WET EN REGELGEVING
Herziening van de Wet dieren: WAT BETEKENT DIT VOOR MIJN ORGANISATIE? In 2013 werd de Wet dieren van kracht. De raamwet, die nog nader in te vullen was met maatregelen, bracht een aantal regels met zich mee. Momenteel wordt de wet herzien, wat mogelijk gevolgen heeft. Wat de Wet dieren voor jouw organisatie betekent, leggen we je graag uit.
Over de Wet dieren De Wet dieren, die in 2013 van kracht werd, is een zogenaamde raamwet. Dat wil zeggen dat de wet zelf een aantal regels stelt, maar ook de mogelijkheid biedt om allerhande zaken over en voor dieren te laten regelen in de vorm van Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en ministeriële regelingen. De Wet dieren bundelt een aantal wetten die eerder golden. Dit zijn de volgende wetten: • Gezondheids- en welzijnswet voor dieren • Diergeneesmiddelenwet • Wet op de dierenbescherming • Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 • Kaderwet diervoeders De wet geldt onder andere voor houders van landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren, maar ook voor dierenartsen, diervoederbedrijven, dierenhandelaren, organisatoren van dierenwedstrijden en -tentoonstellingen en vele andere organisaties. De wet is gefaseerd ingevoerd. Enkele onderdelen, zoals Besluit en Regeling diergeneesmiddelen en Besluit en Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren, gingen direct in januari 2013 al in, andere zaken werden in latere fases ingevoerd. Zo werd het Besluit houders van dieren in juli 2014 van kracht. Bewijs van vakbekwaamheid Een belangrijk gevolg uit het Besluit houders van dieren voor dierenasielen, -ambulances en -opvangcentra is het Bewijs van Vakbekwaamheid. Dit geldt voor iedere organisatie die beroepsmatig dieren houdt of verkoopt. Ook dierenasielen vallen hieronder. De regel is als volgt: Bij elk van deze organisaties moet iemand aanwezig zijn die een Bewijs van Vakbekwaamheid heeft voor de betreffende diergroep die er gehouden wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vijf diergroepen: 1) hond en kat, 2) overige zoogdieren, 3) vogels, 4) vissen, 5) herpeten (amfibieën en reptielen). Houdt jouw organisatie zowel katten en honden als vogels, dan zullen er voor deze verschillende diergroepen aparte Bewijzen van Vakbekwaamheid moeten zijn. Het gaat om diploma’s van Crebo-gecertificeerde instellingen*. Wie voor 1 juli 2014 met honden en katten werkte, beschikt reeds over een Bewijs Vakbekwaamheid voor deze groep en deze blijft dan ook geldig. Hoewel dit besluit al in 2014 van kracht ging, was er een overgangsfase om organisaties de tijd te geven de benodigde certificaten
10 #SAMENVOORDIEREN