Vmagazine - 2022/2023

Page 1

vmagazine Nationale vfonds Kinderprijs | Revolusi! | #Vteam | Caroline de Gruyter | Invictus Games | Eppo van Nispen tot Sevenaar | Werkplaats Walhalla | World Police and Fire Games | Movies that Matter | IFFR | Xavi Dors | De oorlog in Oekraïne | Nona Salakory | WiederGut | Jonne Arnoldussen | Het Nationale Theater | Veteranenreünie | Eten als bron van vrede | Theater na de Dam | Four Freedoms Awards | Martijn Eickhoff | Indisch en Moluks immaterieel erfgoed
4

Soms kun je het niet bedenken

Als mens zijn we geneigd vooruit te denken. Te groeien. Met de toekomst bezig te zijn. Dat is vaak lastig, want de toekomst is onzeker en blijkt niet te voorspellen of in kant en klare plannen te gieten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst… Mislukkingen ook niet. Oorlog en conflict liggen altijd ergens op de loer en de vrijheid die we zo gewend zijn lijkt soms uit onze greep weg te glijden. De vanzelfsprekendheid van vrede en ook ons werk kwam met de oorlog in Oekraïne opeens in een heel ander daglicht te staan. Tegelijkertijd zien we dat veel mensen in Europa hebben gekozen voor richtingen die zich niet volledig meer scharen achter democratische principes. Ook in Nederland klinken die geluiden steeds krachtiger. ‘Als mensen bang zijn gaan ze de luiken dicht doen,’ zegt Caroline de Gruyter in dit magazine. ‘Ze gaan grenzen optrekken en dan krijg je nationalisme en etnocentrisme en dan kun je situaties krijgen die lijken op wat er in de geschiedenis al eerder is gebeurd.’

Welk antwoord geef je op het groeiende cynisme over democratie en de neiging bij veel mensen het bijltje erbij neer te gooien? Hoe voorkomen we dat angst om zich heen grijpt en ons uit elkaar drijft?

Om een tegengeluid te laten horen is moed nodig. Moed van mensen die opkomen voor een vreedzame samenleving, die de fundamenten van de democratische rechtsstaat verstevigen. Alleen dan kunnen we bestand zijn tegen onverwachte wendingen. Democratie is een proces, legt de Gruyter uit, bedoeld om allerlei groepen in de samenleving in balans te houden. Het is een proces waarbij we op een respectvolle manier met elkaar omgaan, niemand buiten de boot valt en waarbij er geen winnaars en verliezers zijn.

Vfonds steunt moedige mensen en organisaties die dit doen, die zich inzetten om die balans te herstellen en onze democratie veerkrachtiger te maken. Dat vraagt ook om lef en flexibiliteit van ons als fonds. Het kunnen en durven inspelen wanneer de actualiteit daar om vraagt. In dit vmagazine laten we verschillende geluiden horen over wat vrijheid, sociale spanningen en zoiets ontwrichtends als oorlog voor impact kunnen hebben. Meer nog gaat het over hoe organisaties, kinderen en mensen zoals jij en ik, die op kleine en grote manieren het verschil kunnen maken. Laat je inspireren door hun moed uit de eigen bubbel te treden en de ontmoeting aan te gaan.

3 Vooraf
fotografie: Friso Keuris

28

Het nut van de Invictus Games

Door te trainen voor de Invictus Games hervonden zij vertrouwen in hun lichaam, hun wilskracht en de waarde van teamspirit. Deelname maakt het af. Vier deelnemers vertellen over wat het ze heeft gebracht.

06

Vrede, vrijheid en democratie in gevaar Kunnen we dit nog tegengaan, en hoe? Een interview met journalist Caroline de Gruyter.

Vrijheidsportretten

Persoonlijke columns door Nona Salakory, Martijn Eickhoff, Jonne Arnoldussen en Xavi Dors. (p 11, 51, 57, 63)

22

De Call voor Oekraïne

De oorlog in Oekraïne zorgde voor dringende behoefte aan informatie, steun en saamhorigheid. Veel organisaties zagen dit en zochten naar manieren om hier iets mee te doen. Vijf inspirerende voorbeelden.

64

De Four Freedoms Awards

Een gesprek over de betekenis van de wereldberoemde prijs met de Commissaris van de Koning van Zeeland, Han Polman. Hoe leven Roosevelts woorden door in de daden van de winnaars?

4
Verbinding door actualiteit Verbinding door sport

Verbinding door cultuur

52 Film als spiegel

Twee filmplatforms en een documentairemaker vertellen over de kracht van filmtaal en hoe zij mensen bij elkaar brengen.

40 Ongemakkelijke verhalen

Een gesprek met Hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum Valika Smeulders over hoe je ongemakkelijke verhalen in onze eigen geschiedenis voor het voorlicht brengt, hoe pijnlijk dat soms ook is.

Verbinding door ontmoeting

32

Eten voor vrede en vrijheid

Door eten kunnen we samen vieren, bij elkaar komen en zelfs vrede stichten. Gebrek aan eten is een bron van veel ellende en oorlog. Welke rol speelt eten in ons leven met elkaar?

12

Hoe zijn de projecten gegaan?

Van het Holocaust Namenmonument tot aan het Veteranen Search Team en De Slag om de Schelde. Een overzicht van projecten die de afgelopen jaren van de grond zijn gekomen. Zijn ze geslaagd?

18

Propaganda herkennen Het verspreiden van propaganda en nepnieuws is een beproefd recept van autocraten, maar ook in Nederland hebben we er ervaring mee. Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, over de geschiedenis ervan.

26

Interview met vfonds bestuur Vrede, vrijheid en democratie hebben meer bescherming nodig dan ooit. Wat is de rol van vfonds hierin, nu en in de toekomst?

38

De World Police & Fire Games

Hoe je door op sportieve manier bij elkaar te komen respect toont voor mensen die opkomen voor een vreedzame samenleving.

58

Op pad met het #Vteam

Het loont om meer naar kinderen te luisteren. Dat maken deze jongeren ons wel duidelijk.

69

Een veteranenreünie Wat doen veteranen precies tijdens een reünie en waar praten ze over? Een verslag van de jaarlijkse reünie van de Prinses Irene Brigade.

70

Theatermakers aan het woord Deze theatermakers zien een voorstelling niet langer als eenrichtingsverkeer tussen maker en publiek; je doet het samen. Hoe precies?

76

Houd je erfgoed levend 3 miljoen euro om het Indisch en Moluks immaterieel erfgoed te versterken.

78

Een eigen Fonds op Naam Samen bijdragen aan vrede, vrijheid, democratie en veteranen.

5

Europa-correspondent en columnist voor NRC Handelsblad Caroline de Gruyter over vrede, vrijheid en democratie

‘Als je vrede wilt, moet je je op oorlog voorbereiden’

7
Interview

In deze tijd staan de waarden vrede, vrijheid en democratie onder steeds grotere druk. Zowel in Nederland als in de rest van de wereld. Hoe bescherm je die waarden? Een gesprek erover met Caroline de Gruyter, die in haar boeken en columns al lange tijd benadrukt dat we wakker moeten worden.

Na verblijf in Wenen en Oslo woont ze met haar gezin na acht jaar weer in Brussel. In 2021 verscheen haar vijfde boek, Beter wordt het niet. Een reis door het Habsburgse Rijk en de Europese Unie. Het is een boek over hoeveel mensen de Europese Unie zien als verdeeld, traag en zwak en hoe men indertijd naar het Habsburgse bestuur keek als het ging om het vermijden van conflicten, het werken aan oneindige hervormingen en het steeds opnieuw vinden van lelijke compromissen. Maar door het eindeloze aanmodderen slaagden opeenvolgende Habsburgse keizers er toch maar in om vele naties, taalgroepen en culturen zo’n zeshonderd jaar lang veilig en gezond onder één dak te houden. Zo werkt de EU ook, zo stelt Caroline de Gruyter.

Het lijkt wel of het boek vooral na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne nog nadrukkelijker laat zien hoe belangrijk een verenigd Europa is in een steeds gevaarlijk wordende wereld. De Gruyter: ‘Het is een bestseller geworden waarschijnlijk omdat het zo actueel is. Bij de nu aanstaande vertalingen - in het Zweeds, Duits, Hongaars en Frans – zeggen de vertalers mij steeds: niks meer aan doen. Het enige wat ik er nog aan toevoeg is een voorwoord van twee alinea’s over het feit dat het boek ruim voor de oorlog is geschreven. Doordat ik lang in Wenen en Noorwegen heb gewoond, kreeg ik mee wat Poetin allemaal aan het klieren was aan de Europese grenzen. In Oostenrijk voelt de oude generatie ook nog steeds de dreiging van de Russen. Trap de Russische beer dus niet op de staart, zegt men daar en dat realiseren ook de jongeren. Die worden nu bevestigd in dat gevoel. De Russen zitten er nog steeds heel hard in. Dat zijn we in het westen vaak vergeten, vooral omdat we meer met de toekomst bezig waren.’

Leven met geschiedenis

In Midden-Europa lijkt men meer met de geschiedenis te leven, in het westen zijn we meer bezig met de toekomst. Waarom is dat zo? De Gruyter: ‘De hele regio in Oost- en Midden-Europa zit nog gevangen in een onverwerkt en getraumatiseerd verleden. Ik hield een tijdje geleden een lezing voor Europese ambtenaren over mijn boek en de oorlog en daar vertelde een Sloveense mij dat het logisch is dat zij zo terugkijken. Haar ouders, zo zei ze, woonden in hetzelfde familiehuis dat iets meer dan honderd jaar geleden een huis was van hun grootouders en toen nog onderdeel was van het Habsburgse Rijk, daarna was het even onder het Koninkrijk Joegoslavië, daarna hoorde het bij het communistische Joegoslavië en daarna werd het onderdeel van de EU. Ondertussen heeft de familie in hetzelfde huis allerlei rijken zien instorten met al de ellende van dien. Dan kijk je anders naar Europa, naar de wereld en naar je eigen positie daarin. Niks is voor eeuwig, weet je dan. Wij in West-Europa hebben de luxe gehad alleen maar vooruit te hoeven kijken en daardoor hebben we dingen gemist die ons nu aan het opbreken zijn. Dat blijkt uit het gedrag van Poetin. Ik schreef een paar jaar geleden al dat hij monumenten aan het optrekken was van de oude tsaar Alexander die na de Napoleontische oorlogen tijdens het Congres van Wenen de toekomst van Europa mocht meebepalen. Die macht hebben de Russen niet meer en dat verklaart mede waarom Rusland Georgië is binnengevallen en een stuk van Oekraïne heeft afgebeten. Nu dringt dat hier in het westen door en kreeg ik de kritiek dat ik te veel begrip toonde voor de Russen. Geschiedenis herhaalt zich nooit, maar – zoals Voltaire al zei – het zijn mensen die zichzelf herhalen. Als mensen bang zijn gaan ze de luiken dicht doen, grenzen optrekken en dan krijg je nationalisme en etnocentrisme. Dan kun je situaties krijgen die lijken op wat er in de

8
Tekst Koos de Wilt | fotografie Friso Keuris

geschiedenis al eerder is gebeurd. Daarom pleit ik ervoor dat ook wij in Nederland veel meer aan geschiedenis doen. Om te begrijpen waar we vandaan komen, zodat we ook beter leren wat er kan gebeuren als je je democratie en defensie verwaarloost. Daarin zijn we te naïef geweest. Als je je geschiedenis kent, dan kun je beter schiften wat er daadwerkelijk aan de hand is. Door gebrek aan historische kennis zien we allemaal spoken die er niet zijn en zien we misschien niet het spook dat ons wel bedreigt.’

Lijkt onze tijd op 1914? De Gruyter: ‘Veel mensen wisten toen al wel dat er een oorlog zou uitbreken, maar niemand wist precies waar en hoe. Dat kon je ook niet weten. In die zomer ging de Europese elite daarom gewoon naar Knokke en Oostende om pootje te baaien terwijl daarna de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Dat overkwam ook Oekraïne in onze tijd. De Amerikaanse en Britse intelligence waarschuwden ons wel, maar zelfs de Oekraïners geloofden dat niet en zeiden dat ze moesten ophouden met dat gestook. Iedereen had gedacht dat het een soort chirurgische oorlog zou zijn zoals in Tsjetsjenië en Georgië, waarna er zou worden onderhandeld om de nieuwe situatie vast te leggen. En omdat wij dat verwachtten, heeft Poetin daar weer misbruik van gemaakt. Hij heeft met een Blitzkrieg in een paar dagen het land willen innemen. Hij wilde Zelensky oppakken, die nog thuis bij zijn vrouw en kinderen verbleef, en daarna een stroman neerzetten. Op een haar na heeft Zelensky kunnen ontkomen. Zo hebben de Russen het jarenlang gedaan en zo dacht ik ook dat Poetin het nu weer zou doen. Om daarna weer een paar jaar te wachten en een nieuwe hap uit Oekraïne te nemen. Maar ik zat dus ook fout, net als iedereen.’

Democratie verwaarlozen

Schijnbaar vanzelfsprekende waarden als vrede, veiligheid en democratie staan onder druk in onze tijd. Hoe onderhouden we die waarden? De Gruyter: ‘Na de val van de muur in 1989 zijn we gaan denken dat wij in het Westen hadden gewonnen en dat we wat konden gaan freewheelen. We zijn onze defensie gaan afbouwen en onze democratie gaan verwaarlozen. Ineens kwamen er allerlei vormen van nationalisme op omdat er geen echte externe bedreigingen meer waren. Iedereen kon de grenzen

gaan opzoeken. Maar we moeten onze democratie altijd onderhouden. Ik heb eens de Franse filosoof Frédéric Worms geïnterviewd, die een prachtig boek heeft geschreven over de democratie, Les Maladies Chroniques de la Démocratie. Wat hij schreef was dat veel mensen de democratie zien als een doel, een soort plateau met dingen als vrijheid van meningsuiting, onafhankelijke instituties en parlementaire democratie. Als je dat plateau eenmaal bereikt, dan verandert dat niet meer en hoef je alleen maar hetzelfde spel te spelen. Hij zegt, terecht wat mij betreft, dat zo denken heel gevaarlijk is. Dan word je lui en houd je er geen rekening meer mee dat democratie een proces is, bedoeld om allerlei groepen in de samenleving in balans te houden. Het is een proces waarbij we op een goede manier met elkaar omgaan en niemand buiten de boot valt. Een proces waarbij er geen winnaars of verliezers zijn. Maar omdat de bevolkingsgroepen steeds veranderen, wordt de balans verstoord. De democratie is bedoeld om die te herstellen, anders krijg je polarisatie. De samenleving vraagt dus steeds om moderniseringen van de democratie. Boven op de huidige democratie kun je dus bijvoorbeeld op lokale schaal experimenteren met zaken als burgerraden en andere vormen van zeggenschap. De toekomst van Europa is te ingewikkeld om over te laten aan burgerraden, maar zaken waar mensen lokaal wel over kunnen beslissen lenen zich daar heel goed voor.’

Hoe moeten we aankijken tegen de praktijk dat voorheen pacifistische politieke partijen in binnenen buitenland ineens oproepen tot bewapening? De Gruyter: ‘Ook zij zien dat er een bedreiging is en dat als Poetin Oekraïne kan binnenvallen, hij ons ook kan aanvallen. Ook andere autocraten denken zoals Poetin. Erdoğan wil het zeerecht en internationale wetten aan de laars lappen om zo aan gasvelden te komen. Met die uitdaging moet je iets. Het is een vorm van realisme die er al eerder had mogen zijn. Ik denk dat we met pacifisme alleen niets kunnen tegen mensen als Poetin en Erdoğan. Als je vrede wilt, moet je je op oorlog voorbereiden, zoals de oude Grieken al zeiden. Goddank hebben we de NAVO.’

Economisch verbinden Hoe kun je in dit conflict nog verbinding brengen? De Gruyter: ‘We moeten keihard zijn tegen Poetin

9
‘We moeten niet de illusie hebben dat we overal maar democratie binnen kunnen brengen.’

en duidelijk maken dat hij van de Baltische landen af moet blijven. Als die nu niet bij de NAVO zouden zitten, had hij die landen allang binnengevallen. Maar wij hadden ook al minder afhankelijk moeten zijn van Russisch gas. Daar zijn we te laat mee gestart. In deze situaties hebben we afschrikking nodig, maar we moeten ook trouw blijven aan onszelf. We moeten dus ook toelaten dat Russische studenten aan onze universiteiten kunnen studeren. Laat ze zien dat we een veel betere samenleving hebben. Dat is een goede foreign policy tool. Natuurlijk moet je iedereen goed screenen voor je ze binnenlaat, maar zie cultuur en politieke cultuur als een middel om te verbinden. Daarom moet je ook gul zijn met toeristenvisa aan gewone burgers.’

Hoe moeten we de nieuwe wereldorde zien? De Gruyter: ‘De wereld is veranderd. Er is een tijd lang ruimte geweest van multilateralisme, een begin van global governance waarbij iedereen meespeelde in het globaliserende spel. We komen nu weer in een soort bipolaire wereld met twee grootmachten: China en de VS. We komen in een nieuwe koude oorlog die ruimte laat aan regionale machten om ook puntjes te scoren. Rusland, met een economie zo groot als Spanje, probeert dat en ziet een kans nu de Amerikanen druk zijn met de Chinezen.’

Wat zou in deze nieuwe wereldorde een reden kunnen zijn om onze eigen militairen naar andere plekken in de wereld te sturen? De Gruyter: ‘We moeten niet de illusie hebben dat we overal maar democratie binnen kunnen brengen. Zo dachten met name de Amerikanen lange tijd. Ik heb jarenlang in het Midden-Oosten gewerkt en heb gezien dat het heel andere samenlevingen zijn. Maar we kunnen de goede krachten daar wel op andere manieren steunen. Met wetgeving en met economische middelen bijvoorbeeld. De Europese Unie is een van de grootste markten van de wereld. Bedrijven in die landen smeken hun regeringen om onze voorschriften en wetgeving over te nemen over de producten die ze produceren. In die producteisen zitten impliciet allerlei Europese normen en waarden vervat, zoals mensenrechtenregels, een verbod op kinderarbeid en milieuregels. Economisch is Europa sterk, dat moeten we uitbuiten. Ook het Habsburgse Rijk was militair niet indrukwekkend, maar het rijk was wel krachtig op economische en politiek gebied.’

Hoe dan om te gaan met autocraten als Poetin, Erdoğan, Xi Jinping en Mohammad bin Salman? De Gruyter: ‘Als we geen gas meer willen van Poetin,

zullen we dat elders moeten halen en helaas zitten daar regimes die niet altijd deugen. Saudi-Arabië heeft een gruwelijk regime, maar er zijn daar ook lichtpuntjes, zoals het feit dat vrouwen tegenwoordig auto mogen rijden. Dat doet Mohammad bin Salman natuurlijk ook om zijn eigen bevolking rustig te houden om ondertussen de oorlog in Jemen aan de gang te houden en zo nu en dan een journalist om het leven te brengen. Maar alleen met morele argumenten kan Europa niet overleven in de wereld. Je kunt onze huizen er niet mee verwarmen. We hebben met Turkije een deal gesloten over migranten, die niet fraai is, maar wel werkt. Het is een voortdurend afwegen van belangen, met alleen een opgeheven vingertje kom je er niet. Dan gaan landen in Afrika met China aan de slag, want aan zakendoen met China hangt geen democratisch en mensenrechten-prijskaartje. We moeten beseffen dat we ons op veel plekken in de wereld onmogelijk hebben gemaakt met ons morele gepreek. We moeten daar realistischer in zijn. En zeker ook in Nederland. We moeten beter onze prioriteiten stellen en moeten ambitieus blijven. Europa is een vredesproject en we moeten beseffen dat we daar goed mee hebben gedaan, voor onszelf en voor de wereld. We worden misschien wel op veel plekken gehaat in de wereld, maar bijna iedereen wil toch het liefst in Europa wonen. We moeten daarom streng zijn, ook voor onszelf, maar ook onze oogkleppen laten vallen en blijven toetsen aan de realiteit.’

CV

Caroline de Gruyter is Europa-correspondent en columnist voor NRC Handelsblad. Haar stem en expertise over Europa zijn bekend in Nederland en daarbuiten. Ze woont in Brussel. Tussen 2008 en 2013 deed ze vanuit Brussel verslag van de eurocrisis en de Europese politiek. In 2013 ontving ze de prestigieuze Anne Vondeling Prijs voor haar politieke verslaggeving. In 2015 ontving ze de Heldringprijs voor beste Nederlandse columnist. In 2016 won ze de Prix du Mérite Européen en in 2017 de prijs ‘EuroNederlander’. De Gruyter heeft eerder in de Gazastrook, Jeruzalem, Brussel, Genève, Wenen en Oslo gewoond. Ze schrijft ook regelmatig columns voor Foreign Policy, EUobserver en De Standaard, en is lid van de European Council on Foreign Relations. Ze heeft vijf boeken geschreven - die allemaal op de een of andere manier gaan over globalisering, democratie en het politieke drijfzand van soevereiniteit. Boek nummer vijf Beter wordt het niet (2021) is een vergelijking tussen de EU en het Habsburgse rijk. Tijdens de ontwikkeling van het huidige vfonds beleidsplan is de Gruyter betrokken geweest bij een expertsessie.

10

Nona Salakory

Mijn vader Nus Ririhena wordt 100 jaar. Hij is dit jaar, als Molukse KNIL-militair, voor het eerst uitgenodigd voor het Victory Dinner, een jaarlijks event om oorlogshelden en veteranen te huldigen. Hij en talloze andere Molukse KNILmilitairen vochten voor Nederland in toenmalig Nederlands-Indië. Na aankomst hier in april 1951 zijn zij uit het leger ontslagen. De terugkeer naar hun vaderland zoals hun in een traktaat was beloofd zou nooit plaatsvinden. Van soldij en pensioensopbouw was geen sprake. Hun behandeling is onrechtvaardig geweest en als ik onrecht zie, dan strijd ik daar tegen. Dat heeft waarschijnlijk met mijn Molukse wortels te maken. Wij zijn een echt krijgersvolk. Ik ben al jaren bezig om gerechtigheid te krijgen voor

onze vergeten en dappere vaders en groot vaders. Drie dikke ringbanden heb ik gevuld, vol adressen, personalia en pasfoto’s van Molukse KNIL-militairen. Met het Veteraneninstituut in Doorn werk ik samen om hun eerherstel te bevorderen. Uitgebleven militaire onderscheidingen zijn o.a. postuum uitgereikt. Ook bestaat er sinds 2015 een regeling die achterstallige salarissen uitbetaalt, maar voor velen kwam dit te laat. Ik hoop voor de weduwen en hun kinderen meer te kunnen bereiken, zodat ze de strijd niet steeds hoeven voort te zetten. Samen met drie andere Molukse vrouwen heb ik reeds de noodzaak voor een backpayregeling besproken met het ministerie van VWS. Afgelopen zomer spraken de huidige staatssecretaris en onze premier

hierover met een aantal Molukkers. We wachten af… Ik ben blij dat ik zo ver ben gekomen. Ik heb geleerd dat je je gezicht moet laten zien. Wanneer je contact hebt gelegd en elkaar de ogen in kijkt, dan is er meer verbinding. Toen ik werd opgebeld met de mooie melding dat ik was genomineerd voor de Witte Anjer Prijs 2022, voelde ik mij gevleid maar vooral gehóórd. Eindelijk worden de KNIL-militairen erkend, ruim 70 jaar na dato. Maar we zijn er nog niet. Een brede oplossing is nodig, een finaal gebaar om deze pijnlijke, gedeelde geschiedenis af te kunnen sluiten. Laten we daaraan werken. Zodat we niet meer achterom hoeven kijken, anders komt het elke generatie weer naar boven.

Vrijheidsportret

Hoe is het nu met...

Persoonlijke ervaringen bij projecten die vfonds ondersteunde

In de afgelopen jaren zijn er met steun van vfonds tal van bijzondere en inspirerende projecten van de grond gekomen. Platforms voor ongehoorde verhalen, vernieuwde musea, impactvolle ontmoetingen, podia voor spraakmakende personen en organisaties die belangrijke gebeurtenissen uit het verleden verbinden met het heden. Stuk voor stuk projecten die op korte en lange termijn van waarde zullen zijn. Een overzicht van een paar van deze succesverhalen. Tekst Renee Middendorp & Koos de Wilt

12

De Liberation Route Hiking Trail

Wie: Liberation Route Europe Foundation

Wat: De Liberation Route Hiking Trail bestaat uit 10.000 kilometer aan thematische wandelroutes door de belangrijkste regio's waar de opmars van de geallieerden in Europa plaatsvond. Bottom-up ontwikkeld in samenwerking met tal van organisaties op nationaal, regionaal én lokaal niveau in heel Europa. Zo wordt de bevrijdingsroute een fysiek en beleefbaar onderdeel van het Europese (herdenkings)landschap.

