VRR-Netwerk#10

Page 1

Magazine van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond April 2011

netwerk

10

SIV vraagt vakmanschap

Zorgambulance mag blijven na geslaagde pilot Veiligheid Voorop komt naar u toe!

Jaarverslag 2010 Bezuinigen zonder kaalslag

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond


beeldspraak

‘Aan de rand van Nederland’ De Maasvlakte heeft geen inwoners en komt daardoor volgens de gebruikelijke normen niet in aanmerking voor een ambulancepost. Het aantal incidenten is er ook laag, maar als er iets gebeurt kan het wel ernstig zijn. De VRR, het Havenbedrijf Rotterdam en de Coöperatie Ambulancezorg Maasvlakte U.A. (CAMAU) waarin het bedrijfsleven is vertegenwoordigd, zorgden daarom samen voor een ambulancepost aan de Coloradoweg. Als er iets gebeurt in het immense gebied hoeft de hulp dus niet meer uit Brielle te komen. Daarbij levert het erg mooie plaatjes op.



colofon

achtergronden

11 SIV vergt vakmanschap Niet iedereen kan zomaar bevelvoerder worden op een SIV. Het is denken en doen zonder back-up.

16 Brand bij de buren Wat leren we van de grote brand in Moerdijk.

interviews

07 Innovatieve speurneus De e-nose snuffelt in de hele regio naar gevaarlijke luchtjes.

VRR Netwerk is een kwartaaluitgave van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en richt zich op externe relaties en bestuurders.

Redactie Hoofdredacteur Eindredactie Teksten Fotografie Coverfoto Coördinatie Vormgeving Druk

08 Waarnemen en doorpakken Elie van Strien ziet zichzelf als aanspreekpunt voor de buitenwereld van een directieraad die, in afwachting van een nieuwe algemeen directeur, op koers en op snelheid blijft.

drs. M.E.M. (Maurice) Lenferink Astrid Mulder Richard van Santen Joke Waltmans Maarten van de Voorde Maarten van de Voorde Trichis communicatie en ontwerp Trichis communicatie en ontwerp Veenman Drukkers

contact Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Postbus 9154 3007 AD Rotterdam info@veiligheidsregio-rr.nl telefoon (010) 446 83 28

18 Jaarverslag 2010 De directieraad blikt terug op het afgelopen jaar. Gevolgd door het jaar in feiten & cijfers.

22 Mijlpaal voor Maasvlakte Eigen ambulancepost aan de Coloradoweg.

column

31 Lente Frank Vergeer neemt in de lentezon het jaar 2010 door. Dat blijkt qua rampen minder zonnig.

adReswijzigingen Gaat u binnenkort verhuizen of ontvangt u VRR Netwerk nog steeds op uw oude adres, dan verzoeken wij u vriendelijk ons uw adreswijziging door te geven. Gelieve hierbij uw oude en nieuwe adresgegevens te vermelden.

abonnementen Mocht u dit magazine ook graag thuisbezorgd krijgen of liever niet meer ontvangen dan horen wij dat graag.

34 Ambtsketen

reportages

14 Don Berghuijs herdacht ‘We gaan niet dood. We leven voort in de herinneringen van hen die achterblijven.’

Bezoek ook onze site www.veiligheidsregio-rr.nl Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Niets aan deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

25 Zorgambulances blijven na pilot ‘Low care’ was geen gelukkig gekozen naam, maar de pilot had wel uitstekende resultaten. De zorgambulance voor besteld vervoer is dus een blijvertje.

28 Veiligheid Voorop steeds concreter De brandweer gaat op huisbezoek, ook zonder brand.

rubrieken

05 Voorwoord 06 Kort & bondig 36 Werk in uitvoering

04

04 • 11 #10 VRR netwerk


voorwoord

16

Terugblikken en vooruitkijken 07

18

22

Dit nummer van VRR Netwerk is om een aantal redenen bijzonder. Ten eerste leest u hier niet het vertrouwde voorwoord van Don Berghuijs, onze op 18 januari overleden algemeen directeur, die ook in de kolommen van ons magazine zeer gemist wordt. In dit blad gedenken wij hem met een aantal van de mooie woorden die tijdens de herdenkingsdienst van 26 januari in de Laurenskerk zijn gesproken. Dit tiende nummer van Netwerk is ook bijzonder omdat het een samenvatting van ons jaarverslag over 2010 bevat. Samen met mijn collega’s uit de directieraad kijk ik terug op een bijzonder roerig jaar. 2010 was vooral het jaar waarin we de ombuigingsoperatie handen en voeten hebben gegeven. Een moeilijk proces, dat toch ook veel kansen en uitdagingen heeft opgeleverd. Die uitdagingen hebben we zelf gezocht, omdat we een goed plan neer wilden leggen. Een evenwichtig antwoord op de vraag die ons door het bestuur is gesteld. Met een plan dat naast bezuinigingen en ombuigingen ook ruimte schept voor investeringen, vind ik dat ons dat gelukt is. Een aantal van die investeringen is al in dit magazine te zien. Zodat we niet alleen terugblikken, maar ook vooruitkijken. Naar de nieuwe ambulancepost op de Maasvlakte, huisbezoeken in het kader van Veiligheid Voorop en een Zorgambulance voor besteld vervoer. En niet te vergeten naar een aantal bevlogen brandweermannen, die hun oprechte enthousiasme voor de SIV willen overdragen. Op hun collega’s, maar ook op u. Elie van Strien Waarnemend algemeen directeur

25

28

04 • 11 #10 VRR netwerk

05


& GHOR4all

Vrijwilliger reanimeert drenkeling

• Bryan Visser

06

04 • 11 #10 VRR netwerk

Iedere directie van een zorginstelling en elke zelfstandige beroepsbeoefenaar moet over plannen beschikken om onder alle omstandigheden zorg te blijven verlenen. Om ketencontinuïteit te kunnen garanderen, moeten die plannen in een bepaalde regio bovendien onderling op elkaar afgestemd zijn. Het GHOR-bureau hanteert hiervoor het regionaal zorgcontinuïteitsplan. GHOR Brabant Noord heeft het initiatief genomen om dit continuïteitsplan digitaal te ondersteunen met een internetapplicatie genaamd GHOR4all. Met GHOR4all beschikt de sectie GHOR in het Regionaal Operationeel Team (ROT) tijdens een grootschalig incident of een crisis over alle relevante gegevens van verpleeg- en verzorgingstehuizen en andere AWBZ-instellingen in de eigen regio. Daarnaast laat GHOR4all zien hoe de continuïteit van een instelling geregeld is. Inmiddels is bijna 75% van de GHOR-bureaus bij dit initiatief aangehaakt en heeft nog een aantal regio’s te kennen geven dit op korte termijn te willen doen. •

Vrijwillig brandweerman en bevelvoerder Bryan Visser was op 18 maart toevallig aanwezig bij de zwemles van zijn kinderen, toen een badmeester een zevenjarig meisje op de bodem van het zwembad zag liggen. Dankzij het ingrijpen van de badmeester en het levensreddende handelen van Bryan is het meisje nog in leven. Het incident vond plaats in het zwembad aan de Westfrankelandsedijk in Schiedam en gebeurde op het moment dat de ene zwemles in het zwembad nog bezig was en de volgende groep ongeduldig op zijn beurt wachtte. Het meisje was daar voor haar eerste zwemles. Ze ontsnapte aan de aandacht van het personeel en sprong het water in. Het slachtoffertje kon niet meer boven komen. De badmeester dook direct het water in en haalde het kind van de bodem. Even leek het erop dat hij te laat was, maar Bryan paste ogenblikkelijk reanimatie toe. Met succes. “De dinsdag ervoor was ter afsluiting van een oefenavond ‘levensreddend handelen’ geoefend. Daarbij was ook kinderreanimatie behandeld”, vertelt Bryan. “Met de opgedane kennis ging ik meteen aan de slag.” Het meisje ging, na een kort verblijf in het ziekenhuis, op maandagochtend alweer naar het zwembad om te bespreken wanneer ze weer met lessen kan beginnen. Bryan Visser is als bevelvoerder al elf jaar vrijwilliger op de Kazerne Pottumstraat, district Rijnmond Zuid. Daarnaast is hij ook actief lid van de Ondernemingsraad, de klankbordgroep VG en het Georganiseerd Overleg van de VRR. In het dagelijks leven is hij projectmanager bij het Scheepvaart en Transportcollege. •


interview

Met dertig E-noses wordt sinds vorig jaar de mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke stoffen of geuroverlast gemeten. Dankzij financiële steun, van vooral de VRR, Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland zal de doorgang van deze DCMR-pilot voor de komende drie jaar waarschijnlijk gewaarborgd zijn.

E-nose spoort stank en gevaarlijke stoffen op

speurneus

• tekst Joke Waltmans • beeld Maarten van der Voorde

De E-nose, ofwel de elektronische neus, is een compact meetinstrument met sensoren dat veranderingen in de luchtsamenstelling detecteert. De neuzen registreren geuroverlast, maar ook hogere concentraties van gevaarlijke stoffen. Een innovatie die helemaal past in het streven van de DCMR Milieudienst Rijnmond om het Rijnmondgebied veiliger en leefbaarder te maken. “Het uiteindelijke doel is dat er een alarm afgaat als de waardes worden overschreden, zodat de DCMR-meldkamer de juiste mensen op pad kan sturen”, zegt Bianca Milan, beleidsmedewerker en geurexpert bij de DCMR. Van de dertig neuzen hangen er vijftien in het havengebied van Pernis . Ze zijn aangebracht aan lichtmasten op de openbare weg. Eenzelfde aantal hangt in de diverse VRR-gemeenten zoals Vlaardingen, Schiedam, Hoogvliet en Spijkenisse. Een aantal bedrijven in het havengebied beschikt overigens zelf al over een E-nose.

Fingerprints Iedere sensor van de E-nose is gevoelig voor een aantal soorten stoffen. Zodra deze stoffen worden waargenomen, is dat online te zien bij de DCMR. Een e-nose is niet ontworpen om specifieke stoffen weer te geven, maar de verschillende reacties van de sensoren op dezelfde stof zorgen er in sommige gevallen voor dat per stof een herkenbaar reactiepatroon optreedt. Met deze zogenaamde ‘fingerprints’ kan de e-nose op termijn mogelijk niet alleen een indicatie geven dat er iets • Ray Desmidt

• Bianca Milan

vrijkomt in een bepaald gebied maar ook om welke stof het gaat. Door het netwerk van E-noses kan, in geval van nood, snel de omgeving in kaart worden gebracht. “Je kunt sneller en effectiever beslissen over het afgeven van een alarm of het opschalen van de hulpverlening. Op basis van de gemeten waardes kun je aflezen hoe groot de pluim is die door een bepaalde stof wordt gevormd”, legt Ray Desmidt, chemisch adviseur bij de DCMR, uit.

