TvT accent - Spelling 5: zorgschrift - correctiesleutel

Page 1

accent

Spelling

Z-schrift 5

Correctiesleutel Tine Geenen Karolien Willems Peter Willems

Coördinatie Jan Seys Pieter Van Biervliet

Met medewerking van Filip Casier Maarten Dumoulin Myriam Monstrey Herlinde Roose Stijn Storme Annelore Tanghe


Woordpakket 1

1

de hagedis

de medewerker

enzovoort

evolueren

jeugdige

aartslelijke

de magie

negeerde

de geluksvogel

de musea

koddig

menselijk

opdagen

de wetenschap

overkomt

de weduwe

volledig

namelijk

zalige

persoonlijk

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als rustig(e)

5

woorden net als heerlijk(e)

jeugdige volledig zalige koddig

aartslelijke namelijk menselijk persoonlijk Apen zweven over muren.

hagedis geluksvogel opdagen medewerker musea wetenschap Verenkelen: na een lange klank (aa, ee, oo, uu) verenkel je.

3

6

34

enzovoort magie overkomt evolueren negeerde weduwe


2

Schrijf de woorden met ige of lijke.

zalig →

jeugdig → 3

zalige jeugdige

aartslelijk →

persoonlijk →

aartslelijke persoonlijke

Vul de ontbrekende letters in. Schrijf het woord op.

geluksvogel wetenschap e of ee w e tenschap s of ss mu s ea musea hagedis a of aa h a gedis evolueren l of ll evo l ueren negeerde g of gg ne g eerde o of oo geluksv

o

gel

4 Schrijf de woorden met lijk of ig. menselijke → veranderlijke →

menselijk veranderlijk

koddige → volledige →

koddig volledig

5 Vul in: ig of lijk.

Schrijf het woord op.

lijk regelmat ig jeugd ig lande lijk aartsle

aartslelijk regelmatig jeugdig landelijk

grillig noordelijk noorde lijk aanwezig aanwez ig gemeente lijk gemeentelijk grill

ig

6 Schrijf de woorden waarbij je moet verenkelen. overweg – schatting – medemens – hoogtepunt – bekeken – weduwe – betonnen – aanpassing – namens – opmaken

overweg medemens

bekeken weduwe

namens opmaken

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 1 op blz. 57. 4


Woordpakket 2

1

echter Brussel het akkoord

de hersenschudding

het appartement

de horrorfilm

de kennis

immers

de opoffering

de missie

Duitsland

de drietand

machteloos

de professor

de skeletten

de passagiers

de Ieperweg

vermommen

de misdaad

nochtans

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als 15 zich en gezicht 33

woorden net als 32 hond

aardrijkskundige 45 namen

korte klank → cht, behalve ligt, legt en zegt. g of ch? Meestal g.

d of t? Maak het woord langer.

Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter.

echter machteloos nochtans

akkoord drietand misdaad

Ieperweg Brussel Duitsland

Zatte vette kippen stoppen bussen.

appartement passagiers skeletten horrorfilm opoffering professor

missie vermommen hersenschudding kennis immers

Verdubbelen: na een korte klank (a, e, i, o, u) verdubbel je.

5

34


2

Vul de ontbrekende letters in. Schrijf het woord op. r of rr f of ff s of ss m of mm p of pp d of dd

rr orfilm opo ff ering pa ss agiers vermo mm en a pp artement hersenschu dd ing ho

horrorfilm opoffering passagiers vermommen appartement hersenschudding

3 Onderstreep de woorden met cht en de aardrijkskundige namen.

Schrijf ze in de juiste kolom.

Tijdens het onweer gisterennacht in Antwerpen stonden we machteloos toe te kijken hoe onze tuinmeubelen in de achtertuin omverwaaiden. Er waren wellicht veel mensen in de Scheldestad die problemen hadden. Ook de provincie Limburg werd zwaar getroffen, en zelfs de luchthaven van Zaventem werd enige tijd gesloten. In Gent liepen verschillende kelders in de Veldstraat onder water. Het was de plicht van de brandweer om mensen in nood te helpen. De streek van Brugge en de kustgemeenten aan de Noordzee bleven echter gespaard.

cht

gisterennacht machteloos achtertuin wellicht

aardrijkskundige namen

luchthaven plicht echter

Antwerpen Scheldestad Limburg Zaventem

Gent Veldstraat Brugge Noordzee

4 Schrijf de woorden in het meervoud.

baronnen appartementen appartement passagier passagiers baron

bestanden kennis kennissen begrippen begrip bestand

5 Vul de ontbrekende letter in: d of t.

d

d d appeltaar t bospa d voorschrif t gemeenteraa d Beekstraa t geteken d

stran_______ drietan_______ standbeel_______ _______

_______

_______

_______

_______

_______

d

t

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 2 op blz. 57. 6


Werkwoorden in de t.t.

• De persoonsvorm vind je door van de zin een ja-neevraag te maken. De persoonsvorm staat dan altijd vooraan.

35

• Het onderwerp vind je door deze vraag te stellen: Wie of wat doet iets? Het onderwerp kan in het enkelvoud of het meervoud staan. 1 Schrijf de ja-neevraag op.

Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen. Omcirkel het onderwerp. Lucas gaat naar zijn kamer.

/ Gaat / Lucas naar zijn kamer?

Hij neemt zijn gitaar.

/ Neemt / hij zijn gitaar?

Mama en papa luisteren naar zijn liedjes.

/Luisteren / mama en papa naar zijn liedjes?

2 Zet de persoonsvorm in elke zin tussen schuine strepen.

//

Het is zeven dagen en zeven nachten feest in Decibel.

/ / De mensen/dansen/op de vrolijke muziek. Ook de burgemeester/vindt/het een schitterend feest. Een oude man/heeft/op zijn zolder een vuurpijl bewaard. Die/ontsteekt/hij stiekem. Heel Decibel/juicht/om de schitterende sterrenregen. Stach/zwaait/van plezier met zijn armen. Iedereen wordt ontzettend dronken.

(Uit: Koning van Katoren, Jan Terlouw)

enkelvoud Ik vind. Werk jij? Antwoord ik?  stam 7

Jij vindt. Werkt het? Hij/zij antwoordt.  stam + t

meervoud

35

Wij vinden. Jullie werken. De kinderen antwoorden.  infinitief


3 Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen.

Vul de tabel aan.

infinitief (ik zal …)

liggen springen gaan vinden

// Plots/springt/hij overeind. Hij/gaat/bij de deur staan. Wandelen/vinden/wij leuk.

Onze hond ligt in zijn mand.

stam (ik …)

lig spring ga vind

4 Is het woord in vetjes een persoonsvorm?

stam + t

hij ma zij Evi

ja

Mijn broer doet te veel zout op zijn frietjes.

Ik strand op een verlaten eiland.

x x x

De kinderen hebben mooie kunstwerkjes geschilderd. Bedenk jij eens een leuke mop?

nee

x x

We hebben al veel gelachen.

De verplegers brengen de gewonden naar het ziekenhuis.

ligt springt gaat vindt

x

5 Geef de stam.

Vul daarna de juiste werkwoordsvorm in. infinitief (ik zal …) telefoneren knutselen worden rammelen verzorgen schrijven binden maken zenden vinden

stam (ik …)

telefoneer knutsel word rammel verzorg schrijf bind maak zend vind

telefoneert met haar vriendin. We knutselen een ruimtewezen. Mijn vriend wordt later misschien dierenarts. Mijn maag rammelt van de honger. Zij verzorgt de dieren goed. Wout schrijft een brief naar de koning. Die mevrouw bindt een touw rond de boom. Maak onmiddellijk je huiswerk! Ik zend een berichtje naar mijn vriendin. Roeland vindt zijn schrift niet.

Mijn mama

8


Woordpakket 3

1

d.w.z.

km

wc

min.

gsm

enz.

m

EHBO

tv

ond.

m.a.w.

EUR

nl.

pc

VRT

ww.

o.a.

o.m.

VTM

EU

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. afkortingen met afkortingsteken 18

enz. nl. ww. ond. min.

9

d.w.z. m.a.w. o.a. o.m.

afkortingen zonder afkortingsteken 18 kleine letters

hoofdletters

km m gsm pc tv wc

VTM EUR EHBO VRT EU


2

Zoek de juiste afkorting in het woordpakket.

gsm

EUR 3

wc

Noteer de afkorting.

EUR

euro = ____________________________

ww. enzovoort = enz. watercloset = wc onder andere = o.a. dit wil zeggen = d.w.z. minuut = min. televisie = tv onderwerp = ond.

VRT

Vlaamse Radio- en Televisieomroep = ____________________________

werkwoord = ____________________________

pc met andere woorden = m.a.w. Europese Unie = EU Eerste Hulp Bij Ongevallen = EHBO namelijk = nl. onder meer = o.m. Vlaamse Televisie Maatschappij = VTM personal computer = ____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

4

tv

____________________________

____________________________

____________________________

____________________________

gsm

global system for mobile communication = ____________________________

Onderstreep in elke zin de woorden die je kunt afkorten. Schrijf de afkorting achter de zin.

km d.w. z. pc o.a. ond. m tv

Wij moeten nog 250 kilometer rijden voor we op onze bestemming zijn.

__________________________________________

Mijn maag rammelt, dat wil zeggen ik heb honger.

__________________________________________

Ik bekijk de website van onze school op onze personal computer.

__________________________________________

Robbe moet nog veel doen, onder andere zijn kamer opruimen.

__________________________________________

Kun jij het onderwerp in deze zin aanduiden?

__________________________________________

Het zwembad is 3,5 meter diep. We kunnen duiken!

__________________________________________

Ik mag geen televisie hebben op mijn kamer.

__________________________________________

5 Zoek op in het woordenboek.

Schrijf voluit. NMBS =

in samenwerking met Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

pvc =

polyvinylchloride

i.s.m. =

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 3 op blz. 57. 10


Woordpakket 4 vrouwelijk

het onderscheid

verschijnen

trouwens

het paradijs

het karakter

de omheining

de granaat

de toeschouwers

de favoriet

geleidelijk

het drijfzand

de farao

blijkbaar

de grootouders

dreigen

eindeloos aangehouden het asiel

1

afgrijselijk

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als trein

11

eindeloos dreigen geleidelijk omheining onderscheid

woorden net als blij

12

afgrijselijk blijkbaar drijfzand paradijs verschijnen

Woorden met ei onthouden.

woorden net als kous 13, 14

aangehouden grootouders toeschouwers trouwens vrouwelijk Woorden met au onthouden.

11

woorden net als banaan

asiel farao favoriet granaat karakter

16


2

Schrijf de woorden bij het passende lidwoord. asiel – farao – paradijs – omheining – granaat – drijfzand – favoriet – onderscheid – grootouders – karakter

3

de

het

farao omheining granaat favoriet grootouders

asiel paradijs drijfzand onderscheid karakter

Zoek het woord uit het woordpakket. oma’s en opa’s Egyptische koning niet mannelijk zich vertonen

grootouders farao vrouwelijk verschijnen

opvanghuis

toeschouwers favoriet afgrijselijk asiel

au teur juffr ou w rest au rant s ei zoenen dinos au rus

auteur juffrouw restaurant seizoenen dinosaurus

publiek lieveling afschuwelijk

4 Vul in: au of ou, ei of ij.

Schrijf het woord op.

ei gen gr ij saard vertr ou wen kapit ei n bl ij dschap dr

dreigen grijsaard vertrouwen kapitein blijdschap

5 Rangschik de woorden alfabetisch. schoonouders – asielzoeker – topfavoriet – paradijselijk – handgranaat – karakterloos

asielzoeker paradijselijk

handgranaat schoonouders

karakterloos topfavoriet

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 4 op blz. 58. 12


Woordpakket 5

1

de benzine

de dinosaurus

het restaurant

het diploma

de gitaar

de helikopter

januari

het idee

de kapitein

de kilometer

de chauffeur

de limonade

de living

de minuten

de piloot

de olifant

de skileraar

de piraten

de rivier

de televisie

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als restaurant

chauffeur

19

restaurant 20

woorden net als fabrikant

gitaar piloot televisie januari limonade olifant rivier idee dinosaurus

13

helikopter kapitein living skileraar diploma kilometer minuten piraten benzine


2

Plak de letters aan elkaar. Schrijf het woord op.

olifant diploma het diploma t e l e v i s i e de televisie h e l i k o p t e r de helikopter olifant

3

de

l i m o n a d e de minuten

de

k a p i t e i n

de

benzine

de

limonade minuten kapitein benzine

Zoek het woord uit het woordpakket dat rijmt. snee

→ het

tafelbier

→ de

aardbeving → de kanarie

tovenaar → de

idee rivier living januari skileraar

laten

→ de

voordeur → de

pilaar

→ de

groot

→ de

allesweter → de

piraten chauffeur gitaar piloot kilometer

4 Maak samengestelde woorden. een paal die het aantal kilometer aangeeft = een een chauffeur die met een taxi rijdt =

een

een kapitein van een boot op zee =

een

een gitaar om de lage bastonen te spelen = een

kilometerpaal taxichauffeur zeekapitein basgitaar

En nu zonder hulp: een kreeft uit een rivier =

een

een restaurant in een oude hoeve =

een

een pak om mee te skiën =

een

rivierkreeft hoeverestaurant skipak

5 Schrijf in het enkelvoud of in het meervoud. enkelvoud

meervoud

een piloot

veel ________________________________________________________

een gitaar

veel ________________________________________________________

een chauffeur

veel ________________________________________________________

een ____________________________________________

veel minuten

een rivier

veel ________________________________________________________

een dinosaurus

veel ________________________________________________________

een ____________________________________________

veel piraten

een olifant

veel ________________________________________________________

minuut piraat

piloten gitaren chauffeurs

rivieren dinosaurussen olifanten

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 5 op blz. 58. 14


Woordpakket 6

1

precies

koninklijk

de vrijwilliger

december

het cijfer

centrale

ongelooflijk

de citroen

gruwelijke

de centimeter

puntige

de cirkel

de centen

merkwaardige

het proces

aanvankelijk

de cinema

de cel

grondig

het winkelcentrum

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als rustig(e)

5

woorden net als heerlijk(e)

grondig merkwaardige puntige vrijwilliger

aanvankelijk gruwelijke ongelooflijk koninklijk woorden net als cent

cel centen cijfer precies centimeter cirkel c uitgesproken als s

15

6

21

december proces centrale cinema citroen winkelcentrum


2

Vul de passende woorden in. een cinema – het winkelcentrum

het winkelcentrum

In

een cinema

is er ook

grondig – de vrijwilliger

De vrijwilliger het proces

Op

de cirkel – centimeter De diameter van

gruwelijke

kwamen

de cirkel

koninklijk

ongelooflijk

paleis is

3 Maak met de volgende woorden een zin. cel:

.

feiten aan het licht.

centimeter

meet vijf

ongelooflijk – koninklijk Het

grondig

doet zijn werk erg

het proces – gruwelijke

.

.

mooi.

eigen invulling

cinema: december: 4 Vul in: ig of lijk.

Schrijf het woord op

lijk gruwe lijk punt ig aanzien lijk ongeloof lijk persoon lijk aartsle

aartslelijk gruwelijk puntig aanzienlijk ongelooflijk persoonlijk

ig grillig koninklijk konink lijk nieuwsgier ig nieuwsgierig grondig grond ig aanvanke lijk aanvankelijk machtig macht ig grill

5 Rangschik de woorden alfabetisch. volledig – centrum – carnaval – voornamelijk – cola

carnaval volledig

centrum voornamelijk

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

3

cola

______________________________________________________

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 6 op blz. 58. 16


Werkwoorden in de v.t. (1) Het gebeurt nu: Het gebeurde vroeger: 1

Schoolmopje

tegenwoordige tijd (t.t.) verleden tijd (v.t.)

A. Onduidelijk

B. Onduidelijk

Tijdens een proefwerk betrapte de leraar Piet herhaaldelijk op spieken. Hij bulderde: “Dat was nu al voor de derde keer dat ik je naar andermans blad zag kijken!” “Ik kon er niets aan doen, meester, hij schreef zo onduidelijk!”

Tijdens een proefwerk betrapt de leraar Piet herhaaldelijk op spieken. Hij buldert: “Dat is nu al voor de derde keer dat ik je naar andermans blad zie kijken!” “Ik kan er niets aan doen, meester, hij schrijft zo onduidelijk!”

Het gebeurde ____________________________________________________

vroeger

Het gebeurt ____________________________________________________

verleden

_______________________________________________________________________

2

35

Nog mopjes A. Verleden tijd

tijd

nu

tegenwoordige

_______________________________________________________________________

Huiswerk niet gemaakt

tijd

B. Tegenwoordige tijd

krijgt

Als huiswerk kreeg de klas de volgende

Als huiswerk ___________________ de klas de volgende

rekenopgave: ‘Een wandelaar liep

rekenopgave: ‘Een wandelaar ___________________

5 km per uur. Hoe lang deed hij over

5 km per uur. Hoe lang ___________________ hij over

12,5 km?’

12,5 km?’

