ChinaNU+ Aflevering 2

Page 1


Cultuur

en maatschappij Educatie en wetenschap Inhoud

Victor Wesseling: Hoe het verleden de Volksrepubliek China verklaart

12: Im Fong Liu: De cheongsam in volle glorie

56: Giovanna Chen: 20 jaar Cinemasia Film Festival

Economie en zakelijk

Nout Wellink: Enkele observaties over het economische beleid in China

22 Frans Verhagen: Biden en Trump en de handelsoorlog met China

34 Mila Davids: Taiwan en Nederland verbonden door hightech

48 Peter Gill: Huawei in de (energie) transitie

Martin Schuurmans & Bart ter Haar Romeny Universitaire opleiding met Nederlandse wortels in Shenyang

De rubrieken: 3 Hoofdredacteur - 4 Verenigingsnieuws - 18 Lief en leed van Lieven 26 Verdwalen in China 28 Wij lezen China 42 ChinaNu bijna een halve eeuw oud 58 Gedicht

Colofon

ChinaNU+ is een digitale uitgave van de VNC.

Redactie:

Monique Knapen

Astrid Bouwman

Medewerkers:

Nout Wellink

Im Fong Liu

Martin Schuurmans

Bart ter Haar Romeney

Lieven Walther

Frans Verhagen

Angela Heping

Victor Wesseling

Jaap Post

Sylvia Marijnissen

Lilian Kranenburg

Mila Davids

Peter Gill

Giovanna Chen

Silvia Marijnissen

Vormgeving:

Huub Gulickx

Alle fotomateriaal is geplaatst met toestemming van de eigenaar

Van de hoofdredacteur

Houten Draak

2024 – het jaar van de Houten Draak. De Houten Draak is intelligent, aantrekkelijk en geliefd zeggen de kenners. Leven we dit jaar ook in intelligente, aantrekkelijke en geliefde tijden? De vergelijking gaat vast niet op, maar toch? In welke tijd leven we? We kunnen alles maken -we kunnen allang naar de maan en we werken tegenwoordig vaker via een scherm om maar iets te noemen- , maar wat we niet kunnen is een samenleving creëren waarin iedereen tevreden of geliefd is. Er is zoveel ongelijkheid, zoveel woede en boosheid in de wereld.

Hoe ga je elke dag om met al het nieuws, je werk, je familie –er is zoveel om te verwerken. De dagen zijn even lang als vroeger, maar de hoeveelheid prikkels is groter dan in de tijd van mijn ouders. Toen waren er minder keuzes en was de wereld kleiner omdat je niet in real time de aardbeving in Turkije (om eens een voorbeeld te noemen) in je huiskamer binnen kreeg.

In 1977, het jaar van de oprichting van onze vereniging, leefden we in het jaar van de Vuur Slang. Een tijd waarin de leden verenigd waren in het geloof dat het communistische China de heilstaat was en ons de weg kon tonen. Zie ook het artikel van Jaap Post in dit nummer. Nu, 47 jaar later, zijn we als leden verenigd door het besef dat we door interesse in elkaar te tonen, open te staan voor elkaars werelden, we beter kunnen functioneren. Beter begrijpen hoe elkaars samenlevingen zijn ingericht, en daarbij, en dat is niet veranderd, stellen we de mens centraal. We zijn allemaal op zoek naar die balans, rust in ons leven, ook al lijken onze politieke leiders daar niet altijd mee bezig te zijn.

Geduldig gaan we voorwaarts en met dit nummer hoop ik dat u opnieuw geïnformeerd en geïnspireerd zult zijn door veel en uiteenlopende verhalen van auteurs met eveneens uiteenlopende achtergronden.

Het volgende nummer wordt gecomponeerd door de nieuwe hoofdredacteur die staat te trappelen om te beginnen. Kan ik weer verder werken aan die balans. Fijne zomer en tot in september.

Als u dit leest is onze Algemene Ledenvergadering al geweest. Dit jaar hebben we gekozen om deze in Wageningen te houden. We kiezen wisselende locaties voor onze vergaderingen omdat we een landelijke vereniging zijn en dus gespreid over ons land zichtbaar willen zijn. Dank aan restaurant Asia Plaza waar we dit jaar mochten vergaderen en tegen gereduceerd tarief konden lunchen. De VNC bestaat dit jaar 47 jaar en heeft wisselende ledenaantallen, vele besturen, en uiteenlopende activiteiten gekend.We doen met een klein clubje ons best om een aantrekkelijk aanbod te maken van activiteiten, ons magazine -dat u nu leest- en ondertussen ook te professionaliseren. Een nieuwe website is in de maak. We hebben een actief comité van

aanbeveling, nieuwe bestuursleden en nieuwe vrijwilligers. Alles wat we doen is en wordt gedaan door vrijwilligers. Op dit moment hebben we een kleine 400 leden in ons bestand. Vaak melden nieuwe leden zich aan na het bezoeken van een van onze activiteiten. Een greep uit de activiteiten van de afgelopen maanden: Een China Café in Utrecht over Chinese film met Anne-Sytske Keijzer, een avond in Amsterdam met Bettine Vriesekoop over haar nieuwste boek: ‘Chinese Wijsheid in een balletje’. In Eindhoven organiseerden we een avond met oud ambassadeur in China, Ed Kroonenburg. Ondertussen kregen we twee delegaties uit China te begeleiden en waren we aanwezig bij een aantal evenementen, waarin China de hoofdrol speelde. Kortom, de

Bettine Vriesekoop en Monique Knapen

VNC is, hoewel van middelbare leeftijd, springlevend. Als u actiever wilt worden binnen onze vereniging, laat het ons weten en mail naar info@vncchina.nl In het volgende kwartaal is er opnieuw een China Café in Utrecht: op 29 september met Ruud Peters, (Philips Intellectual Property and Standards). Over intellectueel eigendom in China, op 14 september organiseren we in Den Haag een dag voor Chinese ‘expats’ en mensen van Chinese afkomst over de Nederlandse cultuur en op 1 oktober willen we in Zwolle een grote China borrel houden voor iedereen die zich professioneel bezighoudt met China. Vanaf augustus zal onze website en de

nieuwsbrieven-machine weer volop draaien, dus: houd uw mail in de gaten, er komt nog veel meer aan. VNC post wordt digitaal verstuurd; dat gaat sneller en is goedkoper want ook wij moeten op de uitgaven (blijven) letten.

Dit tweede digitale nummer van ChinaNU+ bevat opnieuw een scala aan artikelen die de aandacht vestigen op de drie pijlers waarop we ons focussen: Cultuur en Maatschappij, Educatief en Wetenschappelijk, en Economie en Zakendoen.

U zult zien; China is in de afgelopen 47 jaar niet minder belangrijk geworden.

Veel leesplezier en een fijne zomer gewenst!

De VNC ontving een delegatie van de Commissie voor Wetgevende zaken van het permanent Comité van het Nationale Volkscongres

Met oud ambassadeur in China, Ed Kroonenburg.

Afscheid Lilian Kranenburg van het China Café

Afgelopen 17 juni heb ik als organisator afscheid genomen van het China Café (CC) en hield ik mijn laatste interview. Mijn overweging om te stoppen betreffen persoonlijke keuzes en afwegingen. Bovendien is na de verhuizing en enkele afslankende ingrepen gedurende de afgelopen jaren, het VNC sinds september 2023 een warme haven voor het CC gebleken. Die geruststelling heeft mijn beslissing om te stoppen vergemakkelijkt.

De filosofie van zowel VNC als CC overlappen elkaar; het samenbrengen van kennisoverdracht, verhalen en ervaringen om verbinding, begrip en inzicht over China te verrijken, zijn leidend voor ons. Met de oprichting van het CC in 2005 trokken de

oprichters de stoute schoenen aan om een plek te creëren voor mensen met zakelijke belangen in China. Hier kon men ideeën en ervaringen uitwisselen over het bedrijfsleven in China, de bekende risico’s en kansen doornemen en was er ruimte om stevig te netwerken. Al snel sloten andere geïnteresseerden zich aan en waren de maandelijkse bijeenkomsten in Utrecht levendige en laagdrempelige bijeenkomsten waar China-adepten graag hun neus lieten zien.

In 2012 werd ik gevraagd door het Kennisnetwerk Guanxi om tot het bestuur toe te treden. Dat deed ik graag, maar wilde ook graag de CC’s in een nieuw jasje steken. Algemene kennis en begrip over China schoten vaak tekort, en ons netwerk was ideaal geplaatst om hier iets aan te doen en zo meer nuance toe te voegen aan het China-debat. Tot op heden is dat de missie van het CC.

En natuurlijk was en is China nooit een homogeen begrip geweest. De noodzaak om de diversiteit van dit complexe land en de gelaagdheid van de wijd uiteenlopende bevolkingsgroepen te tonen, alsmede de werking daarvan op de samenleving, de invloed van het verschil in scholing tussen stad en platteland op de economie, de Chinese maakindustrie en het Intellectueel Eigendomsrecht, het duiden van de tomeloze politieke ambities van de leiders, zowel in binnen- als buitenland, de weerbarstigheid van de ambtelijke aanwezigheid in het zakenleven, de vlugheid

van Chinese CEO’s, de vastgoedcrisis en de Chinese middenklasse, vergrijzing ten tijden van negatieve geboortecijfers, maar ook de politisering van de Chinese media, de act van buitenlandse bedrijven om mensenrechten en omzet in China te balanceren, China’s verhouding met Hong Kong, Taiwan, Europa en de VS en de invalshoeken van China’s algehele mondiale opmars waren onder meer thema’s die de revue passeerden.

Het aankaarten van deze waaier aan vaak gewichtige onderwerpen kon en kan alleen maar dankzij de bereidheid van gastsprekers om te spreken over hun specifieke optieken. Op de afgelopen 14 jaar China Café kan ik

daarom alleen maar met grote dankbaarheid terugkijken en denken aan al die kennisdragers, velen analytisch, de meesten zonder vooroordeel, enkelen pessimistisch en anderen weer bevlogen. Maar allen behept met het kundig duiden van wat er gebeurt in en rond China. Iets meer dan 120 gastsprekers ontvingen wij, waarvan ik circa 50 mensen interviewde.

Het CC had echter nooit kunnen plaatsvinden zonder collega’s die met hart en ziel deze bijeenkomsten mede ondersteunden. Speciale vermelding verdienen Joke Bruynzeel en Joel Koolen. Immers, je kunt dit soort bijeenkomsten alleen maar samen tot stand brengen. In het bijzonder wil ik mijn opvolger Lianne Baaij succes en plezier

toewensen met het vormgeven van de volgende CC’s. En dat gaat haar lukken, zeker nu het cirkeltje rond is, want Lianne was één van de oprichters in 2005!

Tot slot, dank aan alle trouwe bezoekers. Ook jullie sluit ik in mijn hart en ik zie er naar uit elkaar weer te ontmoeten bij een volgend café!

Op de site van VNC kunt u een historisch overzicht van het China Café vinden, inclusief de namen van de oprichters.

Het economische Enkele observaties

Als bestuurslid van grote Chinese banken schrijft Nout Wellink, in Nederland bekend als directeur van de Nederlandse Bank, over zijn visie op de Chinese economie en behandelt interessante onderwerpen als schaalgrootte, centrale versus decentrale sturing, trends voor de toekomst. Zaken die in de Nederlandse pers niet altijd even genuanceerd gebracht worden. Met dit artikel tracht hij een duidelijker beeld te schetsen.

Inleiding

Na mijn vertrek bij DNB ben ik tien jaar (van 2012 tot 2022) als onafhankelijk nietuitvoerend bestuurslid betrokken geweest bij de Bank of China (BoC) en de Industrial and Commercial Bank of China (ICBC). ICBC is, naar balanstotaal gemeten, verreweg de grootste bank ter wereld. BoC staat op de wereldranglijst op de vierde plaats.

Beide banken zijn zogeheten staatsbanken en van groot belang voor het economisch beleid van de Chinese autoriteiten. Nauwe betrokkenheid bij het bestuur van deze banken heeft mij een goed inzicht gegeven in de economische beleidsintenties van de overheid en hoe dit beleid wordt uitgevoerd. Mijn ervaring strekt zich alleen uit tot de grote Chinese banken. Die zijn goed gekapitaliseerd en worden professioneel gerund, maar zijn wel erg groot. De financiële en concurrentievervalsende risico’s verbonden aan extreem grote banken (systeembanken) zijn aanzienlijk, en noodzaken tot kostbare reddingsacties als ze in problemen komen. Ze zijn ’too big to fail’. Vandaar dat na de financiële crisis van 2008 aan deze banken allerlei

observaties van Nout Wellink

economische beleid in China

risico-beperkende eisen zijn gesteld en ordelijke liquidatie tot de mogelijkheden is gaan behoren. Dit regime geldt ook voor de Chinese banken, al opereren die in een volstrekt ander universum en is eerder de vraag of ze niet ‘too big to manage’ zijn.

Oorzaken en gevolgen Geschaald aan de omvang van de Chinese economie valt het balanstotaal van een bank als ICBC (ca 30% van het BBP, het bruto binnenlands product) in zekere zin mee. Dat van bijvoorbeeld ING bedraagt meer dan 100% van het nationale BBP, maar daarentegen dat van J.P. Morgan slechts zo’n 15%.

Dat sommige Chinese banken zo groot zijn geworden, moet niet zozeer verklaard worden uit de kolossale omvang van het land, maar vooral uit het eerdere gebruik als financieel ‘doorgeefluik’ voor overheidsbeleid en uit de onderontwikkeling van de financiële markten. Door dat laatste waren alternatieven voor bankfinanciering onvoldoende aanwezigDe grootbanken zijn van ‘doorgeefluik’ inmiddels een bancair verantwoord kanaal geworden voor de financiering van de economie voor overheid, bedrijfsleven en consumenten. Daarbij staat ‘Serving Society’ hoog in het vaandel. Bij ICBC is onder de Board een speciaal comité in het leven geroepen om aan deze maatschappelijke verantwoordelijkheid inhoud te geven; het Corporate Social Responsibility and Consumer Protection Committee. Toen ten tijde van de Coronacrisis vanuit de overheid het signaal kwam dat het bankwezen de kleine en

middelgrote ondernemingen te hulp moest schieten, was de eerste reactie van een van mijn Chinese collega’s: “Natuurlijk, maar het moet wel op bancair verantwoorde wijze. Alleen als wij als bank financieel gezond zijn, kunnen we de samenleving blijven dienen”.

Voor- en nadelen

De omvang van de banken waar ik heb gewerkt, heeft me meer dan ooit doordrongen van de voor- en nadelen van schaalgrootte, zeker in combinatie met een sterk centrale sturing door de autoriteiten. Centrale sturing kan de kostenvoordelen verbonden aan schaalgrootte optimaliseren en maakt snelle voortgang en lange planningshorizonnen mogelijk. De combinatie van centrale sturing en schaalgrootte is echter niet zonder risico’s. Als fouten worden gemaakt, zijn de negatieve gevolgen meteen erg groot. Zo ontstond bij de verkeerde inschatting van de vraag naar zonnepanelen aanvankelijk grote overcapaciteit, leidend tot dump praktijken en daarmee tot internationale handelsconflicten. Daarbij moet worden opgepast het kind niet met het badwater weg te gooien en te gemakkelijk oneerlijke concurrentie te veronderstellen. De rekening van onterechte de-globalisering kan weleens een stuk hoger uitvallen dan vaak wordt verondersteld De ‘mind-boggling’ omvang van de Chinese grootbanken (ICBC heeft 750 miljoen rekeninghouders, ING 10 miljoen) vereist de inzet van hoogwaardige technologie.