‘Nu de eerste generatie betrokkenen bij de Tweede Wereldoorlog ons steeds meer ontvallen, is het belangrijk onze gedeelde Europese geschiedenis levend te houden en hun verhalen te blijven vertellen. Wij doen dat door ze te delen via het netwerk van Liberation Routes langs musea, monumenten, begraafplaatsen en historische locaties. We willen daarmee de jongere generaties inspireren en bewust maken van belangrijke waarden als vrijheid, democratie en gelijkheid. Waarden waaraan we elke dag met elkaar moeten blijven werken.’

Rémi Praud, directeur LRE Foundation

Memorabele weetjes:

• Door de Raad van Europa officieel gecertificeerd als belangrijke Culturele Route

• Wandelroutes door het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Luxemburg, Nederland, Duitsland, Italië en plannen om uit te breiden naar Tsjechië, Polen en Oostenrijk

• 16 Vectors of Memory die belangrijke historische locaties markeren

• Een nationale themaroute, de Canadian Trail, is in de maak. Van het zuidwesten van Zeeland tot het noordoosten van Groningen kun je er dan te voet op uit om de verhalen te beleven die een rol hebben gespeeld in aanloop, tijdens en na de bevrijding door de Canadezen

Geïnspireerd? Bekijk de routes op liberationroute.com of download de app.

De Slag om de Schelde

Wie: Levitate Film

Wat: De Slag om de Schelde is een oorlogsfilm vol spektakel over een haast vergeten slag die heel belangrijk was voor het vervolg van de Tweede Wereldoorlog. Maar dat niet alleen: de film zoomt in op het leven van een paar jongeren die voor belangrijke en gevoelige keuzes stonden die niet alleen van invloed waren voor henzelf, maar ook voor anderen. De speelfilm pakt je bij de lurven, maar probeert je ook te verleiden in de spiegel te kijken: wat doe jij als het gaat om leven of dood? Als aanvulling ontwikkelde Stichting FutureNL een educatiepakket voor de bovenbouw van vmbo, havo en vwo.

‘De jonge hoofdrolspelers in deze film moeten met name een jonge generatie laten beleven hoe het was om in een oorlog op te groeien en wat de gevolgen waren van de keuzes die jongeren toen maakten.’

— Alain de Levita, producent

Memorabele weetjes:

• 5 Gouden Kalveren tijdens het Nederlands Film Festival

• 500.000+ bezoekers in de bioscoop

• Netflix: Wereldwijd meer dan 68 miljoen uur gestreamd in de eerste 28 dagen. 2 weken #1 wereldwijd 4 weken top 10 in Nederland 6 weken top 10 wereldwijd

• Hoofdrollen Jamie Flatters, Tom Felton, Susan Radder en Gijs Blom

• 810 lespakketten naar 24.000+ leerlingen

13

‘Ik heb een fantastische baan maar had het gevoel altijd wat te missen in het leven. Na het aansluiten bij het VST weet ik wat dat was: de kameraadschap en met zijn alle werken aan één doel waarin het team belangrijker is dan het individu.’

— Vrijwilliger

‘Het bijdragen aan de maatschappij, families in hun zwartste dagen hoop geven, de verschillende geüniformeerde beroepen samen laten komen, maar ook mensen die vanwege een beroepsziekte thuis zijn komen te zitten weer terug duwen de maatschappij in.’

— Dennis en Mariska van der Kraats, oprichters VST

Veteranen Search Team

Wie: Veteranen Search Team (VST)

Wat: Bij de eerste grote zoektocht in 2017, naar Anne Faber, wist het Veteranen Search Team binnen enkele uren 200 veteranen te verzamelen. Nu staat er een team van ruim 2.000 vrijwilligers, voornamelijk militairen, oud-militairen en oud-politiemensen. Een uitstekende mix aan kennis en ervaring uit groen en blauw. Daarmee ondersteunen zij de politie bij de zoektocht naar een vermist persoon. Het VST zorgt voor veerkracht en voldoening bij de deelnemers, voor verbinding tussen veteranen onderling en met burgers. Maar het allerbelangrijkste: ze bieden hoop aan families, bij de zoektocht naar hun dierbare. Inmiddels zijn verschillende specialistische teams operationeel: een Drone team, Onderwater drone team, Bikerteam, Trackerteam, Geoanalistenteam, Chauffeurspool. Met een 24/7 bezetting is inzet ten alle tijden geborgd. Vfonds is in 2022 een partnerschap aangegaan zodat het VST verder kan professionaliseren en de kwaliteit van inzetten op grote schaal kan blijven garanderen.

Memorabele weetjes 2022:

• 57 inzetten

• 2568 searchers

• 14500 kopjes koffie

• 1396 onderhoudsuren

• Percentage teruggevonden vermisten: 60%

14
Zoekacties
2022

Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Wie: Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Wat: Op 5 juni 2021 opende een nieuw ondergronds museum op het terrein.

Bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort wordt het voor velen onbekende verhaal verteld van 47.000 gevangenen, dat oorspronkelijk als strafkamp diende en na invoering van de verplichte Arbeitseinsatz een belangrijke draaischijf voor de Duitse oorlogsindustrie werd. Er heerste een mensonterend regime van honger, mishandeling, dwangarbeid, executies en transporten naar andere kampen. In het nieuwe ondergrondse museum hopen we een combinatie van fysieke- en digitale ervaringen te maken, die elkaar versterken en een inhoudelijk verhaal vertellen aan een breed publiek.’

— Micha Bruinvels, directeur NM Kamp Amersfoort

Memorabele weetjes:

• 30.000 bezoekers sinds de opening op 5 juni 2021 waarvan honderden scholieren van 75 scholen

• Een spiegelwand legt dagelijks tientallen reacties vast van bezoekers. Alle reacties geven hun verbijstering weer en het gebrek aan lerend vermogen in de huidige wereld.

• Drie grote herdenkingen per jaar. 19 april: overdracht van Kamp Amersfoort aan het Rode Kruis in 1945. 4 mei: Dodenherdenking. 11 oktober: Tocht van Vrees en Hoop; het allergrootste transport op 11 okt 1944 van 1438 mannen naar Neuengamme.

• In een Virtual Reality krijgen groepen hedendaagse dilemma’s voorgelegd.

• Op Spotify is een zesdelige podcast De Verdwenen SS'er te beluisteren waarin het verhaal wordt verteld van de grondlegger en eerste kampcommandant Walter Heinrich. Hij blijkt verantwoordelijk voor tenminste 625 doden, maar is daar nooit voor veroordeeld.

De Wereld van de Oost

Wie: New Amsterdam

Wat: Een lesprogramma dat ingaat op de context van de gebeurtenissen in de film De Oost en die tot leven brengt met historische en persoonlijke verhalen en getuigenissen. De gebeurtenissen rondom het einde van Nederlands-Indië als kolonie en de start van de nieuwe natie Indonesië zijn complexe en gevoelige onderwerpen. In Nederland wonen meer dan 2 miljoen mensen met een verbinding met deze geschiedenis. Toch is dit verleden bij velen niet of weinig bekend, en soms zelfs verzwegen. Ook in het onderwijs. Met dit lespakket kunnen jongeren zich inleven in de verschillende perspectieven en leren over wat er voor, tijdens en na de oorlog in Indonesië is gebeurd. Hiermee maken zij kennis met de complexe geschiedenis en het belang van vrijheid in onze tijd.

‘De film en het uitgebreide archiefmateriaal op De Wereld van de Oost bieden mij handvatten voor een gesprek over framing, feit en fictie en hoever een maker daarin mag gaan.’

— Docent maatschappijleer

‘Het lespakket biedt docenten de vrijheid om een lastig onderwerp bespreekbaar te maken zoals ze zelf willen. Wat mij betreft echt een hele waardevolle toevoeging aan het bestaande materiaal!’

— Medewerker museum

Memorabele weetjes:

• Lespakketten naar 70 scholen

• De website dewereldvandeoost.nl werd bezocht door bezoekers uit Nederland, Indonesië en België

• Marineterrein, Amsterdam - 11 mei 2021: Voorvertoning & nagesprek over de film en het lesmateriaal voor 50 afgevaardigden van veteranenzorg

15

,

Oorlogsmuseum Overloon

Wie: Oorlogsmuseum Overloon

Wat: Het oudste oorlogsmuseum van Nederland is een jaar na de bevrijding van Overloon opgericht. Het begon met een verzameling van objecten die waren achtergebleven na de Slag bij Overloon, dat ook wel bekend staat als de zwaarste tankslag die ooit op Nederlands grondgebied heeft plaatsgevonden. Daarna groeide de collectie voortdurend. Sinds 2016 is het museum, met onder meer steun van vfonds, verbouwd en heringericht zodat het ook in de huidige tijd relevant is.

‘Het is een indrukwekkend museum. Verhalen over de 2e wereldoorlog en voertuigen van de tankslag van Overloon. De neergestorte Lancaster in onderdelen maakte ook indruk. De oudere kinderen van 18 en 21 jaar keken naar de voertuigen. De jongste van 13 keek naar de verhalen en films van de Tweede Wereldoorlog. Voor iedereen is er wel wat te zien.’

‘Zeer mooi en indrukwekkend museum!! Een jaar of zes niet meer geweest en ik was zeer verrast wat ze hebben veranderd en er nieuw bij is gekomen! Fantastisch! Zeker de moeite waard!!’

Memorabele weetjes:

• Het oudste WO2-museum van West-Europa

• Als eerste museum in de wereld kreeg het Oorlogsmuseum een indoor fietspad

• In het Lancaster Paviljoen liggen ruim 2000 wrakstukken van een in 1945 gecrashte Britse Lancaster NN775 bommenwerper op unieke wijze tentoongesteld.

• 120.000 bezoekers sinds de opening van het LancasterPaviljoen op 14 oktober 2021

• Tijdens het zogenoemde ‘Het Eyewitness Event’ brengen honderden re-enactors de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog tot leven. Bezoekers kunnen een kijkje nemen in en bij Amerikaanse, Britse en Duitse loopgraven, versterkingen en tenten en in gesprek gaan met de deelnemers.

16

Holocaust Namenmonument Nederland

Wie: Nederlands Auschwitz Comité

Wat: Op 19 september 2021 opende de koning het Holocaust Namenmonument in Amsterdam. Een plek waar nabestaanden hun vermoorde familie kunnen herdenken. Onlangs won de stichting de Gouden Piramide met het Nationaal Holocaust Namenmonument, toegekend voor inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur en gebiedsontwikkeling.

‘Ik heb alleen maar mooie reacties gehad. Het heeft veel meer impact dan ik ooit heb kunnen denken, niet alleen in de hoeveelheid bezoekers, maar ook in wat de reacties waren. Mensen herkenden mij vaak van de televisie-uitzendingen die waren gewijd aan de opening van het Holocaust Namenmonument en spraken mij dan aan. “Bent u meneer Grishaver?” Heel vaak waren dat mensen die hun verhaal gingen vertellen en begonnen te huilen en heel vaak deed ik dan mee. Bij mij komen de tranen heel snel en dat was op gegeven moment zo erg dat ik ’s avonds niet meer kon plassen. En die verhalen die ik hoor, gaan maar door. Kortgeleden sprak ik een moeder die vertelde dat ze met haar zoontje van tien langs de wanden liep en bij een steen kwam van een jongetje die vermoord is toen hij vijf maanden was. “Mama”, zei het zoontje toen: ‘Dit jongetje is nog nooit jarig geweest.’ Dat komt binnen hoor! Vorige week ben ik met 45 Kamerleden bij het monument geweest en ook zijn er mensen die er speciaal voor uit het buitenland komen. Ik ben zelf door een vrouw aangesproken die speciaal voor het monument uit Israël was gekomen om haar familie aan te raken, zoals ze dat zei. Die vrouw was zo dankbaar! Overal zijn er in Nederland monumenten te vinden waarbij je kunt stilstaan bij de Holocaust, maar niet op een plek waar 102.239 namen bij elkaar gebracht zijn. Die hoeveelheid is heel confronterend. En natuurlijk gaat iedereen tussen de namen op zoek naar de bekende namen uit de familie of van verhalen. Veel mensen, zo vertellen ze mij, kunnen Anne Frank niet vinden, maar die staat vermeld onder de naam Annelies Frank, haar eigenlijke naam. En steeds komen er nieuwe namen bij. Afgelopen jaar zijn er meer dan 150 nieuwe namen aan toegevoegd. Familie meldt zich dan met nieuwe namen en bij Westerbork of het Joods Historisch Museum wordt dat dan

Impact gericht subsidiëren

Vfonds heeft een aantal zeer grote en succesvolle projecten ondersteund in de afgelopen jaren. Ook veel kleinere initiatieven passeerden de revue. Projecten die voor huidige en komende generaties van belang zullen zijn. Juist

gecheckt. Als het klopt, dan wordt de naam toegevoegd. Van vfonds hebben we – naast de ontwikkeling van het monument – drie ton extra gekregen om een educatief programma te laten maken. Duizenden scholieren uit het hele land komen langs om het monument te bezoeken en combineren dat met andere belangrijke historische locaties, waaronder het Joods Historisch Museum, de Portugese Synagoge of het Verzetsmuseum. Onderweg leren de leerlingen over de geschiedenis van deze voormalige Joodse buurt van Amsterdam. Er komen inderdaad veel mensen, maar gelukkig zijn er nauwelijks meer geluiden te horen van mensen die tegen zijn. Dat is verstomd.’

omdat we ons richten op alle bewoners van het Nederlands Koninkrijk is het zowel waardevol om ‘niche’ projecten te subsidiëren, die voor een specifieke doelgroep een wezenlijk en groot effect hebben, maar ook grote projecten met een groot publieksbereik. De balans tussen groots en meeslepend, en klein, gericht en krachtig

is er een die vfonds continu zoekt. Allemaal dragen ze bij aan de impact van vfonds als geheel. In de komende periode gaat vfonds de meting van impact verder vormgeven om beter inzicht te krijgen in bereik en effect van ieder project.

17
— Jacques Grishaver, initiatiefnemer en voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité

Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, over propaganda door de jaren heen

‘Iedereen kan slachtoffer worden van propaganda’

18

Kritische media worden de mond gesnoerd en de Russische bevolking wordt op het verkeerde been gezet. Het verspreiden van propaganda en nepnieuws is een beproefd recept van Poetin, maar hij is zeker niet de eerste die het doet. Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, kent als geen ander de geschiedenis van propaganda en hoe het ook ons weet te manipuleren.

Is propaganda altijd verdacht? Van Nispen: ‘Het woord ‘propagare’ komt uit het Latijn en betekent ‘vermeerderen’ en ‘voorplanten’ en is dus niet per se verkeerd. Anders dan het woord ‘promotie’ is er bij het woord ‘propaganda’ geen sprake van winstbejag, maar van een ideëel doel. Ik was lange tijd directeur van het CPNB, de Stichting Collectieve Propoganda van het Nederlandse Boek. En die had een mooi doel: mensen in Nederland een positief beeld geven van lezen en vinden dat boeken ertoe doen.’ Propaganda dient dus vaak een goed doel, aldus de directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: ‘Met de stars en stripes en het Amerikaanse volkslied hebben de Amerikaanse autoriteiten een positief gevoel gecreëerd bij de melting pot die Amerika is. Ze hebben toen goede propaganda bedreven op het moment dat ze de eenheid terug wilden in een land dat tijdens de burgeroorlog in de negentiende eeuw verdeeld was geraakt.’

Maar, zo benadrukt Van Nispen, propaganda in verkeerde handen kan al snel tot verkeerde beeldvorming leiden. ‘De Russische regisseur Sergej Eisenstein was een meester in propaganda toen hij in 1925 zijn beroemde film Pantserkruiser Potjomkin maakte over een belangrijke volksopstand in Odessa in 1905. Beroemd is de trappenscène waarbij hij een kinderwagen van een net neergeschoten moeder met de camera volgt terwijl die van de trappen stuitert terwijl soldaten onschuldige burgers doodschieten. Je kunt het zo zien op YouTube en het is duidelijk

wat wij als kijkers van de Kazakse soldaten moeten vinden. Later was er Hitlers huisfotograaf Heinrich Hofmann die decennialang een positief beeld over Hitler wist vast te houden door het in scène zetten van heroïsche foto’s. Er werden geen andere foto’s in omloop gebracht dan zijn beelden van de Führer. Zo werd zijn imago in eigen hand gehouden. Hitlers propagandaminister Joseph Goebbels en de filmmaker Leni Riefenstahl borduurden daar verder op voort. Zij maakten bioscoopfilms waar geen andere boodschap uit sprak dan dat de Führer het mooiste was dat Duitsland was overkomen. Propaganda was er elke dag. Zoals Donald Trump gebruik maakte van Twitter, waarbij hij ongefilterd zijn base kon opzwepen, zo had Hitler rechtstreeks de aandacht van de Duitsers met de radio’s die in de jaren dertig voor weinig geld konden worden aangeschaft door het publiek. Ook met de introductie van de Volkswagen en de vakanties voor iedereen en de berichtgeving hierover wist Hitler zijn volk te strikken.’

Indonesische vrijheidsstrijd Ook Nederlanders zijn meer dan eens slachtoffers geworden van berichtgeving die niet helemaal bleek te kloppen, zo legt van Nispen uit. ‘Ook ons is in het verleden een ander beeld geschilderd over de Indonesische Vrijheidsstrijd dan we nu hebben. Juist ook officiële nieuwskanalen verspreidden vroeger verhalen waar we op dit moment niet helemaal achter kunnen staan. Mijn moeder is opgegroeid in Indonesië en heeft als klein meisje in een Jappenkamp gezeten

19
Tekst Koos de Wilt
Interview
20
‘Natuurlijk wil een journalist niet een saai verhaal vertellen, maar de waarheid is interessant genoeg’
De Russische filmregisseur Sergej Eisenstein liet in zijn klassieke film Pantserkruiser Potjomkin van 1925 de volksopstand in Odessa van 1905 zien. Uniek was de complexe montage en cameravoering in de trappenscène waarmee hij op subtiele manier propaganda maakte voor het Sovjet regime. De Duitse cineaste en fotografe Leni Riefenstahl werd vooral bekend vanwege haar films over de Neurenbergse partijdagen en de Olympische Spelen in Berlijn van 1936. Hier werkt ze aan de film Tiefland in 1940.

en is ook opgegroeid met een ander verhaal. En dat doet natuurlijk pijn als het verhaal dat je op school hebt geleerd niet geheel de waarheid is. Zo zou het ook goed kunnen dat de Russen pas over decennia erachter komen dat het verhaal dat ze op school en op staatstelevisie is voorgeschoteld niet helemaal klopt en ze dus massaal zijn besodemieterd. In Rusland wordt vaak de geschiedenis erbij gehaald waar veel ouderen een traumatische ervaring aan hebben overgehouden. Maar het heroïsche verhaal van de Tweede Wereldoorlog wordt zo verdraaid dat het kan worden ingezet om de oorlog in Oekraïne te verantwoorden.’

Maar, zo vertelt Van Nispen, vaak weten mensen ook wel dat wat ze is voorgeschoteld niet helemaal waar is en er toch iets van meepikken door er elke dag mee geconfronteerd te worden. ‘Er kan een hele lange tijd overheen gaan voor ze dat zullen erkennen dat ze een verkeerd beeld is voorgeschoteld door hun journalisten. Ook wij moeten erkennen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog veel journalisten lid werden van het door de bezetter geïntroduceerde Verbond van journalisten. Ze kregen in die tijd voor het eerst iets van een redactiestatuut, een CAO en het werk van de journalist werd voor het eerst gewaardeerd. Vandaar dat veel journalisten een beetje mee gingen doen. Pas toen de Nazi’s aan de winnende hand waren, draaide dat.’

Deep fakes

Met de breedte van mediakanalen die er tegenwoordig zijn en al de social media, kunnen we denken dat we er nu beter voor staan, maar daar denkt Van Nispen anders over. ‘Het is nu veel erger dan vroeger. Vroeger hadden we een paar kranten en omroepen, nu zijn er zoveel meer technieken waarmee het publiek kan worden bereikt. En die zijn niet alleen in handen van overheden en journalistieke bolwerken, maar ook van mensen die er veel geld mee verdienen. Het gaat zelfs verder, het duurt niet lang voordat iedereen deep fakes kan maken met een simpele app. Het is logisch dat daar op een of andere manier paal en perk aan moet worden gesteld. Dat is vooral een rol die is weggelegd voor de wetgever. Die moet spelregels ontwikkelen over eerlijke journalistiek in relatie tot de enorme toename van de techniek.’

Maar hoe kunnen wij er als burger nu al tegen wapenen? Van Nispen: ‘In het Nederlandse onderwijs wordt er gelukkig steeds meer aandacht gegeven aan het onderzoeken van je bronnen. Netwerk Mediawijsheid gaat daarover, over hoe je mensen mediageletterd kunt maken, hoe je ervoor kunt zorgen dat mensen meer dan één bron gebruiken. Het is ook de verantwoordelijkheid van ouders hun kinderen erop te wijzen. Of omgekeerd, zoals jongeren in Rusland die online hun weg vinden hun ouders erop wijzen dat ze gemanipuleerd worden als ze alleen naar de staatstelevisie kijken. Het probleem is natuurlijk dat verspreiders van nepverhalen ook deels gebruik maken van de waarheid en dat dan enorm opblazen. Dat maakt het zo moeilijk. Incidenten in de geschiedenis worden als een vast patroon gezien en daarmee wordt angst aangewakkerd en een vijand aangewezen.

Ik zie hier ook een verantwoordelijkheid voor journalisten.

Die moeten niet alles willen doen voor de kijkcijfers en niet iets spectaculairs doorgeven wat door iemand op straat wordt beweerd. Journalisten hebben vooral de verantwoordelijkheid de waarheid te achterhalen. Niet nakakelen bijvoorbeeld dat het zo slecht gaat in Nederland terwijl je weet dat dat helemaal niet zo is. Dan krijg je vanzelf mensen die zich onnodig zorgen gaan maken en krijg je steeds meer ontwrichtend populisme. Natuurlijk wil een journalist niet een saai verhaal vertellen, maar de waarheid is interessant genoeg.’

Iedereen kan in de val stappen, zo vertelt Van Nispen. ‘Bij de Dachau-lezing die ik mocht geven liet ik een filmpje zien van lange afstand kanoën in Wormerveen, een vrolijk filmpje van juichende en sportende mensen. Blijheid alom en iedereen vond het leuk. Maar dat filmpje bleek te zijn gemaakt door de NSB tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het moest laten zien dat alles weer gewoon was en dat was een welkome boodschap in onzekere tijden. Dat was te zien in de bioscopen en het laat zien dat iedereen in de val kan trappen van slimme propaganda.’

21
‘Het probleem is dat verspreiders van nepverhalen ook deels gebruik maken van de waarheid en dat dan enorm opblazen.’

Impactvolle

projecten rondom de oorlog in Oekraïne

Midden in de actualiteit staan

De oorlog in Oekraïne heeft veel losgemaakt in de samenleving. Er waren vragen en onzekerheden over wat het allemaal betekent, maar ook behoefte aan informatie, steun en saamhorigheid. Veel organisaties zagen dit en zochten naar manieren om hier iets mee te doen. Vijf initiatiefnemers vertellen hierover. Tekst Renee Middendorp

Impact in de klas

Maatschappelijke Alliantie

‘Nederland heeft vele publieke en private organisaties die werken aan relevante thema’s zoals gelijke kansen in het onderwijs en tegengaan van polarisatie. Ieder vanuit eigen perspectief, kennis en oplossing. Om slimmer te kunnen samenwerken initiëren wij allianties tussen deze partijen. Vanuit verschillende hoeken kwamen vragen en uitdagingen die te maken hadden met de oorlog in Oekraïne. Een van onze allianties, de Alliantie WIJschool, kreeg vanuit het veld veel vraag naar hoe docenten kunnen omgaan met de spanningen die er in de klas spelen rondom de oorlog. Om hen op een laagdrempelige manier te ondersteunen organiseerden we een landelijk webinar. Daarbij ontwikkelden we een handleiding met uitleg en video’s over de oorlog en verhalen van jonge Oekraïners om te gebruiken in de klas. Deze handleiding is onderdeel van onze Indicator, een online tool waar docenten zorgwekkend gedrag kunnen signaleren in hun klas via een scan. Vervolgens krijgen zij hier lesbrieven en passende interventies voor aangereikt. Zo creëert de WIJschool de klas als veilige oefenplaats voor burgerschap én het voorkomen van zorgwekkend gedrag.'

