
2 minute read
BROODJES VAN EIGEN DEEG
“Wij zijn papvreters”, verklaart de sympathieke dame achter de toonbank van het o zo knusse bakkerijtje in Groede. Het jonge stel is voor het eerst in Zeeuws-Vlaanderen. Hij had zin in kokosmakronen, maar die heeft bakkersvrouw Wietske de Jong niet. Wel haar bakkersspecialiteit: Groese paptaart. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is dat geen taart, maar een ronde koek met een opstaande rand om een flinke laag gekookte pap. Zeker weten dat hij die kokosmakroon snel vergeten is bij het proeven van deze smakelijke lekkernij.
Een Speciaal Bakkerswinkeltje
Advertisement
Groese paptaort is natuurlijk niet de enige reden waarvoor je naar De Bakkerieje gaat. Zoals het een echte bakkerswinkel betaamt vind je hier brood. Lekker kwaliteitsbrood. Behalve het door de plaatselijke bakker in Breskens gemaakte doorsnee wit, bruin en volkoren (waldkorn) en speciaalbroden, zoals het donkere Duits woudbrood en het lichte veelzadenbrood pave multi cereal, verkoopt Wietske ook eigen baksels. “Zelf maak ik desemroggebrood en speltbrood van 100% speltmeel met walnoot en rozijnen. Niet gebakken met gist, maar met wijnsteenbakpoeder. Heel geschikt ook om tapas van te maken bij een wijntje of een borrel.”
Maar hoezo ‘zijn wij papvreters’? “Vroeger, als de oogst binnen was, werd door de landeigenaar of verpachter getrakteerd op paptaart”, weet Wietske te vertellen. “Dat was elke eerste woensdag van oktober. Dan was het paptaartjeskermis.” Tijdens deze Baomesse-kermesse, ofwel Sint-Bavokermis, kwamen de pachters van de grond van de rijke landeigenaren met hun gezinnen naar het dorp om de pacht te betalen en de kermis te vieren. De landeigenaren kwamen veelal uit Gent, dus het is aannemelijk dat zij de paptaarten naar de Groe mee hebben genomen. Aangezien in Duinkerken en Rijsel zo goed als hetzelfde gebak verkocht wordt, heeft het gebak wellicht zijn oorsprong bij de Hugenoten uit Frans-Vlaanderen. Het zou ook kunnen dat lutheranen uit Salsburg de paptaart naar Groede hebben gebracht. Het deeg lijkt namelijk wat op dat van de vlaaien uit het Land van Hulst en Zuid-Limburg.
Wat de oorsprong ook is, ze zijn te lekker om niet vaker te eten, dus werden ze ook gemaakt voor andere belangrijke gebeurtenissen. Het deeg van de ‘paptaort’ is van tarwebloem, gist, melk, ei, basterdsuiker en een snufje zout, de pap van melk, rijstebloem, basterdsuiker, ei, zout en kaneel. “Het wordt ook gegeten met een laag donkerbruine basterdsuiker. Maar ik vind ze het lekkerst zonder, want dan proef je de pudding tenminste echt.” Duidelijk, Wietske.
Klanten, waaronder heel wat toeristen, weten De Bakkerieje te vinden voor een ontbijt om je vingers bij af te likken. Ook Duitse bezoekers, die cultuurgetrouw veel waarde hechten aan brood van kwaliteit, zijn zeer te spreken over Wietskes broden, broodjes, croissants en gebak. En niet te vergeten haar ontwapenende vriendelijkheid. “De paptaart is er ook in een krokante versie. Die kun je bestellen. En ik maak krokante eierkoeken, naar eigen recept.” Het authentieke bakkerijwinkeltje is extra knus met de nostalgische artikelen zoals serviesgoed, schilderijtjes, streekproducten en Zeeuws snoepgoed. Ook is er een schap met reformproducten. Wietske is trots op het tienjarig bestaan van haar Bakkerieje: “Mijn ouders hadden een eigen zaak en ik heb altijd gezegd dat ik nooit een eigen zaak zou beginnen. Ik was 52 en had mijn eigen zaak”, lacht ze. “Ik ga hier niet rijk van worden, maar ik heb er lol in. De winkel is helemaal wie ik ben, met mijn hang naar nostalgie. Het komt ‘s zomers zomaar voor dat er urenlang een rij staat, tot aan het kruispunt. Dat is toch speciaal, dat mensen zo lang willen wachten. Er gaat geen dag voorbij dat ik een compliment krijg op mijn winkel. Dat is heel bijzonder.”