De volgende dag haalde de meester de

De volgende dag ___________________ de meester de

doet

loopt

schriften op. Wim had zijn huiswerk

haalt schriften op. Wim heeft

niet gemaakt en de meester vroeg

niet gemaakt en de meester ____________________________

waarom. Het antwoord luidde: “Mijn

waarom. Het antwoord ___________________

vader was nog onderweg, meester!”

vader ____________ nog onderweg, meester!”

A. Verleden tijd

___________________

vraagt luidt : “Mijn

is

Aantal dagen

zijn huiswerk

B. Tegenwoordige tijd

“Hoeveel dagen zijn er in een maand?”,

“Hoeveel dagen zijn er in een maand?”,

vroeg de juf.

________________________

“Veel te weinig zondagen en verlofdagen”,

“Veel te weinig zondagen en verlofdagen”,

antwoordde Anke.

__________________________________________

vraagt

de juf.

antwoordt

Anke.

Mopjes uit ‘1001 superleuke schoolmoppen’

17


3 Schrijf de persoonsvorm van elke zin op.

Kruis aan of de persoonsvorm in de t.t. of v.t. staat. persoonsvorm (ja-neevraag) Robby hangt het schilderij aan de muur.

t.t.

x

hangt vroegen huilde heeft werden is

De kinderen vroegen nieuw speelgoed. De jongen huilde van de pijn. Mijn mama heeft mij goed geholpen. Bij het kampvuur werden leuke verhalen verteld. Het vervallen huis is al honderd jaar oud.

v.t.

x x x x x

4 Schrijf de infinitief op.

Kruis aan: klankverandering of geen klankverandering.

pv. in de v.t.

infinitief (ik zal …)

(Lisa) zocht

zoeken worden lachen vallen wassen zeggen

(wij) werden (Arne) lachte (oma) viel (Lara) waste (papa) zei

geen klankverandering klankverandering

x x x x x x

5 Omcirkel in elke zin het onderwerp.

Schrijf de persoonsvorm in de juiste kolom. stam + de(n)

praatte

Sam / praatte / veel te luid. De meisjes / wandelden / rustig naar de overkant. De jongen / antwoordde / met een mooie zin.

wandelden antwoordde maakten vluchtte

Onze buren / maakten / een boomhut in hun tuin. / Vluchtte / de dief in de richting van het bos? Het huis / brandde / gisteren volledig af. Wij / wachtten / tot de bus ons kwam halen.

stam + te(n)

brandde wachtten 18


Werkwoorden in de v.t. (2)

Is er klankverandering? NEE

JA

stam + de (n)

stam + te (n)

Hij antwoordde. Wij speelden.

Ik trachtte. Jullie werkten.

Doe gewoon. Bv. liep werd vonden

1 Schrijf de persoonsvormen met klankverandering. infinitief (ik zal …)

bleef

blijven Ik

drie dagen in het ziekenhuis.

liep tegen een paal. scheen schijnen De zon de hele dag. zaten zitten Vorig jaar we in het vierde leerjaar. Vond vinden jij niet direct een balpen? stonden staan De fietsen nog buiten. zwom zwemmen Pieter moeiteloos naar de overkant. reed rijden Die motor te snel in de bocht. gaven geven Mijn ouders me € 10 voor mijn verjaardag. bezocht bezoeken Onze klas het Gravensteen in Gent. lopen

Mijn broer

2 Schrijf de persoonsvormen zonder klankverandering. infinitief (ik zal …) pakken gooien horen wachten stoppen vluchten redden vertellen starten antwoorden 19

stam (ik …)

pak gooi hoor wacht stop vlucht red vertel start antwoord

Zus

pakte

mijn snoepje.

gooiden met geld. hoorde Opa ons niet roepen. wachtten Wij op het pleintje. Stopte de bus niet? vluchtte Hij naar buiten. redde Papa het vogeltje. vertelde Ik een verhaaltje. startten Onze auto’s niet. antwoordde Sara niet. Die kerels


3 Schrijf de persoonsvormen met klankverandering. infinitief (ik zal …) beginnen Ward het boek te lezen. laten

De slager

kijken Wij worden Yamina gaan

De speler

denken Ik trekken

De mannen

zitten Jana

begon liet zijn mes vallen. keken naar buiten. werd kletsnat. ging vlug naar binnen. dacht veel aan mijn vrienden. trokken aan het touwtje. zat op het bed van haar broertje.

4 Schrijf de persoonsvormen zonder klankverandering. infinitief stam (ik zal …) (ik …) lachen praten doden proberen bewaken spurten dansen vermoorden

lach praat dood probeer bewaak spurt dans vermoord

me een bult. lachte Jordy over zijn hobby. praatte Onze poes een klein vogeltje. doodde Emma probeerde de oefening te maken. De agenten bewaakten de ingang. De atleet naar de overwinning. spurtte De vrouw op de muziek. danste De daders vermoordden de man met een mes. Ik

5 Schrijf in de verleden tijd.

Let op: de persoonsvormen met en zonder klankverandering staan nu door elkaar!

infinitief (ik zal …) vertrekken Jullie

veel te laat. vertrokken bellen Onze buur de politie. belde landen De helikopter op het voetbalveld. landde zuchten De kinderen omdat het zo moeilijk was. zuchtten schrijven Oom een brief vanuit Spanje. schreef binden je de hond goed vast? Bond snappen Ik de oefening niet. snapte zoeken Wij naar de schat. zochten liggen Brutus op de mat voor de deur. lag schreeuwen Het kind om hulp. schreeuwde 20


Werkwoorden in de v.t. (3) 1 Neem je werkwoordschema.

Schrijf correct op wat de leerkracht dicteert. 1 Jij 2 Wij 3 De auto 4 De maan

dronk hoorden botste stond

zeker te veel cola? het nieuws via de radio.

5 Ik / heb / wel twee uur op jou

tegen die paal. hoog aan de hemel.

gewacht

.

antwoordde niet op mijn vraag! hing 7 Het schilderij aan de muur. verwachte 8 Het telefoontje / kwam / er eindelijk aan. praatten 9 Jullie vanmorgen weer te luid. draaide 10 De pottenbakker een prachtige vaas. 6 Jij

2 Vul in.

Gebruik je werkwoordschema. Let op: Je moet niet altijd een persoonsvorm invullen!

infinitief (ik zal …) raden

De vrouw

roken

De man

gebeuren

Het ongeval / is / vorige nacht

raadde rookte

het antwoord. af en toe een sigaar.

gebeurd

.

liet het touw los. belandden belanden De jongens in de sloot. starten De atleten veel te vroeg. startten bevrijdde bevrijden De brandweerman alle inwoners. vergrote vergroten Ik / wil / graag een foto. bereed berijden Wie dat paard? breide breien Mijn oma een prachtige sjaal. versmalde versmallen De weg / zorgde / voor files. Bood bieden jij je excuses aan? laten Hij

21


3 Vul de juiste vorm in. infinitief pv. in de verleden tijd (ik zal …) verdwalen Ik zoeken kussen bemesten studeren glijden bloeden zuchten beginnen snappen

geen pv.

verdwaalde zochten Wij kusten Jullie Hij bemestte Pa studeerde De auto gleed Ik bloedde zuchtten Wij Het spel begon Hij snapte

verdwaald . gezocht Wij hebben . Zij hebben niet . gekust De boer heeft . bemest Ik heb gestudeerd . Jullie hebben gegleden . Hij heeft gebloed . gezucht Ik heb luid . Zij waren begonnen . De gesnapte dief is er. Jij was

het.

4 Schrijf de juiste vorm in de verleden tijd. infinitief (ik zal …) schieten De mannen

schoten

zeilen

Deze twee avonturiers

schepte

scheppen Ik worden

Midden in de nacht

verspreiden Het gerucht feesten

de wereld rond.

water uit de zee.

werd verspreidde

verwachtte gekwetste

Kamiel en Arthur

hij wakker. zich erg snel.

gefeest

.

hij helemaal niet.

geroeid

Wij / hebben / tegen de stroom in

kwetsen De verlangen

zeilden

De supporters / hebben / dagenlang

verwachten Dat roeien

met hun geweren.

.

speler / was / drie maanden buiten strijd.

verlangden

naar nieuwe avonturen.

5 Schrijf de zinnen in de verleden tijd.

Vervang enkel de persoonsvorm. Papa tilt mij snel op. Zus smacht naar adem.

Ik help mijn moeder.

Wij forceren de deur.

Zij worden aan de kant geduwd.

Papa tilde mij snel op. Zus smachtte naar adem. Ik hielp mijn moeder. Wij forceerden de deur. Zij werden aan de kant geduwd. 22


Werkwoorden: alles door elkaar! 1 Neem je werkwoordschema.

Schrijf correct op wat je leerkracht dicteert.

drink

1 Ik

2 Wij / hebben / veel 3 De agenten

Bind

4

graag melk.

aan de kust. gewandeld bewaakten het gebouw. hem goed / vast / !

5 Vader / liet / de aardappelen 6 Mijn broer 7 8 De storm 9 De 10

Zocht

vindt

richtte gehaaste Bereidde

aanbranden

.

skateboarden niet leuk. jij dat boek gisteren? vorige week veel schade / aan / . man / reed / veel te snel. jouw zus het eten?

2 Kleur het passende bolletje.

Vul daarna de juiste vorm in. infinitief worden

Ik

bezeren

Hij

maken

misschien dierenarts. zich vorige week. direct je huiswerk!

De kampioen werd na afloop

berichten

De krant

antwoorden vertellen raden bestellen

23

word bezeerde Maak

huldigen gebeuren

pv. t.t.

zinnen

gehuldigd

.

berichtte gisteren over de match. Er hier weer veel. gebeurt Antwoord onmiddellijk op mijn vraag! Mijn opa heeft over vroeger . verteld Je nooit wie er komt! raadt De boeken zijn toegekomen. bestelde

pv. geen v.t. pv.


3 Noteer de juiste vorm.

Gebruik je werkwoordschema. infinitief tegenwoordige tijd roken

Ik

melden

Hij

zitten

Wij

feesten

Ik

oefenen

Hij

vallen

rook meldt zitten feest oefent Val

verleden tijd

rookte Wij meldden Ik zat Jullie feestten Oefende Zus viel

geen pv.

Hij

jij?

gerookt Ik heb het gemeld Wij hebben gezeten Jill heeft gefeest Ik moest oefenen de gevallen Zij heeft

jij?

Het onderwerp vind je door deze vraag te stellen: Wie of wat doet iets?

fiets

35

Het onderwerp kan in het enkelvoud of het meervoud staan. 4

Omcirkel het onderwerp. Noteer de juiste vorm van het werkwoord. Let op: Is het t.t., v.t. of is het geen pv.? verkleden

Verkleed

jij je soms als clown?

beantwoorden Hebben jullie alle vragen nestelen luiden schudden groeten verbranden ontwikkelen verkopen staan verplichten gebeuren

beantwoord

?

nestelde zich vorige week in die boom. luidt De klok elke middag. schudde Mijn opa gisteren de speelkaarten. groetten Vorige vrijdag wij jouw vader. Verbrand je niet! ontwikkelt de foto’s onmiddellijk. Deze firma verkochte cd’s worden niet omgeruild. De stond Het nieuws verleden week in de krant. verplichtte mij gisteren om thuis te blijven. De dokter gebeurd Wanneer is dat ongeval ? De vogel

24


Woordpakket 7

1

katholiek

de auto’s

Afrika

Londen

de methode

de camera’s

de papa’s

Antwerpen

Zwitserland

de ski’s

de dino’s

het thema

Europa

de thermometer

Limburg

de diploma’s

thuisblijven

de foto’s

de mama’s

de Ardennen

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als opa’s

auto’s camera’s papa’s ski’s

36

dino’s diploma’s foto’s mama’s

meervoud met ‘s: Na a, i, o, u, y enkel geschreven, schrijf je in het meervoud ‘s.

45

aardrijkskundige namen

Afrika Londen Antwerpen Zwitserland

Europa Limburg Ardennen

Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter.

22

woorden net als thee

katholiek methode thema 25

thermometer thuisblijven


2

Rangschik alfabetisch. Ardennen – thema – katholiek – Afrika – methode – Londen

Afrika Londen

Ardennen methode

katholiek thema

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

3 Hak de woorden eerst.

Plak ze daarna terug. thee katholiek thema thuisblijven thermometer methode

t h e e

katholiek thema thuisblijven thermometer methode

thee

katholiek thema thuisblijven thermometer methode

4 Maak er meer van.

één auto → drie

één camera → vijf

één ski → twee

één paraplu → vier één bureau → veel

auto’s camera’s ski’s paraplu’s bureaus

één diploma → twee

één café → veel

één pyjama → enkele

één papa → onze

één dino → een groep

diploma’s ’ cafes pyjama’s papa’s dino’s

5 Zet de zinnen in het meervoud. De jongen eet een lolly.

De jongens eten lolly’s. De dokter heeft een thermometer.

De dokters hebben thermometers. De man bestelt een pizza.

De mannen bestellen pizza’s. De juf kiest een nieuw thema voor WO.

De juffen kiezen nieuwe thema’s voor WO. Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 7 op blz. 59. 26


Woordpakket 8

1

’s avonds

de wraak

drieën

de ideeën

de feeën

’s Zomers

het wrak

’s nachts

’s Ochtends

de knieën

’t Is laat

de industrieën

wreed

’s middags

’s anderendaags

wrede

’s namiddags

tweeën

’s Morgens

‘s winters

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

37

woorden net als ‘s Ochtends

’s avonds ’s middags ’s Morgens ’s nachts ’s namiddags

’s Ochtends ‘s winters ’s Zomers ’s anderendaags ’t Is laat

apostrof Op de plaats waar je letters weglaat, schrijf je een ‘ (apostrof). Bij het begin van een zin schrijf je de hoofdletter bij het eerste volledige woord. woorden net als wrat

wraak wrede woorden net als knie - knieën 38

.. industrieen .. knieen .. drieen

meervoud met trema: klemtoon ligt op ie → ën geen klemtoon op ie → ¨n 27

17

wrak wreed woorden net als zee - zeeën 39

.. feeen .. ideeen .. tweeen

meervoud met trema: ee op het einde → ën


2

Zoek het passende woord in je woordpakket. Gebruik geen hoofdletters.

’s morgens in de winter ‘s winters tussen de middag ’s middags in de namiddag ’s namiddags het is laat ’t is laat elke morgen

de andere dag tijdens de ochtend elke nacht tijdens de zomer elke avond

’s anderendaags ’s ochtends ’s nachts ’s zomers ’s avonds

3 Hak de woorden eerst.

Plak ze daarna terug. wrat wrak wreed wraak

w r a t

wrak wreed wraak

wrat

wrak wreed wraak

4 Kijk naar het voorbeeld.

Doe hetzelfde met de andere zinnen. Het regent weer pijpenstelen.

→ ’t Regent weer pijpenstelen.

’s Ochtends eet ik broodjes. In de zomer gaan wij fietsen. → ’s Zomers gaan wij fietsen. Het is tijd om naar huis te gaan. → ’t Is tijd om naar huis te gaan. Het wordt vandaag mooi weer. → ’t Wordt mooi weer. Elke ochtend eet ik broodjes.

5 Schrijf correct met een trema.

Pas de regels toe.

een genie – drie

met twee – met z’n met drie – met z’n de fantasie – grote de bacterie – veel

.. genieen .. tweeen .. drieen .. fantasieen .. bacterien

een fee – lieve

de braderie – twee

de lelie – een bos

een idee – enkele

de categorie – veel

.. feeen .. braderieen .. lelien .. ideeen .. categorieen

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 8 op blz. 59. 28


Woordpakket 9

1

de advocaat

de controle

de liaan

het aanbod

de finale

de camera

het materiaal

direct

gemiddeld

de caravan

juli

perfecte

het losgeld

de pralines

het carnaval

de seconden

het stopcontact

speciaal

het coma

de titel

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

20

woorden net als fabrikant

finale juli

pralines titel woorden net als materiaal

liaan materiaal

23

speciaal 24

woorden net als cola

advocaat camera caravan carnaval coma

controle perfecte seconden stopcontact direct

c uitgesproken als k woorden net als hond

aanbod d of t? Maak het woord langer. 29

gemiddeld

32

losgeld


2

Onderstreep de woorden zoals fabrikant. Omcirkel de woorden zoals materiaal. Schrijf ze op. Deze pralines zien er echt heerlijk uit. Die aap slingert aan een liaan van de ene naar de andere boom. Uit welk materiaal is dit muziekinstrument gemaakt? In juli en augustus gaan veel mensen op reis naar Griekenland. Kijk jij volgende zaterdag niet naar de finale? Ik kom speciaal voor de lieve diertjes. Kennen jullie de titel van dit triestige boek?

3

pralines liaan materiaal juli finale speciaal titel

Vul de passende woorden in. advocaat – carnaval

carnaval

Met

advocaat

waren we verkleed als

.

direct – de controle Na

de controle

kregen we

direct

onze koffers terug.

seconden – een coma

seconden

Hij ontwaakte enkele

geleden uit

een coma

.

camera – het stopcontact

camera

Ik steek mijn

in

het stopcontact

om op te laden.

caravan – perfecte

perfecte

We hebben eindelijk de

caravan

gevonden.

4 Vul in: d of t.

Schrijf het woord op. gemiddel

d =

t graskan t boomhu t vierkan

= = =

gemiddeld vierkant graskant boomhut

d = tuinpa d = aanbo d = verbo d = losgel

losgeld tuinpad aanbod verbod

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 9 op blz. 60. 30


Woordpakket 10

1

de bioscoop

de moeilijkheden

de radio

de middeleeuwen

de diamanten

de periode

het bewustzijn

bestrijden

de materialen

nieuwsgierig

de studio

de blijdschap

het podium

speciale

(het) lijden

de riolen

moeizaam

de nieuwslezer

via

(het) ongelijk

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

23

woorden net als radio

bioscoop radio diamanten periode

studio podium via

riolen speciale materialen

12

woorden net als blij

bestrijden bewustzijn

blijdschap lijden

ongelijk

2, 3

woorden als groei, leeuw, nieuw oei

eeuw

ieuw

moeilijkheden moeizaam

middeleeuwen

nieuwsgierig nieuwslezer

Opgelet: • Bij oei hoor je een j, maar je schrijft een i. • Bij eeuw en ieuw schrijf je een u voor de w.

31


2

Rangschik alfabetisch. radio – diamanten – materialen – podium – speciale – riolen

3

diamanten radio

materialen riolen

podium speciale

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

Vul in. via – periode – ongelijk – bioscoop – studio – lijden Om naar Zuid-Frankrijk te gaan, rijden we Wij gaan vanavond een film bekijken in de Om hem niet te laten In deze

lijden

periode

via bioscoop

Luxemburg. .

, gaf de dokter hem een spuitje.

van het jaar kan het erg koud zijn.

Deze uitzending wordt rechtstreeks uitgezonden vanuit Het was ‘n mooi optreden. De afwezigen hadden weer eens

studio ongelijk

vier. .

4 Vul aan met ij, oei, eeuw of ieuw.

Schrijf de woorden op.

oei lijkheden = n ieuw sgierig = ij n = bewustz n ieuw slezer = m oei teloos = middel eeuw en = m oei zaam = eeuw igheid = ij den = bestr sportn ieuw s = m

moeilijkheden nieuwsgierig bewustzijn nieuwslezer moeiteloos middeleeuwen moeizaam eeuwigheid bestrijden sportnieuws

5 Maak een goede zin. boeiend:

eigen invulling

stadion:

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 10 op blz. 60. 32


Woordpakket 11

1

Amerika

de aardbol

Frankrijk

de horizon

de dino

de kannibalen

het bloedspoor

grijnst

de familie

doodgewoon

het kilo

krijste

februari

de kinesist

de noodlanding

kogelvrije

prima

de lijfwachten

de figuur

de wereldoorlog

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

11

woorden net als fabrikant

Amerika dino familie februari figuur

horizon kannibalen kilo kinesist prima 12

woorden net als blij

Frankrijk grijnst krijste

kogelvrije lijfwachten

32

woorden net als hond

aardbol bloedspoor doodgewoon d of t? Maak het woord langer.

33

noodlanding wereldoorlog


2

Onderstreep de woorden zoals fabrikant. Omcirkel de woorden zoals blij. Schrijf ze op. De lijfwachten dragen kogelvrije vesten. De kinesist gaat in februari op reis naar Amerika. Onze familie vindt het prima vertoeven in Frankrijk. Op de poster staat een dino die grijnst.

lijfwachten kogelvrije kinesist februari Amerika

familie prima Frankrijk dino grijnst

3 Maak samengestelde woorden. aard

bloed

dood

wereld oorlog aard beving wereld kampioen bloed gever dood simpel wereld beroemd

wereld

aard bol nood landing nood uitgang

nood

bloed spoor dood gewoon bloed neus

4 Schrijf eerst het meervoud op.

Vul daarna de ontbrekende letter aan: d of t.

d → twee een pren t → mooie een verban d → brede mijn hem d → nieuwe het gedich t → leuke een hoe d → vier de haar d → open een vrien d → onze de plan t → groene het krui d → giftige een werel

werelden prenten verbanden hemden gedichten hoeden haarden vrienden planten kruiden

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 11 op blz. 60. 34


Herhaling werkwoorden De persoonsvorm vind je door van de zin een ja-neevraag te maken. De persoonsvorm staat dan altijd vooraan.

35

1 Kleur in elke zin het vakje met de persoonsvorm. Onze vrienden hebben een nieuwe tv gekocht. De volgende ochtend werd de dader urenlang ondervraagd. Wij konden gisteren jammer genoeg niet gaan zwemmen. De gevallen vaas is in duizend stukken gebroken. De vergrote foto moet aan de geschilderde muur hangen. 2 Kleur:

- groen = pv. in de tegenwoordige tijd. - geel = pv. in de verleden tijd met klankverandering. - blauw = pv. in de verleden tijd zonder klankverandering. En daar verscheen het spook. Eerst hing het in de boom als een stuk wasgoed. Toen kwam het dichterbij. Oene kon zien dat het het ogen had, zielige ogen. Het spook was zo klein als een kind van drie jaar. Het fladderde even heen en weer voor het open raam. Toen vloog het naar binnen. Stomverbaasd keek Oene toe. Het spook zweefde door de klas. Het bleef voor het zwarte bord hangen. Een echt spook, dacht hij. Daar hoor je bang voor te zijn. Maar Oene vindt hem alleen maar zielig. Toen werd er driftig op het raam getikt. Een man met een baard maakte gebaren. (…) (Uit: De Heksensteen, Leonie Kooiker)

3 Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen.

Omcirkel het onderwerp.

De jongens doorkruisen het bos in allerlei richtingen. Misschien moet je de gevonden fiets aan de politie geven. De boswachter heeft de stropers onmiddellijk weggejaagd. De hond liep blaffend achter zijn baasje aan.

4 Noteer de stam van de werkwoorden.

35

infinitief

verdwalen

ik

begroeten

ik

stam

verdwaal begroet

infinitief rijden ik storen ik

stam

rijd stoor


5 Noteer de persoonsvorm in de t.t. en v.t.. infinitief

zin

tegenwoordige tijd

verleden tijd

bestuurt kweekt vermoord zendt pleit

bestuurde kweekte vermoordde zond pleitte

besturen

Vader …… de wagen.

_________________________________________

_________________________________________

kweken

Boer Joris …… uien.

_________________________________________

_________________________________________

Ik …… niemand.

_________________________________________

_________________________________________

zenden

Zus …… een berichtje.

_________________________________________

_________________________________________

pleiten

Hij …… onschuldig.

_________________________________________

_________________________________________

vermoorden

6 Neem je werkwoordschema.

Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen. Noteer daarna de correcte vorm.

geblust

blussen

Het vuur werd heel snel

beloven

Mijn ouders hebben een nieuw huisdiertje

verheugd geposte

verheugen Ik was posten

De

.

beloofd

.

dat je wilde komen. brieven zijn spoorloos verdwenen.

uitstappen In het station van Antwerpen ben ik

uitgestapt

.

7 Omcirkel het onderwerp in de zinnen.

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord. Let op: is het t.t., v.t. of is het geen pv.?

liet gisteren een glas vallen. verzorgde verzorgen De hond is helemaal hersteld. ontmoetten ontmoeten Wij de kunstenaar vorig weekend. vindt vinden Je broer de regels van dit spel niet meer. Verwachtte verwachten jij gisteren ook een telefoontje? Kleed kleden je onmiddellijk aan! passeert passeren De bus straks voorbij onze school. bezeerd bezeren Ze heeft zich aan haar knie . hechtte hechten De dokter eergisteren de wonde. sport sporten De jeugd van tegenwoordig niet genoeg. laten

Vader

36


Woordpakket 12

1

automatisch elektrische de activiteit

de huwelijksreis

kwijtgeraakt

volhouden

het pleistertje

de praktijk

(het) vertrouwen

de actualiteit

magische

fantastisch

historisch

het weekeinde

tegelijkertijd

technische

de kwaliteit

telefonisch

de universiteit

praktisch

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als Belgisch(e)

automatisch fantastisch historisch praktisch

7

telefonisch elektrische magische technische 8

woorden net als kwaliteit

activiteit actualiteit

kwaliteit universiteit 11, 12, 14

woorden als trein, blij, kous ei

ij

ou

huwelijksreis pleistertje weekeinde

kwijtgeraakt praktijk tegelijkertijd

volhouden vertrouwen

Woorden met ei en au moet je onthouden.

37


2

Vul in: isch of teit. Schrijf het woord op.

isch automatisch technisch techn isch activiteit activi teit fantast isch fantastisch universi teit universiteit magisch mag isch automat

teit kwaliteit telefon isch telefonisch histor isch historisch actuali teit actualiteit prakt isch praktisch elektrisch elektr isch

kwali

3 Vul in: ei of ij.

Schrijf het woord op kw

ij

tspelen

ei nde prakt ij kles kapit ei n ondersch ei d week

kwijtspelen weekeinde praktijkles kapitein onderscheid

ij d tegelijkertijd activiteit activit ei t reisbureau r ei sbureau kogelvrije kogelvr ij e blijdschap bl ij dschap tegelijkert

4 Schrijf de cursieve woorden met ische. Dat laatste optreden was fantastisch.

Hij betaalt liever elektronisch.

De voetballer is technisch heel goed.

fantastische elektronische technische humoristische

Dat nieuwe programma was heel humoristisch. →

5 Vul in: au of ou.

Schrijf het woord op

ou ou au ou au

volhouden trouwens tr wens tomatisch automatisch vertr wen vertrouwen auteur teur volh

den

au ou au au ou

appl

s

groot

ders

rest

rant

tootje

toesch

wers

applaus grootouders restaurant autootje toeschouwers

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 12 op blz. 61. 38


Woordpakket 13

1

de aanwezigheid

de advertentie

de dankbaarheid

de combinatie

de hoeveelheid

de werkelijkheid

het station

de actie

de prestatie

de vakantie

de waarheid

de politie

de moeilijkheid

de demonstratie

de veiligheid

de operatie

de informatie

de snelheid

de schoonheid

de directie

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als waarheid

aanwezigheid dankbaarheid hoeveelheid moeilijkheid schoonheid

9

snelheid veiligheid waarheid werkelijkheid

woorden net als politie

actie advertentie combinatie demonstratie directie

informatie operatie politie prestatie vakantie woorden net als station

station

39

25

26


2

Leid de woorden op heid af van het schuin gedrukte woord.

. snelheid Er was veel volk aanwezig. Er was een grote aanwezigheid . Het publiek was erg dankbaar. Ze toonden hun dankbaarheid Een fluojasje is heel veilig. Het vergroot je . veiligheid Is het echt waar? Ja, dat is de . waarheid De natuur is hier echt schoon. Geniet van de schoonheid . Ik weet niet juist hoeveel. Weet jij de juiste hoeveelheid ? De oefening was moeilijk. Er was een hoge moeilijkheid . Hij reed heel snel. Hij reed met hoge

3

.

Kies uit: advertentie – combinatie – actie – prestatie – vakantie – politie – demonstratie – operatie – informatie – directie – station Ik zoek

informatie

Op het perron van dit De

directie

over dieren voor mijn spreekbeurt.

station

wacht ik op mijn trein.

van onze school heeft een mooi bureau.

In juli en augustus hebben we twee maanden Die man ligt in het ziekenhuis na een De

politie

. .

doet dit weekend alcoholcontrole.

advertentie

In de krant staat een

van die nieuwe winkel.

combinatie

Een ijsje met chocoladesaus is een goede Toen de regisseur ‘

vakantie operatie

actie

.

’ riep, begonnen de acteurs te spelen.

demonstratie van kookpotten. prestatie Zij wonnen die wedstrijd met 2-0, dat was een hele . Vanavond gaat papa naar een

4 Vul de woorden aan met heid of tie. Schrijf op.

heid = acroba tie = boos heid = zacht heid = na tie = werkelijk

werkelijkheid acrobatie boosheid zachtheid natie

tie = kleinig heid = wijs heid = trakta tie = jaloers heid = presta

prestatie kleinigheid wijsheid traktatie jaloersheid

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 13 op blz. 61. 40


Woordpakket 14 de middellijn

de verschijning

de uitbreiding

bijzondere

misschien verrukkelijk bescheiden verraden

1

bijhouden

de seizoenen

tijdelijk

onmiddellijk

de eigenschap

het koninkrijk

de verrassing

Parijs

de mijnen

de bijzonderheid

noch

de neiging

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. medeklinkercombinaties in moeilijke woorden

middellijn misschien onmiddellijk verraden

27

verrassing verrukkelijk noch koninkrijk

woorden net als bijzonder

bijzondere

28

bijzonderheid woorden net als trein

bescheiden eigenschap neiging

11

seizoenen uitbreiding

Woorden met ei moet je onthouden.

12

woorden net als blij

bijhouden Parijs mijnen 41

tijdelijk verschijning


2

Vul in: ei of ij. besch n

3

ei

den Par

ei ging

ij

s versch

ei genschap t ij

ij

ning uitbr

delijk s

ei

ei

ding m

zoenen b

ij nen ij houden

Vul in: ver of bij. Schrijf het woord op.

ver schijning verschijning bij houden bijhouden bij zonderheid bijzonderheid

bij zondere bijzondere ver rukkelijk verrukkelijk ver rassing verrassing

4 Hak de woorden eerst.

Plak ze daarna terug. tijdelijk

t i j d e l i j k

middellijn

middellijn misschien onmiddellijk koninkrijk

misschien onmiddellijk koninkrijk

5 Maak een zin met deze woorden. commissaris:

tijdelijk

middellijn misschien onmiddellijk koninkrijk

eigen invulling

onmiddellijk: juffrouwen:

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 14 op blz. 61. 42


Woordpakket 15

1

de afwezigheid

de lawine

de verlegenheid

de hoofdfiguur

het kapitaal

de wijsheid

de voorzichtigheid

de liter

de alinea

de zekerheid

de bikini

de nieuwsgierigheid

de politieagent

de gezondheid

de kritiek

het artikel

de sirenes

de Vikings

de eenzaamheid

de bivakmuts

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als waarheid

afwezigheid eenzaamheid gezondheid nieuwsgierigheid

9

verlegenheid voorzichtigheid wijsheid zekerheid

woorden net als fabrikant

alinea artikel bikini bivakmuts hoofdfiguur kapitaal

43

20

kritiek lawine liter politieagent sirenes Vikings


2

Zoek in het woordpakket een woord op heid. het niet-aanwezig zijn

→ de

zaak die zeker is

→ de

geleerdheid

→ de

alles willen weten

→ de

zich verlaten voelen

→ de

afwezigheid zekerheid wijsheid nieuwsgierigheid eenzaamheid voorzichtigheid gezondheid verlegenheid

wat ongelukken voorkomt → de

3

lichamelijk in orde zijn

→ de

wat maakt dat je bloost

→ de

Rangschik de woorden alfabetisch. bikini – alinea – bivakmuts – sirenes – artikel – Vikings

alinea bivakmuts

artikel sirenes

bikini Vikings

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

4 Zoek een woord in je woordpakket dat rijmt. gieter verhaal muur

liter kapitaal hoofdfiguur

piek cent

turbine

kritiek politieagent lawine

5 Maak samengestelde woorden.

Schrijf op.

sneeuw •

• artikel

politie •

• lawine

hoofd •

• wagen

start •

• plaats

bivak •

• kapitaal

sneeuwlawine politiewagen hoofdartikel startkapitaal bivakplaats

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 15 op blz. 61. 44


Woordpakket 16

1

het café

Nieuw-Zeeland

afhankelijk

dergelijke

Sint-Truiden

letterlijke

Noord-Amerika

begrijpelijk

lichamelijk

persoonlijke

Oost-Vlaanderen

privé

West-Europa

uiterlijk

schriftelijke

Sint-Niklaas

de cafés

Vlaams-Brabant

vermoedelijk

West-Vlaanderen

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als heerlijk(e)

afhankelijk begrijpelijk lichamelijk uiterlijk schriftelijke

vermoedelijk dergelijke letterlijke persoonlijke woorden net als café

cafe,

6

cafes,

prive,

woorden net als Oost-Vlaanderen

Nieuw-Zeeland Noord-Amerika Oost-Vlaanderen

29

40

West-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Europa

Je schrijft een koppelteken bij samengestelde aardrijkskundige namen. woorden net als Sint-Niklaas

Sint-Niklaas

Sint-Truiden

Je schrijft een koppelteken bij samenstellingen met Sint.

45

40


2

Vul de klinkers in. Vul het juiste woord in de zin in.

a ‘e

c . f . In deze straat zijn er veel

i ‘e

‘ cafes

c . f . s .

Elke zondag gaan wij naar een gezellig Dit stukje bos is niet openbaar, maar Wij wonen recht tegenover een

a ‘e

pr . v .

cafe‘

cafe‘ prive‘

. . waar veel lawaai is.

3 Vul in: lijk of elijk.

Schrijf het woord op.

lijk letter lijk e begrijp elijk persoon lijk e uiter

uiterlijk letterlijk begrijpelijk persoonlijk

elijk schrift elijk e lichamelijk derg elijk e afhank

afhankelijk schriftelijk lichamelijk dergelijk

4 Schrijf de woorden op de juiste plaats. Nieuw-Zeeland – Sint-Truiden – West-Vlaanderen – Sint-Niklaas – Vlaams-Brabant – Zuid-Korea

stad

provincie

land

Sint-Truiden Sint-Niklaas

Vlaams-Brabant West-Vlaanderen

Nieuw-Zeeland Zuid-Korea

5 Schrijf de zin met hoofdletters waar nodig. mijn neef verhuist naar sint-gillis.

Mijn neef verhuist naar Sint-Gillis. er zit veel volk in het café nieuw-brussel.

Er zit veel volk in het cafe‘ Nieuw-Brussel. Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 16 op blz. 62. 46


Woordpakket 17 de basis

briljant

de Onze-Lieve-Vrouwekerk

de toeristen het circuit

middelbare

het miljoen

het concert het dictee

de wetenschapper het Onze-Lieve-Vrouwebeeld

de minister circa

het programma

het circus

1

de directrice

de commissaris de apparaten

gratis de discussie

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als vis

basis briljant commissaris

10

dictee discussie gratis

miljoen minister toeristen 30

woorden net als circus

circa circuit

circus concert

directrice

woorden net als Onze-Lieve-Vrouwekerk

Onze-Lieve-Vrouwekerk

Onze-Lieve-Vrouwebeeld

Apen zweven over muren. Zatte vette kippen stoppen bussen.

apparaten middelbare

programma wetenschapper

Verdubbelen en verenkelen: na een korte klank (a, e, i, o, u) verdubbel je. na een lange klank (aa, ee, oo, uu) verenkel je.

47

40

34


2

Werkwoorden. Vul de juiste vorm in. verdelen Bas wijzen Wout kruipen

verdeelt wijst

(t.t.) de aanstekers van zijn vader. (t.t.) iedereen zijn plaats, ver van elkaar.

kropen

Toen het avond werd,

rollen Wout beginnen Nu

rolde begint

(v.t.) ze in hun slaapzak.

(v.t.) zich in een komvormige vork. (t.t.) het lange wachten. (Uit: Wie wil Wubbe weg?, Ed Frank)

3 Plak de letters terug aan elkaar.

circa concert c o n c e r t directrice d i r e c t r i c e c i r c a

4

c i r c u s

c i r c u i t

circus circuit

Zoek de woorden. basis – briljant – commissaris – discussie – gratis – miljoen – minister – toeristen d

e = dictee

m

r =

g

s =

b

s =

t

n =

minister gratis basis toeristen

d

e =

c

s =

b

t =

m

n =

discussie commissaris briljant miljoen

5 Kort de woorden af. Onze-Lieve-Vrouwekerk

Onze-Lieve-Vrouwestraat  Onze-Lieve-Vrouwebeeld 

O.-L.-Vrouwekerk of O.L.Vrouwekerk O.-L.-Vrouwestraat of O.L.Vrouwestraat O.-L.-Vrouwebeeld of O.L.Vrouwebeeld

6 Vul in.

Schrijf het woord over.

t en m of mm progra mm a p of pp a pp artement a of aa oversl a pen e of ee w e reldd e len g of gg te g enli gg er t of tt

appara

apparaten programma appartement overslapen werelddelen tegenligger

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 17 op blz. 62. 48


Woordpakket 18

1

de apotheek

de automobilist

de acties

het casino

de fabrikant

thuis

de paasvakantie

het product

de heli

het festival

het theater

het insect

de kathedraal

juni

het politiekantoor

het klimaat

horizontaal

de club

de thee

de tractor

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

22

woorden net als thee

thuis apotheek

kathedraal theater

thee

20

woorden net als fabrikant

heli automobilist fabrikant

festival horizontaal

juni klimaat

25

woorden net als politie

acties

paasvakantie

politiekantoor

woorden net als cola

casino club c uitgesproken als k

49

insect product

24

tractor


2

Werkwoorden. Vul de juiste vorm in.

verschoven

verschuiven De onderste balken zijn ruiken Het haasten Mick vallen Hij duwen

ruikt haastte viel

.

(t.t.) er heerlijk zoet. (v.t.) zich gisteren uit het karretje. (v.t.) toen tegen een stapel koekblikken.

Willem heeft het karretje over de drempel van de Jamin

geduwd

.

(Uit: Willem is een weerwolf, Hermine Landvreugd)

3 Zoek een woord uit het woordpakket. een eigenaar van een fabriek verlofperiode rond Pasen groot muziekfeest, meestal in openlucht daar zijn pillen te koop dier met zes poten, en meestal ook vleugels uitkomst van een vermenigvuldiging het tegenovergestelde van verticaal motorvoertuig om op het veld te werken zaal voor toneel en muziek, schouwburg vereniging waar je sport kunt beoefenen

fabrikant paasvakantie festival apotheek insect product horizontaal tractor theater club

4 Hak de woorden eerst.

Plak ze daarna terug. thee

t h e e

kathedraal

kathedraal casino thuis acties

casino thuis acties

thee

kathedraal casino thuis acties

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 18 op blz. 62. 50


Woordpakket 19 de kerstdag

geërfd

het museum

Australië

de zakdoek

reële

het trapezium

voortdurend

(de) lichtjes

veertig

Italië

geëindigd

de herfstvruchten

zestig

geïnteresseerd

zachtjes

ontdekken Azië het laboratorium 1

de uitdrukking

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader. woorden net als België

Azie..

Australie.. .. geerfd .. geeindigd

woorden net als geërfd

Italie.. . geinteresseerd .. reele

41

42

Wanneer er na ge en be een e of i volgt, schrijf je een trema op de e of i. Je schrijft ook een trema op de e van reële.

woorden met bijzondere uitspraak

museum trapezium laboratorium veertig zestig zachtjes lichtjes

51

zakdoek kerstdag herfstvruchten ontdekken uitdrukking voortdurend

31


2

Werkwoorden. Vul de juiste vorm in. verdwijnen Meneer Wemel was uit het zicht verplichten Hij zwaaien Harry staan Ginny worden Harry

verplichtte zwaaide stond wordt

verdwenen .

(v.t.) Ron in de coupé te zitten. (v.t.) tot de trein een bocht maakte. (v.t.) een eindje verderop te praten. (t.t.) omringd door starende meisjes. Uit: Harry Potter en de Halfbloed Prins, J.K. Rowling

3 Schrijf de woorden uit het woordpakket die eindigen op:

4

eum

jes

museum

zachtjes lichtjes

Verbind de woorddelen. Schrijf de woorden op.

kerst •

• dekken

herfst •

ont •

• drukking

voort •

• vruchten

uit •

• dag

• durend

ig

veertig zestig

ium

trapezium laboratorium

kerstdag herfstvruchten ontdekken voortdurend uitdrukking

5 Schrijf de woorden op met een trema waar nodig. Azie beeindigd geopend geisoleerd geopereerd geasfalteerd

Azie .. .. beeindigd geopend . geisoleerd geopereerd geasfalteerd

.. geerfd .. reele reele Australie .. Australie .. Italie Italie .. Indier Indier . geinteresseerd geinteresseerd geerfd

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 19 op blz. 63. 52


Woordpakket 20 de casino’s

1

het avondmaal

actief

de cent

gefeliciteerd scoort

de kilo’s

centraal

de radio’s

de provincie

de cassette

de telefooncel

bliksemsnel

de piano’s

de centra

correct

de secretaris

de collega’s

de officier

decimaal

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

36

woorden net als opa’s

casino’s collega’s

kilo’s piano’s

radio’s

meervoud met ‘s: Na a, i, o, u, y enkel geschreven, schrijf je in het meervoud ‘s.

21

woorden net als cent

cent centra centraal

decimaal gefeliciteerd officier

provincie telefooncel

c uitgesproken als s

woorden net als cola

actief cassette

24

correct scoort

secretaris

c uitgesproken als k

woorden met een bijzondere uitspraak

avondmaal 53

bliksemsnel

31


2

Werkwoorden. Vul de juiste vorm in.

vergrendelde

vergrendelen Frankenzwein

(v.t.)

gisteren de kooi.

glundert verbaasd verbazen Hij kijkt viel vallen Maar Bonkers verwachtten verwachten Allen glunderen Nu

(t.t.) hij heel tevreden. om zich heen. (v.t.) nergens te bespeuren. (v.t.) dat ze hem hadden opgesloten. (Uit: De Monsters van Frankenzwein, Marc de Bel)

3

Rangschik alfabetisch. cent – secretaris – correct – centraal – scoort – decimaal

cent decimaal

centraal scoort

correct secretaris

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

4 Schrijf de woorden in het meervoud: ’s of s eraan vast. de kilo

 de

de radio

 de

het casino  de het dictee  de de garage  de de mini

 de

kilo’s radio’s casino’s dictees garages mini’s

de collega  de de premie  de de taxi

 de

de piano

 de

de pony

 de

het plateau  de

collega’s premies taxi’s piano’s pony’s plateaus

5 Maak samengestelde woorden. bliksem – avond – cel – cassette – officier – radio’s – centra – collega’s

centra werk collega’s auto radio’s onder officier koop

cel video cassette kerst avond isoleer

bliksem inslag

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 20 op blz. 63. 54


Woordpakket 21

1

de dirigent

het avondeten

de boogschutters

de cabine

profiteren

de pagina

studeren

tegenkomen

de ellende

overhalen

de kandidaat

de sigaretten

het uniform

de rapporten

de piloten

samenwonen

de video

telefoneren

de sigaar

daarentegen

Schrijf de woorden van het woordpakket in het juiste kader.

20

woorden net als fabrikant

cabine dirigent kandidaat pagina

piloten profiteren sigaar

sigaretten uniform video

34

Apen zweven over muren.

avondeten daarentegen overhalen

samenwonen studeren

tegenkomen telefoneren

Verenkelen: na een lange klank (aa, ee, oo, uu) verenkel je.

34

Zatte vette kippen stoppen bussen.

boogschutters

ellende

rapporten

Verdubbelen: na een korte klank (a, e, i, o, u) verdubbel je.

55


2

Werkwoorden. Vul de juiste vorm in.

duurde (v.t.) enige tijd. verbeeldde (v.t.) het zich dat het donker was. verbeelden Ze stond (v.t.) hoog aan de hemel. staan De maan schuiven Er waren wolkenflarden voor de maan geschoven . brengt brengen Juultje (t.t.) een zaklantaarn mee. duren Het

3

(Uit: Een bos vol spoken, Thea Beckman)

Onderstreep het woord net als fabrikant. Schrijf het op.

De agent draagt een mooi uniform.

Neem je boek op pagina twintig.

Je moet profiteren van het mooie weer.

Wie sigaretten rookt, leeft ongezond.

Graag uw applaus voor de dirigent!

uniform pagina profiteren sigaretten dirigent video piloten cabine kandidaat

Wij hebben nog een video van Doornroosje. De piloten zetten het vliegtuig aan de grond. Wij huren in de zomer een cabine aan zee. Nazif stelt zich kandidaat voor de verkiezing. 4 Schrijf de cursieve woorden in de juiste kolom.

woorden waarbij woorden waarbij je verenkelt je verdubbelt

Wij zullen straks een eind lopen. De piloten doen gekke stuntjes. Mijn grootvader eet graag lekkere koekjes. Op onze samenkomst maken we grappen. Ubi en Baran spelen te veel binnen. 5

lopen piloten grootvader samenkomst spelen

zullen gekke lekkere grappen binnen

Vul de ontbrekende letters in. Schrijf op.

mmen klimmen stud e ren studeren rapporten ra pp orten overh a len overhalen

m of mm kli e of ee p of pp a of aa

avondeten e ten o of oo tegenk o men tegenkomen t of tt boogschu tt ers boogschutters d of dd betre d en betreden e of ee avond

Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 21 op blz. 63. 56


Woordpakket 1 1

Rangschik de woorden alfabetisch. magie – zalige – namelijk – opdagen – hagedis – amuse

amuse namelijk

hagedis opdagen

magie zalige

1

______________________________________________________

2

______________________________________________________

3

______________________________________________________

4

______________________________________________________

5

______________________________________________________

6

______________________________________________________

Woordpakket 2 Hoofdletters gebruik je voor: - naam en voornaam - straatnaam - plaatsnaam - namen van (kerkelijke) feestdagen - aardrijkskundige namen 2

44, 45

Schrijf de zinnen over met hoofdletters en leestekens waar nodig. met pasen gaan we op vakantie naar oostenrijk

Met Pasen gaan we op vakantie naar Oostenrijk. in de kerkstraat in gent wonen de ouders van ellen

In de Kerkstraat in Gent wonen de ouders van Ellen. is stijn al eens aan de noordzee geweest

Is Stijn al eens aan de Noordzee geweest? Woordpakket 3 3

Herschrijf de zinnen met afkortingen. Iemand om de tuin leiden, dat wil zeggen iemand voor de gek houden.

Iemand om de tuin leiden, d.w.z. iemand voor de gek houden. We maken oefeningen op werkwoorden.

We maken oefeningen op ww. Vanavond komt er een mooie film op televisie.

Vanavond komt er een mooie film op tv. 57


Woordpakket 4 4

Rangschik de woorden van kort naar lang. eindeloos – farao – afgrijselijk – trouwens – granaat 1 2 3 4 5

farao granaat trouwens eindeloos afgrijselijk

Woordpakket 5 5

Maak met elk woord een goede zin.

eigen invulling

televisie:

limonade:

chauffeur:

Woordpakket 6 6

Maak een goede samenstelling. Schrijf het woord op. winkel •

• sap

citroen •

• cijfer

rapport •

• centrum

cirkel •

• ticket

kern •

• beweging

cinema •

• centrale

winkelcentrum citroensap rapportcijfer cirkelbeweging kerncentrale cinematicket 58


Woordpakket 7 45

Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 7

Maak een woordketting van aardrijkskundige namen. Antwerpen – Noordzee –

eigen invulling

Woordpakket 8 • meervoud met trema:  ee op het einde → ën

39

• meervoud met trema:  klemtoon ligt op ie → ën  geen klemtoon op ie → ¨n

38

• apostrof  Op de plaats waar je letters weglaat, schrijf je een ‘ (apostrof).  Aan het begin van een zin schrijf je de hoofdletter bij het eerste volledige woord.

8

Zoek drie woorden per moeilijkheid. knieën:

wrat: zeeën:

’s ochtends:

59

eigen invulling

36, 37


Woordpakket 9 9

Welk woord past niet in de rij? Schrijf op. liaan – materiaal – pralines – speciaal

stopcontact – aanbod – losgeld – gemiddeld

finale – speciaal – juli – titel – praline

advocaat – perfecte – controle – gemiddeld

pralines stopcontact speciaal gemiddeld

Woordpakket 10 10 Vul de passende woorden in.

de radio – de nieuwslezer

de radio

Op

maakte

de nieuwslezer

een vergissing.

vernieuwd – middeleeuwse Deze

middeleeuwse

burcht werd onlangs

vernieuwd

.

nieuwsgierig – de bioscoop Ik ben

nieuwsgierig

naar de nieuwste film in

de bioscoop

.

Woordpakket 11 11 Zoek het woord uit het woordpakket dat rijmt.

avontuur bizon domino verbranding

figuur horizon dino noodlanding

bloedspoor Amerika Afrika doodgewoon zoon nachten lijfwachten ivoor

60


Woordpakket 12 12 Geef de afleiding op isch.

automaat → probleem → techniek →

magie →

automatisch problematisch technisch magisch

telefoon →

praktijk →

elektriciteit →

historie →

telefonisch praktisch elektrisch historisch

Woordpakket 13

eigen invulling

13 Maak een zin met de volgende woorden.

vakantie – station

politie – actie

advertentie – veiligheid

Woordpakket 14 14 Welk woord uit het woordpakket past bij de omschrijving?

De Eiffeltoren vind je in

Parijs

.

De lente, zomer, herfst en winter zijn

seizoenen

onmiddellijk . koninkrijk België is een tijdelijk Voor even:

.

.

Nu:

.

Woordpakket 15 15 Geef de afleiding op heid.

afwezig → voorzichtig → verlegen → eenzaam → 61

afwezigheid voorzichtigheid verlegenheid eenzaamheid

zeker →

wijs →

gezond →

nieuwsgierig →

zekerheid wijsheid gezondheid nieuwsgierigheid


Woordpakket 16 16 Maak met elk woord een zin.

West-Europa

eigen invulling

café

schriftelijke

Sint-Niklaas

Woordpakket 17 17 Rangschik de woorden alfabetisch.

circuit – concert – commissaris – circus – circa

circa, circuit, circus, commissaris, concert

Woordpakket 18 18 Maak een goede samenstelling.

Schrijf het woord op

muziekfestival automobilist clubhuis huisapotheek politiekantoor

muziek •

• kantoor

auto •

• apotheek

club •

• festival

huis •

• huis

politie •

• mobilist

62


Woordpakket 19 19 Zoek vijf aardrijkskundige namen net als België.

eigen invulling

Woordpakket 20 20 Schrijf de woorden in de juiste kolom.

telefooncel – decimaal – scoort – secretaris – correct – officier – cassette – gefeliciteerd – actief – centraal

c uitgesproken als k

24

c uitgesproken als s

scoort secretaris correct cassette actief

telefooncel decimaal officier gefeliciteerd centraal

Woordpakket 21 21 Maak met elk woord een zin.

dirigent:

avondeten:

boogschutters:

63

eigen invulling

21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.