Schooldebatteren over de Oekraïne Oorlog

Nederlands Debat Instituut ‘Als stichting springen wij altijd in op actuele onderwerpen, waarvan we het gevoel hebben dat erover gepraat moet worden. Debat is een erg geschikte methode om (zware) onderwerpen zoals de oorlog in Oekraïne op een gecontroleerde manier bespreekbaar te maken. Want net zoals in alle lagen van onze maatschappij, kunnen leerlingen snel heftige uitspraken doen door primair te reageren op de oorlog. Ze zijn er bang voor, boos op Poetin, of vinden het wel iets opwindends hebben. Voor sommigen is het bovendien een extra beladen onderwerp. Omdat ze gevlucht zijn voor oorlog, of omdat mensen in hun directe omgeving banden hebben met Rusland dan wel Oekraïne.

We ontwikkelden lesmateriaal om leerlingen hier op een vreedzame manier met elkaar over te laten spreken. Daarnaast begeleiden we debattrainingen en organiseerden we een landelijk debattoernooi. Door leerlingen in te delen in teams leren ze zich te verdiepen in een standpunt waar ze niet per se zelf achter staan. De stellingen waren zo geformuleerd dat niet alle zaken op één hoop verdwenen, maar juist laten zien dat het niet zo zwart-wit is als ze misschien denken. Dus niet een stelling als “Poetin is een verschrikkelijke dictator”, die bij sommige leerlingen extreme emoties op kan roepen, maar een stelling als “Wapens sturen naar een conflictgebied doet meer kwaad dan goed”.’

— Josje van der Meer, directeur

23

So Far, Yet so Close

De Balie

‘We wilden een themadag organiseren rond de dynamiek tussen Europese democratieën en omliggende dictaturen, met een focus op Belarus – het land dat sinds de protesten tegen Aleksandr Loekasjenko in 2020 stelselmatig in beeld was gekomen als “de laatste dictatuur van Europa”. De voorbereidingen liepen al toen Rusland op 24 februari Oekraïne binnenviel. De situatie in én medeplichtigheid van Belarus aan de inval in Oekraïne beklemtoonde hoe vrede en vrijheid in gevaar komen als er geen sprake is van democratie. De oorlog legde ook de kwetsbaarheden van de samenleving hier bloot, die wilden we bespreken. In april konden we activiste Sviatlana Tsikhanouskaya ontvangen en in mei organiseerden we het dagfestival. Dat werd een combinatie van expo, film, literatuur en gesprek met internationale gasten. We wilden betrokken burgers met een frisse blik naar politiek en burgerschap in Nederland en Europa laten kijken. Maar ook de politici die we aan tafel hadden kwamen in aanraking met een verhaal dat ze anders niet te horen zouden krijgen.

Wat precies op het podium gebeurt is voor een deel vaak een verrassing. Dat de Belarussische activisten in het openingsprogramma van de dag, How to fight for democracy, zo luchtig en humoristisch over hun strijd zouden vertellen, hadden we bijvoorbeeld niet kunnen voorspellen. Precies uit die toon sprak de veerkracht en het doorzettingsvermogen waar het om moest draaien. Het is nog steeds een van onze favoriete programma’s.’

— Joline Vermeulen en Merlijn Geurts, redacteurs en initiatiefnemers

Framing the War

Stichting Beeld & Geluid

'De Russische invasie en de daaropvolgende oorlog in Oekraïne laat duidelijk zien hoezeer oorlog zich niet alleen fysiek op de grond en in de lucht afspeelt, maar ook een mediaoorlog is. Beeld & Geluid vindt het belangrijk te laten zien hoe media en publiek met nieuws en (des)informatie omgaan. Om inzicht in het verloop en de effecten van de oorlog te vergroten ontwikkelden we Framing the War, waarin we op onze locatie in Den Haag de eerste 100 dagen van de oorlog in Oekraïne via de lens van internationale nieuwsfotografen en via het potlood van internationale cartoonisten toonden. De beelden nodigden onze bezoekers uit tot een kritische blik op het nieuws: wat weet en wat zie ik eigenlijk en hoe belangrijk en hoe bepalend zijn de makers van de beelden daarbij? Ook benadrukte de tentoonstelling de kracht en het belang van onafhankelijke journalistiek en de vrijheid van meningsuiting; democratische waarden die enorm onder druk komen te staan in tijden van oorlog. De call van vfonds kwam precies op het juiste moment. Het maakte het mogelijk om groter te denken, en niet alleen een event maar een tentoonstelling te ontwikkelen die langer te zien zou zijn en dus een groter publiek kon bereiken.'

— Lisa Maat & Tjeerd de Boer, Fondsenwerver en programmamaker

24

Doodstil voor vrede

Oorlogsgravenstichting

‘Wij merkten in de eerste weken van de oorlog de behoefte van mensen om samen te komen. Om te praten, om vragen te stellen. Vanuit de gedachte dat Nationaal Ereveld Loenen een belangrijke herdenkings- en ontmoetingsplek is in Nederland voor conflicten uit het verleden, wilden we deze locatie graag openstellen voor mensen om stil te staan bij een oorlog die nog gaande was. Mensen konden tijdens de bezinnings-

bijeenkomst met hun vragen terecht bij experts en in gesprek gaan met overlevenden, nabestaanden, vluchtelingen en militairen die uit eigen ervaring weten wat oorlog met mensen doet. Als afsluiting creëerden honderden aanwezigen een vredesmonument van gele en blauwe bloemen. De laatste twee bloemen werden gezamenlijk gelegd door de Oekraïense Iryna Savenko en de Russische Anastasia Kozlova. Kozlova zei hierover: “Ondanks alles is er de houvast, de vaste zekerheid dat de volgende ochtend de zon opkomt. En als er zon is, dan komt

er een dag waarop er geen oorlog meer zal zijn, geen ellende meer op de wereld maar één mooie stralende dag”.

Het was bijzonder dat vfonds inspeelde op de snelheid waarmee de herdenking tot stand kwam. Er was geen aanloopperiode van drie maanden, en geen tijd voor uitgebreide plannen. Een teken dat ook vfonds inspeelt op de behoefte die er op dat moment in het land is om iets te doen.’

Oekraïne Call

Verhalen over oorlog en conflict uit het verre en nabije verleden, maar ook die in het hier en nu afspelen, dragen belangrijke lessen en aanzet tot handelen in zich. Wie willen we zijn als samenleving? Hoe belangrijk is onze democratische rechtsstaat en wat gebeurt er als deze onder druk staat? Wat betekenen oorlog, vrede en vrijheid voor inwoners van Europa en Nederland? De actualiteit biedt vaak veel aanknopingspunten om het hierover te hebben. Vfonds kan hierop inspelen door makers op korte termijn in de gelegenheid te stellen projecten te ontwikkelen die bij elkaar opgeteld zo

veel mogelijk stemmen laten klinken en aspecten belichten. Hiervoor is een nieuw instrument ontwikkeld, de zogenoemde quick response-procedure. Hiermee kan vfonds zijn missie inhoudelijk laden en actief uitdragen zonder zelf een inhoudelijk standpunt in te nemen of sturing uit te oefenen. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is de procedure voor het eerst ingezet. Vfonds subsidieerde in korte tijd tientallen projecten die al binnen twee weken van start konden gaan. Zij wisten de geluiden, behoeften, sentimenten en vragen vanuit de samenleving te vertalen naar innovatieve en impactvolle projecten.

25

Meer initiëren en beter zichtbaar worden

Een gesprek met de Raad van Bestuur van vfonds

De Tweede Wereldoorlog is altijd het ankerpunt geweest van vfonds. Daardoor zien we scherper wat onder vuur komt in tijden van crisis. Inmiddels zitten we midden in een oorlog in Oekraïne. Wat is de rol van vfonds in deze tijd en wat is de rol in de toekomst? Een gesprek daarover met de bestuursleden van vfonds, Matthieu Borsboom, John Bakker en Lisette Mattaar.

Aanscherping van het beleid was volgens voorzitter Matthieu Borsboom al voor de oorlog in Oekraïne een bewuste keuze. ‘Inmiddels bestaat vfonds al ruim vijftig jaar en de stichting heeft zich altijd in de meest ruime zin ingezet voor oorlogsslachtoffers, maar is daarnaast ook steeds meer aandacht gaan schenken aan zaken die te maken hebben met de instandhouding van vrede, vrijheid en democratie. Als je kijkt naar de bedreigingen die op ons afkomen op deze gebieden, dan kun je constateren dat de beleidskeuzes die we als vfonds hebben gemaakt daar volledig in voorzien.’ De huidige gebeurtenissen in de wereld hebben er, volgens de viceadmiraal buiten dienst, ook voor gezorgd dat de relevantie van de begrippen veiligheid, vrijheid en democratie zijn vergroot. Borsboom: ‘Het laat zien dat we niet alleen hoeven te verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog en een aantal crises erna om aan te tonen hoe belangrijk het is om hiervoor op te komen. Oekraïne laat zien hoe belangrijk het is dat er een vfonds is dat klaarstaat als het nodig is.’

De ontmoeting

Wat is eigenlijk de rol van vfonds bij de oorlog in Oekraïne volgens bestuurslid John Bakker: ‘De eerste neiging bij fondsen is directe hulp te bieden als

mensen plotseling huis en haard moeten verlaten. Maar wij zitten natuurlijk niet in hoek van de directe hulpverlening en leveren van hulpgoederen en eerste levensbehoeften aan vluchtelingen. Onze rol is eerder het debat te faciliteren om dit soort situaties te voorkomen en hoe we lessen kunnen trekken zo dat dat niet meer gebeurt. En die rol is zeer nodig in een samenleving die enorm gepolariseerd raakt. Maar die rol past niet helemaal in deze situatie waarbij direct hulp gevraagd wordt. En dat wringt soms enorm. Wij hebben bij Madurodam een ontmoeting gehad met Oekraïense kinderen. Tot dat moment waren het voor mij televisiebeelden geweest, maar de ontmoeting veranderde dat. Op dat moment spreekt een kind tot je. Over bijvoorbeeld een huisdier dat moest worden achtergelaten, over de angst de hand van je moeder los te laten en over de laatste blik van een vader toen de bus wegreed. Ook dan is de taak van vfonds te zorgen dat daar aandacht voor is en er concrete zorg blijft voor mensen op de vlucht. Het gaat daarbij om het gebruikmaken van je talenten. Ieder op zijn of haar eigen manier. Dus kom in actie, ook al maak je daarbij fouten.’

Bestuurslid Lisette Mattaar is directeur van vfonds en geeft dagelijkse leiding aan het fonds. Mattaar:

27
Interview

‘De bijzondere rol van vfonds is dat we er niet alleen proberen te zijn als de nood aan de man is, maar ook bij het creëren van voorwaarden zodat we minder snel in zo'n situatie komen. Dat hebben we geprobeerd stevig in ons beleidsplan te verankeren. We denken dat door kennis te nemen van oorlog en conflict we eerder geneigd zijn de democratische rechtsstaat te waarderen, iets wat we vaak over het hoofd zien als het allemaal goed gaat. We proberen daarnaast Nederlanders bewust te maken dat de inzet van veteranen en politiemensen belangrijk was en is voor de bescherming van de democratische rechtsstaat. Vfonds wil vooral door de projecten die we ondersteunen ook de toekomst veiligstellen door vaardigheden te ondersteunen die kunnen bijdragen aan de vreedzame samenleving. Het is die combinatie die vfonds uniek maakt en ons in staat stelt actief en duurzaam op te treden.’

Uit de bubbel

John Bakker was, voor hij in juli 2020 toetrad tot de RvB, jarenlang lid van het Dagelijks Bestuur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, en kent het fonds uit verschillende rollen. ‘Ik zit nog niet zo lang in deze rol, maar heb al mogen meemaken dat vfonds in korte tijd niet alleen meer behandelaar is van projectaanvragen, maar ook een initiërende rol is gaan vervullen. Om partijen bij elkaar te brengen, met elkaar in gesprek te brengen en te faciliteren naar een dialoog. Dat is nu ook expliciet geformuleerd in het beleidsplan’, zegt jurist Bakker. ‘Juist in de huidige tijd waarin partijen recht tegenover elkaar komen te staan en iedereen in zijn of haar eigen bubbel blijft, is de

ontmoeting essentieel. Als je verschilt van mening en het moeilijk is de ander te respecteren als de drager van een andere mening dan is de oplossing: ga met elkaar in gesprek. Wij als vfonds kunnen daarbij soms de omstandigheden voor creëren. De emotie rondom voormalig Nederlands-Indië is daar een mooi voorbeeld van. De mensen die daar in opdracht van de Nederlandse regering naartoe zijn gegaan en in conflict kwamen met de agressor daar voelden zich bij terugkomst niet altijd gehoord. Ze dachten het goede te doen en vonden het niet eenvoudig te accepteren dat die rol ter discussie is komen te staan. En als de koning daar dan vervolgens excuses voor aanbiedt, wordt het nog ingewikkelder. Na de vertoning van de film De Oost zag ik dat met mijn eigen ogen. De onmacht en de natuurlijke neiging de huidige framing niet goed te vinden en aan de andere kant de moeite om het gesprek daarover aan te vangen. Geleidelijk aan lukt dat toch en daar heeft vfonds soms aan bij kunnen dragen. Maar dat is een kwetsbaar proces waarbij je voortdurend alert moet blijven.’

Samenhang

Wat maakt vfonds sterk? Lisette: ‘Ik denk dat onze rol met name naar voren komt bij het ondersteunen van projecten waar meerstemmigheid de kern is. De afgelopen tijd hebben we bijvoorbeeld bij gevoelige onderwerpen uit het verleden, denk aan de Molukse zaak, de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en de Jodenvervolging, een rol kunnen spelen. Maar ook bij recentere gebeurtenissen zoals het drama van Srebrenica en de oorlog in Oekraïne.' Volgens Borsboom is het belangrijk de meerstemmigheid

28
‘Om partijen bij elkaar te brengen, met elkaar in gesprek te brengen en te faciliteren naar een dialoog. Dat is nu ook expliciet geformuleerd in het beleidsplan’

ook steeds in een breder verband te zien: ‘Mijn ervaring is dat we als vfonds het meeste effect hebben als we de aanvragen niet alleen individueel beschouwen, maar in samenhang, zeker daar waar het het meest wringt in de maatschappij. Dat is dus niet een reactieve rol, maar meer stimulerend, initiërend en coördinerend. In samenhang bereik je meer, is mijn ervaring. Bijvoorbeeld na het uitkomen van het rapport Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 hebben we geprobeerd om de verschillende perspectieven in goede samenhang aan bod te laten komen.’ Ook nieuwe middelen hebben geholpen de doelen van vfonds te bereiken, aldus Borsboom. ‘Dat hebben we ervaren met film zoals De Slag om de Schelde. Ons ging het er daarbij om jongeren te confronteren met dilemma’s die niet alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden, maar ook van deze tijd zijn. Wat zou jij doen als het erop aankomt? Bij de film Quo Vadis, Aida? hebben we ons op het scherpst van de snede begeven door Dutchbatters met de slachtoffers in contact te brengen. Onze rol is niet om partij te kiezen, maar mensen op een respectvolle manier bij elkaar te brengen. En dat is gelukt al is wat je bereikt altijd kwetsbaar.’

Sterkten

Wat doet vfonds om ook in de toekomst relevant te zijn? Mattaar: ‘We blijven de partij die zich inzet voor de belangen van veteranen en die aandacht schenkt aan zaken als oorlog en vrede, maar we zullen tegelijkertijd meer nadruk leggen op projecten die te maken hebben met het verstevigen van onze democratische rechtsstaat en de vaardigheden om die een vreedzame samenleving in stand te houden. Daarbij komen ook meer zaken op onze agenda, de call for proposals die we hebben geïntroduceerd om direct in actie te komen toen de oorlog in Oekraïne uitbrak is een goed voorbeeld. Daarnaast ondersteunen we nu projecten die het Indisch en Moluks immaterieel erfgoed voor huidige en toekomstige generaties in Nederland zichtbaarder maken, versterken en behouden. En op dit moment zijn we aan het onderzoeken hoe we niet vooral landelijk maar ook lokaal kunnen helpen zodat we meer mensen in hele land kunnen bereiken. Dat past ook bij de wens

meer zichtbaar te zijn, bekender in het land.’

Borsboom: ‘Om meer te kunnen betekenen als vfonds hebben we er bewust voor gekozen om als fonds beter herkenbaar te zijn, beter vindbaar, niet alleen voor partijen die ons nodig hebben, maar ook nieuwe partijen die ons kunnen helpen onze doelen beter in te vullen. Met nieuwe fondsen kunnen we nog meer doen en ook anticiperen op de mogelijkheden als andere fondsen wegvallen. Fundraising vereist veel geld en nieuwe mensen die dat kunnen. Ons onderscheidend vermogen is de link met de Tweede Wereldoorlog en de zorg voor veteranen en dat geeft ons een duidelijk profiel. Om te bewijzen dat we relevant zijn, zijn we ook bezig om de projecten die we ondersteunen nog meer meetbaar te maken.’

29

Na de Invictus Games

Vier deelnemers over de kracht van sport

31

Na twee jaar uitstel door corona was het Haagse Zuiderpark in april 2022 de arena voor de vijfde editie van de Invictus Games, het internationale sportevenement voor fysiek en mentaal gewonde militairen. Door te trainen hervonden de deelnemers vertrouwen in hun lichaam, hun wilskracht en de waarde van teamspirit. Vier deelnemers vertellen over wat het ze heeft gebracht. Tekst Koos de Wilt & Renee Middendorp

zei hij tegen me: “Kom maar op, we gaan judoën en les nemen”, zitjudo in mijn geval. Uiteindelijk haalde ik de zwarte band. Door te sporten ging ik inzien wat er wel allemaal kan en niet wat niet meer kan. Je kunt vooruit. Uiteindelijk mocht ik Nederland vertegenwoordigen op de Invictus Games, met zitvolleybal en handbike. In ons gecombineerde team zat een Amerikaanse, die haar rug gebroken had, en zij zei: als ik de zaal inkom doe ik dat in een oranje shirt. Mooi is dat toch? Erna voegde ze eraan toe dat wij de Games voor haar hadden gemaakt. Dat doet wat me je!’

Die ene dag in november in 1992 zal hij nooit vergeten. Hij was op weg naar de basis in de Egyptische badplaats Sharmel-Sjeikh en stapte midden in de Sinaï woestijn uit om even de benen te strekken. En toen opeens werd de commandant van de stafcompagnie overreden door een vrachtwagen, bestuurd door een extremist. Op dat moment was Robert Konter dertig jaar en onderdeel van de Nederlandse vredesmissie van een internationale vredesmacht die toezag op de vrede tussen Egypte en Israël. Hij werd met een helikopter naar de zuid Israëlische stad Eilat gebracht en daar redden ze zijn leven. Een week lang lag hij op de intensive care en na zijn terugkeer in Nederland werd hij nog talloze keren geopereerd in het Militair Hospitaal in Utrecht, waar hij ruim vijf maanden verbleef. Zijn rechterbeen was compleet verbrijzeld, hij was een nier verloren en een brede rugspier werd verwijderd. Er was zenuwschade, in zijn hand vooral, en de verwondingen aan het been zorgden er uiteindelijk voor dat zijn onderbeen in 2015 werd geamputeerd.

Robert Konter heeft nooit echt onderzocht wie de extremist nu eigenlijk was en wat zijn motieven waren, al snel heeft hij het erbij gelaten. Liever was hij bezig met hoe hij met de realiteit om kon gaan. ‘Het is elke dag bij me, maar ik heb op een gegeven moment besloten mij bezig te houden met de toekomst en wat daarin wel mogelijk is. Ik sta positief in het leven en gelukkig ben ik er altijd open over geweest. Het voordeel is ook dat ik nooit last heb gehad van PTSS, misschien juist wel door er veel over te praten. Ik heb me sinds die dag gerealiseerd dat je dingen niet terug kunt draaien en heb geprobeerd altijd oog te hebben voor wat ik nog wel kan, en ben weinig bezig geweest met wat ik achter hebben moeten laten.’

De militair Konter werd in 1995 ontslagen en is sindsdien burgerambtenaar met een administratieve functie bij defensie. Nadat zijn been was geamputeerd is hij ook veel gaan sporten. ‘Mijn zoon deed op topniveau aan judo, en ik had voor de grap eens gezegd dat ik ‘m nog zo zou kunnen vloeren, ook al zat ik. Op een dag

De Invictus Games zijn volgens Konter een plek waar je contacten legt die lang mee kunnen. Konter: ‘Tijdens de Games ontmoet je nieuwe mensen en kom je mensen tegen die je kent van vroeger. Soms zelfs van plekken waar je ook hebt gediend. Ik heb kennis gemaakt met een Australische en Deense deelnemer die met mij in een VICE-documentaire voor de Invictus Games zaten over wat we hebben meegemaakt en onze weg naar herstel. Het mooie van deze ontmoetingen is dat je het gewoon gezellig hebt samen, maar ook dat je soms diepe gesprekken hebt met elkaar. Je kunt elkaar helpen, elkaar opbeuren, juist ook jaren na een dramatische gebeurtenis. Dat schept een band die je lang kunt vasthouden.’

De Games hebben meer gedaan, volgens Konter. ‘Niet alleen de deelnemers ontmoeten elkaar, ook bijvoorbeeld de kinderen van de deelnemers. Die kunnen soms zware gesprekken hebben over waar hun vader of moeder doorheen moeten gaan en waarom ze soms een kort lontje hebben. Mijn vrouw heeft het altijd moeilijk meegehad met wat er is gebeurd. Pas tijdens de Games heeft ze echt ervaren dat er meer is. Ze heeft veel

32

contact gehad met andere partners en dat heeft veel met haar gedaan. Tijdens de Games zag ze dat iedereen daar wel wat heeft, lichamelijk en/of mentaal. Het heeft voor meer berusting bij haar gezorgd. Bijzonder was dat zij er altijd wat moeite mee had dat ik bij warm weer een korte broek aan trek en dat je dan de prothese ziet. Tijdens de Games heeft iedereen een korte broek aan, zeker met die hitte. Sindsdien vindt ze het geen probleem meer. Ik voelde me tijdens de Games zelf ook vooral veilig, ik mocht er zijn, ook in mijn korte broek haha…’

Konter (1962), zitvolleyballer en handbiker

33
Robert
‘Je leert dat er een toekomst is, ook met je beperkingen’

Rahmon Zondervan (1987), voormalig deelnemer

Hij wilde mensen helpen, in gebieden komen waar anderen niet komen en in teamverband aan opdrachten werken. Op 17-jarige leeftijd vond Rahmon dit bij de infanterie. Twee jaar later raakt hij op uitzending gewond tijdens een voetpatrouille in Deh Rawod. De explosie doodde tientallen kinderen en zijn luitenant. Rahmon’s rechteroog bleek niet meer te redden en hij had permanente gehoorschade. Maar hoewel de fysieke impact van de aanslag groot was en het herstel de nodige tijd gekost heeft, is hij er psychisch goed doorheen gekomen. ‘Onlangs brak ik mijn sleutelbeen tijdens een training. Ik heb tien minuten gebaald, 40x gevloekt en ging toen over op handelen. Ik schakel snel van teleurstelling naar wat kan ik nu wel.’

‘Door de aanslag moest ik plots omgaan met teleurstelling, verlies, verandering van werk, nieuwe toekomstplannen.’ Hij legde zich erbij neer dat hij geen infanterist meer kon zijn maar bleef hoge doelen stellen aan zijn verdere carrière en sportambities. Hij ging duiken, parachutespringen, werken als fysiotherapeut bij Defensie, deed vier keer mee aan de Invictus Games en voltooide de Iron Man. ‘Ik denk dat het een combinatie is van een stukje geluk, de middelen die je hebt, maar vooral de mensen om je heen. Er waren allerlei instanties binnen defensie die me hebben geholpen. Maar mijn familie vormde een onvoorwaardelijk vangnet.’

De waarde zit vooral in wat je buiten om de Games doet. Het laat zien dat er altijd mogelijkheden zijn, dat je je niet beperkt hoeft te voelen, door jezelf of anderen. Ik heb de Iron Man kunnen voltooien omdat ik heb leren zwemmen, fietsen en omgaan met loopblessures door de voorbereiding op de Games. Iedereen maakt dingen mee. De vraag is hoe je handelt na een tegenslag. Er was een jongen met een oogprothese die niet meer durfde te zwemmen. Dat zat tussen zijn oren. Hij is weer gaan zwemmen omdat hij een paar keer met ons mee heeft getraind! Dat is waar de Games om gaan: de weerbaarheid van de mens.’

Tijdens de afgelopen Games had Rahmon vanuit de organisatie een ondersteunende rol. Hij gaf presentaties aan sponsors en bedrijven. ‘Ik kan nu op de achtergrond

een steun zijn voor hen die nog die stappen moeten zetten. Ik hoop ook dat de mensen die nu nog thuis zitten en voelen dat ze nog iets nodig hebben in hun herstel hier deelgenoot van willen zijn. De deelnemers hebben in een soortgelijke situatie gezeten, dat verbroedert. In gesprekken kom je sneller to the point. Dat kan soms veel waardevoller zijn dan een heel psychisch traject. Ik sprak ook veel familieleden. Dan kom je erachter hoe intensief het is voor het thuisfront als er zo’n heftige gebeurtenis plaatsvindt. Mijn vader heeft nog nooit zo open gepraat over mijn uitzending tot mijn deelname aan de spelen in Londen. Zonder friends & family zouden de Games niet zo effectief zijn in dat stukje traumaverwerking.’

34
‘De Games zijn een springplank om dingen op te gaan pakken en te blijven doen’

Haar verhaal vertellen op de nationale televisie; voor een volle tribune in een rolstoel over het veld crossen; kranten die koppen over hoe Meghan een peperdure jas afstaat aan haar baby; aangesproken worden door wildvreemden op straat… Voor Fenna was dit een paar jaar geleden onvoorstelbaar geweest. ‘Uit schaamte voor mijn psychische problemen praatte ik nooit over wat er met me aan de hand was. Ik was bang voor vooroordelen. Het voelde allemaal als falen, terwijl ik nu weet dat dit niet zo is.’

Haar carrière bij Defensie begint in 2012. Na het afronden van de opleiding verpleegkunde gaat de dan 22-jarige in dienst als verpleegkundige bij de marine. Ze doet het vooral voor de spanning, de zelfstandigheid, het reizen. Ze gaat op oefening over de hele wereld en wil in 2015 de door haar felbegeerde parawing halen. Hiervoor moet ze een reeks parachutesprongen maken. Bij de tweede sprong landt zij veel te hard en verbrijzelt zij haar enkel. Na zo’n twee jaar van opereren, revalideren en opnieuw opereren wordt haar duidelijk dat militair zijn niet meer gaat. Ze laat zich niet kennen, regelt eigenhandig een baan in de burgermaatschappij en spreekt weinig over wat er in haar omgaat. Maar de vicieuze cirkel van hoop en tegenslag is ondraaglijk, waardoor ze in een heftige depressie terechtkomt.

‘Tijdens mijn opname bij de militaire GGZ zag ik een oproepje van de Invictus Games en ben ik gaan meetrainen. De veilige omgeving en de routine deden me erg goed. Ik kwam er nooit slechter van terug. Iedereen zit er met andere beperkingen en uitdagingen. Het maakt allemaal niet uit, je behoort tot dezelfde groep. Ik begon me langzaam maar zeker beter te voelen.’

‘Meedoen aan de Invictus Games in Den Haag was de kers op de taart. De sfeer, het groepsgevoel; dat was zo goed. Ze herkennen meteen als het niet goed met je gaat. Dan komen ze naar je toe of laten je juist even met rust. Ik vond het ook bijzonder dat alle belangrijke mensen in mijn leven erbij konden zijn. Ik had mijn collega’s weinig verteld over mijn deelname. Een van de mooiste momenten was

dat zij daar samen met mijn vrienden en familie plotseling op de tribune zaten bij de openingswedstrijd. Ik ben me gaan realiseren, ook door alle media-aandacht, dat het goed is om erover te praten. Ik heb nu het vertrouwen om op tijd aan de bel te trekken, om op te staan voor wat ik nodig heb. De Invictus Games hebben me meer zelfvertrouwen gegeven en een stukje acceptatie dat ik voorheen nog niet had.’

35
‘Het heeft me zelfvertrouwen en de woorden gegeven om mijn verhaal te delen’

Intussen heeft Fenna haar weg binnen haar fysieke beperkingen wel weer gevonden, al blijft haar gehoorverlies (geleidelijk ontstaan sinds de parachutesprong, red.) soms een uitdaging. Of ze nog een keer wil meedoen aan de Invictus Games? ‘Ik dacht dat het een afsluiting zou zijn van een nare periode maar ik realiseerde dat ik er nog niet ben. Ik volg nieuwe therapieën en daarbij helpt sport als constante factor heel erg. Dus misschien dat ik nog een keer meedoe om het echt af te kunnen sluiten.’

Bertine, partner van Fenna

‘De kracht van de trainingen voor Fenna was dat het wekelijks terugkwam. Het was altijd iets waar ze naartoe kon leven en op een zeker moment ook het enige doel wat ze nog had in haar ogen. Het bood perspectief. Ik vond het ook fijn dat het een proces was waar we deels samen doorheen gingen. Ik zag wat sport met haar deed, begreep haar liefde voor basketbal en heb van heel dichtbij kunnen meemaken hoe Fenna daar steeds beter in is geworden en steeds hechter werd met het team. Eigenlijk had ze haar leven al best wel weer goed opgepakt in mei. Het was die originele datum, twee jaar geleden, waar het om ging. Dat was de stip op de horizon waar ze naartoe leefde. Toch hadden we niet kunnen bedenken wat de impact was. Het is zo knap hoe Fenna zich uit een hele, hele zware depressie heeft weten te vechten. Hoe ze er nu bij zit, hoe ze zichzelf helemaal heeft teruggevonden… dat maakt mij heel erg trots.’

Van december 2007 tot en met maart 2008 was hij als Marechaussee gestationeerd op het International Military Police Kandahar airfield. Van december 2008 tot en met juni 2009 nam hij daarna deel aan de Eulex-missie in Kosovo. Aan deze uitzendingen heeft Wouter vooral goede herinneringen. Tijdens die missie in Kandahar heeft hij zijn vriendin leren kennen die toen bij de landmacht werkte. Dramatischer was voor Wouter Bakker de ervaring in 2016 nadat hij als Marechaussee op de motor vanaf Schiphol onderweg was gegaan naar een zogenaamde prio 1-melding. Bij deze melding was er sprake van een bedreiging met een vuurwapen. Tijdens de rit raakte Wouter van de busbaan af en vloog over een plas water, waarna hij op het talud en op een betonnen duiker klapte. In de jaren na het ongeval doorliep hij diverse trajecten in een revalidatiecentrum, onderging meerdere operaties en gebruikte verschillende soorten braces voor zijn enkel. Door de chronische pijn heeft hij inmiddels zijn onderbeen laten amputeren afgelopen oktober. De pijn is nu dragelijker geworden. Voor amputatie deed Wouter al mee aan

de Invictus Games van 2018 in Sydney. Bakker: ‘Dat was een overweldigende ervaring. Het was vooral het gevoel van acceptatie dat zo mooi was. Dat er ondanks de beperking nog heel veel wél kan. Ook de ervaring dat je niet alleen bent, is belangrijk. In de gewone wereld ben je een soort bezienswaardigheid als je met een prothese loopt. Bij de Invictus Games is het ineens iets gewoons geworden. Je hoeft niks uit te leggen en er wordt niet naar je gestaard. Het abnormale is daar normaal geworden. Het gaat dan niet alleen om de gesprekken die je hebt met mensen die sporten met een prothese. Met sporten zet je je gedachten uit en ben je vooral samen bezig. Door die mensen te zien sporten zie je wat er wel allemaal kan. Ook welke andere sporten je kunt doen.’

Hoe anders is het sporten met een beperking eigenlijk? Bakker: ‘Het is hetzelfde als sporten zonder beperking: je wilt gewoon winnen, het beste eruit halen. Je gaat het veld in voor het maximale, maar ik denk dat een verschil is dat je na de wedstrijd feest hebt met elkaar – of je nu hebt gewonnen of verloren. Met zitvolleybal speelden we met een gecombineerd team tegen de Amerikanen en verloren in de strijd om de derde en vierde plek. Vervelend dat we verloren, maar na de wedstrijd feesten we gewoon met de Amerikanen mee. Dat positieve vond hun

36
Wouter Bakker (1971), zitvolleyballer en teamleider
‘Iedereen is gevallen, de vraag is: hoe sta je op?’

coach zo mooi. Hij vond dat wij de Invictus gedachte echt uitdroegen en vond dat de Amerikanen daar wel wat van konden leren.’

Wat brengt het contact met andere sporters eigenlijk met zich mee? Bakker: ‘Ik dacht dat ik dingen wel verwerkt had en dat ik sterk stond, maar door erover te praten met collega’s en met medesporters aan de Invictus Games, ben ik erachter gekomen dat ik een stoornis ben opgelopen die gerelateerd is aan PTSS. Door dat te herkennen en erkennen kun je verder komen. Je leert inzien dat de beperking die je hebt niet zal verdwijnen, maar je leert er wel mee omgaan en om te zetten in iets positiefs. De Wouter erna is veranderd door deelname aan de Invictum Games en ook doordat ik ben gevraagd om teamcaptain te worden. Ik ben veel meer op de voorgrond gaan treden. Ik wil laten zien wat het oplevert als je je ervaring bespreekbaar maakt. Dat levert veel meer voldoening op dan achter boeven aan te zitten. Ik wil ook zeker verder gaan in de hulpverlening richting collega’s.’

Op dit moment doet Wouter aangepaste werkzaamheden bij defensie. Hij werkt aan het bespreekbaar maken van de weerbaarheid binnen defensie. En dat is nodig. Bakker: ‘Er wordt wel gezegd dat de politie en Marechaussee elke dag op uitzending gaan, simpelweg omdat je niet weet wat je tegenkomt. Je staat er dan vaak met z’n tweeën voor om te handelen in een gevaarlijke situatie. Je maakt dingen mee waarvan je zelf vaak niet eens beseft dat je die je eigenlijk moet verwerken. Je gaat maar door, zonder dat je het bespreekt. Op den duur kan dat problemen opleveren die niet nodig zijn door het bespreekbaar te maken. En dat gebeurt bijvoorbeeld door samen te sporten.’

Invictus’ staat voor ‘onoverwonnen’. Het symboliseert de vechtlustige geest, van fysiek en/of mentaal gewonde militairen. Het laat zien wat je, ondanks je verwondingen, kunt bereiken. De games vormen een prachtig platform, juist ook voor familie, vrienden en publiek om te luisteren naar hun ervaringsverhalen en echt te kunnen zien en voelen wat het betekent om je innerlijke kracht te vinden en jezelf op te richten. Het internationale sporteve -

nement werd tweemaal noodgedwongen uigesteld maar had zeker niet aan kracht en waarde ingeboet. Honderden deelnemers uit zo’n 20 landen, waaronder ook Oekraïne, waren met familie en vrienden naar Den Haag afgereisd. Vfonds stond als founding partner aan de wieg van deze editie om breder begrip en respect te genereren voor de gewonde militairen die zich hebben ingezet voor onze vrede en vrijheid.

37

De World Police and Fire Games in Rotterdam

Sporten na de stress

Normaal gesproken staan ze voor ons klaar als het nodig is. Daarna gaan politiemensen en brandweerlieden weer naar andere calamiteiten en zien ook de hulpverleners elkaar niet. De World Police and Fire Games, dit jaar in Rotterdam, zijn een manier om op sportieve wijze bij elkaar te komen en respect te tonen voor mensen die opkomen voor een vreedzame samenleving. Tekst Koos de Wilt

Om de twee jaar worden ze normaal gesproken ergens in de wereld georganiseerd, de World Police and Fire Games, een multidisciplinair breedtesport evenement voor politie, brandweer en medewerkers van douane en Dienst Justitiële Inrichtingen over de hele wereld. Het organiseren van de Olympische Spelen van de politie gaat terug naar 1967, toen georganiseerd in Californië. Het evenement leidde uiteindelijk in 1983 tot de oprichting van de World Police & Fire Games

Federation en twee jaar later werden de eerste World Police & Fire Games gehouden in de Californische stad San José. De games groeide uit tot een evenement met wel tienduizend deelnemers. In 2021 was Rotterdam aan de beurt. Maar, net als heel veel andere evenementen, kon dat niet doorgaan wegens de pandemie vorig jaar. Deze zomer vonden de games uiteindelijk toch plaats en deden er, ondanks alle tegenslag, toch nog 5500 deelnemers mee, waaronder zo’n 1500 Nederlanders. Politie -

mensen, brandweerlieden, douane- en gevangenismedewerkers afkomstig uit zeventig verschillende landen streden tegen en met elkaar tijdens dit internationale sportevent. Er waren 63 sportwonderdelen, waaronder crossfit, atletiek, waterpolo en de ultimate firefighter. Eva van der Vegt is van begin af aan betrokken geweest om de spelen naar Rotterdam te halen en werd uiteindelijk directeur van de stichting die het evenement organiseerde. Wat waren voor haar de highlights? Van der Vegt: ‘Ik krijg nog steeds kippenvel als ik terugdenk aan de openingsceremonie in de Kuip. Bijzonder was al om zoveel mensen te zien die grijnzend het stadion in kwamen wandelen. Een staande ovatie was er toen de Oekraïense deelnemers het veld opliepen. Ook bij het recordaantal Nederlandse deelnemers, allemaal in

38

oranje kleding, reageerde iedereen heel enthousiast.’

Stress

Wat heeft het evenement gedaan met de deelnemers? Van der Vegt: ‘Hulpverleners van verschillende disciplines staan normaal gesproken bij een grote brand of een ernstig ongeval zij aan zij, terwijl ze elkaar daarna niet meer zien. Dat is best bijzonder na het meemaken van stressvolle gebeurtenissen. Deze games zijn een geweldige manier om collega’s van overal in de wereld buiten hun dagelijkse werkzaamheden te ontmoeten. Het is de manier om tussen de sportbeoefening ervaringen te delen. Tijdens dit evenement komt iedereen echt samen. Daarnaast is het ook gewoon een prachtige manier om respect te tonen voor al de hulpverleners die overal in de wereld,

dag en nacht voor ons klaar staan. We staan er misschien niet zo vaak bij stil, maar zij zijn het die zich, soms met gevaar voor eigen leven, inzetten voor bescherming en handhaving van onze vrijheid en democratie.’

En het werk gaat politiemensen en brandweerlieden niet altijd in de koude kleren zitten, weet Van der Vegt: ‘Ze staan in hun werk dagelijks bloot aan veel spanning bij vaak dramatische gebeurtenissen. En dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor het mentale welbevinden, ook bij professionals die ervoor opgeleid zijn. Ze lopen er niet mee te koop, maar het is wel degelijk belangrijk dat er aandacht voor is en vooral dat ze er zelf mee overweg leren gaan. Het blijkt dat sport een belangrijke rol kan spelen bij het omgaan met PTSS. Zo weten we bijvoorbeeld dat

een sport als sloeproeien enorm goed blijkt te werken bij mensen die negatieve mentale gevolgen ervaren van omgaan met stressvolle gebeurtenissen. Vandaar dat we ook deze sport hebben toegevoegd. En dat was met name leuk voor de stad Rotterdam, de havenstad waar de sport heel populair is.’

Binnen onze landsgrenzen zijn het de politiemensen die zich inzetten voor het beschermen en handhaven van onze vrede en vrijheid. Een prachtig moment om hen en hun werk in de schijnwerpers te zetten door middel van de World Police & Fire Games. Vfonds was trotse partner van de editie die in 2022 voor het eerst plaatsvond in Nederland. De internationale spelen draaien om ontmoeting, sportiviteit en respect voor al die mensen die dag en nacht voor ons klaar staan.

39

Interview

Hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum Valika Smeulders over het vertellen en ondersteunen van ongemakkelijke verhalen

‘Tonen wat je niet ziet, maar er wel was’

Een tentoonstelling maken over een gevoelig onderwerp waarbij diverse groepen op een verschillende manier tegen de schurende en pijnlijke werkelijkheid aankijken. Hoe doe je dat?

Tekst Koos de Wilt | fotografie Friso Keuris

40

Soms is de geschiedenis niet iets dat in de geschiedenisboeken is gecanoniseerd, maar nog steeds doorleeft in het leven van de mensen nu. Bij de tentoonstelling Revolusi! Indonesië Onafhankelijk, die het afgelopen jaar te zien was in het Rijksmuseum, was dat zo. In de decennia na de strijd bleven de gemoederen verhit bij het vertellen van verhalen erover, soms tot op de dag van vandaag. Hoe maak je daar een tentoonstelling van waarin iedereen zich kan vinden? Hoe zorg je ervoor dat je het eerlijke verhaal vertelt van een oorlog waarbij Nederland niet aan de juiste kant van de geschiedenis bleek te staan? We gaan ervoor zitten met een van de makers van de tentoonstelling, het Hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum dr. Valika Smeulders.

Gevoelig

Historicus Smeulders leidt sinds twee jaar de geschiedenisafdeling van het nationale museum van Nederland. ‘Het Rijksmuseum heeft een aantal jaar geleden al besloten om de koloniale geschiedenis te laten zien vanuit meerdere perspectieven. We wilden dat ook gaan doen vanuit persoonlijke verhalen en dus ook vanuit kanten die nog geen aandacht hebben gehad. Zo zijn er tentoonstellingen gekomen als Goede Hoop over Zuid-Afrika, over slavernij en laatst dus over Indonesië. Allemaal tentoonstellingen waarbij ook de meer controversiële kanten van de geschiedenis werden getoond. Bij het maken van die laatste twee tentoonstellingen werkten we met teams van twee conservatoren uit Nederland en twee met een achtergrond in de betrokken landen. Dat had als gevolg dat er veel werd uitgewisseld en geleerd en er veel inlevingsvermogen werd verwacht van iedereen. Als je op deze manier mensen bij elkaar brengt ontstaat er groei doordat je heel veel kennis bij elkaar brengt – als conservator moet je dan soms wel van elastiek zijn.’

Het zijn tentoonstellingen over een deels pijnlijke geschiedenis waarvan er in de collectie vaak geen objecten zijn en ook geen verhalen te vinden zijn. Hoe los je dat op? Smeulders: ‘Hier in het museum werken we heel erg interdisciplinair. Dat heb ik altijd al gedaan, ook voordat ik bij het Rijksmuseum kwam werken, zowel in de wetenschap als bij andere

musea. We kijken daarbij niet alleen naar onze eigen collectie, maar ook naar immaterieel erfgoed, zoals dans en muziek. Je moet dus allerlei muren weghalen en andere mensen erbij halen die bijvoorbeeld mondelinge geschiedenis kunnen koppelen aan onze visuele collectie. Dat vereist een nieuwe manier van tentoonstellingen maken. Je moet je daarbij ook realiseren dat de bestaande collectie van het Rijksmuseum nooit is verzameld om het koloniale verhaal te vertellen, maar diezelfde spullen hebben ondertussen wel veel meer in zich. Met die objecten en aanvullende kennis kun je dus nieuwe, rijke en gelaagde verhalen vertellen. Het geeft je de mogelijkheid een tentoonstelling te maken over wat je hier niet ziet, maar er wel was.’

De nieuwe manier van naar de collectie kijken betekent volgens Smeulders dus dat je andere, aanvullende verhalen vertelt. ‘Je kunt wel zeggen dat we midden in een paradigmaverschuiving zitten met daarbij een heroriëntatie op het complexe koloniale verleden. Geschiedenis is lange tijd gepresenteerd als een rij data met een aantal centrale figuren waar je een duidelijke rode draad kunt trekken. Dat gold niet alleen voor het Rijksmuseum, maar voor alle musea die verhalen vertellen over geschiedenis. Dat is complexer geworden. We halen er veel meer verhalen bij, meer gelaagdheid, meer reliëf en daarmee ook meer spanningsvelden. Vraag is dan: hoe verhouden die verhalen zich tot elkaar en hoe breng je verschillende invalshoeken samen in een tentoonstelling? Ondertussen zijn we ook aan het denken of we daar op den duur een nieuwe rode draad in kunnen aanbrengen. Die consensus is er nu nog niet, mensen voelen zich vaak vooral verbonden met specifieke verhalen van

42
‘Na meerzijdige tentoonstellingen over slavernij en over Indonesië hopen we dat mensen nu ook over de heg kijken en zich herkennen in het verhaal van iemand die aan de andere kant stond’

hun eigen voorouders en verhalen die ze vroeger op school hebben geleerd. Na meerzijdige tentoonstellingen over slavernij en over Indonesië hopen we dat mensen nu ook over de heg kijken en zich tevens herkennen in het verhaal van iemand die aan de andere kant stond.’

Levende geschiedenis

Wat levert het op als je mensen confronteert met het verhaal van de andere kant? Smeulders: ‘Het geeft een beter inzicht in het echte verhaal, met alle uiteenlopende aspecten van de samenleving. In ons dagelijks leven ervaren we ook niet alleen succes en glorie. Voor mij als mens is het waardevol om ook de uitdagende en moeilijke kanten van het leven te zien als ik door een museum loop. Dat geeft herkenning, energie en hoop. Ik kom zelf uit Curaçao en Suriname waar verschillende etniciteiten al langer samen de dienst uitmaken en waar de urgentie al eerder aanwezig was om een verhaal te maken waar iedereen zich in kan herkennen, ook mensen die niet een Euro -

pese achtergrond hebben. Europa is nu ook die slag aan het maken, de acceptatie dat onze wereld vanaf de koloniale periode divers, multicultureel en multireligieus is. Dat was te merken aan de herkenning bij de vele internationale journalisten die we hier over de vloer hebben gehad tijdens de Slavernij tentoonstelling. De confrontatie is uiteindelijk constructiever dan de ontkenning.’

Bij de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd raak je vaker open zenuwen dan bij een onderwerp als slavernij, zo is de ervaring van Smeulders: ‘Slavernij is al langer geleden en al langer in de publieke discussie, de Indonesische revolutie is twintigste-eeuwse geschiedenis. Het wordt pas recent onderzocht en de mensen die het betreft, zijn vaak mensen wiens ouders en grootouders het hebben meegemaakt.’ Maar omgaan met deze levende geschiedenis maakt het vak van historicus en curator juist boeiend, zo vindt het Hoofd geschiedenis: ‘Veel historici zijn opgeleid om onderzoek te doen in archieven, in alle

43
rust Het Rijksmuseum wil meer verhalen vertellen dan alleen die passen bij de bestaande collectie. Hier jonge Indonesiërs op straat, waarvan twee leden van de gewapende jeugdorganisatie KRIS, op verlof in Yogyakarta, december 1947.

en zonder dat zijzelf in de spotlights komen te staan. Tegenwoordig is ons werk zich gaan ontwikkelen tot veel meer voor de camera staan en jezelf laten zien. Je moet als conservator meer coördinator zijn, kennis bij elkaar ophalen en die snel weer doorgeven. Er is minder tijd om erop te kauwen. Je wordt gevraagd er vandaag iets over te vertellen. Het veld is daarmee dynamischer geworden omdat je al geacht wordt iets te zeggen nog voor de kennis academisch is geland. Je bent daardoor kwetsbaarder, meer een radar in een groter, bewegend geheel. We zijn daarmee meer een schaap met vijf poten geworden. Maar zonder wrijving geen glans, je wilt ook juist dat er wordt gereageerd op tentoonstellingen, dat deze de discussie verder voeden. Met de discussie over het wel of niet gebruiken van het woord Bersiap was het jammer dat deze werd gevoerd vóórdat de tentoonstelling er stond. Daarmee ging het over aannames, zonder de nuances die de tentoonstelling bood.’

Andere verhalen

Wat is nu een volgende stap met de kennis die nu is opgedaan met de afgelopen tentoonstellingen?

Smeulders: ‘We zijn nu bezig met de nieuwe, meer gelaagde kennis te verankeren in de vaste opstelling. Dus meerdere kanten van het verhaal vertellen bij de objecten, duiden waar de rijkdom vandaan kwam, duiden hoe de esthetiek een direct verband had met hoe geld werd verdiend. We willen niet alleen het koloniale verhaal meer aandacht geven, maar ook de bijdragen van de vrouw, dat wil zeggen de helft van de samenleving. De verhalen van verschillende sociale klassen, van stad en platteland. Ook de verhalen van mensen met een andere seksuele oriëntatie en met verschillende etnische achtergronden verdienen meer aandacht. Voor een deel zijn daar nieuwe objecten voor nodig. We vertellen ook andere verhalen bij de bestaande collectie, andere verhalen dan we honderden jaren gedaan hebben. Bijvoorbeeld bij een schuttersstuk van de schilder Bartholomeus van der Helst, dat naast de Nachtwacht hangt, het schilderij waarop een donkere jongen staat, tonen we nu ook aandacht voor zijn verhaal. Wat is zijn verhaal en hoe verhoudt zich dat tot het verhaal van de schutters?’

44
Geschiedenis gaat meestal over verhalen van machtshebbers. Rijksmuseum wil het palet verbreden, ook verhalen die nog geen aandacht hebben gehad. Hier worden, op de dag voor de onafhankelijkheid, driehonderd portretten van Nederlandse gouverneurs uit het paleis van Djakarta worden gehaald, 1949.

Smeulders laat een foto zien van haar overgrootouders aan moederszijde die op haar bureau staat: een donkere vrouw en een Chinese man omringd door hun kinderen. ‘Mensen zoals zij kwamen nooit naar een museum als dit. Die willen we niet alleen meer binnenkrijgen, maar we willen ook hun verhalen vertellen. Dat vereist nog wel onderzoek, hoe we de verhalen vertellen die minder zijn opgeschreven in voorbije tijd.’ Maar dat spullen van gewone mensen interessant genoeg kunnen zijn om opgesteld te worden naast bekendere kunstwerken, blijkt uit de Indonesië tentoonstelling. Smeulders: ‘Dat zie je

bijvoorbeeld aan de landkaarten-jurk die mevrouw Terwen-de Loos in 1945-1946 maakte. In tijden van oorlog en schaarste maakte zij van een zijden landkaart een kledingstuk: zo mooi en pijnlijk tegelijkertijd. Ook de aquarellen die de Mohammad Toha op zijn elfde maakte. Hij schilderde wat hij op straat zag gebeuren toen de Nederlandse militairen tijdens de politionele acties van 1947 Jogjakarta op het eiland Java innamen. Zulke verhalen over wat mensen meemaken en hoe zij daarop reageren, die raken mij als vrouw, als moeder, en bovenal als mens.’

Vfonds en de Indonesische vrijheidsstrijd Lisette Mattaar, directeur van vfonds: ‘Net als bij het Rijksmuseum is ook bij vfonds meerstemmigheid belangrijk. Zeker bij een nog levende geschiedenis als die van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd is het van belang dat je alle geluiden laat horen, van alle kanten en dat je daar dan ook een balans in weet te vinden.

Wij hebben daarom verschillende initiatieven ondersteund, dus niet alleen een randprogrammering rondom de tentoonstelling Revolusi! Indonesië Onafhankelijk, maar ook de rondreizende tentoonstelling Zeventig jaar Molukkers in Nederland, de theatervoorstelling Op klompen door de Dessa en bijvoorbeeld een voorstelling in Westerbork over het verhaal van een Nederlands Indische dame als onderdeel van de tentoonstelling De Herinnering aan Kamp Westerbork. We ondersteunen allerlei culturele uitingen die verschillende perspectieven laten zien van de dekolonisatieoorlog en ook van de tijd erna, de gevolgen ervan in de huidige tijd. We willen de kennis

erover vergroten en het perspectief breder maken. Voor de mensen die er al veel vanaf weten, maar ook mensen die niet zijn opgegroeid met verhalen erover. Meerstemmigheid is dan belangrijk en moet in balans zijn. Het ligt vaak heel genuanceerd en is heel gevoelig, zoals de Molukse zaak.’

Hoe doe je dat, zorgen dat er die evenwicht is? Mattaar: ‘Dat doen we bijvoorbeeld door de makers ook zelf te laten reflecteren op het verhaal dat ze willen vertellen en ze te vragen wat voor reacties ze nu al oproepen en willen oproepen. Ons doel is dat we de kloof niet verdiepen, maar juist zorgen dat mensen met elkaar in gesprek gaan, een eerlijke dialoog aangaan. Dat hebben we ook gedaan bij de speelfilm De Oost. Vfonds heeft de film zelf niet ondersteund maar is deze wel samen met de makers en vertegenwoordigers van veteranenorganisaties gaan kijken. Daarna hebben we mensen op een respectvolle manier met elkaar een gesprek laten aangaan, oog in oog. En dat werkte. En bij Revolusi ! hebben we ook niet de tentoonstelling gefinancierd, maar wel het gesprek over de tentoonstellingen met allerlei doelgroepen. Pakhuis de Zwijger heeft de dialoogkant georganiseerd en samen met het Rijksmuseum vormgegeven. We hebben ook de films in de laatste tentoonstellingsruimte gefinancierd, daar ging het ook over de dialoog. Dat onderdeel was in eerste instantie bedoeld om naast de tentoonstelling te doen, maar dat vonden de tentoonstellingsmakers van het Rijksmuseum zo aansluiten dat het is opgenomen in de opstelling in het museum.’

45

Impact in het theater

Theatermakers over het creatief vertalen van een boodschap in voorstellingen

46

Theatermakers willen hun publiek raken, met geweldig acteerwerk, met een pakkend decor, met bijzonder geluid en belichting. De voorstelling moet impact hebben en mensen op de stoelen krijgen. Je wilt je publiek ook iets meegeven, iets om over na te denken. Hoe doe je dat? En hoe houd je het creatieve proces in eigen hand en de geldschieter met een missie tevreden?

Tekst Renee Middendorp & Koos de Wilt

Dolle Dinsdag

Waar gaat het stuk over? ‘We kunnen veel lering trekken uit fouten die vroeger gemaakt zijn. Maar doen we dat ook? Regisseur Eran Ben-Michaël neemt het publiek mee in dit vraagstuk. Drie jonge acteurs onderzoeken samen hoe waarheden geïnterpreteerd kunnen worden, geherinterpreteerd en verdraaid tot fake news. De spelers reizen langs een aantal historische momenten met nepnieuws,

zoals Dolle Dinsdag (de dag waarop Nederland dacht bevrijd te zijn omdat minister-president Gerbrandy zich versprak red.) en het begin van de Tweede Wereldoorlog waarin Hitler een inval fakete. Of Trump, die fake news op alle mogelijke manieren inzette om twijfel en verdeeldheid te zaaien. Dit wordt verweven met persoonlijke verhalen waarin de spelers steeds meer herkennen hoe zij zelf opscheppen, liegen en wantrouwen. Langzamerhand leren zij bepalen hoe je omgaat met een wereld waar waarheden en leugens het voortdurend om je heen met elkaar uitvechten.’

Wat hopen jullie dat de bezoeker na afloop meeneemt naar huis? ‘Met alle informatie die we tegenwoordig tot ons nemen, ontstaat er ook veel ruis. Hierdoor weten mensen soms niet meer wat wel en niet te geloven. Dolle Dinsdag brengt aan de hand van feiten meer perspectief in dit vraagstuk. Er wordt inzicht meegegeven om het gesprek open te houden. Ook in moeilijke tijden moeten we proberen niet lijnrecht tegenover elkaar te gaan staan. Het is goed voor jongeren om dit te herkennen en te leren dat, ook als je het niet met elkaar eens bent, je wel naar elkaar kunt luisteren en tot elkaar kunt komen.’

47

Waarom leent theater zich goed voor deze thematiek? ‘We willen jongeren bewust maken van hun aandeel in de (wereld)geschiedenis en hun vrijheid als wereldburger. Geschiedenis is soms taaie kost, waar al heel snel het gevaar op de loer ligt dat het ‘saai’ wordt genoemd. Dolle Dinsdag is allesbehalve saai. Met humor, theater en muziek maken we de geschiedenis voelbaar en kan het publiek zich openstellen voor de boodschap.’

Wat maakt jullie aanpak van theater maken uniek? ‘Werkplaats Walhalla is een kleinschalig podium en productiehuis voor talentontwikkeling in één. Het is een plek voor vernieuwende makers, die met hun ambacht, creativiteit, energie en passie het theaterveld versterken. De kracht van theater maken ligt hier bij de crew zelf en wortelt stevig in de actualiteit. Deze energie voel je als bezoeker in de zaal. Daarnaast lukt het ons om kinderen met allerlei culturele en sociale achtergronden te bereiken rond thema’s als oorlog en de bevrijding. Heel belangrijk want er is helaas weinig geschikt en toegankelijk jeugdtheateraanbod voor doelgroepen in grootstedelijke kansarme wijken.’

Hoe vertaal je geld naar creatieve producten? ‘Zonder geld vanuit fondsen of sponsoren is het niet mogelijk om theatervoorstellingen te realiseren. Dit geld is nodig voor het bouwen van het decor, voor de techniek, de crew en de marketinguitingen. Ondanks dat het lijkt alsof we blij zouden zijn met elke vorm van geld kiezen wij heel zorgvuldig de partijen uit waar we mee samenwerken. We zorgen dat het op creatief vlak past en wij geen concessies hoeven te doen aan de inhoud in de voorstelling. Dat vonden we onder andere bij vfonds. We zijn echt vrijgelaten in het ontwikkelproces.’

Theater na de Dam

Jaïr Stranders, artistiek leider van Theater Na de Dam

Waar gaan jullie voorstellingen over? ‘Wij willen met onze theatervoorstellingen door het hele land de herdenking van de Tweede Wereldoorlog verdiepen en verbreden. De diversiteit van de verhalen die erover vertellen, willen we

een plek geven. Bij een herdenking bij een monument is daar minder ruimte voor, bij theater juist meer. We kunnen daarbij verhalen uit de buurt ophalen en onder nieuwe generaties verspreiden en steeds een ander element uit de Tweede Wereldoorlog uitlichten. Die diversiteit is de kracht. De helft van de ongeveer 120 plus voorstellingen die op en rond 4 en 5 mei spelen, passen bij wat er in de regio speelt of heeft gespeeld. En de actualiteit doet voor een kunstenaar altijd mee. Je staat in de wereld en doet wat je doet. Als je een voorstelling maakt over vluchtelingen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, dan doet de oorlog Oekraïne automatisch ook mee, zonder dat je het letterlijk hoeft te hebben over Oekraïne. De actualiteit zit in de hoofden van het publiek. Maar soms wordt het ook direct genoemd in onze voorstellingen. Bij een project bijvoorbeeld waar jongeren ouderen interviewden over de oorlog, kwam ook corona ter sprake. Dat het niet te vergelijken is zien de jongeren zeker in, maar ze herkennen ook elementen die ze duidelijker maken wat oorlog wel inhoudt.’

48

Wat hopen jullie dat de bezoeker na afloop meeneemt naar huis? ‘Bijzonder aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is dat het heel veel mensen aanging, ook aan de andere kant van de wereld. En die geschiedenis speelt nog steeds een rol in hoe de wereld geworden is als die is. Door de oorlog weten we dat we alert moeten blijven, waarom medemenselijkheid belangrijk is en wat het gevaar is van elkaar uitsluiten. En die boodschap geef je soms mee in kleine verhalen. Bijvoorbeeld in het belang van je huis openstellen als mensen je om iets te eten vragen.’

Waarom leent theater zich goed voor deze thematiek? ‘Voor mij is theater het huis van de geschiedenis. In de tijd van de Klassieke Grieken en Shakespeare was dat al zo. Het gaat over het markeren van belangrijke momenten in het jaar, het vorm geven van rituelen en het samen beleven. Je kunt ook verhalen vertellen met een film en een boek, maar bij theater gaat het over de live ervaring, over het samen beleven. Theater is heel indringend. Het biedt daarom bij uitstek de gelegenheid om verhalen uit de Tweede Wereldoorlog brengen. Theater als vorm van kunst geeft mogelijkheden om met verschillende realiteiten en niveaus iets te vertellen. De verbeelding speelt daarbij een grote rol, meer dan bij een film. In theater kun je verhalen vertellen die je niet ziet, of je kunt je vragen stellen bij wat herdenken is. Je kunt ook verschillende tijden door elkaar laten lopen en zelfs het nu meenemen in je voorstelling. Afgelopen 4 mei hadden we in Carré een voorstelling over oorlog in Nederlands-Indië en daar konden we meenemen dat op die dag er ook voor het eerst een krans werd gelegd voor Indonesische slachtoffers. Dat is de kracht van theater en dat voelt het publiek.’

Wat maakt jullie aanpak van theater maken uniek? ‘Als we speciaal iets maken voor 4 en 5 mei repeteren de makers niet maanden, met allerlei ingewikkelde decors en dergelijke. Je maakt iets voor de gelegenheid en focust op het verhaal. Je maakt het publiek getuige van het moment. Een tweede element dat onze aanpak uniek maakt, zijn de jongerenprojecten, daarvan zijn er nu op 4 en 5 mei gemiddeld veertig per editie. De vorm is dat jongeren in hun eigen omgeving met ouderen in gesprek gaan. Daar maken ze voorstellingen van op locatie waardoor je het publiek een andere ervaring meegeeft. De mensen zitten niet met hun handen over elkaar, maar worden betrokken.’

Hoe vertaal je geld naar creatieve producten? ‘Vfonds heeft als belangrijke doelstelling om de nagedachtenis van Tweede Wereldoorlog bij een breder publiek levend te houden. En dat is precies wat we doen. Daarnaast wil het fonds veel mensen bereiken. Bij ons werkt dat anders dan bij bijvoorbeeld een bevrijdingsfestival. Wij doen iets anders, kleinschaliger en tegelijkertijd grootschalig doordat het 120 plus voorstellingen zijn. We raken zowel jongeren, ouderen, hun familie en klas- en buurtgenoten. Het gaat bij ons om een diepe ervaring, een ervaring die zeker bij jongeren beklijft.’

Leedvermaak

Cees Debets, directeur Het Nationale Theater

Waar gaat de voorstelling over? ‘In haar beroemde trilogie Leedvermaak, Rijgdraad, Simon schetst Judith Herzberg met veel gevoel voor humor een portret van een familie in Amsterdam tussen begin jaren zeventig en de eeuwwisseling. Leedvermaak gaat over groot en klein menselijk leed, met daaronder steeds de verleiding te zwijgen en weg te kijken. De Tweede Wereldoorlog staat centraal, maar het gaat vooral over wat het doet op het moment dat de vrijheid wordt ontnomen: als je mond gesnoerd wordt, als je niet meer mag doen wat je wilt of letterlijk - als je naasten omgebracht worden. Herzberg laat zien wat er gebeurt als je deze wezenlijke onderdelen weg stopt.’

Wat hopen jullie dat de bezoeker na afloop meeneemt naar huis? ‘Het theater is de uitgelezen plek voor reflectie en gesprek. Hier hoor en zie je de verhalen van “de ander”. In de dialoog met de ander ontstaat empathie, wat de basis kan vormen voor een meer saamhorige samenleving. De voorstelling is een dialoog waarin het publiek natuurlijk niks terugzegt. In het contextprogramma daaromheen maken we het daarom fysiek en proberen we het publiek zich veilig te laten voelen zodat ze ook dúrft terug te praten.

49

In het onderdeel Tussen jou en mij brachten we een jonger en een ouder iemand met elkaar in contact. In de pauze wisselden zij in een soort ‘biechthokje’ informatie met elkaar uit. Tussen hun in een telefoon met een voorgeschreven script. Zo deelden ze momenten over wat kenmerkend is voor hun generatie en wat er (on)besproken blijft in hun familie. Het is indrukwekkend wat mensen met elkaar durfden te delen, juist door de anonimiteit van de setting. Toch was het meest indringende moment voor velen toen ze elkaar even aankeken. Een echte, wezenlijke ontmoeting die anders nooit had plaatsgevonden.’

Waarom leent juist theater zich goed voor deze thematiek? ‘Theater is een kunstvorm die je zelf (mee)maakt, letterlijk: zonder jou bestaat het niet. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen in de ruimte: het publiek, de acteurs, degene achter de schermen. We hebben even niet de buitenwereld, die duwen we weg zodat we met elkaar in een veilige denk- en gevoelsexercitie

kunnen komen. Een plek waar de levende ontmoeting centraal staat. Bij het onderdeel Lezen met werd in kleine groepen de diepere laag aangeboord. Ze deelden iets met mensen die ze daarvoor nog niet kenden. Mensen hoorden op het podium dingen terug die ze aan de keukentafel niet zouden bespreken. Ook al ben je familie, dat betekent niet dat je het ergens over hebt. Die intergenerationele dialoog is echt nodig, anders gaat het gisten. Ik hoop dat we dat met elkaar steeds meer gaan gebruiken om een aantal ingewikkeldheden met elkaar uit te zoeken.’

Wat maakt jullie aanpak van theater maken uniek? ‘Doordat we het publiek als medemaker beschouwen durft ze mee te praten. Het Nationale Theater heet niet voor niets zo; we willen er zijn voor het hele land. We hebben de allerbeste acteurs van Nederland op de planken staan en die zijn ook allemaal betrokken bij datgene wat we doen. Samen werken we er aan om met een zo groot mogelijk publiek in gesprek te komen. Samen wordt het meer.’

Hoe vertaal je geld naar creatieve producten? ‘Belangrijk is dat je elkaars uitgangspunten en doelen moet snappen. En kijken of er ergens een grote gemene deler te vinden is en de overtuiging dat je elkaar kunt versterken. Het ging ons bij Leedvermaak niet om een enorm publieksbereik maar juist om betekenisvolle ontmoetingen faciliteren. Dat is moeilijk in een tijd die alleen gaat over snelheid, kwantiteit en polarisatie. De doelstellingen van vfonds inspireerden ons om deze gedachte verder uit te werken. En ook hoe je de verbreding naar jonge mensen organiseert. Het hebben van kaders kan leiden tot nieuwe gedachten en nieuwe werkvormen. Dankzij de bijdrage konden wij de verdieping opzoeken.’

50

Martijn Eickhoff

Ongeveer 10 jaar terug kocht ik op een rommelmarkt Tussen Sawahs en Bergen – Het leven van een soldaat in de Tijgerbrigade. Dit gedenkboek uit 1947 beschrijft de militaire inzet van Nederlandse troepen in Centraal-Java, na hun landing in de havenstad Semarang in maart 1946. Het boek is rijk geïllustreerd met foto’s en tekeningen, maar bevat ook gedichten en cartoons. Het toont zo het dagelijks leven van Nederlandse soldaten in een vertrouwde Indische maar ook vijandige Indonesische omgeving.

Ik vond het boek interessant omdat er een sterk gevoel van trots en onderlinge verbondenheid uit spreekt. Maar al lezende stelde ik me de vraag wie zich hier destijds door aangesproken voelde, en wie niet? Ook viel me op hoe weinig ik, nota bene een historicus, eigenlijk wist van de Nederlandse militaire acties in Midden-Java.

In 2017 veranderde dat snel. Ik werd onderzoeker bij het NIOD-KITLVNIMH programma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 en ging, in samenwerking met Indonesische collega’s, onderzoek doen naar de regio Midden-Java. Vanaf 2021 zou ik als kersverse NIOD-directeur, medeverantwoordelijk zijn voor de eindresultaten.

Tijdens mijn onderzoek lukte het me Tussen Sawahs en Bergen beter te plaatsen. Het boek, en daarmee de Nederlandse militaire aanwezigheid, werd in 1947 ondersteund door een comité van aanbeveling dat bestond uit 26 prominente burgers van Semarang. Door archiefonderzoek leerde ik hen kennen als die inwoners die het Nederlandse beleid ondersteunden. Echter, ik stuitte in dezelfde stad ook op allerlei tegenstemmen, die ik in mijn onderzoek ook een plek gaf.

Een voorbeeld: de onderwijzer Mangoenkawatja stond bij de Nederlanders bekend als non- coöperator en was redacteur van het tijdschrift Serodja (Lotus). Een nummer uit 1948 bevatte de gedichten Pelangi (regenboog), Dahaga (dorst) and Bimbang (bezorgd). De Nederlandse inlichtingendienst las ‘bedekte toespelingen’ en bestempelde het als Republikeinse propaganda.

Mijn artikel over Midden-Java verschijnt in februari 2023. Het verhaal van de veteranen heeft daar zeker een plaats in. Maar ik heb geprobeerd zoveel mogelijk posities zichtbaar te maken. Ik zie het als een belangrijke taak voor mij als historicus – en als directeur van het NIOD - om over de eigen grenzen heen te stappen. Begrijp geschiedschrijven daarom niet als een spiegel waarin we ons zelf terug kunnen zien, maar als een uitnodiging om empathie te ontwikkelen voor anderen.

Vrijheidsportret

SPREKENDE

Film als spiegel

Welke invloed kan film hebben op het denken en handelen? Kan het jouw blik op de wereld veranderen? Welke ingrediënten zijn daarvoor nodig en kan (en wil) je dat wel vanaf de luie bank, schoolbank of bioscoopstoel? Twee vertegenwoordigers van twee bekende filmplatforms en een documentairemaker vertellen over de kracht van filmtaal en hoe zij mensen bereiken en bij elkaar brengen. Tekst Renee Middendorp

52

BEELDEN

Movies that Matter

Film kan een perfect medium zijn om door barrières heen te breken. Een goed gemaakte film zet jong en oud aan het denken en mogelijk aan tot handelen. Dat denkt ook Margje de Koning, artistiek directeur van Movies that Matter Festival: ‘De kracht van film is dat het iets invoelbaar kan maken op zintuiglijk niveau. Film communiceert heel goed; het schijnt licht op een wereld die niet de jouwe is. Als het goed gemaakt is kun je bijna niet anders dan erover nadenken. En dat kan verandering creëren.’

Hoe kiest Movies that Matter films uit die deze potentie hebben? ‘De films in het festivalprogramma stellen mensenrechten en menselijke waardigheid centraal. Net als een curator in een museum bepalen wij welke films ‘relevant’ zijn, maar het zijn altijd onderwerpen die spelen in het huidige maatschappelijke tijdsgewricht. In de selectie van afgelopen jaar zaten bijvoorbeeld films over Me Too, de komende editie zal het meer gaan over Oekraïne. Maar we zien ook dat er verhalen komen over de Balkanoorlog. En ook de Tweede Wereldoorlog blijft vertegen-

woordigd in het aanbod. Teruggaan in de geschiedenis en dat naar het heden trekken is een prachtige boog om na te denken over: ‘waar staan we dan nu?’’

een mooie kijk in de werking van democratie en de vreedzame samenleving.’

Hoe ga je van film, als tweedimensionale ervaring, naar actiegericht handelen?

Elk thema kan vanuit oneindig veel verschillende perspectieven worden benaderd. Hoe kies je welke dat zijn? ‘Het belangrijkste is dat een film aanknopingspunten heeft om het gesprek aan te gaan. Om de impact te vergroten bieden we daarom bij vrijwel alle films een verdiepingsprogramma aan, waarbij de nadruk ligt op de inhoud en thematiek van de film, en waarbij publiek, filmmakers en experts elkaar ontmoeten. Zo trekken we het naar het nu en laten we nuance en meerstemmigheid doorklinken. De Camera Justitia competitie is een mooi voorbeeld waarbij personen in een documentaire of speelfilm belicht worden die strijden tegen corruptie, ongelijkheid en discriminatie. Het geeft

‘Met vfonds delen we waarden als het vergroten van bewustwording, kennis en inzicht. Die waarden, tezamen met call to action, zitten stevig verankerd in ons verdiepingsprogramma. Daaraan gekoppeld is er een groot educatieprogramma. Daar zie je goed hoe dat kan werken en hoe bereid juist die generatie is om hun blik te verruimen. Een mooi voorbeeld is de documentaire Shadow Game. Het is gefilmd vanuit het perspectief van minderjarigen die vluchten naar Europa. Jongeren bekijken de film in de klas en kunnen direct in gesprek gaan met hoofdrolspelers. Je wilt niet weten hoeveel vragen ze hebben. Ze beseffen zich: ‘ze zijn even oud als ik en helemaal naar Amsterdam komen lopen, zonder ouders.’ Ik durf wel te denken dat zo’n film voor mbo’ers vormend is geweest. Ze zijn bij het Europees parlement geweest en hebben kunnen spreken over de migratiewet. Dat is uniek. Door een film van het scherm letterlijk en figuurlijk in de klas te brengen wordt het actiever. En daarmee effectiever. Zeker als je bedenkt dat we met het programma inmiddels zo’n 180.000 leerlingen op het mbo en mbo-t bereiken.’

53
‘Film communiceert heel goed; het schijnt licht op een wereld die niet de jouwe is of waar je misschien helemaal geen weet van had’

Wieder Gut

Documentairemaker Ruben Gischler onderzoekt hoe men een moeilijk verleden bespreekbaar maakt (of juist niet). Er is een grote rol weggelegd voor leraren, zo concludeert hij, maar de middelen ontbreken.

Waar gaat Wieder Gut over? ‘Ik maakte de documentaire samen met mijn Duitse buurman, Tobias Müller. We onderzochten de herinneringen aan en lessen uit de Holocaust vandaag de dag. Antisemitisme heeft een lange traditie. Af en toe leeft het op, dan wordt het weer minder. Nu zie je dat het terugkomt, vanuit verschillende hoeken. De documentaire laat zien dat we deze signalen serieus moeten nemen en is erop gericht na te denken over onze houding.’

