Spui44

Page 23

23

PENSIOEN ‘ STUDENTEN HOUDEN MIJN LIEFDE VOOR HET VAK LEVEND’

MARTIN STOKHOF – 1950 M.J.B.Stokhof@uva.nl • 1974 doctoraal Wijsbe­ geerte cum laude UvA • 1984 promotie Wijsbe­ geerte cum laude UvA • 1986-1992 universitair docent Logica en semantiek UvA • 1988-1998 universitair hoofddocent Taalfilosofie UvA • 1996-1998 hoogleraar Taalfilosofie Radboud Universiteit Nijmegen • 1998-heden hoogleraar Taalfilosofie UvA • 2006-heden lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten­ schappen

Hij was een pionier op zijn vakgebied, het grensgebied tussen logica, taalkunde en filosofie. Op 12 mei hield hoogleraar Taalfilosofie Martin Stokhof zijn afscheidsrede, maar hij is te verknocht aan zijn vak om helemaal te stoppen met publiceren en onderwijs geven. ‘Zolang studenten nog graag naar mijn colleges gaan, blijf ik ze geven.’ Als geboren en getogen Amsterdammer was Stokhof de eerste in het gezin van vijf kinderen die ging studeren. ‘Dat werd sterk aangemoedigd door mijn ouders, die zelf vanwege de oorlog geen goede opleiding hadden genoten. We lazen veel bij ons thuis en mijn ouders namen ons regelmatig mee naar musea.’ Stokhof koos voor Nederlands en Filosofie aan de UvA. ‘Filosofie omdat ik dat leuk vond, ik las op school Camus en Sartre. En Nederlands omdat ik veel met taal bezig was en dacht dat ik dan in ieder geval leraar kon worden.’ Nederlands liet hij vallen, toen hij besefte dat het leraarschap hem niet trok. De echte fascinatie van Stokhof lag bij de combinatie van taal en filosofie. ‘Een beginnend vakgebied in mijn tijd, er was nog geen hoogleraar, daarom volgde ik een aantal onderdelen bij hoogleraar Algemene taalwetenschap Simon Dik.’ Als pioniers konden Stokhof en zijn studiegenoten zelf invulling aan het nieuwe vakgebied geven. ‘We exploreerden het grensgebied tussen logica, taalkunde en filosofie. Taal en denken hangen sterk samen. Door naar taal te kijken, kom je iets over de menselijke geest te weten. Met mijn goede vriend en vakgenoot Jeroen Groenendijk gebruikte ik methoden uit de logica, wiskunde en theoretische informatica om modellen te bouwen waarmee we taalpatronen nabootsten.’ Samen met Groenendijk en drie andere auteurs schreef Stokhof het standaardwerk Logic, Language and Meaning. Hij schreef ook de bekende inleiding in de taalfilosofie, Taal en Betekenis. Semantiek Gevraagd naar zijn wapenfeiten blijkt Martin Stokhof een opmerkelijk bescheiden man. Het blijft lang stil, dan zegt hij aarzelend: ‘Jeroen Groenendijk en ik hebben samen een proefschrift geschreven over de semantiek van vragen. Er was toen nog geen goede fundamentele theorie over de betekenis van vragen in logische zin. Ons proefschrift wordt nog altijd geciteerd, dat is leuk.’ Een ander, zeer invloedrijk theoretisch model dat Stokhof en Groenendijk samen ontwikkelden, is een model voor dynamische seman-

tekst • Elke Veldkamp beeld • Eduard Lampe

tiek. ‘Dat gebruikt aspecten uit dynamische logica om de betekenis van de natuurlijke taal te beschrijven. Niet de inhoud van een bewering, maar het effect dat beweringen hebben op deelnemers in een conversatie. Dat noemen we een “informatietoestand”. Ik zeg bijvoorbeeld iets tegen u, waardoor u iets weet wat u eerst nog niet wist en daarop zegt u iets terug, en zo verandert steeds de informatietoestand bij ons beiden.’ Stokhof is medeoprichter van het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC) van de UvA, een samenwerkingsverband tussen academici uit de exacte wetenschappen, taalkunde, filosofie en sociale wetenschappen. ‘Het ILLC is uniek in de wereld, omdat je er logica in de volle breedte kunt bestuderen, in relatie tot filosofie, wiskunde, taalkunde of informatica. Het bestaat 25 jaar en is inmiddels toonaangevend. We bieden een tweejarige master Logica aan, die studenten vanuit de hele wereld trekt. De master heeft als een van de twee opleidingen in Nederland het predicaat excellent.’ Stokhof geeft zijn colleges taalfilosofie ook voor deze masterstudenten. ‘Contact met de studenten vind ik echt een van de leukste dingen die er zijn. Ze blijven me verrassen en enthousiasmeren met hun nieuwsgierigheid. Dat houdt mijn liefde voor het vak levend. Ik heb altijd bewust minimaal dertig procent besteed aan colleges geven, scriptiebegeleiding en promotiebegeleiding.’ Hij vindt dat de huidige generatie studenten harder en gerichter werkt dan in zijn eigen studententijd. ‘Studenten die nu een promotietraject ingaan, zijn ook al op een veel hoger niveau dan ik toen was. Ik vraag me af of ik in deze tijd nog kans had gemaakt op een aio-plek.’ Het onderwijsklimaat dwingt studenten tegenwoordig om zakelijker te zijn, constateert hij. ‘Al zijn filosofiestudenten dan weer buitenbeentjes. Tijdens economische crises stijgen onze inschrijfcijfers altijd. Wij krijgen gelukkig enorm gemotiveerde studenten die voor dit vakgebied kiezen omdat ze het interessant vinden.’ Subsidies Ook het academische klimaat heeft Stokhof zien veranderen. ‘Toen ik begon, in de jaren zeventig, was het nog niet zo gangbaar om veel te publiceren. Er werd ook nauwelijks over de grens gekeken, naar wat buitenlandse collega’s deden. Tegenwoordig word je afgerekend op wat je doet en is er veel meer internationale samenwerking. Dat is absoluut een verbetering.’ Een nadeel noemt hij de grote concurrentie om subsidies binnen te halen. ‘De universiteiten laten hun personeelsbeleid daardoor te veel leiden. Ze moeten ervoor waken dat andere functies niet ondergesneeuwd raken. Een goede onderzoeker is niet per se een goede docent, en vice versa.’ Stokhof is lid van de European Research Council (ERC), een Europees orgaan dat onderzoekssubsidies verstrekt. ‘De ERC is uniek, wij verdelen het geld puur op basis van de kwaliteit van een aanvraag. Er zijn geen voorkeurssectoren en er wordt ook niet gevraagd naar de economische toepasbaarheid van een onderzoek. Onze missie is puur: de wetenschap verder helpen.’ Stokhof blijft in ieder geval tot eind 2017 verbonden aan de ERC. Hij heeft daarnaast nog een lange to do-lijst liggen met artikelen die hij wil publiceren. ‘Onder meer een artikel over de filosoof Wittgenstein, een van mijn interesses.’ Verder zal hij les blijven geven aan de UvA, ook binnen het ILLC. ‘Zolang studenten nog graag naar mijn colleges gaan, blijf ik ze geven. Al ben ik na mijn pensioen een soort stateloos geworden.’ •


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Spui44 by UvA Alumni - Issuu