Schaalgrootte geeft daarom een enorme impuls om technologische grenzen voor de bedrijfsvoering op te zoeken. Het is dus niet verwonderlijk dat in technologie en daarbij behorende hoogopgeleide staf erg veel wordt geïnvesteerd. Ik heb dat van zeer dichtbij mogen meemaken. Schaalgrootte maakt eveneens het gebruik van enorme databestanden mogelijk. Daardoor is artificiële intelligentie een belangrijke rol gaan spelen bij de risicobeheersing. Als een bank zoals ICBC er in een jaar 20 miljoen rekeninghouders bij krijgt, móet wel van dit soort technieken gebruik worden gemaakt. De vergaande inzet van technologie creëert ook problemen en risico’s, onder meer in de sfeer van de

privacy en de rechtsbescherming van burgers. Deze problemen spelen uiteraard ook buiten de financiële sector.Het Chinese besturingsmodel

Besturingsmodel

Het Chinese economische besturingsmodel wordt gekenmerkt door centrale politieke sturing vanuit de Communistische Partij en economische decentralisatie. De balans tussen deze twee kanten van het model, waarbij de grote lijnen van het beleid door de Partij worden bepaald en de uitvoering plaatsvindt op een lager niveau - provincies, steden, private ondernemingenis een delicate, dynamische balans en niet steeds in evenwicht.

De laatste jaren trekt de Communistische Partij de touwtjes strakker aan. Illustratief is de toegenomen rol van de zogeheten Partij Comités, niet alleen bij staatsondernemingen maar veel breder in de maatschappij. Een bank als ICBC heeft een met Westerse banken vergelijkbare corporate governance structuur, maar met als belangrijk verschil het bestaan van zo’n Partij Comité. Dat toetst het beleid van de bank aan het beleid van de Communistische Partij.

Mijnerzijds is er tijdens vergaderingen vaker op gewezen dat hier potentieel een fundamentele afwijking van de internationale corporate governance plaatsvindt, omdat

de Board de positie van ultiem besluitvormend orgaan dreigt te verliezen. Het weerwoord was dan altijd dat het Partij Comité slechts een adviserende rol heeft. Formeel moge dat zo zijn, maar die adviserende rol is in de afgelopen jaren duidelijk pregnanter en dwingender geworden

In mijn jaren bij de twee Chinese banken zijn er overigens vanuit het Partij Comité slechts voor de bank positieve signalen gekomen, bijvoorbeeld met betrekking tot het noodzakelijke eigen vermogen, de hoogte van de voorzieningen, de bestrijding van corruptie, de klachtenregeling voor klanten, etc.

Neveneffecten

Van boven opgelegde, te rigide regelgeving kan tot onvoorziene en ongewenste neveneffecten leiden. Dit is een bekend probleem, ook in de Westerse wereld. In China zijn deze problemen potentieel echter groter, omdat corrigerende instituties en wetgeving nog onvoldoende zijn ontwikkeld en alleen nieuwe regelgeving een oplossing kan bieden.

Zo heeft de lange tijd kunstmatig laag gehouden rentevergoeding van rekeninghouders bij banken (teneinde staatsondernemingen goedkoop te kunnen financieren) tot een enorme vlucht in de richting van nietonder-toezicht-staande instellingen geleid. Daar kon immers een veel hogere

rentevergoeding worden verkregen. Voorts werd door de goedkope bankfinanciering elke impuls aan de staatsondernemingen (SOE’s; State Owned Enterprises) ontnomen om efficiënter te werken. En de lage rente droeg uiteraard ook bij aan de hoge woningprijzen.

Een ander voorbeeld van ongewenste neveneffecten: Provincies en steden concurreren met elkaar op soms uit de hand lopende wijze, omdat het succes van lokale bestuurders leidde tot een opwaartse beweging op hun politieke carrière-ladder. Met grote creativiteit werden daarom regels omzeild.

Het werd daarom op een gegeven moment voor de provincies verboden leningen te sluiten, maar omdat de onderliggende impuls voor de bestuurders niet was verdwenen, zochten zij naar alternatieven. De financiering van projecten waarmee in Beijing goede sier kon worden gemaakt, bijvoorbeeld in de onroerend goed-sector; huizen, wegen, bruggen, werd geregeld buiten de begroting om via zogenoemde Local Government Financing Vehicles (LGFV’s). Die LGFV’s zag ik dan weer terug bij de banken als punten van zorg en op te lossen problemen.

Stap voor stap

Zonder in details te treden is mijn waarneming dat hervormingen in golven plaatsvinden, veelal als corrigerende reactie op ongewenste of onbedoelde ontwikkelingen van te strakke regelgeving. Daarbij wordt stapvoor-stap vooruitgang geboekt, met soms weer een ‘Echternach-stap’ achter- of zijwaarts. Duidelijk is vooruitgang geboekt op het terrein van de liberalisatie van de rente en de aanpak van SOE’s. De belangrijke mate van liberalisatie van de rentevorming heeft de impuls verminderd om spaargelden buiten het bankwezen te beleggen. Voorts werden SOE’s onder druk gezet te hervormen via verscherping van financieringscondities en het naar de markt brengen van leningen aan deze bedrijven.

Instrumenteel daarbij waren de banken, die duidelijke richtlijnen hadden voor het verhogen van de efficiëntie van SOE’s.

Inefficiënte SOE’s zijn uiteraard ook voor de overheid onaantrekkelijke instellingen en inmiddels is de winstgevendheid van deze instellingen dan ook duidelijk verbeterd.

Een stap-voor-stap-benadering is karakteristiek voor het Chinese beleid. Met grote regelmaat kwam ik in mijn dossiers de opmerking tegen: “stability during progress”. Om grote fouten te voorkomen wordt vaak met pilots of kleine stapjes nieuw beleid uitgeprobeerd, bijvoorbeeld via vrijhandelszones.

Economische perspectieven

In de zes decennia sinds 1960 tot de aanvang van de Coronacrisis in 2020 is de volatiliteit van de Chinese economie beduidend afgenomen. Diverse hervormingsronden hebben daaraan bijgedragen. Een wat primitieve maatstaf voor de afgenomen volatiliteit is het verschil tussen de hoogste en laagste jaarlijkse groeivoet. Die bedroeg, afgerond, in de jaren zestig van de vorige eeuw 46% (!), in de jaren zeventig 13%, in de jaren tachtig 11%, in de jaren

negentig ruim 6%, en in de eerste twee decennia van dit millennium 6% resp. 3%. Met name sinds 1978, toen Deng Xiaoping met zijn belangrijke hervormingsmaatregelen kwam, is de ontwikkeling van het Chinese BBP veel minder schoksgewijs geworden. Voor de komende jaren ligt een trendmatige groei van rond 5% of iets daaronder voor de hand. Deze groeivoet past in het Chinese beleid dat is verlegd van hoge kwantitatieve groei naar een (stuk lagere) kwalitatief hoogwaardige groei. Kwaliteit gaat voor kwantiteit en het handhaven van financiële stabiliteit is voor het Chinese leiderschap een dwingende randvoorwaarde. Klimaatvereisten, technologische vooruitgang en ‘common prosperity’ zijn belangrijke speerpunten van het Chinese economische beleid. Eigenlijk zijn dit dezelfde speerpunten als in de Westerse wereld, met dien verstande dat het economische beleid gekenmerkt zal blijven door zogeheten ‘Chinese karakteristieken’ en de technologie een heet hangijzer en bron van potentiële conflicten.

Niet ontkend kan worden dat, in strijd met het voorgaande, soms verwarrende en verrassend harde maatregelen worden

genomen als men negatieve neveneffecten te lang heeft laten doorzieken. Voldoende uitleg en transparantie ontbreken dan vaak. Dit alles maakt de beoordeling van wat er op economisch gebied en breder in China werkelijk gebeurt en waarom het geschiedt, niet eenvoudig.

De plank misslaan

Het gaat bij de beoordeling van de economische ontwikkelingen dan ook vaak mis in de Westerse pers. En vervolgens kwam men dan met westerse recepten om de veronderstelde problematiek tot een oplossing te brengen, zonder voldoende inzicht te hebben in de oorzaken van de problemen, de in China werkzame mechanismen en de typisch Chinese mogelijkheden om die problemen te adresseren.

Om China te begrijpen en met dat land een zinvolle dialoog te kunnen voeren, moet de bereidheid bestaan ook eens door Chinese ogen en met voldoende kennis van zaken naar de samenleving en de economie te kijken. Dit betekent vanzelfsprekend niet dat men het vervolgens eens moet zijn met alles wat men ziet, maar wel dat de basis voor een zinvolle dialoog wordt gelegd.

DE CHEONGSAM De Cheongsam het

Im Fong Liu

Als jongste dochter van Hongkongse immigranten in Nederland, ben ik altijd gefascineerd geweest door hun Hong Kong, een plek waar ik nooit heb gewoond. Deze nostalgie werd extra aangewakkerd door de oude schilderijen in ons huis, boven het Chinees-Indische restaurant dat zij uitbaatten. En natuurlijk door het eten, maar dat is een ander verhaal. Mijn verkenning in het erfgoed van mijn ouders voedt mijn fascinatie voor Hong Kong, en specifiek de periode van de jaren ’60, de tijd waarin mijn ouders de grote stap naar Nederland maakten.

Van Qizhuang tot Cheongsam Sinds het begin van de 20e eeuw is de look van de Cheongsam meegegaan met de tijd, als een ware modekameleon. De Cheongsam, ook bekend als Qipao (長衫 - geromaniseerd uit het Kantonese woord Chèuhngsāam, wat lang kledingstuk betekent), is een Chinese jurk die geïnspireerd is op de Qizhuang, de etnische kleding van het Manchu-volk. Dit iconische kledingstuk is meer is dan alleen een jurk; de Cheongsam omarmt culturele waardering, heeft een diepe connectie met het verleden en symboliseert evolutie, veerkracht en veelzijdigheid.

Heritage: flashback tot heden De Cheongsam heeft door de decennia heen een

CHEONGSAM IN VOLLE GLORIE

transformatie ondergaan en is ontstaan uit de traditionele Qizhuang van het Manchu-volk tijdens de Qing Dynastie (1644 –1912). Dit kledingstuk evolueerde van een lang, losvallend gewaad gedragen door Manchuvrouwen, tot de iconische nauwsluitende jurk met zijdelingse splitten en hoge kraag die we nu kennen.

Deze prachtige modereis in de tijd kan worden onderverdeeld in vijf episodes: de Manchu-stijl, de Shanghai-stijl, de Republikeinse stijl, de Hong Kong Shanghai-jurk periode en de moderne stijl. De Manchu-stijl kenmerkte zich door lange, losse gewaden met hoge kragen en wijde mouwen, soms gedragen met een extra rokvorm. De Shanghai-stijl, vanaf de Roaring Twenties van de vorige eeuw, was meer nauwsluitend en gedetailleerd, met decoratieve elementen zoals kralen en kant. De Republikeinse stijl was een eenvoudigere look & feel door het gebruik van katoen. Tijdens de jaren ‘50-’60 kreeg de Cheongsam een renaissance met de Hong Kong Shanghai-jurk, een mix van traditionele en moderne invloeden. De moderne stijl komt later in dit verhaal aan bod.

Mode en film: een tijdloze verbeeldingskracht

De Cheongsam is meer dan alleen een kledingstuk; het is een symbool van Chinese elegantie en icoon in de popcultuur. Van de prachtige mode-illustraties uit de jaren ‘20 tot de iconische looks gedragen door actrice Maggie Cheung in Wong Kar-Wai's meesterlijke film ‘In the Mood for Love' (2000). Vergeet niet de modeserie van fotograaf Steven Meisel in Vogue Italia (2001) en de film ‘Lust, Caution’ van Ang Lee

(2007). Ook op social media is er een grotere belangstelling voor het uiten van heritage in mode. Alles heeft bijgedragen aan een hernieuwde waardering voor dit kledingstuk.

In de jaren '60 maakte de Chinees-Nederlandse ontwerper Fong Leng ook furore met de Cheongsam als inspiratie. Haar boutique, Studio Fong Leng, was een opvallende aanwezigheid in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat. Haar flamboyante muze en

Christian Dior - zomer 2024, courtesy of Dior

stijlicoon, Mathilde Willink, was één van de vele bewonderaars van haar creaties.

Toekomst: een moderne interculturele interpretatie

Door de grote Aziatische diaspora en de culturele herwaardering van tweede en derde generaties buiten Hong Kong en Azië, is mode een manier geworden om heritage te onderzoeken en uit te drukken. Met een groeiend verlangen naar moderne interpretaties van traditionele kledingstukken en een groeiende waardering van cultureel erfgoed blijft de Cheongsam relevant in de hedendaagse mode.

Ontwerpers over de hele wereld, van Yves Saint-Laurent, Prada en Gucci, hebben eerbetoon gebracht in hun collecties door elementen van de klassieke Cheongsam te verwerken. Ook creative director Maria Grazia Chiuri van Christian Dior heeft een moderne draai gegeven aan de iconische jurk in de Dior zomercollectie van 2024. Dit toont zowel de creativiteit van hedendaagse ontwerpers als de veelzijdigheid van de Cheongsam.

atelier in Hong Kong. In 2019 lanceerde ondernemer en ontwerper Karen Chan haar designermerken Sparkle Collection en Sparkle by Karen Chan, waarmee ze een moderne draai geeft aan de traditie. Polly Ho en Alex Wong, de oprichters van Loom Loop, integreren veel ambacht van het traditionele kleermakersvak in hun designs. Ook grote merken met internationale bekendheid omarmen de Cheongsam, onder andere Shanghai Tang, opgericht door Sir David Wing-Cheung Tang KBE, Self Portrait van ontwerper Han Chong, en designer Guo Pei met haar boutique in Parijs. Ook zij dragen bij aan het behoud van de culturele betekenis van dit iconische kledingstuk.

De voortdurende populariteit van de Cheongsam onder zowel opkomende merken als gevestigde designers getuigt van het tijdloze karakter van dit iconische kledingstuk. De evolutie illustreert niet alleen de verbondenheid met traditie, maar ook de innovatie, die inherent is aan de voortdurende dialoog tussen verleden en heden in de wereldwijde modegeschiedenis enindustrie.

Hedendaagse designers: een nieuwe generatie

Een nieuwe lichting ontwerpers blijft de mode-erfenis omarmen met frisse interpretaties. Denk dan aan het gebruik van alternatieve stoffen zoals denim, leer, suède, PVC, imitatieleer, naast klassieke stoffen zoals zijde, katoen en kant. Of een moderne snit, of een knipoog naar het silhouet en kenmerken. Veel designers met Hong Kong heritage duiken in de archieven van dit klassieke stuk. Bij Qipology van Julie Liu kan je op maat gemaakte Cheongsams laten creëren in haar

Meer informatie www.loom-loop.com www.self-portret.com www.sparkle-collection.com www.qipology.com www.guopei.com www.dior.com

Cheongsam (長衫), ook wel Qipao genoemd, is afgeleid van de Shanghainese term ‘zansae’. Klassieke kenmerken van deze jurk zijn een nauwsluitend silhouet met een opstaande kraag en twee zijsplitten. De asymmetrische sluiting is heel bijzonder met een opvallende pankou oftewel kikkersluiting. De pankou is een traditionele geknoopte knoop.

Wan Rong, laatste empress van China, courtesy Public Domain

Oude advertenties. Shanghai flea market

Qipology

Door de jaren heen speelt de Cheongsam vele rollen in de Chinese cultuur. Zo is het in Hong Kong een deel van het schooluniform geweest. Daarnaast is de elegante jurk een favoriet kledingstuk voor feestelijke gelegenheden. Naast de traditionele witte bruidsjurk, schittert de bruid vaak ook in een levendige rode Cheongsam tijdens de theeceremonie. Ook bij andere gelegenheden, zoals het Chinees Nieuwjaar, staat de Cheongsam altijd garant voor een stijlvolle uitstraling.