Besparen Dat kan ook betekenen dat bijvoorbeeld een afgesloten snelweg eerder kan worden opengesteld omdat de E-noses registreren dat de waardes weer normaal zijn. “Dat kan veel geld besparen”, stelt Desmidt. In mei 2010 is gestart met de pilot die drie maanden van kracht is geweest. De extra financiering maakt het mogelijk weer aan de slag te gaan, de neuzen te onderhouden en benodigde aanpassingen te doen, De DCMR hoopt in de toekomst gezamenlijk met overheden en bedrijfsleven een heel netwerk van E-noses op te zetten in de regio. De gasmeetploegen van de brandweerkazerne in Spijkenisse en die in Schiedam draaien ook mee in de pilot door gebruik te maken van mobiele E-noses. Hun ervaringen worden ook meegenomen in het project. Binnenkort worden alle twaalf gasmeetploegen van de VRR voorzien van deze mobiele neuzen. “Dan is het een kwestie van meenemen, neerzetten en meten.’’ •

04 • 11 #10 VRR netwerk

07


Na het overlijden van Don Berghuijs is regionaal brandweercommandant Elie van Strien (57) de waarnemend directeur van de VRR. Van Strien ziet zichzelf meer als ‘eerste aanspreekpunt’ naar buiten toe. ‘Er liggen heel wat opdrachten die met kracht moeten worden doorgezet. Dat doen we als directie echt met z’n drieën’, verzekert hij. • tekst Joke Waltmans en Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

Directieraad op koers en op snelheid

op de schouders van reuzen’ • Elie van Strien: ‘Het waarnemen van het takenpakket van Don Berghuijs is veel meer dan op de winkel letten.’

• tekst Joke Waltmans en Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

08

04 • 11 #10 VRR netwerk

M

et de extra taken naast zijn functie als regionaal brandweercommandant en portefeuillehouder ambulancezorg begint de dag voor Van Strien al vroeg. Dat is de consequentie als je als ras-Brabander je geboortegrond niet wilt verlaten. “Ik ga steeds meer voor Rotterdam voelen, maar blijf toch in Brabant wonen. Dat is met de afstand net te doen. Dan neem ik voor lief dat ik veel moet reizen”, vertelt hij tijdens een van die ritten. De route die Van Strien rijdt, gaat zeker niet altijd tussen zijn woonplaats Gilze-Rijen en zijn werkplek in Rotterdam. Hij doorkruist het hele land om met collega’s kennis uit te wisselen. Maar ook buiten Nederland onderhoudt hij veel contacten. “Voor sommige onderwerpen is Nederland te klein. Als het over grote zeehavens gaat, moet ik toch in het buitenland zijn. Maar ook van de andere veiligheidsregio’s kan ik heel veel leren”, haast hij zich te zeggen. Na vijf jaar als directeur rampenbeheersing en brandweer bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te hebben gewerkt, koos Van Strien in 2005 voor de Veiligheidsregio Rotterdam. ‘Om dichter bij de werkelijkheid en bij de mensen te zitten’ verklaarde hij destijds zijn overstap. Hij had daar nooit een geheim van gemaakt.


interview

Jolanda Trijselaar: ‘We moeten wel gewoon door’

• Jolanda Trijselaar: ‘We hebben een enorme drive om het schip op koers en de vaart erin te houden.’

Trendsetter Als er een plek is waar dat kan, is het Rotterdam Rijnmond, verzekert hij. “Er is hier zoveel aan de hand. Als er iets kan gebeuren, is het in Rotterdam. Het is het gevoel van urgency waardoor je moet blijven nadenken.” Dat maakt de VRR ook tot trendsetter op allerlei terreinen. “De internationale uitstraling van Rotterdam verlangt dat wij plannen maken en ideeën hebben waar andere regio’s over een paar jaar pas aan toe zouden zijn.” Een jaar na zijn komst als waarnemer werd hij benoemd tot regionaal brandweercommandant. Ook nu is hij waarnemer, uitdrukkelijk tot de komst van een nieuwe algemeen directeur. “Van de nieuwe directeur wordt verwacht dat hij zeker vier tot vijf jaar zal blijven. Ik solliciteer niet, over twee jaar stop ik met werken. De nieuwe directeur moet op nationaal niveau piketpaaltjes kunnen slaan. Dan moet je niet na een korte periode al weer opstappen”, klinkt het stellig. Meer dan waarnemen Het waarnemen van het takenpakket van wijlen Don Berghuijs is voor de huidige directieleden veel meer dan ‘op de winkel letten’ verzekert Van Strien. “De ontwikkelingen gaan door, denk maar aan de discussie over de nationale politie, de schaalvergroting van de veiligheidsregio’s en het samenvoegen van de meldkamers. Drie heel belangrijke onderwerpen. Dan kun je je niet permitteren om alleen maar op te passen.” De driekoppige directie realiseert zich dat terdege, verzekert hij. “Met Rein van Duijvenbode en Jolanda

“Nu Don er niet meer is, merken wij dat we met z’n drieën een enorme drive hebben om het schip op koers en de vaart erin te houden. Toen hij vorig najaar ziek werd, konden we het ons niet permitteren om te gaan zitten wachten tot hij weer beter zou worden. Er was toen net bekend hoe we zouden gaan bezuinigen en Don had geschetst hoe de organisatie eruit zou gaan zien. Daarin stond onder andere dat we van zes naar vier directeuren terug zouden gaan, waarvan één in de functie van algemeen directeur. We hebben in die periode meer met z’n drieën samengewerkt en afgestemd dan ooit. Dat gevoel van urgentie is gebleven en misschien door zijn overlijden nog groter geworden: we moeten wel gewoon door.” “De directieraad stuurt integraal aan. We hebben wel nog elk onze eigen portefeuilles, maar we zijn niet meer van één onderwerp. Vorige week bijvoorbeeld opende de wethouder haven van Rotterdam een nieuwe ambulancepost op de Maasvlakte. Elie van Strien, die over de ambulance gaat, was op dat moment op dienstreis. Dan ga ik daar naartoe, als lid van de directieraad. Je bent niet alleen van één stukje van de organisatie, je bent van alles. Van kolom- naar processturing begint in die zin bovenaan, wij moeten het goede voorbeeld geven.”

Trijselaar houden we de koers in de gaten. Niet ieder zijn eigen onderdeel maar juist met elkaar.” Zo wordt al hard gewerkt aan een van de doelstellingen van de VRR, een ombuiging van kolom naar proces. Er liggen meer taken te wachten voor de directie. Zoals de opdracht tot het doorvoeren van bezuinigingen. Iets wat Van Strien ‘krachtig wil doorzetten’. “Al zal dat niet eenvoudig zijn. Je ziet dat onze mensen buitengewoon betrokken zijn bij hun werk. Dan heb je het niet alleen over een auto die van post A naar post B verhuist. Rationeel gezien natuurlijk wel, maar jij zal maar net op die kazerne zitten of een afdeling runnen die wordt opgeheven of waar in wordt gesneden”, beseft hij.

Portemonnee Wat de beleidsbepalers daarom kunnen en moeten doen, is goed en open communiceren, is zijn overtuiging. En dat valt niet altijd mee, heeft hij ook ervaren. Al heeft hij de indruk dat het langzaam beter gaat. “We moeten wel, de portemonnee is niet meer •>

04 • 11 #10 VRR netwerk

09


Rein van Duijvenbode ‘Sturen, niet dobberen’

•> zo dik. De hele maatschappij moet bezuinigen, dan zou het raar zijn als dat bij ons niet het geval is.” Het is daarom zaak de kolommen los te laten en te sturen op processen. Van Strien somt een aantal voorbeelden op: “Kijk naar de opleidingen, het personeelsbeleid, de crisis- en risicobeheersing. Dat kun je met elkaar oppakken. Gezamenlijk opleidingen volgen en oefeningen houden, is een stuk effectiever en je kunt van elkaar leren.” Ook het aanschaffen van materieel is door een afdeling te runnen, stelt de directie. Al zal dat wennen zijn, erkent hij.

Springplank “We moeten dit niet bagatelliseren. Een paar jaar geleden had iedereen nog z’n eigen winkeltje. Als je iets nodig had, stapte je naar je eigen gemeente en moest je het daar regelen. Soms ging dat snel en soepel, maar soms waren de problemen toch echt te groot voor één gemeente. Wij laten zien dat het anders kan en geloven ook echt in die efficiency.” Zijn sterke kant zal hem daar zeker bij van pas komen. “Ik scoor niet slecht in het onderdeel ‘mensen verbinden’”, zegt hij desgevraagd. Verder blijft hij bescheiden. “Ik sta graag op de schouders van reuzen.” •

• Rein van Duijvenbode: ‘We blijven investeren.’

10

04 • 11 #10 VRR netwerk

“Natuurlijk hebben we er met z’n drieën onze handen vol aan. Elie is niet alleen waarnemend algemeen directeur maar ook directeur Operatiën en verantwoordelijk voor Veiligheid Voorop. Jolanda heeft niet alleen de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing, IM en GHOR in haar portefeuille, maar is ook aanspreekbaar op de veiligheid in de haven en ik ben naast directeur Middelen ook verantwoordelijk voor de Gemeenschappelijke Meldkamer. Gelukkig waren we het er meteen over eens dat we de lijn die we met Don hadden ingezet niet opnieuw hoefden te overwegen.” “Begin april zijn de eerste gesprekken gevoerd met kandidaten voor de functie van algemeen directeur. Bij dergelijke functionarissen kun je gerust rekenen op een opzegtermijn van drie maanden dus het wordt wel na de zomervakantie voordat we weer met z’n vieren zijn. Gedurende die tijd kunnen we niet volstaan met het drijvend houden van het schip. Dan ga je dobberen en een schip dat dobbert gaat meestal de verkeerde kant uit.” “Onze insteek is dan ook om bezuinigen, investeren en ombuigen te blijven combineren. Verder werken aan een lean & mean organisatie. We vinden onszelf een goede veiligheidsregio, misschien wel de beste van Nederland, en dat moeten we blijven.”


achtergronden

Lansingerland had op 18 februari de primeur: een pilot met de inzet van een snel interventie voertuig (SIV). Voor praktijkervaringen is het nog te vroeg, maar de mannen die de eerste trainingen gaven, vertellen graag wat er bij komt kijken om op een SIV te werken. En dat is meer vakmanschap dan menigeen denkt.

Werken op een SIV

‘een verdieping van je vak’

•>

04 • 11 #10 VRR netwerk

11


• tekst Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

V

oordat op een brandweerpost een pilot met een SIV begint, brengen kerninstructeurs hun kennis over op een aantal mensen van de post. VRR Netwerk spreekt twee van deze kerninstructeurs, Peter de Jong en Martin Lugtenburg. Ook Bas Boender, deelprojectleider opleiden & oefenen (O&O) schuift aan bij het gesprek. Gevraagd naar het belangrijkste verschil tussen werken op een TAS en op een SIV reageert Martin Lugtenburg prompt: “Je moet op een SIV denken én doen. Een bevelvoerder op een TAS heeft nog vijf mensen bij zich en kan die taken dus verdelen. Als bevelvoerder op een SIV lukt dat niet, daar mis je de back-up voor.” “Op een SIV zit je met z’n tweeën, een bevelvoerder en een chauffeur”, vult Peter de Jong aan. “De bevelvoerder moet constant schakelen tussen zijn hoofd en zijn handen: denken-doen, denken-doen. Een bevelvoerder op een TAS is zo opgeleid dat hij geen slangen hoeft af te leggen. Op een SIV moet de bevelvoerder dat juist wel, maar gelijktijdig moet hij ook al die andere processen doorlopen en bewaken.”

