13 Eind 2015 krijgt Carolyn Wever, directeur van het Amsterdams Universiteitsfonds, een telefoontje van oud-notaris Ruud van Helden. Of hij even langs kan komen. Op Wevers zolderkamer in het Maagdenhuis legt Van Helden uit dat UvA-alumna Trudie VervoortJaarsma, die kort daarvoor is overleden, een bedrag van omstreeks vier miljoen euro bij testament heeft nagelaten aan het Amsterdams Universiteitsfonds. Wever is uiteraard blij verrast, vooral vanwege de ongekende omvang van de nalatenschap. ‘Dit is het hoogste bedrag dat ooit door een particulier is nagelaten aan een Nederlands universiteitsfonds.’ Toch past de nalatenschap in een traditie. Geven ten behoeve van de universiteit is zo oud als de universiteit zelf en ook grote bedragen zijn niet uniek (zie kader volgende pagina). De erflater past bovendien naadloos in het profiel van de exemplarische schenker: mevrouw Vervoort-Jaarsma studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en was lid van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging. Zij gedenkt met haar schenking overleden familieleden, die op hun beurt ook affiniteit hadden met de wetenschap. ‘Een nalatenschap ontvangt het fonds niet elk jaar, maar is op zichzelf niet uitzonderlijk’, zegt Wever. Grofweg een derde van het vermogen dat het Amsterdams Universiteitsfonds beheert, vindt zijn oorsprong in een nalatenschap. Meestal is er vooraf contact met de schenker, vaak jarenlang. Zo zijn er donateurs die een Fonds op Naam instellen bij het Amsterdams Universiteitsfonds en aangeven dit fonds ook te hebben opgenomen in hun testament. Anderen geven bij leven nog niet daadwerkelijk aan het universiteitsfonds, maar maken wel kenbaar dat zij hun nalatenschap bestemmen voor universitaire doeleinden. ‘Dan kun je dus samen bespreken wat mensen beweegt, wat zij belangrijk vinden en welke doelen zij gerealiseerd willen zien worden. Dat heeft mevrouw Jaarsma gedaan met haar notaris, en gelukkig hebben we contact met haar nicht, die ons over haar tante en haar bijzondere familie geschiedenis kan vertellen.’ Toch had Wever VervoortJaarsma graag ook persoonlijk ontmoet. ‘Al was het maar om haar te bedanken voor al het moois dat haar nalatenschap mogelijk maakt.’
NEDERLANDS-INDIË Trudie (Gertrude) Vervoort-Jaarsma (1929-2015) is de langstlevende van de drie dochters van het spraakmakende juristenechtpaar Jaarsma-Adolfs. Over het paar doen zeker zoveel verhalen de ronde als er feiten bekend zijn. Sytze Jaarsma, telg uit een geslacht van herenboeren uit het Friese Wartena, studeert rechten en promoveert later op een onderzoek naar het grondrecht van de Europeanen in Nederlands-Indië. In de familie gaat het verhaal dat hij naar de toenmalige kolonie vertrekt nadat hij in Nederland gokschulden maakt en verwikkeld raakt in een dispuut met zijn vader over de erfenis. Julia Adolfs komt voort uit een Nederlands-Indische familie van gemengd bloed. Haar vader is een Nederlandse migrant die trouwt met een Indische dame uit een voorname familie met een stoeterij op Java. Een van haar broers is de schilder Gerard Adolfs. Studeren is in die dagen voor een vrouw eigenlijk niet weggelegd, maar ambitieus als zij is, slaagt zij erin contact te leggen
met familie in het verre Nederland en daar onderdak te krijgen als studente. In Leiden sluit zij zich aan bij het studentencorps en voltooit zij haar rechtenstudie. Terug in haar geboorteland wordt zij ‘de eerste vrouwelijke advocaat in Nederlandsch-Indië’, aldus De Indische Courant van 28 maart 1927. Julia Adolfs treedt toe tot het advocatenkantoor van Sytze Jaarsma in Soerabaja, met wie zij trouwt en drie dochters krijgt. Vader Sytze is een studeerkamergeleerde, moeder Julia degene die naar buiten treedt, lezingen geeft en naam maakt als advocaat. Een voormalig rechter schrijft in 1972 dat zij niet alleen de eerste vrouwelijke jurist in Nederlands-Indië is, maar ook de beste: ‘Zij was beslist een strafpleiter van formaat en de beste, die ik tijdens mijn lange carrière van bijna een halve eeuw heb ontmoet.’ De publiciteit rond Julia is niet louter positief. In sommige bronnen wordt zij aangeduid als ‘advocaat van kwaaie zaken’, vertelt haar kleindochter Janine Prins. Volgens niet geverifieerde verhalen – ‘broodje aap’, aldus Prins – zou zij een vermogen hebben verdiend door zich als advocaat vooral in te spannen voor Chinese cliënten die in de havenstad Soerabaja actief waren in
JULIA WAS NIET ALLEEN DE EERSTE VROUWELIJKE JURIST IN NEDERLANDS-INDIË, MAAR OOK DE BESTE de smokkelhandel. Voor elke gesmokkelde partij zou zij een percentage van de winst hebben ontvangen. Dat haar huis in Nederland later vol staat met Chinese vazen en andere snuisterijen, kan wijzen op de vermeende Chinese connectie, tegelijkertijd zijn er aanwijzingen dat zij als jurist veelvuldig werkt voor olieconcern Shell. Hoe het ook zij, Julia Adolfs verdient goed geld, dat zij vervolgens investeert in de aankoop van huizen die zij verhuurt. In haar hoogtijdagen zou zij honderdtien huizen in bezit hebben, waarvan de huuropbrengsten worden belegd. Maar na de onafhankelijkheid van Indonesië raakt zij haar onroerend goed kwijt, doordat de huizen worden genationaliseerd. Nog jarenlang voert zij processen om haar voormalige eigendommen op te eisen, zonder noemenswaardig resultaat. In archieven zijn processtukken terug te vinden die alle het stempel dragen ‘schadeclaim afgedaan’. Pas in 1961, als vele (Indische) Nederlanders de voormalige kolonie al lang hebben verlaten, vertrekt ook Julia Adolfs naar Nederland, haar dochters achterna.
BERSIAP De drie meisjes Jaarsma, onder wie Trudie, zijn al eerder naar Nederland gestuurd om Indisch recht te studeren. Nadat zij tijdens hun jeugd drieënhalf jaar geïnterneerd zijn geweest in verschillende Japanse kampen en zij de Bersiap in alle hevigheid meemaken – hun
Julia Adolfs & Syt ze Jaa Den Ha ag 1925
rsma,
ouderlijk huis in Soerabaja bevindt zich tijdens de onafhankelijkheidsoorlog precies in de vuurlinie – is het voor hen geenszins eenvoudig om een bestaan op te bouwen in het kille Nederland, dat zij alleen uit de schoolboekjes kennen. Niet alleen de overgang van Azië naar Europa is ingrijpend, ook het feit dat zij zich zonder ouders in de buurt moeten zien te redden – al zijn de instructies van het juristenpaar duidelijk. Studeren mag, maar uitsluitend Rechten, of eventueel Geneeskunde of een ingenieursopleiding. Dat Trudie eigenlijk Psychologie wil studeren, valt dus niet in goede aarde. Trudie Jaarsma begint braaf aan haar studie Indisch recht in Leiden en behaalt haar kandidaats. Pas daarna durft zij Psychologie te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Zij trouwt met een vakgenoot, de reclamepsycholoog Elie Vervoort, en krijgt een dochter, Madeleine Julie. Trudie werkt als kinderpsycholoog, maar pubers behandelen, dat kan zij niet. Volgens Janine Prins heeft dat ermee te maken dat Trudie zelf in die leeftijdsfase in het kamp zat. Prins vermoedt dat zij heeft geleden aan wat wij tegenwoordig kennen als posttraumatische stressstoornis (PTSS). Madeleine Vervoort, die net als haar moeder Psychologie studeert aan de UvA, heeft na haar studie een tijd lang een succesvolle carrière bij computerproducent IBM. Zij trouwt, blijft kinderloos, beëindigt haar huwelijk en wordt ziek. Madeleine overlijdt in 2010, 48 jaar oud. ‘Oorlogstrauma’s hebben vaak hun uitwerking op de volgende generatie’, zegt Prins. ‘Ik ben ervan overtuigd dat Madeleines leven is getekend door het tweedegeneratiesyndroom.’ Madeleine, die afstudeerde met psychonomie als specialisatierichting, was van de school ‘meten is weten’. Dat er nu steeds meer inzicht komt in wat zich feitelijk afspeelt in de hersenen, ook van mensen die kampen met een stoornis of trauma, had haar aangesproken, denkt Prins. ‘Inzicht in de harde kant van de zachte problematiek, dat had zij prachtig gevonden.’
SCHOENEN De nalatenschap van Trudie Vervoort-Jaarsma is niet los te zien van haar familiegeschiedenis. Zij koos ervoor niet haar eigen naam daaraan te verbinden, maar haar dochter en moeder te eren met twee naar hen vernoemde fondsen. ‘Dat tekent haar’, zegt Prins. ‘Zij was er heel goed in zichzelf weg te cijferen. Ondanks het vermogen waarover zij beschikte, gaf ze nauwelijks een cent uit aan zichzelf. Ze liep op schoenen die helemaal