8
Leidraad
ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN
NR. 2 2017
Jeugdjournaal over de aanslag in Londen, in maart van dit jaar.
symptomen leiden. Daarom is het essentieel om individuen een gevoel van controle te verschaffen. En op het niveau van de staat ís die controle er tot op zekere hoogte ook: de diensten die zich bezighouden met de dreiging van terrorisme. Laat die professionals in het klaslokaal spreken over hun werk, dat zal leerlingen een gevoel van controle geven. Een beetje zoals Nederlandse scholen nu ook al excursies organiseren naar de brandweer.’ Wat is uw eigen ervaring met het onderwerp? Heeft u zelf kinderen? ‘Nee, maar ik groeide op in Istanbul. Toen ik ongeveer zeventien jaar was, werd een bomaanslag gepleegd in het district van mijn middelbare school. Gelukkig was ik zelf op dat moment niet daar, maar een vriendin van me zag het met eigen ogen – afgerukte ledematen en alle ellende die je je maar kunt voorstellen – en raakte ernstig getraumatiseerd.’ En hoe werd er op school gereageerd? ‘Het veroorzaakte – naast angst – ook gevoelens van solidariteit. Onderzoek wijst uit dat solidair zijn met elkaar na een traumatische ervaring kan helpen. Dit heeft gewerkt voor bepaalde groepen – zoals religieuze gemeenschappen – in New York en Israël.’ Worden deze inzichten al toegepast? ‘Een poosje geleden werd ik door het Leiden Blog on Psychology gevraagd om vanuit mijn expertise commentaar te leveren op de thema’s terrorisme en angst. De discussie die zich ontspon, bevestigde dat er nog steeds een hoop onderzoek te doen valt, tenminste binnen het vak gebied van psychologie. De bestaande Nederlandse onderzoeksgroepen doen nog weinig aan
Hoe meet je angst? Hoe meet je een negatieve emotie als angst? Evin Aktar: ‘Ten eerste observeer ik op systematische wijze de angstige reacties bij ouders en kinde-
de psychologische benadering van het inboezemen van angst via terreuraanslagen. Dit onderwerp vraagt erom dat wetenschappers van verschillende disciplines, inclusief pyschologie, samenwerken.’ Komt dat ook terug in uw volgende onderzoek? ‘Naar aanleiding van mijn bevindingen wordt de scope van mijn onderzoek verbreed. Ik wil het “sociaal leren” van angst beter kunnen begrijpen, ook voor het specifieke geval van terrorisme. Ik begin met een algemeen onderzoek, in de vorm van een vragenlijst, om meer te weten te komen over de ervaringen van ouders en kinderen in Nederland. Ik zal meer experimenten doen in het overbrengen van angst en bezorgdheid. Onlangs hebben we dezelfde kinderen die we al sinds hun babytijd volgen, geconfronteerd met een nieuwe, gigantische robot. Het bijzondere is dat de kinderen, die nu zeven jaar oud zijn, dit keer hun ouders geruststellen...’
Do’s
• Herken eerst je eigen angsten als ouder, dan kun je je kind beter helpen • Wees open en eerlijk naar je kinderen toe • Geef ze een gevoel van controle
Don’ts
• Blootstellen aan afschuwelijke beelden van terroristische aanslagen • Werkelijk gebeurde terroristische aanslagen ontkennen of verzwijgen
En wat weten we vooral nog niet? ‘Het antwoord op de vraag: hoe kun je de verspreiding van angst voorkomen? Ofwel, kunnen we kinderen immuun maken voor de angst voor terrorisme? Als we zouden weten hoe dat kan, konden we het wapen van terroristen onschadelijk maken. Dat weten we dus nog niet, maar we hebben wel een aantal aanwijzingen. Het gevoel van saamhorigheid, van solidariteit, helpt volwassenen en kinderen om beter met hun traumatische ervaringen om te gaan. Kinderen gedijen beter in groepen. Door dat steeds verder te onderzoeken, hopen we op een dag het antwoord te vinden op de vraag hoe we de verspreiding van angst stoppen.’
ren als ze bepaalde gedragsmatige opdrachten vervullen (zoals de confrontatie met de robot). Gaan ze huilen? Gillen? Duiken ze weg? Ten tweede stellen we ze vragen erover in online vragenlijsten of in interviews.
Ten derde meten we de fysiologische respons. Zo gebruik ik bijvoorbeeld “eye-tracking” om te zien hoe ouders en kinderen reageren op boze gezichten. De grootte van de pupil zegt iets over de mate van opwinding.’