Philips en de Technische Universiteit Twente hebben een lange en interessante band met China. Martin Schuurmans en Bart ter Haar Romeny vertellen over de oprichting en groei van de wetenschappelijke opleiding op het gebied van medische technologie in Shenyang, de ontbrekende schakel in de productie van medische apparatuur.

Universitaire opleiding met Nederlandse wortels in Shenyang

Martin Schuurmans & Bart ter Haar Romeny

Shenyang ligt in het noordoosten van China, niet ver van Mongolië, met koude (-20oC!) winters, zandstormen in het voorjaar en hete zomers. Een prachtige, echt Chinese stad die vooral in de vroege Qing dynastie (1625-1644) een rol speelde als zetel van de keizer. Het is naast Beijing de enige stad met een ‘Forbidden City’. In 2002 telt de stad 6 miljoen inwoners, is de weg van de stad naar het vliegveld niet veel meer dan een karrenpad,twee jaar later ligt er een zesbaansweg. Er is dan ééninternationaal hotel in de stad, de voertaal is Chinees en bijna niemand spreekt Engels.Voor Europese bedrijven is het nog behoorlijk pionieren.

In 2002 besluitPhilips het accent te verleggen naar Medische Technologie. Martin Schuurmanswordtaange steld als bestuurslid van Philips Medical Systems en is internationaal verantwoordelijk voor technologie, supply chain en de opbouw van

fabricage in China. In 2004 wordtde eerste stap gezet: Neusoft, het grootste software outsourcing bedrijf in China en Philips starteneen Joint Venture voor de fabricage van medische apparatuur in Shenyang, de stad waar Neusoft is gevestigd. Voor

Het massale selectieproces van de Chinese Scholarship Council voor PhD programma’s. Tientallen buitenlandse professoren en 1500 zenuwachtige kandidaten in drie drukke dagen

beide bedrijven een winwin situatie: Neusoft leert medische technologie, Philips leert slimme Chinese fabricageprocessen en krijgt toegang tot de Chinese markt voor medische producten.

Opnieuw uitgevonden De eerste uitdaging waar de Joint Venture mee te maken krijgt is de moeizame werving van personeel voor een op medische technologie gericht fabricagebedrijf. Daarom wordt aan een bedrijfsschool gedacht, zoals ook bekend uit de vroege jaren van Philips. In dit geval sticht de Joint Venture een opleiding voor Bio Medical Information Engineering, BMIE, waar studenten zowel een bachelor, masters als ook een PhD kunnen behalen. Philips en Neusoft zorgen voor het startkapitaal van de school. Dankzij de goede persoonlijke relatie met de CEO van Neusoft, Liu Jiren, die een hoge positie in de Communistische Partij bekleedt, komt er snel toestemming van de overheid en neemt

NortheasternUniversiteit van Shenyang (NEU, 东 北大学 in Chinese karakters) de nog te starten opleiding op in haar programma.

In 2006 worden de eerste studenten geworven. Geslaagd voor het toelatingsexamen, kunnen er in september 130 studenten aan de opleiding beginnen. Martin Schuurmans gaat de school leiden en zijn vrouw Victoire geeft met behulp van een tolk Engelse les. Daarbij krijgt zij ook te maken met totaal andere zaken; meisjes afkomstig van het platteland weten niet of nauwelijks wat ongesteldheid is en hebben hier vragen over. Het schooljaar begint met drie weken disciplinaire training, daarna gaat het inhoudelijke curriculum van start.Het onderwijs vindt plaats in de Chinese

taal en wordt gegeven door leerkrachten van NEUen door medewerkers van Neusoft. Ook de Technische Universiteit Eindhoven, TUE, in de persoon van Bart ter Haar Romeny, hoogleraar Biomedische Beeldanalyseheeft een belangrijke rol in dit project.

Inhoudelijk zijn er drie pijlers: medische beeldvorming, medische informatica en medische elektronica. Een verplicht en belangrijk studieonderdeelis inzichten discipline in de regels van de Chinese Communistische Partij. Ieder jaar moeten ze er examens in afleggen én slagen, anders kunnen ze niet door naar het volgende studiejaar.

Vanaf het begin wordt

gewerkt met ‘Design Centered Learning’, een buitengewoon effectieve leermethode, die medeontwikkeld is door de TUE. In deze methode wordt in teams gewerkt aan een opdracht waarin studenten uiteenlopende rollen (leider, onderzoeker, presentator etc) vervullen. Ook competitie is een kenmerkend element. De meeste studenten zijn als ze binnenkomen erg beleefd en bescheiden, maar worden al snel enthousiast, spontaan en mondig, ook in het Engels, en klinkt het “hallo professor!”. De sfeer in de school is erg leergierig; studenten hunkeren naar internationale kennis en verbreding.

Wetenschappelijk onderzoek komt van de grond, maar het blijkt erg moeilijk stageplekken voor onderzoek in ziekenhuizen te vinden. Ziekenhuizen in China zijn net mierenhopen: druk, overbelaste dokters. Een groot oogheelkundig instituut, He Vision, blijkt een geweldige partner te zijn. Zij willen de oudere helft van de bevolking van de provincie Liaoning (24 miljoen inwoners) met oogfoto’s screenen op schade aan het netvlies door diabetes. Studenten onderzoeken de foto’s met de computer voor diagnose. Dit wordt een groot en succesvol samenwerkingsproject tussen de TUE, de BMIE en He Vision. Het biedt

De lunches op de universiteit zijn erg belangrijk; er is uitzonderlijk veel keus en hét moment voor sociale contacten

veel studenten een kans zich te ontwikkelen in onderzoeksprojecten en er zijn 55 publicaties uit voortgekomen.

Internationale samenwerking

De focus van de opleiding richt zich naast het opleiden van personeel voor de biomedische industrie, ook op het klaarstomen van de studenten voor een Europese of Amerikaanse universiteit.Dit vergt naast beheersing van het Engels ook internationale samenwerking. Hier komen goede contacten tussen Martin en Bart van pas.

Al in het voorjaar van 2007 wil de eerste studente naar Eindhoven om daar haar studie voort te zetten. Haar Engels is op niveau, maar de TUE eist een toelatingsexamen om haar inhoudelijke kennis

te toetsen. Ter voorbereiding wordt de stof, vaak complexe natuurkunde, naar Chinese studiegewoonte, grondig en in groepsverband bestudeerd. Zij slaagt met een 8 en gaat naar Eindhoven voor haar masters én PhD.De brug is gelegd en veel studenten, meestal de besten, gaan naar universiteiten in Europa en Amerika.

Er ontstaat internationale uitwisseling van studenten door middel van studiereizen. Nederlandse studenten worden getrakteerd op Chinese cultuur tijdens bonte feestavonden en zien met verbijstering de volle slaapzalen (acht studenten op een kamer). Chinese studenten kijken hun ogen uit tijdens hun reis naar de TUE en diverse laboratoria in Europa. Velen hebben China

nooit eerder verlaten. We zien ze nog in Maastricht met een biljet van 500 euro betalen. Ook de Nederlandse lunch is voor veel Chinese studenten even wennen.

Een nieuwe campus

In 2014 wordthet schoolgebouw te klein en verhuistnaar de campus van de NEU in Hunnan. Het nieuwe gebouw beschikt dankzijeen grote subsidie over een eigen ‘Laag Magneetveld MRI’. Röntgensystemen voor onderzoek zijn al eerder door Neusoft gedoneerd.

In 2017 wordt de BMIE uitgebreid met een nieuwe studierichting ‘Intelligent Medical Engineering' en krijgt een nieuwe naam: College of Medicine and Bioinformatics Engineering.China is zo groot en kent zoveel platteland dat het gebruik

Het nieuwe gebouw op NEU Hunnan Campus, met in de entreehal foto’s van trotse alumni

van digitale medische analyse via internet, sensoren en artificiële intelligentie hard nodig is. Hiermee kunnen mensen medisch gevolgd en op afstand bijgestuurd worden. Het onderzoek richt zich niet alleen meer op medische afbeeldingen, maar ook op in het lichaam geïntegreerde biosensoren. Het accent ligt op vasculaire uitdagingen omdat deze een grote zorg vormen in Noord China. De relatie met ziekenhuizen en industrie wordt intensiever en er wordt bijscholing aan ziekenhuis engineers en artsen gegeven. Talloze studenten maken hun studie via master of PhD af via topuniversiteiten in China, de EU of de VS. Het nieuwe gebouw op NEU Hunnan Campus, met in de entreehal foto’s van trotse alumni

Wij, China en Nederland hebben veel geleerd van het proces van opbouw en groei van deze universitaire opleiding in China. Zelfs een taalbarrière hoeft samenwerking tussen mensen niet in de weg te staan. Nederlanders hebben nu toegang tot vooraanstaande Chinese biomedischedeskundige n en vice versa. Samen

kunnen we ervoor zorgen dat de gezondheidszorg nieuwe impulsen krijgt en de duurzaamheid van onze aarde ondersteunt. Wij auteurs zijn daar dankbaar voor.

Meer info op: School of Medicine and Bioinformatics Engineering (neu.edu. cn)

https://www.boekenbestellen.nl/boek/mijn-tao

en in de autobiografie van Martin Schuurmans

TUE en BMIE studenten in levendige discussie na een college in Shenyang

Inmiddels zijn er circa 1600 studenten afgestudeerd. Zij werken in ziekenhuizen en industrie in China of zijn gegaan voor een internationale loopbaan. Jaarlijks zijn er circa 900 studenten, waarvan circa 600 bachelors, 240 masters en 35 PhD studenten.

Lieven Walther is 26 jaar en woont met man sinds mei 2024 in China. Wat maakt zij mee en wat valt haar op? Elk kwartaal schrijft ze voor ons haar bevindingen. Voor meer van Lieven volg haar blog (www. livingasanexpat.com en Instagram: @volg_ons_ china_avontuur.).

Hoi! Ik ben Lieven, 26 jaar oud, en samen met mijn man Guus ben ik voor twee jaar naar Hangzhou in China verhuisd. In deze column houd ik jullie in elke editie van het blad op de hoogte van onze avonturen.

Voor twee jaar verhuizen naar Hangzhou, China, was een spannende sprong in het onbekende voor Guus en mij. Voor Guus een kans op werkgebied, maar ook voor ons samen een kans om het leven als expat te ontdekken. We wisten nog erg weinig over China en de stad Hangzhou, waardoor dit een geweldige kans was om meer te leren en te ervaren. Na maanden van voorbereidingen (en een bliksembezoek van 5 dagen aan Hangzhou) begon ons avontuur eindelijk op 3 mei. Het afscheid was emotioneel, maar de vlucht zelf verliep soepel, mede dankzij onze slimme stoelboekingsstrategie

Lief en leed van Lieven

waardoor we een extra vrije stoel hadden.

Onze eerste dagen in Hangzhou waren een mengeling van praktische uitdagingen en nieuwe ontdekkingen. Bestaande uit bijvoorbeeld het vinden van een geschikte supermarkt, de werking van de juiste apps en de weg vinden in het openbaar vervoer.

Onze eerste avonden maakten we wandelingen langs het water, dat op slechts een paar minuten van ons tijdelijke appartement lag. De combinatie van de moderne skyline en traditionele elementen maakte veel indruk op ons. Onze eerste maaltijd bij een Italiaanse bistro gaf ons een gevoel van vertrouwdheid in een verder onbekende omgeving. Een essentieel onderdeel in onze eerste weken was de medische check-up voor ons verblijfsvisum. Dit proces, waarbij we in een half uur van kamer naar kamer gingen voor 8 verschillende onderzoeken, liet ons zien hoe efficiënt onderzoeken gepland

kunnen worden! Dagelijkse ontmoetingen brachten vaak verrassingen en grappige momenten met zich mee. Van een jongen die me een cadeautje op straat gaf dat een onderbroek bleek te zijn, tot een kind in de lift dat mijn tattoo fascinerend vond. Deze momenten zorgden voor veel gelach.

Een van de belangrijkste onderdelen van de eerste periode was het vinden van een vast appartement. Samen met onze agent Connie bekeken we verschillende woningen en leerden we over de woonstandaarden in China, zoals laaggeplaatste keukens (lees: keukenhoogte van 80 cm die tot Guus zijn knie komen) en kleine woonkamers.

Ondanks deze verschillen vonden we een geschikt appartement en tekenden we het contract. Connie hielp ons ook met praktische zaken zoals het verkrijgen van een simkaart en het gebruik van lokale apps, wat ons dagelijkse leven een stuk makkelijker maakte.

Onze ontdekkingstocht verkennen van de stad en het ontmoeten van nieuwe mensen. We sloten vriendschappen met andere expats, zoals een Zweeds stel dat ons gezelschap hield tijdens een Koreaanse BBQ en een lokale voetbalwedstrijd. Deze ontmoetingen waren waardevol, omdat we zo ervaringen en tips konden uitwisselen.

Elke dag in Hangzhou brengt nieuwe ervaringen en uitdagingen met zich mee. Van het wennen aan de lokale eetgewoonten tot de spontane en vaak hilarische interacties met de lokale bevolking. Ons avontuur in Hangzhou zijn wij ‘open minded’ ingegaan en zo blijven we ook kijken naar alles wat we meemaken. We passen ons aan en leren elke dag iets nieuws hier.

In elke column zal ik jullie meenemen in onze avonturen/ontdekkingen/ opvallendheden hier in Hangzhou. Tot de volgende keer!

Groetjes Lieven

Frans Verhagen, historicus, schrijver en Amerika deskundige, bespreekt de handelsbetrekkingen tussen Amerika en China.

Biden en Trump en de handelsoorlog met China

Frans Verhagen

Een eventuele winst van Donald Trump in november 2024 zal voor de Amerikaanse relatie met China weinig onmiddellijke gevolgen hebben. Grosso modo heeft president Biden voortgebouwd op het protectionistisch beleid van zijn voorganger en een tweede termijn van Donald Trump zal daar niet onmiddellijk iets aan veranderen (een tweede termijn van Biden evenmin). In de verhouding tussen beide landen zullen subtiele verschillen het beeld gaan bepalen, waar de oorlog in Oekraïne en de daarmee samenhangende hechtere relatie tussen Rusland en China een grotere rol gaat spelen. Wat Taiwan betreft heeft president Biden tot vier keer toe indirect uitgesproken dat hij het land zal verdedigen mocht China het aanvallen. Het verdrag tussen Taiwan en de VS beperkt zich tot het leveren van wapens, maar het is moeilijk voor te stellen dat een Chinese aanval onbeantwoord zou blijven. Donald Trump feliciteerde als president-elect in december 2016 de nieuw gekozen Taiwanese president en brak daarmee het diplomatieke protocol dat tot dan toe werd gehandhaafd. Of hij Taiwan als president zou verdedigen is onzeker maar Xi zou wel gek zijn als hij het uitsloot.

Trump’s importheffingen

Het punt is: met Trump weet je het nooit. Tijdens zijn eerste termijn probeerde Trump aanvankelijk een relatie op te bouwen met Xi, volgens Trumps beproefde model van transactionele contacten. Dat wil

zeggen dat hij aardig zou zijn, als Xi aardig was voor hem. Trump ontving Xi zelfs in zijn paleis in Florida. Het tekort van Amerika op de handelsbalans tussen beide landen stond op de agenda, al was het maar omdat Trump meende dat elke vorm van handelstekort met een

Wie er ook in het Witte Huis zit, de confrontatie met China zal niet minder worden. Sterker, het is een van de weinige onderwerpen waarover Democraten en Republikeinen het eens zijn. Confrontatie zit ingebakken in de verhoudingen, al is onduidelijk in hoeverre de Chinese binnenlandse economische problemen Xi’s beleidsruimte beperken. Voor China gaat het om wat het land ziet als zijn rechtmatige plek in de wereld en daar zal het land geen millimeter op toegeven.

land onacceptabel was (en is). Maar vooral hoopte Trump China in te zetten om NoordKorea aan banden te leggen. In november 2017 bezocht Trump zelf Beijing en kon Xi de gastheer spelen. Trumps internationale standing was niet geweldig hoog, die van China groeide alleen maar, dus Xi had reden voor een vrolijk gezicht. Natuurlijk kwam de dood in gevangenschap van de Chinese schrijver en Nobelprijswinnaar, Liu Xiabo, niet aan de orde. Stelde Donald Trump toentertijd dat hij ‘een hoop respect’

had voor Xi, dan zal dat gezien zijn voorkeur voor autoritaire leiders niet veranderd zijn. Maar wat het handelsbeleid betreft vond een ommekeer plaats. In de loop van zijn presidentschap kreeg het protectionisme van Trump tanden, mede onder invloed van zijn havik-adviseurs. Hij legde een tien procent heffing op alle import op. Goed voor de schatkist maar omdat de kosten gewoon werden doorgegeven aan de kopers, betaalde niet China maar de Amerikaanse burger of onderneming voor dit beleid.

In 2020 sloot Trump een deal met China waarbij het land meer Amerikaanse producten moest importeren, zoals landbouwproducten, en een aantal economische hervormingen moest doorvoeren. Er is niets van gekomen. Hij claimt dat de Chinezen bang voor hem zijn en dat hij daardoor meer gedaan kan krijgen. Xi lijkt niet onder de indruk.

Wapengekletter

De handelsoorlog wordt op meerdere fronten tegelijk gevoerd; de productie van elektrische auto’s, chipsproductie (Taiwan

is nu de belangrijkste producent) en groene technologie waarvan de onderdelen steeds belangrijker worden in de wereldeconomie. De strijd over apps, met name over TikTok, is een afgeleide.

Tesla of BYD?

In het kader van de inmiddels vergevorderde handelsoorlog heeft de regering Biden dit voorjaar geïmporteerde Chinese elektrische auto’s met honderd procent belast, al blijven ze aanzienlijk goedkoper dan de veel te dure Amerikaanse auto’s. Zijn doel is tweeledig: bescherming van de Amerikaanse industrie en het behoud van de technologie die nodig is om de transitie naar

elektrisch rijden te stimuleren. Ook een toekomstige president Trump zal die Chinese auto’s hoog belasten. Ook Trump wil de autoindustrie beschermen maar zijn tweede doelstelling is de fossiele industrie van dienst te zijn. Volgens Trump zijn elektrische auto’s een ‘hoax’, een betekenisloos woord voor alles waar hij tegen is. Trump claimt dat Chinese auto’s de Amerikaanse autoindustrie zullen vernietigen. De ironie (of het probleem) is dat veel grote producenten joint ventures hebben met bijvoorbeeld Chinese producenten van batterijen die zich in Amerika zelf hebben gevestigd. Chinese bedrijven hebben ook

joint ventures gesloten met fabrieken gebouwd in Mexico, waarmee de VS een vrijhandelsverdrag heeft. Trump wil ook import via Mexico tegenhouden. Het lijkt op dweilen met de kraan open. De tussenstand: het gaat tussen BYD en Tesla om de eer van de grootste producent van elektrische auto’s.

Chip- en groene technologie

Met de groei van AI is de chipindustrie noodzakelijker dan ooit. China wil zijn achterstand in chiptechnologie goedmaken. Xi Jinping loopt te hoop tegen de exportcontrole van cruciale technologie, chokehold technology, zoals de Amerikanen het noemen. China kan niet veel doen tegen de beperkingen voor chipmakers, maar heeft geantwoord met exportcontrole op gallicium en germanium, grondstoffen die nodig zijn om chips te maken. Het is echter een ongelijke strijd: grondstoffen tegen het tegenhouden van intellectuele kennis. Op het terrein van de minder geavanceerde chips bouwt China geleidelijk aan zijn dominantie uit. Amerika pompt veel

geld in groene productiefaciliteiten middels de Inflation Reduction Act. Daarnaast liggen er importtarieven van honderd procent op zonnepanelen. Desondanks ligt China voor met de productie van zonnepanelen. Longi is hiermee de grootste producent ter wereld en CATL van batterijen.

Biden of Trump?

De verwachting is dat na de verkiezingen Amerika een nieuwe ronde van exportcontroles zal beginnen. Biden heeft vast een voorschot genomen. Behalve de hogere importtarieven op auto’s kondigde Biden een verdrievoudiging tot 25 procent aan van heffingen op bepaalde soorten staal en aluminium, en een verdubbeling van de heffing op halfgeleiders tot 50 procent. Het is allesbehalve toeval dat hij zijn tarieven op staal aankondigde in Pennsylvania, een swing staat die hij in november moet winnen.

Als de nieuwe president Trump heet, zullen verder verhogingen volgen en Amerikaanse bedrijven zullen moeten afzien van elke vorm van investering in China.

Serieuze beperkingen zullen worden ingevoerd voor quantum technologie, nodig voor quantum computing en sensing technologie, een terrein waarop China achterloopt, althans in de ontwikkeling ervan. Trump belooft tarieven van zestig procent op alle goederen die China jaarlijks naar Amerika verscheept en ook nog eens tien procent op import uit andere landen. Hoe serieus dat is, staat te bezien. De tarieven van 2018 kwamen in een klimaat van lage inflatie, vlak voordat corona de handelsstromen stillegde. In 2025 zullen ze direct de inflatie omhoog jagen, precies het onderwerp waarop Trump president Biden aanvalt. Volgens sommige onderzoeken zouden deze nieuwe heffingen een gemiddeld middenklasse gezin per jaar zo’n 1700 dollar extra kosten.

Een tweede regering Biden zal doorgaan met groen beleid en vooral China blokkeren in die groeimarkten. Probleem voor de VS is dat er vanuit China maar weinig naar Amerika wordt geëxporteerd, maar des te meer naar

Europa en de rest van de wereld. Als de toegang tot de Amerikaanse markt wordt afgesloten, hebben de Chinese bedrijven daar weinig last van. Bovendien geeft het China de kans om de norm te zetten voor de rest van de wereld in greentech.

De regering Biden heeft op de G7 een strategie gepresenteerd om te concurreren met staatsgefinancierde Chinese ondernemingen, maar Europa is bezig met zijn eigen handelsbeperkingen. ‘Deglobalisering’ noemt The Economist het.

De winnaar is de verliezer

Volgens pessimisten past dit allemaal in een beggar thy neighbour-achtige ontwikkeling die overeenkomsten vertoont met het protectionisme dat in de jaren dertig van de vorige eeuw zo desastreus uitpakte. Volgens een paper van het IMF is het voor 75 procent voorspelbaar dat een subsidie voor een bepaald product in een grote economie binnen een jaar wordt gepareerd met een subsidie voor hetzelfde product in een andere grote economie. En zo maar door.

ISBN: 9789024464951

Amerika-kenner Frans

Verhagen schrijft voor Nederlandse en Belgische media. Hij schreef al bijna twintig boeken, waaronder een biografie van Lincoln en 'De Founding Fathers'.

Ontmoeting met Nu-Chinezen in Lao Mudeng

Verdwalen in China

Angela Heping neemt ons in ChinaNU+ mee op haar reizen door China. Ze reist ver buiten de betreden paden en laat ons in woord en beeld genieten van haar bijzondere ervaringen en ontmoetingen.

Tijdens mijn reis door de vallei van de rivier de Nu maakte ik een stop in het dorp Lao Mudeng om te overnachten. Ik bezocht de beroemde oude kerk die nog steeds functioneert zoals vroeger. Ik besloot een rondrit te maken in de omgeving van het dorp en de nabijgelegen spookstad Zhi Ziluo te bezoeken.

Ik hoef niet te beschrijven hoe mooi en soepel de rit was

met de kroonvormige top hoog boven de berg, voor iedereen zichtbaar, zwevend tussen de witte wolken met de helderblauwe lucht als achtergrond. De lokale B&B die ik op goed geluk koos, lag perfect tegenover de oude kerk, met een verrassende, haarscherpe reflectie in het stille water van het tussenliggende meer.

Daarvandaan was Zhi Ziluo maar tien minuten rijden, bergopwaarts. Ik parkeerde op een klein pleintje, misschien was het ooit een schoolplein geweest? De omgeving leek bijna op een filmset uit het tijdperk van de Culturele

Revolutie, maar dan zonder mensen. De roodgeverfde slogans uit die tijd prijkten nog levendig op de gevels

van de verlaten huizen. Het enige leven in de smalle straat kwam van de enkele lokale bewoner die gedroogd fruit verkocht in eenvoudige kraampjes en een paar honden die wat rondsjokten of mij aanstaarden vanaf een trap.

Een grote poster voor een achthoekig paviljoen vertelde de geschiedenis van dit verlaten stadje. Het was welvarend tijdens het ‘Tea and Horse Road-tijdperk' en tegen het einde van de Qingdynastie werd het een belangrijk centrum van de regio. Nadat er een nieuwe weg was aangelegd, verhuisden in 1974 de regeringsgebouwen plotseling naar een plaats bij de ingang van de vallei. Sindsdien staat dit oude centrum leeg. Er zijn nog steeds 80 gebouwen, bevroren in het era van de jaren vijftig. Een andere versie van deze geschiedenis, die meer aan recente gebeurtenissen dicht bij huis doet denken, heeft betrekking op aardverschuivingen tijdens maanden van zware regenval.

Omdat er levens op het spel stonden, trokken mensen in één keer weg om verder verlies te voorkomen. Waar of niet, het maakt niet uit. Feit is dat deze ‘spookstad’ een zeldzame plek is geworden voor iedereen die nieuwsgierig is naar een kijkje in het verleden.

Op de terugweg kwam ik een man tegen, in lokale folklore gekleed. Ik informeerde naar het beste lokale eetcafé in Lao Mudeng. Hij was slim genoeg om geen reclame te maken voor zijn eigen restaurant en nodigde mij in plaats daarvan uit om de

enige oude hut van het Nu-volk in het dorp, die zich in zijn huis bevond, te komen bezichtigen. Ik werd hartelijk begroet door zijn vrouw en zoon, voelde me onmiddelijk thuis, dronk thee en hielp zijn vrouw met het plukken van verse groenten in de tuin.

De jongen was zo opgewonden dat hij aanbood om de traditionele zang en dans van de stam voor mij uit te voeren. Maar eerst wilde hij de hut laten zien die vroeger diende als 'museum' van de manier van leven van het Nu-volk. Deze vrijstaande hut stond op palen, waarbij

de bovenverdieping als woonruimte was gebruikt. Binnen was het donker, er hingen verschillende landbouwwerktuigen aan de muur. Hij opende een zware houten kist en haalde er een enorme schedel van een dier uit, misschien een trofee van de jacht. Nadat ik de schedel een tijdje mocht bewonderen, stopte hij hem terug in de kist. Daarna trok hij zijn kleurige vest aan en zette zijn versierde hoed op: de show kon beginnen!

Terwijl ik genoot van de zang en dans, waren de man en zijn vrouw druk bezig met koken. Ik zag het laatste licht van de dag achter de heuvels verdwijnen en het pad op de tegenoverliggende berg steeds herkenbaarder worden. De man legde mij uit dat mensen uit het tegenoverliggende dorp vroeger 4,5 uur naar beneden liepen om de markt in het dal te bereiken en dan weer 4,5 uur terug. Door de weg die de overheid had aangelegd, werd het leven gemakkelijker. Hij profiteerde ook van het toerisme en kreeg een lening bij de bank om een busje te kopen waarmee hij gasten ophaalt en in de prachtige omgeving rondrijdt.

Na het eenvoudige maar heerlijke diner zat ik met het gezin en een oude oom in de hut, waar een kokende ketel boven het houtvuur hing, omringd door gedroogde maïskolven en vlees. Misschien kwam het door de rook van het kampvuur of door de lage stem van de oom, maar ik werd er dromerig van. Hij bracht mij terug naar de tijd dat er geen verharde wegen waren en men voor vervoer volledig afhankelijk was van paarden en ezels. Ik volgde zijn jeugdherinneringen; zijn verhaal begon met het oversteken van met sneeuw bedekte bergen om vervolgens met bussen en treinen uiteindelijk in Beijing te arriveren. Een jonge man realiseerde zijn droom om zijn dorp in de bergen te verlaten om steden te zien en te reizen. Hier zit hij nu, ongehuwd en kinderloos, maar gerespecteerd en verzorgd door de familie van zijn neef.

De nacht was donker en de sterren schitterden. De kroon, die op de top van de berg zetelt, werd nog helderder voor mijn ogen, verlicht door al het licht aan de hemel.

De Nu (Chinees: 怒族; pinyin: Nùzú; alternatieve namen zijn Nusu, Nung, Zauzou en Along) zijn een van de 56 etnische groepen die door de Volksrepubliek China worden erkend. De bevolking telt ongeveer 37.000 bewoners (anno 2010) in China[1] en ongeveer 30.000 bewoners in Myanmar (anno 2006)

Hun gebied bestaat uit hoge bergen en diepe ravijnen waar de rivieren Dulong, Irrawaddy (N'Mai River en Mali River) en Nujiang doorheen lopen. De naam "Nu" is een afgeleide van de Nujiang waarlangs ze wonen. Nujiang wordt ook wel Nurivier (Chinees: 怒江; pinyin: Nù Jiāng of Salween) genoemd.

De Nu spreken verschillende variaties van de Tibeto-Birmaanse taal. Ze hebben geen traditioneel eigen geschreven taal. De Chinese overheid heeft hen geholpen om een schrift te ontwikkelen op basis van het Latijnse alfabet.

Hun economie bestaat vooral uit landbouw. Lokale ambachten zijn linnenweverij, bamboebewerking, houtbewerking, ijzerbewerking en wijnbouw. Daarnaast doen ze aan jacht en visvangst. (Bron: Wikipedia)

Red Memory: Living, Remembering and Forgetting China’s Cultural Revolution door Tania Branigan, ISBN: 9781783352654, €21,99

Kan een regime herinnering uitwissen?

De geschiedenis van China sinds 1949 lijkt te bewijzen dat dit mogelijk is. Niet een keer, maar herhaaldelijk. Red Memory is het verhaal hoe een totalitair systeem zijn eigen bevolking terroriseert en vervolgens de herinnering eraan uitwist.

Het voorspel was Mao’s Grote Hongersnood, tussen 1959 en 1961 goed voor zeker 30 miljoen doden, waarschijnlijk meer. Om zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen en mogelijke troonpretendenten te blokkeren, begon Mao in de jaren daarna een volgende oorlog tegen

Red Memory Frans Verhagen

zijn eigen volk.

De Chinese geschiedenis heeft geen gebrek aan donkere periodes en chaos, maar de Culturele Revolutie, durend van 1966 tot 1976, waarin een deel van het land tegen de rest werd opgezet, kinderen tegen ouders, studenten tegen docenten, vrienden tegen elkaar, was uniek in zijn afzichtelijkheid. Ouders, vrienden, dorpsgenoten die met een bord om werden beschuldigd van verraad, met verf werden besmeurd of simpelweg doodgeknuppeld.

