijke componenten te verminderen, heeft Trinseo met behulp van computersimulaties laten zien dat voor belastings/sterkte-eisen bij hoge temperaturen gewichtsverminderingen tot 30 procent mogelijk zijn en bij kamertemperatuur zo’n 15 procent. Wat met achterkleppen mogelijk is, is uiteraard ook mogelijk met andere auto-onderdelen, zoals instrumentpanelen, rugleuningen, portier- en bekledingspanelen en bumpers. p 34 Chemie Magazine september 2018


De New Renault Scenic.

FOTO: ANTHONY BERNIER

Uitgelicht

september 2018 Chemie Magazine 35


36 Chemie Magazine september 2018


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.

Annita Westenbroek

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Annita Westenbroek, opgeleid als chemisch technoloog in Twente. Sinds zeven jaar ben ik zzp’er. Ik heb allemaal langlopende opdrachten, waaronder als innovatiemanager bij de Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken. Daar werk ik aan nieuwe grondstoffen, energiebesparing en circulariteit. Verder ben ik directeur van het Dutch Biorefinery Cluster en werk ik aan valorisatie van biomassa, bodem, nutriënten en efficiënte scheidingsprocessen. Ook werk ik bij het ISPT en ben ik voorzitter van het Biobased Circular Business-platform, waarin we met onder meer DSM en Avantium een studie deden naar de valorisatie van hemicellulose. Chemische technologie is alles wat ik doe. In al mijn functies komen sectoren bij elkaar om via chemie de materialen van de toekomst te maken, zoals uit grondstoffen waar de papier- en agrosector al eeuwenlang ervaring mee hebben. Ik doe zelf alleen helemaal niks meer op het lab. Ik was vooral theoretisch heel sterk. Zet je mij in het lab, dan gaat alles kapot. Ik laat alles vallen, titreer tien in plaats van één druppel. Ik knoei ook altijd als ik eet. Ik ben dus echt iemand van de theorie, de analyticus die de verbanden legt en ideeën heeft om problemen op te lossen.

FREELANCE DIRECTEUR, VOORZITTER EN MANAGER IN DE CHEMISCHE TECHNOLOGIE

‘IK WIL WELEENS EEN EIGEN BEDRIJFJE STARTEN’

Tekst: Inge Janse

2

FOTO’S: ROB TER BEKKE

Een chemisch technoloog die freelance als directeur werkt, werkt die in de chemie? Jazeker, bewijst Annita Westenbroek. Ze verbindt partijen in de sectoren papier, agro en chemie, zodat zij samen een groene toekomst realiseren. “Produceer volgend jaar de helft minder, maar verdien daar twee keer zoveel geld mee.”

Wat vertel je je kinderen als zij vragen wat voor werk je doet? Ik zorg ervoor dat we in de maatschappij veel efficiënter kunnen omgaan met onze grondstoffen en energie. Een voorbeeld: papier maken we uit bomen. Ik help om het papier beter te recyclen, maar ook om die bomen nuttiger te gebruiken. Slechts de helft van een boom wordt in papier omgezet, de rest verbranden we voor energie. Ik wil ook de andere helft nuttig gebruiken voor nieuwe chemicaliën en materialen. Voor mijn werk zoek ik uit wie daarbij kunnen helpen, waarna ik die partijen bij elkaar breng. Bedrijven e september 2018 Chemie Magazine 37


‘Ik hou van heel complexe problemen en het stroomlijnen van alle componenten’

NAAM Annita Westenbroek. GEBOORTEJAAR 1972. WOONPLAATS Wageningen. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee zonen: één van 15 (vwo), één van 13 (vwo technasium). OPLEIDINGEN Promotie vezeltechnologie (Universiteit Twente, 1995-2000), chemische technologie (Universiteit Twente, 1990-1995), Gymnasium-B (Jan Hendrik Tromp Meesters in Steenwijk, 1984-1990). NEVENACTIVITEITEN Annita is ambassadeur voor Natuur-, Leven- en Techniek-onderwijs, waarbij middelbare scholieren opdrachten uit de praktijk doen die kennis van alle bètavakken vereisen. “Samen met veel andere bèta’s met een groot netwerk zorg ik ervoor dat er genoeg actuele opdrachten en cases zijn.” Ook zat Annita in de board van de Green Deal en is zij actief voor het Europese subsidieprogramma OPZuid. WERKGEVERS Directeur bij Dutch Biorefinery Cluster (2010heden), directeur Innovatie bij Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken (2012-heden), clusterdirecteur bij Institute for Sustainable Process Technology (2015-heden), programmacoördinator bij Biobased Industries Consortium (2012-2015), coördinator Biobased Economy bij Institute for Sustainable Process Technology (2011-2012), programmamanager bij Kenniscentrum Papier en Karton en Koninklijke VNP (2000-2011), programmamanager bij Wageningen University & Research Centre, ATO en Agrotechnology and Food Innovations (1995-2006).

in papier, landbouw en chemie vormden altijd onafhankelijke pilaren. Ik zorg ervoor dat ze beter gaan samenwerken. Vaak zien ze daar zelf de kansen niet van, omdat ze zo bezig zijn met hun eigen producten. Terwijl juist in samenwerking, door gebruik te maken van elkaars expertise, veel uit reststromen te halen is. 38 Chemie Magazine september 2018

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik groeide op in een heel klein dorpje in Friesland, Steggerda. Ik was extreem goed op de lagere school en ging naar een gymnasium. Daar bleek ik een ontzettende bèta met tienen en negenplussen voor die vakken. Ik wist niet wat ik wilde doen, dus ik koos gewoon waar ik goed in was. En chemische technologie is wiskunde én natuurkunde én scheikunde, dus dat heeft alles.Op de universiteit slaagde ik cum laude, maar in 1995 was het voor een chemisch technoloog heel moeilijk om aan werk te komen. Via de Universiteit Twente promoveerde ik in Wageningen op vezeltechnologie. Ik merkte daar dat ik goed was in gesprekken aangaan, en zo andermans technische problemen oplossen. Daarna zette ik jarenlang onderzoeksprojecten op. Maar vraag me niet om op het lab aan dat onderzoek te werken.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik hou van heel complexe problemen en het stroomlijnen van alle componenten. In de afgelopen twee jaar was ik bij het Dutch Biorefinery Cluster bezig met de bodemmest en mineralen. Wat doen mineralen in de bodem, waarom is dat belangrijk, en waar gaat het mis, ook bij wetgeving en percepties. Voor mij was dat een totaal nieuw onderwerp, maar toch wist ik het te doorgronden. Dat analytisch vermogen is de kracht van een opleiding chemische technologie. Maar als je mij vraagt om een gedicht te verklaren ... Ik lees ook heel weinig boeken, daar kom ik niet doorheen. Literatuur gaat echt niet. Ja, de Donald Duck. Ik ben ook ontzettend slecht in feitjes. Vraag me dus niet waar dit of dat land ligt. Dat is mijn grote zwakke punt, dat ik zo’n ontzettende bèta ben dat ik moeite heb met alle andere dingen.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Ik heb een al bestaande technologie onder de aandacht gebracht waar men in de papierindustrie nog nooit van gehoord had: deep eutectic solvents. Dat zijn oplosmiddelen waarvan de twee basiscomponenten een heel hoog smeltpunt hebben, maar samengevoegd bij kamertemperatuur vloeibaar zijn. Wij proberen via deze oplosmiddelen op een milde manier lignine uit hout te halen. Normaal kan dat alleen met hoge temperaturen en sterke chemicaliën. We hebben, samen met onder meer de Universiteit Twente, deep eutectic solvents gevonden waarmee we lignine kunnen oplossen en terugwinnen. Maar het hele proces moet nog verder ontwikkeld worden. Ons doel is dat deze technologie in 2030 geïmplementeerd wordt. Ik ben niet zozeer trots op het project zelf, maar dat het me gelukt is om binnen een half jaar 21 grote, concurrerende bedrijven hier enthousiast over te krijgen. Zij werken samen en leggen geld op tafel, ik coördineer het project vanuit ISPT.

6

Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik weet niet of ik het leuk ga vinden, maar ik wil dolgraag een innovatie zelf tot de markt begeleiden. Ik sta altijd aan de wieg van innovaties, maar draag het daarna over aan anderen. Ik wil weleens een bedrijfje starten voor zo’n innovatie, zelf erin investeren en directeur zijn. Maar ja, daar komt mijn gebrek aan kennis over economie en bedrijfskunde om de hoek kijken. Ik heb ook nog geen innovatie gevonden waar ik dit mee wil doen, dus zie dit maar als een oproep aan iedereen die dit leest.


Arbeidsmarkt

7

Wat levert je werk je op? Veel inspiratie en inzicht. Ik werk enkel to the point, voor zaken die er echt toe doen, en alleen met mensen die dat ook heel graag willen. Omdat ik fulltime werk en geen tijd kwijt ben aan het zoeken naar opdrachten, kan ik een laag zzp-tarief hanteren. Ik verdien zeker niet slecht, een aantal keer modaal. Maar ik bouw als freelancer geen pensioen op, betaal heel veel voor mijn arbeidsongeschiktheid, en verdien minder als ik even wat minder werk heb of ziek ben.

Annita Westenbroek: ‘In al mijn functies komen sectoren bij elkaar om via chemie de materialen van de toekomst te maken.’

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Overal in Nederland zie je papier en karton. Kijk maar in de supermarkt naar al die duurzame verpakkingen. Maar de grote dozen van online winkels, daar erger ik me zo verschrikkelijk aan! Terwijl de papiersector veel meer geld kan verdienen als die minder, maar kwalitatief betere en meer bijzondere dozen maakt, die per stuk meer opleveren. Denk aan herbruikbare, duurzame dozen, tailormade voor elke toepassing. De bedrijven zijn nu nog ontzettend blij als ze weer zoveel ton karton méér produceren dan vorig jaar. Terwijl ik denk: produceer volgend jaar de helft minder, maar verdien daar twee keer zoveel geld mee. Daar kun je toch veel trotser op zijn?

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Ik kook en tuinier graag. Ik geniet er ontzettend van om buiten in de natuur te zijn, met mijn handen in de grond woelen, dode bladeren wegknippen. Als kok of tuinvrouw zou ik vooral veel nieuwe gerechten verzinnen en nieuwe tuinen ontwerpen. Maar als ik dat fulltime doe, dan wordt het weer werk, dus nee.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Ik ben nooit bezig met de toekomst. Ik heb ook nooit ergens naartoe gewerkt, maar pak aan wat ik leuk en uitdagend vind. Zo rol ik vanzelf in nieuwe functies. Ik heb ook al jaren niet meer gesolliciteerd, want ik werd altijd gevraagd. p

?

WIE IS ANNITA NAAST HAAR WERK?

Annita speelt volleybal in een bedrijvencompetitie. “Ik speelde dat jarenlang, ook tijdens mijn studie, maar het stopte toen er kinderen kwamen. Nu heb ik het weer ontdekt.” Hiermee beoefent ze ook haar andere grote hobby: puzzelen. Met haar team (waarin ze, niet geheel onverwacht, speelt als spelverdeler) doet ze namelijk mee aan het komende NK Puzzelen, waarin een Jan van Haasteren-puzzel zo snel mogelijk gelegd moet worden. “Hier in huis vinden we als gezin puzzelen sowieso heel leuk. Wij zijn allemaal dol op spelletjes.” september 2018 Chemie Magazine 39


EU ZET SILOXANEN OP LIJST VERDACHTE STOFFEN, CANADA EN AUSTRALIË DOEN DAT NIET

VOORZORGSPRINCIPE VERSUS WETENSCHAPPELIJK BEWIJS Aan de Europese lijst van zeer zorgwekkende stoffen zijn onlangs D4, D5 en D6, basisgrondstoffen voor breed toegepaste siliconenproducten, toegevoegd. Dit besluit mist voldoende wetenschappelijke onderbouwing, stelt brancheorganisatie CES – Silicones Europe. Allerlei nuttige toepassingen komen hierdoor onnodig in gevaar. Tekst: Erik te Roller

D

4, D5 en D6, ook wel siloxanen genoemd, zijn vloeistoffen zonder geur of smaak die onder andere als basis dienen voor producten voor cosmetica, zoals deodorant en make-up. Ze vormen ook de bouwstenen voor de siliconenpolymeren, die in veel verschillende innovatieve toepassingen gebruikt worden. “Op basis van laboratoriumstudies en daaraan gekoppelde rekenmodellen komt het Comité lidstaten, dat het Europees agentschap voor chemische stoffen ECHA adviseert, tot de conclusie dat deze siloxanen zich wellicht kunnen ophopen in het milieu”, vertelt Pierre Germain, secretarisgeneraal van CES – Silicones Europe, de brancheorganisatie van de Europese siliconenindustrie en sectorgroep van Cefic. “Daarom zijn ze uit voorzorg op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen gezet.” D4 staat nu op de lijst van PBT-stoffen (persistent, bio-accumulerend en eco-toxisch) en D5 en D6 staan op de vPvB-lijst (zeer persistent en zeer bio-accumulerend). Germain wil geen kwaad woord

40 Chemie Magazine september 2018

spreken over de autoriteiten. “Ze hebben de stoffen volgens de wettelijk voorgeschreven methoden en regels geclassificeerd. Die methoden en regels zijn echter oorspronkelijk opgesteld voor organische stoffen (koolstofverbindingen – red.) en niet voor de anorganische stoffen, zoals siliciumverbindingen. Dat leidt tot een keten van conclusies, waarvan het huidige besluit de uitkomst is. Daar komt nog bij dat het gedrag van stoffen in het milieu nooit helemaal met laboratoriumtesten valt te voorspellen. Laboratoriumtesten kunnen ook vals positieve resultaten geven. Daarom is er ook onderzoek nodig naar het gedrag van deze stoffen in werkelijkheid, dus in de natuur.”

Geen bewijs

Dat is in Canada en Australië wel gebeurd. In 2009 kwamen ook de Canadese autoriteiten op grond van laboratoriumstudies aanvankelijk tot de conclusie dat D4 en D5 schadelijk zouden zijn voor het milieu en de biodiversiteit. Uit voorzorg kozen de autoriteiten voor beperkende maatregelen, ondanks dat de

gebruikte studies geen 100 procent zekerheid gaven. Verwijzend naar ander wetenschappelijk onderzoek tekende de industrie bezwaar aan. Canada stelde toen een commissie van drie onafhankelijke toxicologen aan, die zich zou moeten uitspreken over het werkelijke gedrag van D5 in het milieu. Na een grondige beoordeling van alle beschikbare studies, inclusief de meest recente, concludeerden deze toxicologen dat er geen bewijs is dat D5 schadelijk is voor het milieu. Ook vindt er geen accumulatie plaats van D5 en vormt de stof geen gevaar voor de organismen in het ecosysteem. Op basis van deze bevindingen besloot Canada geen beperkingen op te leggen aan het gebruik van D5. Aangezien er wel zeer lage concentraties D4 in het oppervlaktewater werden gemeten, verzocht de Canadese regering de industrie om het lozen van deze stoffen zoveel mogelijk te beperken, waaraan de industrie gevolg gaf. Australië heeft het laboratorium- en wateronderzoek dunnetjes overgedaan en is in maart van dit jaar eveneens tot de conclusie gekomen dat deze siloxanen in


Regulering Siloxanen dienen onder andere als basis voor producten voor cosmetica, zoals deodorant en make-up.

‘Er is onderzoek nodig naar het gedrag van deze stoffen in werkelijkheid, dus in de natuur’

op extra voorzorgsmaatregelen die ze kunnen nemen om emissies te beperken. Hiervoor maakt CES een handleiding.

Formulering aangepast

Verder geldt voor de zogenoemde wash-off shampoos en andere cosmetische producten dat er na een overgangsjaar nog maximaal 0,1 procent D4 of D5 in mag zitten. “De meeste producenten hebben hun formulering al lang aangepast. D4 en D5 komen nog hooguit voor in shampoos die van buiten de EU worden geïmporteerd. D4 is ook het monomeer waarvan siliconen polymeren gemaakt worden die wel in shampoos worden toegepast, omdat ze haar meer glans en stevigheid geven. Deze polymeren mogen gewoon worden toegepast en staan niet op de lijst van zeer zorgwekkende stoffen. D5 wordt nog wel toegepast in zogenoemde leave-on producten, waarbij je moet denken aan crèmes, lippenstift en andere producten die je op de huid kunt aanbrengen”, licht Germain toe. CES vreest dat de nieuwe Europese classificering van D4, D5 en D6 ook e

FOTO: SHUT TERSTOCK

de aangetroffen lage concentraties geen gevaar vormen voor het waterig milieu en dat beperkende maatregelen daarom niet nodig zijn. Kortom, Canada en Australië gaan bij hun beoordeling van stoffen meer uit van wetenschappelijk bewijs, terwijl de Europe Unie wel oog heeft voor wetenschappelijk bewijs, maar uiteindelijk het voorzorgsprincipe de doorslag laat geven. Germain: “Deze siloxanen zijn al meer dan dertig jaar op de markt. Ze zijn wel aanwezig in het milieu, maar in concentraties die ver onder het niveau liggen waarop ze een risico zouden kunnen gaan vormen. De concentraties nemen niet toe en ook niet af. Als ze al zouden accumuleren in het milieu, dan zou dat al lang meetbaar moeten zijn geweest.” D4, D5 en D6 staan nu overigens op de kandidaatlijst en niet op de autorisatielijst van zeer zorgwekkende stoffen. De Europese Unie verbiedt de stoffen dus niet. Wel moeten de producenten gebruikers informeren over het feit dat deze stoffen op de kandidaatlijst staan en hen wijzen

september 2018 Chemie Magazine 41


een domino-effect zal hebben op siliconen. Ze worden in een groot aantal toepassingen gebruikt, variërend van windturbines en autobanden tot pacemakers en kunsthuid voor patiënten met brandwonden (zie kader). “Wat moeten ontwikkelaars van nieuwe producten, zoals elektronica, nu doen? Alternatieven voor siliconen zoeken? En loont het voor wetenschappers nog wel om onderzoek te doen naar materialen met siliconen?”, vraagt Germain zich af. “Het geeft overigens wel te denken dat het voorzorgsprincipe wordt toegepast op stoffen die al dertig jaar op de markt zijn. Dat kan betekenen dat nieuw ontwikkelde stoffen en materialen, waarvan de effecten doorgaans niet volledig bekend zijn, de markt vanwege het voorzorgsprincipe niet eens halen.” CES hoopt dat de siliconen ooit weer van de lijst van zeer zorgwekkende stoffen worden afgehaald, al is die kans klein. “Het mechanisme van ECHA voorziet niet in het schrappen van stoffen op deze lijst. Daarvoor moet de REACH-wetgeving eerst worden aangepast”, legt Germain uit. Toch geeft de siliconenindustrie de moed niet op. CES geeft steun aan verder onderzoek naar bioaccumulatie van siloxanen in meren in Noorwegen, Canada, de VS en Japan. “Wellicht zal het onderzoek tot nieuwe inzichten leiden, al zal dat niet op de korte termijn zijn. Daarmee kan de beoordeling van de autoriteiten ook veranderen. Kijk maar naar diesel. De overheid moedigde het gebruik van diesel een aantal jaren geleden nog aan, omdat dit tot relatief minder CO2-uitstoot zou leiden. Inmiddels remt de overheid, althans in België, het dieselgebruik juist weer af vanwege de hogere uitstoot van NOx en schadelijke fijnstof. Inzichten kunnen veranderen.” p

42 Chemie Magazine september 2018

FOTO: SHUT TERSTOCK

Siliconen maken windturbines op zee bestendig tegen de elementen.

SILICONEN HELPEN CO2-UITSTOOT VERMINDEREN De siloxanen D4 (octamethylcyclotetrasiloxaan), D5 (decamethylcyclopentasiloxaan) en D6 (dodecamethylcyclohexasiloxaan) zijn vloeistoffen zonder geur of smaak, die onder andere in persoonlijke verzorgingsproducten worden toegepast. In het algemeen geldt dat siloxanen, silanen en siliconen in verschillende toepassingen een vermindering van de CO2-uitstoot opleveren, die gemiddeld negen keer zo groot is als de CO2-uitstoot die de productie- en afvalfase van deze stoffen veroorzaken. TOEPASSINGEN: • Windturbines op zee bevatten siliconen in onderdelen en afdichtingen om ze bestendig te maken tegen de elementen. Binnen de turbines zorgen smeeroliën en coatings op basis van siliconen ervoor dat alles soepel draait en trillingen worden gedempt. Die toepassingen hebben de nieuwe grote windturbines mogelijk gemaakt die veertig keer zoveel vermogen leveren als de oude van 25 jaar geleden. • Vanwege gunstige hechteigenschappen houden siliconen de zonnecellen

van zonnepanelen op hun plaats. • Siliconen beschermen de glazen gevelplaten van wolkenkrabbers tegen uv-licht van de zon en ze zorgen ervoor dat het glas beter op zijn plaats blijft zitten. • Siliconen zijn zeer geschikt om protheses van te maken, omdat ze een flexibele en realistische beweging mogelijk maken en het natuurlijke uiterlijk kunnen imiteren. • Siliconen dienen als kunsthuid om brandwonden tijdelijk af te dekken: ze beschermen de wond tegen infecties en laten tegelijk zuurstof door, wat voor de heling van het onderliggende weefsel noodzakelijk is. Ook voorkomt de siliconencoating op pacemakers afstotingsverschijnselen. • Ledverlichting zou niet zonder siliconen kunnen bestaan. • In elektronische apparaten zijn de processorkracht en opslagcapaciteit van de huidige mobiele telefoons en tablets dankzij siliconen honderd keer zo groot als die van de pc’s van twintig jaar geleden.


Waar details het verschil maken, is de keuze voor de juiste reinigingsdoek beslissend. Verkort uw productietijd en vergroot uw potentieel – met verbeterde poetsen reinigingsoplossingen voor de industrie.

Omdat kleine details van groot belang zijn

www.tork.nl

Verbeterde schoonmaakoplossingen voor de industrie Rsneller

R zekerder

Rschoner

Tork, een merk van Essity

Tork_Ad_Industrie_ChemieMagazine_185x130_082018.indd 1

22.08.2018 10:13:19

VERGROOT JE CHEMISCHE KENNIS 7, 8, 14, 15 en 21 november 2018

PROCESS CONTROL Het complete overzicht: van conventionele regelingen tot smart control solutions dr. ir. J. Schuurmans (DotX Control Solutions) 21, 22 en 23 november 2018

EXPLOSIEVEILIGHEID Beheersen van gas-, damp- en stofexplosierisico’s dr. ir. S.M. Lemkowitz (TU Delft, Chemical Engineering) 20, 28 en 29 november 2018

TOXICOLOGIE Giftige stoffen: van blootstelling tot risicoschatiing prof. dr. N.P.E. Vermeulen (VU AIMMS) en prof. dr. B. van de Water (LACDR, Division of Toxicology) 11 en 12 december 2018

FORMULATION TECHNOLOGY

Met welke cursus kun jij excelleren in de chemie? ZOEK JOUW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!

Advertentie Chemie Magazine - aug 2018.indd 1

Alles wat je moet weten over emulsies, suspensies en dispersies dr. ing. G.J.M. Koper (TU Delft, Chemical Engineering)

INSCHRIJVEN? Dat kan op www.paotm.nl Heb je vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl

14-9-2018 11:07:03


Wetenswaardig

44 Chemie Magazine september 2018


Ivo Niehe in gesprek met professor Vrieze.