Welke perspectieven komen aan bod? 'De film laat perspectieven vanuit het heden en verleden zien. Hoe wordt er in beide landen met de herinnering aan zoiets gruwelijks als de Holocaust omgegaan? In hoeverre zijn wij in staat om die geschiedenis op onszelf te betrekken? We reisden langs universiteiten, herdenkingsplaatsen en lokale projecten en spraken met inwoners, overlevenden, docenten, historici en nabestaanden.'

Waar willen jullie de kijker vooral bewust van maken? 'Ik hoop dat het doet beseffen hoe belangrijk het is dat iedereen toegang heeft tot

informatie om zich in alle eerlijkheid, en met kritische blik, te kunnen verdiepen in de geschiedenis. Alleen dan kunnen we er als samenleving voor zorgen dat de herinneringscultuur niet in haar eigen tegendeel keert en verwordt tot een plichtmatig ritueel.'

Zijn de middelen die we nu hebben niet toereikend? ‘In de documentaire komen een aantal mooie, kleinschalige herdenkingsinitiatieven aan bod. Ook zie je hoe leraren zelf invulling geven. Dit soort initiatieven draait echt om impactvolle kennisoverdracht. Over de geschiedenis maar ook over waarden als empathie en saamhorigheid. Maar als je kijkt naar de heersende herinneringscultuur zie je ook iets anders. Het hele herdenken wordt steeds meer omarmd door de overheid. Die manifesteert zich steeds nadrukkelijker tijdens officiële

‘Veel jongeren vinden school en geschiedenis niet zo interessant, of denken dat het niet hun geschiedenis is omdat hun ouders bijvoorbeeld van elders komen. Terwijl: het was een wereldoorlog. De geschiedenis van mensen met een Surinaamse, Indonesische, Noord-Afrikaanse of Midden-Oosterse achtergrond is daar ook deel van. Die gaat ook over antisemitisme en jodenverdrijving.’

Welke rol kan film spelen hierin?

‘Als het gaat over de Holocaust is er de neiging om het onderwerp breder te trekken en te projecteren op problemen die nu spelen. Ook andere groepen binnen onze samenleving, zoals moslims, mensen uit de LHBTI+-gemeenschap of Sinti en Roma hebben last van discriminatie met soms een lange geschiedenis die nog steeds doorwerkt. Daar moet aandacht aan besteed worden. Toch vind ik voor-

herdenkingen, waar ze zich vooral tolerant en niet-polariserend wil neerzetten. Het is helaas ook een manier om huidige politieke tegenstanders de maat te nemen en in sommige gevallen zelfs te demoniseren. Met als gevolg dat zij zich juist in toenemende mate tegen die herinneringscultuur gaan keren als zijnde iets van het gehate establishement. Dit heeft als gevaar dat Joden weer fungeren als bliksemafleider voor falend beleid waar de overheid zich achter kan verschuilen. De bestaande onvrede in de samenleving zie je ook terug in de klas. Wat niet helpt is dat het veel leraren ontbreekt aan middelen om hier goed mee om te gaan. Hoe kan hij inspelen op de uitdagingen en maatschappelijke conflicten die ook in zijn klas spelen als hij de wereldoorlog en Jodenvervolging in al zijn complexiteit probeert over te dragen?'

al dat onderwerpen an sich behandeld moeten worden, of het nu gaat om de Holocaust, kolonialisme, het slavernijverleden of recente gebeurtenissen zoals Srebrenica. Vanuit daar heb je een concreet handvat om ook bredere tendensen in de huidige samenleving bespreekbaar te maken. Film als medium kan heel goed de voortlevende geschiedenis weergeven en overbrengen. Het was leuk om te zien hoe jongeren aansloegen op het zien van Duitse leeftijdgenoten op beeld. Ik hoop dat de film voor docenten een inspiratie kan zijn om deze onderwerpen zo persoonlijk mogelijk over te brengen en hun leerlingen daar zo actief en handelend mogelijk in te betrekken.'

54
‘Ik hoop dat de documentaire doet beseffen hoe belangrijk het is dat iedereen de middelen heeft om zich te kunnen verdiepen in de eigen geschiedenis’

International Film Festival Rotterdam

Met een toenemende polarisering in de samenleving vindt IFFR het belangrijker dan ooit om tools en mogelijkheden te bieden om een jong publiek uit te dagen en te laten filosoferen over eigen en andermans ideeën, opvattingen en meningen. ‘Hoe kun je dit beter doen dan door middel van film?’ aldus festivaldirecteur, Vanja Kaludjercic.

Waarom leent film zich hier juist voor? ‘Cultuur, en in het bijzonder film, kan in dialoog met de huidige tijd laten zien wat er speelt in de samenleving. IFFR wil een podium bieden aan zoveel mogelijk stemmen en perspectieven. Dat betekent dat het vaak gaat om onderwerpen die gevoelig liggen. Schrijver en journalist Geert Mak beschreef ons jaarlijkse festival als een koortsthermometer: “Een seismograaf die de trillingen van politiek en samenleving haarfijn weergeeft.”’

Elk thema kan vanuit oneindig veel verschillende perspectieven worden benaderd. Hoe kies je welke dat zijn? ‘De discussies die we binnen onze selectiecommissies hebben draaien altijd om de vraag op welke manier verschillende thema's, genres, vormen

55

en perspectieven (voldoende) aan bod komen. Vervolgens plaatsen we hier geen hek tussen, maar programmeren alle films juist naast elkaar. Zo creëren we een inclusieve, gemeenschappelijke basis van waaruit gesprek op gang kan komen. Er is een reden waarom het festival elk jaar plaatsvindt, en niet slechts eenmalig; er is nog zoveel terrein te ontdekken en nog meer perspectieven om te presenteren.’

Hoe ga je van film, als tweedimensionale ervaring, naar actiegericht handelen? ‘De films die getoond worden bieden een glimp van wat er zou kunnen gebeuren als we niet genoeg aandacht besteden aan onszelf en aan waarden die velen als vanzelfsprekend beschouwen, zoals vrede en vrijheid. Afgelopen jaar organiseerden we samen met vfonds bijvoorbeeld een Big Talk bij de film Quo vadis, Aida? De gebeurtenissen in Srebrenica zorgen logischerwijs nog altijd voor spanning. Deze film heeft de gelegenheid gecreëerd om te praten, te discussiëren, te herinneren en te genezen. En afgelopen editie ontwikkelden we samen de Freedomline: een selectie films die je meer leren over hoe oorlog, conflict en

vrijheid worden ervaren vanuit verschillende perspectieven. Wat ik geweldig vond aan deze selectie was dat het drie vrouwelijke filmmakers zijn die ieder een oprechte representatie geven van hoe de grenzen van vrijheid eruitzien. Of het nu gaat om een ervaring uit eerste hand in een oorlog, zoals in Rachel Lang’s Mon Légionnaire, of om traumatische gebeurtenissen vanuit de ogen van een kind, zo -

Film is een krachtig medium dat echt kan raken. Het kan een beeld geven van het verleden, tonen wat mensen bezighoudt – ook zij die niet gehoord worden – en daarmee als spiegel dienen van de maatschappij waarin we leven. Film kan vragen stellen over en antwoorden geven op complexe maatschappelijke vraagstukken. Vfonds steunt in dat kader speelfilms en filmplatforms met wie we dat belang van dialoog en reflectie delen, met name

als in Tatiana Huezo Sánchez’s Noche de Fuego. Hiermee nodigen we jong en oud uit om hun visie op de wereld en elkaar door middel van film ter discussie te stellen. Dat beogen we met hele programma: zowel provocerende als verrassende en leerzame films aanbieden en daarbij verschillende doelgroepen samenbrengen om een dialoog - en hopelijk wederzijds begrip - te creëren.’

in de vorm van een interactieve randprogrammering. Zo is er een partnership met IFFR en steunden we de educatietak en de Cameria Justitia competitie van Movies that Matter Festival. Ook ondersteunt vfonds de totstandkoming en productie van documentaires en televisieproducties als blijkt dat er een behoefte is hierover te vertellen. Wieder Gut is een mooi voorbeeld van een project die taboes uit het verleden bespreekbaar maakt.

56
‘Cultuur, en in het bijzonder film, kan in dialoog met de huidige tijd laten zien wat er speelt in de samenleving’

Jonne Arnoldussen

Wanneer veteraan Joyce van den Waardenburg dit jaar in een vol Beatrix Theater het woord neemt, raken haar woorden mij. Zij vertelt daar, tijdens ons jaarlijkse Goed Geld Gala, wat vrijheid voor haar betekent. Te kunnen zijn wie ze wil zijn. Zichtbaar te zijn samen met haar hond en mee doen aan de Invictus Games. Zo ogenschijnlijk simpel. En tegelijkertijd evenzo belangrijk en complex.

Veel organisaties werken aan een leven in vrijheid voor iedereen in de wereld. Wij steunen hen in dat werk. Vanuit verschillende invalshoeken maken zij de wereld een stukje beter. Gezonder, groener, rechtvaardiger.

De missies van de organisaties die we steunen dragen bij aan een wereld vol vrede en vrijheid. Zoals Free Press

Unlimited, die zich inzet om cruciale persvrijheid te bevorderen. Stichting Lezen en Schrijven, die laaggeletterden zelfstandigheid geeft door te leren lezen en schrijven. Leergeld Nederland, die kinderen in gezinnen die het financieel zwaar hebben helpt met middelen om onderwijs te volgen. Rutgers, die het mogelijk maakt voor vrouwen een eigen keus te maken door toegang tot veilige abortus te bieden.

En natuurlijk: vfonds. Al vele jaren steunen we het werk om democratie en rechtsstaat te stimuleren. Die steun loopt uiteen van het creëren van een herinnerings- en informatiecentrum in het Oranjehotel waar de kwetsbaarheid van vrijheid in het verleden tastbaar is gemaakt tot de uitreiking van de Nationale vfonds Kinder-

prijs waar de jeugd haar stem kan laten horen met juist een blik gericht op de toekomst. Het thema ‘Vrijheid’ is immers van alle (leef)tijden.

De wereld is gebaat bij sterke maatschappelijke organisaties. Het zijn immers die talloze mensen en organisaties die voor draagvlak zorgen en systeemveranderingen teweeg brengen met een positieve impact op de samenleving. Terwijl zij zo nodig zijn, staan ze onder druk. Het steunen van deze organisaties en de mensen die de wereld mooier willen maken staat bij ons voorop. Zij ontvangen van ons een bijdrage die zij naar eigen inzicht kunnen besteden. Geven in vertrouwen, dat is ons motto. Dat geeft hen de zo nodige bewegingsvrijheid.

Vrijheidsportret

Op pad met het #Vteam

Het loont om meer naar kinderen te luisteren. Dat maken de jonge leden van het #Vteam ons wel duidelijk. Als geen ander weten zij de kracht van ontmoeting en vriendschap in te zetten.

58

Ken jij iemand die graag lid wilt worden van het #Vteam?

Kijk hier voor meer informatie en bekijk gelijk alle video's!

Invictus Games

Een knuffel krijgen van Prince Harry; het lukte Sophia (12) tijdens de opening van de Invictus Games. De prins, zelf veteraan en oprichter van het sportevenement, maakte tijd vrij voor de kinderen van het #Vteam omdat hij het belangrijk vindt dat de jeugd wordt betrokken. “Jullie zijn de volgende generatie. Jullie weten dat het erom gaat dat je anderen helpt”, zei hij. Sophie: ‘Ik had nog nooit van de Invictus Games gehoord. Maar nu weet

ik dat het heel belangrijk is. Zo weten de militairen dat ze er ook nog steeds bij horen, ook al hebben ze een beperking. Toen de spelers werden voorgesteld op het podium zagen we ook iemand in een ziekenhuisbed. Die kon niet meespelen maar er zo toch bij zijn, dat was wel bijzonder. We hebben veel belangrijke mensen geïnterviewd: eerst prinses Margriet, toen Mark Rutte en de koning. Het allerleukst was het gesprek met Prince Harry. Toen

besefte ik het niet echt, maar hij ging op een knie zitten om op gelijke hoogte te zijn met ons. Ik vroeg hem wat hij wenst voor zijn kinderen. Dat ze opgroeien in een eerlijke en veilige wereld, zei hij. Dat vond ik mooi. Op het einde gaf hij een knuffel, dat had ik echt niet verwacht.’

59

Nijmeegse 4daagse

Daan (11) was dit jaar één van de jongste deelnemers van de Nijmeegse 4Daagse. Vier dagen lang wandelde hij elke dag 30 kilometer samen met 99 andere leden van het #Vteam. ‘Ik wandelde de Vierdaagse niet alleen omdat ik het leuk vond, maar ook om geld op te halen voor Stichting Hartekind. In januari 2021 ben ik namelijk geopereerd aan mijn hart, ben dus zelf een hartekind. 1,5 jaar later kan ik gewoon al de Vierdaagse lopen, en was ik ook nog eens kindermarsleider!

Het was heel leuk om andere kinderen te motiveren tijdens het lopen en ook gewoon heel gezellig. Of je nu voor- of achteraan loopt, er zijn altijd mensen waar je samen mee kan lopen. Namens vfonds en het #Vteam hebben we heel veel Witte Anjers uitgedeeld aan militairen en politiemensen. Hiermee laten we zien dat we de veteranen waarderen.

60

Oekraïnedag Madurodam

Kunnen we iets doen voor Oekraïne in plaats van flessen inzamelen? Dat konden ze zeker. Het #Vteam organiseerde namelijk een kinderbijeenkomst waar maar liefst 200 Oekraïense, Russische en Nederlandse kinderen met elkaar in gesprek gingen over vrede, vrijheid en de toekomst. Isabella (10) wierp zich dapper op als tolk. ‘Ik ben half Oekraïens, half Nederlands. Ik vertaal vaak dingen voor klasgenoten of kinderen uit het dorp. Tijdens de bijeenkomst kregen de Nederlandse kinderen een geel lintje om en de Oekraïense een blauwe. Ik had

allebei. Toen de burgemeester van Den Haag kwam werd gevraagd of iemand kon vertalen. Ik stak mijn vinger op. Ik was blij dat ik dit kon doen. Het is belangrijk dat iedereen elkaar kan verstaan zodat mensen weten wat er gebeurt. Zo kunnen we ze ook beter helpen. Na deze dag heb ik ook vertaald tijdens de Kinderherdenking op 4 mei in Madurodam en op Internationale Kinderdag in mijn dorp. Ik was zelfs genomineerd voor de Nationale vfonds Kinderprijs. Ik denk dat kinderen beter kunnen vertellen over hoe het is om te vluchten voor oorlog. Ouders gaan

snel alles inpakken en kinderen staan dan zo te kijken, die weten niet per se wat er gebeurt maar daarna realiseren ze het. Soms vertellen ze dat tegen mij. Dat is best wel erg. Bij ons in het dorp woont nu een drieling. Ze moesten Oekraïne verlaten en hadden alleen een tasje en hun oma bij zich. We gaan er bijna iedere dag naar toe, helpen ze en doen leuke dingen zodat ze hun huis niet te erg missen. Het is wel grappig, want ze kunnen een klein beetje Nederlands en Engels. Dus met andere Nederlandse kinderen wordt het een mix. “Hoe gaat it with joe?”

61

Airborne luchtlandingen en herdenking

Tijdens het jaarlijkse spektakel op de Ginkelse Heide interviewde Mehrzad (15) de burgemeester van Ede, parachutisten en veteranen, sommige boven de 100 jaar. ‘Dat zij met 18, 19 jaar al deelnamen aan Operatie Market Garden vind ik heel speciaal. Ondenkbaar dat ik over drie jaar aan een oorlog zou moeten deelnemen. Zij hebben gevochten voor onze vrede en vrijheid, waarbij ze veel dierbare kameraden hebben verloren. De Britse veteraan John Dennett zal ik nooit vergeten. Hij heeft zowel Market Garden als D-Day meegemaakt. Hij vertelde me dat hij tijdens de slag om Arnhem continu angstig was om te sterven. Ik besefte dat ik in

gesprek was met een onsterfelijke man, die een van de ergste veldslagen heeft overleefd. Iemand die voor ons de dood in de ogen had gekeken. De mooiste boodschap die de veteranen me gaven was dat er niks beters is dan het leven zelf en de vrijheid die ik heb om het te mogen leven. Laten we daarom hun verhalen doorvertellen, zodat we hen nooit vergeten, zodat we deze gewelddadige geschiedenis nooit meer meemaken. Laten we elkaar als medemens zien en niet als vijanden. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, welke huidskleur of religie je hebt. Je bent wie je bent, ik heb respect voor jou, heb jij ook respect voor mij?’

Al sinds 2018 bestaat het #Vteam dat samen met Kindercorrespondent Tako Rietveld is opgericht. #Vteam is de jeugdclub van vfonds en laat door vrolijke en inhoudelijke content te maken zien hoe belangrijk én leerzaam het is om de jeugd te betrekken bij thema’s als vrede, vrijheid en democratie. De jonge ambassadeurs haken aan bij diverse projecten die vfonds steunt en nemen deel aan tal van activiteiten en excursies. Zo testen ze tentoonstellingen en (oorlogs)musea en maken ze reportages van bijvoorbeeld Bevrijdingsdag, Bridge to Liberation en de Nederlandse Veteranendag. Ook organiseert het #Vteam jaarlijks een aantal eigen events. Kinderen leren zichzelf op zowel sociaal, cultureel als maatschappelijk niveau te ontwikkelen. Maar hun aanwezigheid en de filmpjes die ze maken zijn niet alleen fantastisch voor de kinderen zelf maar ook voor alle betrokken partijen. #Vteam legt nieuwe verbindingen: tussen kinderen en jongeren onderling, tussen volwassenen en jeugd en tussen organisaties.

62

Xavi Dors

Er is veel geweld in Amsterdam Zuidoost, waar ik woon. Velen voelen zich niet meer veilig in hun eigen buurt en er gaan veel filmpjes rond over jongerengeweld. Op een bepaald moment waren er vier heftige incidenten in een week. Toen ben ik naar mijn vader gestapt, ik vond het nodig om hier iets aan te doen. Wij hebben samen een plan gemaakt en uiteindelijk allerlei mensen verzameld en zo is het (voet)balletje gaan rollen. Dat was twee jaar geleden. Met de Stichting Voetballen voor Veiligheid organiseren we sinds die tijd toernooien, clinics en gastlessen voor jongeren. Dan nodigen we professionals uit om zo problemen die leven onder de jeugd bespreekbaar te maken. We werken o.a. samen met de

gemeente, scholen, politici, advocaten en bekende sporters. Maar ook met politie kijken wij hoe het contact beter kan. Veel jongeren denken dat je voor een agent moet wegrennen. Maar als ze dan samen een balletje trappen blijkt het gewoon een gezellige man te zijn. Door op een andere manier contact te maken en naar elkaar te luisteren krijgen zowel jongeren als politieagenten meer begrip voor elkaar. Het is belangrijk om je stem te laten horen. Dat doe ik fysiek – via workshops en evenementen – en via Instagram. Ik heb veel volgers en dan vraag ik, wat willen jullie deze week bespreken? Dan regel ik een digitale meeting waaraan ook weleens professionals meedoen. Zo kan ik andere jongeren bereiken. Het winnen

van de Kinderprijs geeft mij de boost om door te gaan. Om mijzelf en andere jongeren te inspireren hun leven een positieve draai te geven en ook hun steentje bij te dragen. “Jij verbindt en motiveert mensen voor een betere wereld.” Dat zei Louis van Gaal in een persoonlijke videoboodschap tijdens de uitreiking van de Kinderprijs. Dat was heel mooi om te horen. Wij jongeren zijn de toekomst. Mijn droom is dat we op een positieve en leuke manier met elkaar omgaan en dat dit soort domme geweldincidenten niet meer gebeuren. Er wordt veel te vaak de aandacht gelegd op het negatieve. Maar ik geloof echt dat als je aandacht geeft aan het positieve, dat juist het positieve gaat groeien.

Vrijheidsportret

‘De Vier Vrijheden verbinden mensen overal in de wereld’

De Four Freedoms Awards

64

Elk jaar worden de Roosevelt Four Freedoms Awards uitgereikt. Het ene jaar in de VS en het andere jaar in Middelburg. Een gesprek erover met de Commissaris der Koning van Zeeland Han Polman die q.q. voorzitter is van de Roosevelt Foundation. Tekst Koos de Wilt

In de kapittelzaal van de abdij waar voorheen de bibliotheek was van de Roosevelt Insitute for American Studies en, ter hoogte waar vroeger de boekenkasten ophielden, zijn sinds 1982 de namen geplaatst van de laureaten van de Four Freedoms Awards. Veertig jaar lang zijn hier de namen van personen en organisaties aan toegevoegd die op inspirerende wijze invulling geven aan de Vier Vrijheden van Franklin D. Roosevelt: Vrijheid van meningsuiting, Vrijheid van godsdienst, Vrijwaring van gebrek en Vrijwaring van vrees. De Roosevelt Foundation in Middelburg werkt nauw samen met het Franklin and Eleanor Roosevelt Institute om iedereen, waar ook ter wereld, te motiveren zelf invulling aan

de woorden van Roosevelt te geven. ‘Voor Zeeland is het enorm eervol om de Four Freedoms Awards te mogen organiseren’, zegt de Commissaris van de Koning van Zeeland Han Polman, voorzitter van De Roosevelt Foundation. ‘Het is voor mij de kers op de taart. Ik merk dat ook op straat. De Zeeuwen zijn er trots op.’

Het lijkt dat de prijs juist op dit moment relevanter is dan ooit nu democratie, vrede en vrijheid overal onder druk staan, maar volgens Polman is dat in de afgelopen veertig jaar altijd zo geweest. ‘Het mooie is dat het een leidraad is voor uitdagingen waar we nu voor staan, de grote en kleine. Of dat gaat over grote uitdagingen als klimaatverandering, diversiteit,

mensenrechten, sociale ongelijkheid of over vraagstukken waar bedrijven voor staan en wij allen in ons dagelijkse leven. Eleanor Roosevelt zei het al dat als de Vier Vrijheden geen betekenis hebben thuis, op school, op straat en op het werk ze dan nergens betekenis hebben. En het mooie van de waarden is dat het voorafgaat aan de vraag van het hoe. Bij het beginnen van welke vergadering dan ook is het steeds zinvol even stil te staan bij de vraag: waarom doen we dit eigenlijk? Het brengt mensen bij elkaar, het verbindt mensen.’

Franklin D. Roosevelt Waar komen de Four Freedoms Awards eigenlijk vandaan? Polman: ‘Op 6 januari 1941 sprak president Franklin D. Roosevelt een wereldberoemde State of the Union speech uit. Elf maanden voor de Verenigde Staten uiteindelijk deel zouden gaan nemen aan de Tweede Wereldoorlog had hij een visie hoe hij de wereld veiliger wilde maken. Pearl Harbor moest nog plaatsvinden en op dat moment benoemde Roosevelt al de verantwoordelijkheid van de Amerikanen om het op te nemen voor vrijheid en tegen tirannie. Hij bereidde met zijn speech zo te zeggen de

65
Koningin Juliana was bevriend met de Roosevelts en droeg de Four Freedoms Awards een warm hart toe

Amerikanen voor op het strijden in de eigen tijd en overal ter wereld. Hij noemde daarbij vier fundamentele rechten van de mens die iedereen in de wereld zou moeten hebben, vier essentiële menselijke vrijheden: mensen moesten overal in de wereld vrijheid hebben van meningsuiting, van godsdienst en gevrijwaard moeten zijn van gebrek en van vrees.’ Maar toen de president in 1945 overleed was men daar nog lang niet, zo erkent Polman: ‘De vrijheden kregen vooral na de dood van de president een fundament door de inzet van zijn weduwe Eleanor Roosevelt. Van 1946 tot 1952 was zij eerste voorzitter van de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties en door haar inspanningen kregen de vrijheden een formeel juridisch fundament toen ze werden opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Die verklaring werd op 10 december 1948 door de VN aangenomen en tot op de dag van vandaag actueel. En nu dus met een juridische basis.’

