WINTER 2023
De top
en de weg ernaartoe
Op bezoek bij
W.S.R. Argo
Het Venster
door de jaren heen
EN MEER
WINTER 2023
en de weg ernaartoe
Op bezoek bij
W.S.R. Argo
door de jaren heen
EN MEER
rachtig blijft het om te zien hoe de wereld om ons heen verandert. De vereniging groeit verder uit en nieuwe ontwikkelingen vinden hun plek in de roeiwereld. Waar oude Vensters ons nu omringen met nostalgie, was dit vroeger de maandelijkse kost. Zwart-witpagina’s hebben plaatsgemaakt voor grootse kleurenfoto’s. In 50 jaar is er veel gebeurd. Meningen zijn aangepast, nieuwe gezichten decoreren de Beuk, maar oude bekenden blijven ook terugkeren. Met heldhaftige verhalen wordt menig persoon gemotiveerd om ieder zijn eigen steentje bij te dragen. Van een idee komt een plan, ontstaat er een tekst en uiteindelijk een verhaal dat in geuren en kleuren kan worden naverteld. De weg naar de top begint klein, stapje voor stapje kom je dichter bij je doel. Onderweg worden verschillende obstakels overwonnen en nieuwe doelen gesteld. Nooit is het perfect. Altijd blijf je meer van jezelf eisen en anderen ook van jou. Soms is het tijd om even stil te staan. Stiekem ben je al best ver gekomen. Of het nou een verre reis naar het Oude Egypte is of naar een roeivereniging tussen de dijken. Door de jaren heen zijn we gevoed door ervaringen. Met de adem ingehouden zijn zware tijden overwonnen en kan er uitgekeken worden naar al het moois in de toekomst. Het verleden geeft ons de bouwstenen voor de toekomst. Het maakt ons wie we zijn.
Deze editie worden veel oude herinneringen naar boven gehaald. Misschien was je er zelf nog bij, hebben verhalen je mee terug genomen in de tijd, of was het een boek vol boeiende teksten over tijden die we niet meer terug kunnen halen. Hoe dan ook een hoop geschiedenis om te lezen in deze donkere winterdagen. Pak er een warm dekentje bij, omring jezelf met kaarslicht en drink een kopje thee.
Waan je terug in de tijd, maar vergeet niet het nu te blijven waarderen.
Veel leesplezier!
ven stilstaan bij de afgelopen tijd. Het is kerstvakantie en we mogen na een aantal drukke maanden genieten van twee weken rust. Ook als bestuur trekken wij de Beuk achter ons dicht en komen wij uit onze dagelijkse Proteusbubbel om bij onze families te zijn en oud en nieuw te vieren of op wintersport te gaan. Deze weken zijn een mooi moment om terug te kijken op de afgelopen maanden. Maar wat is er allemaal gebeurd?
Een lustrumjaar, afgesloten met een lustrumweek, een knallende OWee met opnieuw veel inschrijvingen, een kamp op het bekende terrein, een bestuurswissel, vijf weken aan IRT, borrels, wedstrijden en feestjes. Na twee jaar corona kunnen we weer volop roeien, borrelen en gave dingen organiseren zoals we dat op Proteus het liefst doen. Na een geslaagd kamp en IRT zijn dit jaar de Fluitjes lid geworden. Het is mooi om te zien hoe zij hun eerste halen hebben gemaakt, ploegjes hebben gevormd en het commissieleven inrollen.
Naast de integratie van onze eerstejaars zijn er ook al mooie prestaties neergezet op roeigebied. In de zomer heeft Roos de Jong medailles behaald en in het najaar zijn al heel wat blikken, taarten en bokalen in onze nu weer blauwe pakjes behaald. Op de NKIR hebben meerdere roeiers zich naar blikken getrapt en op de huldigingsborrel werden Roos, Vosse, Evie en Iris gehuldigd voor hun uitzendingen afgelopen zomer.
Vanaf hier kunnen we met zijn allen uitkijken naar een mooi voorjaarsseizoen waar we gaan strijden om hard te roeien, maar waar we vooral heel veel plezier kunnen hebben. Laten we er een jaar van maken waar alles weer kan en niets te gek is. Waar we samen weer kunnen doen wat we zo graag op onze vereniging doen, of dat nou hard roeien, borrelen, klussen of alles tegelijk is!
Liefs, Met Hemelsblauwe groet,
Hoofdredacteur h.t. Voorzitter der D.S.R. Proteus-Eretes
arde wind, striemende regen. Echt Novembervieren weer waartegen
ik me in de dubbel vier met nog twee andere oud Proteërs en een oud Lagaai te weer moest stellen. Omstandigheden om maar direct te besluiten met roeien te stoppen. Dat gebeurde natuurlijk niet. Een lekkere knokpartij tegen een oplopende ploeg met een zekere Nico Rienks aan boord om een gunstige uitgangspositie voor de volgende bocht én een blik in onze leeftijdsklasse deed mijn stemming omslaan. Dus gewoon door, op weg naar de HEAD. Hard roeien op de Amstel blijft leuk. Ik begrijp ook niet waarom zo veel oud-leden met roeien zijn gestopt. Veteranen wedstrijden zijn uitdagend en gezellig. En het mooie van de roeisport is, dat je er nooit te oud voor bent. Hooguit niet fit genoeg en dat is een reden te meer om een roeivereniging in de buurt op te zoeken. Na deze, natuurlijk overbodige aansporing een terugblik.
Proteus-Eretes vierde, na de relatieve radiostilte in tijden van corona, uitbundig haar 75e verjaardag. Nog altijd een springlevende en enthousiaste vereniging; het beeld dat ook oprijst uit de verhalen in het lustrumboek Hemelsblauw over 75 jaar D.S.R. Proteus-
Eretes. Een boek om op je nachtkastje te leggen en er elke avond een stukje in te lezen. Ik merkte daarbij, dat veel van de hemelsblauwe geschiedenis mij is ontgaan. De heldendaden op de Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen heb ik via de media nog wel kunnen volgen. Als er dan Proteërs in de voorste linies meestreden, kwam het sentimentele gevoel van trots zomaar weer boven. Dat overkwam mij voor het eerst in 1968 toen op sociëteit Alcuin een zaal vol roeiers midden in de nacht gekluisterd aan een zwart/wit beeldbuis van pakweg 45x30 cm Harry Droog in Mexico Olympisch zilver zag winnen. Latere heldendaden waren beter te volgen en kunnen nu op Youtube nog onbeperkt worden bekeken. Nog steeds krijg ik kippenvel bij het zien van de gouden race van de Holland Acht met Niels van der Zwan op de Olympische Spelen van 1996. Zo ook de medailleraces van Ellen en Roos dit jaar.
Hemelsblauw gaat over meer dan sportieve topprestaties. Belangrijke verenigingszaken zoals het waarom en hoe van de fusie komen aan bod. Het vertelt over ereleden en leden van verdienste, die uit puur enthousiasme ongelofelijk veel tijd in de vereniging hebben geïnvesteerd. Over hoe Proteus-Eretes haar geweldige vloot heeft opgebouwd. Natuurlijk ook over het repeterende probleem van de huisvesting. Beschreven wordt hoe Proteus startte in een onooglijk loodsje en via een gemeentemonument uiteindelijk haar eigen Beuk met gigantische botenloods betrok. Hoe mooi wil je het hebben? Proteus was ooit een ondervereniging van een gezelligheidsvereniging waar, de naam zegt het al, met een glas bier in de hand gezelligheid voorop stond. Wedstrijdroeiers verontschuldigden zich voor hun teruggetrokken bestaan. Uit die wereld maakte Proteus zich los, fuseerde met Eretes en werd, zeker door de opkomst van het competitieroeien en de toename van het aantal vrouwelijke leden, een sterke Delftse studentenvereniging waar hard roeien voorop staat, maar gezelligheid nooit ver weg is. Ooit een roeivereniging waar een nieuwe boot uit Duitsland met handkracht van het station naar de loods werd gesjouwd en wedstrijdboten met een binnenvaartschip van de gebroeders Meeuwissen naar de wedstrijdbanen werden gebracht. Hoe anders is dat nu met de PE vervoerscommissie met trekker/aanhanger combinaties en chauffeurs uit eigen gelederen die er niet voor terugdeinzen om grote transporten naar het buitenland te verzorgen. En dan de roeiersmaaltijden. Omdat er vroeger in heel Delft maar één eet tentje was, Ladera, waar je na een zware training een betaalbare ‘bief-friet-sla’ kon krijgen, aten de wedstrijdroeiers tussen de middag op de sociëteit een bord met extra veel kruimige aardappelen, doorgekookte groente en draadjesvlees. Omdat het bunkerende wedstrijdroeiers waren, had de kok er ook wel eens een bakje sla bij gedaan. Nu kunnen veel roeiers zelf behoorlijk koken, is er een betaalbaar restaurant om de hoek of je laat je warme prak thuis bezorgen. En dat rijke aanbod wordt op dinsdag en donderdag nog eens aangevuld met heerlijke en gezonde maaltijden van de chef-kok van le Bixy op de Beuk.
Er is veel veranderd in al die jaren en naar het lijkt, ten goede. Proteus-Eretes is veel groter geworden en breder in haar activiteiten. In 75 jaar is zij uitgegroeid tot één van de grootste studentenroeiverenigingen met een grote aantrekkingskracht, waar keihard om de blikken wordt getraind en geraced. De ambitie en liefde voor het wedstrijdroeien is in 75 jaar dus niet veranderd. Als oud-lid voel je de band als er in het blauw/wit/oranje wordt gewonnen, ook al ben je al zo lang uit Delft weg. Die verbondenheid is concreet met het lidmaatschap van Oud Proteus-Eretes. Je zit er dan dichter op. Op 1 oktober jl. heeft de oud ledenvereniging weer haar algemene ledenvergadering gehouden. Toen is besloten op de begroting meer geld te reserveren voor evenementen die de onderlinge band en de band met de huidige generatie kunnen versterken. Het bestuur van Proteus-Eretes heeft het plan gelanceerd voor een maandelijkse vrijdagmiddagborrel voor leden en oud-leden. Het bestuur van Oud Proteus-Eretes denkt na over wat naast de jaarlijkse reünie en die borrel, nog meer zou kunnen worden gedaan. Natuurlijk houden we er rekening mee, dat voor de meeste leden het tijdsbudget gelimiteerd is. Wij ontvangen graag suggesties. n
De HistoriCie is een relatief nieuwe commissie van Proteus-Eretes die de geschiedenis van de vereniging meer in kaart probeert te brengen. Heeft u nog unieke beelden, documenten, objecten of dergelijke liggen van uw tijd bij Proteus, Eretes, of Proteus-Eretes en zou u het een en ander daarvan willen delen? Wij zouden die graag archiveren en/of digitaliseren. Neem dan a.u.b. contact op met historicie@ proteus-eretes.nl.
Voorzitter Oud Proteus-EretesFOTOGRAFIE
DANIËL KORVEMAKER
a de NKIR zijn de eerstejaars selectie ploegen geselecteerd en hebben zij zich gepresenteerd aan de vereniging. Dit jaar zullen vier boten met eerstejaars wedstrijdroeiers gevuld worden en Proteus-Eretes vertegenwoordigen.
Bij Eerstejaars Licht wordt dit jaar een acht gevuld door acht heren te selecteren. Eerstejaars Zwaar neemt het iets ruimer en heeft negen heren ingeselecteerd, zodat de acht ten alle tijden gevuld kan worden. Eerstejaars Dames heeft het net zo aangepakt en is dit jaar negen dames sterk in hun acht. Ook bij de Eerstejaars Lichte Dames is er gekozen voor een reserve roeier en zijn er vijf dames ingeselecteerd om de vier te vullen. Met 31 roeiers in totaal gaat de Eerstejaars Selectie dit jaar voor blikken!
Stuur: Milou Dijk
Lengte: 163 cm
Quote: ‘ Meer benen is altijd beter ‘
2K max: DNS
Alex van Langen
Lengte: 189 cm
Quote: ‘ Straks moeten we botten breken, anders zijn we hier voor niks ‘
2K max: 6:43.6
Berend Zwolle
Lengte: 197 cm
Quote: ‘ Als je van Berend leren kan ‘
2K max: 7:05.0
Bram Luiks Lengte: 195 cm
Quote: ‘ Als je niet meer verder kan, kan je maar beter zo snel mogelijk finishen ‘
2K max: 6:50.0
Bogdan-Andrei Micu
Lengte: 192 cm
Quote: ‘ If the police doesn’t see it, it’s not illegal ‘
2K max: 6:44.0
Casper Dechering
Lengte: 201 cm
Quote: ‘ Zo lang dat m’n longen klappen ‘
2K max: 6:54.6
Hugo de Haan
Lengte: 199 cm
Quote: ‘ Achteraf weet je pas zeker of het een dom idee was ‘
2K max: 6:30.7
Koen de Regt
Lengte: 188 cm
Quote: ‘ Ik ben niet zenuwachtig want ik
moet gewoon hetzelfde doen als op de training ‘
2K max: 6:40.8
Olaf de Vos
Lengte: 191 cm
Quote: ‘ Volgens mij heb ik alles bij me ‘
2K max: 6:34.7
Teun Domburg
Lengte: 195 cm
Quote: ‘ Een Teun, een taak ‘
2K max: 6:39.0
Stuur: Merel Triemstra
Lengte: 177.4 cm
Quote: ‘ We schrappen clubacht ‘
2K max: 70x veters strikken
Jesper Klomp
Lengte: 183 cm
Quote: ‘ Als ik niet ben ingeselecteerd, word ik alcoholist ‘
2K max: 6:54.9
Ludo Kool
Lengte: 187 cm
Quote: ‘ Een dag zonder koffie is een dag niet geleefd ‘
2K max: 6:58.4
Bart Stevens
Lengte: 180 cm
Quote: ‘ Bij wedstrijdroeien moet je dit, moet je dat. Ik moet helemaal niks ‘
2K max: 6:51.5
Céderic van Rossum
Lengte: 177 cm
Quote: ‘ Ik ga mijn ziel toch niet verkopen aan wedstrijdroeien ‘
2K max: 6:52.2
Jari Brits
Lengte: 184 cm
Quote: ‘ Gelukkig hoef ik niet om te boorden, ik kan m’n eigen boord nog niet eens ‘
2K max: 7:01.3
Stuur: Nino Bonsangue
Lengte: 182 cm
Quote: ‘ Aaahh, quote? ‘
2K max: 7:24.6
Kyra de Jong
Lengte: 161 cm
Quote: ‘ Meer kolken ‘
2K max: 7:59.4
Leonoor Bos
Lengte: 169 cm
Quote: ‘ Gewoon gaan ‘
2K max: 8:05.3
Luuk de Sitter
Lengte: 186 cm
Quote: ‘ Zware ballen hoeven niet goed te kunnen roeien ‘
2K max: 6:58.3
Rafayel Gardishyan
Lengte: 179 cm
Quote: ‘ Proteïnereep erin en hop in die skiff ‘
2K max: 6:40.3
Wessel Schulte
Lengte: 184 cm
Quote: Voor de NKIR ‘ Gast, als ik op het einde nog adem ben ik al blij ‘
2K max: 7:08.0
Marie Klein Tuente
Lengte: 171 cm
Quote: ‘ Ik doe nog liever een 3 x 20 op de ergo dan een Ice trekken ‘
2K max: 8:13.1
Maud Meerkerk
Lengte: 164 cm
Quote: ‘ Bluf is alles ‘
2K max: 8:00.8
Noor Zuidhoff
Lengte: 171 cm
Quote: * Diepe zucht *
2K max: 8:10.2
Stuur: Sven Lemson
Lengte: 175 cm
Quote: ‘ Zonder stuur geen vuur ‘
2K max: 7:00.0
Emma Siewers
Lengte: 172 cm
Quote: ‘ En waar moet je de mast dan bevestigen? ‘
2K max: 7:33.9
Eva Zwaveling
Lengte: 186 cm
Quote: ‘ Wow een 8 is net een 2-, maar dan met een motor achter je, en een stuur! Vet relaxed ‘
2K max: 7:43.7
Fleur Cluistra
Lengte: 184 cm
Quote: ‘ Vaak ben je te bang ‘
2K max: 7:43.5
Floor Battjes
Lengte: 176 cm
Quote: ‘ EJD voelt als een vakantie die nog niet is begonnen ‘
2K max: 7:44.5
Hannah Bervoets
Lengte: 180 cm
Quote: ‘ Hoezo kennen jullie de internetgekkies niet? ‘
2K max: 7:40.0
Maaike van Braal
Lengte: 179 cm
Quote: ‘ Heeft iemand een extra elastiekje? ‘
2K max: 7:27.2
Marloes van der Zwart
Lengte: 180 cm
Quote: ‘ Mijn hoofd lijkt vandaag helemaal niet op mij ‘
2K max: DNS
Rachel Boer
Lengte: 176 cm
Quote: ‘ EJD’vo-en-twintig ‘
2K max: 7:40.7
Stephanie Verheggen
Lengte: 186 cm
Quote: ‘ Zijn de schoentjes er ook in een grotere maat? ‘
2K max: 7:56.9
ussen de dijken van de Rijn, ligt een klein nederig stulpje. Op deze groene heuvel staat helaas niet zoals je zou verwachten een tractor, maar hier worden we opgewacht door Marieke, de secretaris der W.S.R. Argo. Met uitzicht op de haven begonnen we de dag, met een kopje koffie in de kantine. Hier werd druk geklust voor de lustrum opening, terwijl de wedstro’s lekker aan het bijkomen waren van een training. Aan het plafond werden grote, groene doeken opgehangen, in een donkerdere kleur groen dan dat we van de argonauten gewend zijn. Hiervoor verwees Marieke naar het lustrumpakje dat ingelijst aan de muur hing. De donkergroene kleur van de doeken was terug te vinden in de lustrumkleding, die van wit overloopt in donkergroen, met een gouden streep aan de zijkant om nog iets anders dan het traditionele groen-wit in het pakje te verwerken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het vorige Argo gebouw plat gegooid, waarna het gebouw na de oorlog grondig moest worden opgeknapd. In de jaren ‘60 werd Argo door de gemeente verplicht om te verhuizen. Pas in de jaren ‘80 verhuist Argo naar haar nieuwe locatie aan de Grebbedijk. Rond de eeuwwisseling bleek het gebouw echter te klein, waardoor plannen werden gemaakt voor een renovatie. Bijzondere eisen zaten bijvoorbeeld aan de bestuurskamer. Zo moesten vanuit deze ruimte de voordeur, kantine en het water zichtbaar zijn. Hierdoor zitten de barcommissaris en penningmeester in een hoekje weggestopt. Om het oude gebouw te eren staat de oude deur nu ter decoratie in een commissiekamer.
Naast bezig te zijn met tradities is Argo, zoals het Wageningen betaamd, veel bezig met duurzaamheid. Zo hebben ze al langere tijd zonnepanelen waardoor er nauwelijks elektriciteit wordt ingekocht. Met stickers op de wc wordt men bewust gemaakt van het watergebruik. Daarnaast is er een duurzaamheidscommissie; zij brengen onder andere het overgebleven voedsel naar de voedselbank.
Een paar jaar geleden is door vier mannen van de vereniging een sportschool op de loodszolder toegevoegd, waarin zij zelf een goedwerkend ventilatiesysteem hebben gemaakt. De ruimte is de grootste indoor sportfaciliteit van studenten roeiend Nederland. Er is bijvoorbeeld een enorme boordroeimachine, die echter in de praktijk maar weinig wordt gebruikt.
TEKST HANNAH GODDING, IRENE BACKERS, SACHA OLSTHOORN & YVO VAN RUTTEN Gebouw n Het gebouw van Argo FOTOGRAFIE YVO VAN RUTTENDe kantine
De kantine van Argo is niet heel veel kleiner dan onze barzolder. Elke dinsdag eten er bijna tweehonderd roeiers op de vereniging. De kookcommissie van Argo heet de Nascie, wat staat voor “nas commissie”. Bij de borrel na het eten verdwijnen alle banken en tafels weer in de opslag. Alle leden staan verspreid door de kroegzaal. Gezelschappen hebben het beter voor elkaar, zij hebben namelijk elk een eigen statafel om aan te borrelen. Argo heeft vijf gezelschappen, een mannengezelschap, twee damesgezelschappen, een gemengd gezelschap en een gezelschap voor stuurtjes. De tafel van één van de damesgezelschappen, een ton, wordt regelmatig de Rijnhaven in gegooid. Momenteel wordt er nog een tweede herengezelschap opgericht. Voordat zij zich een volwaardig gezelschap mogen noemen, moeten ze eerst verschillende opdrachten voltooien die de andere gezelschappen voor hen bedenken.
De bar
Dinsdag is eigenlijk de enige vaste borreldag. Hierbij moet je correct gekleed gaan, of zoals de Argonauten zeggen, terecht gekleed. Er is echter geen officieel correct jasje, zolang je jasje groen van kleur is, maakt het niet uit hoe hij eruit ziet. Op donderdagen zijn er geen vaste borrels, maar worden er vaak feesten en commissie borrels georganiseerd. Naast een normale bar heeft de vereniging ook een speciale bar voor het stuurtjes gezelschap. Voor hen is aan het hoekje van de bar een verlaagde bar, zodat zelf de kleinste stuurlui aan de bar kunnen staan.
Prestaties
De muren naast de bar zijn gedecoreerd met een blikken- en taartenlijst en Varsity relikwieën. Afgelopen jaar zijn er zo veel blikken gehaald dat de blikkenlijst een stukje van de taartenlijst heeft overgenomen. De belangrijkste wedstrijd voor de vereniging is de Varsity. Argo heeft de Varsity twee keer gewonnen, maar als je het aan Njord vraagt, maar één keer. In 1960 werd de winst namelijk gedeeld. De tijdswaarneming was in die tijd nog niet zo goed en daarom kon er niet één winnaar worden vastgesteld. Het jaar daarna was Wageningen dan eindelijk de enige winnaar. De Argonauten waren toen zo blij dat zij in grote getalen de boot in zijn geklommen. De leenboot was toen gezonken, waarvan nu enkel het puntje nog over is. Naast posters van de Varsity hangen er ook nog twee ingelijste kledingstukken; een groene gebreide trui en een jasje. Volgens de traditie mogen alleen de mannen van de oude vier de truien aan, die door de moeder van een Varsity winnaar gebreid zijn. De creatieve genen zijn ook doorgegeven met de jasjestraditie. Bij verschillende prestaties worden er kunstwerken op de jasjes geborduurd. Zo krijg je bijvoorbeeld een golfje voor elk blik en een vlaggetje bij een uitzending.
Kapotte boten
Naast de bar bevindt zich een spannende afgesloten deur. Achter de deur is het domein van bootsman Adrie. Hij is elke dag in de werkplaats te vinden, veel leden komen niet in de werkplaats. Alleen de twee materiaalcommissarissen helpen elke ochtend mee. Verder werkt hij zelf fulltime, waardoor de meeste boten binnen twee dagen weer kunnen varen, mits de boosdoener wel eerst een taart gebakken heeft.
n Stuurtjesbar n Blikken- en taartenlijstNaar schatting heeft de vereniging zo’n negentig boten. Naast eigen boten liggen er ook boten van oud leden en een boot van WSV Ceres in de loods. De vereniging was vroeger onderdeel van Ceres, het Wageningsch Studentencorps. Tegenwoordig gaan ze onafhankelijk door het leven en merk je nog nauwelijks invloeden van het verleden. Een enkele keer per jaar komen de Argonauten bij Ceres langs voor het Varsity ontbijt en het Head diner met boerenkool. Als de Varsity weer wordt gewonnen zal op Ceres de overwinning gevierd worden.
Nieuwe boten worden een keer per jaar allemaal op dezelfde dag gedoopt. Boten worden vernoemd naar Argonauten, bemanningsleden van het schip de Argo. Eén van de nieuwste aanwinsten is een oude Holland Acht. In het lettertype van de sponsor van de Holland Acht, Aegon, is er nu ‘Argo’ op de boot geschreven, totdat deze gedoopt wordt en een echte naam krijgt. Bij de vraag of er nog andere bijzondere boten zijn, licht Marieke de Tante Dien uit. In deze houten twee met wordt elk jaar door het bestuur de ringvaart gestart. Dit jaar zijn de verwachtingen hoog.
Bestuur
Het bestuur van Argo bestaat uit acht leden, waarin de indeling wat anders is dan wat wij gewend zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld twee materiaalcommissarissen, de ene is verantwoordelijk voor het gebouw en de C4+en, en de andere voor de overige boten. Naast de functie van barcommissaris zijn het de ons bekende functies die het bestuur aanvullen.
Elk jaar worden de bestuurvestjes overgedragen aan het volgende bestuur. Iedereen mag zijn eigen lapje groene stof eraan vast naaien en zo heeft iedere functie een eigen collage om te dragen. Zo heeft de penningmeester bijvoorbeeld ooit een goud stukje erbij gekregen. Doordat de jasjes per functie worden doorgegeven, passen ze vaak niet zo goed. Ze mogen daarnaast pas vervangen worden als de Varsity gewonnen wordt. Tot die tijd heeft het bestuur ook externe vestjes die als vervanging gedragen kunnen worden.
Bij Argo wordt er voornamelijk op de Rijn geroeid en een klein stukje haven. Het water kenmerkt zich met veel vrachtverkeer, maar ook de pleziervaart en jetski’s hebben het water gevonden. Tegenover Argo zit ook nog een burgerroeivereniging. Om veilig te varen op het drukke water wordt er met hesjes geroeid en worden er boetes uitgedeeld wanneer je in het donker roeit. Langs de kant meefietsen is geen optie. De stuur is je coach en voor de wedstrijdroeiers zijn er bootjes beschikbaar die met de training mee kunnen varen. Het waterpeil van de Rijn wisselt nogal. Om toch makkelijk in een boot te stappen is het vlot in hoogte verstelbaar. In de zomer staat het water soms zelfs zo laag dat er überhaupt niet geroeid kan worden terwijl in de winter het water juist weer te ruig kan zijn om te mogen roeien.
Naast roeien op de Rijn, kan er ook worden geroeid in een roeibak. Buiten naast het gebouw staat namelijk de oudste roeibak van Nederland. Het betonnen gevaarte wordt een keer per jaar schoongemaakt en dient de rest van het jaar vooral als urinoir en loosplek van andere lichaamsstoffen. De bak heeft een heel eigen ecosysteem dat door een commissie in stand wordt gehouden. Zij zorgen ervoor dat de goudvissen in de roeibak/vijver in leven blijven. De dijk waar Argo op staat, is in bezit van Rijkswaterstaat en de mollen die erin leven moeten door de vereniging in de gaten worden gehouden. Tijdens elke ALV wordt bekendgemaakt hoeveel mollen er gevonden zijn. Officieel moet de voorzitter de mollen vangen en het gras maaien, maar aangezien die vaak druk is, doet de Argo tuin- en plantsoenendienst tegenwoordig deze taken.
Tradities
Tot slot heeft elke vereniging natuurlijk zijn eigen tradities. Naast de gebruikelijke regels rondom mouwtjes, zonnebrillen en dergelijke hebben ze bij Argo nog een mooie toevoeging. Wie een beetje goed om zich heen kijkt, ziet namelijk mensen in roeikleding met daaronder veelal regenlaarzen of andere alternatieven voor slippers. Slippers moet je verdienen door genoeg te blikken. Verder zijn er nog veel andere mores, vooral gekke taalregels, maar dat kan je natuurlijk niet opschrijven. Een lid vertelde ons tot slot nog enthousiast over een Varsity traditie. De verklaring van het gooien van graskluiten blijkt eenvoudig: “Omdat we boeren zijn.” n
Loods en boten Roeiwateren man die alle kanten van ProteusEretes gezien heeft. Hij is begonnen als competitie-roeier, daarna heeft hij in de heren clubacht gezeten, volgend daarop een jaar gehorkeboerd. Hij heeft verschillende commissies gedaan, is voorzitter van het 63e bestuur geweest en heeft jarenlang wedstrijdroeiers gecoacht. Hij heeft aan de eerste plannen van de (nog steeds lopende) aanbouw meegewerkt en hij mocht afgelopen jaar zijn eigen boot dopen. Hij is een kleine tien jaar lid geweest van Proteus-Eretes. Wat heeft Jörgen van den Broek precies te vertellen over onze vereniging en zijn ervaringen daarmee?
Roeigeschiedenis
Jörgen is lid geworden in de Lente Introductie (LIK) in 2007, tijdens zijn eerste jaar van de studie Bouwkunde. Net als velen had hij nog geen roeiervaring. Om te zorgen dat Jörgen lid zou worden bij Proteus is er een lobby-team opgezet, door niemand minder dan Marieke Plag, vice-voorzitter van Bestuur 59. Nadat hij tijdens de OWee lang met haar had gepraat is Jörgen zich vergeten in te schrijven voor Proteus na een negatieve ervaring bij Laga - en de aanname dat iedere roeier dezelfde soort persoon is. In de LIK sprak Marieke hem weer aan met de woorden: “en nu laat ik je niet meer gaan”. Zij schakelde zijn huisgenoten in, van het beruchte Jacoba van Beijeren huis nummer 9,
de NIX. De helft van dit huis was lid bij Proteus en zij waren maar al te enthousiast om Jörgen over te halen. Er waren tien huisgenoten met het doel om hem lid te maken tijdens de huizenrace, daar is hij met open ogen ingetuind. Zo geschiedde. “Toen heb ik me ingeschreven en ben ik er nooit meer weggegaan.” Op de vraag of hij ooit spijt heeft gehad van lid worden bij Proteus, is zijn antwoord direct: “Absoluut niet, ik had eerder lid moeten worden.”
Na een halfjaar tijdens de LIK in de C4+ te hebben geroeid maakte Jörgen de stap naar de Heerenclubacht ‘08: Ad Rem, “heel mooi”.
TEKST CATHELIJN BOGERS, HANNAH GODDING & YVO VAN RUTTEN“Het enige wat ik nooit heb gedaan, is wedstrijdroeien.”n De Heerenclubacht ‘08 Ad Rem op de PEiL 2008
Van een heel seizoen lang wedstrijden van 2 kilometer roeien met acht mannen, ging hij het jaar daarop samen met een clubacht ploeggenoot naar één wedstrijd van 100 kilometer roeien. Hij waagde zich aan het fenomeen, dat inmiddels een stille dood is gestorven: horkeboeren. Oftewel, de Ringvaart roeien in de twee zonder. In de jaren daarna heeft hij nog wat losse wedstrijdjes gestart in de vier zonder en de twee zonder. De keren dat hij in een roeiboot heeft gezeten tussen 2009 en 2018 zijn daarentegen op één hand te tellen. Met andere woorden: zijn eigen roeicarrière is die van een actieve compo.
In 2017 is Jörgen lid-af geworden, na een periode van tien jaar lidmaatschap. In het laatste jaar dat hij lid was, is hij begonnen met werken en heeft hij ondertussen MGZ gecoacht, ook heeft hij zich bezig gehouden met de aanbouw. Deze aanbouw is ook een van de redenen dat hij het laatste jaar nog lid is gebleven.
Bestuur 63
Coach
Na zelf in de clubacht te hebben gezeten, wilde Jörgen dit nog een keer meemaken, maar dan als coach. Het jaar daarop, met de motivatie dat men verwachtte dat hij voorzitter zou worden en hij daarvoor graag kennis wilde maken met het wedstrijdroeien en hoe dat nou precies werkt, is hij is EJZ gaan coachen. Na dit eerste jaar als wedstrijdcoach, wist Jörgen nog niet precies of het hem beviel. Vandaar dat hij ervoor koos om nog één jaar te coachen: “dan weet ik zeker dat ik het niet leuk vind. Dat is mislukt. Dit was in 2011 en ik heb nog acht jaar lang gecoacht.”
Na zijn clubachtjaar werd Jörgen gevraagd om bestuur te doen, destijds waren er nog geen sollicitaties om bestuurslid te worden. Nadat ook eindelijk zijn ouders overtuigd waren van zijn plan om een bestuursjaar te doen, kon het dan echt beginnen. De eerste taak van het bestuur was het verdelen van de functies. Aan het begin van dit hele verdeelproces had Jörgen voor ogen om de rol van Commissaris Materieel of Commissaris Toerroeien te gaan vervullen. Commissaris Materieel omdat hij lid van de MatCie was en Commissaris Toerroeien omdat hij op dat moment actief competititeroeier was. Echter waren er meerdere mensen in zijn omgeving (oud-voorzitters en vrienden) die vertelden dat zij het zagen zitten dat Jörgen voorzitter van het nieuwe bestuur zou worden. Door meerdere gesprekken met hen hierover te voeren, is de wens van Jörgen om die rol binnen het bestuur te mogen vervullen gaan groeien. Waar tegenwoordig al vroeg bekend is bij de kandidaats bestuursleden welke rol zij zullen vervullen, was dit vroeger niet zo. De definitieve keuze van de functieverdeling van het bestuur is op het IRT kamp gemaakt. Vanaf dit moment mocht Jörgen zichzelf voorzitter van het 63e bestuur van Proteus-Eretes noemen.
Kernwaarde van Proteus
Jörgen kijkt met een warm hart terug naar, in zijn optiek de kernwaarde van Proteus, de saamhorigheid van de vereniging: dat je het met elkaar doet voor de vereniging. Je kan immers dingen niet alleen, je moet het samen met elkaar doen om verder te komen. Je kan best een hoop alleen bereiken, maar wanneer je het samen probeert, gaat het zo veel sneller, leuker en beter. Het maakt niet zoveel uit of je het dan hebt over een wedstrijd waar je naartoe werkt met je coaches, of een een bestuursjaar, of een commissie. Soms is het in je eentje gewoon ingewikkeld en lastig, het is mooi dat we dan denken: we doen dit met elkaar en gaan dit met elkaar aan. Dan kun je zoveel verder komen en meer bereiken en dan doe je het echt samen voor Proteus. Daar heeft Jörgen wel miljoenen ideeën over.
Uiteindelijk is er volgens Jörgen één gemeenschappelijke deler binnen Proteus: het roeien. Dat is hetgene wat ons bindt en datgene waar het om zou moeten gaan binnen de vereniging. Of dat nu gaat over iemand die heeft gewedstrijdroeit en nu coacht, of over iemand die zelf in de boot zit. Als je het heel extreem zegt, dan zou de vraag die we ons altijd moeten stellen zijn: “Gaan we er harder van roeien?” Daarbij moeten we zorgen dat we de lat hoger blijven leggen. Het valt natuurlijk op dat afgelopen jaar EJZ voor het eerst sinds 2011 heeft geblikt in het klassement veld. Daarvoor zijn wij te goed, is er te veel
“Ik heb pas geleden uitgerekend dat ik in mijn studententijd de wereld anderhalf keer ben rond gefietst, alleen maar langs de Schie.”n Jörgen tijdens de botenschouw op de ouderdag
kennis aanwezig en is het materiaal te goed. Het ultieme doel, volgens Jörgen, is zoveel mogelijk Proteërs op de Olympische Spelen hebben die medailles winnen.
Op de vraag wat Jörgen van het welbekende ‘borrellid’ vindt, reageert hij enthousiast. Er zijn immers te weinig boten om iedereen tegelijkertijd te laten roeien. Alleen, op het moment dat er teveel mensen zijn die alleen maar borrelen en verder ook niet bijdragen aan de vereniging door commissies te doen, of als het mensen niet meer interesseert dat een Proteër het WK start, of als het niet meer interessant is dat een eerstejaars C4+ de bokaal wint, dan gaan er dingen mis. Op het moment dat roeien niet meer de gemeenschappelijke deler van Proteus is, moeten we ons zorgen gaan maken, want wat onderscheidt ons dan nog van alle andere verenigingen in Delft?
Ontwikkeling van de vereniging
Proteus heeft de afgelopen jaren een bredere basis gekregen. Vroeger waren we tevreden als we honderdtwintig aanmeldingen van nieuwe leden hadden. Bestuur 62 heeft als doel gesteld om die lat hoger te leggen. Het doel was tweehonderd aanmeldingen, een soort magisch getal dat we in de jaren ‘90 een keer hebben aangetikt maar daarna nooit meer. Het streven om hierin te groeien heeft goed uitgepakt. Veel verenigingen hebben dit minder gedaan, zij zijn een beetje blijven hangen rond dezelfde getallen. Deze brede basis aan leden is volgens Jörgen essentieel om uiteindelijk ver te komen.
Proteus is erg goed in het ‘weet je wat, we doen het allemaal zelf, we doen het op onze eigen manier’, voorheen kozen we daar de verkeerde dingen voor. Zo was er voor bestuur 62 op elke OWee een shirt van een andere kleur. Elke kleur, behalve rood natuurlijk,
is wel langsgekomen. Toen is er voorgesteld om standaard blauwe shirts te gaan dragen, iedere OWee, om daarmee een huisstijl te introduceren, zodat blauw bekend komt te staan als ‘Proteus’. Om dit voor elkaar te krijgen hebben we een hele bestuursvergadering gewijd aan argumenten voor de keuze van blauw te verzinnen, als voorbereiding tegen de verwachte tegenspraak. Deze bleek helemaal niet te komen, dus dit was niet nodig geweest. De les voor Proteus was hier: we kunnen wel onze eigen draai eraan geven, maar we moeten wel zorgen dat de basis altijd goed is. Dit was een belangrijke ontwikkeling voor de vereniging en heeft zeker bijgedragen aan de groei en naamsbekendheid.
Het zou jammer zijn als Proteus in de toekomst uitgroeit tot een gezelligheids-roei-vereniging, het moet een roeivereniging blijven, natuurlijk wel met veel gezelligheid. Maar de focus moet ‘beter gaan roeien’ blijven. Zodra de mentaliteit van wedstrijdroeiers wordt ‘oh je hebt je best gedaan en dat is ook al prima’, dan zijn we te ver. Het moet altijd een doel zijn om betere resultaten te behalen. Het zou zonde zijn als dat niet meer zo is. Tijdens het gesprek blijkt dat deze mening diepgeworteld zit, wat onder andere komt door de vele jaren die Jörgen als wedstrijdcoach heeft doorgebracht. Het zo goed mogelijk starten van wedstrijden, zowel wedstrijdwedstrijden als competitiewedstrijden, en daar strijden voor de eer van Proteus, dat is een belangrijk onderdeel van het zijn - en blijven - van een roeivereniging. Een andere ontwikkeling die belangrijk is in de
“Als we alleen maar
mooi-weer-roeiers
zouden krijgen, dan gaat het mis.”
toekomst van Proteus, wat ook actueel is en wat is aangestipt op de botendoop, is dat iedereen welkom is, ongeacht je achtergrond. Hierbij is vooral het belangrijkst dat men zich ook echt welkom voelt. Wij als vereniging moeten ervoor zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn, en zichzelf kan blijven. Meneer Athmer zei altijd: “Proteus ontleent zijn kracht aan liefde, laat niemand dat ooit vergeten.” Hij was natuurlijk een erg wijze meneer en dat heeft hij goed gezegd.
Prestatie waar je het meest trots op bent Jörgen begint meteen dolenthousiast over talloze roeiprestaties die hij als coach heeft mee mogen maken. Er springen drie voorbeelden uit. Een daarvan is dat Roos de finale in de Holland Beker haalde in 2014. Een paar weken daarvoor was ze aangevaren tijdens een sprint op de Bosbaan door een acht waarbij haar rug werd geraakt. Roos wilde zich kwalificeren als startende reserve voor het WK U23. Eigenlijk was ze te geblesseerd om op de Holland Beker aan de start te liggen. Uiteindelijk heeft zij een week van te voren de knop omgezet en hebben we daarna een onwijs goede trainingsweek gehad. De bondscoach zei dat Roos zich gedurende een langere periode kon plaatsen en dat ze niet perse deze wedstrijd hoefde te starten. Roos wilde echter wel aan de start liggen van de Ladies Trophy. Hier startten ook onder andere Olympisch kampioenen Kim Crow en Jingli Duan, het was dus best een pittig veld dat jaar. Roos kreeg het voor elkaar om daar een mega goede race te varen in de halve finale en zo de finale te halen, met als resultaat een coach die zo trots als een pauw was.
Een ander voorbeeld is een wedstrijd van EJZ’11, zij die het klassement wonnen. Dit gebeurde in Harkstede, Groningen, daar was vroeger ook een roeibaan. Hier was altijd zoveel wind dat er windmolens langs het water stonden. Dat is, zoals je je kan voorstellen niet ideaal voor een roeibaan. Eerder dat jaar hadden ze het verenigings record aangescherpt tot 5 minuut 50. Maar op deze dag werden ze 2e in de voorwedstrijd met een tijd van 7 minuut 20, dat is echt héél erg langzaam voor mannen in een acht voor een 2 kilometer. Ze moesten die wedstrijd winnen, want dan zouden ze het klassement winnen. Eerder die dag waren ze nog ergens tegen een brug aangereden en dus stonden ze allemaal strak van de spanning. Jörgen en zijn mede coaches hadden een heel verhaal voorbereid, maar dat sloeg eigenlijk helemaal nergens op. Toch lag de acht na 300 meter anderhalve bootlengte voor en daarna was de rest van het veld niet meer in beeld. Ze voeren dan ook een minuut sneller dan in de ochtend. Dit was echt een toffe race.
Een ander moment is het NK met Wim Hak en Steven Coevert. Ze hebben namelijk een, naar Jörgens mening, heel tof traject gedaan, naar het NK klein toe in 2017. Daarin zeiden ze ‘oké we gaan de lat hoog leggen.’ De hele olympische equipe deed mee, ‘daar gaan we gewoon wat ploegen ervan af varen.’ Helaas gingen we niet met de winst naar huis, maar het was zo’n goed weekend en de race was om over naar huis te schrijven. Voor de roeiers dan, Jörgen fietste immers alleen maar mee. Zo’n goede race varen kon alleen door uit te spreken wat ze nodig hadden van elkaar, wat de roeiers van de coaches nodig hadden en wat de coaches van de roeiers verwachtten. Daar zijn hele toffe races gevaren. Daar is Jörgen wel echt trots op, aangezien dat ook weer bewijs is dat je samen veel verder komt. Ook in dit geval moet je met meer dan twee zijn om zover te komen. n
n Jörgen met EJZ’11 na een winst op de Bosbaann de vorige editie hebben we het gehad over de biertjes die je kan krijgen op de barzolder. Dit bleek zo’n leuk item te zijn dat we dachten een vergelijkbaar item te maken. Wat nuttigt menig Proteër naast bier? Proteïne shakes natuurlijk! Alleen zijn er zoveel keuzes en mogelijkheden, waarbij je door de bomen het bos niet meer ziet. Dus dachten wij, de redactie van het Venster, laten we een handje helpen. Daarom de top vijf gekke smaken van MyProtein, samen met een pannenkoekenmix, want wie lust er geen goede pannenkoek?
Geur:
3/5 4/5
Ruikt naar een melk-fruit lolly Chemische Fristi Heel erg zoet MELK! Met water is heel vies! Geen zak van kopen
Geur:
appel en melk
saai
Appelrepen en ijs
Water, maar beiden goed
Misschien kopen
Geur: Kleur: Smaak: Conclusie:
Geur: Kleur:
Conclusie:
Geur:
Kleur:
Smaak:
Melk/Water: Conclusie:
3/5 4/5 5/5
1/5 3/5 1/5 1/5
Ruikt naar ei Okay??
Ei, poedersuiker en boter Niet te doen Niet kopen
1/5 3/5 3/5
Urine
Doorzichtig met spikkels, high class
Pre-workout, zuur en bitter
Niet echt proteine vibes, moet je van houden
Geur:
melk Melkkleurig Zoeter dan verwacht Melk, maar water kan ook Ruikt minder, smaakt lekker
Geur: Kleur: Smaak: Conclusie:
Meer melk dan koffie, mokka
Koffie met te veel melk, wel sexy Erg lekker, after training vibes Anders, maar beiden erg lekker!
Ja, kopen!
2/5 3/5 ?/5
Heel zoet Grijzig
Niet te raden door Team Tank
Mix niet alle smaken, dan krijg je buikpijn
TEKST HUUB VISSER, LOTTE BEUKERS & SACHA OLSTHOORN
LAYOUT CATHELIJN BOGERSet Venster bestaat 50 jaar en daarom is het feest. Hoog tijd dus om terug te blikken op de edities van de afgelopen jaren. Verstopt in het archief werden mappen vol met oude Vensters gevonden. Naast het formaat veranderde er ook veel aan de inhoud door de tijd heen. Van een zwart-wit krant die elke maand uitkwam tot een glanzend magazine dat nu enkel een zomer- en wintereditie kent, er is veel veranderd. Nieuwe rubrieken werden toegevoegd en andere verwijderd of, heel modern, naar de website verplaatst.
n Schoonmaakroosters in een A5 formaat Venster
Voor het eerste Venster moeten we terug naar begin jaren ‘70. Toen werd het tijdschrift nog uitgebracht door de jaarboekcommissie. Later ontstond het idee om er een aparte commissie voor op te starten. Het Venster werd maandelijks uitgebracht en was vooral klein, compact en functioneel. Het bevatte onder andere schoonmaakroosters, adreswijzigingen en andere mededelingen. Door het ontbreken van het internet was dit dé manier om belangrijke informatie te delen. Begin jaren ‘90 begon het Venster een nieuwe vorm te krijgen. Het werd een A5 formaat boekje met een gekleurde buitenkant. Het Venster voelde meer aan als een zieltje, zoals wij dat vandaag de dag kennen, dan een tijdschrift. Nog steeds werden er vooral mededelingen in gedaan, zoals wat is er tijdens de ALV besproken of wie er die maand jarig was.
Aan het eind van de jaren ‘90 veranderde dit kleine boekje naar een krant formaat, waar niet alleen meer praktische informatie in stond, maar ook de voor- en nabeschouwingen hun intrede deden.
Het Venster in de vorm van een krant
Na de eeuwwisseling was het tijd voor verandering. In juni ging het formaat van het Venster van een traditionele krant naar het formaat van een papieren A4 boekje. De pagina’s kregen ook steeds meer kleur en artikelen werden minder functioneel. Om de toegenomen hoeveelheid pagina’s in te vullen, liet de inhoud soms wat te wensen. Het Venster werd op dat moment nog zo’n tien keer per jaar uitgebracht. Toch beviel het A4 blad niet helemaal en werd er weer teruggeschakeld naar een kleiner formaat. Tot 2006 werd er gewerkt met A5 papier, daarna was het tijd voor een nog grotere stap terug in de tijd. De krant kwam terug, compleet met sudoko op de achterkant.
n Een kleurrijk Venster uit 2001, een Venster met A5 formaat uit 2003 en de terugkeer van de krant
n V.l.n.r: het Venster terug als krant, met een sudoku en de rubriek Lloyd’s list, een Venster uit 2009 en een Venster uit 2010
Een paar jaar later, in 2010, begon het tijdschrift meer te lijken op het blad van nu. Het A4 formaat keerde terug en vaste rubrieken deden hun intrede. In dit jaar maakte ook de column ‘Lloyd’s list’ zijn debuut, ook deze editie weer te vinden op de laatste pagina. Ondertussen was het internet een belangrijke bron van informatie geworden en verdwenen steeds meer huishoudelijke mededelingen en artikelen uit het tijdschrift, zij kregen plekje op de website. Het Venster diende nu vooral nog voor recreatieve doeleinden.
n Vensters uit 2010, 2011 en 2012
De daarop volgende jaren werden er veel relatief onzinnige stukken geschreven, die teksten bevatten inhoud die vandaag de dag niet meer gepubliceerd zouden mogen worden. Het was weer tijd voor verandering. Het Venster werd serieuzer, de layout werd veranderd en het blad kwam minder vaak uit. Doordat het Venster slechts twee keer per jaar uitgebracht werd, was er meer tijd om goede stukken te schrijven en te werken aan een mooiere opmaak. Nieuwe rubrieken deden hun intrede. Zo werd ‘Op Bezoek Bij’ een begrip en werd er vanaf toen elk half jaar een roeivereniging bezocht in binnen- of buitenland. De doorgeefrubriek ‘Zwaar Gelul Lichte Lectuur’ werd naar de website verplaatst en verschijnt nog steeds één keer per maand. Ook de voor- en nabeschouwing worden tegenwoordig op de website gezet.
De grootste verandering van de afgelopen vijf jaar was de overgang naar een glanzende, stevigere voorkant in 2017. De nieuwe uitstraling was een stuk professioneler en de stukken gingen steeds vaker over onderwerpen die zich buiten de vereniging afspeelden. Gave interviews werden afgenomen en er werd antwoord gezocht op interessante vragen uit de roeiwereld. Op een gegeven moment leidde dit tot de vraag wat er in het Venster zou horen, want er werd zo veel verteld over de grootse roeiwereld dat de eigen vereniging een beetje in het nauw viel. Het Venster is een verenigingsblad en dus moest de inhoud ook vooral over de eigen vereniging gaan. Voortaan wordt gezocht naar de perfecte verhouding tussen serieuze en iets minder serieuze stukken en is Proteus weer het decor van de tekst met een hoop creativiteit als hoofdrolspeler.
Wat de toekomst ons brengen zal, weet niemand. Wellicht verdwijnt de papieren editie van het Venster in de toekomst helemaal, ook nu zijn de bladen van de afgelopen jaren al online te vinden. Deze zijn te vinden onder het kopje Vereniging, Media op de website. Neem gerust een kijkje en waan je in het verleden. n
n Vensters uit 2014, 2016 en het huidige Venster uit 2023
at was het dan, 30 oktober 2022. De laatste wedstrijd van onze roeicarrière zit erop. Dit jaar hebben wij veel mogen taarten (negen keer), waarbij we tijdens de afgelopen Asopos Najaars onze allerlaatste taart in ontvangst hebben mogen nemen. Misschien hebben we toen ook wel voor de allerlaatste keer het Venster voor onszelf mogen zingen. Natuurlijk zijn we dankbaar voor alle overwinningen en het bijbehorende enthousiasme van de vereniging. Echter, één ding zit ons dwars. In de afgelopen jaren hebben wij best een aantal keer het Venster mogen zingen. Sinds vorig jaar is ons een merkwaardige verandering opgevallen. Waar het vroeger normaal was de ‘Het’ enkele seconden vast te houden, is het tegenwoordig normaal deze een complete minuut uit te blèren, tot ademnood aan toe. Waar je voorheen als winnaar kon genieten van het met de vereniging vieren van de overwinning, is het zingen van het Venster nu een extra uitputtingsslag.
Onder het mom van vroeger was alles beter (dat was het namelijk), hebben we wat etiquettes opgesteld. Want waar kijk jij naar als je eenmaal het Venster mag zingen? Hoe houd jij je ploeggenoot of ploeggenoten vast? Hierbij het stappenplan nadat je als eerste de finish over bent gekomen:
1. Roei naar het erevlot toe en leg de boot aan.
2. Stap uit de boot. Het is nu tijd om je ploeggenoot/ploeggenoten een knuffel te geven om je blijdschap te uiten.
3. Loop naar het podium om je muntje in ontvangst te nemen. De grote vraag is: wordt er gekust met de mensen die je het muntje geven? Wij vinden van niet, corona heeft ons getoond dat het nergens voor nodig is om te kussen, dus laten we dit voorgoed verbannen.
4. Pak voordat het Venster ingezet wordt je ploeggenoot/ ploeggenoten vast bij de middel of over de schouder. Zorg dat niemand er als aanhangsel bijstaat.
5. Het Venster wordt ingezet door de voorzitter. Vanaf nu wordt "het" slechts een paar seconden
gezongen, lang genoeg dat iedereen doorheeft dat het Venster is begonnen en kort genoeg dat de winnaars het qua adem redden om mee te zingen.
6. Het bestuur, coaches en vrienden feliciteren je. Een hand is hierbij voldoende, tenzij iemand heel graag wilt knuffelen. Laten we van kussen geen gewoonte meer maken. Van je coaches ontvang je een biertje. Mocht je geen coach bij je hebben, zou het natuurlijk aardig zijn als één van de andere toeschouwers een biertje voor je haalt. Want bij de winst hoort natuurlijk gelijk een biertje op het podium, dan kickt hij lekker hard in.
7. Loop (of strompel) van het podium af.
8. Heb je gewonnen in een gestuurd nummer? Gooi je stuur in het water (als het water niet zodanig koud is dat het gaat leiden tot onderkoeling) en spring er zelf achteraan.
9. Stap de boot weer in en roei naar de kant. Op sommige locaties (Bosbaan) is het ook mogelijk om bij het Erevlot de boot uit het water te halen en direct naar de bowa te tillen. Dit scheelt heel wat moeite en als je gewonnen hebt, heb je dat simpelweg verdiend. We koesteren de positieve verwachting dat hiermee alles omtrent het Venster zingen duidelijk is en dat dit vanaf nu de standaard kan vormen voor vieringen van overwinningen. Mogen er maar veel winsten behaald worden komend jaar. n
ANOUK BRANDWIJK & MARTIENE UBBENS MAUD MEERKERK TEKST LAYOUTde tijd dan normaal om te koken, omdat ze normaliter plannen om 16:45 terug te zijn. De bus werd uitgeladen en de nieuwe aanwinsten werden uitgestald op twee tafels, want zoveel ruimte was er voor alle ingrediënten nodig. Die avond stond lasagne op het programma met als toetje tiramisu, hier moesten 200 mensen van eten. Aangezien we mee waren met boodschappen doen, konden we daarna gelijk goed ingezet worden als hulp bij het snijden. Er waren namelijk kilo’s aan mozzerella en aubergines die fijn gesneden moesten worden. Met deze enorme hoeveelheden leer je al vrij snel dat het niet om kwaliteit maar om efficiëntie gaat. Met andere woorden: mozzarella werd fijngeknepen en de aubergines werden gehakt alsof het Fruit Ninja was.
De dag werd afgetrapt op Proteus waar de nieuwe verenigingsbus klaar stond voor vertrek. Te laat komen is een gevoelig puntje bij le Bixy, want de planning luistert vrij nauw. Gelukkig waren er nog twee plekjes over in de bus voor de Vensterredactie en konden we met zeven man vertrekken richting de Makro. Meestal gaat le Bixy met vier à vijf personen boodschappen doen, maar een keer met zeven personen is helemaal niet erg. Le Bixy kan vaak namelijk wel wat extra handjes gebruiken. Mocht je dus op dinsdag of donderdag een keer niks te doen hebben en mee willen helpen, dan kan je iemand van le Bixy appen.
Tien minuten later sta je in de Makro, die we met de Makro horecapas via de speciale ingang zijn binnen getreden. Je verwacht dat alles in de Makro groter dan groots is, maar dit valt eigenlijk best tegen. Oké vooruit, de potten saus waren groot genoeg om in te kunnen zwemmen en de karretjes konden zowel alle boodschappen als wat Bixyleden dragen, maar verder zijn de courgettes net zo groot als in de ‘normale’ supermarkt. Alles wordt in kilo’s op de kar gelegd en uiteraard wordt de prijs door een willekeurige bixiaan strak bijgehouden, zodat er genoeg budget overblijft voor het toetje. Wat wij betalen voor een Bixy-maaltijd wordt namelijk opgedeeld in twee categorieën. €0,60 gaat naar nieuwe tools voor de keuken. Hier zal later nog wat meer over worden verteld. Er blijft dan €2,85 over voor de maaltijd zelf.
Nadat sommigen hard hebben gewerkt in de Makro en sommigen alleen mooi hebben gedaan, keerden we om 16:15 uur terug op het Proteusterrein. Dit gaf le Bixy ruimer
Om 16:45 is het tijd om alles aan te slingeren in de nieuwe keuken en te beginnen aan het koken zelf. De chef van de dag, in dit geval Tymen, houdt hier het overzicht en stuurt de rest van le Bixy aan. Zo zorgt de chef ervoor dat de taken met de hoogste prioriteit als eerste gebeuren en het koken allemaal volgens planning verloopt. Ook is het aan de chef om in te grijpen als de planning in de soep dreigt te lopen, bijvoorbeeld als de tomatensaus niet wil indikken en er iemand met spoed naar de Makro gestuurd moet worden om maizena te kopen. Immers, ook als er iets niet volgens planning verloopt, blijft het doel om uit te serveren vanaf 19:30 uur.
Het uitserveren kan beginnen als er genoeg bakken eten klaar zijn. Hier is het vaak spannend of mensen gaan klagen over de hoeveelheid, want dat schijnt het grootste irritatiepunt van de vereniging richting le Bixy te zijn. Mocht het jou nou overkomen dat je nog honger hebt na je eerste portie dan heeft le Bixy voor jou de tweede ronde uitgevonden. Als iedereen geweest is voor een eerste portie en er is nog eten over dan kan je een tweede bord halen. Dit is zowel voor jou als voor le Bixy winnen; jij hebt extra eten zonder extra te betalen en de bixy houdt minder over en hoeft dus minder weg te gooien.
Koken voor tweehonderd man levert veel vaat op die afgewassen moet worden. Gelukkig voor le Bixy hoeven ze dit niet zelf te doen. Elke dinsdag en donderdag worden er zes à zeven leden ingedeeld om af te wassen. Het afwassen is tegenwoordig wel een stuk makkelijker, in november is de keuken namelijk uitgebreid met een horeca vaatwasser. Om te zorgen dat deze vaatwasser langer meegaat dan de vorige hangt er een mooi geplastificeerd A4’tje aan de vaatwasser met do’s en d ont’s.
De Bixy rekent tegenwoordig minder vlees per persoon en voor de variatie wordt er zo nu en dan ook voor iedereen vegetarisch gekookt. Goed voor het milieu en nog steeds goed voor je gains omdat de chef ook bij een volledige vegetarische maaltijd rekening houdt met de juiste balans van alle voedingsstoffen. Daarnaast is het ook goed voor het milieu en natuurlijk voor je portemonnee wanneer je een bakje mee neemt. Je mag namelijk dit bakje vullen als er aan het eind van de rit eten over is. Wel moet je dan je eigen bakje bij je hebben óf een papieren bakje kopen bij de chef. Vraag hier dus gerust naar aan het eind van het uitserveren, vaak is het avondeten een prima lunch voor de volgende dag en zo hoeft er niks weggegooid te worden.
Ben je na dit stuk helemaal geïnspireerd en wil je zelf aan de slag?
Probeer dan eens het volgende recept van le Bixy. Vegetarisch en makkelijk te maken.
Ingrediënten p.p.
225 gr knolselderij
250 gr aardappel
37,5 gr kruidenboter
175 ml bietensap
Teentje knoflook
Eetlepel olijfolie
Scheutje panko
Eetlepel grove mosterd
Een laurierblad
Snufje peper
Stappenplan gebraden knolselderij
Schil en snij de knolselderij in stukjes.
Breng vervolgens het bietensap, met het laurierblad en de peper op laag vuur aan de kook en dompel de venkel hier in onder, zodat hij tot ongeveer halverwege bedekt is.
Nu is de knolselderij klaar voor de oven, waar de knol 45 min in mag op 180 graden.
Als dit is gelukt, mag hij ingeolied worden en in aluminiumfolie ingepakt nogmaals 45 min in de oven.
Breng ondertussen de saus nogmaals rustig aan de kook. In een andere pan doe je de panko, mosterd en olie totdat de panko goudbruin is.
Na de tweede 45 min, laat je de knolselderij even uitrusten, waarna hij in dunne plakken gesneden mag worden.
Stappenplan Hasselback aardappels
Snijd de aardappelen in dunne schijfjes en smelt ondertussen de kruidenboter in een pannetje.
Leg de aardappelschijfjes op een bakplaat en giet hier de kruidenboter overheen en strooi er wat zout over. De aardappelschijfjes kunnen nu 60 min in de oven gaar worden op 180 graden.
Uitserveren
Nu zowel je knolselderij als je aardappelschijfjes goed zijn, kan je gaan serveren. Plaats de schijven knolselderij op een bord en giet hier de rest van je saus overheen. Vervolgens leg je de aardappelschijfjes ernaast en klaar is de chef. n
TEKST
ls roeier streef je altijd naar de nieuwste, mooiste en beste boot. De Empacher is inmiddels een bekend begrip in de vloot geworden. Wat er per boot echter meer verschilt, is het soort rigger. In de loods zijn verschillende exemplaren te vinden en steeds worden er nog modernere versies aangeschaft. Misschien vraag je je nu wel af waar er dan vroeger mee werd geroeid. De Vensterredactie ging op onderzoek uit.
Het concept van een rigger op een boot bestaat al sinds de zesde of zevende eeuw v.Chr. Dit is afhankelijk van welke geschiedschrijver je moet geloven. De eerste riggers bestonden uit hout, hetzelfde materiaal als waar de rest van de boot van werd gemaakt. Riggers zijn veel terug te vinden op oude handels- en oorlogsschepen bij bijvoorbeeld de Vikingen of in de middeleeuwen. Zo zijn verschillende types, zoals de trireem en bireem, vernoemd naar het aantal rijen riemen dat de boten hadden in de middeleeuwen. Als hulpmiddel beschikten de boten vaak nog over één of meerdere zeilen. Deze riggers staan nog ver af van de riggers zoals we ze vandaag kennen.
Buisrigger
Een paar eeuwen later, toen roeien in West-Europa een populairdere sport werd, ontwikkelde de boot en rigger zich snel. In het midden van de achttiende eeuw was roeien in Engeland zelfs populairder dan voetbal. Tot 1828 waren roeiboten erg breed en zwaar. De doorsnede was ruim een meter breed. Dit was nodig omdat het draaipunt van de riem op de boordrand zat. Hier bedacht Anthony Brown uit Newcastle een oplossing voor. Door riggers aan de zijkant van de boot te plaatsen, kon de boot smaller en dus lichter worden uitgevoerd.
De eerste rigger die tegen de zijkant van de boot aanzat werd door botenbouwer Ridley uitgevoerd in hout in 1828. Twee jaar later voerde een andere man uit Noord-Engeland, Frank Emmet, het nieuwe ontwerp uit in metaal. Toen roeier en botenbouwer Harry Clasper met zijn eigen versie van de nieuwe metalen rigger samen met zijn drie broers in 1844 en 1845 overtuigend de Thames National Regatta won, begon de razendsnelle ontwikkeling van de nieuwe smalle boten met metalen buisriggers. Aanvankelijk waren de nieuwe riggers nog klein en de boot breed, maar door de tijd heen werden ze steeds groter, zodat de boot nog smaller kon worden.
De buisrigger wordt meer dan honderd jaar later nog steeds gebruikt, maar ondertussen zijn er sprongen gemaakt in het ontwerp om zo een nog efficiëntere roeiboot te creëren. Het nadeel van de buisrigger is dat deze aan een kant van de boot bevestigd wordt, waardoor er spanningen en krachten op de zijkant van de boot ontstaan, waardoor deze gaat krommen. Bovendien wordt de geleverde kracht afgedragen in de boot en zo gaat er kostbare snelheid verloren.
LOTTE BEUKERS & SACHA OLSTHOORN LAYOUT CATHELIJN BOGERS n De Hedi Poot met buisriggerAlles is relatief
Door de jaren heen zijn er verschillende riggers bedacht en uitgevoerd, waarvan de een succesvoller dan de ander. Normaal gesproken zitten de riggers vast aan de boot en beweegt het bankje van de roeier. Wat misschien minder bekend is, is dat in de tijd dat het bewegende bankje werd uitgevonden, ook een variant met een stilstaand bankje en bewegende riggers werd gemaakt. De techniek om dit principe werkend te krijgen was er echter in 1876 nog niet. Bijna honderd jaar later is het gelukt om een goed werkend exemplaar te maken. Daarvoor vielen prototypes constant uit elkaar, wel startte Walter Sweetman er mee in 1888 bij de Henley Royal Regatta. In het begin van de race ging deze echter stuk en moest er opnieuw gestart worden. In 1981 won Peter-Michael Kolbe bij het WK in Luzern de wedstrijd in de skiff met de sliding riggers, het daaropvolgende jaar won hij het WK opnieuw in München. Het was duidelijk dat riggers een succes waren maar de FISA moest nog even overleggen of deze permanent geïmplementeerd mochten worden. Het antwoord was nee. Uiteindelijk werden de riggers verbannen in 1984. De reden hiervoor was dat deze te duur waren voor minder welvarende landen en dat er zo ongelijke kansen gecreëerd werden.
Tot in 1984 het minimum gewicht van een roeiboot werd ingevoerd, veranderde er relatief weinig aan het ontwerp van de riggers. Boten waren op dat moment soms wel 20% lichter dan deze voorgeschreven norm. Er moest gezocht worden naar nieuwe manieren om boten nog sneller te maken, met extra gewicht wat een positieve bijdrage zou leveren aan de boot. Met het ontwerp van de zwaardere aluminium vleugelrigger werden de krachten niet meer opgenomen in de boot maar in het water, hierdoor ging de boot nog sneller. Doordat de rigger over de breedte wordt bevestigd, blijft de boot ook beter stijf dan bij de buisrigger. De nieuwe riggers maakten in 1988 hun entree op de Olympische Spelen en werden daarna de nieuwe standaard.
In 2009 introduceerde Fillipi de back wing rigger. Dit type was echter niet compleet nieuw. In Australië roeide Edward Hale in het begin van de eeuw ook al met een soortgelijk type rigger op zijn Chinese boten. Deze rigger werd steeds populairder. Toen in zowel het mannen als het vrouwen skiffveld in een boot met back wing rigger gewonnen werd, was de toon gezet. Naast de vorm is ook het materiaal van de rigger veranderd. De back wing rigger wordt nu gemaakt van carbon, dit is lichter en stijver dan aluminium. Wat de toekomst ons brengen zal is nog onduidelijk, maar het zal ongetwijfeld nog sneller gaan. n
TEKST
eel sporters dromen ervan aan de top komen, maar de weg naar de top is vaak niet gemakkelijk en zal er voor iedereen anders uitzien. Als je als eerstejaars wedstrijdroeier in een boot stapt, weet je misschien nog niet wat er allemaal te bereiken valt binnen het roeien. Misschien heb je wel grote ambities en wil je je richting het toproeien begeven. Een plak op de Olympische Spelen zoals Sytske en Chantal is misschien niet onhaalbaar, maar wel is het goed om te weten dat dit stapje voor stapje gaat. Wat er te bereiken valt binnen de roeiwereld, ligt aan je ambities en een beetje aan talent. Het Venster is er op uit gegaan om dit pad naar de top in kaart te brengen. We pluizen de weg naar de top uit middels een aantal van onze eigen wedstrijdroeiers, die allemaal op een ander niveau zitten en andere doelen hebben.
We beginnen bij het eerstejaars wedstrijdroeien. De eerste stap die je als competitieroeier naar wedstrijdroeier maakt, is selectie doen voor een eerstejaars boot. Als je de selectie hebt gehaald, kom je gemixt met ouderejaars competitieroeiers en eerstejaars in een boot die is samengesteld door een coachkader. Door het jaar heen start je dan met jouw ploeg verschillende wedstrijden, zowel lange baan (meer dan twee kilometer) als korte baan (twee kilometer). Om het allemaal een beetje leuk te houden in je eerste jaar wedstrijdroeien, start je alleen tegen andere eerstejaars boten in het klassement. Wel is dit op wedstrijden die ook door ouderejaars wedstrijdroeiers worden gestart. Dit klinkt natuurlijk erg leuk en gezellig. Of dit nou ook in de praktijk zo is, hebben wij gevraagd aan Joppe, die ons kan vertellen over het nemen van die eerste stap. Joppe is 21, roeide in EJZ’22 en is doorgestroomd naar de middengroep, concrete doelen zijn nog in de maak.
Voordat Joppe zich richting Delft en Proteus begaf, maakte hij zijn sporturen op de ijsbaan. IJshockeyen lag Joppe blijkbaar goed, want hij speelde op aardig hoog niveau, waarvoor Düsseldorf bezocht werd. Er kwam een eind aan de carrière van Joppe toen hij zich naar Delft begaf om te studeren. Bewust koos hij ervoor tijdens zijn eerste jaar studie, bachelor natuurkunde en bachelor wiskunde, nog niet te gaan sporten. In 2021 begon hij dan toch met de selectie voor EJZ’22. Na zijn eerste jaar studeren, wist hij dat dit qua tijd haalbaar was. Het vele trainen was hij wel gewend met zijn ijshockey verleden en het deed weer een vlammetje in hem aanwakkeren. Het leuke aan de eerstejaars ploeg is dat iedereen begint met wedstrijdroeien. Niemand weet dus wat hem of haar te wachten staat. Ploegbonding en dergelijke zijn dan erg van belang en zorgen voor een hechte groep die samen de uitdaging van het wedstrijdroeien aan gaat. De keuze bleek voor Joppe en zijn EJZ goed uit te pakken, want de jongens hebben aan het eind van het seizoen een blik weten te bemachtigen en zijn daarmee beginner af hun eerste jaar uitgegaan. Na wat twijfel, overhaalkunsten van menig coach en misschien wat alcohol, is Joppe dit jaar verder gegaan bij de middengroep, waar straks
ANNELOUK VAN MIERLO, HUUB VISSER & MAUD MEERKERKmeer over te lezen is. Hij lijkt geen spijt te hebben van zijn keuze om door te gaan met wedstrijdroeien, want naar eigen zeggen geeft het veel voldoening en is de wereld van ‘er helemaal vol voorgaan’ erg leerzaam.
Middengroep
Door naar de middengroep, deze betreed je na je eerste jaar wedstrijdroeien. Je kan dan starten in het development klassement of losse wedstrijden starten. Het development klassement wordt verroeid over vier wedstrijden, waar je, net als bij de eerstejaars klassementen, punten kan halen. Er wordt voornamelijk gestart in de dubbeltwee, tweezonder en viertjes. In het development klassement roei je tegen anderen, die ook al minstens één jaar hebben gewedstrijdroeit. Bij lichte dames, waar wij het over gaan hebben, is dit veelal in een dubbeltwee, een scullboot waar je als duo in roeit. Het verschil met dames, is dat lichte dames in het seizoen maximaal 59 kilogram wegen met als ploeggemiddelde 57 kilogram. Dit is voor de één uitdagender dan de ander, maar biedt voor veel lichte dames wel de kans toch te wedstrijdroeien. De wedstrijden worden in Nederland verroeid. De Proteër die we in de middengroep lichte dames vinden, is Isabel Goes. Isabel is 21, roeide in EJLD’20 en roeit nu bij MGLD. Ze wil dit jaar voornamelijk een leuk jaar hebben en uiteraard ook de beste worden in het development klassement.
Topsport is niet onbekend voor Isabel en Proteus-Eretes is er met de paplepel ingegoten. Vanaf vijf jaar oud heeft ze op hoog niveau geturnd, ze is bij de turnbond uitgenodigd en heeft een internationale wedstrijd gestart. Turnen is een hele heftige sport, je moét elk jaar beter worden. Bij turnen waren trainingen in het weekend wel vijf uur en doordeweeks elke dag een training van drie uur. Vergeleken met roeien is turnen een heel stuk individueler en competitiever tegen elkaar, wat niet altijd voor de beste sfeer zorgt. Toen Isabel ging studeren wilde ze zich eerst liever focussen op haar studie en wilde ze het (top)sporten even achter zich laten. Echter is ze toch overtuigd en heeft zich ingeschreven bij Proteus-Eretes en is de selectie ingerold, want je doet het goed of je doet het niet als je gaat sporten. Je moet altijd proberen het beste eruit te halen. De vraag was in haar jaar nog wel of er een EJLD zou komen want die was er al meerdere jaren niet geweest. Toch is er een leuke boot uit gekomen, maar helaas een minder leuk jaar. Door de coronacrisis zijn slechts de WinterWedstrijden gestart en is het rest van het jaar vooral de sfeer dichtbij huis gevonden. Isabel is verhuisd naar een Proteushuis
en na een jaartje uit het wedstrijdroeien te zijn geweest, is ze dit jaar weer aangehaakt en stapt ze regelmatig in de skiff of de dubbeltwee. Om aan de top te komen is skiffen een nummer dat onderweg naar die top steeds belangrijker wordt, omdat je hier kan laten zien wat jij zelf kan. Dit betekent ook dat je mensen waar je misschien eerst wel mee hebt geroeid, nu moet verslaan. Het klassement start zij in de dubbeltwee, dus heeft ze altijd iemand in de boot, om samen snel mee te roeien. Hierin blijft het voor Isabel, die nu als doel heeft de beste te zijn in het development klassement, het belangrijkst alles eerlijk te winnen en het uit hard werken te halen. Een gezonde en positieve instelling richting het wedstrijdroeien. Dat het lichte roeien verdwijnt heeft hier nu zeker nog geen invloed op.
Ouderejaars
We zijn inmiddels bij OJM beland. Na het eerste jaar en de middengroep is er bij zowel mannen als dames de optie door te stromen naar de ouderejaars (OJ). Nu klinkt dit makkelijk, maar dit is niet zomaar voor iedereen weggelegd. Feit is dat er bij roeien veel concurrentie is en je dus alleen mee wilt doen in een hoger veld als je mee kan komen. Dit maakt het daarmee anders dan de overstap van je eerste jaar naar de middengroep. Je kan maximaal twee jaar eerstejaars doen, mits je geen blikken hebt gehaald. De middengroep mag je zo lang in blijven hangen als dat je zelf wilt en lukt. Om daarna van de middengroep naar de ouderejaars te komen, moet je wederom selectie doen en jezelf bewijzen. Johannes is 21, roeide in EJZ’20 en roeit nu bij de ouderjaars mannen. Dit jaar is zijn ambitite om uitgezonden te worden.
In een ver verleden heeft Johannes gejudood en is na wat jaren drinken en roken per ongeluk bij Proteus-Eretes beland. Van wedstrijdroeien was er a priori zeker geen spraken, want een biertje beviel nog te goed. Vastberaden om zijn leven te beteren, begon hij in zijn eerste jaar met de selectie. Tijdens de selectie is hij, na wat tegenstribbelen, overgehaald door de coaches om te gaan wedstrijdroeien. Nu bleek dat roeien toch wel leuk en aanleg was ook te vinden. Enthousiasme in combinatie met wonen op het kreekrugpad omringd door gelijkgestemde, zwengelde de passie voor het roeien echt aan. Na een eerste coronajaar op de ergometer was het door naar de middengroep. Dit bleek van korte duur, want nadat hij net comfortabel in de development vier zat, werd er een seatrace voor een Henley viermet aangekondigd waar zijn development boot
n Joppe (op 3) met EJZ’22 (foto: Proteus Paparazzi) n Isabel op de Tromp Boat Races (foto: Daniël Korvemaker)aan mee mocht doen. Tot ieders verbazing lukte het Johannes om het laatste plekje op stuurboord te vullen. Hiermee werd Johannes ook op voorbehoud, in de ouderejaars groep gezet. Dat jaar ging de Varsity na veel onzekerheid toch door en omdat er al voor Henley werd getraind in de viermet, leek het iederen logisch om deze boot ook als oude vier naar de Varsity te sturen. Op de Varsity voer Johannes zijn eerste 2K en dat was tevens een verenigingsrecord. Dit alles bracht hem bij ouderejaars op de kaart en hiermee was zijn plekje bij OJM zeker. Inmiddels is Johannes een vierdejaars Proteër die zich al twee jaar op rij bij de ouderejaars mannen bevindt. Het grootste verschil tussen de middengroep en de ouderejaars, is dat het kleinere nummers zijn waarin je roeit. In de middengroep roei je in een viertje of een dubbeltwee en bij de ouderejaars mannen zie je voornamelijk twee zonders en skiffs voorbij sjezen. Dat sjezen is hierbij erg van belang, want bij ouderejaars worden naast blikken vaak ook hogere doelen gesteld. De woorden ‘bond’, ‘wereldkampioenschap’ en misschien zelfs ‘Olympische Spelen’ kan je horen vallen. Wel is het zaak realistisch te blijven en dit gebeurt dan ook goed. Een tweede verschil is dat er bij de ouderejaars meer getraind wordt. Je moet niet schrikken van ongeveer elf/twaalf trainingen per week waar dit bij de middengroep er ‘slechts’ negen zijn. Je moet dan ook zeker plezier halen uit de groep, wat Johannes lukt met een hechte groep vanuit de Oude Vier. Hier vinden we onder andere ook zijn huisgenoot, Vosse, die we straks ook nog voorbij zien komen. Nog even kort terug naar Johannes, want hij laat zien dat je snel grote stappen kan maken. Ook als je dit in eerste instantie zelf niet verwacht of van plan was.
Helaas raakte hij geblesseerd in het najaar en besloot dus in 2020 het roeien eens vanaf de andere kant van het water te bekijken. Na deze sabbatical keerde hij terug in de dubbelvier en afgelopen jaar in de skiff. Hoewel er voor het jaar in de skiff niet al te hoge verwachtingen lagen, was het een erg leuk jaar en deed hij het beter dan dat hij in eerste instantie verwacht had. Ook dit jaar zit Sidi weer in de skiff met het ambitieuze doel om naar het FISU WK te gaan. Tot zo ver gaat dat ook niet verkeerd! De Hel van het Noorden, een skiffwedstrijd in Groningen, had hij al goed gevaren. Dat is in ieder geval al een mooie start van het seizoen. Hij vindt zelf dat er nog veel verschillen zitten tussen zichzelf en de roeiers aan de top, want top roeiers hebben een gigadroomdoel en denken er over na om hun studie voor dit doel op pauze te zetten. De weg naar de top voor het lichtroeien is minder duidelijk. Waar er voor de zware roeiers een duidelijke lijst met eisen is opgesteld en meerdere meetmomenten zijn, is dat voor lichtroeiers anders. Je moet zelf een samenwerking vinden om een boot te vormen. Sidi wilt dit jaar naar het FISU WK en daar zijn slechts drie plekken voor lichte mannen, een skiff en en dubbeltwee. Stiekem hoopt hij nog op een dubbelvier, maar hij denkt niet dat dat nog mogelijk is. Sidi heeft al in zijn hoofd wanneer hij wilt stoppen. Naast roeien gaat zijn studie ook goed en hij wilt die dan ook af gaan maken. We houden hem komend jaar in de gaten en gaan de weg naar zijn top volgen.
Niet alleen zijn er bij de ouderejaars zware mannen te vinden, er is ook een groep lichte mannen. Dit jaar is die op Proteus goed aangevuld. Eigenlijk geldt er voor de lichte mannen hetzelfde qua trainingen als voor de zware mannen. Het grote verschil is, je raad het al, het gewicht. Net zoals we bij Isabel zagen. Bij de heren is dit in de winter maximaal 75 kilogram en ‘s zomers maximaal 72,5 kilogram met een ploeggemiddelde van 70 kilogram. Dit geldt voor zowel de eerstejaars als de ouderejaars roeiers. Sidi roeit in dit veld. Sidi is 23, roeit bij ouderejaars lichte mannen en heeft dit jaar als doel FISU WK. Wat dit precies is, wordt op de volgende pagina uitgelegd.
Voordat Sidi naar Delft kwam, voetbalde hij drie keer in de week. Dat is al snel veranderd vanaf het moment dat hij ging studeren. Na een jaar TopC4+ gedaan te hebben, is hij in 2019 gaan wedstrijdroeien.
U23
Het volgende stapje dat we gaan nemen, gaat naar de U23. U23 is het wereldkampioenschap voor mensen die jonger zijn dan 23 jaar. Als je hier terecht wilt komen, is het hard werken. Je kan hier ook niet bij Proteus-Eretes selectie voor doen. Dit moet bij een aparte selectie op de Bosbaan. Het vergt veel tijd en discipline en een nationale selectie brengt veel onzekerheid met zich mee. Een keer de selectie halen, betekent ook nog geen garantie voor het volgende jaar. Alleen goede ergotijden hebben op dit niveau is niet alles dat meetelt, want naamsbekendheid is ook niet onbelangrijk. De Proteër die zich op deze stop bevindt is Evie. Evie is 21, roeit bij ouderejaars dames en wil dit jaar het U23 starten in een scullboot.
Toen Evies dansgroep stopte, is ze haar zus achterna gegaan en gestart met roeien bij Viking. Zonder verwachtingen en naast dansen slechts naar school fietsen als sport, begon Evie. Ze mocht als eerste van haar groep onder de brug door roeien, wat het vertrouwen liet zien van de coaches. De instabiele skiff bleek na een poosje trainen
n Sidi in de skiff (foto: Proteus Paparazzi) n Johannes op de ARB Bosbaanwedstrijden (foto: Loep.nu)leuker gedacht en Evie stapte over naar de wedstrijdgroep. Dit was het begin van haar fanatieke roeicarrière. Door haar roeiverleden bij Viking wist Evie toen ze bij Proteus kwam dat U23 een optie is binnen het roeien en dat dit voor haar geen onhaalbaar doel bleek. Na EJD’20, is Evie via een jaar in de vierzonder doorgestroomd naar ouderejaars dames. De naamsbekendheid die net voorbij kwam, is bij Evie goed gekomen, want Jasper wist aan de mouw te trekken van de U23 coach. Gelukkig viel er over de ergometertijden van Evie niet veel te zeuren én Iris en Evie hebben zichzelf laten zien in de tweezonder. Mede door al dit is Evie, samen met Iris, uitgenodigd voor de U23 selectie. De U23-selectie was Evies eerste echte selectie en dit brengt aardig wat spanning met zich mee. In vier dagen werd een vierzonder gevormd, die naar Varese mocht vertrekken. Ze waren met acht roeiers en seat racen is dan een goede optie, dit werd gedaan aan het eind van het selectieweekend. Seat race is dat je een aantal keer de baan over roeit en elke keer maar één roeier wisselt in de boot opstelling. Op deze manier kan je de snelste opstelling zoeken. Een geniepig puntje aan seat racen, is dat je van tevoren niet weet hoe vaak je de baan over moet. Dit is dus na een selectieweekend een taai einde, maar het is Evie gelukt hier alles te geven en zo belandde ze in de acht. Ja, je leest het goed. Er werd gezocht naar een vierzonder, maar ook de acht bleek snel te gaan en de gehele selectie mocht dus mee naar het WK U23. Al met al is het bij zulke grote doelen volgens Evie zaak dat je je hoofd koel houdt, maar je mag zeker zelfverzekerd zijn en realistisch. Ook is het belangrijk te weten wanneer je het met en voor elkaar doet en wanneer je juist tegenstanders bent. Over het algemeen geldt dat je het eerst bij jezelf moet zoeken en daarna pas bij een ander.
De laatste trede die wij nu op Proteus-Eretes vinden, is het FISU WK. Dit is net als U23 een wereldkampioenschap, maar dan slechts voor studenten, leeftijd maakt hierbij niet uit. De beste studentenroeiers komen ergens ter wereld samen om te snel te roeien. Voor dit FISU WK wordt een taaie selectie gelopen, want voor niks gaat de zon op. De selectie is kort, maar krachtig, want in slechts een paar dagen wordt de boot die naar het kampioenschap gaat, bepaald. Vosse Meijssen vinden wij als Proteër terug op deze trede. Vosse is 24, roeit bij ouderejaars mannen en wil op weg naar een FISU WK.
Sporten was voor Vosse vooral voor de gezelligheid voordat hij ging studeren. Hockeyen in A5 van de vijf is natuurlijk ook gezellig en gaaf,
maar op een gegeven moment heb je dit gezien. Vosse ging samen met tweelingbroer Ries roeien bij Proteus-Eretes. De eerste vier jaren bij Proteus waren wisselvallig. Er werd gewisseld tussen selectie, compo, EJZ, compo, MGM met doorstroom naar OJM. Door de jaren heen is hij dan ook steeds meer gaan trainen. Waar het allemaal begon voor Vosse is de EJZ-selectie. Met hier en daar wat gezonde en ongezonde spanning voor het ergometeren, is Vosse beland in de EJZ’18 viermet. Een stuk terug is uitgelegd wat het U23 is en ook dit is bij Vosse langsgekomen. Hij liep hiervoor selectie in zijn tweede wedstrijdroei jaar, wat er helaas voor zorgde dat hij te onervaren was. Toch liet hij de moed niet in zijn schoenen zakken en bleef wedstrijdroeien. Dit heeft goed uitgepakt, want afgelopen seizoen straalde hij in een Holland pakje op de wereldbeker. Een taaie selectie ging hieraan vooraf. Waar je op dag twee een persoonlijk puntje kan krijgen, kan het voor aardig wat spanning zorgen als je hoort dat dit op dag vier nog niet verbeterd is. Toch wist Vosse zichzelf bij elkaar te houden en zat hij tijdens het seatracen op een vaste plek, wat een zet uit zekerheid van de coaches bleek. Na dit spannende weekend was Vosse verzekerd van een plek in de 8+ en trainde hij voor een FISU kampioenschap in China. Helaas ging dit niet door, maar er werd een wereldbeker in Luzern geroeid. Nu denk je misschien dat het FISU WK voor studenten het hoogst haalbare is, maar niks is minder waar. Een volgende stap kan zijn het roeien van een WK. Dit is niet alleen voor studenten, maar voor iedereen die erg snel roeit, je kan een wereldbeker zien als één stapje onder het WK. In aanmerking komen voor een WK wordt lastiger, gezien je hier afhankelijk bent van de roeibond en ook daar moet je voor geselecteerd worden. De enige manier om uitzendingen als het FISU WK en een WK te verdienen, is jarenlang zo hard mogelijk trainen. Dit is volgens Vosse alleen vol te houden met passie en plezier in het roeien.
We hebben via alle roeiers gezien dat de weg naar de top geen makkelijke weg is. Er zijn veel verwachtingen, zoals hard kunnen ergometeren en dit ook in de boot kunnen laten zien, maar ook veel tussentreden die we zagen, van eerstejaars tot FISU. Soms worden treden overgeslagen en soms sta je iets langer op eenzelfde. Daarnaast mag ook gezegd worden dat het niet slechts hard werken is op de ergometer of snel roeien in de boot. Alles buiten de trainingen zelf vergt veel discipline en tijd van de roeiers. Denk aan plannen, eten of jezelf durven pushen op fysiek gebied. Dit alles samen maakt het roeien een sport, waar je op latere leeftijd nog de top kan bereiken, maar met als vereisten wilskracht en plezier. n
n Evie met Iris in de tweezonder (foto: Proteus Paparazzi) n Vosse na de winst op de Holland Beker (foto: Daniël Korvemaker)TEKST
e hebt er vast wel eens van gehoord: een VO2max test. Veel sporters krijgen hier wel eens mee te maken, zeker op hoog niveau. Zo gebruikt de roeibond VO2max testen om het ruwe talent van duursporters vast te stellen. Mensen met een uitzonderlijke VO2max score kunnen dankzij hun goede score alsnog geselecteerd worden voor trajecten van de bond, waar zij op het eerste gezicht de selectie niet zouden halen. Maar wat zegt een VO2max precies, wat is een goede VO2max score en wat heb jij er aan?
Technisch
Voor alle handelingen die jij doet op een dag is energie nodig. Je lichaam heeft verschillende manieren om deze energie uit voedingsstoffen te halen en om te zetten in bewegingsenergie. Zo is er een aerobe methode, waar zuurstof bij wordt gebruikt, en een anaerobe manier, waar geen zuurstof bij komt kijken. Het aerobe systeem wordt als eerst geactiveerd, het is de basis manier van energie-omzetting. Dit systeem kan het lichaam lang gebruiken. Wanneer je boven de capaciteit van het aerobe systeem komt door inspanning van het lichaam, dan wordt het anaerobe systeem geactiveerd. Deze systemen zijn eindig doordat er lactaat opbouwt in je spieren, zoals melkzuur, dit is de verzuring die je voelt tijdens intensief sporten. De VO2max laat zien wanneer je lichaam van het aerobe systeem overgaat naar het anaerobe systeem.
De VO2max is dus de totale hoeveelheid zuurstof die je spieren kunnen onttrekken uit de bloedstroom. Er bestaan twee soorten VO2max waardes: relatief en absoluut. De absolute VO2max wordt berekend met de hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan verwerken (L/min). De relatieve VO2max wordt vaker gebruikt, hierbij wordt ook het gewicht van de persoon meegenomen in de berekening (mL/min/kg).
Hoeveel zuurstof je lichaam kan opnemen, hangt af van verschillende fysieke factoren: de toevoer, overdracht en omzetting van zuurstof. De toevoer van zuurstof in de bloedstroom wordt gedaan door de longen. Hierbij zijn dus de grootte van de longen, maar vooral het aantal longblaasjes van belang. De overdracht van zuurstof naar het lichaam wordt gedaan door het hart, hierbij zijn de efficiëntie van de aders en de capaciteit van het hart van belang. De omzetting van zuurstof naar energie volgens het aerobe systeem wordt gedaan in de spieren; getrainde spieren kunnen meer zuurstof omzetten in energie.
VO2max test
Je VO2max wordt getest door middel van een intensiteit test. Hierbij
Score
Nadat je een test hebt gedaan, krijg je je eigen VO2max score te weten. Wat betekent die precies? De resultaten zijn nooit zo zwartwit dat te zeggen is of de score goed of slecht is. Er zijn namelijk
CATHELIJN BOGERS & HUUB VISSERveel factoren die een rol spelen bij het resultaat. De voornaamste
De VO2max van roeiers
Roeien is een duursport; er wordt langdurig kracht door de spieren gegeven, vandaar dat onze trainingen ook relatief lang zijn. Roeiers hebben net als andere duursporters een hoge VO2max. Bij sporten waar het duurvermogen niet van belang is hebben de sporters over het algemeen een lagere VO2max score. Dat betekent dus niet dat deze sporters niet topfit zijn; hun lactaatwaarden zullen veel beter zijn dan die van duursporters. Zij beschikken zo gezegd over een andere fitheid.
Wat opvallend is bij roeiers, is dat wij het hoogste scoren op de absolute VO2max. Zolang gewicht geen rol speelt, hebben wij hoge waardes. Blijkbaar zijn we wat dikker dan de gemiddelde sporters, daarbij zijn roeiers over het algemeen erg lang. In verhouding met gewicht hebben we dus een minder goede waarde, maar scoren we absoluut wel hoog.
VO2 max trainen
Je VO2max is te trainen, al is het slechts een percentuele verandering. Het grootste deel van je VO2max is aanleg en sportontwikkeling. Onderzoek beweert dat genetica voor 10-30% invloed heeft op de VO2max. Iemand die gedurende zijn of haar jeugd heeft gesport zal een hogere VO2max hebben dan iemand die dit niet heeft gedaan. Door te sporten terwijl je opgroeit ontwikkelen je organen zich beter waardoor zulke waardes groter zullen zijn.
Veel mensen trainen hun VO2max met high-intensity trainingen en duurtrainingen. Door efficiënt en consistent te trainen verhoog je je duurvermogen. Een trainingsschema kan hierbij goed helpen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de VO2max waarde door middel van training veranderd kan worden met 5-25%. Wereldkampioenen van lange afstandslopen hebben een VO2max rond de 75 ml/min/ kg. Dit laat meteen zien waarom zij wereldkampioen kunnen zijn. De meeste mensen kunnen simpelweg, ook met de meest fanatieke trainingen, deze waarde nooit bereiken.
kunt afbouwen) wat een belangrijke waarde is voor sprinters. Hierdoor zijn er voor verschillende sporten verschillende ideale VO2max scores.
De VO2max waarde van zoogdieren heeft te maken met hun dagelijkse functie en leefstijl. Antilopen hebben een VO2max van 300 ml/min/kg, volbloedpaarden scoren 150 ml/min/kg en ook Hazewindhonden scoren met hun 90 ml/min/kg verreweg hoger dan onze wereldkampioenen. Dit is een van de redenen dat deze dieren zoveel sneller kunnen rennen dan de mens. n
onderd jaar geleden, 25 before PE, het jaar 0 in de Athmeriaanse jaartelling. In het Dal der Koningen langs de Nijl zijn al 61 koningsgraven ontdekt, allemaal lang geleden leeggeroofd. Een Engelse archeoloog zal nog één seizoen proberen iets te vinden. Naast de grafkelder van Ramses V (de Zingende Farao, bekend van de klassieker Zing, Vecht, Huil, Bid, Lach, Roei, Op Het Vlonder) wordt nog wat puin en zand afgevoerd. Dan ontdekt de waterdrager een drempel. Het blijkt de trede van een trap naar het graf van Toetanchamon (3300 v.Ath). Het graf blijkt vrijwel ongeschonden. Het graf krijgt huisnummer KV62.
De archeoloog hakt een gat in een dichtgemetselde deur. Zie je wat? “Wonderful things”.
Inderdaad: bedden in gestileerde diervormen, sierlijke voorraadpotten, bewerkte kisten, vergulde strijdwagens. “Het lijkt wel de opslagkamer van een opera”.
In de eigenlijke grafkamer staan, als een matroesjka in elkaar, zeven omhulsels. Buitenom drie gouden schrijnen (kasten). Dan een sarcofaag (stenen kist). Daarin drie lichaamsvormige kisten, en uiteindelijk de mummie. Hij draagt ook het krachtige, beroemde dodenmasker, in goud en blauw. Het donkerblauw is van de lapis lazuli: Ultramarijn
Toetanchamon krijgt zeven boten mee om koninklijk verder te kunnen leven. Zoals de tentoonstelling zegt: “de boten, zeg het maar eerlijk, je komt hier voor de boten hè”. De boten zijn gemaakt van het lokale riet: papyrus. Ook vandaag nog trouwens, kunststof rietjes worden niet gebruikt. Stroomopwaarts is de voortstuwing op zeil, hier speelt de noordenwind. Stroomafwaarts gaat drijvend, met twee stuurriemen in een dol, de stuurmensen stoer staand. Het nodige roeien, zoals manouvreren en wedstrijdjes, gebeurt met peddels —zonder dol dus. Nou ja, wie zijn wij om een beginnende beschaving te beoordelen met hedendaagse materiaalkunde. Naast Toetanchamon liggen acht peddels voor hem klaar (paal nummers 184–191).
Wereldbeeld en religie vallen samen, en zijn vooral gebaseerd op waterloopkundige modellen. Zo heerst in de Oost–West richting zonnegod Ra. Die vaart overdag langs zijn hemelbaan naar het westen, als over water (ze dachten dat ze in een soort luchtbubbel leefden, haha). ’s Nachts vaart Ra via het onderaardse terug naar het oosten voor de nieuwe dag. Een prima
verklaring van het heelal, en voldoende zolang je geen quantummechanica nodig hebt. Van Zuid naar Noord heerst de Nijl. Groots, onrustig, en nuttig. Op haar modderige oevers groeide dan ook een enorme beschaving. Het lijkt de Schie wel.
De Nijl wordt gevoed vanuit de grote meren in midden Afrika, de Witte Nijl. Een klein maar gestaag stroompje, maatje Rijn. Hij stroomt eerst nog door de Sudd, een moerasgebied. Dit maakt het onmogelijk om simpelweg stroomopwaarts naar de bron te varen. Daarom ging Dokter Livingstone vanuit het zuiden op zoek, maar wat hij vond was de Zambezi. Hij bleef er wonen. Later ging Stanley op zoek naar hem. Hij vond hem aan het Tanganyikameer en groette: “Doctor Livingstone, I presume?”.
Stanley zocht verder. In zijn bagage zat, altijd handig, een deelbare boot: de Lady Alice. Genoemd naar ons latere erelid Alice Athmer-Hack, volkenkundig expert (net als haar man eigenlijk dus). Stanley voer Victoria Nyanza rond, en toonde aan dat dit meer als Nijlbron dient. Daarna voer hij nog de hele Congo af naar de Atlantische kust. Onderweg werd hij vanuit varende boomstammen beschoten. Eerst met pijlen, maar toen dat veranderde in geweren met rookpluimpjes wist hij: ik nader de Westerse beschaving. The horror.
Te Khartoem komt er een tweede rivier bij: de Blauwe Nijl. Deze voert vanuit de Ethiopische hooglanden de tropische moessons af. Veel, heftig, en in het seizoen. Hierdoor overstromen van juni tot oktober de Nijloevers. Dit geeft een rijke voedingsbodem, en ook lange zomervakanties. Maar in 1900 (20 v.Ath), bouwen de Engelsen bij Aswan in Zuid-Egypte een dam om hun kunstmatige katoenplantages te irrigeren. En daarmee kwam een einde aan de overstromingen. Inmiddels willen alle bovenstroomse landen zo’n dam.
Na elke overstroming, op het verse vochtige slib, was het natuurlijk goed graan verbouwen. Taak is wel dat je de graanvoorraad beheert om er een jaar lang mee te doen. Bijvoorbeeld, het is belangrijk dat je graan droog opslaat, want nat graan verwordt vanzelf bier. Op een donderdagavond 4000 v.Ath. peddelden roeiers naar de schuur, om voor de bakkers een voorraad op te halen. Daar ontdekten ze dat het dak lek was. Op dat moment ontstond onder de roeiers dan ook de eerste borrelavond. n
D.S.R. Proteus-Eretes
Rotterdamseweg 362a
Postbus 322
2600 AH Delft
(015) 262 3720
info@proteus-eretes.nl www.proteus-eretes.nl
Wilt u een abonnement of adverteren? Stuur een mail naar vensterredactie@proteus-eretes.nl
Het Venster is het officiële verenigings-orgaan van de D.S.R. Proteus-Eretes. Automatisch geabbonneerd zijn ereleden, leden van verdienste, leden, oud-leden, donateurs en adverteerders.
Jaargang 50, winter 2023
Oplage: 800 stuks
Illustratie: Viering 50 jaar Venster, Huub Visser
Redactie:
Annelouk van Mierlo
Cathelijn Bogers
Hannah Godding
Huub Visser
Irene Backers
Lodewijk Perquin
Lotte Beukers
Maud Meerkerk
Marnix Tijhuis
Sacha Olsthoorn
Yvo van Rutten