De voormalige correspondent van de Guardian, Tania Branigan, vertelt hoe er in de jaren negentig in China een vreemde nostalgie naar de Culturele Revolutie ontstond. Ze legt de nog steeds bestaande kloof bloot tussen mensen die het een

nachtmerrie vonden en mensen die in een socialistisch Utopia dachten te leven. Branigan laat zien hoe belangrijk het is dat je als journalist de taal spreekt en het land en cultuur goed genoeg kent om contacten te kunnen leggen en de juiste vragen aan de juiste personen te kunnen stellen in plaats van met vertalers te moeten rondreizen. Het is hogeschool journalistiek. Branigan praat met slachtoffers, de mensen die in elkaar werden geslagen voor ‘misdaden’ of hun ‘bourgeois kleding’ of misschien het spreken van een andere taal. Ze praat ook met de revolutionairen, in het begin vaak tieners en studenten, die herinneringen hebben aan een soort bevrijding in die jaren (een gevoel dat iets doet denken aan nostalgie van mijn generatie naar de hippiejaren, al waren

die van een andere orde).

Honderdduizenden jongeren reisden gratis het hele land door (de ‘Great Linkup') en zagen China veranderen onder hun handen. Ze dachten inderdaad de heilstaat te brengen. En zoals dat gaat, na een jaar of twee hadden ze er wel genoeg van en vond de samenleving dat het ook wel wat minder kon, al duurde het nog jaren voordat Mao uitgeraasd was. Sommige van de geweldplegers nemen nog steeds niet de verantwoordelijkheid. Pijnlijk zijn de gesprekken met een man die Zhang Honging heet, die zijn moeder heeft verraden, wetend dat hij daarmee een doodvonnis tekende. Hij voelt spijt maar geeft nog steeds zijn moeder de schuld van haar eigen lot. Branigan geeft zo een indringend beeld hoe mensen met herinnering omgaan. Ik zag het tot nu enkel zo intens in fictie, bijvoorbeeld in Do Not Say We Have Nothing van Madeleine Thien. Al doende en meer geconcentreerd tegen het einde van dit geweldige boek geeft Branigan een analyse van het huidige regime van Xi, en hoe die als een fake-Mao in veel opzichten de Culturele Revolutie imiteert. De

trend van terugkeer naar een gedreven Maoïstisch activisme was ingezet door de inmiddels vergeten Bo Xilai, die tot 2012 de stad Chongqing runde en gold als concurrent van Xi. Bo probeerde een ideologie van ‘Singing Red’ aan de man te brengen en ‘Smashing Back’ (georganiseerde criminaliteit). Het regime maakte korte metten met hem, maar terwijl Bo in het gevang wegkwijnt, heeft Xi een persoonlijkheidscultus geschapen die doet denken aan die rondom Mao. Goed dat Branigan deze verhalen vastlegde. Branigan beëindigde haar

correspondentschap in 2015, toen nog niet helemaal duidelijk was hoe ver Xi daarin zou gaan. Inmiddels weten we wat Xi ambieert en het lijkt ongemakkelijk op wat Mao wilde en deed. Een ander boek, dat ik echter nog niet heb gelezen, Sparks van Ian Johnson, gaat over een ondergrondse cultuur van geschiedschrijving die wil voorkomen dat Xi en zijn bende bepalen wat mensen nog weten. Deze groep probeert Xi’s ban op ‘historisch nihilisme’ te breken. Ik zag het ook in een recent boek over de DDR, Beyond the Wall. East Germany, 1949-1990

door Katja Hoyer, dat niet alleen de dagelijkse terreur van het Honecker-regime blootlegt maar ook de manier waarop mensen de leugens internaliseren. Geheugen, collectief geheugen, is een manipuleerbaar monster, maar niet alleen in een autoritaire samenleving waar de vrijheid om zelf informatie tot je te nemen beperkt is. China vergeet het liefst de misdaden en de tientallen miljoenen doden die Mao meebracht en heeft inmiddels Tiananmen Square al uit het geheugen gewist.

De Nederlandse vertaling verschijnt 23 augustus 2024

Leren laveren, Een daoïstisch curriculum voor de levensweg van Woei-Lien Chong.

Uitgeverij Damon Vof

ISBN: 9789463404136

De Daodejing van Laozi, de eerste grondtekst van het daoïsme, wordt wel eens het ʻmeest geciteerde boek op de Bijbel naʼ genoemd. Het is waarschijnlijk ook het minst begrepen werk in de Westerse wereld.

Iedereen kent de sleuteltermen ‘Dao’ en ‘wuwei’, maar weinig mensen weten dat de uitleg over de betekenis ervan alleen was voorbehouden aan ingewijden. Zij

hadden de mystieke initiatie doorlopen die Laozi beschrijft in zijn befaamde openingsaforisme. Dat blijkt een spirituele tekst te zijn die de leerling moest inwijden in het grote mysterie dat Laozi ‘Dao’ noemt. De leerling die in dit mysterie was ingewijd kon de ultieme manier van handelen in praktijk brengen. Die manier van handelen noemt Laozi ‘wuwei’. In Leren laveren onderzoeken we de aard van het genoemde mysterie, hoe de kennis ervan in het dagelijks leven in praktijk kan worden gebracht en wat daarbij de rol is van de meditatietechnieken die Laozi en Zhuangzi beschrijven. Leren laveren is het vervolg op Filosofie met de vlinderslag.

Bettine Vriesekoop: Chinese wijsheid in een balletje.

ISBN: 9789493319172

Vriesekoop leerde van de taoïstische levenshouding door tegen Chinezen te tafeltennissen Waar gaat dit boek over: Haar liefde voor tafeltennis leidde bij Bettine Vriesekoop tot een diepgaande interesse in China. In haar sportloopbaan en haar verdere leven zou een taoïstische levenshouding haar steun en houvast geven. Wat houdt deze Chinese filosofie van de wijsgeer Laozi dan in, wat heeft Bettine ervan geleerd en wat kunnen ook wij van de Tao leren? Bettine legt dit uit aan de hand van

persoonlijke ervaringen: als tafeltennisster die mede door haar Chinese inzichten de absolute top haalde, als correspondente voor NRC

Handelsblad in Peking, als schrijfster en tegenwoordig ook als tafeltennistrainster. Naast deze biografische schetsen bezorgt

Vriesekoop ons ook een – bescheiden –leerboek aan de hand van verzen uit het Tao-boek

Daodejing. Daarbij geeft ze ons simpele oefeningen om in het spel de balans te vinden. De Chinese wijsheid die zij met bat en balletje uitdraagt, maken van haar trainingen zodoende ook lessen voor het dagelijkse leven.

David Zee: Chinese Kees, mijn vader, mijn opa, mijn familie in ChinatownKatendrecht

ISBN: 9789083365824

David Zee (1962)is geboren in RotterdamKatendrecht in een gezin met zeven kinderen. Zijn grootvader Zee Che Chai of opa Ah Say behoorde tot de eerste Chinese zeemannen die zich op de Kaap vestigden. Hij trouwde een Nederlandse vrouw, dat gaf toen veel commotie; Davids oma Neeltje Kraaijeveld werd het

Nederlanderschap ontnomen, zij werd Chinees. Zo ook hun zes kinderen Kees, William, Diana, Paddy, Henken Jilles die

allen in Rotterdam ter wereld kwamen. Vele jaren later toen zoon Kees, Davidsvader, ging trouwen, gold dit opnieuw. In het boek vertelt David zelf over het Katendrecht van zijn grootouders, over zijn vader Chinese Kees en over de rest van de familie. Over de boarding houses, de eerste Chineserestaurant, triades en Chinezentellingen. Over Kung Fu, echt knokken, ritsen vuurwerk en de zoete geur van opium. Vooral deelt hij zijn persoonlijk verhaal en de belevenissen van zijn familie in het eerste Chinatown van Europa, Katendrecht.

David’s boek wordt nu vertaald in het Chinees en er is een documentaire in de maak. David heeft eerder dit jaar een rondleiding gegeven op Katendrecht speciaal voor onze leden.

Bedrijven als het Nederlandse Advanced Semiconductor Materials Lithography (ASML) en de Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC) zijn sinds de computerchip crisis niet langer onbekend bij het grote publiek. Beiden spelen een sleutelrol in de wereldwijde toeleveringsketen; ASML als producent van 's werelds meest geavanceerde lithografiesystemen om chips te maken en TSMC als grootste chipfabrikant.

Taiwan en Nederland verbonden door hightech

Mila Davids

Zowel ASML als TSMC zijn geworteld in het Nederlandse Philips. In 1891 opgericht als fabrikant van gloeilampen breidde Philips zijn activiteiten uit naar consumentenelektronica, medische apparatuur, transistors en chips. Na klachten van Philips' chipfabrieken over de intern gemaakte productiemachines startte het onderzoekslaboratorium de ontwikkeling van een nieuwe machine. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat in 1984 een nieuwe joint venture van Philips en ASM International een lithografiemachine op de markt bracht. Dit inmiddels onafhankelijke bedrijf, ASML, moest concurreren met sterke ondernemingen als Nikon en Canon. Het kwam dan ook zeer goed uit dat TSMC, opgericht in 1987, in 1988 besloot de lithografiemachine van ASML te kopen en een belangrijke klant bleef.

Op zoek naar de micron

Ook bij de oprichting van TSMC in 1987 speelde Philips een belangrijke rol. Het was de belangrijkste particuliere investeerder in deze joint venture met de Taiwanese overheid. Belangrijk voor de start van TSMC was de in de zeventiger jaren genomen overheidsbeslissing om te investeren in een wetenschap gedreven industriebeleid. Ondanks de in de jaren zestig ingezette transformatie van een overwegend agrarische naar een industriële samenleving, ontbrak het in Taiwan aan kennis over en bedrijvigheid in chiptechnologie. Waar de overheid het meer uitdagende en risicovolle R&D zou financieren, was het aan de industrie de resultaten in produceerbare halfgeleiderproducten om te zetten. Hiervoor werd in 1973 het nationale

onderzoeksinstituut ITRI (Industrial Technology Research Institute) met het laboratorium voor halfgeleiders en elektronica, de Electronics Research Service Organization (ERSO), opgericht. Voor het opbouwen van een kennisbasis op halfgeleider-gebied was behalve eigen onderzoek, kennis van buitenlandse bedrijven van groot belang. In 1980 ontstond op basis van door het Amerikaanse RCA aan ERSO overgedragen kennis, het eerste Taiwanese halfgeleiderbedrijf United Microelectronics Corporation (UMC).

Ondanks deze eerste stappen op de halfgeleidermarkt, lag Taiwan nog ver achter op het gebied van miniaturisering. UMC kon slechts duizenden transistors op één chip plaatsen (Large-scale Integration (LSI) genoemd). De toonaangevende

halfgeleider-bedrijven zoals Intel en Motorola produceerden Very Large-Scale Integration (VLSI) chips met tien keer zoveel transistors, die veel meer functies kunnen uitvoeren dan LSI-chips. Productie met de kleinst mogelijke lijnbreedtes was vereist. Dat beheerste ERSO echter niet, terwijl het duidelijk was dat de hele halfgeleiderindustrie, in overeenstemming met de wet van Moore, zou blijven investeren in verdere miniaturisatie. Om VLSI-vaardigheden tot een lijnbreedte van 1 micron op te bouwen, investeerde de Taiwanese regering begin jaren tachtig 72,5 miljoen dollar in een VLSI-project dat door ERSO zou worden uitgevoerd.

Philips, een aantrekkelijke partner

In 1985 raakten de ontwikkelingen in een stroomversnelling toen Morris Chang, een voormalig topman van Texas Instruments, aan het hoofd kwam van ITRI. Hij stelde voor een

VLSI-fabriek op te richten. Het zou als publiek-private onderneming worden opgezet met een overheidsaandeel van minder dan 50%. De rest van het aandelenkapitaal zou van particuliere investeerders moeten komen. Taiwanese bedrijven en andere halfgeleider-producenten bleken aanvankelijk niet geïnteresseerd, waarna Philips in beeld kwam.

Voor de Taiwanese regering was Philips interessant omdat het in 1966 de eerste Europese investeerder in Taiwan was met de vestiging van een assemblagefabriek van magnetische geheugenmatrices voor televisietoestellen in het zuidelijk gelegen Kaohsiung. Philips investeerde ook in technologisch meer geavanceerde en kapitaalintensieve producten. Zo werd in 1970 de productie van zwart-witbeeldbuizen voor tv-producenten in Taiwan, voornamelijk Amerikaanse bedrijven, gestart. Philips gaf aan

dat de aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten niet de enige reden was voor investeringen. Dit in tegenstelling tot de meeste Amerikaanse bedrijven die zich na de loonstijgingen in de jaren tachtig uit Taiwan terugtrokken.

Voorts was Philips ook een aantrekkelijke partner vanuit kennisperspectief. Philips beheerste de VLSI-technologie, beschikte over de nieuwste fabricagetechnologie en wilde de chipontwikkeling verder voortzetten. Hoewel Amerikaanse bedrijven als Intel voorop liepen, was Philips, in tegenstelling tot Intel, bereid zijn kennis te delen. TSMC zou daarnaast ook toegang krijgen tot Philips’ kruislicentieovereenkom sten met wereldwijde spelers in de halfgeleiderindustrie. Tot slot vormde Philips’ imago een pluspunt. Met dit internationaal bekende bedrijf met een lange geschiedenis

zouden andere particuliere investeerders eerder instappen, (buitenlandse) werknemers eerder voor TSMC gaan werken en (internationale) klanten eerder hun IC's bij het nieuwe bedrijf laten maken.

Een kans voor Philips

Philips reageerde positief op het verzoek van de Taiwanese regering om in TSMC te investeren. Hierdoor kon Philips zijn positie op de groeiende markt voor computerchips versterken en zonder grote uitgaven meer voet aan de grond krijgen op de OostAziatische chip-markt. Ook de bewezen levensvatbaarheid van UMC droeg bij aan de gunstige beslissing van

het Philips-management. Zij waren overtuigd van de technologische capaciteiten van de ERSO-medewerkers en hun vermogen om te zorgen voor verdere miniaturisering (tot 1 micron en verder) en daarmee van de levensvatbaarheid van de nieuwe onderneming in het door de overheid gesteunde hightech ondernemingsklimaat.

Een ander voordeel was dat de chip-assemblageen testlocatie van Philips in Kaohsiung niet langer uitsluitend afhankelijk zou zijn van geïmporteerde IC's. Bij deelname aan de joint venture zouden de investeringen veel lager uitvallen dan bij de opzet van een eigen Philips chip-fabriek. Ook zou

deelname aan de joint venture het personeelsprobleem oplossen. Ongeveer 150 ingenieurs en technici van het onderzoeksinstituut ERSO zouden overgaan naar TSMC. Daar zouden ze het bij ERSO ontwikkelde (2-micron) chip-fabricageproces in overeenstemming brengen met dat van Philips. Met een positie als 'voorkeursklant' bij tekorten kon Philips in tijden van overcapaciteit aanspraak maken op een groot deel van TSCM’s capaciteit.

Door deelname in TSMC kon Philips ook op de hoogte blijven van toekomstige technologische ontwikkelingen op chipgebied. Aan de andere

kant hoefde Philips, met 27,5% van de aandelen de belangrijkste particuliere investeerder, niet bang te zijn voor concurrentie van de lokale partners in TSMC. De belangrijkste partner in de joint venture was de overheid, met 48,3% van de aandelen, terwijl de grootste Taiwanese investeerders Formosa Plastics (5%) en SinoAmerican Petroleum (4%) geen concurrenten waren.

