7 minute read

Buiten de lijntjes | Carmen Willems (KMSKA)

Carmen Willems, directeur KMSKA

"Kunst is relevant. Dus moeten wij dat ook zijn.”

Je zou kunnen denken: een museum op de kaart zetten met een collectie die je van je sokken blaast, hoe moeilijk kan het zijn? Maar een omslag realiseren in een huis van wereldfaam, is geen klein bier. Zeker niet als dat huis 11 jaar lang gesloten is door verbouwingswerken. Als alle ogen op je gericht zijn, de verwachtingen torenhoog en onderweg een paar heilige huisjes moeten sneuvelen. Vandaag schittert het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen als nooit tevoren.

Carmen Willems groeide op in Tongeren als middelste kind in een gezin van vijf kinderen. Ze wilde muziek of kunst studeren maar haar vader stelde voor ‘dat ze eerst iets serieus zou doen’. “Ik koos voor economie omdat ik graag wilde weten hoe de wereld in elkaar stak.” Bij professor Paul De Grauwe maakte ze haar thesis over kunstsponsoring. Cultureel ondernemer worden, werd het plan. “Ik kon aan de slag bij bouwbedrijf Interbuild, een van de hoofdsponsors van Antwerpen 93, de culturele hoofdstad van Europa.” In 1995 werd Carmen algemeen directeur van het Gallo­Romeins Museum. Tussen 2003 en 2009 combineerde ze die functie met die van waarnemend burgemeester ter vervanging van Patrick Dewael, die toen minister was.

Wat waren de uitdagingen toen je in het Gallo-Romeins Museum begon?

“Het museum had te weinig dynamiek en vooral te weinig bezoekers. De provincie Limburg besloot als één van de eerste een zakelijk directeur naast een conservator te plaatsen. Dat was toen eerder ongewoon in de museumwereld. Onze eerste doelstelling was het bezoekersaantal opkrikken van 20.000 naar 100.000 per jaar. Hoe maak je archeologie aantrekkelijk voor een breed publiek? Ik zocht inspiratie bij musea in binnen ­ en buitenland. Door te focussen op kwaliteit, storytelling en slimme marketing konden we het tij keren. Je product kan nog zo goed zijn, als niemand dat weet, dan werkt het niet. Ik kreeg snel het vertrouwen van de toenmalige deputatie.”

Ik geloof niet in een hiërarchie van disciplines, wel in continue kruisbestuiving.

Dus ging je er meteen vol voor?

“Het team verwachtte een heldere visie en duidelijk leiderschap. Een overheid die stimulerend optreedt, maakt ook een groot verschil. Ik herinner me een expo waarvoor ik extra financiering ging vragen bij de deputatie. Ik vertelde dat ik met die bijkomende middelen 100.000 bezoekers kon aantrekken. Na mijn presentatie moest ik even buiten wachten. Ik verwachtte dat ik de helft zou krijgen van wat ik vroeg. Ik kreeg niet alleen méér middelen, ze verhoogden ook de lat: 130.000 bezoekers. Er kwamen uiteindelijk 150.000 bezoekers langs.” (lacht)

In 2017, vijf jaar voor de heropening, werd je bij het KMSKA binnengehaald. Hoe pak je zo’n avontuur aan?

“Het was best overweldigend. Het gebouw was niet klaar, het team was gehalveerd na de sluiting, niets stond echt op punt. Ik vond dat het nieuwe museum moest starten met een nieuwe visie en een nieuw DNA. Met het team hebben we hard nagedacht over: hoe kunnen we het best mogelijke museum worden? Waar willen we voor staan? Bij die oefening werden ook bezoekers betrokken, om heel goed te begrijpen wat hun noden en verwachtingen zijn. Naast het tonen van een collectie topkunst, zetten we resoluut in op storytelling, ervaring en emotie om een breed publiek aan te spreken en van het museum een echte belevingsplek te maken. Marketing, communicatie en publiekswerking schoven evenwaardig mee aan tafel. Ik geloof niet in een hiërarchie van disciplines, er moet een continue kruisbestuiving zijn. En we zijn op zoek gegaan naar duurzame partnerships met bedrijven. In essentie zijn we dus heel erg naar buiten gaan kijken om onze museumambities – verwonderen, verrijken en verbinden – waar te maken.”