12

04 • 11 #10 VRR netwerk

‘De bevelvoerder op een SIV moet denken én doen’

Bevelvoerder-plus “Alle regels die bij ‘normale’ brandbestrijding gelden, gelden op een SIV ook”, zegt Martin, “maar je moet daarbij nog beter weten wat je doet, omdat je niet de back-up hebt die je op een TAS wel hebt. Wat je doet, moet je wel veilig kunnen doen.” Peter valt hem in de rede: “Ik noem het altijd bevelvoerder-plus.” Daar is Martin het mee eens: “Door bij een gebouwbrand standaard met twee TAS’en en een autoladder uit te rukken, hebben we ons vakmanschap organisatorisch opgeknipt. In tachtig, negentig procent van die uitrukken wordt je vakmanschap niet volledig


achtergronden

In de kazerne of voor de deur?

• Van links naar rechts: Bas Boender, Martin Lugtenburg en Peter de Jong.

aangesproken, terwijl dat op een SIV constant aan bod komt. Het vak wordt daar mooier van, maar als ze ermee starten, zien mensen het in eerste instantie soms als een bedreiging.” Peter vult weer aan: “Dat er op een SIV niet zes maar slechts twee mensen rijden kan als een bedreiging voor de werkgelegenheid worden gezien. Daarbij is niet iedereen zomaar meteen geschikt om ‘bevelvoerderplus’ te worden. Ook mannen die het op een TAS prima doen, moeten eerst de instructie doorlopen.”

Vol aan de bak “Wie straks op een SIV rijdt, komt bijna altijd bij elk incident als eerste aan”, neemt Martin het weer over. “Die mensen moeten meteen vol aan de bak. Waarschijnlijk blijkt dat ze tachtig tot negentig procent van de gevallen kunnen oplossen voordat de back-up er is. Kunnen ze dat niet dan is het iets groters dat door een TAS opgelost moet worden. Maar ze zijn er als eerste bij en kunnen altijd wat doen. Dat proberen we op de eerste trainingsdag tussen de oren te brengen.” “Je moet het zien in het grotere geheel van Veilig-

In de lopende pilot in Lansingerland staat de SIV bij de dienstdoende chauffeur thuis voor de deur. Zodra er een melding is, stapt hij in, pikt hij de bevelvoerder op en zijn ze razendsnel op weg. In theorie. Want in de praktijk kleven er wel wat bezwaren aan die werkwijze. “’s Winters moet je de SIV beschermen tegen extreme vorst en je hebt het gevaar van inbraak en vandalisme”, zegt Bas Boender. “Maar het is vooral organisatorisch lastig. Twee mensen moeten eigenlijk continu van elkaar weten waar ze zijn. Het zou zomaar kunnen gebeuren dat de chauffeur met de SIV eerst langs de brand rijdt om aan de andere kant van het dorp de bevelvoerder op te halen.” Een SIV op de kazerne kan uitkomst bieden. Dan kan er echt binnen een minuut uitgerukt worden. “Maar dan moeten er wel genoeg uitrukken zijn om te rechtvaardigen dat je daarvoor twee mensen op de kazerne neerzet”, zegt Lugtenburg. Een volgende pilot in Hellevoetsluis gaat gebruikmaken van ‘gekazerneerde’ brandweerlieden. De praktijk zal leren wat het beste werkt.

heid Voorop”, stipt Peter aan. “Met de SIV maar ook met veiligheidsbewuste burgers, die bijvoorbeeld een rookmelder hebben, boek je tijdwinst. Alle grote branden beginnen klein. Als je in die marge wat kunt doen, zit daar je winst.” “Zelfs bij incidenten waarvan je al bij het inrijden van de straat ziet dat het niet door een SIV is op te lossen, kun je wat doen”, zegt Martin. “Maar dan moet je wel het volledige vak van brandweerman beheersen. Hulpverlening, brandbestrijding, gevaarlijke stoffen…”, somt Bas Boender op. Waarna Peter de Jong het nog één keer samenvat: “Het is een verdieping van je vak.” •

04 • 11 #10 VRR netwerk

13


‘Er bestaat een troostende wijsheid die luidt: We gaan niet dood. We leven voort in de herinneringen van hen die achterblijven.’ Woorden van Ahmed Aboutaleb bij de herdenkingsdienst voor Don Berghuijs. Als er een kern van waarheid in zit dan is Don Berghuijs nog steeds bij ons, want hij werd en wordt door zeer velen herdacht.

Herdenkingsdienst Don Berghuijs

de horizon

A

• tekst Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

14

04 • 11 #10 VRR netwerk

hmed Aboutaleb, voorzitter van de VRR en burgemeester van Rotterdam, herdacht Don als een markante persoonlijkheid, een gedreven doener op wie je kon bouwen. “Het gaf me een gevoel van zekerheid als hij naast me zat in de veiligheidsstaf”, memoreerde hij in de Laurenskerk, tijdens de indrukwekkende herdenkingsdienst van woensdag 26 januari. “Iemand die rustiger werd naarmate de problemen om hem heen groter werden. ‘Don, fix it’, zei ik en dan zei hij: ‘Ahmed, dat gaan we doen.’” Ivo Opstelten, Aboutalebs voorganger en inmiddels minister van Veiligheid en Justitie, noemde Don ‘een veiligheidsman in hart en nieren, die was uitgegroeid tot boegbeeld en vraagbaak op het gebied van crisisbeheersing’. “Nadat ik in 1999 was benoemd tot burge-


reportage

Necrologie

meester van Rotterdam zijn we negen jaar lang intensief met elkaar opgetrokken”, vertelde Opstelten tijdens zijn speech. “Zowel waar het ging om de fysieke veiligheid als om een doelmatiger samenwerking tussen de betrokken hulpdiensten. Dat alles heeft geleid tot de vorming van de eerste operationele Veiligheidsregio in Nederland. Daar was – en ben ik nog steeds – heel trots op en ik kan niet genoeg benadrukken dat het aan de visie, de overredingskracht en de kundigheid van Don lag dat dit mooie resultaat tot stand is gekomen!”

Kritische mening Het is volgens de oud-voorzitter dan ook die visie die het meest gemist zal worden nu Don er niet meer is. “Over de inzet van snelle interventieteams en de voertuigbezetting bij de brandweer, over de ‘zorg op maat’ bij de ambulancedienst, over de vorming van één landelijke meldkamer en over het nieuwe politiebestel. Overal had hij een heldere, uitgesproken en vaak ook kritische mening over. Je kon met hem van inzicht verschillen, maar zijn prikkelende visie hield ons allen scherp. Met als uiteindelijk resultaat: daadwerkelijke verbetering.” Waarnemend algemeen directeur van de VRR Elie van Strien citeert in zijn toespraak een uitspraak van Don die typerend was voor de algemeen directeur: Ik heb vandaag weer eens een aantal beslissingen genomen zonder draagvlak. “Don pakte door”, zegt Van Strien, “had vergaande inzichten en nam soms beslissingen waar anderen nog niet klaar voor waren. Hij schuwde daarin de confrontatie niet.” Aboutaleb noemde het eerder al een Rotterdamse manier van doen van niet wachten op wetgeving, maar voor de troepen uit lopen.

Strateeg en visionair Van Strien noemt Don in zijn speech de bedenker van de regionale brandweer. “Maar ook de volgende stap, van brandweer naar Regionale Hulpverleningsdiensten Rotterdam-Rijnmond was snel gezet. Hiermee legde Don feitelijk de basis voor de Veiligheidsregio zoals we die nu kennen. Toen al ging hij allianties aan met partners als het Havenbedrijf, de Milieudienst Rotterdam-Rijnmond, politie en Justitie. ‘Het creëren van je eigen werkelijkheid en van daaruit aan de slag gaan’ was een vast credo van Don.” De redactionele kolommen van VRR Netwerk gebruikte hij ook als instrument om zijn ‘stip aan de horizon’ te

Joseph Dieudonné (Don) Berghuis wordt op 21 januari 1948 geboren in Vught. Na de HBS-B en de Koninklijke Militaire Academie treedt hij in 1971 in dienst van Defensie. De overstap naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken volgt in 1987. Daar staat hij in de vroege jaren negentig aan de wieg van de landelijke reorganisatie van de politie. In die periode volgt hij diverse brandweeropleidingen om in 1993 de overstap te maken naar de brandweer. Hij wordt achtereenvolgens Commandant Brandweer Rotterdam en Regionaal Commandant Rotterdam-Rijnmond. Met de start van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond legt hij in 1994 feitelijk de basis voor de latere Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. De totstandkoming van het fenomeen veiligheidsregio bevorderde hij als prominent lid van de landelijke stuurgroep Veiligheidsregio’s. In 2006 werd hij algemeen directeur van de VRR. De lijst van nevenfuncties, lidmaat- en voorzitterschappen zou te lang worden om hier af te drukken. Wat nog wel vermeld moet worden is dat Don Berghuijs vanwege zijn grote verdiensten voor de brandweer en zijn bijdrage aan de continue ontwikkeling en verbetering van de fysieke veiligheid in Nederland in 2007 is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

plaatsen. Hij leek zijn volzinnen het liefst – zonder tussenkomst van hinderlijke vragen van de dienstdoende journalist – op dicteersnelheid te debiteren. Over netcentrisch werken of centraal inkopen, synergie tussen de kolommen of het loslaten van kolomdenken ten faveure van processturing. Pas bij het derde interview bleek dat hij helemaal geen hekel had aan vragen, als het maar goede vragen waren. “Een strateeg en visionair pur sang”, leek Caroline van de Wiel, voorzitter van de NVBR, de woorden van de voorgaande sprekers samen te vatten. “Hij zag dingen eerder dan anderen en had een feilloos gevoel voor tijd, timing en tempo.” “Het unieke soort mens dat je de rest van je leven bij je houdt”, sloot Elie van Strien zijn toespraak af. “Omdat we zo ontzettend veel van je hebben kunnen leren. Dank daarvoor en voor alles wat je hebt betekend voor de VRR, maar ook voor de regio en ver daarbuiten.” •

04 • 11 #10 VRR netwerk

15


Breng de expertise van alle veiligheidsregio’s in kaart en maak direct gebruik van elkaars kennis in geval van nood. Dat is voor Jan van Leeuwen, leider van het Regionaal Operationaal Team (ROT) bij de VRR, de belangrijkste les na de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk.