Middelburg

Wat heeft Four Freedoms Award eigenlijk te maken met de Zeeuwse stad Middelburg? Polman: ‘Dat heeft van doen met waar de voorouders van de voormalige president hoogstwaarschijnlijk vandaan kwamen. Franklin Delano Roosevelt en ook Theodore Roosevelt zijn zeer waarschijnlijk verre nazaten van de Nederlandse Amerikaan Claes Maertensz van ’t Rosevelt. De voorouders van de latere presidenten zouden uit de buurt van het plaatsje Oud-Vossemeer stammen, op het eiland Tholen, een plek die Eleanor Roosevelt in 1950 bezocht. Aangenomen wordt dat Claes omstreeks 1649 in Nieuw-Nederland aankwam en zich op Manhattan vestigde waar hij een groot stuk land met boerderij kocht. Die geschiedenis werd doorgegeven. Roosevelt was geboren en woonde later met zijn vrouw in Hyde Park, een plaatsje in de staat New York. Ik ben daar een keer geweest en in alles straalt dat huis Zeeland uit. In 1933 legde Franklin D. Roosevelt de eed van het presidentschap af op de Zeeuwse Statenbijbel van zijn voorouders.’ Maar er komt nog iets bij,

zegt Polman: ‘In 1982 was het tweehonderd jaar geleden dat Nederland als eerste staat in de wereld de VS als land erkent. Het was op dat moment ook zo dat William van den Heuvel, voormalig ambassadeur van de VS bij de VN en sinds 1984 voorzitter van het Franklin and Eleanor Roosevelt Institute, ervoor pleitte dat in Middelburg om en om met de VS de prijs zou moeten worden uitgereikt. Dat versterkt de legacy van het gedachtegoed.’

Bekend en onbekend

Opvallend is dat er zeer bekende namen bij staan die hier in Middelburg werden gelauwerd, maar ook namen die voor veel mensen onbekend zijn. Polman: ‘We kijken bij de Roosevelt Foundation daadwerkelijk naar de daden van mensen, inspanningen die over meerdere generaties hun invloed hebben. Het gaat ons niet zozeer om de klinkende namen, maar om hun daden en wat die op de lange termijn voor anderen betekenen. Belangrijk daarbij is dat we de laureaten een extra duwtje in de rug kunnen geven en ze motiveert door te gaan met hun goede werk. Dat deden we veertig jaar geleden in de aanloop naar de val van muur na de Koude Oorlog en dat gold nu op het moment dat de Russen Oekraïne binnenvielen. Het opmerkelijke is dat een paar mensen die een Nobelprijs wonnen in Oslo eerst al, toen hun naam nog niet was gemaakt, laureaat waren bij de Four Freedoms Awards in Middelburg. Dat geldt voor de Pakistaanse kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai, de Filipijnse journalist Maria Ressa en bijvoorbeeld de Congolese gynaecoloog en expert op het

Om het gedachtegoed van Roosevelt ook bij nieuwe generaties verder te verspreiden steunt vfonds een mooi programma in aansluiting op de Four Freedoms ceremonie. Het doel: het bekender maken van de Four Freedoms en de nalatenschap van Roosevelt, en jongeren inspireren om over de vrijheden na te denken en er iets mee te doen. Samen met Stichting Vrijheidscolleges organiseert de Roosevelt Foundation na afloop van de uitreiking een Meet-up waar jongeren met de laureaten en zo -

vlak van seksueel geweld in conflictgebieden Denis Mukengere Mukwege.’

Gewone mensen

De ontmoeting met mensen die worden gelauwerd om hun daden zijn voor de Commissaris der Koning bijzonder. Polman: ‘Wat mij in persoonlijke contacten opvalt, is dat de mensen die in staat zijn grote dingen te doen steeds ook gewone mensen blijken te zijn. Ik weet nog dat Malala zei dat ze niet op tijd kon zijn voor de uitreiking omdat ze nog op school zat en geen vrij had. We hebben toen een vliegtuigje geregeld en haar ouders en broertjes opgehaald. Ze vertelde vervolgens in haar speech erover dat ze de keuze had niets te doen en dan het gevaar te lopen neergeschoten te worden of op te staan en dan ook het gevaar te lopen doodgeschoten te worden. Bijzondere woorden. Maar in het contact was ze ook een gewoon schoolmeisje. Zo hoopte ze dat haar broertjes zich zouden gedragen tijdens de ceremonie en ik weet ook nog dat we op de boulevard van Domburg liepen en ze over zee wees en zei: “That’s where I live now.” De laureaat van 2022, Svetlana Tichanovskaja, is ook gewoon een moeder en een echtgenote van een man die in de gevangenis zit. Maar ze zegt ook: “Ik heb geen keuze. Ik moet doen wat ik doe. Het is de enige manier om mijn verdriet om te zetten in iets dat helpt, voor mezelf en voor anderen.” Dat maakt indruk, al was het maar omdat ik ook gewoon vader ben.’

genoemde Vrijheidssprekers in gesprek gaan over hun visie op vrijheid. Ook is er een scholentour verbonden aan de Meetup. Tijdens deze lessen gaan scholieren vooral actief aan de slag: ze gaan in gesprek met elkaar en een Vrijheidsspreker, verdiepen zich in de laureaat en reflecteren op hun eigen handelen: wat vind ik belangrijk aan vrijheid en wat vinden anderen eigenlijk? Hoe kan ik daarnaar luisteren en mij toe verhouden?

66

Wat laureaten zeiden over hun vrijheden

Prinses Juliana in 1982

Realistisch idealisme

een Koude Oorlog en militaire bondgenootschappen. Ook stelde ze dat productie-inspanningen beter zouden kunnen worden gebruikt aan ontwikkelingsprojecten in arme landen dan aan het opvoeren van de bewapeningswedloop. Ze zette zich ook af tegen het denken in machtsblokken en stelde het menselijk welzijn en de humanitaire beginselen hoger te achten dan de nationale en internationale defensie. Hoe idealistisch de woorden van Juliana ook waren, ze verwees impliciet naar de kern van de Vier Vrijheden, zoals geformuleerd door wijlen president Roosevelt, een man die in zijn leven reële veranderingen heeft aangebracht in het leven van Amerikanen en de wereldbevolking. In 1982, twee jaar nadat Juliana afstand had gedaan van de kroon, kreeg de prinses de For Freedoms medaille als een combinatie van verdiensten en persoonlijke waardering. Eleanor Roosevelt had veel waardering voor de ideeën van prinses Juliana over zaken als pacifisme, de plaats van de vrouw in de samenleving en geloof. Deze hebben een voorbeeldfunctie gehad, vond ook het Franklin en Eleanor Roosevelt Institute.

De verantwoordelijkheid van elk individu

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef het prinselijk gezin van prinses Juliana, prins Bernhard en hun kinderen in Canada. Het was in die periode dat er een hechte vriendschap ontstond tussen de prinses en de presidentsvrouw Eleanor Roosevelt. De toekomstige koningin was een veel geziene gast in het White House en in Hyde Park, het thuisverblijf van de Roosevelts. Na de dood van FDR in 1945 bleven Eleanor en Juliana hecht, ook toen Juliana koningin werd in 1948. En paar jaar later, op 2 april 1952, sprak de jonge koningin in Washington het Amerikaanse Congres toe. De politiek, de diplomatie en het bedrijfsleven waren op dat moment niet gerust op de pacifistische toon die het staatshoofd waarschijnlijk zou gaan aanslaan midden in de Koude Oorlog. Maar de toespraak bleek een groot succes. Ze sprak uit dat ze de boodschap van de vrede hoger achtte dan

67
Nelson Mandela in 2002

Nelson Mandela probeerde op zijn eigen simpele wijze een leven te leiden en daarmee een verschil te maken in het leven van anderen, zo zei Mandela nederig in zijn dankspeech bij de uitreiking van de Four Freedoms medaille. Een behoorlijk understatement van de Afrikaanse leider die op dat moment al in de tachtig was en een onwaarschijnlijke carrière had gehad. In zijn dankwoord liet Mandela zien wat de rol van ons allen is in een wereld waar er nog zoveel moest worden gedaan voor we zouden zijn aanbeland bij de wereld die Franklin en Eleanor Roosevelt voor ogen stond. De laureaat vertelde over hoe mooi de waarden zijn waar de Four Freedoms Awards voor staan, maar ook over hoe ver die lijken af te staan van de wereld waar er zo veel armoede is en waar onderwijs en gezondheidszorg en een dak boven je hoofd voor zo veel mensen in de wereld nog verre van een vanzelfsprekendheid zijn. Dit in een wereld waar we de mogelijkheid hebben de wereld te voeden, te kleden, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg te geven. En toch doen we het nog niet, zo hield Mandela zijn toehoorders voor. Communicatie -

Geen kwestie van keuze

technologie heeft ervoor gezorgd dat we ons niet meer kunnen verschuilen achter onwetendheid over de behoefte en het lijden van mensen waar ook ter wereld, zo zei Mandela. De voormalig leider van Zuid-Afrika wees ook op hoeveel geweld en conflicten er overal in de wereld nog zijn, zowel in Afrika als in Europa, zo net na de oorlog in het voormalige Joegoslavië. Als Mandela zijn dankwoord uitspreekt, is het ook niet lang na 9/11 waarbij religieuze intolerantie een nieuwe impuls had gekregen en waarbij geconstateerd moest worden dat de globalisering niet voor een eerlijkere verdeling van de welvaart had gezorgd. Toch gaf de hoogbejaarde Mandela niet op, behield hij hoop en zag hij een rol voor ieder individu. Het Franklin en Eleanor Roosevelt Instituut geeft het individu een duwtje in de rug om op eigen manier te werken aan een betere wereld. En die actie vereist moed, zo wist Mandela als geen ander. Hij citeerde daarbij Shakespeare: ‘De lafaard sterft vele malen voor hij sterft, de dappere proeft de dood niet meer dan eens.’

In mei 2020 had haar man Siarhei het plan zich kandidaat te stellen voor het presidentschap, maar werd gearresteerd door het regime in Wit-Rusland. Svetlana Tichanovskaja herinnert zich dat ze wakker werd en niet onder de dekens uit wilde komen, zo zei ze tijdens het uitspreken van haar dankwoord bij het krijgen van de Four Freedoms medaille. Ze was vol angst en wanhoop en toch besloot ze zich in te schrijven als kandidaat voor het presidentschap, in plaats van haar man. Uit liefde, zo sprak ze uit, en

ook uit solidariteit en uit woede. Ze leerde van de Wit-Russische filosoof Uladzimir Matskievich, die nu een van de vele duizenden is die achter de tralies zit, om de dingen bij hun echte naam te noemen. Daar gaat het bij vrijheid om, zo zei de dissidente. Door dingen bij hun naam te noemen zet je de volgende stap en handel je met je woorden. Vrijheid betekent zelfopoffering. Niet alleen lijden, maar moedig handelen.

Tichanovskaja zei verder tijdens haar dankwoord dat de wereld niet echt begrijpt wat de regimes in het Kremlin en Minsk werkelijk zijn. Angst, onverschilligheid en economische belangen maken blind. Deze regimes zijn absoluut kwaad en zijn gebouwd op afgunst, onmenselijkheid en geweld. Ze slepen ons mee naar het verleden, en als we zwijgen, laten ze een woestijn achter. Dit kwaad groeit als een ziekte en houdt niet op in Wit-Rusland en Oekraïne. Nederland is maar 2,5 uur vliegen van Oekraïne of Wit-Rusland, zo hield Tichanovskaja haar toehoorders voor. Praten met deze regimes heeft geen zin, volgens haar. Geweld is het einde van elke dialoog. Ze citeerde president Franklin Roosevelt daarbij: ‘Degenen die essentiële vrijheid zouden opgeven om een beetje veiligheid te kopen, verdienen vrijheid noch veiligheid. Vrijheid en overleven zijn alleen dan mogelijk als we voor beide kiezen.’ Je hebt geen keuze, volgens de laureaat: ‘We kunnen dictators geen geschiedenis laten maken, omdat geschiedenis –en toekomst – van ons is.’

68
Svetlana Tichanovskaja in 2022

Kameraden onder mekaar

Een veteranenreünie, wat houdt dat in?

Jaarlijks vinden er tientallen reünies plaats op kazernes door heel Nederland. Bijeenkomsten waar actief dienende en post-actieve veteranen van een bepaalde eenheid of missie samenkomen. Geen publiek vertoon maar ‘kameraden onder mekaar’. Wat doen ze daar precies? Waar praten ze over?

We mochten kijken bij de jaarlijkse reünie van de VVV GFPI (Vereniging van Veteranen Garderegiment Fuseliers Prinses Irene). Een dag vol zon, tradities, positiviteit en herinneringen.

Tekst Renee Middendorp

69

Zo’n 300 reünisten worden verwacht op legerbasis Oirschot. Veteranen van de fuseliers*, die onder het invasiekoord* op uitzending zijn geweest. Vijf bataljonsuitzendingen in totaal, waarvan Afghanistan de laatste. Achter de schermen is het bevlogen bestuur druk in de weer geweest om alle puntjes op de i te zetten. Binnen het Commando Landstrijdkrachten vormen de fuseliers een bijzonder infanterieregiment. Het is een Garderegiment met Britse wortels, die voortkomen uit de Tweede Wereldoorlog. Het vaandel – vroeger het ijkpunt op het slagveld – is de belangrijkste herinnering daaraan en heeft een symboolfunctie bij iedere belangrijke gelegenheid, zo ook vandaag.

10.00 uur

De kazerne ligt er stil bij; het herdenkingsmonument – voorzien van een nieuwe plaquette – staat sereen op de plaats, een klein groepje heeft zich verzameld voor het bioscoopgebouw. Bij binnenkomst wachten regimentsvrijwilligers Melanie en Claudia op de komst van de reünisten om hen te verwelkomen met consumptiemuntjes en een joviale begroeting.

10.30 uur

De groep voor het bioscoopgebouw blijkt te horen bij Battle Group 2. Ze kennen elkaar van hun uitzending naar Uruzgan in 2006/2007, waar ze als onderdeel van de Nederlandse eenheid aldaar deel uitmaakten van Task Force Uruzgan. Speciaal voor hen is een apart moment georganiseerd. In de filmzaal geeft hun toenmalige commandant een presentatie over hun tijd in Afghanistan en de situatie nu. Dat wordt gewaardeerd. ‘Even het verhaaltje horen van hoe het daar nu is,’ licht iemand toe. ‘Hoe dingen zijn gegaan, waarom bepaalde beslissingen zijn genomen. Er zijn mensen die hebben moeten vechten voor hun leven, waar de kogels om de oren vlogen. Bij een uitzending na ons reed een van onze collega's op zo'n tyfusding en zit nu zonder onderbenen in een rolstoel. Wij hebben met ons peloton enorm mazzel gehad dat er niemand is doodgegaan.’

11.00 uur

Onder het genot van een appelflap en kop koffie schudden de eerste reünisten elkaar de handen in het K.E.K. gebouw. De sfeer is gemoedelijk. Bestuurslid Sven van der Haas: ‘Het is echt dat regimentsgevoel, en elkaar weer terugzien. Veel zijn civiel geworden maar die vinden het leuk om eens in de zoveel tijd weer even deel uit te maken van de kazerne, het militair zijn.’

10.00 10.30 11.00

70

11.50 uur

Battle Group 2 heeft zich aangesloten bij de rest van de oud-strijders en iedereen loopt naar de appélplaats. Onderweg lopen we langs regimentsmess Congleton*, waar een stilteruimte is ingericht voor gesneuvelde regimentsgenoten. Er staan verschillende lijstjes met namen opgesteld. Steeds meer namen van veteranen uit de Tweede Wereldoorlog en Indië. Maar ook jongere veteranen die het bataljon dienden. Sommige zijn vrijwillig uit het leven gestapt. ‘Als je die lijsten ziet schrik je toch even hoeveel dat er zijn in de afgelopen twee jaar.’ Deze zin zal vaker worden uitgesproken die middag.

Frans van der Meeren en Max Wolff zijn veteranen van de Irenebrigade uit de Tweede Wereldoorlog. Met brede glimlach vraagt de 95-jarige Max of er ook even een foto van de delegatie van de oude veteranen op de voorste rij gemaakt kan worden. Op de achtergrond stellen alle regimentsleden zich op. De uniforme houding niet verleerd, maar dan wel in burgerkleding.

Nieuwe fuseliers krijgen hun koord uitgereikt door de oudere veteranen en soms door gewonde regimentsgenoten. Sven: ‘Het klinkt misschien banaal, maar dat koord verbindt enorm. Zo wordt de geschiedenis tastbaar en maken we zichtbaar wat verbinding is, door de generaties heen.’

12.45 uur

‘Vaandelwacht…voorwaarts….mars!’ De ceremonie die normaal gesproken ‘bol staat van traditie’ zal vandaag eenvoudig gehouden worden. Maar wel met vaandelwacht erbij, herkenbaar in het rode pak. Voorzitter van de vereniging, Brigadegeneraal Roland de Jong, spreekt de aanwezigen toe. ‘Nog te vaak wordt gedacht dat veteranen oude mensen zijn en weet men domweg niet dat een soldaat van 18 of 19 die op uitzending is geweest daar ook bijhoort. Ons vaandel gaat niet alleen over gevechtsoperaties van meer dan 70 jaar geleden. Tijdens de Nederlandse Veteranendag heeft onze koning het nieuwe vaandelopschrift uitgereikt naar aanleiding van de missie in Afghanistan. Eenieder die onder de vlag heeft gediend heeft daaraan bijgedragen en mag trots zijn en zeggen: “dat hoort ook bij mijn werk”.’

13.00 uur

Dat de vereniging de veteranenbeleving wil verjongen blijkt ook uit de kranslegging. Behalve de regimentscommandant en de Jong zelf, is er nu ook een jonge veteraan bij. Na een minuut stilte en het Wilhelmus kan iedereen uit de houding. ‘Als je daar zo met z’n allen

71
11.50 12.45 13.00

staat en het volkslied komt, ja dat raakt me wel,’ zegt een jonge Afghanistan-veteraan later.

13.15 uur

Er worden groepsfoto’s gemaakt en sommigen brengen een bezoekje aan het museum. Oude uniformen, eremedailles, wapens en foto's geven een beeld van de lange geschiedenis van het regiment. Sven: ‘Als je dat niet hebt dan ben je je historie kwijt. Op deze manier blijven jonge militairen op de hoogte van de geschiedenis en tradities van hun regiment; dat dragen ze vervolgens mee.’ Twee mannen staan bij oude foto’s uit voormalig Nederlands-Indië. ‘Dit is mijn maatje, we hebben allebei op West-Java gezeten, hetzelfde ervaren. We zijn de enige twee nog van het regiment. Op zo’n dag als vandaag ontmoet je jonge veteranen. Dat is voor ons ook leuk.’

13.30 uur

De oud-strijders praten bij onder het genot van een nasimaaltijd terwijl de jongere veteranen een tiental barbecues bemannen. Voor de kinderen is een springkussen geregeld. Het voelt als een grote familiebijeenkomst. Overal staan groepjes met elkaar te kletsen en er wordt veel gelachen. Sommigen hebben elkaar jaren niet gezien. ‘Ik ben al 10 jaar uit dienst. Maar het laat je nooit helemaal los. De herinnering en bepaalde normen en waarden neem je altijd mee.’

Sommige reünisten hebben hun familie meegenomen en geven aan dat ze het belangrijk vinden dat ook zij zien wat ze hebben meegemaakt, ook al is het lang geleden. Bestuurslid Andy van Dijk: ‘Dat moedigen we ook aan. Neem je partner mee: op zo’n reünie horen die ook weer verhalen, kunnen ze erover praten. Zo kleinschalig moet het zijn.’

15.00 uur

Zes mannen die elkaar kennen van hun missie in Uruzgan halen herinneringen op. ‘We hebben altijd een goede band gehad als peloton. Je hebt natuurlijk wat meegemaakt samen. Op zo’n reünie zie je elkaar nog een keer.’ Of ze zich ook veteraan voelen? De een wel, de ander niet. ‘Die rol moet je ook een beetje passen, daar moet je raakvlakken mee hebben. Dat ik hier ben vandaag is meer door groepsdruk, haha. Altijd last van gehad.’’

De lijst met overleden regimentsgenoten komt weer ter sprake. Sommigen waren er van geschrokken. Andy: ‘Zo’n dag en vooral de gesprekken met kameraden kunnen heftige emoties oproepen. We hebben

72
13.15 13.30

het goed geregeld in Nederland, maar wel op voorwaarde dat ze ons weten te vinden. Er zijn nog steeds zorgmijders en mensen die met de Nuldelijnsondersteuning – dat inmiddels regionaal in plaats van lokaal geregeld is – niet worden bereikt.’ Sven: ‘Het praat veel makkelijker als je elkaar kent. En je begint ook te praten over de mensen die er niet zijn. Iedereen heeft wel een connectie ergens. Je hoort direct: dat gaat goed of daar moeten we iets gaan doen. Een jongen die de alertheid na zijn missie moeilijk los kon laten en overal gevaar zag had hulp nodig. Hij ervoer een constant gevoel van alertheid en scherp moeten blijven. Door de constante adrenaline sliep hij al jaren heel weinig en had hij veel herbelevingen. Fuseliers hebben een crowdfunding actie opgezet om een hulphond voor hem aan te schaffen. Na twee weken was het bedrag al bereikt en hebben hond en baasje elkaar snel gevonden.’ Andy: ‘Dat is de essentie van een reünie. Dat je in kleine clubjes iemand weet te vangen en kan zeggen: kom erbij, pak een biertje, beetje vlees schroeien.’

*Woordenlijst

Fuseliers: In Congleton (GB) vond tijdens de Tweede Wereldoorlog de oprichting van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene plaats. De ‘fuseliers’ zijn te herkennen aan het regimentsembleem, het invasiekoord en het vaandel.

Garderegiment: Vroeger hadden veel Europese staatshoofden een speciaal keurkorps. Die ‘garde’ trad op als hun lijfwacht. De Grenadiers en Jagers vervulden deze rol al op informele wijze sinds 1829. Vanaf 1948 beschikt de Koninklijke Landmacht formeel over garderegimenten. De parate militairen vervullen vooral ceremoniële diensten, bijvoorbeeld tijdens de opening van de Staten-Generaal op Prinsjesdag of bezoeken van een buitenlands staatshoofd of regeringsleider.

Invasiekoord: Een persoonlijke onderscheiding voor de Irenemannen die vanuit Engeland - via Normandië - Nederland hadden bevrijd in

Nederland telt bijna 105.000 veteranen. Ingezet namens Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, in Nederlands-Indië, Nieuw-Guinea maar ook recentere vredesmissies zoals Bosnië, Irak, Afghanistan en Mali. Zij delen een indrukwekkende ervaring met elkaar. Het is belangrijk dat veteranen elkaar kunnen ontmoeten en daarom werken het Ministerie

van Defensie en vfonds samen om dit te ondersteunen. Vfonds stamt af van een organisatie die is opgezet door veteranen na WOII. Jaarlijks maken we een vast budget vrij voor het organiseren van reünies. Om in aanmerking te komen voor een subsidie zijn er richtlijnen opgesteld, waaronder het lidmaatschap bij het Veteranen Platform. Omdat we ook veel waarde hechten aan

1945. Nu verbindt het koord iedereen die onder het vaandel dient of heeft gediend.

Nuldelijnsondersteuning: Soms hebben veteranen of hun relaties behoefte aan een steuntje in de rug. Deze steun kunnen ze krijgen van een collega-veteraan die hiervoor een speciale training heeft gevolgd. Zo nodig wijzen ze de weg naar professionele hulp. Het Veteranen Platform is verantwoordelijk voor het beleid, het Nederlands Veteraneninstituut regelt de uitvoering.

Regimentsmess Congleton: De plek op de kazerne waar mensen, tradities en de geschiedenis van het regiment samenkomen. Naast een huiskamer wordt het gebruikt als stilteruimte en worden er saamhorigheidsactiviteiten, recepties, lezingen en reünies gehouden.

Lees alles over het garderegiment op www.fuseliers.nl/st-bg

de rol van de partner, als steun en toeverlaat, kan de lid-organisatie eveneens een bijdrage aanvragen voor partnerdeelname. Ieder jaar steunt vfonds tientallen reünies. Ieder met een eigen, persoonlijke invulling. Gelukkig zien we dat er steeds meer reünies worden georganiseerd en we hopen dat organisaties ons steeds meer weten te vinden.

73

Het belang van eten voor vrede en vrijheid

Samen eten brengt ons dichter bij elkaar

74

Als er eten is, zijn maaltijden de gelegenheid om bij elkaar te komen, om vrede te stichten en te vieren. Gebrek aan voedsel is een bron van veel ellende en oorlog. Hoe eten ons bindt.

