9 minute read

Expertengroepjes en debat over vrouwenrechten

Next Article
Didactisch dossier

Didactisch dossier

Algemene doelstelling

In deze module vormen de leerlingen expertengroepjes die zich in een van de vier afleveringen verdiepen. Dat doen ze thuis, in een flipped classroom-opdracht. Na een bespreking binnen het groepje, wordt het gesprek opengetrokken: de leerlingen vormen nieuwe groepjes en gaan met andere ‘experten’ het debat aan met behulp van stellingenkaartjes. De bedoeling is om een eigen standpunt te vormen, dat te verdedigen, af te wegen tegen andere perspectieven en open te staan voor een brede waaier aan meningen.

Vooraf

Er is wat knipwerk voor je eraan kunt beginnen! In de bijlagen 1 tot en met 5 vind je getuigen-, thema-, stellingen- en debatkaartjes die je moet uitknippen. Deel de klas op in vier eilandjes.

Duur Minimum 50 minuten

Schets van het lesverloop

• Voorbereiding

• Flipped classroom: de leerlingen verdiepen zich thuis in een aflevering en worden zo ‘expert’ van een thema. Ze concentreren zich op een of meerdere getuigen.

• Korte check-in met de hele klas over zichzelf en de eigen identiteit.

• In expertengroepjes bespreken de leerlingen enkele stellingen De nadruk ligt in dit deel op inhoud en verdieping.

• Na een jigsaw in nieuwe (gemengde) groepjes krijgen alle groepjes dezelfde vragen, die de reeks als geheel bekijken. De nadruk ligt hierbij op historische vragen die de vaardigheden en attitudes uit de eindtermen reflecteren.

• Op het einde is er nog een korte check-out.

Voorbereiding

• Verdeel de klas in vier groepen. Elke groep gaat aan de slag met een aflevering uit de reeks. Je kunt de afleveringen eventueel verdelen op basis van de thema’s die de leerlingen interesseren:

- Groep 1 - Afl. 1: seksuele opvoeding en taboes/de pil/seksuele agressie/schoonheidsideaal.

- Groep 2 - Afl 2: het rollenpatroon in het gezin/echtscheidingen/hoofddoek

- Groep 3 - Afl 3: opleiding en arbeidssituatie van de vrouwen

- Groep 4 - Afl 4: politieke rechten en bewustzijn van vrouwen/ vrouwen in de politiek/abortus.

• Getuigenkaartjes (bijlage 1) verdelen: elke groep krijgt de kaartjes met een beschrijving en de foto van de getuigen die tijdens hun aflevering aan bod komen.

Flipped classroom: verdieping thuis

Elke groep krijgt de opdracht om de aflevering thuis te bekijken. Dat kan in groep of individueel.

De opdracht bestaat uit enkele onderdelen:

• Vóór het kijken:

- Wat verwacht je te zien, op basis van het thema (de thema’s)?

- Heb je al een mening over dit thema (de thema’s)? Wat zijn jouw standpunten?

- Kies twee getuigen die je tijdens het kijken met extra aandacht gaat volgen.

- Lees de getuigenkaartjes van de twee gekozen getuigen aandachtig.

• Tijdens het kijken:

- Maak een verwerking (samenvatting/mindmap/schema/…) van de aflevering.

- Volg in het bijzonder jouw twee gekozen getuigen: o Waarover vertellen ze? o Hoe stellen ze zich op ten opzichte van de thema’s? o Wat doet hun getuigenis met jou? Beschrijf je gevoel, daarna je mening.

• Na het kijken:

- Ben je van mening veranderd na het kijken?

- Met welke vragen blijf je zitten na de aflevering? Neem de vragen mee naar de klas, samen met je verwerking en de getuigenkaartjes.

Korte check-in

• Vraag de leerlingen bij het binnenkomen om in een cirkel te gaan staan.