Belangrijke les na brand bij Chemie-Pack

kennis uitwisselen’

• Jan van Leeuwen zaf de rookkolom vanuit zijn raam richting Rotterdam komen

• tekst Joke Waltmans • beeld Maarten van der Voorde

16

04 • 11 #10 VRR netwerk

V

an Leeuwen weet nog precies waar hij was op die woensdag 5 januari: nietsvermoedend achter zijn bureau op de 24-ste etage van het World Port Centre op de Wilhelminapier in Rotterdam. Hij had al wel signalen ontvangen over een brand in Moerdijk, maar had op dat moment geen dienst. Tot het hoofd GMK, Jaap van Meggelen, en het hoofd communicatie, Maurice Lenferink, hem om even over vier vroegen om voor overleg naar de meldkamer te komen. “Dat was uit hoofde van mijn functie bij de GHOR”, legt hij uit. Op het moment dat hij uit de lift stapt, meldt de politiecollega die wel dienst heeft als Leider ROT, zich ziek. Ter plekke neemt Van Leeuwen zijn dienst over. Hij zoekt contact met de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen en met de adviseur gevaarlijke stoffen van de brandweer.


achtergronden

Ventilatie uit

Rookkolom Vanuit zijn kantoorraam ziet Van Leeuwen met eigen ogen hoe een grote rookkolom de kant van Rotterdam opdrijft. Bovendien ligt Barendrecht, een gemeente in de VRR, op nog geen dertien kilometer van Moerdijk. Van Leeuwen kondigt een GRIP 2 af en meetploegen worden op pad gestuurd. “Er waren zoveel vragen, ook bij ons. Eerst hebben we op een rij gezet wat we wel wisten. Van de VRR Zuid-Holland Zuid kregen we het bericht dat zij GRIP 4 hadden afgekondigd.” ‘Meten is weten’ luidt het devies van Van Leeuwen, maar naar welke stoffen de meetploegen exact moesten zoeken, was nog niet bekend. “We kregen een tiental A-viertjes met alle stoffen die daar lagen opgeslagen. Dat was het halve chemieboek, alleen wisten we niet welke pagina er naar beneden kwam”, schetst hij.

Communiceren Als ROT-leider hield Van Leeuwen het overzicht op alle ontwikkelingen en was hij eindverantwoordelijk voor het team waarin de politie, brandweer, GHOR, het Havenbedrijf, de gemeenten en DCMR zijn vertegenwoordigd. Op verzoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb bood de VRR haar diensten aan. De Veiligheidsregio’s Zuid-Holland Zuid en Midden- en WestBrabant maakten gebruik van enkele van onze schuimbluseenheden. Ook is er na een eerste overleg een liaison van de VRR naar het CoPI (Commando Plaats Incident) in Moerdijk gestuurd. “Hij was voor ons de ogen en oren ter plekke, maar had natuurlijk geen zicht op besluitvorming op ROT-niveau in die regio”, weet Van Leeuwen. Gedurende de brand bleef de juiste manier van communiceren speerpunt bij de VRR. Communicatie is nu eenmaal een zeer belangrijk instrument voor crisismanagement. Op het hoogtepunt van alle berichtgeving kon de VRR hulp verlenen door voor de regio ZuidHolland Zuid de informatiepagina en de tickertape van rampenzender RTV Rijnmond te vullen. “Wij zaten wat meer in de luwte. Al blijft het moeilijk oordelen over alles wat je hoort en ziet.” Kromme tenen De ROT-leider weet van de ‘kromme tenen’-momenten bij de Gezamenlijke Brandweer die zijn expertise graag had willen inzetten bij de enorme brand bij het chemiebedrijf. Hun hulp werd echter niet gevraagd. Juist daarom vindt Van Leeuwen het van groot belang dat interregionaal bekend is welke regio welke expertise in huis heeft. “Wij hebben kennis van industriele brandbestrijding, de collega’s op de Veluwe zullen dat hebben van grote bosbranden. Dat moet je in kaart brengen zodat een telefoontje voldoende is als zich een incident voordoet. Als het zo had gewerkt, waren wij

De hevige brand bij Chemie-Pack in Moerdijk en de grote rookwolken die daar bij vrijkwamen, zetten het project Bediening Op Afstand –Ventilatie (BOAV) weer in de belangstelling. Bij dit systeem is het mogelijk op afstand het ventilatiesysteem van grote gebouwen uit te zetten. Veel gebouwen beschikken over mechanische ventilatie om buitenlucht binnen te laten en de binnenlucht blijvend te verversen. Een prima voorziening die echter in geval van incidenten met gas- of rookvorming het omgekeerde effect heeft. BOAV maakt het mogelijk om vanuit de Gemeenschappelijke Meldkamer met een muisklik die ventilatiesystemen uit te zetten. Een kastje op het systeem legt via de satellietverbinding met de meldkamer. BOAV functioneert al bij flats van wooncorporatie Maasdelta Groep in Maassluis, Spijkenisse en Hellevoetsluis.

anderhalf uur eerder ingeschakeld.” Vergroten van de regio’s is daarvoor wat Van Leeuwen betreft niet per se noodzakelijk. “Je hoeft niet samen te voegen om samen te werken”, vindt hij. Ook bij de VRR zijn er lessen geleerd na de brand bij Chemie-Pack. Zo is duidelijk geworden dat het moeilijk is goed contact te houden met de buurregio’s. Een verbetering zou zeker bijdragen aan een snelle beeldvorming, is de mening. Weten wat er aan de hand is, blijft noodzakelijk voor de juiste strategie.

Afwegingen Uit de eigen VRR-evaluatie zijn geen grote missers naar voren gekomen. “Bij evaluaties gaat het niet om wie wat fout heeft gedaan, maar hoe je zoiets een volgende keer kunt aanpakken. Rijnmond heeft het goed gedaan is de conclusie. Van de andere veiligheidsregio’s ken ik de evaluatie nog niet. Het zou goed zijn om die, met die van ons, eens naast elkaar te leggen. Zo kunnen we kijken of we als regio’s op een zelfde manier afwegingen hebben gemaakt. Ooit hoorde ik iemand zeggen ‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.’ Daarom moeten we er open over praten.” •

04 • 11 #10 VRR netwerk

17


JAARVERSLAG 2010 De directieraad van deVRR kijkt terug op een bewogen jaar waarin de contouren voor een nieuw organisatieconcept vorm kregen. Ondertussen was ‘bezuinigen’ het meest gehoorde woord, maar bleef er ruimte voor investeringen in belangrijke innovatieve programma’s als Veiligheid Voorop.

Toch blijven innoveren

Bezuinigen zonder kaalslag • tekst Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

“V

oor we terugkijken op specifieke ontwikkelingen in 2010 moeten me eerst twee zaken van het hart”, begint waarnemend algemeen directeur Elie van Strien. “Ik ben ten eerste zeer onder de indruk van het feit dat we in zo’n roerig jaar ons primaire proces zo goed overeind hebben gehouden. Over de gehele organisatie zijn we afgelopen jaar meer dan 100.000 keer uitgerukt. We stonden er als de burger belde. Al onze mensen verdienen daarvoor mijn complimenten.” “Wat ik ook niet onvermeld wil laten, is het stempel dat de ziekte van onze algemeen directeur Don Berghuijs – en zijn overlijden begin dit jaar – op de organisatie en haar besturing heeft gedrukt. Vooral in het laatste deel van het afgelopen jaar hebben we veel zorg gehad over zijn ziekbed.” In deze moeilijke tijden waren er nog meer complimenten voor de Veiligheidsregio. Volgens de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid zijn de VRR en de Veiligheidsregio Kennemerland de twee veiligheidsregio’s die de rampenbestrijding landelijk het best op orde hebben. Goed om even bij stil te staan, al gaat de directieraad al snel over tot de orde van de dag. In het geval van Jolanda Trijselaar is dat een terugblik op de GHOR in 2010. Wetswijzigingen en bezuinigingen zorgden voor flinke veranderingen binnen de GHOR. Toen duidelijk werd dat de interim-directeur van de Dienst Ambulance en GHOR zou vertrekken en de VRR in 2011 met een kleinere directie zou gaan werken, is in april de Directie

18

JAARVERSLAG 2010 • terugblik

Ambulancezorg en GHOR opgeheven. De GHOR werd daarmee vooralsnog weer een losstaand bureau binnen de VRR, beheersmatig ondergebracht bij Jolanda Trijselaar. Daarbij werd de functie van Regionaal Geneeskundig Functionaris met ingang van 1 oktober 2010 omgezet naar Directeur GHOR. Hiervoor werd directeur van de GGD Vincent Roozen benoemd. “Wetswijzigingen zullen de komende tijd bij de GHOR tot nog veel meer veranderingen leiden”, vertelt Trijselaar. “Zo wordt het Erasmus MC straks het aanspreekpunt in de acute zorgketen en vervult de GHOR meer en meer een regietaak. Daarover zijn sinds vorig jaar diverse besprekingen gevoerd met de Veiligheidsregio’s Zuid-Holland-Zuid en Zeeland. En met het Erasmus MC, het traumacentrum in onze regio en daarmee trekker van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ).”

HKZ-certificering Begin 2010 is onder leiding van de GHOR gestart met de evaluatie van het onderwerp waar de VRR in 2009 zo druk mee was: de grieppandemie. Daar zijn lessen uit geleerd voor de toekomst. Ook is in 2010 hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de HKZ-hercertificering. Naar aanleiding van kritische opmerkingen van de certificeerder zijn eind september verbetermaatregelen geimplementeerd en gerapporteerd. Met als gevolg dat de GHOR per 1 december 2010, als eerste GHOR-bureau in Nederland, volgens het nieuwe HKZ-schema is gecertificeerd.


Onderwerpen waar zowel de GHOR als SRC in 2010 druk mee zijn geweest, zijn oefenen en evenementen. De oefening Exodus, waarbij een aanslag op een metrorijtuig werd gesimuleerd, sprong vooral in het oog. De GHOR greep Exodus aan om de geoefendheid van vijf ziekenhuizen te toetsen. Voor SRC was vooral het multidisciplinaire karakter van de oefening en het informatiemanagement van belang. “Verder is samen met de politie gewerkt aan een model voor een regionale risicoscan en handreiking voor evenementen”, zegt Trijselaar. “Ook was 2010 een overgangsjaar om als VRR voortaan met één integraal evenementenadvies te komen. Een mooi voorbeeld waar het uiteindelijk product voorop staat en de processturing zichtbaar wordt.”

Tour de France Een evenement waar de VRR flink de tanden in kon zetten was de Grand Départ van de Tour de France, van 1 tot en met 4 juli. De bereikbaarheid van de betrokken delen van de regio voor hulpdiensten, het behouden van het overzicht over de vele activiteiten en een eenduidige beoordeling van de aangeboden plannen stonden centraal. “Vanaf januari is een werkgroep aan de slag geweest om voorbereidingen te treffen en de tourplannen door te nemen”, vertelt Trijselaar. “Begin maart adviseerden we onder andere om extra maatregelen te treffen om de bereikbaarheid voor hulpdiensten te garanderen. Dat advies werd door de algemeen directeur VRR en de gemeente overgenomen. Dat bleek een prima advies toen er op 2 juli een grote brand uitbrak op Katendrecht.” Hoe groot de impact van het evenement was, blijkt wel uit het aantal uren dat er op is geregistreerd door de VRR: maar liefst 2.700. “Uit de evaluatie bleek wel dat de aanpak positief werd gewaardeerd. Leerpunten die ook naar voren kwamen, zijn direct als pilot geïmplementeerd bij het evenement Bavaria City Racing.”