De voorgestelde bedrijfsstructuur van TSMC was ook cruciaal voor de deelname van Philips. Als onafhankelijke gieterijfoundry - zou TSMC zich alleen richten op de productie van chips en het ontwerp en de

verkoop aan anderen overlaten. De gieterij zou deze produceren op basis van de ontwerpspecificaties van de klanten, die de IC's ook zouden verkopen. Dit voorkwam dat het toekomstige bedrijf met Philips zou concurreren op de chip-markt. Tot slot zou Philips in ruil voor kennis en crosslicenties de komende tien jaar jaarlijks 3% van de omzet ontvangen.

Bestendige samenwerking

Op 21 februari 1987 werd TSMC opgericht als een TaiwaneesNederlandse coproductie. De nieuwe joint venture bood beide partijen voordelen en consolideerde de relatie

tussen Taiwan en de Nederlandse multinational Philips. Na verloop van tijd veranderde de rol van Philips.

Philips deed zijn aandelen in TSMC van de hand en stootte zijn activiteiten in Taiwan af. De nauwe samenwerking in de toeleveringsketen van halfgeleiders tussen TSMC en ASML is echter levendiger dan ooit, voortbouwend op Philips’ TaiwaneseNederlandse relatie.

Hoe het verleden de volksrepubliek China verklaart

Wesseling

Dit artikel is een bewerking van de toespraak die Victor Wesseling hield op 29 september jl. bij de presentatie van zijn boek over de geschiedenis van China. Deze is te zien op het YouTube kanaal van Spui25. https://www.youtube.com/watch? v=Uwr8w7x_Pvw

Hemels Mandaat

Te midden van de aanzwellende stroom publicaties die de snelle opkomst van China als tweede economie van de wereld probeerden te verklaren, verscheen in 2018 in het Nederlandse taalgebied een opmerkelijk boek. Onder de titel Het Hemels Mandaat wordt in bijna 600 pagina’s zeer uitvoerig en uiterst deskundig de geschiedenis van het Chinese keizerrijk behandeld. Het laatste hoofdstuk, met de titel ‘Van traditie naar moderniteit’, begint met de zinnen: “In 1911 komt de geschiedenis van het Hemels Mandaat ten einde. In plaats van het keizerrijk kwam een republiek.”

Dat laatste klopt, het eerste niet. Want na 40 jaar binnen- en buitenlandse strijd komt de macht tenslotte stevig in handen van een nieuwe partij die, geheel in de lijn van de eeuwenoude traditie, de macht claimt met als legitimatie dat zij zorgt voor orde en welvaart. Dat ongeschreven sociaal contract tussen de machthebber en de bevolking werd in het

keizerrijk het Hemels

Mandaat genoemd. Dit mandaat, deze opdracht, komt precies overeen met de preambule van de grondwet van de Volksrepubliek China, in 1949 gesticht door de Chinese communistische partij. Het is ook wel degelijk te herkennen in de uitvoeringspraktijk daarvan.

Tegengestelde zienswijzen

In mijn boek ‘De geschiedenis van China, of hoe het verleden de Volksrepubliek verklaart’ staat de stelling centraal dat het huidige Chinese bestel duidelijk aanwijsbare wortels heeft in het verleden. Wie het huidige politieke, staatkundige en ook economische bestel van China beter wil begrijpen, dient zich dus te verdiepen in de Chinese geschiedenis. De geschiedenis van een eigen afwijkende cultuur die tot stand kwam en zich verspreidde in een reusachtig gebied. Dit gebied was door oceanen, woestijnen en gebergten tamelijk geïsoleerd, maar het liet toch ook wisselwerking

toe met sterke invloeden van buiten.

De wereld buiten China –vooral de Westerse wereld – en de wereld binnen China, ontwikkelden elk een sterk van elkaar verschillende zienswijze. In beide zienswijzen speelt het oordeel, vaak de veroordeling, van elkaars systeem een grote rol. Vandaag de dag staan die twee zienswijzen meer dan ooit tegenover elkaar. Naarmate men minder van elkaar begrijpt, is de kans groter dat er gevaarlijke conflicten ontstaan. Mijn geschiedenis van China is geschreven om het Chinese staatsbestel en de daarmee verbonden economische ordening in de Volksrepubliek China beter te begrijpen. Niet om er vanuit Westers perspectief een oordeel over te vellen, maar om te begrijpen hoe het feitelijk werkt.

Het Chinese Keizerrijk

Het is duidelijk dat men in de Chinese een-partijstaat andere opvattingen heeft over democratie en het functioneren van een rechtsstaat of de zegeningen van onbeperkte vrije meningsuiting. Even duidelijk is, dat dit afwijkende Chinese bestel de afgelopen 40 jaar in economisch opzicht ongehoorde successen boekte. Terwijl het communistische bestel in de Sovjet-Unie definitief

schipbreuk leed, koos men in China een ander pad, en de partij verloor haar macht niet, de partijstaat viel niet in stukken uiteen, zoals dat met de Sovjet-Unie wèl gebeurde. Om deze ontwikkeling te begrijpen moeten we de historische ontwikkeling in kaart brengen. Op het proces van desintegratie dat in de 19e eeuw in China onder invloed van buitenlandse invallen en binnenlandse opstanden begon, volgde de revolutie van 1911. Die revolutie maakte een einde aan het eeuwenoude keizerrijk, dat in 1912 werd opgevolgd door de Republiek China.

Drie instituties hadden eeuwenlang het oude keizerrijk geschraagd: de centrale leiding, de bestuursklasse en een deze beide verbindende ideologie. Het keizerrijk werd vanuit de Verboden Stad in Beijing bestuurd door een centrale leiding. Deze werkte met een al vroeg in de Chinese geschiedenis ontstane professionele bestuursklasse. Die werd gevormd in een uitgebreid rekruteringssysteem van keizerlijke examens. Daarin werd een staatsen maatschappijleer van generatie op generatie doorgegeven.

De Republiek China Hoe verging het deze instituties na de revolutie van 1911? De centrale leiding werd niet letterlijk

maar wel figuurlijk onthoofd: de keizer verdween van het toneel. Het examensysteem was al eerder afgeschaft. De overgeleverde maatschappijleer kwam onder het vuur te liggen vanuit het buitenland geïmporteerde denkbeelden en opvattingen zoals socialisme, liberalisme, democratie etc. Begrippen die in China niet goed werden begrepen.

De functies die in de bovengenoemde instituties belichaamd waren, kregen een andere vorm.

De geletterde bovenlaag was stuurloos geworden en verloor haar morele kompas. Zij leverde in de nu volgende periode de elkaar bevechtende krijgsheren en ook de landheren die de magistratuur in de provincie bleven uitoefenen. Zij werden in toenemende mate gehaat door de boerenbevolking, die in dit nog vrijwel geheel agrarische reusachtige land bijna de hele bevolking omvatte. Na de val van het keizerrijk en de daaropvolgende turbulente periode van binnenlandse strijd richtte de woede zich tegen de heersende bovenlaag, tegen de krijgsheren, de landheren en tegen de daaruit vertakte klasse van bourgeoisie in de havensteden aan de kust. En ook tegen de buitenlandse belangen die via die havensteden in de Chinese economie

penetreerden. De eigen overgeleverde oude waarden werden nu gehuld in het gewaad van een uit het Westen binnengewaaide ideologie, die bij de Chinese traditie aansloot en zich entte op een maatschappij-filosofie die de gemeenschap boven het individu stelt. Dat werd het socialisme met Chinese karakteristieken, de ideologie van een nieuwe elite, die gestalte kreeg in de partij die een nieuwe staat stichtte.

Volksrepubliek China

Want de in 1912 gestichte Republiek China werd na een felle binnenlandse strijd in 1949 opgevolgd door de Volksrepubliek China. In die Volksrepubliek China ging het land grondig op de schop. Er moesten na tientallen jaren strijd ontzettend veel rekeningen worden vereffend. De grondige vertimmering van het hele staatkundige, maatschappelijke en economische bouwwerk heeft waarschijnlijk miljoenen mensenlevens gekost. Maar de totale bevolking begon na een groeistilstand van een halve eeuw vanaf 1950 weer buitengewoon sterk te groeien.

Toen het land na een eeuw van strijd weer in zijn oorspronkelijke omvang als onafhankelijke geografische grootmacht tevoorschijn kwam, kregen na alle kaalslag, verbouwing en

vertimmering, ook de drie instituties die het keizerrijk eeuwenlang schraagden opnieuw gestalte: een gedecentraliseerd centraal bestuur, een bestuursklasse en een verbindende ideologie of staats- en maatschappijleer. Nadat de Chinese Communistische Partij onder leiding van Mao Zedong de Volksrepubliek had gevestigd was de strijd nog niet afgelopen. Wat volgde was een strijd tegen de gehate dunne bovenlaag van landheren en bourgeoisie; een strijd die ook, wegens meningsverschillen over de te volgen weg, leidde tot een strijd in eigen gelederen. De gevolgen voor het economisch bestel waren ingrijpend en ongehoord. De economie, door de oorlog toch al afgesloten van het buitenland, kreeg nu de vorm van een volkomen gesloten economie. Bezit werd na enig geëxperimenteer verbeurd verklaard, alle particulier bezit werd gecollectiviseerd. Maar de planeconomie die naar het voorbeeld van de Sovjet-Unie werd ingevoerd, liep snel tegen haar grenzen aan. Wat volgde was eerst een decentralisatie van de centrale leiding en, na de catastrofale strijd in eigen gelederen tijdens de Culturele Revolutie, een programma van hervorming en openstelling naar het buitenland. De ingrijpende

veranderingen in de Chinese partijstaat vanaf de koerswijziging die na de dood van Mao inzette, leidden in de daaropvolgende 40 jaar tot integratie van het land in het wereldhandelssysteem als economische supermacht.

De Westerse blik

In het Westen bestond al lang een even romantisch als onduidelijk beeld van het oude China, het China van het keizerrijk. Dit China, dacht men, zou na de revolutie de universele Westerse waarden, ontstaan en verankerd in Westerse politieke systemen, omarmen. Maar een aanzet daartoe botste op verzet van de ‘Eigen Kracht Beweging’ in China en bleek, in de tijd van crisis en oorlog in de eerste helft van de 20e eeuw, volkomen kansloos.

In het midden van de vorige eeuw ontstond in het Westen een totaal ander beeld van China, het beeld van communistisch China, het China van Mao. Dit beeld van China stond op het eind van de vorige eeuw op gespannen voet met de waargenomen werkelijkheid. Want de nieuwe bestuursklasse was na alle zuiveringen in de partij nu definitief veranderd van een revolutionaire voorhoede in een pragmatisch opererende klasse van

bestuurders. De Mandarijnen van weleer, de magistraten in het oude China, waren nu partijfunctionarissen. De leidende kaders, die vroeger werden gerekruteerd met het keizerlijke examensysteem, werden nu opgeleid aan partijscholen. Een in eerste instantie aan het buitenland ontleende ideologie werd grondig omgewerkt en geënt op het Chinese gedachtegoed. De centrale leiding vestigt zich, heel symbolisch, in een nieuw gebouwencomplex vlak naast het oude bestuurscentrum, het vroegere keizerlijk paleis in de ‘Verboden Stad’ (thans Paleismuseum).

Er is in het Westen, vooral in de Verenigde Staten maar ook in Europa en in Nederland de laatste jaren een sterke kentering in de opinie ten aanzien van China. Na bewondering voor de Chinese groeiprestatie, gemengd met hoopvolle verwachtingen te kunnen profiteren van een reusachtige groeimarkt,

volgde de teleurstelling dat de Chinese overheid wel het economische maar niet het politieke systeem van het Westen overnam. Deze teleurstelling is uiteindelijk terug te voeren op een basale desinteresse in wat de Chinese overheid werkelijk bezielt en op gebrek aan kennis van de Chinese geschiedenis en de Chinese cultuur. De Chinese overheid, vanaf de nadagen van het keizerrijk tot en met het leiderschap van Deng Xiaoping, heeft er nooit enige twijfel over laten bestaan dat zij wèl geïnteresseerd was in

Westerse kennis en technologie maar níet in Westerse denkbeelden over de inrichting van maatschappij en staat.

Misinterpretatie

In dit verband is het interessant om terug te zien op een gebeurtenis van inmiddels 35 jaar geleden: het bloedbad op het Tiananmenplein in 1989. Dit is de laatste keer dat er op die schaal zo massaal tegen de zittende leiding is gedemonstreerd. ‘Tiananmen’ is in het Westen steeds geïnterpreteerd als een betoging tegen het

Chinese politieke systeem, maar het was in de eerste plaats, zoveel is achteraf wel duidelijk, een protest tegen het beleid van de zittende leiding. Die was in de jaren ‘80 een nieuwe weg ingeslagen. Daarin ging niet het politieke, maar wel het economische systeem op de schop. De planeconomie was vastgelopen. De daarop volgende geleidelijke liberalisatie van het economische systeem, experimenten met markten en vrije prijsvorming hadden ook negatieve gevolgen. De onvrede hierover uitte zich in massale protesten. Die werden hardhandig neergeslagen, want de transformatie van het economische stelsel kon alleen maar onder strikte overheidsregie succesvol verlopen.

Economisch en politiek succes

In 25 jaar tijd veranderde China van een ontwikkelingsland in de tweede economie van de wereld. In Rusland, waar het politieke systeem tegelijk met het economische systeem werd ontmanteld, stortte dit laatste volkomen in elkaar.

In China leidden de geleidelijke invoering van vrije marktwerking en prijsvorming na 1990 ook tot aanpassingen in het staatsrechtelijk institutionele kader. De Partij behield haar

politieke monopolie, maar zoog de maatschappelijke veranderingen die het gevolg waren van een economische koerswijziging wel in zich op. Het politieke bestel veranderde om zichzelf te blijven, zoals ook China veranderde om zichzelf te blijven.

Hoe de economische veranderingen in het keurslijf van dit politieke bestel zo succesvol konden zijn, wordt geanalyseerd in twee recente boeken: ‘How China escaped the poverty trap’ door Yuen Yuen Ang en ‘How China escaped shock therapy’ door Isabella Weber. Beide werken belichten ook het institutionele kader waarin economische groei kon plaatsvinden.

‘Heerszucht’ versus ‘Hebzucht’

Men kan, iets wat schematisch, dit institutionele kader ook benoemen als het politieke bestel. Hierin gaat het om de vormgeving van het bestuur, oftewel de ‘heerzucht’. In het Westen heeft het politieke bestel gestalte gekregen in een tweepartijenstelsel, zoals bijvoorbeeld in de VS en het Verenigd Koninkrijk, of een meerpartijenstelsel, zoals in veel Europese landen. In China heeft de afwijkende historische ontwikkeling geleid tot

het huidige eenpartijstelsel. De economie, het feitelijke proces van productie, distributie en consumptie, vormt dan het economische bestel. Hierin krijgt ‘hebzucht’ gestalte in marktvorming, vrije of gereguleerde prijsvorming of mengvormen hiervan. Globaal gesproken werken ‘heerzucht’ en ‘hebzucht’ in China en in het Westen op verschillende wijze op elkaar in. Willen we dit beter begrijpen, dan moeten we het verleden bestuderen om daarmee het heden te kunnen verklaren. Ik hoop duidelijk te hebben gemaakt dat de historische wortels van het afwijkende Chinese institutionele kader ver terug gaan.

