26 in memoriam Joep Lange 1954, Geneeskunde 1978, promotie 1987, hoogleraar Infectieziekten UvA, internist en wetenschapper AMC (17 juli)
Sascha Meijer 1989, bachelor Media en cultuur 2011, masterstudent Journalistiek en media (17 juli)
Anelene Misran 1972, Accountancy & control 2012 (17 juli)
Jacqueline van Tongeren 1949, hoofd communicatie Amsterdam Institute for Global Health and Development (17 juli)
Jeroen Wals 1967, Natuurkunde 1991, promotie 1996, CTO Sleep & Respiratory Care Philips (17 juli)
Fons Knebel 1934, voormalig pedel UvA, ontving bij zijn afscheid de Grote Sta-Penning (19 juli)
Jan Delvigne 1943, Fysische geografie 1969, mede-oprichter Museum Wierdenland, Ridder in de Orde van Oranje Nassau (21 juli)
Uwe Becker 1951, Algemene politieke en sociale wetenschappen 1979, ruim 38 jaar universitair docent Politicologie UvA (22 juli)
Piet Vriens 1942, kandidaats Theologie 1970 TiU, voormalig studentendecaan UvA, oud-bestuurslid alumnikring Andragologie (22 juli)
Leneke Visser 1950, Algemene literatuurwetenschappen 1983, voormalig directeur Utrechts Universiteitsfonds (23 juli)
Tilly Jonker-van Zanten 1929, Geneeskunde 1957, promotie 1967, chirurg (25 juli)
Risto Heijmans 1940, Wis- en natuurkunde 1968, promotie 1987, universitair hoofddocent Econometrie en statistiek UvA (27 juli)
Elsje van Hulsteijn 1943, ruim 35 jaar bibliothe caris en vakreferent Neerlandistiek UvA (26 juli)
Wouter Steffelaar 1952, Nederlandse taalen letterkunde 1983, ruim 25 jaar werkzaam op de OU (2 augustus)
Gatske van der Meer 1924, Engelse taalen letterkunde 1957, oudconservator Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet, Officier in de Orde van Oranje-Nassau (9 augustus)
Ton Timman 1948, Econometrie 1975, schaker (10 augustus)
Nico Nibbering 1938, Wis- en natuurkunde 1964, promotie 1968, emeritus hoogleraar Chemische massaspectometrie UvA, lid KNAW (25 augustus)
Toon van der Hoorn 1947, promotie Economie 1983, emeritus hoogleraar Verkeers- en vervoerseconomie UvA, adviseur-specialist Rijkswaterstaat (1 september)
Dirk Harting 1923, Wisen natuurkunde 1953, promotie 1964, emeritus hoogleraar Experimentele natuurkunde UvA, één van de grondleggers Nikhef (1 september)
Irene Weterman 1927, Geneeskunde 1963, maag-, darm- en leverarts LUMC (6 september)
Frank Schuurmans 1955, Geschiedenis 1988, promotie Universiteit van Wisconsin 1995 (17 september)
Arthur Fonville 1990, Geneeskunde 2013, wedstrijdloper UvA/HvADamloopteam (21 september)
Maarten Boasson 1943, Informatica UM 1995, emeritus hoogleraar Informatica UvA, cellist (26 september)
Wouter Gortzak 1931, Vrije studierichting aardrijkskunde 1965, voormalig redacteur De Groene Amsterdammer en hoofdredacteur Het Parool, ontving de zilveren medaille van de stad Amsterdam (26 september)
Hubert Vreeken 1949, Vrij doctoraal letteren 1982, promotie 2010, conservator kunstnijverheid Amsterdam Museum en Museum WilletHolthuysen (30 september)
Max Rubinstein 1921, Sociale psychologie en pedagogiek 1960, organisatieadviseur (2 oktober)
Jan Haverkort 1951, Andragologie 1989, voormalig gemeenteraadslid en wethouder Haarlem (11 oktober)
Johan Kleiterp 1933, Economie 1958, commissaris van o.a. Koninklijke Kampert, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (4 oktober)
spui 41 02 | 2014 alumni.uva.nl
tekst • Ben Haveman
Albert Liem Tik Kie 1930, Geneeskunde 1960, huisarts in ruste (6 oktober)
Graca de Oliveira 1956, Bibliotheektechnisch medewerker Centre for Latin American Research and Documentation UvA (10 oktober)
Jan Folkert Nietard Klazinga 1944, Notarieel recht 1968, notaris, zeiler (11 oktober)
Matthias Giebler 1958, ruim 25 jaar in dienst bij UvA en HvA, o.a. als gebouwbeheerder (20 oktober)
Pieter Adriaan van Zwieten 1937-2014
Frits Groeneveld 1938, Nederlands recht 1967, predikant, journalist NRC Handelsblad (26 oktober)
Jan Westdorp 1945, Nederlands recht 1972, lid raad van toezicht en financiële commissie Jeugdbescherming (28 oktober)
Christina Oudshoorn 1938, Scheikunde 1972, oud-docente van CSG Jan Arentsz in Alkmaar en Hogeschool Leiden (7 november)
Kees van der Wolf 1944, Opvoedkunde 1972, promotie 1984, voormalig bijzonder hoogleraar Opvoedkunde UvA (9 november)
Sarah Katherine van Walsum 1955, Nederlands recht 1986, promotie EUR 2000, hoogleraar Migratierecht en familiebanden VU (9 november)
Nico Out 1952, Geneeskunde 1982, promotie 1994, chirurg OLVG Amsterdam (14 november)
Gerlinde Tuijp 1968, Actuariële wetenschappen 1991 (15 november)
Hendrik Jacob Doll 1920, Geneeskunde 1950, psychiater (15 november)
Jan Reints 1943, voormalig bibliotheekmedewerker UvA, lid AUV-kring UvA-senioren (21 november)
Vanzelfsprekend werd hij in toga gecremeerd. Hoogleraar Farmacologie en farmacotherapie Pieter Adriaan van Zwieten was aan decorum even gehecht als aan de begeleiding van zijn ruim zeventig promovendi. Die bleven zijn kinderen, daar zorgde hij voor in een meester-gezelrelatie. Hij was autoritair, daagde ze uit tijdens gevreesde proefpromoties en duldde geen tegenspraak. Van Zwieten studeerde scheikunde aan de UvA en geneeskunde in Kiel. Hij promoveerde in 1961. Na een grand tour langs de universiteiten van Wenen, Kiel en Gotenburg kreeg hij als 34-jarige hoogleraar Farmacotherapie aan de UvA de leiding van het laboratorium dat uitgroeide tot toonaangevend onderzoekscentrum. Zijn team was betrokken bij mondiale ontwikkeling van medicijnen tegen hoge bloeddruk. Het zou hem internationale erkenning en twee eredoctoraten in China opleveren. Een zware klap was dan ook de opheffing van de subfaculteit in 1985, als gevolg van een politieke beslissing waarbij laboratoriumonderzoek meer in handen kwam van de farmaceutische industrie. Met het in zijn ogen ‘cryptocommunistische’ universiteitsbestuur onderhield Van Zwieten een moeizame verstandhouding. Toen in de roerige jaren zestig en zeventig zelfs de conciërge en schoonmaaksters opeens inspraak bleken te hebben op eindeloos durende faculteitsvergaderingen, citeerde Van Zwieten graag zijn hooggeleerde collega professor Prlwytzkofsky uit de Bommel-strip van Marten Toonder: ‘Schadelijke wezens moeten ontbonden worden. Dit is ja gans onwetenschappelijk.’ Gevreesd om zijn gemopper, werd Van Zwieten met ontzag bejegend omdat hij als een echte geleerde gold; het prototype van de na-oorlogse professor. Hij verhuisde met een deel van zijn staf naar het AMC, waar hij zich richtte op farmaceutische patiëntenzorg, wekelijks visite liep en samenwerkte met cardiologen en hartchirurgen. Hij liet ruimte voor het stellen van vragen, minder voor dialoog. Medicijncursussen voor ‘snijders’ uit het hele land begonnen ’s ochtends vroeg, dan was men nog ‘fris en fruitig’. Hij zag over het hoofd dat deelnemers van buiten de Randstad de avond tevoren ruim de geneugten van Amsterdam hadden genoten, zodat soms cursisten indommelden. Pieter van Zwieten, jarenlang waarnemend rector-magnificus, hechtte aan beschaafde omgangsvormen en correcte kleding. ‘Er was een zekere distantie met het dagelijks leven’, meent Bas de Mol, hoogleraar Cardio-thoracale chirurgie, Van Zwietens laatste leidinggevende. ‘Hij was een character die volgens sommigen in zijn eigen academische en culturele zonnestelsel figureerde.’ Oud-promovendi (acht werden er hoogleraar) kwamen thuis bij hem eten. Polyglot Van Zwieten, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, sprak Frans, Engels en Italiaans. Hij was fier op zijn voorgeslacht, van wie Gerard van Swieten het tot hofarts van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia had gebracht, en diens zoon Freiherr Gottfried bevriend was met Mozart, Haydn en Beethoven. Hij verzamelde politieke prenten, had vriendinnen, maar trouwde nooit. Hij leed aan kanker, en overleed in zijn slaap. •