GRIP-incidenten vonden plaats in het laatste kwartaal. “Opvallend was de instorting van een gebouw in aanbouw in het centrum van Rotterdam en het vinden van een bom uit de Tweede Wereldoorlog bij de bouw van het nieuwe Rotterdam Centraal”, vertelt Jolanda. “Maar een van de opmerkelijkste GRIP-1 situaties was het kantelen van een sleepboot bij Hoek van Holland. Dit leidde tot een langdurige CoPI-inzet en samenwerking met de KNRM en het Loodswezen.” Om in de toekomst nog beter te kunnen samenwerken wordt gewerkt aan invoering en verbetering van een Landelijk Crisismanagement System (LCMS). Cedric, het systeem voor netcentrisch werken van de VRR, is gekozen als eerste versie, LCMS 1.0. “Alle veiligheidsregio’s zullen in de toekomst met een verbeterde versie van dit systeem gaan werken: LCMS 2.0. De bouw van dit systeem is in 2010 aanbesteed. Om te zorgen dat LCMS 2.0 ook voor de VRR goed bruikbaar wordt, nam SRC actief deel in het aanbestedingstraject.” ››

Aardbeving Haïti Van een heel ander karakter dan de Frans getinte feestelijkheden in Rotterdam was de aardbeving die begin 2010 Haïti trof. Als onderdeel van het Nederlandse Urban Search and Rescue Team zijn dertien VRR-medewerkers uitgezonden naar het rampgebied. “Ze hebben mensen vanonder de puinhopen kunnen redden, maar ook lichamen geborgen, zodat nabestaanden waardig afscheid konden nemen”, zegt Trijselaar. “Ook is geassisteerd bij de hulpverlening aan overlevenden en de versnelde adoptie van circa honderd kinderen. Een emotionele achtbaan voor onze collega’s.”

GRIP-incidenten Dichter bij huis waren er in 2010 26 GRIP-incidenten, bijna twee keer zoveel als het gemiddelde over de afgelopen 15 jaar. Tijdens een wielerwedstrijd in de haven stortte een helikopter neer, vlak naast het peloton. Vier van de vijf inzittenden kwamen om het leven. Veel

19


JAARVERSLAG 2010 Woelig

Geen kaalslag

Complexe IT-systemen zijn Rein van Duijvenbode, in 2010 directeur Middelen, ook niet vreemd. “Een jaar geleden kon ik melden dat het op de valreep gelukt was om de salarissen te betalen vanuit ons nieuwe personeelssysteem Mijn Personeelszaken. In 2010 zijn we gestaag verder blijven werken aan dit systeem. Onder andere door het elektronische personeelsdossier toe te voegen. Maar we gaan het geleidelijk nog steeds verder uitbouwen. ‘Beheer op orde’, het thema van 2009 gaat dus gewoon door.” De woorden gestaag en geleidelijk zijn verder niet echt van toepassing geweest op 2010. “Het was woelig en hectisch, omdat 2010 heel sterk in het teken heeft gestaan van de bezuinigingen”, zegt Van Duijvenbode, “Ik ben er best trots op dat we dat met elkaar in een opbouwende sfeer hebben kunnen doen.”

“We hebben het ook niet slecht gedaan, er is geen kaalslag gepleegd. We hebben bijvoorbeeld het traject Veiligheid Voorop overeind kunnen houden en zelfs breder kunnen trekken dan alleen de brandweer. We hebben het bestuur ervan kunnen overtuigen dat we met hen mee willen zoeken naar manieren om kosten te drukken, maar wel met oog voor de veiligheid van de burger én de veiligheid van onze eigen mensen.” De directie Middelen heeft een duidelijke bijdrage geleverd aan het vinden van manieren om kosten te besparen. Waar de VRR als geheel in 2010 opnieuw stappen heeft gezet om één geïntegreerde organisatie te worden, is er op terreinen als P&O, inkoop, huisvesting en financiële administratie en control hard gewerkt om de zaken ook steeds meer op één manier aan te pakken. “Dat heeft ertoe geleid dat we die specifieke taken hebben weggehaald bij de managers op locatie. Als je één organisatie wilt zijn, dan kan het niet zo zijn dat een bepaalde regeling in het ene organisatieonderdeel anders wordt uitgelegd dan in het andere. De managers blijven gewoon verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid, maar wij ontzorgen ze. Dat levert een uniformer bedrijf op en meer continuïteit. Dat we daardoor ook nog een mogelijkheid hebben om te bezuinigen, is een mooi bijkomend voordeel. Wanneer alle facturen op één plek binnenkomen, kunnen we die met minder mensen verwerken. Door dat soort effecten hebben we drie ton kunnen bezuinigen.”

Innovatie Ook door als één organisatie in te kopen is de VRR een stuk goedkoper uit. “Daar zit bruto wel een miljoen in”, zegt Van Duijvenbode. Daardoor lijkt het net alsof zijn directie in haar eentje een groot deel van de taakstelling op zich neemt. “Nee”, zegt hij, “ook anderen leveren uiteraard hun bijdragen, maar we zullen overal in de organisatie iets meer moeten bezuinigen dan gevraagd wordt, om aan de andere kant te kunnen blijven investeren in innovatie.” Inmiddels heeft Rein ook de Gemeenschappelijke Meldkamer in zijn portefeuille. Daar bleek in 2010 in een tweetal medewerkersbelevingsonderzoeken dat de collega’s soms behoorlijk kritisch waren over de interne processen. “We gaan dan ook een professioneringsslag inzetten”, zegt Van Duijvenbode, “om ervoor te zorgen dat we efficienter én beter met elkaar gaan werken.” De uitslagen van het klanttevredenheidsonderzoek waren overigens wel zeer positief. “Maar ik vind dat ook de medewerkers recht hebben op meer tevredenheid.”

Eén meldkamer “Verder hebben we afgelopen jaar zes weken lang de collega’s van de meldkamer van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid gehuisvest. Dat is goed gelopen, zonder noemenswaardige terugval in de performance. Terwijl er toch zo’n 3.000 ritten bij zijn gekomen. Het

20


beviel zelfs zo goed dat we nadere samenwerking met Zuid-Holland Zuid aan het beproeven zijn. En dat zou wel eens ingepast kunnen worden binnen de ontwikkeling die momenteel landelijk speelt: komen tot één landelijke meldkamerorganisatie. Hierin werkt dan iedereen met dezelfde ICT-middelen, gaat op dezelfde manier met data om en beschíkt ook over dezelfde data.” Op kleinere schaal is er binnen de regio al een slag geslagen voor wat betreft het werken met dezelfde gegevens. Onder de naam Geo Pakhuis zijn alle cartografische en sociaal-demografische gegevens bijeengebracht. “Zodat niemand meer de weg kwijt hoeft te raken, doordat een naburige veiligheidsregio bij wijze van spreken met een andere TomTom werkt. En zodat iedereen weet hoeveel mensen er in een brandend gebouw wonen”, legt Rein uit. “Dat zijn overigens wel voorwaarden waaraan je moet voldoen wanneer je naar een meer landelijke meldkamer wilt: iedereen moet beschikken over dezelfde, juiste gegevens.”

Veiligheid Voorop Eenduidige kaarten zijn prachtig, maar wat Elie van Strien nog liever ziet, zijn minder brandende gebouwen. “Door het accent van onze inspanningen te verleggen naar de voorkant van de veiligheidsketen. Zorgen dat iets niet gebeurt in plaats van uit moeten rukken wanneer het al gebeurd is”, zegt hij. “Kortom, Veiligheid Voorop. Een onderwerp dat ook in 2010 weer als een rode draad door de organisatie heeft gelopen. Vooral, maar gelukkig lang niet alleen, bij de brandweer.” “In 2010 is achter de schermen geïnvesteerd in Veilgheid Voorop, met themabijeenkomsten en werkgroepen waarin veel mensen enthousiast aan de slag waren. Daar ben ik trots op, vooral als je bedenkt dat ze dat naast hun normale werk doen. Door hun voorbereidende werk kunnen we nu, in 2011, concreet aan de slag met deze manier van werken die cruciaal is voor de ontwikkeling van de organisatie.”

Monolance De Ambulancedienst kan sinds kort bogen op een publiekprivate ambulancepost op de Maasvlakte, waarin het Havenbedrijf, de VRR en het bedrijfsleven participeren. “In 2010 is ervoor gezorgd dat die recentelijk kon worden geopend. Verder heeft in de witte kolom productdifferentiatie plaatsgevonden door bij besteld vervoer met een zorgambulance te gaan rijden. (Zie voor beide onderwerpen ook de artikelen elders in dit blad, red.) Bovendien zijn de zogenaamde rapid responders uitgebreid met de monolance, een kleine ambulanceauto die bemand is met uitsluitend een verpleegkundige. De monolance kan in tegenstelling tot de ambulancemotor ook bij slecht weer uitrukken. Alles bij elkaar is er veel gebeurd op het gebied van de ambulancezorg.”

Contra-expertise Dat geldt ook voor de brandweerorganisatie, die op het eerste gezicht het grootste deel van de ombuigingsoperatie te verwerken kreeg. Terwijl er ook is geïnvesteerd in de duiktaak, in Veiligheid Voorop en in oefenen en opleiden. Van Strien begrijpt goed dat het opnieuw en efficiënter verdelen van kazernes en materieel over de regio hier en daar tot onrust heeft geleid. “Toch hebben we geprobeerd een zo evenwichtig mogelijk antwoord te vinden op de ombuigingsvraag die ons door het bestuur is gesteld”, zegt hij. “Daarbij hebben we zoveel mogelijk rekening gehouden met de veiligheid in de regio en de veiligheid van onze mensen. Het plan dat we daarvoor hebben neergelegd, spreekt niet alleen van bezuinigen en ombuigen, maar ook van investeren. Dat een contra-expertise van de OR niet tot grote aanpassingen heeft geleid, zie ik als een bevestiging van het feit dat het plan deugt.” •

tERuGbLik • JAARVERSLAG 2010

21


FINANCIEEL JAARVERSLAG Feiten & cijfers Programmarekening 2010 per kostensoort Gewone dienst - Lasten ( bedragen x € 1.000,- )

Gewone dienst - Baten Begroting 2010

Realisatie 2010

Realisatie 2009

( bedragen x € 1.000,- )

Omschrijving Personeel

Begroting 2010

93.501

94.794

9.713

10.579

9.973

Middelen

13.305

13.601

14.531

Overdrachten Rijk (BDUR)

Overige kosten

15.532

13.581

10.703

Ambulance vervoerders

1.630

1.454

1.632

0

669

Financieringsfunctie Dotaties voorzieningen

Subtotaal

Realisatie 2009

Omschrijving 93.061

Huisvesting

Realisatie 2010

133.241

Resultaat vóór bestemming 133.241

133.385

131.633

1.041

248

134.426

131.881

Gemeenten (inwonersbijdrage) Bijdrage Basisbrandweerzorg en DVO+

9.538

9.539

9.280

80.982

79.113

78.230

5.140

5.434

3.675

1.198

2.153

1.870

25.110

25.986

26.995

Diverse opbrengsten

9.698

11.923

11.556

Financieringsfunctie

164

278

274

131.831

134.426

131.881

134.426

131.881

Zorgverzekeraars

Subtotaal Resultaat vóór bestemming

1.410 133.241

Programmarekening 2010 per programma 2010 ( bedragen * € 1.000,- )

Begrotingsjaar ná wijziging Baten

Lasten

Realisatie begrotingsjaar

Saldo

Baten

Lasten

Begrotingsafwijking Saldo

Baten

Lasten

Saldo

Programma’s A&G

29.150

28.836

314

30.045

30.053

-8

895

-1.217

-322

RBRR

83.567

81.997

1.570

82.803

82.412

391

-764

-415

-1.179

GMK

9.880

9.773

107

9.669

8.725

944

-211

1.048

837

SRC

3.744

3.944

-200

3.486

3.196

290

-258

748

490

Bedrijfsvoering

5.326

7.060

-1.734

8.145

7.543

602

2.819

-484

2.335

131.667

131.609

57

134.148

131.930

2.218

2.481

-320

2.161

164

1.631

-1.467

278

1.455

-1.177

114

176

290

164

1.631

-1.467

278

1.455

-1.177

114

176

290

131.831

133.241

-1.410

134.426

133.385

1.041

2.595

-144

2.451

1.770

360

1.410

479

812

-333

-1.291

-452

-1.743

133.601

133.601

0

134.905

134.196

708

1.304

-596

708

Subtotaal

Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Saldo Financieringsfunctie Saldo compensabele BTW Uitkering BTW compensatiefonds Subtotaal Onvoorzien Resultaat vóór bestemming Mutaties reserves Resultaat ná bestemming

22

financieel JAARVERSLAG 2010


organogram van de veiligheidsregio rotterdam-rijnmond Ad hoc leden Waterschappen

Algemeen Bestuur

Regionaal College

Dagelijks Bestuur

Cie advies Gemeenten Kerngroep ARB

Beheerlijn

Polit

ie

len

Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing(SRC)

Directie Middelen

Stafafdeling Communicatie

Team Bestuurlijke en Juridische Zaken

Directie Ambulancezorg & GHOR

Beleids-/advieslijn

RAD

RBRR

Midde

SRC

A&G

RBRR

n

Cie advies GHOR

GMK

te

vertegenwoordiger Coördinatie BGM Politie OM HBR

M R RB RR SRC

Directieteam Meldkamer

Directieteam Beheer

Cie advies RBRR

n ee m Ge R O GH GMK

DC

Algemeen Directeur

Veiligheidsdirectie

Adviesraad Risico- & Crisisbeheersing(ARC)

Regionale Brandweer (RBRR)

Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK)

uitgevoerde spoedritten AZRR per gemeente 2010 Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Capelle a/d IJssel Dirksland Goedereede Hellevoetsluis Krimpen a/d IJssel

uitrukken binnenbrand beroeps 2010

Lansingerland Maassluis

Capelle a/d IJssel Rotterdam

Middelharnis

Schiedam

Oostflakkee

Spijkenisse

Ridderkerk

Vlaardingen

*Rotterdam

22610

Schiedam 0

100

200

300

400

500

600

700

Spijkenisse Vlaardingen

Binnen de norm van 8 minuten Buiten de norm van 8 minuten

Westvoorne 0

500

1000

1500

2000

2500

Binnen de norm van 15 minuten Buiten de norm van 15 minuten

uitrukken binnenbrand vrijwilligers 2010

* Wegens gemeentelijke herindeling worden de cijfers van gemeente Rotterdam gepresenteerd inclusief de cijfers van de voormalige gemeente Rozenburg

Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Dirksland

incidenten 2010

Goedereede Hellevoetsluis

In 2010 zijn in de regio Rotterdam-Rijnmond 20.097 incidentmeldingen voor de Brandweer geweest. Deze zijn als volgt onder te verdelen:

Krimpen a/d IJssel Lansingerland Maassluis Middelharnis Oostflakkee Ridderkerk Rotterdam Westvoorne 0

5

10

15

Binnen de norm van 8 minuten Buiten de norm van 8 minuten

20

25

30

35

Overige

Hulpverlen AED

OMS-meldi

Branden 5.840 OMS-meldingen 7.172 AED 670 Hulpverlening 6.133 Overige 282

Branden

financieel JAARVERSLAG 2010

23


SOCIAAL JAARVERSLAG De mensen van de VRR Aantal beroeps en vrijwilligers 1500

Soort dienstverband 1200

mannen vrouwen

vaste aanstelling tijdelijke aanstelling

1000

1200

800 900 978

1029

600 1090

600

924

1164

845

959

1024 400

300 200 258 114

112 0

9

01

00

s2

s2

er Vr ij

w

ill

ig

ig ill Vr ij

w

ro e Be

Be

er

ps

ps

20

20

10

09

01

9 s2

er

er

ig

ig

ill

ill

w

w

Vr ij

Vr ij

123

0

s2

00

10

09

20

20

ps

ps ro e

ro e Be

Be

119

47

0

35

0

ro e

231

Leeftijdsopbouw 400 350 300 250 200 150 100 50 0 15-24

25-34

35-44

medewerkers in dienst 2010 vrijwilligers 2010

45-54

55-65

jaar

medewerkers in dienst 2009 vrijwilligers 2009

verdeling naar functiegroepen FSK 1-4

FSK 5-9

FSK 10-13

FSK 14-16

2009

7

984

192

24

FSK 17-19 2

2010

5

896

354

29

3

Ziekteverzuim Totaal

Kort 1 t/m 7 dgn

Middellang 8 t/m42 dgn

Lang >42 dgn

2009

5,43%

0,98%

1,22%

3,23%

2010

4,44%

0,93%

1,34%

2,16%

Het ziekteverzuim is ten opzichte van het jaar 2009 gedaald van 5,43% naar 4,44%.

24

sociaal JAARVERSLAG 2010


achtergronden

• Ron Herbschleb in een zorgambulance

low care blijft als Pilot succesvol afgesloten Veertig procent van het aantal ambulanceritten in de regio is besteld vervoer. Dat zijn de ritten waar van spoed geen sprake is. ‘Waarom dan wel een dure, volledig uitgerust ambulance laten rijden?’, bedacht Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) en startte de pilot Low Care. Met succes, binnenkort rijden er acht zorgambulances in de regio. •> 04 • 11 #10 VRR netwerk

25


• tekst Joke Waltmans • beeld Maarten van der Voorde

•>

‘Z

orgambulances’ is het woord dat Ron Herbschleb, projectleider van de pilot Low Care, steeds gebruikt. De pilot, die vanaf november 2009 een jaarlang heeft gedraaid, was succesvol, maar had geen juiste naam. Bij ‘low care’ wordt namelijk al snel gedacht aan minder zorg. “En daar is helemaal geen sprake van”, verzekert Herbschleb. “Het gaat hier om ritten met een laag risicoprofiel.” Voor de start van de pilot werden alle ambulanceritten uitgevoerd met volledig uitgeruste ambulances. Die werden ingezet voor het spoedvervoer, de zogenaamde A-ritten, maar ook voor B-vervoer, de door ziekenhuis en huisarts bestelde ritten die vaak kunnen worden ingepland. In de regio rijden verder ook de zogeheten rapid responders: solorijders op een ambulancemotor. De pilot had verschillende doelen. Zo zou de inzet van low care-auto’s op de eerste plaats een bijdrage kunnen leveren aan een betere prestatie van het spoedvervoer. Op tijd arriveren dus. Een tweede aanleiding was de krapte op de arbeidsmarkt. Op de reguliere ambulance rijden een speciaal opgeleide chauffeur en een verpleegkundige. Met name de verpleegkundigen zijn vandaag de dag moeilijk te krijgen. Voor een low care-rit is een achtergrond als ziekenverzorgende of verzorgende individuele gezondheidszorg voldoende. Andere doelstellingen waren het mogelijk maken van loopbaanontwikkeling en meer vormen van ambulancevervoer, ofwel een vorm van productdifferentiatie. En zeker niet onbelangrijk: kostenbesparing op voertuigen, materieel en opleiding.

Laag risico Zowel de VRR als de BIOS-groep begonnen ieder hun eigen project. Eerstgenoemde schafte drie low-care-wagens aan. De BIOS-groep bouwde een bestaande ambulance om voor de pilot. Met grote zorg stelden beide groepen de criteria op waaraan het low care-vervoer moest voldoen. Zo hebben alle patiënten die ‘low care’ worden vervoerd een laag risicoprofiel. Alle noodzakelijke hulpmiddelen zijn al thuis of in het ziekenhuis ingesteld of aangebracht. “Het is niet de bedoeling dat het personeel van de zorgambulance onderweg moet ingrijpen. Al kan zich

26

04 • 11 #10 VRR netwerk

altijd iets voordoen. De zorgbegeleiders zijn er wel voor opgeleid. Zonodig wordt de meldkamer ingeschakeld die hulp in de vorm van een ambulance of een rapid responder stuurt. Dat is tijdens de pilot ook een paar keer gebeurd”, zegt Herbschleb.

Kritiek Als geen ander weet hij van de landelijke kritiek op de zorgambulance. Het zou niet meer zijn dan een ordinaire bezuinigingsoperatie. Ter illustratie: een volledig uitgeruste reguliere ambulance kost 163.000 euro, een zorgambulance 62.000. Bovendien is het personeel op de zorgambulance ook goedkoper. Herbschleb weerlegt dat commentaar graag met cijfers. In de regio Rotterdam-Rijnmond is veertig procent van het aantal besteld vervoer-ritten gelabeld als zorgambulance-rit. De helft van deze gelabelde B-ritten wordt momenteel door de zorgambulance verzorgd, de andere helft wordt nog door reguliere ambulances verzorgd.


reportage

Er is geen sprake van ‘low care’, ritten met de zorgambulance hebben alleen een laag risicoprofiel

De zorgambulance-medewerkers zijn binnen de VRR opgeleid voor hun nieuwe functie. De eigen rij-instructeurs hebben de chauffeurs geleerd hoe zij de zorgambulance moeten besturen. Herbschleb ziet grote voordelen in deze kweekvijver vol nieuwe medewerkers. “We verwachten dat ze in de toekomst kunnen doorstromen naar het werk op de reguliere ambulance. Zeker wat de chauffeurs betreft.” Bovendien hoopt hij met onderwijsinstellingen te komen tot een gespecialiseerde opleiding voor zorgambulance-medewerkers.

Acceptatie Na een aanvankelijk afwachtende “Met de uitbreiding naar acht diensten hopen we dat percentage uit te breiden naar tachtig procent”, geeft hij aan. De VRR breidt het huidige aantal van drie zorgambulances uit naar vijf, de BIOS-groep gaat met drie wagens rijden.

Combinatiefunctie Voor de start van de pilot moesten ook nieuwe mensen worden geworven. Al vanaf het begin stond vast dat zij een combinatiefunctie zouden krijgen: chauffeur en verzorgende. De functies op de reguliere ambulance zijn strikt gescheiden. “Nu we eenmaal op weg zijn, is er erg veel belangstelling voor dit werk”, weet Herbschleb. De functie is echter zo nieuw dat er nog geen plaats is voor hen in de ambulanceCAO. Na het afsluiten van de pilot, toen de nieuwkomers werden gedetacheerd door Ambucare, zijn zij daarom in dienst gekomen van de VRR en vallen zij onder de CAO gemeenten.

houding van het vaste personeel ten opzichte van de nieuwelingen is er nu wel sprake van acceptatie, meent Herbschleb. “Zeker, er was weerstand, meen keek de kat uit de boom. Het is toch wennen als je zo’n wagen ziet wegrijden voor een B-rit die jij anders uitvoert. Inmiddels wordt ingezien dat de zorgambulance een meerwaarde heeft. Alleen vorig jaar al zijn er 8800 ritten gereden door de zorgambulance.” Alle A-ritten laten uitvoeren door de reguliere ambulances en de planbare B-ritten door de zorgambulances is het ideaalplaatje dat de projectleider voor ogen heeft. “Na half tien ’s morgens bellen de ziekenhuizen allemaal over de patiënten die zij ontslaan en die naar huis moeten worden vervoerd. Dat kan momenteel nog niet alleen door de zorgambulances worden geregeld en dus worden de reguliere ook ingezet. Die onttrek je dan aan het spoedvervoer, terwijl je wel wordt afgerekend op je aanrijtijden.” •

04 • 11 #10 VRR netwerk

27


Als onderdeel van Veiligheid Voorop, het innovatieproces van de brandweer, wordt iedere bewoner van de Veiligheidsregio bekend gemaakt met de noodzaak zelf een bijdrage te leveren aan brandveilig leven. Daarvoor worden huisbezoeken afgelegd, zijn er informatieavonden voor verschillende doelgroepen en is er een lespakket voor het basisonderwijs. Te beginnen met Lansingerland.

Veiligheid Voorop steeds concreter • tekst Joke Waltmans • beeld Maarten van der Voorde

V

eiligheid Voorop is de regionale uitwerking van het landelijk project dat de naam ‘Brandveilig Leven’ draagt. Niet geheel toevallig is dat ook de naam van het VRR-bedrijfsbureau dat door regionaal coördinator Peter Schuurmans en regionaal projectleider Jos de Graaf wordt gerund. Sinds een jaar coördineren en stimuleren zij alle activiteiten die in het kader van Veiligheid Voorop plaats gaan vinden. Het bureau beschikt ook nog over vijf teamleden die elders in de Veiligheidsregio werken en daar het brandveilig leven in de gaten houden. Met de komst van de SIV (snel interventie voertuig) in Lansingerland wordt de uitvoering van Veiligheid Voorop steeds concreter. Tegelijk met de eerste SIV-ritten in Bleiswijk en Bergschenhoek gaat de plaatselijke brandweer

28

04 • 11 #10 VRR netwerk

op pad om de inwoners te overtuigen van het nut van brandveilig leven. Ook in Zwartewaal op Voorne-Putten gaat men bewoners opzoeken. In de betrokken gemeenten wordt door de brandweer enthousiast gereageerd op het project. Verschillende brandweerlieden hebben hun medewerking al toegezegd.

Pluizenfilter Twee weken voordat de brandweermedewerker op bezoek wil komen, krijgt de bewuste bewoner een brief in de bus waarin de komst wordt aangekondigd. Is daar toestemming voor dan maakt de brandweer een afspraak. Aan de hand van een vragenlijst wordt bekeken hoe het gesteld is met de veiligheid in de woning. Ook krijgt de bewoner tal van tips en trucs om de woning nog veiliger te maken. “We lopen met de bewoner door de woning en wijzen op apparatuur of situaties die gevaar op kunnen leveren”, vertelt De Graaf. Dat kan de niet schoonge-


reportage

Geen brand, toch de brandweer op de stoep

• Peter Schuurmans

maakte pluizenfilter van de wasdroger zijn, maar ook het ontbreken van een thermostaat bij de frituurpan of een kapotte rookmelder. “Als je ze daar op wijst, blijkt dat de meesten daar nooit over hebben nagedacht.” Eerder werd een soortgelijk project al uitgevoerd in het Oude Noorden en het Nieuwe Westen in Rotterdam. Een heel ander gebied waar het vaak ging om geblokkeerde vluchtwegen door fietsen en oude kranten in de gang. “We zijn bijna overal binnen geweest”, vertelt De Graaf. “De mensen reageren heel positief.”

Sms-actie Na ieder huisbezoek in Lansingerland hangt de brandweer bovendien twee rookmelders op in de woning. Dat is mogelijk door een financiële bijdrage van woningcorporatie 3B-wonen. Een prima ‘breekijzer’ om bij de mensen binnen te komen, vinden de twee. Het plan is om in het vervolg van dit project een sms-actie op te zetten waarbij de bewoners een herinnering krijgen •>

04 • 11 #10 VRR netwerk

29


‘De mindset moet om. Het gaat nu om acteren vooraf en niet om reageren achteraf’ •> dat zij de rookmelder moeten controleren. Bewoners krijgen bovendien een toolkit met daarin informatie over brandbestrijding en ondermeer kortingsbonnen voor het aanschaffen van bijvoorbeeld een blusdeken. Schuurmans en De Graaf hebben hoge verwachtingen van Veiligheid Voorop. Bij het huisbezoek wordt ook bekeken of de woning op een goede manier ontvlucht kan worden in geval van nood. Als vervolg daarop kan in de straat ook een plek worden aangewezen waar bewoners zich verzamelen als er ergens brand uitbreekt. “Zo’n vluchtplan is onderdeel van de boodschap. Als je dat met elkaar afspreekt, hoeft de gearriveerde brandweer alleen nog maar te tellen of iedereen er is. Dat kan leiden tot minder slachtoffers”, stelt Schuurmans. “Een brand waarbij slachtoffers vallen, heeft altijd grote impact”, weet hij. “De mindset moet om. Het gaat nu om acteren vooraf en niet om reageren achteraf.” Wat de twee met het project ook proberen te bereiken is dat bewoners weten hoe zij het snelst de woning kunnen verlaten als er brand uitbreekt. “Maak er maar een spelletje van met de kinderen”, vindt De Graaf. “Ga op de rand van je bed zitten en probeer vervolgens met je ogen dicht zo snel mogelijk richting de deur te lopen. Dan weet je wat je moet doen als je huis vol staat met rook.”

Gedragsbeïnvloeding Bij Veiligheid Voorop wordt veel gebruik gemaakt van de kennis die in Engeland is opgedaan. De bakermat van het project ligt in Liverpool waar de Merceyside Fire and Rescue Service het project ‘Community Safety’ startte om het hoge aantal doden bij branden tegen te gaan. “Die aantallen kennen wij gelukkig niet. Maar ook een zwaar- of lichtgewonde kan de maatschappij danig ontwrichten”, stelt De Graaf. Schade en letsel kosten immers ook geld, miljoenen euro’s per jaar.

30

04 • 11 #10 VRR netwerk

Uiteindelijk draait alles om gedragsbeïnvloeding, geven de twee aan. Niet alleen bij de brandweer, maar zeker ook bij de burgers. Juist daarom is er contact met professor Bert Pol, hoogleraar gedragswetenschappen aan de Universiteit van Nijmegen. Uit veld- en laboratoriumonderzoek moet duidelijk worden hoe de boodschap het beste aan welke doelgroep kan worden overgebracht. Veiligheid Voorop beperkt zich overigens niet alleen tot


column

de mensen thuis. Er wordt op veel meer borden meegespeeld. Zo zijn er voorlichtingsavonden voor VvE’s (Vereniging van Eigenaren) en sportverenigingen en is er een intensief programma voor de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Een positieve bijkomstigheid van de fysieke aanwezigheid van de brandweer bij de mensen thuis is bovendien dat signalen als vervuiling of sociaal isolement ook worden opgepakt. Met de GGD en de Roteb in Rotterdam is daarom overeengekomen dat de brandweer bij dit soort zaken intervenieert.

Partners Hoewel dit programma veel werk en dus veel tijd en geld kost, heeft de VRR er toch voor gekozen te blijven investeren in deze vernieuwing van de brandweerzorg. Om nog meer middelen beschikbaar te hebben, is gezocht naar steun bij partners buiten de eigen organisatie. Een actie die redelijk succesvol is. Woningbouwcorporatie 3B-wonen draagt graag bij aan de kosten van de rookmelders. Verzekeraar Interpolis is eveneens partij. Na Bleiswijk, Bergschenhoek en Zwartewaal staat de wijk Portland in de gemeente Albrandswaard op de planning voor de huisbezoeken. Ook een gedeelte van Delfshaven wordt dit jaar nog aangedaan. Voor 2011 is het plan zesduizend woningen te bezoeken. Vanaf 1 januari 2012 gaat deelfase 2 van start. Hier gaat het om 50.000 woningbezoeken tot 2020. Dan zijn vooral de oudere wijken van de stad aan de beurt. Deze hebben veel woningen met houten vloeren, verouderde elektra en plafonds waarin nog riet is verwerkt. Wat Schuurmans en De Graaf betreft wordt Veiligheid Voorop zelfs een onderdeel van de inburgeringcursus. Studenten zijn eveneens een doelgroep waar de brandweer zich op blijft richten. Aan het enthousiasme van de twee zal het niet liggen. “Wij zijn honderd procent afhankelijk van de inzet van de brandweermensen.” Ze hopen dat hun collega’s ook zelf het initiatief nemen door dit onderwerp uit te dragen op bijvoorbeeld een open dag op de brandweerkazerne. De Graaf: “Jarenlang is de brandweer een vrij gesloten organisatie geweest waarvan je alleen die rode wagen zag als er brand was. Nu komen we al op visite. Maar er valt nog een hoop werk te doen.” •

lente Wat is het toch een heerlijk gevoel als de lente weer doorbreekt. Na een lange, donkere en koude periode kruipen de bollen weer uit de grond en voelen we weer de eerste tintelingen van de zonnestralen op ons gezicht. Rokjesdag is alweer achter de rug en niets staat een zonovergoten zomer nog in de weg. Laat maar komen die handel! Toen ik voor het eerst weer buiten zat met mijn laptop op schoot en beelden naar voren toverde van alle rampen van afgelopen winter, kreeg ik toch een beetje naar gevoel. Niet in de laatste plaats door de hoeveelheid rampen en omvangrijke incidenten, maar vooral ook door de impact van al die narigheid op de samenleving. Bijna 300.000 doden zijn er in 2010 gevallen, alleen al door natuurgeweld! Een bizar record ten opzichte van alle voorgaande jaren. Japan kreeg onlangs te maken met een aardbeving, een tsunami en een nucleaire ramp ineen, met alle gevolgen van dien. In ons landje hadden we in januari van dit jaar Moerdijk. Geen doden daar, gelukkig niet, maar volgens Wikipedia wel 170 gewonden, waaronder 20 hulpverleners en aanzienlijke schade. En als ik dan kijk hoe er in Nederland is gecommuniceerd over dat incident, dan hoop ik niet dat we ooit in een scenario terechtkomen zoals zich op dit moment afspeelt in Japan. Met verbazing heb ik gekeken naar de zelfredzaamheid van de mensen daar. De discipline en de weerbaarheid die die mensen hebben is ongekend. En dat is niet alleen cultuurbepaald. Dat heeft ook te maken met voorbereidingsgedrag en het bewustzijn op het leven in een risicovolle omgeving. En als ik dan ook nog zie hoe de overheid daar keer op keer door het stof moet om fouten recht te zetten, om verantwoording af te leggen over hun handelen en excuses te maken voor in het verleden gemaakte fouten, dan kunnen we daar nog veel van leren. En Nederland dan? Daar blijven ministers netjes in een busje zitten als ze naar het rampgebied gaan. In Nederland vertellen we gewoon dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is, terwijl niemand dat eigenlijk echt met zekerheid weet. In Nederland bekijken we een ramp rationeel en laten we ons liever niet meeslepen door de gevoelens die buiten leven. Stel je voor dat er paniek uitbreekt onder het volk! Ik hoop niet dat het een te hete zomer wordt…. Frank Vergeer Communicatieadviesbureau Inconnect

04 • 11 #10 VRR netwerk

31


In alle rust is de nieuwe ambulancepost aan de Coloradoweg bij de Gezamenlijke Brandweer in Rotterdam op 1 februari van start gegaan. Eind maart was er tijd voor een feestje bij de officiële opening door de Rotterdamse wethouder Jeannette Baljeu. De opening van een eigen ambulancepost voor de Maasvlakte betekent absoluut een mijlpaal.