Victor Wesseling: Een Geschiedenis van China; Hoe het verleden de Volksrepubliek verklaart Walburgpers

ISBN 9789464561302

ChinaNU bijna een halve eeuw oud Jaap Post

Er is in de afgelopen decennia meer dan eens geprobeerd om een tijdschrift over China te publiceren. Geen van die pogingen is een lang leven beschoren geweest. We zijn er dan ook terecht trots op dat ons tijdschrift China Nu al bijna 50 jaar bestaat. Dit is te danken aan de grote inzet van de hoofdredacteuren en redacties die China NU in de loop van de jaren heeft gekend. Dankzij hun creativiteit en doorzettingsvermogen kon in de loop van vele jaren een kwalitatief aantrekkelijk blad over China worden gepubliceerd. Een geweldige prestatie en dat temeer omdat het hoofdzakelijk vrijwilligers zijn geweest die dit iedere keer voor elkaar kregen. In de aanloop naar het 50 jarig jubileum zullen we in elk nummer aandacht schenken aan de geschiedenis van China NU. In dit nummer gaan we verder met de jaargangen 6 tot en met 10, de periode 1981-1985. De auteur is Jaap Post, lid sinds 2000,voorzitter van 2001 tot 2008, momenteel, adviseur van het bestuur en lid van het Comité van Aanbeveling.

Schuivende panelen

Na de dood van Mao treden in China grote veranderingen op die uitmonden in een ingrijpende hervorming van het economisch beleid. Begonnen wordt met de geleidelijke privatisering van de productie in veruit de grootste sector van de Chinese economie, de landbouw. Bekend is de uitspraak van de nieuwe leider Deng Xiaoping dat de kleur van de kat er niet toe doet als hij maar muizen vangt. En die muizen komen; een groeiend aantal buitenlandse bedrijven vestigt zich in een toenemend aantal speciale economische zones. Dat nieuwe beleid heeft in China tegenstanders,

mensen die vinden dat de kleur van de kat er wel toe doet. Dat laatste speelt in China maar ook daarbuiten. Er komt in China en internationaal een herwaardering van de betekenis en de rol van Mao Zedong.

Kwartaalblad

China Nu heeft het financieel moeilijk. Ondanks protest stopt het Nederlands Comité voor

Ontwikkelingssamenwe rking haar subsidie aan de VNC. Dit betekent ook het einde van de financiering van de betaalde medewerker van de redactie. Tot overmaat van ramp gaat door de economische crisis ook de drukker failliet en moet een andere drukker worden

gevonden. Er worden een paar belangrijke besluiten genomen: In plaats van zes keer verschijnt China NU met ingang van jaargang 7 vier keer per jaar en gaan de prijzen van abonnementen en losse nummers omhoog. De redactie wordtgewijzigd. Hoofdredacteur is Kees van Galen, student Moderne Aziatische Geschiedenis. Andere redactieleden zijn onder meer Marilou den Outer en Stefan Landsberger. De redactie besluit om aan een drietal onderwerpen meer aandacht te besteden. In de eerste plaats aan de activiteiten van de VNC, omdat de meeste

lezers lid zijn van de VNC. In de tweede plaats aan de betrekkingen tussen Nederland en China. In de derde plaats aan actuele discussies over China. Er komt ook een kroniek over China met als onderwerpen: Binnenland, Economie, Buitenland, Wetenschap en Cultuur.

Duikboten en de VNC Taiwan houdt ook in het begin van de jaren tachtig de gemoederen bezig maar dan vooral in Nederland. Het gaat dan om de al of niet levering van duikboten aan Taiwan. Gelet op de slechte economische situatie zou levering een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid betekenen. De VNC kijkt daar anders tegenaan. Bij de oprichting van de VNC in 1977 wordt immers vastgesteld dat de VNC voorstander is van het éénChinabeleid dat ook het standpunt is van de Nederlandse regering. Die heeft in 1972 een protocol ondertekend waarin Nederland het Chinese standpunt respecteert dat Taiwan een provincie van China is. De order wordt door de VNC dan ook gezien als in strijd met het protocol van 1972. In 1980 richt het bestuur

van de VNC zich daarom in een brief aan de Tweede Kamer tegen de 'Taiwan Order'. In 1981 wordt zelfs het initiatief genomen tot een tweede brief die ondertekend werd door 15 personen uit de wereld van handel, wetenschap en cultuur. Bovendien werd een persconferentie gehouden waarin vanuit verschillende gezichtshoeken protest wordt aangetekend. De persconferentie is een succes, met grote belangstelling van pers en radio.

Overigens beslist de regering van Agt dat de levering moet doorgaan. De relatie met China lijdt daar

tijdelijk onder en de groei van de handelscijfers blijft ver achter bij die van de buurlanden. Van Agt gaat enkele jaren later opnieuw op bezoek in Beijing, maar dan als Commissaris van de Koningin in NoordBrabant. Hij staat daar aan de wieg van de vestiging van een zusterrelatie tussen de provincies NoordBrabant en Jiangsu.

Bende van Vier

Het proces tegen de Bende van Vier vormt in zekere zin de afsluiting van de Culturele Revolutie. Het zijn onderwerpen die in China Nu in veel

artikelen worden besproken. In het eerste nummer van de zesde jaargang staan maar liefst zes artikelen over het proces en ook in latere nummers komt het onderwerp terug. Vooral de rol van Jiang Qing, de vrouw van Mao, komt in diverse artikelen aan de orde en het oordeel van de auteurs is bepaald niet gelijkluidend. In een van de artikelen wordt gewezen op de vele en grote verdiensten van Jiang Qing. Bij de VNC

is zelfs een boek te koop over het proces.

Wertheim’s gelijk

Op de oprichtingsbijeenkomst van de VNC voorspelt professor Wertheim dat de jonge vereniging moeilijke tijden tegemoet zal gaan omdat. Bij de oprichting van de jonge vereniging zich zowel op verbreding als op politieke aspecten wil richten. Wertheim vreest voor “overheersing door politieke stromingen en

partijen” en hij krijgt al snel gelijk. Bij een aanzienlijke groep is er eenzijdige belangstellingen wordt Chinees beleid in discussies en artikelen als ”juiste” standpunten verdedigd. Vaak is sprake van “onkritische goedpraterij” en ontbreekt het aan een vruchtbaar discussieklimaat. Dit mondt soms uit in zeer ingrijpende conflicten.

De kleur van de kat

Binnen de VNC wordt de revolutionaire ontwikkeling naar een meer marktgericht beleid nauwgezet gevolgd. Volgens een deel van de leden doet de kleur van de kat er wel degelijk toe en gaat het beleid teveel de kapitalistische kant op. China kan voor deze leden niet meer als gidsland fungeren en hun belangstelling voor China verflauwt.

Veel politiek teleurgestelde leden zeggen hun lidmaatschap dan ook op. Ondanks de toestroom van nieuwe leden daalt het ledenaantal in drie turbulente jaren van ruim duizend naar bijna achthonderd.

Relatie met SovjetUnie en Israël

Elk kwartaal geeft

China Nu een overzicht van de jongste

ontwikkelingen in China onder de kopjes Binnenland, Economie, Wetenschap, Cultuur en Buitenland. Onder het kopje Buitenland komt regelmatig de verhouding met de Sovjet-Unie aan de orde. Tussen China en de Sovjet-Unie blijkt het niet zo erg te boteren. China wil daar wel verbetering in brengen. De SovjetUnie moet dan wel: 1. zijn troepenmacht aan de Chinese grens verminderen, 2. stoppen met zijn militaire steun aan Vietnam en 3. zijn troepen terugtrekken uit Afghanistan. China baseert deze voorwaarden op de ‘Vijf Principes van

Vreedzame Coexistentie’ die in de Chinese Grondwet zijn verankerd. Het gaat dan onder meer om wederzijds respect voor soevereiniteit en territoriale integriteit, wederzijdse nonagressie, geen inmenging in elkaars interne aangelegenheden en gelijkwaardigheid. Toetsstenen die nog niets aan actualiteit hebben verloren. De politiek van China ten opzichte van Israël is klip en klaar: Israël moet zich terugtrekken uit alle Arabische gebieden die het in 1967 bezet heeft inclusief Jeruzalem. De steun van de VS aan Israël wordt afgekeurd, ook al omdat dit

volgens Beijing de radicale Arabische landen naar de kant van de Sovjet-Unie drijft.

Voor meer informatie over Qing Bai: https://www.qing-bai.nl

Op 24 mei 2024 gaf Richard Spaans, Head Corporate and Public Affairs een interview voor ChinaNU+. Het gesprek ging over hoe Richard bij Huawei terechtkwam en hoe het is om als Nederlander bij een Chinees bedrijf te werken. Hij vertelt over het bedrijf Huawei, de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en zijn verwachtingen voor de toekomst. Belangrijk hierin is de rol van Huawei in de energietransitie.

Huawei in (de energie) transitie

door Peter Gill

Richard Spaans en zijn baan bij Huawei Nederland

Hoe ben je bij Huawei Rijswijk terechtgekomen?

Ik heb bedrijfseconomie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit, met een specialisatie in marketing. Na vijf jaar bij een PR-bureau te hebben gewerkt, maakte ik de overstap naar de energiemarkt en begon bij Oxxio, een speler in de energiemarkt. Daar ging ik corporate communicatie doen met alle facetten die eronder vallen zoals PR, interne communicatie, sociale media en reputatiemanagement. Toen Oxxio werd overgenomen door Eneco, verhuisde ik mee met de transitie. Hierna ben ik bij Huawei begonnen, alweer twaalf jaar geleden.

Op een gegeven moment ontmoette ik een geboren en getogen Nederlandse, met grootouders uit China. Daardoor raakte ik geïnteresseerd in China, begon wat Mandarijn Chinees te leren en wilde ook in mijn werk iets met China doen. Huawei was twaalf jaar geleden zo’n beetje het enige Chinese bedrijf van enige omvang in Nederland.

Hoeveel mensen werken bij Huawei Nederland?

In Rijswijk is het Nederlandse hoofdkantoor gevestigd, tevens hoofdkantoor voor de Benelux en Ierland. We hebben nog een R&D kantoor in Amsterdam en een logistiek centrum in Waalwijk voor de hele Europese markt. In totaal werken er zo'n 500 mensen bij Huawei Nederland.

Hoe het is als Nederlander bij Huawei?

Er werken op dit kantoor meer dan twintig verschillende nationaliteiten. Hoewel je kunt zien dat het een bedrijf is met Chinese oorsprong, voelt het toch echt als een internationaal bedrijf. Deze diversiteit vind ik enorm boeiend; het verrijkt mijn baan en biedt een breder perspectief. Het is interessant om de verschillen te zien en je daaraan aan te passen. Als je hier werkt, moet je in staat zijn om die verschillen te zien als anders en niet als vreemd of goed of slecht."

Hoe ervaar je zelf de ‘tegenwind’ als je vertelt dat je bij Huawei werkt?

Ik ervaar dat zeker, misschien meer pesterig, dan dat vrienden het echt menen. Soms zit je te eten met ze en

dan zeggen ze iets en dan is het in de zin van "of kan ik dit nu niet zeggen?". Als je vertelt dat je bij Huawei werkt vinden mensen het over het algemeen wel een beetje spannend, dat merk ik wel. Echt hele negatieve reacties heb ik eerlijk gezegd toch nog niet gehad.

Als Nederlander ben je gewend direct je mening te geven, is er ruimte om reflectie te geven?

Dat is er zeker, het is belangrijk hoe je dat doet. Soms kunnen Nederlanders best wel lomp en bot zijn. Dat werkt niet. Hoe je dingen zegt, is belangrijk. Je kunt nog steeds een duidelijke boodschap geven in vriendelijke taal, dan komt het gewoon beter over. Ook de setting is belangrijk. Soms is het niet handig om in het publiek, in een grote setting met veel mensen erbij, je mening te geven. Dan kun je beter even wachten en achteraf je mening geven. Dat leer je gaandeweg.

Ontstaan, visie en organisatie van Huawei

Hoe richtte oprichter Ren Zhengfei 任正非 in 1987 Huawei op?

Oprichter Ren komt uit een groot gezin dat het niet breed had, hij had een zware jeugd. Zoals veel mannen in Mao's tijd ging hij het leger in. Ren begon zijn carrière met het importeren van telefooncentrales uit Hong Kong. Op de telecommarkt was al stevige concurrentie met bedrijven als het semi-staatsbedrijf ZTE en het Duitse Siemens. Daarom richtte hij zich op moeilijk toegankelijke, landelijke gebieden, waar nauwelijks concurrentie was.

Wat is Huawei's visie?

Huawei wil met technologie een bijdrage leveren aan de maatschappij en mensen. Wij denken dat we met technologie het leven van mensen kunnen verrijken en beter kunnen maken. Ons streven is de digitale kloof te overbruggen en technologie voor iedereen toegankelijk te maken.

De visie van Huawei’s oprichter Ren Zhengfei: “Denk langetermijn en investeer in Onderzoek en Ontwikkeling”

Wat zijn de kernwaarden van Huawei?

Onze kernwaarden weerspiegelen een sterke Chinese invloed. Het is typisch Chinees om niet snel op te geven. ‘Perserverence’ is ook een van onze kernwaarden: doorzetten en voor de lange termijn gaan. Ook 'Dedication', er echt voor gaan, zit diep verankerd in onze cultuur.

‘Customer Centricity’ staat bij ons op nummer één; we gaan door het vuur voor onze klanten, dat heb ik nog nooit ergens meegemaakt zoals hier.

Als een klant iets nodig heeft, gaan we er direct mee aan de slag. Dit leidt vaak tot nieuwe R&D-projecten, waarbij we oplossingen vinden die onze concurrentiepositie versterken.

De laatste kernwaarden zijn ‘Continuous growth’ en ‘Reflection’, geworteld in de Chinese cultuur. We zijn constant bezig met zelfreflectie en evalueren of onze acties de juiste zijn en verbeterd kunnen worden.

In ‘West meets East’ worden de grootste bedrijven van China beschreven, het viel op dat Huawei een bijzondere eigendomsstructuur heeft. Wie zijn de eigenaren van Huawei?

Het is een redelijk uniek model omdat het bedrijf in handen van het personeel is. Bijna 143.000 medewerkers hebben aandelen in het bedrijf gekocht, waarmee ze het bedrijf financieren. Daarmee heeft Huawei een meer langetermijnvisie dan een doorsnee beursgenoteerd bedrijf, omdat het niet wordt gedreven door de korte termijnwensen van externe aandeelhouders en minder afhankelijk is van de

kapitaalmarkt. Dankzij deze constructie hebben we ook in moeilijke tijden kapitaal op kunnen halen.

De governance-structuur bij Huawei is ook uniek, waarbij medewerkers inspraak hebben in de selectie van de board of directors via een speciaal comité. Het is een beetje een coöperatie-achtig model, zoals bijvoorbeeld bij Friesland Campina.

We hebben regelmatig de vraag gehad of we niet naar de beurs zouden moeten gaan om het verhaal over vermeende banden met de Chinese overheid te pareren. Daar valt wat voor te zeggen, maar Ren Zhengfei houdt vast aan zijn visie.

‘West meets East’ beschrijft hoe Huawei bijna een kwart van de omzet, 20-25 miljard dollar per jaar, aan R&D uitgeeft en hiermee wereldwijd op de vijfde plaats staat. Waarom geeft Huawei zoveel uit aan R&D?

Vanaf het begin vond Huawei R&D

enorm belangrijk. Ren’s visie is dat geld altijd terug moet vloeien in de organisatie. Heel lang was dat op het gebied van toepassingen, maar we zien nu verschuivingen waarbij er steeds meer in fundamenteel onderzoek geïnvesteerd wordt. De focus op R&D is ook zichtbaar in Huawei's samenwerking met academische instellingen en onderzoeksorganisaties. Deze samenwerkingsverbanden zijn ontworpen om innovatie te bevorderen en de ontwikkeling van nieuwe technologieën te versnellen. Het bedrijf gelooft dat continue innovatie belangrijk is om zijn concurrentievoordeel te behouden en duurzame groei te waarborgen.