Eten is veel meer dan je maag volstoppen om vervolgens verder te gaan met je werk en leven. Voor de filosoof Immanuel Kant (17241804), was de maaltijd het hoogtepunt van de dag. In zijn Pragmatische antropologie (1798), heeft de verlichtingsfilosoof het erover dat het makkelijker is in harmonie met elkaar te leven als we op regelmatige basis een goede maaltijd delen in combinatie met een goed gesprek. Eten moeten we meer op waarde schatten, als een manier om tot elkaar te komen en met elkaar in gesprek te zijn. In heel Nederland worden daarom op 5 mei door Nationaal comité 4 en 5 mei zogenaamde Vrijheidsmaaltijden georganiseerd. De kern van dit initiatief is een bijzondere ontmoeting aan de eettafel, waarbij de gasten over vrijheid en onvrijheid spreken. Speciaal voor de maaltijd maakte culinair schrijver Nadia Zerouali afgelopen jaar het recept voor de Vrijheidssoep: Harira. De gebonden, rijkgevulde soep vindt zijn oorsprong in Afrika en heeft als belangrijkste ingrediënten tomaten, kikkererwten, linzen en selderij. ‘Deze soep is bedoeld om te delen. Je kunt de soep absoluut niet in een kleine hoeveelheid maken, iedereen moet ervan kunnen eten.’ Voor de schrijfster gaat het bij eten dan ook veel verder dan jezelf voeden. ‘Praten gaat makkelijker met eten. Als je met elkaar eet, ben je geen vreemden meer voor elkaar. Je geeft de ander een teken van vertrouwen.’

Zerouali staat niet alleen in de betekenis die ze aan koken en eten geeft. Volgens Harvard professor Richard Wrangham vormde koken een essentiële sprong in de menselijke evolutie. Gekookt eten geeft meer energie en daarom was er, met dezelfde hoeveelheid eten, meer voedsel beschikbaar dat eenvoudiger en beter te verteren was. Volgens de Harvard-professor veranderden hierdoor niet alleen onze hersenen, maar ook onze

tijdbesteding en ons sociale leven. Aangezien jagen hoofdzakelijk een mannenactiviteit was, namen vrouwen het koken op zich. En leven rond een kampvuur en de bereiding van voedsel deed een nieuwe sociale structuur ontstaan. Het gezamenlijk koken creëerde een groepsverband dat nuttig was tegen gevaren die de mens bedreigden. We gingen voor elkaar zorgen en door dat groepsleven is de intelligentie van de mens gaan evolueren. Door te koken werden we dus een slimmer en socialer wezen.

Ook de Nederlandse corporate antropoloog Danielle Braun, die organisaties graag vergelijkt met stammen en leiders met opperhoofden, ziet dat er wat bijzonders gebeurt als mensen met elkaar eten. ‘Samen eten is vertrouwen’, zegt de auteur van het managementboek van het jaar 2016 De Corporate Tribe. ‘Voor ons tribale oerbrein en onderling vertrouwen is er niks zo werkzaam als samen eten. Ons oerbrein registreert samen eten als ultieme vertrouwensband. Wie niet meer samen eet, heeft niet meer lief.’

Eten om te vieren Het belang van samen eten als een manier om te ontwikkelen als sociaal wezen en het besef dat, als het er niet zou zijn, we snel kunnen worden ontaarden in verschrikkelijke wezens heeft ons ertoe aangezet eten te vieren. Maaltijden horen daarom bij huwelijken, bij politici die elkaar ontmoeten en bij religieuze en rituele gebeurtenissen. Samen eten doen we ook als we door een moeilijke tijd zijn gekomen.

Honger maakt ons vijanden Eten, en vooral het gebrek eraan, bepaalt voor een belangrijk gedeelte de geschiedenis van de mens. En dat kun je voor een deel sturen. Door magen te

75

vullen, houd je je volk onder controle. Hoe belangrijk voeding is als het gaat over oorlog en vrede, vertelt ook het boek The Taste of War van de Britse historica Lizzie Collingham. Volgens de schrijfster speelde de voedselproductie en -distributie een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. In totaal stierven zo’n twintig miljoen burgers waarvan heel veel door honger en aanverwante ziekten. Een cijfer dat overeenkomt met de 19,5 miljoen militaire doden. De crisis eind jaren twintig en in de jaren dertig van de vorige eeuw had tot voedseltekorten geleid die de diverse landen stuk voor stuk op hun eigen manier probeerden te bevechten. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten bijvoorbeeld deden dat door vrije handel, door het opengooien van de grenzen. Duitsland en Japan daarentegen

wilden zelfvoorzienend worden waardoor ze steeds op zoek moesten naar meer land om hun bevolking te kunnen voeden. Deze politiek moest wel leiden tot oorlog. De Duitsers, zo legt Collingham uit, hadden van de Eerste Wereldoorlog geleerd dat ze de oorlog verloren hadden doordat de bevolking en soldaten waren uitgeput door honger. Niet de strijd, niet het morele gelijk, niet de ideologie of de gebruikte wapens, maar het al of niet aanwezig zijn van voldoende voedsel was de sleutel om de oorzaak en het verloop van de oorlog te verklaren. De les voor Hitler was dan ook: wij gaan deze oorlog winnen door anderen uit te hongeren en de voorziening van ons eigen voedsel voorop te stellen. Hitlers strijd om de suprematie was ook een zoektocht naar Lebensraum - een naziterm

Vrijheidsmaaltijden

Dat eten verbindt en bijzonder waardevolle gesprekken oplevert is te zien tijdens de jaarlijkse Vrijheidsmaaltijden. Deze worden jaarlijks op 5 mei in buurthuizen, scholen en op andere evenementen door heel Nederland en in het Caribisch gebied georganiseerd. De kern is een bijzondere ontmoeting aan de eettafel, waarbij de gasten over (on)vrijheid spreken. Thema’s waar je niet dagelijks bij stilstaat en waar je bij uitstek op Bevrijdingsdag aandacht aan kunt geven.

Op het Lange Voorhout in Den Haag stond dit jaar een 120-meter lange tafel gedekt. In Noord-Brabant reed een ouderwetse soepkar rond waar vele mensen op afkwamen. Ook op Curaçao, Saba, Aruba, St. Maarten en Bonaire werd tijdens 26 maaltijden stilgestaan bij vrijheid. Zo organiseerde Fundashon Un bon hoben pa un Bon Famia een Vrijheidsmaaltijd

voor jongeren uit Fuik, een buurt op Curaçao. De stichting heeft grote invloed op de sfeer en het welzijn in de wijk. Ook vond er een Vrijheidsmaaltijd plaats op de Marine Kazerne Suffisant. Na een bezoek aan een tentoonstelling over de Tweede

Wereldoorlog werden militairen en bezoekers voorzien van een kopje Vrijheidssoep. Vfonds heeft de ambitie om de Vrijheidsmaaltijden nog breder te verankeren in Nederland en wil hierin samen optrekken met het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

76

waarmee werd aangegeven dat het overbevolkte Duitsland nieuwe gebieden ('levensruimte') nodig zou hebbenen daarmee naar voedsel. In 1942 beschreef hij de oorlog zelf als ‘een strijd om voedsel, een strijd om de basis van het leven, om de grondstoffen die de aarde biedt’. Hij viel Rusland binnen met de bedoeling een ‘Europees Californië’ te creëren dat zo overvloedig is als het Amerikaanse westen. Die ambitie slaagde niet.

Ook de huidige strijd in Oekraïne is er een waarbij voedselproductie en -distributie een cruciale rol speelt. Niet alleen in Oekraïne zelf, maar veel verder dan dat. Door te kijken naar voedselproductie en –distributie wordt wereldgeschiedenis geschreven. Ten goede en ten slechte. Als het er niet is, dan is de ellende vaak niet te overzien en

leidt dat tot revoluties en dood. Maar eten en koken zijn ook de belangrijkste drijvers geweest van het bij elkaar brengen van mensen. Door samen te eten komen we tot elkaar, stichten we vrede en herinneren we hoe we elkaar hebben gered. Alle reden om vrede te vieren met maaltijden. Manieren te vinden om bij elkaar te komen om nog meer vrede te bereiken, met elkaar.

Frietje Vrede

Een patatje oorlog, wie kent het niet. Maar waar komt die vreemde naam eigenlijk vandaan? Chefkok Pierre Wind, co-auteur van het boek Patatje oorlog: “Veel mensen denken dat het stamt van de koloniale oorlog in Nederlands-Indië, en die link is heel begrijpelijk alleen pindasaus deed pas later zijn intrede. De naam staat heel simpel voor ‘puinhoop op je bord’.” Lukraak rondstrooien met een term die zo beladen is vinden veel mensen niet (meer) kunnen. Daarom kwam vfonds met een idee. De Invictus Games was het moment van betekenisvolle ontmoetingen. Om daar samen bij stil te staan en tegelijkertijd de magen te vullen werd er een vette hap met een boodschap bedacht: een patatje zonder oorlog. Maar daarmee was oorlog nog niet uit de naam… Was dit wel zo gepast?

Op het sportevenement waren duizenden mensen die zelf van dichtbij oorlog hebben meegemaakt. En nog geen twee maanden daarvoor was de oorlog in Oekraïne uitgebroken. Willen we oorlog op deze manier in de mond nemen? Daarom doopten we

het om tot Frietje Vrede. Met de frietzak in de hand vonden er die dag bijzondere gesprekken plaats en kwamen we samen in actie voor de mensen in Oekraïne: van ieder verkochte zak ging 50 cent naar GIRO 555.

77

HOUD JE ERFGOED LEVEND

Op 1 december 2022 lanceerde vfonds het programma Houd je erfgoed levend. Dit programma, ter waarde van 3 miljoen euro, is tot stand gekomen met steun van het Ministerie van VWS en biedt mensen uit de Indische, Molukse en Papoea gemeenschap de mogelijkheid om geld aan te vragen voor een project over hun rituelen, tradities en andere culturele uitingen. Waarom is dit belangrijk en waarom nu?

78

In de jaren na het uitroepen van de Republik Indonesia in 1945 kwamen honderdduizenden mensen met een Indische of Molukse achtergrond naar Nederland*. De ervaringen van deze diverse gemeenschap kenmerken zich door tal van gebeurtenissen, uiteenlopende perspectieven en ervaringen door tijd en ruimte. De geschiedenis van Nederlands-Indië, vooral de periode tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, is ingewikkeld. Voor veel eerste en tweede generatie Indische Nederlanders is het omgeven door pijnlijke emoties en herinneringen en is het moeilijk hierover te praten. Dit betekent helaas ook dat hun geschiedenis en de cultuur bij hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen relatief onbekend is.

Aandacht voor Nederlands-Indië

Los van auteurs die in hun werk aandacht hadden voor hun Indische roots, zoals Hella Haasse, Adriaan van Dis of Marion Bloem, of door bijvoorbeeld af en toe rijsttafel te bestellen in een restaurant, kwamen ook veel niet-Indische Nederlanders nauwelijks in aanraking met Indische cultuur en geschiedenis. De afgelopen decennia groeit echter langzaam het besef dat de Indische geschiedenis een onlosmakelijk onderdeel is van de vaderlandse geschiedenis. De overheid is het gesprek aangegaan met de gemeenschap om vorm te geven aan een collectieve erkenning voor wat zij heeft meegemaakt en om dankbaarheid te tonen voor wat zij betekent voor Nederland. In 2020, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië, heeft het kabinet hiervoor een éénmalig bedrag van twintig miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit bedrag is bedoeld voor vier thema’s die deze gemeenschap belangrijk vindt. Eén daarvan is het thema ‘Erfgoed’. Vfonds is een van de aangewezen organisaties om het geld een bestemming te geven.

*Repatriëring 1945-1968

Op 17 augustus 1945 roept Soekarno de Indonesische onafhankelijkheid uit. De Nederlanders willen de kolonie Nederlands-Indië behouden en er wordt hard opgetreden. In 1949 wordt onder druk van de internationale gemeenschap het bestuur dan toch overgedragen aan de Indonesische overheid. Alle Nederlandse staatsburgers moeten kiezen tussen de Nederlandse of Indonesische nationaliteit. Een groot dilemma, met name voor de Indische Nederlanders. In totaal zullen ongeveer 300.000 Nederlanders en Indische Nederlanders naar Nederland repatriëren en migreren. Enkele duizenden besluiten echter om Nieuw-Guinea (nu: West-Papoea) als nieuw thuisland te

‘Houd je erfgoed levend’

Vanuit zijn missie heeft vfonds in de afgelopen jaren al verschillende projecten gesteund van Indische organisaties die recht doen aan de talloze nog onbekende geschiedenissen, tradities en verhalen. Dankzij het vertrouwen en de steun van het Ministerie van VWS kan vfonds hier verder in gaan en voert het sinds 1 december 2022 de tijdelijke regeling Houd je erfgoed levend uit. Het is anders van aard dan de gebruikelijke regelingen vanwege de bijzondere en expliciete focus: het Indisch, Moluks en Papoea immaterieel erfgoed in Nederland zichtbaarder maken en bewaren voor toekomstige generaties. De regeling werd samen met het Ministerie van VWS gepresenteerd op de Tong Tong Fair in Den Haag. Bij uitstek een geschikte locatie, aldus festivaldirecteur Siem Boon. ‘De Tong Tong Fair is de oudste en grootste koempoelan (bijeenkomst) van Indische mensen in Nederland en daarbuiten. Naast een brede groep Indische mensen trekt het ook veel niet-Indische mensen die belangstelling hebben voor Indische cultuur en erfgoed. De decennialange, jaarlijkse regelmaat heeft eraan bijgedragen dat het een echte (familie)traditie is geworden en dat ook het meewerken daaraan binnen families wordt doorgegeven, bijvoorbeeld als artiest.’

Immaterieel erfgoed

De vfonds regeling richt zich speciaal op ‘immaterieel erfgoed’. Een specifiek en tegelijkertijd veelomvattend thema. Anders dan tastbaar (materieel) erfgoed, zoals gebouwen objecten, documenten en monumenten, gaat immaterieel erfgoed over (vaak eeuwenoude) culturele uitingen van gemeenschappen. Denk aan sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, gerechten, kennis of vaardigheden. Dingen die je niet zomaar in een

beschouwen. Het eiland is namelijk niet in de soevereiniteitsoverdracht meegenomen. In het nauwelijks ontgonnen gebied proberen ze hier een toekomst op te bouwen, betrekkelijk dicht bij hun geboortegrond. Ondertussen worden vanaf 1951 ruim 12.500 Molukse militairen en hun gezinnen op dienstbevel van Nederland met grote passagiersschepen naar Rotterdam en Amsterdam gebracht. Zij zijn geen vluchtelingen of arbeidsmigranten maar dienden Nederland in het Koninklijke Nederlands Indische Leger (KNIL). Het is de bedoeling dat ze na een half jaar weer naar hun vaderland terugkeren. Daar komt echter niets van terecht. Die tijdelijkheidsgedachte weerspiegelt ook in het type woonruimte dat voor hen wordt gezocht. Voor de meesten is de volgende stop Kamp Amersfoort, dat tussen 1941 en 1945

nog een straf- en doorgangskamp was. Ook worden er woonoorden ingericht in voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. Ondertussen is Nieuw-Guinea inzet geworden in het almaar oplopende steekspel tussen de Nederlandse en de Indonesische overheid. In 1962 draagt Nederland het gebied over aan de Verenigde Naties, die het vervolgens aan Indonesië overdraagt. Duizenden Nederlanders - en honderden Papoea’s - worden alsnog met hun gezinnen naar Nederland geëvacueerd. In 1968 vindt de laatste migratiegolf plaats die bestaat uit mensen die na de soevereiniteitsoverdracht hadden gekozen voor het Indonesische staatsburgerschap, maar spijt kregen toen de Indonesische samenleving hen discriminerend ging behandelen. Hiermee eindigt de immigratie uit voormalig Nederlands-Indië.

79

museum kunt opbergen. Dunja Colman is programmamaker Indisch en Moluks Immaterieel Erfgoed bij vfonds en licht toe: ‘In de meeste culturen blijft het erfgoed bewaard door het continu uit te blijven voeren, te gebruiken en door te geven van generatie op generatie. Zo ontstaat een ‘levend’ cultureel erfgoed dat continu in beweging is. Dit geldt zeker voor de Indische gemeenschappen in Nederland, waar ik zelf ook onderdeel van ben. De Indische gemeenschap bestaat uit een veelheid aan volken en culturen die rijk zijn aan tradities, rituelen en gewoonten en die door de eeuwen heen met elkaar verweven zijn. Kijk alleen al naar de eetcultuur. Helaas zijn veel van die aspecten niet zichtbaar voor de buitenwereld of dreigen zelfs te verdwijnen. Dit heeft te maken met het feit dat veel van onze grootouders zich decennialang hebben aangepast aan hun nieuwe omgeving in Nederland en er weinig van hebben doorgegeven aan het nageslacht.’ Siem Boon voegt hier aan toe: ‘Men heeft in het verleden ook lang gezegd dat Indische cultuur passé was, tot uitsterven gedoemd met het uitsterven van de eerste generatie. Of het werd als ‘niet authentiek’ gezien. Of juist als Indonesisch en dan kwam het niet in aanmerking voor subsidie dat op Nederlands erfgoed gericht was. Mijn hoop is dat deze subsidieregeling ertoe leidt dat Indische cultuur en het Indisch erfgoed meer herkend worden als Nederlands erfgoed dat de moeite waard is. Wat mij persoonlijk bijvoorbeeld na aan het hart ligt zijn Indische accenten en zinsmelodie. Het zou iets gekunstelds hebben om dit aan te leren en in stand te houden. Maar door het bijvoorbeeld heel goed te laten bestuderen door een taalkundige en als acteurs het goed nadoen, met de juiste accenten en de juiste

woordkeus, geeft dat een enorm sterke herkenning en een vertrouwd gevoel.’

Voor nu en later

Met Houd je erfgoed levend wil vfonds mensen met Indische roots stimuleren om hun eigen immaterieel erfgoed weer zichtbaar te maken, te behouden en over te dragen aan jongere generaties. ‘Niet alleen omdat het zonde is als het verloren gaat,’ aldus Colman, ‘maar veel jongeren met Indisch, Moluks en Papoea bloed van de derde en vierde generatie zijn ook op zoek naar hun identiteit. Het is voor hen vaak moeilijk om in contact te komen met de culturele rijkdom van hun voorouders. Het weer verbinding maken met je culturele achtergrond kan helpen in je persoonlijke ontwikkeling. Bovendien heeft het ook een helende werking door met je ouders en grootouders in gesprek te gaan over de bijzondere gewoontes en tradities. Met dit programma spreken we dan ook oudere én jongere generaties aan om gezamenlijk aan de slag gaan. Zo kan de cultuur in stand worden gehouden voor de toekomst.’

Vfonds organiseert een uitgebreide promotietour langs wijkcentra, bibliotheken, musea, pasar malams en andere Indische evenementen, om mensen uit de gemeenschappen persoonlijk te vertellen over dit programma en hoe ze een aanvraag kunnen indienen. Ook kunt u vfonds uitnodigen om een presentatie te geven bij uw evenement. Kijk voor meer informatie op de website www.houdjeerfgoedlevend.nl.

80

Witte Anjer Fonds

Een onverzettelijk bloemetje

Zaterdag 29 juni 1940, de verjaardag van Prins Bernhard. Het is anderhalve maand na het begin van de Duitse bezetting. Overal in het land steekt men de vlag uit, standbeelden van leden van het koninklijk huis worden onder bloemen bedolven en duizenden mensen steken een anjer in het knoopsgat van hun jasjes. Bij Paleis Noordeinde leggen burgers bloemen bij het standbeeld van Willem de Zwijger. Nederlanders laten zo massaal hun onvrede blijken over de Duitse bezetting. Het is de eerste, openlijke daad van burgerlijke ongehoorzaamheid.

De reactie van de Duitse bezetter is niet mis. De baas van de Nederlandse strijdkrachten wordt als krijgsgevangene naar Duitsland afgevoerd, rond verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis wordt de verkoop van anjers vanaf nu verboden

en de ‘Anjerdag’ wordt aangegrepen om de eerste anti-Joodse maatregelen door te voeren. Toch voelen de Nederlanders zich gesterkt door hun eerste verzetsdaad. De witte bloem is daar het symbool van geworden.

Decennia later besluiten een paar Libanon-veteranen om de Witte Anjer symbool te maken van alle Nederlandse veteranen. Een enorme klus, inmiddels in organisatorische handen van het Nationaal Comité Veteranendag. Op speciale evenementen zoals de Anjerconcerten en tijdens de Nederlandse Veteranendag worden Witte Anjers gratis aan de bezoekers verstrekt om zo hun waardering voor Nederlandse veteranen te tonen. Het #Vteam deelt ieder jaar Witte Anjers uit aan veteranen en politiemensen tijdens de 4Daagse. Ook worden gemeenten opgeroepen om hun veteranen te eren met een speciaal Witte Anjer perkje dat bloeit in de dagen en weken voorafgaand aan de Nederlandse Veteranendag. Daarnaast wordt sinds enige jaren in juni de Witte Anjer Prijs uitgereikt aan een persoon of een organisatie die zich extra heeft ingezet voor veteranen. Om de Witte Anjer als nationaal symbool voor veteranen te vergroten is een speciaal Fonds op Naam opgericht. Met een donatie kun je zo heel direct bijdragen om de Witte Anjer door zoveel mogelijk Nederlanders te laten dragen en op meer plekken in Nederland te laten bloeien.

Een eigen Fonds op Naam bij vfonds

Wilt u ook bijdragen aan vrede, vrijheid en veteranen in Nederland? Dat kan met een eigen Fonds op Naam. U kiest zelf de naam en de doelstelling van het fonds.

Samen met vfonds besteed u uw geld aan projecten die u een warm hart toedraagt. U kunt een fonds oprichten ter nagedachtenis van een dierbare of anoniem blijven. Vfonds handelt de financiële aanvragen uit uw fonds af.

Meer weten? Kijk op www.vfonds.nl of mail naar filantropie@vfonds.nl

82

vmagazine is een uitgave van vfonds www.vfonds.nl

Redactie

Concept & tekst: Renee Middendorp en Koos de Wilt

Projectleiding: Emma Scheuer

Eindredactie: Astrid van den Berg, Joris de Jager, Emma Scheuer

Ontwerp Noortje Boer

Aan dit nummer werkten mee: Alain de Levita, Andy van Dijk, Bureauteam vfonds, Caroline de Gruyter, Cees Debets, Daan, De Balie, Dunja Colman, Eppo van Nispen tot Sevenaar, Hayde Zarkeshan, Het Nationale Theater, Inge Kruithof, IFFR, Invictus Games Foundation, Isabella, Jacques Grishaver, Jaïr Stranders, John Bakker, Joline Vermeulen, Jonne Arnoldussen, Josje van der Meer, Koos Sol, LRE Foundation, Lisa Maat, Lisette Mattaar, Matthieu Borsboom, Merlijn Geurts, Movies that Matter Festival, Nationaal Monument Kamp Amersfoort, Nederlands Auschwitz Comité, Nederlands Debat Instituut, Nona Salakory, Maatschappelijke Alliantie, Martijn Eickhoff, Micha Bruinvels, Oorlogsmuseum Overloon, Oorlogsgravenstichting, Rémi Praud, Roosevelt Foundation, Siem

Dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij, de VriendenLoterij en de Nederlandse Loterij kan vfonds jaarlijks ruim 200 projecten mede mogelijk maken.

Boon, Stichting Beeld & Geluid, Stichting FutureNL, Stichting Nationale Veteranenbegraafplaats Loenen, Sven de Haas, Theater na de Dam, Theo Vleugels, Tjeerd de Boer, Veteranen Search Team, #Vteam, Sophia, Tako Rietveld, VVV GFPI, Werkplaats Walhalla, Xavi Dors

Fotografie

Cover | Bridge to Liberation: Floris Heuer, Portret Xavi van Dors: Friso Keuris

Inhoud | Portretten 6,11,26,41,45,51,57,63: Friso Keuris 11: Christian Keijsers 12: Mike Bink 13lr: LREF, Christian Keijsers 14: Nick Franken 15lr: Mike Bink, Stella Matthes 16: Oorlogsmuseum Overloon 17: Dirk P.H. Spits 18: Jeroen Jazet 22, 23r: Kim Balster, 24lr: Jan Boeve, St. Beeld&Geluid 25: Rob Gieling 30: Getty Images for Invictus Games

The Hague 2020 32-35: Ministerie van Defensie 39: Rick van der Vegt 46,47: Salih Kilic 48: Theater na de Dam 49r: Gordon Meuleman 50: Fred Debrock 52,55: Movies that Matter 56: IFFR 58,61,77: Tycho Müller 76: Hester Jonkhout 78,80: Wouter le Duc

Illustratie

Renee Middendorp

Druk

Libertas Pascal Utrecht December 2022

83

Vrede maken we samen

Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend. Daar moeten we samen aan werken. Daarom wil vfonds iedereen in Nederland inspireren zelf bij te dragen aan vrede en vrijheid. We investeren jaarlijks in meer dan 200 projecten, zoals theatervoorstellingen en tentoonstellingen, activiteiten rond 4 en 5 mei en evenementen zoals de Nationale vfonds Kinderprijs en de Nederlandse Veteranendag.

Wil jij ook bijdragen? Ga naar vfonds.nl of doneer

84
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.