32

04 • 11 #10 VRR netwerk


reportage

mijlpaal voor maasvlakte

• Bernd van der Hulst

Eigen ambulancepost aan de Coloradoweg • tekst Joke Waltmans • beeld Maarten van der Voorde

Na vele jaren van zoeken naar oplossingen voor de knelpunten rondom ambulancezorg in dit gebied, beschikt de VRR met de opening van de nieuwe ambulancepost over een post die 24 uur per dag zeven dagen per week bezet is. Daardoor kan de branchenorm, die er vanuit gaat dat een ambulance binnen vijftien minuten ter plaatse moet zijn, zeker worden gehaald. Voor de komst van de eigen post lukte dat vaak niet. Tot de opening van de nieuwe post lag de dichtstbijzijnde voor de Maasvlakte in Brielle. En als die vanwege een uitruk niet bezet was, moesten de ambulances van nog verder komen. Op de vraag of het in geval van nood altijd goed is gegaan, moet projectleider Bernd van der Hulst het antwoord schuldig blijven. “Maar ik weet wel dat we de branchenorm niet altijd hebben gehaald. De Maasvlakte is natuurlijk een uithoek met zware industrie, grote terreinen en lange afstanden. Er gebeurt vrij weinig, maar als er een incident is, kan dat wel ernstig zijn”, schetst hij de situatie. De aanleg van de Tweede Maasvlakte maakte de noodzaak van een eigen ambulancepost voor dit gebied alleen maar groter. “Dat was überhaupt niet aan te rijden binnen de beschikbare tijd”, verzekert Van der Hulst.

Maasvlakte-dienst Op basis van de cijfers van het RIVM, dat de spreiding en bereikbaarheid van ambulanceposten berekent, werd de Maasvlakte niet als probleemgebied gezien. Het gebied heeft immers geen

inwoners. Het aantal inzetten op de Maasvlakte is ook relatief laag, 120 tot 130 per jaar. Zeker als deze cijfers worden afgezet tegen het jaarlijks aantal ritten voor de hele regio: 90.000. “Op basis van deze regionale cijfers zie je geen knelpunt, juist daarom is dit een mijlpaal voor de Maasvlakte. En vanwege het publiek-private karakter uniek voor Nederland, dit vind je nergens.” De nieuwe ambulancepost wordt bekostigd door de VRR, het Havenbedrijf en de Coöperatie Ambulancezorg Maasvlakte U.A. (CAMAU) waarin het bedrijfsleven is vertegenwoordigd. Op de post aan de Coloradoweg staan twee ambulances, een paraat voertuig en een reserve-ambulance. De bezetting van de post wordt geregeld vanuit de dienstenroosters van VRR en BIOS-groep. “Onze mensen draaien nu ook Maasvlaktedienst. Zij moeten het gebied natuurlijk leren kennen en weten wat voor bedrijven er allemaal gevestigd zijn”, legt Van der Hulst uit. In de toekomst zal er mogelijk een vaste ploeg voor de Maasvlakte worden aangesteld.

Op tijd Over de eerste maanden van de nieuwe ambulancepost zijn alle partijen ‘heel erg tevreden’ weet de projectleider. “Er zijn 26 uitrukken geweest in februari en maart en die waren allemaal op tijd. De komende periode moeten we gebruiken om te bekijken hoe we de afstemming tussen de ambulancezorg, de bedrijven en de Gezamenlijke Brandweer verder kunnen invullen.” •

04 • 11 #10 VRR netwerk

33


column

Ambtsketen

preventie en preventief oefenen E

ind maart hielden wij in Brielle onze jaarlijkse bestuurlijke crisisoefening. Bestuurlijke beslissingen tijdens een crisis, afwegingen op het communicatievlak en de rol als burgervader of -moeder zijn in mijn beleving de drie prioriteiten die een burgemeester tijdens een crisis voor ogen moet houden. Dit keer oefenden we volgens het nieuwe stramien waarbij de operationele diensten in de gemeentelijke veiligheidsstaf vertegenwoordigd zijn in de ROT-Liaison. Ook de manier waarop het informatiemanagement plaatsvond was voor ons nieuw. Een grote brand op een industrieterrein stond centraal. Gewonden, een vermiste, gevaarlijke stoffen, een scenario dat je in de praktijk niet mee hoopt te maken. Maar ‘Moerdijk’ leerde ons dat dit wel degelijk realiteit kan zijn. Om te zien hoe de verschillende ‘actoren’ zich houden en waar verbeterpunten liggen, is oefenen dan ook pure noodzaak. De nieuwe werkwijze bracht in de opstartfase wat onduidelijkheid met zich mee. Onderhouden we direct contact met de leider ROT of alleen met de Liaison? Hoe voorkomen we dat informatie teveel ‘gezeefd’ wordt en welke afspraken maken we over de contactmomenten? De communicatie naar inwoners kwam snel op gang. Als burgemeester laten weten dat je nog niet veel weet, maar dat er hard gewerkt wordt, is nog altijd beter dan ‘radiostilte’.

34

04 • 11 #10 VRR netwerk

Wij kwamen er tijdens onze oefening achter dat het informatiemanagement nog wat aandacht nodig heeft. Zo ervoer de gemeentelijke veiligheidsstaf een spanningsveld tussen het centraal bekijken van de informatie en de wens om zelf te kunnen ‘bladeren’. Uiteraard zijn deze bestuurlijke oefeningen belangrijk, maar er is meer te doen op het gebied van veiligheid. Zo is ook in maart in onze gemeente de eerste brandveiligheidcheck in een woning gedaan. Samen met Bleiswijk, Bergschenhoek en Rhoon komt onze kern Zwartewaal als eerste aan bod bij deze aanpak om inwoners bewust te maken van brandveiligheid. Elke woning krijgt bezoek van onze brandweer die de woning controleert, de inwoners adviseert en gratis brandmelders plaatst. Als ‘ervaringsdeskundige’ weet ik als geen ander hoe belangrijk het is om je woning en jezelf goed te beschermen. Samen met de districtscommandant Henk Berkhout gaf ik in Zwartewaal de aftrap voor deze aanzienlijke ‘operatie’ waar onze vrijwilligers zich de komende tijd hard voor maken. Dat tijdens deze aftrap ook een grote groep leerlingen van de basisschool uit Zwartewaal aanwezig was, maakte het geheel extra levendig. Uiteraard geldt ook in dit geval ‘jong geleerd is oud gedaan’. Ik hoop dan ook van harte dat deze kinderen hun ouders extra zullen stimuleren om de woning veiliger te maken.

Betty van Viegen Burgemeester van Brielle


(Advertorial)

RIJNMOND Veilig informeert u zoals u dat wilt

U meldt zich toch ook aan? Vanaf eind juni kunt u zelf aangeven op welke manier u op de hoogte gehouden wilt worden van alle incidenten in de regio Rotterdam-Rijnmond. Dan gaat namelijk de pilot RIJNMOND Veilig van start. RIJNMOND Veilig is het geavanceerde, publieksgerichte opsporings- en crisiscommunicatiesysteem van de politie Rotterdam-Rijnmond (PRR) en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Binnen tien minuten kunnen

Wat kan ik zelf doen?

Alles over het incident

Hoe wil ik ge誰nformeerd worden en waarover?

Aanmelden kan vanaf eind juni

regiobewoners tijdens incidenten worden ge誰nformeerd via bijvoorbeeld radio, tv, pc-schermen, beelkranten, websites, e-mail, sms, Twitter, instant messaging en snelwegborden. Alle berichten van RIJNMOND Veilig zullen straks worden verstuurd vanuit de nieuwe website www.rijnmondveilig.nl. Op deze site kunt u zich straks ook aanmelden. Hierbij geven wij alvast een voorproefje hoe deze website eruit gaat zien en welke informatie u hierop kunt vinden.


Ingrid Bruijgom is adviseur juridische zaken van de VRR. Wie bij haar komt voor een antwoord, gaat vaak weg met een hoop vragen. Maar wel vragen die gesteld moeten worden. “Als jurist bij de VRR heb ik voornamelijk een toetsende rol. Ik ben vaak een van de mensen die nog even met de lastige vragen op de proppen komt. Is er bij de plannen voor de bouw van een kazerne rekening gehouden met een bezwaarprocedure? Heeft men bij een disciplinaire maatregel wel voldoende dossier opgebouwd? Kritische vragen die gesteld moeten worden, al zit niet iedereen er altijd op te wachten.” “Mensen hebben vaak een verkeerd beeld bij het vak van jurist. Of dat nou het beeld van de stoffige boekenwurm is of van de flitsende advocaat die ze van televisie kennen, vrijwel altijd denkt men dat wij het antwoord hebben op alle moeilijke vragen. ‘We gaan nu naar de jurist en dan is daarna alles opgelost’, denken ze dan. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Wij kunnen niet de feiten veranderen, we kunnen alleen een advies geven over hoe verder te handelen. Ik heb daarbij met heel veel verschillende mensen en hun belangen te maken. Dat maakt het erg leuk werk!” Ingrid wil deze rubriek aangrijpen om collega’s een advies mee te geven: “Betrek mij en mijn collega Nick Rottier in een eerder stadium bij het maken van plannen of het opstellen van documenten. Kom bij ons lang wanneer er nog gemakkelijk aanpassingen te doen zijn en niet op het moment wanneer de besluitvorming al voor de deur staat. Dan hoef je niet opnieuw aan de voorkant te beginnen en dat scheelt een heleboel frustratie.” • tekst Richard van Santen • beeld Maarten van der Voorde

uitvoering

Vanuit hun kantoren in het World Port Center kijken de VRR-medewerkers uit op de regio Rotterdam-Rijnmond. Ondanks die positie hoog boven de grond, staat ondersteuning van de mensen op de werkvloer centraal.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.