• Korte check-in

Een check-in is een methode om met een groep rustig in een thema te stappen en de focus juist te krijgen. Vrouwenrechten zijn een thema dat niet zo evident is: het vraagt respect voor elkaars verhaal en mening, het vraagt een veilige omgeving om je eigen mening en misschien je ervaringen te delen. Om die sfeer te bekomen, is deze check-in geschikt.

Oefening

Je identiteit is een gek iets: iedereen heeft zovele gezichten, en toch word je wel eens herleid tot één (vaak uiterlijk) kenmerk van jezelf: je huidskleur, je lengte, je geslacht. In deze oefening kijken we kort even achter dat uiterlijk.

Ga in een kring staan. Iedereen ziet elkaar. Om de beurt vertellen de leerlingen kort iets over zichzelf dat niet uiterlijk zichtbaar is.

Concreet kun je iedereen laten beginnen met een van de onderstaande zinnen. Kies als begeleider zelf welke zin je met deze groep haalbaar vindt:

• ‘Ik ben uniek omdat…’

• ‘Wat je niet ziet aan mij is dat…’

• ‘Ik voel me vrouw/man omdat…’

Wanneer iemand uitgesproken is, doen de andere leerlingen die iets wat gezegd werd, herkennen of ook hebben/doen/zijn een stap naar voor in de kring. Er wordt niet gereageerd met woorden! Respecteer het als iemand niets wil delen.

Expertengroepjes

• Leg op elk eiland de themakaartjes (bijlage 2) en stellingenkaartjes (bijlage 3) van die aflevering.

• De vier groepjes gaan apart zitten, aan de tafel van hun aflevering. Hun verwerking en getuigenkaartjes leggen ze op tafel.

• De opdracht: o Welk standpunt neemt de getuige in? Bespreek dit perspectief kort: begrijp je het standpunt? Heb oog voor de context waarin iemand opgegroeid is. o Wat is jullie eigen mening? Verschillen jullie van mening met de getuigen? Met elkaar? o Hoe verklaar je de verschillende meningen aan tafel?

1 Korte pitch: om de beurt krijgt elke leerling precies 1 minuut om haar/zijn kijk op de aflevering te geven. In deze pitch verwerken de leerlingen de verwachtingen en meningen die ze hadden vóór het kijken, en vertellen ze of die na het kijken veranderd zijn.

2 Het perspectief van de getuigen en van mezelf. De leerlingen trekken om de beurt een themakaartje. Hierop staat een thema dat in hun aflevering aan bod kwam. De leerlingen verwoorden het standpunt van enkele getuigen uit de aflevering of de kijk van de getuigen op het thema.

3 Stellingenspel. Op elke tafel liggen vier kaartjes met een stelling over de thema’s van de aflevering. Leg ze omgekeerd op een stapeltje op tafel. Om de beurt trekt een leerling een kaartje en leest de stelling voor. Deze leerling formuleert eerst een eigen standpunt. Elk groepslid neemt vervolgens stelling in (eens - oneens - twijfel), vanuit haar/zijn eigen standpunt. Vervolgens trekt een andere leerling een nieuw kaartje en formuleert haar/zijn standpunt.

Jigsaw in gemengde debatgroepjes

• Vorm nieuwe groepjes In elk groepje zit ten minste één leerling van elke aflevering.

• Geef aan elke groep de debatkaartjes (bijlage 4).

• De opdracht:

1 Gebruik de tijdlijn (module 2, tijdlijn versie B) om toe te lichten aan de andere leerlingen welke gebeurtenis een sleutelrol speelde in jouw aflevering. Licht kort toe waarom dit zo was.

2 Houd een groepsdiscussie aan de hand van de debatkaartjes. Elke leerling trekt om de beurt een kaartje, leest voor wat er staat en verwoordt een eigen mening. Vervolgens reageren de anderen.

