Personeel .11
tekst Esra van der Wolk fotografie Dolph Cantrijn
Vrouwen aan de top bij rechten Het glazen plafond bij Rechten vertoont flinke barsten. Voor het eerst wordt de faculteit geleid door twee vrouwen. Corien Prins en Miranda Noordermeer zijn er sinds begin dit jaar respectievelijk decaan en directeur. Zelf blijven ze er nuchter over. “Een samenloop van omstandigheden”, noemt Noordermeer het. “Maar wel een leuk en bijzonder feit.”
Ambities Twee ambities die Prins en Noordermeer hebben, zijn het voldoen aan de prestatieafspraken en het behouden van de goede internationale en nationale reputatie van de faculteit op het gebied van onderzoek en onderwijs. “We starten in september met de nieuwe internationale bacheloropleiding Global Law en we ambiëren een rol van betekenis bij het onderzoeksprogramma van de Europese Commissie – Europa 2020. Daarnaast zullen we aandacht moeten hebben voor het opleiden van uitstekende juristen voor de Nederlandse beroepspraktijk.” Maar hoe kan de rechtenfaculteit weer aantrekkelijker worden gemaakt? Volgens Prins moet iedere instelling het beste uit haar eigen potentieel en kracht halen. “Kijk je instellingsbreed naar mondiaal niveau, dan kun je niet de beste zijn. Ik houd er niet van om te zeggen ‘wij willen tot die en die top behoren’. De wereld is zo ontzettend divers, tot wie verhoud je je dan?” Met de bachelor Global Law heeft de faculteit echter wel ambitie op mondiaal niveau. Deze is uniek vanwege het interdisciplinaire karakter, benadrukt Noordermeer. Tilburg University onderscheidt zich daarmee van andere universiteiten.
Geen koekjesfabriek Beide vrouwen hebben geen achtergrond in besturen. Wat waren de beweegredenen om nu het bestuur in te gaan? Prins: “Ik vind het leuk dat je primair vanuit de inhoud bestuurt. Wij zijn geen koekjesfabriek, maar verzorgen hier onderwijs en onderzoek. Vanuit onderzoeksperspectief neem je beslissingen waarmee deze faculteit het verschil kan maken. Onderzoek en onderwijs hangen dus nauw samen, dat maakt het besturen in een universitaire wereld voor mij interessant.” Noordermeer komt uit het bedrijfsleven en heeft de universiteit vanaf dag één een inspirerende omgeving gevonden. “Ik voelde me snel thuis, iedereen is heel betrokken en het werk is inhoudelijk uitdagend.”
(On)verwacht? Op de vraag of ze tien jaar geleden hadden gedacht dat ze op deze positie zouden zitten, hebben ze uiteenlopende antwoorden. Prins werd ongeveer tien jaar geleden al gevraagd voor het decanaat, maar in combinatie met haar gezin zou dat te druk worden. Ze wees de positie uiteindelijk af. Ergens had ze wel verwacht dat het er ooit nog van zou komen als ze weer gevraagd werd. Voor Noordermeer ligt het anders. Zij is pas sinds drie jaar werkzaam op de rechtenfaculteit en had dit tien jaar geleden ‘absoluut niet verwacht’. Toen werkte ze nog bij Philips in een financiële functie.
Miranda Noordermeer en Corien Prins (zittend): Wij runnen geen koekjesfabriek.
Digitale innovatie Met Prins’ achtergrond in internet- en privacyrecht kan de vraag niet achterblijven wat ze van plan is met digitalisering. Onder digitalisering in het onderwijs verstaat ze niet enkel het opnemen van colleges. “Dat we er iets meer mee willen doen is duidelijk. Binnenkort gaan we met het faculteitsbestuur de hei op en ik kan me voorstellen dat er daarna een werkgroep komt. De rol van nieuwe media in het onderwijs moet stapsgewijs vorm krijgen.”
Aanpak hoge werkdruk Noordermeer heeft in haar vorige rol als controller, net als tijdens haar interim-periode, grote bezuinigingen doorgevoerd binnen de faculteit. De begroting is daardoor positief uitgevallen, maar de werkdruk is flink opgelopen. In een korte periode vertrokken verschillende mensen, omdat tijdelijke contracten niet werden verlengd. Met minder mensen doen ze nu hetzelfde werk. Wat is op korte termijn de oplossing daarvoor? Noordermeer: “We moeten kijken naar wat we slimmer en anders kunnen organiseren. Maar ook of we wellicht dingen niet meer doen. We zijn druk bezig met de vraag hoe we alles weer beter in balans kunnen krijgen.” Ook voor het wetenschappelijk personeel geldt dat er weer een balans moeten worden gevonden. Prins: “Daarbij moeten we kijken naar de balans tussen het onderwijs en onderzoek. Door mensen uit het onderzoek meer te betrekken bij het onderwijs, kunnen we wellicht de last op de schouders van docenten wat verlichten.”
Univers 21 maart 2013