Het KMSKA staat intussen stevig op de kaart. De bezoekersaantallen zijn indrukwekkend. Maar je hamert ook sterk op het economisch en maatschappelijk belang van kunst en cultuur.

“Ja, natuurlijk. Het verwondert me soms dat dat nog nodig is. Studies tonen aan dat kunst mensen raakt, ontroert, troost. Een museumbezoek kan rust brengen, creativiteit stimuleren en bijdragen aan mentaal welzijn. Artsen schrijven een museumbezoek voor als therapie. Het maatschappelijk belang staat buiten kijf, al is de directe impact moeilijk meetbaar. Wat we wel in de cijfers zien, is dat we nu een veel diverser publiek aantrekken. Dat is fijn. Want we willen kunst toegankelijk maken voor zo veel mogelijk mensen. En de economische meerwaarde? Die spreekt voor zich als je kijkt naar de directe en indirecte tewerkstelling die we creëren, de impact op de lokale horeca, op toerisme, op het vastgoed in de buurt van het museum …”

Ook de ondernemerswereld loopt warm om het museum te steunen. Hoe versterken jullie elkaar?

“Zo’n 80 bedrijven steunen het museum op verschillende manieren. In ruil zetten we een partnership op dat hen visibiliteit en hospitality­voordelen op maat biedt. We luisteren goed naar de noden en bouwen een langlopende relatie uit. Met die fondsen en eigen ontvangsten uit o.a. ticketverkoop financieren we onze publiekswerking. We hebben nu 45% eigen middelen, 55% overheidssubsidies. Weinig musea in Europa doen ons dat na. De overheidssubsidies dekken de kosten voor het gebouw en het beheer van de collectie. De andere middelen zorgen ervoor dat we kunnen programmeren. We hebben ook een netwerk van Artbassadors die deuren openen bij potentiële partners.”

Hoe belangrijk zijn digitalisering en technologie in het bereiken en verbreden van je publiek?

“Digitalisering en technologie, ook AI, zijn essentieel om kunst bereikbaar te maken en de beleving te versterken. We testen verschillende innovaties uit, onder andere een virtual reality­beleving, maar we waken erover dat de kern blijft om echt te kijken naar kunst. Ook Radio Bart past daarin. Vier blinde of slechtziende collega’s nodigen bezoekers uit om samen in een ministudio naar een kunstwerk te kijken. Zo helpen ze bezoekers te vertragen, anders te kijken en meer te zien.”

Welke projecten zitten in de pipeline en wat wil je nog graag realiseren?

“We willen groeien in onze processen en ze efficiënter maken. We willen ons internationaal bereik vergroten en ons team op specifieke punten versterken. Ook onderzoek en innovatie blijven prioriteiten. Een droomproject? De Mona Lisa tijdelijk omruilen met onze door het Louvre erg gegeerde Madonna van Fouquet. Dat zou pas een stunt zijn.” (lacht)

Welke lessen neem je mee uit je parcours tot nu?

“Ik was in het verleden vaak de enige directeur aan tafel zonder archeologisch of kunsthistorisch diploma. Ik heb me daar nooit oncomfortabel bij gevoeld. Mijn ouders hebben me altijd veel vertrouwen gegeven. Als middelste kind in een groot gezin leerde ik al jong onderhandelen en verbinden. Dat is me van pas gekomen. Verbindingen leggen, vind ik essentieel. Burgemeester zijn heeft me geleerd écht te luisteren naar mensen. Mezelf niet als de maat der dingen te nemen.”

Kom je tot rust tussen de kunst?

“Werken tussen zoveel schoonheid is een voorrecht. Veel vrije tijd neem ik niet. Meestal rijd ik zaterdagochtend naar huis in Tongeren en ben ik zondagmiddag alweer terug in Antwerpen waar ik in de week verblijf. Ik snap mensen die zeggen dat ze me ­ time nodig hebben, maar ik haal energie uit de dingen die ik doe. Drie maanden geleden ben ik voor het eerst oma geworden. Een kleindochter zet alles opnieuw in perspectief. Voor dat kleine wonder maak ik graag tijd.”

Wie is Carmen Willems?

  • Algemeen directeur KMSKA

  • Komt uit Bilzen, groeide op in Tongeren

  • 56 jaar

  • Mama van 2 jongens en 1 plus dochter, omi van Claire

  • www.kmska.be

This article is from: