4 minute read

Pachtnormen – Ook voor grond geldt steeds duurzamer

ACTUEEL | Pachtnormen ook voor grond geldt: steeds duurzamer!

Er is in de landbouw steeds meer aandacht voor kringlopen en zeker ook voor duurzaam bodembeheer. Eigenaren en gebruikers van grond denken erover na en willen er vorm aan geven. In een aantal situaties is duurzaam bodembeheer al volop aan de orde. Hoe werkt dit door in pacht- en erfpachtverhoudingen?

Advertisement

et kan zijn dat pachters of erfpachters andere vormen van grondgebruik zouden willen. Een pachter kan bijvoorbeeld willen kiezen voor kruidenrijk grasland, weidevogelbeheer, akkerranden en dergelijke. In pachtsituaties zal een pachter een wijziging van het grondgebruik niet zomaar op eigen houtje kunnen doorvoeren. In veel gevallen zal de verpachter daarvoor toestemming moeten geven omdat ‘bestemming, inrichting en gedaante’ van het pachtobject zonder die toestemming niet mogen worden veranderd. Bepalend is welk gebruik in de pachtovereenkomst is overeengekomen. H

Het verkrijgen van toestemming zal in het algemeen echter niet op grote problemen stuiten. Het zijn immers ook vaak grondeigenaren (verpachters) die een duurzamer grondgebruik wensen. Bij lopende pachtovereenkomsten zal overeenstemming met de pachter moeten worden verkregen, om de pachtovereenkomst aan te passen. Dat zal soms gebeuren, maar meestal speelt duurzaamheid een rol bij de gronduitgifte via nieuwe pachtovereenkomsten, in veel gevallen in geliberaliseerde vorm. WAT IS ‘DUURZAAM’? Over wat als ‘duurzaam’ kan worden betiteld, valt uiteraard te discussiëren. De volgende thema’s komen daarbij onder meer naar voren:

• Kringlooplandbouw: gericht op het sluiten van kringlopen; ook tussen landbouwsectoren onderling (akkerbouw – veeteelt) • Natuur inclusieve landbouw (biodiversiteit, natuur en landschap) • Klimaatopgave landbouw (beperking emissie broeikasgassen, tegengaan van bodemdaling in veengebieden, vasthouden van organische stof in de bodem) • Waterkwaliteit op orde – bestrijdingsmiddelen en bemesting zijn hierin cruciale factoren • Dierenwelzijn (intensieve veehouderij, pluimveehouderij, weidegang melkveehouderij) • Grondgebonden landbouwsysteem (meer regionale eiwitproductie) • Duurzaam bodembeheer

KORT EN LANG Ik zou denken dat pachtovereenkomsten voor de korte termijn (1 of 2 jaar) per definitie nauwelijks duurzaam zijn te noemen. Een pachter zal misschien weinig aandacht besteden aan bodemverbetering, biodiversiteit en dergelijke, als hij niet weet of hij na die korte periode de grond opnieuw in gebruik krijgt. Voor geliberaliseerde pachtovereenkomsten wordt als maximale termijn meestal zes jaar aangehouden; is de pachttermijn langer – dat kan wel – dan krijgt men immers ook te maken met het prijsreguleringssysteem, net als bij reguliere pacht. En de meeste verpachters willen dat niet. Ook zes jaar is natuurlijk nog niet zo erg lang. Het moet gezegd worden dat de huidige pachtregelgeving kortdurende verpachtingen in de hand werkt. Niet voor niets heeft de regering aangekondigd dat dat in de nieuwe pachtwet anders moet.

NOORD-BRABANT Toch is er al de nodige ervaring: vooral gemeenten, waterschappen en provincies willen meer duurzaamheid in hun verpachtingen, maar ook landgoedeigenaren zijn er volop mee bezig. Als voorbeeld de provincie NoordBrabant. Het Groen Ontwikkelfonds Brabant heeft sinds 1 januari 2016 de pachtuitgifte overgenomen van een groot deel van de grondportefeuille van de provincie. Daarbij gaat het om gronden binnen het Natuurnetwerk Brabant, maar ook om gronden daarbuiten. De beschikbare percelen worden via een openbare inschrijving verpacht. Deze wijze van verpachten zorgt ervoor dat voor iedereen duidelijk is welke gronden worden verpacht en onder welke voorwaarden. De inschrijvingen van potentiële pachters worden niet uitsluitend beoordeeld op de geboden prijs, maar vooral ook op de inspanningen die agrarische ondernemers leveren voor een duurzaam gebruik van de grond. Het gaat in de provincie Noord-Brabant om 1.200 à 1.300 pachtcontracten per jaar. Een selectie vindt plaats op bedrijfsniveau op basis van prijs en certificering, uitmondend in een duurzaamheidsscore.

SELECTIE De selectie van grondgebruikers (pachters) kan op verschillende manieren plaatsvinden: • Keuze, op basis van openbare inschrijving, voor de hoogste bieder. Dat is bijvoorbeeld de procedure die het Rijksvastgoedbedrijf hanteert, maar ook andere eigenaren doen dat wel. • Wegingscriteria, zoals duurzaamheidspunten via certificaten, eerdere gunningen of afstand tot het perceel. • Een tevoren vastgestelde prijs, openbare inschrijving en vervolgens loten (al dan niet na toepassing van een weging). Welke prijs dat is, vormt ook een keuze,

bijvoorbeeld volgens de pachtnormen, volgens een percentage van de vrije verkeerswaarde of simpelweg een vast bedrag per ha. • Een keuze op basis van een mengvorm, zoals in Noord-Brabant: prijs en duurzaamheidscriteria in een van tevoren vastgestelde rekenverhouding. Ook hier weer een openbare inschrijving.

Vervolgens kunnen verschillende bedingen in de pachtovereenkomst worden opgenomen. Men kan dat ook achterwege laten en de pachter die het niet goed doet een volgende keer niet meer in aanmerking laten komen voor pacht. Tenslotte zal er ook gemonitord moeten worden wat er terecht komt van de duurzaamheidsafspraken en eventueel handhavend moeten worden opgetreden, bijvoorbeeld via een vordering uit wanprestatie en ontbinding van de overeenkomst.

PACHTPRIJS Uiteraard speelt ook de overeen te komen pachtprijs een rol. Als men, zoals het Rijksvastgoedbedrijf voor prijsmaximalisatie gaat, kan men geen hoge eisen stellen aan duurzaam grondgebruik. Anders gezegd, als een verpachter meer eisen stelt, zal de pachtprijs naar beneden moeten worden bijgesteld. Als bijvoorbeeld het gebruik van bestrijdingsmiddelen en bemesting worden beperkt, zal het land minder opbrengen. Het is bij dat soort bepalingen ook nog wel van belang de grond wel te laten meetellen voor de Meststoffenwet en voor de betalingsrechten.

Al met al is er voor adviseurs van pachters en verpachters genoeg stof om nieuwe richtingen te bedenken. ■

Prof. mr. D.W. (Willem) Bruil, Bijzonder hoogleraar Agrarisch Recht

Tekst: Prof. mr. D.W. (Willem) Bruil, Bijzonder hoogleraar Agrarisch Recht Beeld: Harry Mos