3 Gebruik eventueel de placemat (bijlage 5) om het debat kort voor te bereiden. Elke leerling gebruikt de hoek van de placemat die het dichtst bij haar/hem ligt om argumenten te verzamelen. De leerlingen kunnen de woorden die hier staan dan gebruiken om de verdediging van hun standpunt te onderbouwen.

4 De leerling die het kaartje trok, luistert naar elk argument van de andere groepsleden. In het middelste kader van de placemat schrijft zij/hij (eventueel) de zaken waar de groep het over eens is.

Check-out

• Ga met de klas in een kring zitten.

• Stel als begeleider de volgende vraag aan de groep: als deze documentaire binnen 50 jaar nog eens gemaakt zou worden, wat hoop je dat er dan aan bod zal komen / veranderd zal zijn?

• De leerlingen hoeven niet allemaal aan bod te komen. Wie iets wil zeggen, neemt het woord.

• Wie het eens is met deze leerling, gaat kort rechtstaan.

Module 2

Naoorlogse vrouwenemancipatie in de tijd gesitueerd

Algemene doelstelling

In deze module vatten we aan de hand van een tijdlijn de belangrijkste gebeurtenissen van de naoorlogse vrouwenemancipatie in België samen. De leerlingen plaatsen enkele fragmenten van getuigen uit de reeks op de tijdlijn.

Vooraf

Er zijn twee versies van de tijdlijn. De eerste versie (A, bijlage 6) is een volledig ingevulde tijdlijn. Alle gebeurtenissen en jaartallen zijn hierop ingevuld. Deze versie kun je gebruiken als je module 1 uit deze lessenbundel niet behandeld hebt.

In de tweede versie (B, bijlage 7) moet je nog enkele gebeurtenissen invullen Als de leerlingen met de eerste module aan de slag zijn gegaan, kunnen ze bij wijze van herhaling de ontbrekende gebeurtenissen op de juiste plaats zetten

Wij bespreken hieronder het lessenverloop met de tweede versie en gaan er dus van uit dat leerlingen de eerste module uit deze bundel hebben gekregen. Als dat niet het geval is, sla je ronde 1 over.

Duur

50 minuten

Schets van het lesverloop

• Instap

• Ronde 1: leerlingen vervolledigen de tijdlijn

• Ronder 2: leerlingen plaatsen fragmenten op de tijdlijn.

• Ronde 3: leerlingen reflecteren over de tijdlijn

Je deelt de tijdlijn uit in de klas en stelt hierbij enkele reflectievragen, zoals:

• Waarover gaat deze tijdlijn? Bedenk een titel.

• Plaats enkele belangrijke vrouwen uit je naaste omgeving op de tijdlijn. Bijvoorbeeld: o In welk jaar is je grootmoeder geboren? Wanneer was zij 18 jaar? Wanneer is zij getrouwd? o Welke gebeurtenissen kunnen de vrouwen uit jouw omgeving bewust meegemaakt hebben? o Leerlingen kunnen hun eigen geboortejaar op de tijdlijn aangeven. o Indien module 1 niet werd behandeld, kun je vragen stellen naar ongelijkheid of eigen ervaringen.

• Welke gebeurtenis spreekt je het meeste aan? Waarom? Welke het minst? Waarom?

Ronde 1: leerlingen vervolledigen de tijdlijn

De leerlingen vervolledigen in deze eerste ronde de tijdlijn. Er ontbreken vier gebeurtenissen die een belangrijke rol in de naoorlogse vrouwenemancipatie in België gespeeld hebben. Het gaat over:

• 1948 Algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen

• 1968 Revolutiejaar 1968 en Humanae Vitae

• 1990 Abortusrecht wordt in de wet vastgelegd

• 2017 MeToo-beweging

Wat hierboven onderstreept is, moet ingevuld worden op de tijdlijn. Je kunt differentiëren door duo’s van leerlingen, op basis van hun voorkennis uit module 1, te vragen de gebeurtenissen op de tijdlijn zelf neer te schrijven. Het zijn de lege vakjes met een volle lijn errond die de leerlingen in deze ronde moeten invullen. Als de leerlingen de opdracht te moeilijk vinden, kun je de hulpkaartjes (bijlage 9) uitdelen. Bespreek de resultaten kort klassikaal.