HET NATIONALE CHEMIESPEL TREKT

1,1 MILJOEN

Rob de Nijs en Robert Paul treden op met op chemie toegespitste liedjes.

Het initiatief van het programma ontstond bij een VNCI-lid, met als doel (meer) begrip kweken voor de rol en het belang van de chemie in de samenleving. De VNCI nam het idee over en zorgde er samen met haar leden, Ivo Niehe Produkties en K&B Media voor dat het in een paar maanden werd uitgewerkt tot een compleet programma. Het programma, gepresenteerd door Léonie Sazias en Wubbo Ockels, bood een rondleiding door de geschiedenis van de chemie, een blik op de mens als chemische fabriek en stond stil bij de rol van de chemie bij de ontwikkeling en productie van medicijnen. Ook werd geschetst hoe de (top)sport zich met behulp van chemie kon ontwikkelen en kwamen de rol van chemie in de productie van auto’s en de mogelijkheden van synthetische stoffen aan de orde. Verder traden de artiesten Rob de Nijs en Robert Paul op met op chemie toegespitste liedjes en interviewde Ivo Niehe VNCI-voorzitter R.E. Selman en Kees Vrieze, hoogleraar anorganische chemie.

KIJKERS Kijkers die via de tien vragen het juiste woord vonden, konden de oplossing invullen op een coupon in de omroepbladen en opsturen naar een antwoordnummer. Er kwamen bij de VNCI meer dan 200.000 coupons binnen. Ivo Niehe verrichte de officiële trekking. De hoofdprijs, uitgereikt door de VNCI-voorzitter, was een rijklaar prototype van de MAX Roadster, een grotendeels uit kunststof gebouwde cabriolet van Nederlandse bodem. Andere prijzen waren een encyclopedie, een luidsprekerset en een mountainbike. “Ik heb me nooit gerealiseerd dat de chemische industrie zo’n veelomvattende rol heeft in het dagelijks leven”, merkte Niehe later op. p september 2018 Chemie Magazine 45

FOTO’S: BEELD EN GELUID DIGITA AL ARCHIEF

Op 24 mei 1991 zendt de Tros op TV2 Het Nationale Chemiespel uit. Dit informatieve spelprogramma geeft het televisiekijkend publiek op een speelse wijze inzicht in de vitale rol van de chemie in het dagelijks leven. Behalve ‘een flinke portie kennis opdoen’ kunnen kijkers via tien in het programma gestelde vragen een woord vormen en daarmee kans maken op een ‘fraai prijzenpakket’. Er kijken ruim 1,1 miljoen mensen naar het programma.


TWEE WETHOUDERS BERGEN OP ZOOM MAAKTEN EERST CARRIÈRE BIJ CHEMIEBEDRIJF

FOTO: TONNY PRESSER

VAN CHEMIE NAAR POLITIEK

46 Chemie Magazine september 2018

Patrick van der Velden (l.) en Barry Jacobs.


Politiek

In het college van burgemeesters en wethouders van Bergen op Zoom zitten twee wethouders met een achtergrond in de chemie-industrie. Wat hebben zij hieraan in hun bestuursfunctie in een stad met veel chemie? En wat betekent het voor burgers en bedrijven? Tekst: Adriaan van Hooijdonk

PATRICK VAN DER VELDEN:

‘Onderzoek, analyse en innovatie zitten in mijn DNA’

D

e aanleg van nieuwe kunstgrasvelden zorgde vorig jaar voor ophef in Bergen op Zoom. Het rubbergranulaat op deze velden zou volgens sommige partijen op de lange termijn weleens voor gezondheidsproblemen kunnen zorgen. Hoe zou jij dit nu aanpakken?, vroeg het college van B en W aan Patrick van der Velden, sinds 2014 wethouder Stad, Dorp en Groen namens de GBWP (Gemeente Belangen Werknemers Partij) in de gemeente Bergen op Zoom. “Ik heb gekeken hoe de kwaliteit van de kunststof korrels die zijn aangeleverd extra gecontroleerd kon worden, zodat de gemeente en de gebruikers zeker weten dat alles veilig is”, vertelt hij. “Ik heb niet alleen strenge eisen aan de rubbergranulaatleveranciers opgelegd, gebaseerd op RIVM-advies, maar ook monsters laten nemen van de zakken met korrels die aan de kant van het veld stonden. Zo kon ik de gebruikers aantonen dat ze met een gerust hart konden voetballen.” Chemische kennis is Van der Velden niet vreemd. Zo rondde hij de laboratoriumschool in Zeeland af om vervolgens als chemisch analist bij AD Chemicals te starten. Via het laboratorium, R&D, technical support en commercieel eindverantwoordelijke Nederland, werd hij na 21 jaar commercieel technisch manager/ businessunit manager. “Door mijn achtergrond zitten onderzoek, analyse en innovatie in mijn DNA. Complexe vraagstukken kan ik mede hierdoor goed door-

gronden.” En dat kwam hem bij het rubbergranulaat dus goed van pas.

Actief bestuurslid

Tijdens zijn loopbaan bij AD Chemicals was Van der Velden in Bergen op Zoom actief als bestuurslid binnen verschillende verenigingen, van de voetbalclub tot de carnavalsvereniging. “Zo kwam ik in aanraking met de lokale politiek. Ik lever graag een bijdrage om deze stad vooruit te helpen. Daarom heb ik met veel plezier van 2006 tot en met 2014 als fractievoorzitter van de GBWP in de gemeenteraad gezeten.” Hij probeert discussies met burgers zo eenvoudig mogelijk te houden. “De chemische industrie gebruikt soms moeilijke termen of symbolen die mensen niet altijd begrijpen. Neem de pictogrammen met dode vissen en bomen op vrachtwagens die gevaarlijke stoffen vervoeren. Dan leg ik uit dat deze symbolen niet per definitie betekenen dat de stoffen gevaarlijk zijn voor de mens. En dat de vrachtwagens chemiebedrijven bevoorraden die ervoor zorgen dat wij hier onze werkgelegenheid op orde kunnen houden.”

Biobased economie

In Bergen op Zoom en omgeving zitten veel chemiebedrijven. Van der Velden vindt het belangrijk dat zij aan de richtlijnen van de overheid blijven voldoen. Na verschillende incidenten elders in het land is ook het toezicht en de handhaving in de regio volgens hem verscherpt. “Maar het bedrijfsleven moet wel zijn werk kunnen blijven doen”, benadrukt hij. “We moeten oppassen om niet door te slaan en ervoor zorgen dat wij de industrie kunnen behouden.” Door zijn achtergrond als chemisch analist heeft Van der Velden veel belangstelling voor de biobased economie. “Ik kom hier goed aan mijn trekken door de aanwezigheid van de Green Chemistry Campus. Verder heb ik mijn eigen buitenexpositie gecreëerd door een brug met biobased profielen van vlas te laten bekleden.” e september 2018 Chemie Magazine 47


In het voormalige laboratorium van Cosun wil de gemeente een broedplaats creëren voor de biobased economie.

BARRY JACOBS:

‘Ervaring met risicomanagement komt goed van pas’

’H

et onderwijs moet goed aansluiten op de behoeftes van het bedrijfsleven, waaronder de chemische industrie. Door mijn achtergrond in verschillende managementfuncties bij SABIC weet ik waar de sector behoefte aan heeft. En dat komt weer van pas in mijn huidige rol als wethouder, waarin ik onder meer onderwijs in mijn portefeuille heb.” Aan het woord is Barry Jacobs, sinds 2009 politiek actief in de gemeente Bergen op Zoom. Eerst als burgerlid en sinds 2010 als raadslid. In 2018 maakte hij de overstap naar het college van B en W en is hij namens de VVD wethouder Sociaal Domein en Ruimtelijke Ordening. Jacobs begon zijn loopbaan bij Defensie. Na de KMA (Koninklijke Militaire Academie) nam hij als officier bij de landmacht onder meer deel aan missies in Afghanistan en Irak. “In het leger heb ik geleerd met mensen te werken. En om leiding te geven. Deze ervaring kwam goed van pas bij mijn werkzaamheden voor SABIC in Bergen op Zoom.” Daar startte hij in 2012 als operational excellence leader. “In deze functie heb ik geleerd om processen zo efficiënt mogelijk in te richten. Ook deze ervaring is waardevol in mijn huidige functie als wethouder.”

Risicomanagement

Jacobs werkte zes jaar bij SABIC. In zijn laatste functie als lead engineer security voor Europa was hij actief binnen de VNCI-werkgroep Security. “In deze baan heb ik vooral in risico’s leren denken. Risicomanage48 Chemie Magazine september 2018

ment staat hoog op de agenda binnen chemiebedrijven en deze ervaring neem ik mee in de lokale politiek, bijvoorbeeld in mijn rol als bestuurslid van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.” De wethouder benadrukt dat hij, ondanks zijn achtergrond, zeker niet bij het bedrijfsleven op schoot zit. “Ik heb nu een andere rol. Er moet een bepaalde afstand zijn tussen bestuurders en bedrijfsleven. Inwoners moeten erop kunnen vertrouwen dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt.” Hij verwijst naar discussies met het bedrijfsleven over de frequentie en efficiency van inspecties. “Een bedrijf met een goed trackrecord op veiligheidsgebied kan wat mij betreft rekenen op een soepeler inspectieregime. Maar we moeten zeker niet alleen focussen op BRZO-bedrijven. Ook voor bedrijven die onder de opslagdrempel voor gevaarlijke stoffen zitten moet voldoende aandacht zijn.”

Broedplaats

Dat geldt volgens hem ook voor andere risico’s binnen een gemeente. “Ik probeer heel breed naar die risico’s te kijken en ze te herkennen. En dan gaat het niet alleen om financiële risico’s. Dat krijg je mee uit het bedrijfsleven.” Ook de kennis over hoe een productieproces in elkaar steekt komt Jacobs goed van pas. “Bijvoorbeeld bij ruimtelijke bestemmingsplannen, als er een nieuwe ondergrondse pijpleiding moet komen. Wanneer dat niet goed gaat, heeft dat effect op de productie van de chemiebedrijven die hierop zijn aangesloten.” De wethouder vindt het verder belangrijk om in Bergen op Zoom en omgeving een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de biobased economie. “Bijvoorbeeld door het voormalige laboratorium van Cosun aan te kopen. Het college wil hier een broedplaats van maken voor bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen om de biobased economie te stimuleren. Ook hierbij komt mijn achtergrond in het bedrijfsleven goed van pas.” p


WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriĂŤle bedrijven: snel, flexibel en voordelig.

www.wingas.nl


WATER KNIGHT INTRODUCEERT NIEUWE ZUIVERINGSTECHNIEK

‘WITTE TORNADO’ BREEKT SCHOON AFVALSTOFFEN AF Bij de zuivering van industrieel afvalwater breken bacteriën organische stoffen niet altijd volledig af. De afbraak van ‘hardnekkige’ organische stoffen, veelal aromatische verbindingen, vraagt om het toevoegen van chemische oxidatiemiddelen. Maar het kan ook zonder die oxidatiemiddelen, namelijk met een soort ‘witte tornado’ van het jonge Nederlandse bedrijf Water Knight, een van de vier winnaars van Imagine Chemistry 2018. Tekst: Erik te Roller

’W Bekijk hier de video

50 Chemie Magazine september 2018

ij maken gebruik van cavitatie, het verschijnsel dat de scheepvaart en de industrie graag vermijden, maar wij doen er ons voordeel mee”, zegt Rahul Dahule, medeoprichter van Water Knight. Hij brengt het nieuwe reactorsysteem, de zogeheten VoDCa (Vortex Device for Cavitation), vanuit de vestiging in Leeuwarden in Europa aan de man. “Als een scheepsschroef een bepaalde kritische draaisnelheid bereikt, ontstaan er ultrafijne dampbelletjes in de turbulente stroming rondom de schroef. Binnen enkele microseconden imploderen ze weer, waardoor het oppervlak van de schroef langzaam maar zeker beschadigd raakt. Datzelfde gebeurt ook bij de waaiers van pompen in de industrie”, legt Dahule uit. Water Knight heeft de cavitatie als het ware weten te temmen en past die toe om organische verbindingen op te splitsen, inclusief de niet biologisch afbreekbare. Er hoeven geen chemische oxidatiemiddelen te worden toegevoegd, zodat bedrijven

daar geen geld meer aan uit hoeven te geven.

Reactorontwerp

Het reactorontwerp van VoDCa bevat een tangentiële inlaat, een schijfvormige kamer en een cilindrische uitlaat. Cavitatie vindt in de VoDCa plaats, zodra de drukval (drukverschil – red.) over de reactor voldoende groot is. Vuil afvalwater komt de VoDCa binnen via de tangentiële inlaat en gaat dan door de schijfkamer, waarin het in een sterke draaikolk terechtkomt. Deze draaikolk of vortex strekt zich uit tot in de cilindrische uitlaat, waar hij cavitatie opwekt. Hierbij ontstaan, ook al bij een lage temperatuur van bijvoorbeeld 20 graden Celsius, waterdampbelletjes die binnen een fractie van een seconde weer samenklappen. Daardoor kan de temperatuur lokaal oplopen tot 5000 à 10.000 graden, vergelijkbaar met temperaturen op de zon, en de druk tot 1000 atmosfeer. Onder deze extreme omstandigheden splitsen watermoleculen zich in een hydroxideradicaal (met één elektron minder


Innovatie

Water Knight heeft de cavitatie (turbulente stroming van water) weten te ‘temmen’ en past die toe om organische verbindingen op te splitsen, inclusief de niet-biologisch afbreekbare.

dan een gewoon hydroxide-ion) en een waterstofproton. Het hydroxideradicaal is zeer reactief en valt op de organische verbindingen aan, waardoor deze ontleden in kleinere verbindingen met een lager koolstofgehalte en CO2. Het proton vormt met een ander watermolecuul waterstofperoxide, dat bij de afbraak een handje meehelpt. De afbraakproducten bestaan uit gemineraliseerde producten of biologisch afbreekbare tussenproducten, die eenvoudig kunnen worden toegevoegd aan de bioreactor voor verdere verwijdering. Door de OH-radicalen worden ook zogenoemde ammoniakale stikstofverbindingen afgebroken tot nitraatverbindingen of stikstof. Door het speciale ontwerp van de oxidatiereactor blijven de belletjes in de kern van de kolkende wervel gevangen en klappen alleen daar samen. Ze bereiken de wanden van de reactor niet en kunnen die dus ook niet beschadigen, zoals bij andere systemen met cavitatie vaak gebeurt. Ook raakt de VoDCa bij vloeistoffen met vaste deeltjes niet verstopt. “Ook waterschappen en ziekenhui-

zen kunnen de VoDCa-techniek inzetten”, zegt Dahule. “Volgens een nieuwe aankomende EU-richtlijn moeten ze de medicijnen aanpakken die de biologische zuivering nu nog onafgebroken passeren en in het oppervlaktewater terechtkomen. Als dat met een VoDCa in plaats van met oxidatiemiddelen gebeurt, hoeven de zuiveringslasten niet noemenswaardig te stijgen.” De techniek biedt volgens hem uitkomst aan bedrijven die hun productie willen uitbreiden. Normaal moeten ze dan ook hun afvalwaterzuiveringsinstallatie uitbreiden. Maar met een VoDCa-oxidatiereactor kunnen ze de zuiveringscapaciteit flink vergroten en is uitbreiding van de bioreactor niet nodig.

Interesse

Diverse bedrijven zijn al in de nieuwe techniek geïnteresseerd. “Elke fabriek heeft een ander soort afvalwater, dat vraagt om een oplossing op maat. We doen daar onderzoek naar en plaatsen eerst een proefinstallatie voordat we een installatie van de gewenste schaal-

WINNAAR IMAGINE CHEMISTRY

Water Knight is een van de vier winnaars van Imagine Chemistry 2018, een wedstrijd die AkzoNobel Specialty Chemicals organiseert om start-ups met goede ideeën voor de duurzame productie van chemicaliën een duwtje in de rug te geven. Als beloning sluit het bedrijf een samenwerkingscontract, in dit geval met Water Knight om de nieuwe zuiveringstechniek sneller op de markt te introduceren. “Het is opmerkelijk dat we via de Imagine Chemistry-challenge een bedrijf moesten ontdekken dat bij wijze van spreken om de hoek zit”, zegt Peter Nieuwenhuizen, chief technology officer van AkzoNobel Specialty Chemicals. “Maar dat gebeurt vaker bij innovatie: je vindt oplossingen en partners op soms onverwachte manieren en plaatsen. We kijken ernaar uit om samen te werken met het Water Knight-team, hun technologie in te zetten en zo hun bedrijf te laten groeien.”

grootte leveren. In India zijn al negen VoDCa-installaties in bedrijf. In Europa voeren we er momenteel pilot-testen mee uit.” Waarom heeft Water Knight zich in 2016 als start-up op de ‘waterafdeling’ van Inqubator in Leeuwarden gevestigd? Dahule: “We hebben bedacht dat iedere markt in de wereld anders is en dat we sneller kunnen doordringen op de markt door op verschillende plaatsen aanwezig te zijn, dus niet alleen in India, maar ook in Australië en Europa. Professor Vivek Ranade, de uitvinder en medeoprichter van onze techniek, werkt vanuit Belfast in Ierland en Ranjeet Utikar, medeoprichter van ons bedrijf, vanuit Perth in Australië. We werken als een global team en bespreken onze zaken twee keer per week. Twee jaar geleden hebben we voor Leeuwarden gekozen vanwege de aanwezigheid van met name Water Alliance, een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven op het gebied van innovatieve en duurzame watertechnologie.” p september 2018 Chemie Magazine 51


CHEMIECLUSTER AMSTERDAM ZET IN OP CIRCULAIR

VOLOP KANSEN VOOR DUURZAME BEDRIJVIGHEID Amsterdam heeft geen grote chemieproducties, daardoor is dit chemiecluster minder bekend. Afgelopen decennia viel er ook weinig te clusteren, maar dat wordt anders nu verduurzaming intensief samenwerken vereist. Zo is er al het Innovation Lab Chemistry Amsterdam, in het leven geroepen door het Havenbedrijf en het Science Park, dat bruggen moet slaan tussen wetenschap, laboratoria en pilots. Tekst: Henk Engelenburg

ILLUSTR ATIE: ECTOR HOOGSTAD ARCHITECTEN

Artists impression van labgebouw Matrix VII op het Amsterdam Science Park.

52 Chemie Magazine september 2018


Cluster

A

angezien in de regio Amsterdam de meeste chemiebedrijven in de haven zijn gesitueerd, zijn ze daar ook nauw mee verbonden. Nu kolenoverslag daar vanaf 2030 niet langer is toegestaan, is duurzaamheid er het nieuwe devies. Het Havenbedrijf speelt dan ook een overkoepelende rol in het stimuleren van samenwerkingsverbanden en het ‘matchen’ van (chemie)bedrijven, kennisinstellingen en gemeente. “Nu weet de ene buurman vaak niet goed wat de andere doet en welke reststromen hij eventueel beschikbaar heeft, en dergelijke”, zegt Roon van Maanen, hoofd Circular & Renewable Industry bij het Havenbedrijf. Daarnaast zijn er in Amsterdam volop kansen voor het aantrekken van nieuwe duurzame bedrijvigheid. “We hebben in Amsterdam geen fysieke ruimte voor grote chemiecomplexen, wel voor hoogwaardige speciale chemie. Daarvoor proberen we het hele traject van innovatie tot en met productie te faciliteren.”

Science Park

Het cluster mag zich gelukkig prijzen met het naburige Science Park, een geconcentreerde kennismetropool en kraamkamer van innovatieve start-ups. Daar is onder meer het Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences (in feite de gecombineerde chemiefaculteit van de UvA en de VU) gevestigd, waar tweehonderd wetenschappers fundamenteel en toegepast chemieonderzoek doen voor doorbraakinnovaties. Samen met Avantium en het Shell Lab op de noordelijke IJ-oever wordt onderzoek gedaan naar de elektrificatie van de chemie. Ook van belang voor het chemieonderzoek op het park zijn het natuurkunde-onderzoeksinstituut Amolf, het wiskunde-instituut Nikhef en het Amsterdam Research Center for Nanolithography. De kennisinstituten hebben dwarsverbanden met het hoger en middelbaar onderwijs, zoals respectievelijk de Hogeschool van Amsterdam (HvA), de Hogeschool InHolland en de mbo’s Clusius College en het Wellantcollege, die deels vraaggestuurd werken vanuit het bedrijfsleven.

BEHIND THE SCENES@AMSTERDAM EN ACID

In het kader van haar 100-jarig bestaan organiseert de VNCI een serie Behind the scenes, events waarin de chemieclusters centraal staan. De aftrap vond plaats afgelopen voorjaar op Chemelot. De volgende vindt plaats op 5 oktober in Emmen (zie p. 26). Daarna is op 19 oktober Amsterdam aan de beurt. Gastheer is de Universiteit van Amsterdam – ACID. Amsterdam Chemistry Innovation Day is een jaarlijks evenement over de laatste ontwikkelingen in de chemie en innovaties in Metropool Amsterdam. De dag begint met een kijkje achter de schermen bij een aantal (chemie)bedrijven rondom het Science Park en in de haven. Het middagprogramma biedt informatie over de laatste ontwikkelingen op het gebied van circulaire chemie, Computer Aided Chemistry, Art Conservation en over hoe een innovatief bedrijfsidee te valoriseren. Tijdens een Collegetour wordt ingegaan op de nieuwe vereisten die aan werknemers in de chemie zullen worden gesteld als gevolg van de veranderingen die de chemiebedrijven gaan doormaken. Meer info en aanmelden: www.vnci.nl/agenda

Het Science Park telt een flink aantal initiatieven om wetenschappelijk onderzoek te vertalen in producten voor de samenleving. Het Amsterdam Centre for Entrepeneurship (ACE), Startup Village, Matrix en Innovation Exchange Amsterdam (IXA) bieden studenten, onderzoekers en alumni trainingen en coaching om ideeën om te zetten in start-ups of ze faciliteren werkplaatsen voor start-ups en mkb’s. Zo beheert Matrix kantoren en laboratoria voor mkb-bedrijven en starters; binnenkort opent Matrixgebouw nummer 7, de voorgaande zes gebouwen zijn volledig bezet. Gaat een start-up naar de scale-up-fase, dan is er Prodock, een door het Havenbedrijf ingerichte locatie in de haven waar start-ups en volwassen bedrijven tijdelijk producten en productie kunnen testen om door te groeien naar een grotere locatie in de haven. Het Haven-

e

BEKENDE EN MINDER BEKENDE NAMEN Het chemiecluster Amsterdam herbergt een aantal bekende en minder bekende namen, waaronder: • Avantium: ontwikkelaar en producent van biobased PEF. • Corbion (hoofdkantoor): melkzuren voor bioplastics. • Sonneborn: halffabricaten zoals witte oliën, vaseline, was en sulfonaten. • Albemarle: katalysatoren voor de productie van gas, petroleum, diesel en kerosine. • PPG Coatings: verf, vernissen, drukinkt en mastiek.

• Caldic: distributeur van chemische stoffen, ontwikkelaar en producent van klantspecifieke chemische formules en oplossingen. • Oxea: chemische halffabricaten voor de productie van veiligheidsglas, coatings, cosmetica, inkt, brandstof, smeermiddelen en bestrijdingsmiddelen; farmaceutische producten en weekmakers. • ICL Amsterdam: meststoffen en fosforzuur. Benutting van reststromen, zoals struviet dat door Waternet uit het rioolwater is gehaald. Herwinning

van fosfaten en fosfor uit de assen van dierslachterijen en de rioolzuivering. • Shell Technology Centre Amsterdam (STCA): een van de drie belangrijkste technologiecentra van Shell wereldwijd. Ruim duizend onderzoekers werken aan verbetering van producten en productieprocessen op het gebied van olie, gas en chemie. Onderzoek naar betaalbare alternatieve energie-oplossingen, zoals het gebruik van biomassa en de opslag van CO2. september 2018 Chemie Magazine 53


FOTO: FEENE Y

BEN

Prodock van het Havenbedrijf Amsterdam faciliteert de opschaling van start-up naar scale-up.

Bio Energy Netherlands (BEN) neemt eind dit jaar de eerste commerciële houtvergasser in de haven in gebruik. Bij vergassing wordt 60 tot 70 procent minder stikstof en fijnstof uitgestoten dan bij verbranding. Het gas uit biomassa wordt gebruikt om warmte en elektriciteit op te wekken voor stadsverwarming en industriële doeleinden. Er zal naderhand ook waterstof en CO2 uit het gas worden gewonnen (een tussenoplossing totdat CO2 uit de lucht kan worden gewonnen). BEN wil uiteindelijk via het produceren van groene stroom en warmte de stap zetten naar het produceren van groene moleculen als grondstof voor de chemie.

IGES AMSTERDAM

Integrated Green Energy Solutions (IGES Amsterdam) start eind dit jaar in de Amsterdamse haven met het omzetten van ‘end of life plastics’ in transportolie. Er zal per dag 100 ton aan plastics worden verwerkt, goed voor 30 miljoen liter transportbrandstof. Op den duur gaat de verwerking naar 400 ton per dag. Aandeelhouders zijn onder meer het Havenbedrijf en de Australische Foy Group, die het technologische concept bezit en de investering van 28 miljoen Australische dollars zekerstelt.

AEB

bedrijf en het Science Park hebben gezamenlijk Innovation Lab Chemistry Amsterdam (ILCA) in het leven geroepen, dat bruggen moet slaan tussen wetenschap, laboratoria en de pilots op Prodock.

Durfkapitaal

Durfinvesteerders die kapitaal verschaffen voor de ontwikkeling van scale-ups en hun innovaties, staan niet in de rij als het gaat om duurzaamheid. De materie is nog te onbekend en daarmee zijn de investeringsrisico’s nog nauwelijks in te schatten. Omdat er toch kapitaal moet komen, speelt het Havenbedrijf nu en dan voor durfinvesteerder. Dat is onder meer gebeurd bij ChainCraft, een start-up van de Universiteit Wageningen die door het Havenbedrijf naar de haven is gelokt, waar het nu een pilot heeft op Prodock. Het bedrijfje heeft een proces ontwikkeld waarmee organische reststromen worden omgezet in middellange vetzuurketens. Een eerste afzetmarkt is diervoeding. Met de bouw van een fabriek op demoschaal start eind dit jaar de productie. De financiering van 7 miljoen euro is opgebracht door het gemeentelijke Amsterdams Klimaat- en Energiefonds, het provinciale Participatiefonds Duurzame Economie, de rijkssubsidies DEI en Kansen voor West en het Havenbedrijf. Laatstgenoemde partij heeft 1 miljoen ingelegd. Van Maanen: “Durfinvesteerders vragen soms 50 procent rendement op dit soort investeringen of ze stappen helemaal niet in, wachtend op de volgende ontwikkelingsfase van de innovatie. Wij kunnen sommige risico’s beter inschatten, aangezien we de verschillende partijen kennen. Een paar miljoen is vaak al voldoende om een bedrijf verder door de zogeheten valley of death te brengen.” p Meer informatie: www.portofamsterdam.com/en/acp-locations http://interactivemaps.portofamsterdam.com 54 Chemie Magazine september 2018

Het in 2014 verzelfstandigde Amsterdamse afvalbedrijf AEB (400 werknemers) verwerkt jaarlijks 1,4 miljoen ton afval uit de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en uit Engeland. Het bedrijf wint steeds meer bruikbare stoffen uit afval en gebruikt de warmte die bij afvalverbranding vrijkomt voor het opwekken van elektriciteit. AEB is de grootste leverancier van duurzame energie in de regio, vergelijkbaar met 200 windmolens van 3 MW, genoeg voor 300.000 huishoudens. AEB onderzoekt het doortrekken van een oude olieleiding die van Rotterdam naar de voormalige BP-olieraffinaderij in Amsterdam loopt. Die is tegenwoordig in gebruik voor het transport van in Rotterdam afgevangen CO2 naar de kassen in het Westland. AEB doet drie onderzoeken: kan de leiding worden doorgetrokken naar AEB in Amsterdam?; kan de CO2 daar worden omgezet in een vloeibare vorm voor transport naar de kassen in de Wieringermeer?; en kan de CO2 bij AEB worden afgevangen?

SIMADAN

Simadan verwerkt jaarlijks circa 120.000 ton supermarktvoedsel dat over de datum is en andere organische reststromen, waaronder zo’n 350.000 m3 verontreinigd afvalwater. De afvalstromen worden in grote tanks vergist door buurman Orgaworld. Hierbij komt biogas vrij, dat in de vorm van stoom, warmte en groene stroom deels wordt ingezet voor de processen binnen Simadan en deels terechtkomt op het elektriciteits- en warmtenet van Amsterdam. Het restmateriaal van de processen wordt met ‘eigen’ warmte omgezet tot een hoogwaardige meststof. Er zijn synergiën met het lokale warmtenet, het regionale elektriciteitsnet en met omliggende bedrijven. Zoals met het naastgelegen ChainCraft, dat eveneens supermarktvoedsel verwerkt, en WILD Juice, dat afvalstromen via een pijpverbinding aan Orgaworld levert. Simadan produceert verder met dochterbedrijf Biodiesel Amsterdam jaarlijks 125 miljoen liter tweedegeneratie-biodiesel uit afvalvetten en -oliën.


Veilig werken met VAPRO

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

11/01/17 09:36

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160


3 - 5 DECEMBER 2018 VELDHOVEN

CHEMISTRY FOR THE FUTURE WWW.NWOCHAINS.NL

FULL OVERVIEW OF THE STATE OF ART IN CHEMISTRY CONNECTING OVER 1.500 CHEMICAL SCIENTISTS FROM ALL DISCIPLINES

PLENARY SPEAKERS

JASON CHIN

PAULA HAMMOND

PIETERNEL LEVELT

KEVIN PLAXCO

BERT WECKHUYSEN

University of Cambridge

MIT

KNMI, TU Delft

UC Santa Barbara

Utrecht University

PROGRAMME • Share the latest scientific breakthroughs in the chemical and molecular sciences • Connect with over 1500 fellow chemists from all disciplines • Attend the focus sessions organised by Holland Chemistry • Award ceremony with the Gouden KIEM for best chemical start-up and the winner of the Topsector Chemistry Student Competition

PARTNERS

Deadline Early Bird 1 October 2018


VNCI

VNCI NIEUWS IN MEMORIAM TEUS WIGMANS (1953-2018)

Afgelopen maand overleed Teus Wigmans, bestuurslid van de VNCI en werkzaam bij Kisuma Chemicals in Veendam. Teus trad in 1998, na zijn studie chemische technologie en diverse (internationale) functies bij Norit, in dienst bij Kisuma Chemicals, een dochteronderneming van het Japanse Kyowa. Hij was de eerste niet-Japanse medewerker van het concern. Kisuma Chemicals was toen een bedrijf in oprichting en Teus had de taak een nieuwe fabriek te bouwen en een productie- en verkooporganisatie op te zetten. Na de succesvolle opstart werd hij in 2000 benoemd tot business director, verantwoordelijk voor onder meer de productieplanning en de wereldwijde marketing en verkoop. Mede onder zijn leiding groeide de Veendamse onderneming van aanvankelijk 45 medewerkers tot meer dan het dubbele aantal nu, de omzet steeg van 9 miljoen euro in 2000 tot ruim 55 miljoen in 2017. Een prestatie van jewelste.

Kisuma Chemicals produceert industriële magnesiumverbindingen. De grondstof, magnesiumchloride, is afkomstig van buurman Nedmag. In twee van de drie toepassingsgebieden, co-stabilisation of pvc en halogen scavenging in polyolefins, is het bedrijf wereldmarkleider, in het derde toepassingsgebied, flame retardancy in wire and cables, worden de producten als de beste in hun soort gezien en is de bedrijfsnaam ‘Kisuma’ ook de productnaam. “In elke Toyota Prius zit 7 kilo van ons product”, vertelde Teus in 2013 aan Chemie Magazine. Om er trots aan toe te voegen: “Wij zijn een klein bedrijf, maar groot in wat we doen.” Toen in 2009 door de crisis de omzet zodanig daalde dat de productie vier maanden stillag, zorgde hij er met steun van het Japanse moederbedrijf voor dat er geen ontslagen vielen door een beroep te doen op ‘het potje van Donner’, bedoeld voor financiële compensatie van werktijdverkorting. Sinds vorig jaar was Teus, in aanloop naar zijn naderende pensionering, advisor to the board. Behalve voor Kisuma, is Teus Wigmans ook van grote betekenis geweest voor de VNCI. Hij maakte sinds 2014 deel uit van het dagelijks bestuur, waarin hij als lid van de Mkb-kopgroep de belangen van het mkb behartigde. Hij was een betrokken en, ondanks de grote afstand tussen Veendam en Den Haag, trouwe bezoeker van de bestuursvergaderingen en van de VNCI-evenementen. Via Teus vond de VNCI in Kisuma een loyaal lid met een open houding, een bedrijf dat graag meewerkte aan sectorinitiatieven. De VNCI is hem zeer erkentelijk voor zijn bijdrage en wenst zijn familie veel sterkte met het verlies.

BEHIND THE SCENES

In het kader van haar 100-jarig bestaan organiseert de VNCI een serie Behind the scenes, events waarbij de chemieclusters centraal staan. De eerste was in maart op Chemelot. De volgende vindt plaats op 5 oktober bij Chemport Emmen, waar de deelnemers via bedrijfsbezoeken, pitches en kennisdeling kennismaken met (groene) vezelchemie. Op 19 oktober vindt Behind the scenes@Amsterdam & ACID plaats, met een blik achter de schermen bij een aantal (chemie)bedrijven en een collegetour rond nieuwe eisen die aan werknemers in de chemie worden gesteld. Meer info en aanmelden: www.vnci.nl/agenda

DAG VAN DE CHEMIE

Op zaterdag 6 oktober organiseert de VNCI in samenwerking met het Weekend van de Wetenschap en C3 de Dag van de Chemie. Deze dag biedt chemiebedrijven de unieke mogelijkheid om hun deuren te openen voor het grote publiek en te laten zien wat voor een mooie sector de chemie is en wat voor mooie producten er gemaakt worden. Meld uw organisatie aan via www.weekendvandewetenschap.nl/organisatie-aanmelden Meer info: www.dagvandechemie.nl

PERSONEEL Rosienne Steensma is per 1 augustus bij de VNCI gestart als senior beleidsmedewerker Energie & Klimaat, Milieu en Procesveiligheid. Rosienne heeft ruime ervaring binnen de chemische industrie op het gebied van chemische-stoffenmanagement en regelgeving. In haar vorige functie als regiomanager Regulatory Affairs bij AkzoNobel Performance Coatings was zij actief in diverse netwerken in Nederland en in Europa. Rosienne heeft chemie gestudeerd in Leiden. Zij volgt Edwin de Roij op, die zijn carrière buiten de VNCI vervolgt.

september 2018 Chemie Magazine 57


MENSEN SHELL MOERDIJK

Richard Zwinkels is sinds 1 september de nieuwe general manager van Shell Moerdijk. Zwinkels werkt sinds 1995 bij Shell en is sinds 2015 economics & scheduling manager in Pernis. Daarvoor deed hij binnen Manufacturing uitgebreide ervaring op in functies binnen Technologie, Productie en Supply Strategy. Van 2010 tot 2012 was hij production & maintenance manager. Zwinkels volgt Paul Buijsingh op, wiens aanstelling voor vier jaar (juni 2014) officieel ten einde is. Hij maakt van de gelegenheid gebruik en stelt zijn vervolgstap wat langer uit door een sabbatical te nemen van vijf maanden.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag

AKZO SPECIALTY CHEMICALS

Charlie Shaver wordt eind dit jaar de nieuwe CEO van Akzo Specialty Chemicals. Hij volgt Werner Fuhrmann op, die tijdelijk is aangetrokken om de chemiedivisie los te weken van AkzoNobel. Shaver staat sinds 2013 aan het roer van de Amerikaanse verffabrikant Axalta, dat vorig jaar nog in onderhandeling was over een samengaan met AkzoNobel. Hij studeerde chemical engineering aan de Universiteit van Texas en begon zijn carrière bij Dow Chemical. Daarna werkte hij 35 jaar in diverse leidinggevende functies in de olie- en gasindustrie. Ook was hij een tijdje adviseur bij Carlyle en investeringsmaatschappij Golden Gate Capital.

T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

UNIVERSITEIT TWENTE

Pascal Jonkheijm, professor organische chemie aan de Universiteit Twente, heeft de KNCV Gouden Medaille 2018 gewonnen, de hoogste Nederlandse onderscheiding voor chemisch toptalent. Jonkheijm verbindt de vakgebieden van de supramoleculaire chemie en de (cel) biologie. Daarbij gebruikt hij een engineering-aanpak om moleculen en materialen te ontwerpen voor fundamenteel onderzoek en gebruik in de bio-nanotechnologie. “Dit is een zeer complex onderzoeksgebied, waarbij het moeilijk is om daadwerkelijk voor de biologie tastbare en werkbare methodes te ontwerpen en ontwikkelen”, aldus juryvoorzitter Hermen Overkleeft. “En juist op dit terrein heeft Jonkheijm grote stappen gemaakt.”

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

NWO

Op 12 september ontvingen prof. dr. Anna Akhmanova, prof. dr. Marileen Dogterom, prof. dr. Carsten de Dreu en prof. dr. John van der Oost de NWO-Spinozapremie, en prof. dr. Beatrice de Graaf en prof. dr. Marion Koopmans de NWO-Stevinpremie. NWO kent de Spinozapremies, de hoogste onderscheidingen in de Nederlandse wetenschap, jaarlijks toe aan drie of vier in Nederland werkzame onderzoekers die naar internationale maatstaven tot de absolute top van de wetenschap behoren. Bij beide premies staat de kwaliteit van de onderzoeker voorop; de Spinozapremie legt de nadruk op het wetenschappelijke werk en fundamentele vraagstukken, de Stevinpremie honoreert vooral de maatschappelijke impact.

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

58 Chemie Magazine september 2018

toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Duco de Vries ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

Production capabilities

is a part of AD International

adinternationalbv.com

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

TESTING TECHNICIAN

DSM ENGINEERING PLASTICS - GELEEN

Being a global science-based company, Royal DSM is active in health, nutrition and materials. Driving economic prosperity, environmental progress and social advances by connecting its unique competences in Life Siences and Material Sciences. Resulting in the deliverance of innovative and sustainable solutions that nourish, protect and improve performance in global markets. In the operation unit testing, DSM is looking for a Testing Technician with a strong individual contribution to group efforts. You will be responsible for all daily related lab tasks from practical management, execution, evaluation, reporting and development of jobs to managing, guiding and coaching a small team. Besides aiming for improvement of your team, you also have a real customer oriented attitude, investigating and anticipating customers’ needs. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A1800088 for more information.


EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods

MEMBER OF THE

BARK PACKAGING GROUP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.