Producten en diensten van Huawei

Hoe ziet het productportfolio van Huawei eruit?

We hebben een breed portfolio, wat ons een belangrijke speler maakt in de technologietransitie. We zitten in een heleboel verschillende

domeinen, en kunnen daardoor zogenaamde end-to-end oplossingen leveren.

Van oudsher heeft Huawei 3 afdelingen; Carrier (telecomapparatuur), Enterprise en Consumenten, waar later Digital Power (energietransitie), Cloud en Automotive bijkwamen.

Zonder de geopolitieke discussie zouden we waarschijnlijk nog steeds deze drie takken hebben. Maar door de maatregelen die zijn genomen (Huawei mocht bijv. geen gebruik meer maken van de licenties van Google) en de impact die het voor Huawei heeft gehad op de consumententak, is in 2019 onze omzet van ongeveer US$ 130 miljard naar 100 miljard gedaald. Deze zware tijden noopten ons tot diversificatie en het creëren van nieuwe kansen. Daaruit zijn de nieuwe afdelingen Digital Power (energietransitie) en Cloud en Automotive ontstaan.

‘Carrier’ is de oudste business unit binnen Huawei. Wij leveren bijvoorbeeld antennes en masten die ervoor zorgen dat de consument van goed functionerende 4G en 5G gebruik kan maken.

‘Consumenten’ is bekend van smartphones, sporthorloges, tablets, noem maar op. Deze afdeling groeide enorm hard totdat de smartphoneverkoop in Europa door Amerikaanse sancties werd getroffen. De problemen voor Huawei waren tweeërlei: We konden geen Android installeren op smartphones en China kon geen geavanceerde 5G chips meer verkrijgen en ze aanvankelijk ook niet produceren, met grote omzetdaling tot gevolg. Met de lancering van de Mate60 in 2023, die werkt op geavanceerde 5G chips, lijken deze problemen opgelost. De

verkoop van dat nieuwe toestel in China gaat enorm hard. Buiten China loopt de verkoop van smartphones ook goed, vooral in het MiddenOosten en landen zoals Colombia. In Europa blijft het moeilijk, al verwacht ik wel dat we het hier ook weer gaan proberen met onze smartphones. We hebben ons eigen besturingssysteem, wat tijd kost om te wennen. 'Enterprise' biedt ITproducten en -diensten aan voor de zakelijke markt. Denk hierbij aan organisaties die een eigen bedrijfsnetwerk willen opzetten. Onze producten omvatten onder andere computing, routers, modems en opslagoplossingen.

Met ‘Cloud’ zijn we redelijk laat begonnen, maar we groeien snel op dit vlak, zeker in China. Tenslotte ‘Automotive’, in Nederland nog niet operationeel.Het gaat hier om technologie in de auto, zoals verlichting en lane warning systems. Vooral voor elektrische auto’s leveren we veel systemen en werken we samen met Westerse fabrikanten, zoals Audi en Mercedes.

Huawei en de energietransitie

Welke producten en diensten heeft Huawei in de energietransitie?

Onder de noemer Digital Power biedt Huawei sinds een jaar of vijf diverse producten en diensten aan die cruciaal zijn voor de energietransitie. Denk hierbij aan batterijen, omvormers en laadpalen. Deze tak is in Nederland enorm hard gegroeid. Op het gebied van de energietransitie moet iedereen zijn bijdrage leveren, dat kun je niet alleen doen. Daar liggen kansen voor samenwerking tussen Nederland en China.

We hebben veel expertise in batterijtechnologie, die een grote rol speelt in telecomapparatuur. Dankzij

onze kennis hebben we deze technologie snel kunnen toepassen op batterijen voor de opslag van energie. Ik verwacht dat Huawei een blijvende sterke rol zal spelen in batterijtechnologie.

In omvormers, het transformeren van bijvoorbeeld 'laag voltage gelijkstroom’ door zonne-energie naar ‘220 volt wisselstroom', zijn we al een serieuze speler. Dit doen we voor huishoudens, voor bedrijven en voor zonneparken. Met laadpalen gaan we ook de markt op, dit is potentieel een enorme groeimarkt.

Daarnaast bieden we oplossingen voor datacenters, die in de energietransitie een belangrijke rol spelen. Denk aan de grote en stijgende stroombehoefte van datacenters, onder andere gedreven door kunstmatige intelligentie. Er worden eisen gesteld aan datacenters om zuiniger te worden.

Wat betekent het afschaffen van de salderingsregel per 2027 voor Huawei?

Subsidies voor batterijen en de salderingsregeling zijn zowel voor ons als voor de consument wenselijk. In België en Duitsland bestaat de salderingsregel niet, daar gaat de acceptatie van thuisbatterijen veel sneller. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen een thuisbatterij willen, maar dat het te veel geld kost. Thuisbatterijen zullen daarom veel kansen bieden voor Huawei, zeker als ze goedkoper worden.

Met welke innovaties draagt Huawei bij aan de energietransitie?

Behalve in producten die ingezet worden voor de energietransitie, richten we ons ook op het substantieel energie-efficiënter maken van bestaande producten,

zoals onze antennes. Die zijn ongeveer 30% energiezuiniger dan die van de concurrentie. Daarnaast kijken we ook naar de inrichting van het energienet en de rol van technologie daarin. Met de huidige netcongestie is dit uiteraard een zeer actueel thema.

Met wie werkt Huawei samen in de Europese energietransitie?

Wij leveren zelden onze producten aan de eindklant, daar zitten altijd partijen tussen. We maken gebruik van distributeurs en generieke partners. Voor batterijen, laadpalen en omvormers maken we gebruik van een partij die het als een geheel in de markt zet en het dan weer als een dienst aan de consument of bedrijven verkoopt, inclusief service en installatie. Een voorbeeld van zo'n partij is Kronenburg Techniek. Wij zijn puur de leverancier van de hardware, business to business.

Regelgeving, subsidieprogramma's en verwachtingen voor de toekomst

Volgens zakenbank Goldman Sachs wil de USA, gedreven door de Inflation Reduction Act, US$ 1200 miljard aan clean energy technology uitgeven tot aan 2032. Als we naar Europa kijken, welke regelgeving is voor Huawei belangrijk?

Het allerbelangrijkste is stabiel beleid. Het yoyo-beleid van de overheid vormt daarom een uitdaging, niet alleen voor ons, maar voor de hele markt. Consumenten zien bijvoorbeeld dat de markt voor zonnepanelen de ene keer instort en de andere keer juist booming is. De hele sector heeft baat bij stabiel beleid.

De Europese ‘Green Deal’ zet nog

niet genoeg zoden aan de dijk en is qua impact niet te vergelijken met de Inflation Reduction Act. De signalen die ik krijg zijn dat mensen en bedrijven zich daar veel zorgen om maken. Er zijn veel wensen, er wordt veel gepraat over wat we allemaal willen, maar er wordt niet voldoende geïnvesteerd.

Op wereldschaal zien we dat Europa steeds meer industriepolitiek voert, waarbij het de eigen markt beschermt en stimuleert. Desondanks verdwijnen investeringen richting de Verenigde Staten, terwijl dit naar mijn mening niet helpt om de eigen concurrentiepositie te versterken.

In Europa is er een sterke wens voor strategische autonomie om alles zelf te doen. Maar in de praktijk zie je dat de ontwikkelingen in de Verenigde Staten en China veel sneller gaan dan hier. Neem bijvoorbeeld de discussie over Chinese zonnepanelen. Er wordt al lang over gesproken, maar er gebeurt weinig tot niets.

Er zijn signalen die wijzen op een mogelijke handelsoorlog, wat voor niemand goed zou zijn, vooral niet voor de consument. De Chinezen zullen dit waarschijnlijk niet zomaar laten gebeuren en met tegenmaatregelen komen. Dit is een richting waar we niet blij van worden.

Hoe ziet Huawei de toekomst, welke uitdagingen vindt het op zijn weg in de Europese markt?

Ik verwacht dat onze mobieltjes weer naar Europa komen en dat de Consumentendivisie weer zal groeien. Hetzelfde geldt voor de energietransitie. Voor ‘Automotive’ is het lastig te voorspellen hoe die zich zal ontwikkelen. Het blijft een

uitdaging vanwege de geopolitieke invloed op ons bedrijf en veel andere Chinese bedrijven. Ik verwacht niet dat dit binnen de komende paar jaar drastisch zal verbeteren. We zien nu al wel dat Huawei sterk groeit in opkomende markten zoals het Midden-Oosten, Afrika en LatijnsAmerika.

Ren Zhengfei heeft Europa altijd gezien als onze tweede thuismarkt. Hoewel de aandacht wat is verschoven, is hij een groot liefhebber van Europa. Bij ons nieuwe hoofdkantoor in Dongguan heeft hij een soort mini-Europa gecreëerd, met replica's van verschillende Europese steden. Het moge duidelijk zijn: uiteindelijk zijn we in Europa voor de lange termijn.

Peter Gill is auteur van West meets East: Understanding Chinese speaking societies.

Het is een must-read voor nieuwsgierige geesten, die meer willen leren over deze samenlevingen. Je kan de overeenkomsten en verschillen ontdekken tussen bijvoorbeeld het vasteland China en Duitsland, tussen Taiwan en Nederland en tussen Singapore en Denemarken. Het boek geeft, dmv infographics, waardevolle inzichten in de Chinees sprekende samenlevingen en hun unieke kenmerken.

Het boek behandelt de volgende gebieden:

Mensen en Cultuur; Leiderschap en Economie; Technologische Vooruitgang en Innovatie

Energie, Toekomstige energie en Voedselproblematiek.

Voor meer info ga naar: https://peters-perspective.com/ product/westmeetseast/

De 16e editie van CinemAsia markeerde dit jaar het 20-jarig bestaan van het festival. CinemAsia’s missie om diversiteit en Aziatische representatie te bevorderen, blijft even relevant als twintig jaar geleden. Het festival, opgericht door Doris Yeung, is uitgegroeid tot een van de grootste en langstlopende Aziatische film festivals van Europa.

20 jaar CinemAsia Film Festival

Een viering van Aziatische representatie

De 16e editie van CinemAsia markeerde dit jaar het 20-jarig bestaan van het festival. CinemAsia’s missie om diversiteit en Aziatische representatie te bevorderen, blijft even relevant als twintig jaar geleden. Het festival, opgericht door Doris Yeung, is uitgegroeid tot een van de grootste en langstlopende Aziatische film festivals van Europa.

Exotisch en stereotype

Twintig jaar geleden was het aanbod van Aziatische cultuur en entertainment in Nederland zeer schaars. Er was geen YouTube of Netflix en Aziatische films bleven beperkt tot de arthouse sfeer. Azië werd vaak als een mysterieuze, verre plek gezien, en Aziaten in de media werden vooral exotisch en stereotype afgebeeld.

In 2004 bezocht ik de openingsfilm van de

allereerste festivaleditie van CinemAsia: Better Luck Tomorrow (VS 2003) van Justin Lin, een portret over AziatischAmerikaanse tieners die in academische en buitenschoolse vakken uitblonken, maar uit verveling misdaden pleegden. De film plaatste AziatischAmerikaanse acteurs in complexe en diepgaande personages, wat destijds zeldzaam was. Na afloop van de film was er een ontmoeting met de regisseur en cast. Justin Lin regisseerde later de Fast and Furious reeks en Star Trek: Beyond. Acteurs Sung-Ho Kang en John Cho zijn sindsdien grote namen geworden in Hollywood. CinemAsia heeft veel Aziatische filmmakers vanaf het begin van hun indrukwekkende carrière zien groeien.

Nieuwe generatie liefhebbers van Aziatische cinema

De jubileumeditie toonde

een stijging van 20% aan bezoekers ten opzichte van vorig jaar. De afgelopen jaren zien we een flinke toestroom van een nieuwe generatie filmliefhebbers die de weg naar CinemAsia weten te vinden. Deze groep, jong en cultureel divers, toont een groeiende waardering voor de authenticiteit en diversiteit van Aziatische verhalen. Ook heeft men behoefte aan een platform voor meer diverse representatie. Het festival weerspiegelt de snelle veranderingen in de Aziatische cinema, zowel in Azië als in de diaspora. De recente Oscarwinnende films als Parasite, Everything Everywhere All At Once en Squid Game dragen bij aan een bredere acceptatie van Aziatische cinema wereldwijd.

Veelzijdige programmering

Na het hoofdfestival in maart in Amsterdam, ging CinemAsia in mei

en juni ‘On Tour’ door het land. Het gevarieerde programma bood films van zowel gevestigde als een nieuwe garde filmmakers van uiteenlopende genres. De Q&A’s, industry panels, Queer Nongkrong workshops, de jaarlijkse karaoke en Asian Food Market boden volop gelegenheid voor ontmoeting en verdieping.

CinemAsia Prijswinnaars

De CinemAsia 2024 Jury Award ging naar A Song Sung Blue 小白船 (China 2023) van de vrouwelijke regisseur Geng Zihan en werd uitgereikt door Wei

Shujun, een rijzende ster in Chinese cinema. Zijn nieuwste film Only The River Flows 河边的错误 (China 2023) ging bij CinemAsia in Nederlandse première en draait nu ook in bioscopen door het land. De Publieksprijs ging naar Abang Adik 富都青 年 (Maleisië, Taiwan, Singapore 2023) van Jin Ong.

Asian Diaspora cinema

Een belangrijk onderdeel van CinemAsia is de focus op diaspora cinema. Deze films bieden een uniek perspectief op de ervaringen van

Aziatische gemeenschappen buiten hun geboorteland of die van hun ouders. Te zien waren klassiekers zoals Jacky (NL 2000) van Fow Pyng Hu en Chin. Ind Het leven achter het doorgeefluikje. (NL 2001) van Yan Ting Yuen. CinemAsia’s openingsfilm van dit jaar was de NTR Telefilm Happy Palace乐宫 (NL 2024) in samenwerking met Doxy Fixy, waar CinemAsia aan heeft meegewerkt. Ook heeft CinemAsia een eigen FilmLAB waarin meer dan 40 korte films van Aziatisch-Nederlandse makers zijn geproduceerd. Dit hele palet aan diaspora verhalen draagt bij aan een bredere en meer genuanceerde representatie van Aziatische ervaringen hier in Nederland.

In de zomer is CinemAsia ook altijd actief tijdens Pride Amsterdam en komt wederom met de Asian Pride Boat op de Canal Parade, filmvertoningen en communityactiviteiten.

Voor meer info, ga naar www.cinemasia.nl.

Yu Kwang-chung (1928-2017), gestorven in Kaohsiung Chinese tradities voort te heeft een mengeling van soms prozaïsch, vaak romantisch, en zoals bij zovele Chineestalige gedichten vaak over de maatschappelijke Desondanks zijn ze vaak gedicht ‘Als er ver weg oorlog karakteristiek dilemma verwoordt. Vertaling uit de bundel De Poëziecentrum, 2024.

Silvia Marijnissen vertaalde Nobelprijswinnaar Mo Yan moderne poëzie van vele Taiwan, en klassieke landschapspoëzie.

Anne Sytske Keijser en Mark de 18e-eeuwse klassieker kamer.

OORLOG WOEDT

(1928-2017), geboren in Nanjing, probeerde in zijn poëzie te zetten op moderne wijze. Hij van allerlei stijlen, soms rijmend, romantisch, soms fulminerend, Chineestalige dichters gaan zijn maatschappelijke actualiteit. vaak tijdloos, zoals het geciteerde oorlog woedt’, dat een verwoordt.

De nachtwaker,

vertaalde romans van Yan en van Eileen Chang, vele dichters uit China en landschapspoëzie. Samen met Mark Leenhouts vertaalde ze klassieker De droom van de rode

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.