Ronde 2: leerlingen plaatsen fragmenten op de tijdlijn

De leerlingen bekijken in deze ronde acht fragmenten. Je vindt de fragmenten in bijlage 8: kopieer dit blad dubbelzijdig en knip vervolgens de kaartjes uit. Elk duo van leerlingen krijgt een enveloppe met de acht kaartjes. Op elk kaartje staat een QR-code die hen naar het gewenste fragment in het Archief voor het Onderwijs brengt. Leerlingen plaatsen vervolgens de fragmenten in hun juiste context en leggen het kaartje in het overeenkomstige vakje (met stippellijn).

Je kunt de oefening ook onderbreken door de leerlingen te vragen naar hun aanpak. Hoe gaan ze te werk? Op welke informatie letten ze om het fragment aan een jaartal of gebeurtenis op de tijdlijn te koppelen? Je kunt de verschillende strategieën en tips op het bord schrijven

Dit zijn de acht fragmenten. In de collectie op het Archief voor het Onderwijs staan deze fragmenten op dezelfde manier door elkaar, zodat leerlingen de juiste volgorde niet makkelijk kunnen afleiden.

Fragment

1 Afl. 1 Humanae Vitae 1968

2 Afl 2 Slachtoffers van verkrachting (ook binnen het huwelijk) worden beter beschermd.

3 Afl 1 Documentaire Femme de la rue en #metoo 2017

4 Afl 2 De wet op het huwelijksgoederenrecht verandert 1976

5 Afl 1 Oprichting Dolle Mina 1970

6 Afl 4 Algemeen stemrecht voor mannen én vrouwen 1948

7 Afl. 3 Getuigenissen over ongewenste seksuele intimiteiten op het werk 1992

8 Afl. 4 Abortusrecht in de wet 1990

Ronde 3: leerlingen reflecteren over de tijdlijn

In de laatste ronde reflecteren de leerlingen over deze tijdlijn. Mogelijke vragen hierbij zijn:

• Wat zijn volgens jou de drie belangrijkste momenten? Waarom?

• Verdeel de geschiedenis van de naoorlogse vrouwenemancipatie in België in periodes. Welke scharniermomenten kies je? Waarom kies je deze momenten?

• Wat is er zinvol om te onthouden? Wat is het waard om te leren? Wat is het waard om herinnerd te worden?

• Waarom is het zinvol om bepaalde fenomenen uit ons verleden op een tijdlijn te plaatsen?

• Hoe helpt deze opdracht je bij het leren van geschiedenis?

Module 3

Agency bij vrouwenemancipatie

Algemene doelstelling

De Canvas-reeks Wij, vrouwen biedt de kans om bij een aantal typische historische redeneerwijzen stil te staan. In het bijzonder aflevering 4 leent zich zeer goed tot het bestuderen van agency binnen de geschiedenis. Wie of wat heeft het vermogen om verandering aan te brengen in de samenleving? Door dit na te gaan, heb je eveneens aandacht voor oorzaak en gevolg en continuïteit en verandering. Deze denkoefening biedt leerlingen meer inzicht in veranderingsprocessen in het verleden, maar ze stimuleert jongeren ook om na te denken over hun eigen positie en mogelijkheden om veranderingen in de huidige samenleving teweeg te brengen.

Vooraf

De leerlingen hebben al minstens een aflevering van Wij, vrouwen bekeken (bij voorkeur aflevering 4) en al les gekregen over de naoorlogse vrouwenemancipatie in België.

Duur

50 minuten

Schets van het lesverloop

• Instap

• Kwadrantoefening

• Nabespreking

This article is from: