HO_Voorbeeldhoofdstuk_Praktisch btw-recht_2024

Page 1

Hoofdstuk 6

1

De gevolgen van de btw-belastingplicht

De persoon die door ondubbelzinnige daden de wil uit geregeld en zelfstandig bij een economische activiteit, in het WBTW bedoelde handelingen te verrichten, verkrijgt de hoedanigheid van btw-belastingplichtige.

Het voornaamste gevolg voor een gewone belastingplichtige is dat de door hem verrichte leveringen of diensten in principe de btw verschuldigd maken. Aan die hoedanigheid is ook een recht op aftrek van voorbelasting verbonden. Bovendien worden hem een aantal verplichtingen en formaliteiten opgelegd waarvan de belangrijkste zijn:

– het indienen van een aangifte van aanvang, wijziging of stopzetting van activiteit;

– het in principe factureren van de handelingen;

– het afleveren door bepaalde btw-belastingplichtigen van rekeningen of ontvangstbewijzen;

– het indienen van periodieke btw-aangiften of andere aangiften; – het indienen van bepaalde listings; – het voeren van een boekhouding;

– het houden van bepaalde registers.

Dat brengt ons tot de studie van het begrip btw-belastingplicht en de belangrijkste soorten btw-belastingplichtigen.

1.1 Begrip

Bij de directe belastingen wordt de persoon aan de belasting onderworpen. Het is de continue toestand van het verwerven van bepaalde inkomsten die wordt belast. Bij btw ligt de zaak anders. Niet de persoon is onderworpen aan de belasting, wel bepaalde daden die hij stelt. De btw wordt m.a.w. geheven op bepaalde (belastbare) feiten. Bovendien is de belastingplichtige bij de btw niet de belastingdrager. Dat is immers de eindconsument (het kan een btw-belastingplichtige zonder recht op aftrek zijn).

Het begrip btw-belastingplichtige staat trouwens los van de verwerving van beroepsinkomsten binnen de directe belastingen. Ook het begrip zelfstandige zoals gedefinieerd in de sociale wetgeving stemt niet volledig overeen met het begrip btw-belastingplichtige in het WBTW.

De btw-belastingplichtige PROEFVERSIE@VANIN

VOORBEELD

Een lesgever-natuurlijke persoon die op zelfstandige basis lessen geeft aan een commerciële onderwijsinstelling is geen btw-belastingplichtige, hoewel hij voor de sociale wetgeving onder het begrip zelfstandige valt. Voor het WBTW gaan we ervan uit dat er tussen de lesgever en de instelling een band van ondergeschiktheid bestaat.

Hoofdstuk
De btw-belastingplichtige 184
6

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

Het statuut van btw-belastingplichtige is dus een autonoom begrip dat verband houdt met het verrichten van bepaalde in het WBTW bedoelde handelingen.

De hoedanigheid van btw-belastingplichtige is trouwens onafhankelijk van het al dan niet bezitten van rechtsbekwaamheid (bv. een minderjarige, zelfs niet ontvoogd, kan btw-belastingplichtige zijn) of het al dan niet vervullen van de voorwaarden om handel te kunnen uitoefenen (vestigingsattest, milieuattest, inschrijving in het handels- of ambachtenregister ...).

Ook de plaats waar de btw-belastingplichtige gevestigd is (in België of in het buitenland) is irrelevant. Ten slotte is het feit of de opbrengsten van de activiteit voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt als beroepsinkomsten onafhankelijk van de hoedanigheid van btw-belastingplichtige.

De btw-belastingplichtige wordt gedefinieerd in art. 4 WBTW. Dat artikel bepaalt:

PROEFVERSIE@VANIN

‘Belastingplichtige is eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit Wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.’

1.2 Kenmerken

In de hierboven vermelde omschrijving van het begrip btw-belastingplichtige zijn de vier eerste kenmerken essentieel en noodzakelijk, terwijl de laatste twee niet essentieel zijn en alleen dienen om twijfelgevallen te voorkomen.

Essentiële kenmerken:

1 de btw-belastingplichtige is eenieder (natuurlijke persoon, rechtpersoon, groepering of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid, vzw ...);

2 die een bepaalde werkzaamheid uitoefent: het verrichten van een economische activiteit die bestaat uit het leveren van goederen of het verrichten van diensten.

Als economische activiteit wordt beschouwd: het verrichten van handelingen als fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmee gelijkgestelde beroepen.

Deze definitie is vrij ruim, maar een aantal beroepen wordt vrijgesteld door art. 44 van het WBTW. Een economische activiteit omvat inkomende én uitgaande handelingen. Het overlijden van de btw-belastingplichtige betekent niet automatisch het einde van de btw-belastingplicht. Dat is alleen het geval als de erfgenamen beslissen om de economische activiteit stop te zetten;

3 de werkzaamheid moet geregeld worden uitgeoefend. Dat veronderstelt een opeenvolging van handelingen. De intentie om belastbare handelingen te verrichten is voldoende. Eén handeling die iedere keer plaatsvindt na een lange tussenperiode is geregeld. Eén handeling die uit meerdere opeenvolgende prestaties bestaat, voldoet aan het begrip geregeld. Uiteraard is dit begrip soms een feitenkwestie;

4 de werkzaamheid moet zelfstandig worden uitgeoefend

Dat veronderstelt dat er geen band van ondergeschiktheid bestaat. Oefenen bijvoorbeeld geen zelfstandige werkzaamheid uit:

– thuiswerkers die als loontrekkend worden beschouwd voor de inkomstenbelasting en voor de sociale wetgeving;

185

– meewerkende gezinsleden die voortdurend onder de leiding van verwanten in een familiebedrijf werken;

– natuurlijke personen die lesgeven in een onderwijsinstelling (vrijgesteld of niet vrijgesteld van btw);

– apothekers die af en toe een plaatsvervanging doen en hun diensten verlenen aan apothekers die btw-belastingplichtigen zijn;

– bestuurders, vereffenaars en zaakvoerders (natuurlijke persoon) in vennootschappen. Hoewel zij als lasthebber van de vennootschap optreden, oefenen zij die activiteit niet onafhankelijk uit. Als het gaat om rechtspersonen geldt er een aparte regeling; zij vallen sinds 1/6/2016 onder toepassing van btw en zullen een btw-identificatienummer moeten aanvragen bij de bevoegde btw-administratie:

– spor ttrainers;

PROEFVERSIE@VANIN

– stagiairs van architecten en bedrijfsrevisoren die daarnaast geen andere zelfstandige, belastbare activiteiten hebben.

Niet-essentiële kenmerken:

5 het is niet van belang dat de activiteit wordt uitgeoefend met of zonder winstoogmerk Het maken van winst, wat kenmerkend is voor de handelaar, is geen absoluut criterium om de btw-belastingplichtige te definiëren. Niet alle btw-belastingplichtigen verrichten overigens daden van koophandel. Inderdaad, apothekers, accountants, artsen enz. zijn btw-belastingplichtigen terwijl ze geen handelaar zijn.

6 deze werkzaamheid mag als hoofd- of als bijberoep worden uitgeoefend.

Bovendien is de plaats waar de werkzaamheid wordt uitgeoefend van geen belang om het statuut van btw-belastingplichtige te verkrijgen.

De persoon die aan de vier essentiële voorwaarden voldoet, wordt van rechtswege btwbelastingplichtige. De overnemer van een handelszaak verkrijgt die hoedanigheid op het ogenblik van de overname. Een vennootschap die wordt opgericht voor de productie en de verkoop van goederen bezit de hoedanigheid van btw-belastingplichtige vanaf haar oprichting, ongeacht de omstandigheid dat ze op dat tijdstip nog geen enkele handeling zou hebben verricht. De hoedanigheid van btw-belastingplichtige gaat verloren op het tijdstip waarop de werkzaamheid die deze hoedanigheid verleent, definitief wordt stopgezet, of bij het overlijden van de btw-belastingplichtige (wanneer beslist werd tot stopzetting). Een tijdelijke stopzetting van die werkzaamheid, om welke reden ook (ziekte, staking, overmacht ...), doet de hoedanigheid van btw-belastingplichtige niet verloren gaan. Een btw-belastingplichtige die failliet wordt verklaard, verliest hierdoor evenmin de hoedanigheid van btw-belastingplichtige. Een btw-belastingplichtige moet in principe periodieke btw-aangiften indienen. Hij moet online een aangifte van aanvang van werkzaamheid indienen (E 604 A), eventueel een aangifte van wijziging van werkzaamheid (E 604 B) en eventueel een aangifte van stopzetting van de economische activiteit (E 604 C). Hij krijgt een gewoon BE-nummer en moet in principe zijn uitgaande handelingen met btw factureren. Op deze factureringsplicht zijn er echter een aantal uitzonderingen (zie het hoofdstuk over de verplichtingen van de belastingplichtige). De gewone btw-belastingplichtige moet soms ook ontvangstbewijzen of rekeningen uitreiken. Dat geldt niet voor de btw-belastingplichtige bedoeld in art. 44 WBTW. Ook de btw-belastingplichtige bedoeld in art. 56 bis WBTW (kleine ondernemingen) en de btw-belastingplichtige bedoeld in art. 57 WBTW (forfaitaire landbouwers) moeten op basis van een administratieve tolerantie geen ontvangstbewijzen uitreiken.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 186

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

De gewone btw-belastingplichtigen die periodieke btw-aangiften indienen, moeten een klantenlisting indienen en een intracommunautaire listing voor zover ze intracommunautaire leveringen of ermee gelijkgestelde handelingen verrichten.

2 Soor ten btw-belastingplichtigen

2.1 Bt w-belastingplichtigen die geen aangiften indienen

PROEFVERSIE@VANIN

De personen, groeperingen of verenigingen die voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden zijn van rechtswege btw-belastingplichtigen. In principe moeten zij periodieke btwaangiften indienen. Er zijn echter belastingplichtigen die geen periodieke aangiften moeten indienen omdat zij aan een bijzondere regeling onderworpen zijn (de kleine ondernemingen en de forfaitaire landbouwers) of omdat ze handelingen verrichten die vrijgesteld zijn van btw (belastingplichtigen zonder recht op aftrek). Daarnaast zijn er de niet-belastingplichtige rechtspersonen die soms btw-verplichtingen hebben. Deze vier voornoemde categorieën worden ook ‘de groep van vier’ genoemd.

A De vrijstelling voor de kleine ondernemingen

De kleine ondernemingen zijn vrijgesteld van een aantal btw-formaliteiten. Ze blijven echter wel btw-belastingplichtigen. De voorwaarde om van deze bijzondere regeling te kunnen genieten, is dat de jaaromzet het bedrag van 25 000 EUR niet mag overschrijden. Een toevallige overschrijding van maximaal 10 % wordt getolereerd. Het betreft een optiestelsel.

VOORBEELD 1

– Een schoenenhersteller (in bijberoep).

– Een bijenkweker die eigen potten honing verkoopt (in bijberoep).

Bij de berekening van dit beperkt omzetcijfer moet rekening worden gehouden met:

– de leveringen van goederen en de dienstverrichtingen die onderworpen zijn aan de btw;

– de leveringen van goederen en dienstverrichtingen die vrijgesteld zijn door de art. 39 tot 42 WBTW.

Volgende handelingen moeten ook in aanmerking genomen worden bij de berekening van het omzetcijfer, tenzij ze het karakter van bijkomstige handelingen bezitten:

– de handelingen m.b.t. onroerende goederen bedoeld in art. 44, § 3, 1° en 2° WBTW;

– de verzekerings- en herverzekeringsverrichtingen bedoeld in art. 44, § 3, 4° WBTW;

– de bank- en financiële verrichtingen bedoeld in art. 44, § 3, 5° tot 11° WBTW.

De volgende handelingen komen niet in aanmerking bij de berekening van het beperkt omzetcijfer:

– de overdracht van investeringsgoederen;

– de handelingen die van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen zijn uitgesloten (zie verder);

– de handelingen die vrijgesteld zijn door ar t. 44, § 1 en § 2 WBTW;

– de handelingen die vrijgesteld zijn door ar t. 44, § 3, 3°, 12° en 13° WBTW.

187

VOORBEELD 2

Een oogarts (die enkel therapeutische handelingen stelt) heeft uit zijn geneeskundige activiteit een omzet van 300 000 EUR en ontvangsten uit de verkoop van lenzen van 4 700 EUR. Deze oogarts kan van de vrijstellingsregeling genieten.

Bepaalde btw-belastingplichtigen kunnen echter in geen geval genieten van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen. Het gaat om de btw-belastingplichtigen die volgende handelingen verrichten:

– de leveringen van ‘nieuwe’ gebouwen of de verlening van zakelijke rechten erop;

– de landbouwondernemingen onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling;

PROEFVERSIE@VANIN

– de handelingen verricht door een btw-belastingplichtige die niet in België is gevestigd;

– de intracommunautaire leveringen van ‘nieuwe’ vervoermiddelen;

– de leveringen van tabaksfabrikaten;

– de leveringen door vissers via de gemeentelijke vismijn;

– de verhuur van gemeubelde logies;

– werk in onroerende staat bedoeld in art. 19, § 2 WBTW.

VOORBEELD 3

Een kleinhandelaar in tabaksfabrikaten die alleen tabaksfabrikaten verkoopt, kan niet genieten van de vrijstellingsregeling. Als hij daarentegen ook andere producten verkoopt zoals rookartikelen en wegenkaarten is er geen beletsel dat hij voor die bijkomende verkopen onderworpen is aan de vrijstellingsregeling.

Het gevolg voor vrijgestelde kleine ondernemingen is dat zij geen periodieke btw-aangiften moeten indienen. Hierdoor kunnen ze geen recht op aftrek van de btw toepassen en mogen ze geen btw vermelden op de facturen voor de leveringen en/of de diensten die zij verrichten. De factuur bevat de volgende vermelding: ‘Kleine onderneming onderworpen aan de vrijstellingsregeling van belasting. Btw niet toepasselijk.’

Zij moeten ook online een aangifte van aanvang van werkzaamheid indienen (E 604 A), eventueel een aangifte van wijziging van werkzaamheid (E 604 B) en eventueel een aangifte van stopzetting van de economische activiteit (E 604 C). Ze krijgen een nationaal btw-nummer. Dat is een btw-nummer zonder de landencode BE. Soms krijgen ze een BE-nummer. Ze moeten een klantenlisting indienen. Ze moeten echter geen intracommunautaire listing indienen, zelfs als ze intracommunautaire leveringen of ermee gelijkgestelde handelingen verrichten. De reden hiervoor is dat de vrijgestelde btw-belastingplichtigen de voorbelasting inbegrepen leveren.

Zij kunnen soms optreden als acteur binnen het btw-stelsel en daardoor verplichtingen hebben inzake btw. Dat is zo als ze aan de btw onderworpen intracommunautaire verwervingen verrichten of wanneer zij als ontvanger van bepaalde diensten schuldenaar zijn van de btw.

Zij dienen dan naargelang het geval de bijzondere btw-aangifte in of een andere speciale aangifte.

Voor meer details verwijzen we naar KB 19 WBTW en aanschr. 2/1994.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 188

B De forfaitaire landbouwondernemingen

Landbouwondernemingen die een landbouwactiviteit uitoefenen, kunnen opteren voor de bijzondere landbouwregeling. Ze blijven btw-belastingplichtigen, maar moeten geen periodieke aangiften indienen. Bovenop de prijs van de geleverde goederen of verrichte diensten rekent de forfaitaire landbouwer aan zijn btw-belastingplichtige klant een forfaitair bedrag aan van 6 % (2 % voor ruw hout).

PROEFVERSIE@VANIN

Dat bedrag moet de landbouwer niet doorstorten aan de staat. Het vertegenwoordigt een compensatie voor de aftrekbare btw die de forfaitaire landbouwer niet kan uitoefenen op zijn aankopen omdat hij geen btw-aangiften indient. De bij de aankoop van grondstoffen, materieel, gereedschap enz. betaalde voorbelasting is macro-economisch forfaitair berekend op 6 % (2 %) van de door de landbouwer gerealiseerde omzet. Op basis van nationale statistieken, die jaarlijks worden geverifieerd, werd vastgesteld dat, voor het geheel van de Belgische landbouw, de aftrekbare voorbelasting (d.w.z. de btw betaald bij de aanschaffing door de landbouwsector van zaai- en pootgoed, meststoffen, bedrijfsmiddelen, algemene onkosten ...) 6 % vertegenwoordigt van de totale omzet van die sector. Dat percentage bedraagt 2 % voor de bosbouwsector.

Het systeem van de forfaitaire compensatie is geldig voor de levering van landbouwproducten of de verrichting van landbouwdiensten aan een btw-belastingplichtige (andere dan een in België gevestigde forfaitaire landbouwer) of bij de intracommunautaire levering aan een niet-belastingplichtige rechtspersoon die gehouden is om te verwerven. Zij moeten ook online een aangifte van aanvang van werkzaamheid indienen (E 604 A), eventueel een aangifte van wijziging van werkzaamheid (E 604 B) en eventueel een aangifte van stopzetting van de economische activiteit (E 604 C). Zij krijgen een ‘slapend’ BE-nummer. Dat wil zeggen dat dit btw-nummer in principe intracommunautair niet actief is. Als de landbouwer dit btwnummer toch opgeeft aan zijn medecontractant wordt hij geacht te opteren om te verwerven met de daaruit voortvloeiende gevolgen. Het systeem waarbij het aankoopborderel wordt uitgereikt door de btw-belastingplichtige koper is maar verplicht als de koper in België is gevestigd. In de andere gevallen moet de forfaitaire landbouwer in principe zelf factureren. Bovendien moet hij een klantenlisting indienen. Hij moet een intracommunautaire listing indienen voor zover hij intracommunautaire leveringen of ermee gelijkgestelde handelingen verricht. Hij moet die listing slechts eenmaal per jaar indienen bij de indiening van de klantenlisting. Soms kan hij optreden als acteur binnen het btw-stelsel en daardoor verplichtingen hebben inzake btw. Dat is het geval wanneer hij aan de btw onderworpen intracommunautaire verwervingen verricht of als ontvanger van bepaalde diensten schuldenaar is van de btw. Naargelang het geval moet hij dan de bijzondere btw-aangifte indienen of een andere speciale aangifte.

Voor meer details verwijzen we naar KB 22 WBTW en aanschr. 59/1970.

De forfaitaire compensaties die door een btw-belastingplichtige betaald worden die periodieke btw-aangiften indient, worden op de volgende manier in zijn btw-aangifte verwerkt. Bij het opmaken van het aankoopborderel heeft de btw-belastingplichtige een forfaitaire compensatie betaald aan de landbouwer van 2 % (ruw hout) of 6 % van de aankoopprijs bij de landbouwer. Hoofdstuk

189
6 De btw-belastingplichtige

1ste hypothese: verkoop door de landbouwer van ruw hout (btw-tarief 6 %) aan een zagerij in januari 2010

R 81: 100 000,00

R 87: 100 000,00

R 56: 4 000,00 (= het verschil tussen de betaalde forfaitaire compensatie (2 %) en de verschuldigde btw op dit soort goederen)

R 59: 6 000,00

PROEFVERSIE@VANIN

2de hypothese: verkoop door de landbouwer van groenten (btw-tarief 6 %) aan een conservenfabriek tijdens de maand januari 2010

R 81: 100 000,00

R 87: 100 000,00

R 56: 0,00 (= het verschil tussen de betaalde forfaitaire compensatie (6 %) en de verschuldigde btw op dit soort goederen)

R 59: 6 000,00

3de hypothese: verkoop door de landbouwer van ruwe en niet tot verbruik bereide tabak (btw-tarief 21 %) aan een sigarenfabrikant tijdens de maand januari 2010

R 81: 100 000,00

R 87: 100 000,00

R 56: 15 000,00 (= het verschil tussen de betaalde forfaitaire compensatie (6 %) en de verschuldigde btw op dit soort goederen)

R 59: 21 000,00

C De belastingplichtigen zonder recht op aftrek

Een aantal handelingen zijn vrijgesteld van btw wegens de hoedanigheid van de verrichter. Het gaat om een aantal beroepen die aanleiding geven tot het statuut van btw-belastingplichtige zonder recht op aftrek. Het is belangrijk dat er in principe geen optiemogelijkheid voorzien is om van de normale btw-regeling te genieten. Bovendien moet art. 44 WBTW beperkend gelezen worden. Een tweede categorie vrijstellingen bevinden zich in de sociale of culturele sfeer. Daarnaast zijn een aantal handelingen die zich in de onroerende sector bevinden vrijgesteld van btw. Ten slotte zijn er een aantal diverse vrijstellingen in het WBTW opgenomen. Een volledig overzicht van die btw-belastingplichtigen vindt men in art. 44 WBTW. De volgende handelingen zijn vrijgesteld van btw of zijn vrijgesteld omdat ze door bepaalde personen worden verricht:

Art. 44, § 1 WBTW:

1 Vanaf 1/1/2014 zijn de diensten van advocaten in principe niet meer vrijgesteld. We verwijzen naar de circulaire AAFisc. nr. 47/2013 (E.T. 124.411) d.d. 20 november 2013.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 190

2 diensten van artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, vroedvrouwen, verplegers en verpleegsters, verzorgers en verzorgsters, ziekenoppassers en ziekenhuisoppasters, masseurs en masseuses, van wie de diensten van persoonverzorging zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekking inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Het onderscheid dat België maakte om al dan niet de prestaties van zorgverstrekkers vrij te stellen van btw was volgens het Hof van Justitie niet conform met de Europese btw-richtlijn. Bijgevolg drong zich een wetsaanpassing op. Die kwam er met ingang van 1/1/2022.

PROEFVERSIE@VANIN

Er is sprake van een uitbreiding van het personele toepassingsgebied maar van een forse inkrimping van het materiële toepassingsgebied.

Personele voorwaarde

De btw-vrijstelling hangt niet meer af van de hoedanigheid van de zorgverstrekker. Elke zorgverstrekker komt in principe in aanmerking voor een btw-vrijstelling, dus ook de nieterkende en niet-gereglementeerde paramedische beroepen.

Voorwaarde voor btw-vrijstelling is:

- houder zijn van een certificaat afgeleverd door een instelling erkend door een bevoegde overheid van het land waar die instelling gevestigd is; én

- op basis van dat certificaat beschikken over de noodzakelijke kwalificaties om medische verzorging te verlenen waarvan het kwaliteitsniveau voldoende hoog is vergeleken met dat van de erkende zorgverleners.

Materiële voorwaarde

Enkel de ingrepen en behandelingen met een therapeutisch doel kunnen genieten van vrijstellingen. Andere diensten zijn steeds onderworpen aan 21 % btw, behoudens toepassing van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen (art. 56 bis WBTW).

Therapeutische prestaties zijn deze die tot doel hebben om de diagnose, de behandeling, de verzorging en, voor zoveel mogelijk, de genezing van ziektes, letsels, aangeboren afwijkingen of andere gezondheidsproblemen te verwezenlijken, alsook de bescherming, het behoud of herstel van de gezondheid van personen.

Louter esthetische prestaties maar ook de andere ingrepen en behandelingen zonder (hoofdzakelijk) therapeutisch doel kunnen bijgevolg niet vrijgesteld worden van btw. Dit geldt zowel voor individuele zorgverstrekkers als voor medici en paramedici die werkzaam zijn in een ziekenhuis of andere zorginstelling.

Zo is er geen vrijstelling mogelijk:

- Voor een arts die een medisch deskundigenrapport opstelt;

- Voor een arts die een piercing plaatst;

- Voor een tandarts die tanden bleekt;

- Voor een kinesitherapeut die diensten van algemene sportbegeleiding verstrekt (bv. coaching van een wielerploeg);

- Voor een arts die een medisch onderzoek verricht met het oog op het verkrijgen van een levensverzekering of die een attest moeten afleveren om te mogen sporten bij een sportclub;

btw-belastingplichtige 191
Hoofdstuk 6 De

- Voor de verhuur van tv op de kamer, de exploitatie van een bezoekersparking, de kappers-, of manicure-, of pedicurediensten voor patiënten opgenomen in een ziekenhuis.

Ar t. 44, § 2 WBTW:

1 de diensten in de uitoefening van hun geregelde werkzaamheid verstrekt door ziekenhuizen; psychiatrische inrichtingen, klinieken en dispensaria, diensten voor gezinshulp, vervoer van zieken en gewonden met ziekenwagens;

1bis: de kostendelende verenigingen voor de diensten verleend aan hun leden door zelfstandige groeperingen van personen die een vrijgestelde werkzaamheid uitoefenen of een werkzaamheid waarvoor ze niet btw-belastingplichtig zijn, wanneer die diensten direct nodig zijn voor de uitoefening van die werkzaamheid, deze groeperingen van hun leden alleen terugbetaling vorderen van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven en mits deze vrijstelling niet tot concurrentieverstoring kan leiden (zie KB 43 en A3/96); 1ter: de levering van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk;

PROEFVERSIE@VANIN

2 de diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met de sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren en die worden verricht door publiekrechtelijke lichamen of door andere organisaties die door de bevoegde overheid als instellingen van sociale aard worden erkend.

Worden met name bedoeld:

– de instellingen die de bejaardenzorg tot doel hebben;

– de kinderdagverblijven, de zuigelingentehuizen en de instellingen die in hoofdzaak het toezicht over jongelui en de zorg voor hun onderhoud, opvoeding en vrijetijdsbesteding tot doel hebben;

– de instellingen voor gezinshulp;

– de centra voor levens- en gezinsvragen;

– de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;

– de psycho-medisch-sociale centra en de centra voor leerlingenbegeleiding;

– de instellingen die de gehandicaptenzorg tot doel hebben;

– de instellingen die de begeleiding, de omkadering of de opvang van personen die zich in materiële of morele moeilijkheden bevinden tot doel hebben;

– de instellingen bedoeld in het koninklijk besluit van 17 december 2003 betreffende de subsidiëring van instellingen die voorzien in een gespecialiseerde begeleiding voor burgers die betrokken zijn in een gerechtelijke procedure;

– de externe diensten erkend bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk;

3 de diensten door exploitanten van sportinrichtingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding aan personen die er aan lichamelijke ontwikkeling of aan sport doen, als die exploitanten en inrichtingen instellingen zijn die geen winstoogmerk hebben en zij de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheden uitsluitend gebruiken tot dekking van de kosten ervan;

4 het verstrekken van (universitair) onderwijs, beroepsopleiding en herscholing en van de daarmee samenhangende diensten en leveringen van goederen, zoals het verschaffen van logies, spijzen en dranken en van voor het vrijgesteld onderwijs gebruikte handboeken, door instellingen die hiervoor door de bevoegde overheid zijn erkend; het geven van onderwijs door een natuurlijk persoon in dergelijke instellingen;

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 192

Hoofdstuk 6 De

5 de diensten betreffende onderwijskeuze en gezinsvoorlichting en de nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen;

6 de verhuur van boeken en tijdschriften, van muziekpartituren, grammofoonplaten, magneetbanden, diapositieven en van andere dergelijke culturele voorwerpen, en de diensten aan de lezers verstrekt door bibliotheken en leeszalen, als de dienstverrichter een instelling is die geen winstoogmerk heeft en hij de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheden uitsluitend gebruikt tot dekking van de kosten ervan;

PROEFVERSIE@VANIN

7 de diensten en de daarmee nauw samenhangende leveringen van goederen die door de exploitant aan de bezoekers worden verstrekt met al dan niet rondleiding in musea, monumenten, natuurmonumenten, plantentuinen en dierentuinen, als de uitbater een instelling is die geen winstoogmerk heeft en hij de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheden uitsluitend gebruikt tot dekking van de kosten ervan;

8 de diensten aan organisatoren van voordrachten verstrekt door voordrachtgevers die als zodanig handelen; de diensten aan organisatoren van schouwspelen en concerten, aan uitgevers van grammofoonplaten en van andere klankdragers en aan makers van films en andere beelddragers verstrekt door acteurs, orkestleiders, muzikanten en andere artiesten voor de uitvoering van toneelwerken, balletten, films, muziekstukken, circus-, variété- of cabaretvoorstellingen; de diensten aan organisatoren van sportwedstrijden of sportfeesten verstrekt door deelnemers aan die wedstrijden of feesten;

9 de organisatie van toneel-, ballet- of filmvoorstellingen, tentoonstellingen, concerten of conferenties en ook de leveringen van goederen die nauw samenhangen met die diensten door instellingen erkend door de bevoegde overheid, mits de inkomsten die zij verkrijgen uit hun werkzaamheid uitsluitend gebruikt worden tot dekking van de kosten ervan;

10 de terbeschikkingstelling van personeel door religieuze of levensbeschouwelijke instellingen voor ziekenhuizen, bejaardentehuizen en onderwijs en dergelijke, of voor de verlening van geestelijke bijstand;

11 de diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen ten behoeve en in het gemeenschappelijke belang van hun leden, verricht tegen betaling van een krachtens de statuten bepaalde bijdrage, door instellingen die geen winst beogen en doeleinden van politieke, syndicale, religieuze, levensbeschouwelijke, vaderlandslievende, filantropische of staatsburgerlijke aard nastreven;

12 de leveringen van goederen en diensten, verricht in samenhang met werkzaamheden die ter verkrijging van financiële steun voor een aantal in art. 44 genoemde handelingen (ziekenhuizen, bejaardentehuizen, onderwijsinstellingen, musea en dergelijke) zijn georganiseerd door en uitsluitend tot voordeel van diegenen die deze handelingen verrichten;

13 de leveringen van goederen die uitsluitend voor een op grond van art. 44 vrijgestelde activiteit zijn aangewend, als voor al die goederen geen recht op aftrek is genoten; de overdracht van een cliënteel of de verlening van rechten op een cliënteel, dat betrekking heeft op een op grond van dit artikel vrijgestelde activiteit; de levering van goederen waarvan de verkrijging of de bestemming het voorwerp heeft uitgemaakt van een uitsluiting van het recht op aftrek overeenkomstig art. 45, § 3 WBTW.

193
btw-belastingplichtige

Art. 44, § 3 WBTW:

1 de levering van uit hun aard onroerende goederen

De levering van nieuwe gebouwen (of zakelijke rechten hierop) wordt echter belast met btw voor zover zij gebeurt door:

a een beroepsoprichter;

b een btw-belastingplichtige, andere dan een beroepsoprichter, mits er een optie is;

c een toevallige btw-belastingplichtige, mits er een optie is;

2 de verpachting, de verhuur en de overdracht van huur van uit hun aard onroerende goederen, met uitzondering van:

a de volgende diensten:

– de terbeschikkingstelling van stalling voor rijtuigen;

PROEFVERSIE@VANIN

– de terbeschikkingstelling van ruimten die voor meer dan 50 pct. gebruikt worden voor het opslaan van goederen, op voorwaarde dat die ruimten niet voor meer dan 10 pct. worden aangewend als verkoopsruimte. Worden niet bedoeld, die terbeschikkingstellingen waarvoor de optie bedoeld onder punt d) kan worden uitgeoefend;

– het verschaffen van gemeubeld logies in hotels, motels en in inrichtingen waar aan betalende gasten onderdak wordt verleend;

– de terbeschikkingstelling van plaats om te kamperen;

– de terbeschikkingstelling van uit hun aard onroerende goederen in het kader van de exploitatie van havens, bevaarbare waterlopen en vlieghavens;

– de terbeschikkingstelling van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines;

– de terbeschikkingstelling, voor andere doeleinden dan bewoning, van uit hun aard onroerende goederen, voor een periode van niet meer dan zes maanden. Deze bepaling is niet van toepassing op de terbeschikkingstelling aan natuurlijke personen die die goederen aanwenden voor hun privédoeleinden of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan die van hun economische activiteit noch op de terbeschikkingstelling aan organisaties zonder winstoogmerk. Deze bepaling is evenmin van toepassing op de terbeschikkingstelling aan eenieder, die de goederen aanwendt voor handelingen bedoeld in paragraaf 2; b de onroerende financieringshuur, toegestaan door een onderneming die gespecialiseerd is in onroerende financieringshuur of zogenaamde onroerende leasing, wanneer deze onderneming het gebouw waarop het contract betrekking heeft, opricht, laat oprichten of met voldoening van de belasting verkrijgt en de leasingnemer het goed huurt om het in de uitoefening van een activiteit van belastingplichtige te gebruiken; de Koning omschrijft de voorwaarden waaraan het contract van onroerende financieringshuur moet voldoen, inzonderheid met betrekking tot de duur van het contract, de aard en de bestemming van de goederen die er het voorwerp van uitmaken, alsmede de rechten en plichten van de leasingnemer; c de verhuur van safeloketten; d de verhuur van een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door de huurder uitsluitend wordt gebruikt voor de economische activiteit die hem de hoedanigheid van belastingplichtige verleent, mits de verhuurder en de huurder gezamenlijk opteren om die verhuur te belasten. Als een gebouw of een gedeelte van een gebouw tegelijk wordt verhuurd met het bijhorend terrein, moet de optie worden uitgeoefend ten aanzien van beide onroerende goederen samen.

De optie geldt voor de gehele duur van de overeenkomst.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 194

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

De optie kan enkel worden uitgeoefend voor overeenkomsten die betrekking hebben op gebouwen of gedeelten van gebouwen waarvoor de belasting op de handelingen bedoeld in artikel 19, § 2, derde lid, met betrekking tot het gebouw zelf en die bijdragen tot de oprichting ervan, ten vroegste op 1 oktober 2018 voor de eerste keer opeisbaar is. Deze voorwaarde is niet van toepassing op de overeenkomsten tot terbeschikkingstelling van ruimten voor het opslaan van goederen bedoeld onder punt a), tweede streepje waarvoor de optie kan worden uitgeoefend.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder “bijhorend terrein”, het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop het gebouw of het gedeelte van het gebouw is opgericht en dat of die tegelijk met dat gebouw of gedeelte van dat gebouw door éénzelfde persoon wordt of worden verhuurd;

PROEFVERSIE@VANIN

3 de door de auteur of toondichter (natuurlijke persoon) gesloten contracten voor uitgave van letterkundige werken of van kunstwerken;

4 de handeling van verzekering en herverzekering, met inbegrip van de daarmee samenhangende diensten verricht door makelaars en lasthebbers, met uitzondering van de diensten als schade-expert;

5 de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake kredieten, en ook het beheer van kredieten door degene die ze heeft verleend;

6 de bemiddeling bij en het aangaan van verplichtingen, borgtochten en andere zekerheidsen garantieverbintenissen, en ook het beheer van kredietgaranties door de kredietverlener;

7 handelingen, bemiddeling inbegrepen, betreffende deposito’s, rekening-courantverkeer, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de invordering van schuldvorderingen;

8 de betalings- en ontvangstverrichtingen, bemiddeling inbegrepen, met uitzondering van de invordering van schuldvorderingen. De dienstverrichter kan hier opteren voor het belasten ervan. Het is de enige mogelijkheid om te kiezen voor het statuut van btwbelastingplichtige met recht op aftrek;

9 de handelingen, bemiddeling inbegrepen, betreffende deviezen, bankbiljetten en munten die een wettig betaalmiddel zijn, met uitzondering van munten en biljetten die als verzamelobject worden beschouwd; als zodanig worden beschouwd: gouden, zilveren of uit een ander metaal geslagen munten, en ook biljetten, die normaliter niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of die een numismatische waarde hebben;

10 handelingen, bemiddeling inbegrepen, uitgezonderd bewaring en beheer, inzake aandelen, deelnemingen in vennootschappen of verenigingen, obligaties en andere waardepapieren, met uitsluiting van documenten die goederen vertegenwoordigen;

11 het beheer van de instellingen voor collectieve belegging bedoeld in de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles en de organismen voor de financiering van pensioenen bedoeld in art. 8 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening;

195

12 de verstrekking, tegen de nominale waarde, van postzegels die frankeerwaarde hebben in het binnenland, fiscale zegels en andere soortgelijke zegels;

13 weddenschappen, loterijen en andere kans- en geldspelen (zie KB 45). We verwijzen ook naar A6/1994.

14 de diensten en de leveringen van goederen bijkomstig bij deze diensten verricht door de openbare postdiensten, wanneer het diensten betreft vermeld in artikel 131, 1°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

PROEFVERSIE@VANIN

Het gevolg voor de btw-belastingplichtigen die vrijgesteld zijn door art. 44 WBTW is dat zij geen periodieke btw-aangiften moeten indienen. Zij hebben geen recht op aftrek van de btw waardoor men ze ook btw-belastingplichtigen zonder recht op aftrek noemt. Ze moeten hun uitgaande handelingen niet factureren en uiteraard vermelden ze geen btw op die uitgaande handelingen.

Zij moeten geen E 604 A, B of C indienen en krijgen geen btw-nummer. Soms krijgen ze een nationaal nummer, soms een BE-nummer. Ze moeten niet factureren en geen klantenlisting indienen. Ze moeten ook geen intracommunautaire listing indienen, zelfs als ze intracommunautaire leveringen of ermee gelijkgestelde handelingen verrichten. Ze kunnen soms optreden als acteur binnen het btw-stelsel en daardoor verplichtingen hebben inzake btw. Dat is zo als zij aan de btw onderworpen intracommunautaire verwervingen verrichten of als ontvanger van bepaalde diensten schuldenaar zijn van de btw. Zij dienen dan naargelang het geval de bijzondere btw-aangifte in of een andere speciale aangifte.

D Niet-belastingplichtige natuurlijke personen en niet-belastingplichtige rechtspersonen Een vennootschap of een vereniging bezit rechtspersoonlijkheid als haar patrimonium volkomen onafhankelijk is van dat van de vennoten. Dat is het geval voor de handelsvennootschappen (vof, commv, bv, nv, cv), voor de burgerlijke vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, voor de vzw’s (en VSO) en voor de landbouwvennootschappen. Rechtspersoonlijkheid wordt ook toegekend aan de staat, aan de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, aan de provincies, de gemeenten, de agglomeratie Brussel, de openbare instellingen, en ook aan de intercommunale verenigingen.

Iemand die geen economische activiteit heeft, die niet geregeld of niet zelfstandig handelingen verricht, voldoet niet aan de voorwaarden van art. 4 en is dus een niet-belastingplichtige. De overheid en overheidsinstellingen worden uitdrukkelijk beschouwd als niet-belastingplichtige rechtspersonen (art. 6 WBTW). Als zij handelingen uitoefenen die tot concurrentieverstoring zouden leiden, zijn ze hiervoor wel btw-belastingplichtigen.

VOORBEELD

– De VRT.

– Een gemeente die in het gemeentepark een cafetaria uitbaat.

– Een gemeente baat een camping uit.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 196

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

Niet-belastingplichtige rechtspersonen hebben soms verplichtingen inzake btw. Niet-belastingplichtige rechtspersonen hebben uiteraard geen btw-nummer. Soms verkrijgen ze toch een BE-nummer. Ze moeten niet factureren en geen klantenlisting indienen. Ook moeten ze geen intracommunautaire listing indienen, zelfs als ze intracommunautaire leveringen of ermee gelijkgestelde handelingen verrichten. Soms kunnen ze optreden als acteur binnen het btw-stelsel en daardoor verplichtingen hebben inzake btw. Dat is het geval als zij aan de btw onderworpen intracommunautaire verwervingen verrichten of als ontvanger van bepaalde diensten schuldenaar zijn van de btw. Zij dienen dan naargelang het geval de bijzondere btw-aangifte in of een andere speciale aangifte (Circ. AOIF 42/2015).

PROEFVERSIE@VANIN

2.2 Bt w-belastingplichtigen die periodieke btw-aangiften indienen

A De gewone btw-belastingplichtigen

Met gewone btw-belastingplichtigen bedoelt men de indieners van maand- of kwartaalaangiften. Het gaat hierbij dus om de btw-belastingplichtigen die niet ambtshalve onder een bijzondere btw-regeling vallen en die ook niet geopteerd hebben om onder een regeling te vallen die hen ontheft van de indiening van periodieke btw-aangiften. Ook de forfaitaire btwbelastingplichtigen vallen onder de groep van de gewone btw-belastingplichtigen, aangezien zij kwartaalindieners zijn.

Het onderscheid tussen maand- of kwartaalaangevers wordt gemaakt aan de hand van de omzet. Een btw-belastingplichtige kan ervoor kiezen kwartaalaangiften in te dienen als hij een jaaromzet heeft die 2 500 000 EUR (exclusief btw) niet overschrijdt en bovendien met zijn vrijgestelde IC-leveringen, ook als ‘B’ in ABC-verkopen, vrijgesteld door art. 39bis, 1° en 4° maximaal voor 400 000 EUR per jaar levert.

B Forfaitaire btw-belastingplichtigen

Voor sommige beroepscategorieën die zich in de kleinhandel bevinden, bestaat de mogelijkheid te opteren voor een forfaitaire manier om de omzet te berekenen. Die forfaitaire btwbelastingplichtigen zijn kwartaalaangevers die buiten de specifieke kenmerken die eigen zijn aan de regeling voor het overige dezelfde kenmerken en verplichtingen hebben als de gewone btw-belastingplichtigen. Wat de juridische vorm betreft waaronder een belastingplichtige kan gebruikmaken van de forfaitaire grondslagen van aanslag, voorziet art. 56, § 1, 2° (nieuw) WBTW dat de vennootschappen onder firma (vof), de commanditaire vennootschappen (commv) en de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (bv) nog slechts gebruik zullen kunnen maken van deze regeling tot en met 31/12/2019. Vanaf 01/01/2020 kan het forfait enkel nog gebruikt worden door natuurlijke personen. De omzet mag maximaal 750 000  EUR bedragen, exclusief btw en ze moeten in principe voor 75 % van die omzet ontheven zijn van de factureringsplicht. Voor de volgende sectoren bestaat er een forfaitaire regeling:

– kleinhandelaars in levensmiddelen (F1);

– slagers en spekslagers (F2);

– bakkers, brood- en banketbakkers (F3);

– herenkappers, dameskappers en heren- en dameskappers (F5);

– kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers (F6);

197

– apothekers (F7);

– consumptie-ijsbereiders (F9);

– schoenherstellers (F13);

– frituurexploitanten (F16);

– kleinhandelaars in textiel- en lederwaren (F17);

– foornijveraars (F19);

– kleinhandelaars in kranten en tijdschriften (F21);

– caféhouders (F4-24).

PROEFVERSIE@VANIN

Vanaf 1 januari 2022 kan een belastingplichtige zich niet meer laten registreren onder de forfaitaire regeling van artikel 56 van het Wetboek Btw. De regeling, waaronder vooral bakkers, slagers, kappers, frietkramen en caféhouders vallen, wordt definitief afgeschaft vanaf 31/12/2027. Door de afschaffing van de regeling voor nieuwe belastingplichtigen zijn deze thans gehouden tot het bijhouden van een dagboek van ontvangsten.

De btw-belastingplichtige onderworpen aan een forfaitaire belastingregeling berekent de maatstaf van heffing van de handelingen die vallen onder het toepassingsgebied van deze regeling op een berekeningsblad. Als de omzet berekend volgens de definitieve coëfficiënten ten minste 2 % hoger ligt dan de omzet berekend volgens de voorlopige forfaitaire coëfficiënten, moet de forfaitaire btw-belastingplichtige een herziening verrichten en het verschil opnemen in R 61 van het 1ste kwartaal van het tweede jaar volgend op het jaar dat wordt herzien.

Een belangrijke opmerking inzake de forfaitaire btw-belastingplichtige is dat als tijdens een controle tekortkomingen aan de boekhoudkundige verplichtingen worden vastgesteld, de administratie niet meer gebonden is door de forfait bij het bepalen van de omzet. Hetzelfde geldt als zou blijken dat de werkelijke ontvangsten gerealiseerd door de btw-belastingplichtige gevoelig zouden afwijken van de forfaitair berekende ontvangsten.

VOORBEELD 1

Een bakker maakt gebruik van het forfait, maar bij de controle blijkt dat de som van de ontvangsten uit het kasregister een meeromzet geven van 3 500 EUR t.o.v. de forfaitaire regeling.

Het essentiële verschil tussen een forfaitaire btw-belastingplichtige en de gewone periodieke aangevers is dat hun omzet forfaitair wordt berekend op basis van hetzij rendementsnormen, hetzij toegepaste winstmarges of forfaits per standaardverrichting.

VOORBEELD 2

– Bij een bakker berekent men hoeveel broden hij uit een aantal kilo’s meel kan halen.

– Bij een apotheker kijkt men naar de winstmarges per verkochte productengroep.

– Bij een kapper of schoenmaker wordt rekening gehouden met de standaardverrichting die gewoonlijk aan de klant wordt geleverd tegen de gemiddelde prijs ervan.

C Gemengde belastingplichtigen

Iemand die zowel handelingen verricht die belastbaar zijn als handelingen die vrijgesteld zijn door art. 44 is een gemengde btw-belastingplichtige. Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

198

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

VOORBEELD 1

Een kinesist die ook een sauna en zonnebank uitbaat.

De uitgaande handelingen van een gemengde btw-belastingplichtige worden soms met btw belast en soms niet. Voor de belaste activiteit moet de gemengde btw-belastingplichtige btwaangiften indienen. Die situatie brengt met zich mee dat het recht op aftrek van de btw ook niet volledig kan zijn. De gemengde btw-belastingplichtige verricht de aftrek volgens een algemeen verhoudingsgetal of volgens de regel van het werkelijke gebruik (zie het hoofdstuk over de aftrek van de voorbelasting).

VOORBEELD 2

PROEFVERSIE@VANIN

Een beroepsoprichter is meestal een gemengde btw-belastingplichtige. Veronderstel dat hij een gebouw opricht in de zin van art. 19, § 2, 1° WBTW. Veronderstel dat de normale waarde voor de handeling 100 000 EUR bedraagt, exclusief btw. Hij neemt die handeling als volgt op in zijn periodieke btw-aangifte in de veronderstelling dat zijn algemeen verhoudingsgetal 70 % bedraagt:

R 83: 100 000

R 59: 14 700

Dit begrip mag niet verward worden met de gedeeltelijke btw-belastingplichtige. Dat is een btw-belastingplichtige die zowel handelingen verricht binnen de werkingssfeer van de btw, als handelingen buiten de werkingssfeer van de btw. De handelingen binnen de werkingssfeer mogen trouwens eventueel vrijgestelde handelingen zijn.

VOORBEELD 3

Een loontrekkende heeft als bijberoep de verkoop van honing die hij zelf bereid heeft met de bijenkorven uit zijn tuin.

VOORBEELD 4

Een loontrekkende boekhouder voert als bijverdienste de boekhouding van enkele zelfstandigen uit zijn omgeving.

D De bt w-belastingplichtige wederverkoper

Een btw-belastingplichtige wederverkoper is een belastingplichtige die in het kader van zijn economische activiteit gebruikte goederen (waaronder tweedehandse vervoermiddelen), kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten koopt of bestemt voor bedrijfsdoeleinden voor wederverkoop, ongeacht of die belastingplichtige voor eigen rekening optreedt of voor rekening van een derde (overeenkomst tot aan- of verkoop in commissie – art. 13 WBTW). We merken op dat de btw-belastingplichtige nog een andere hoofd- of nevenactiviteit kan hebben.

199

VOORBEELD

Een concessionaris van een bepaald merk verkoopt nieuwe wagens onder de normale regeling en de overgenomen wagens van particulieren onder de winstmargeregeling.

Essentieel hierbij is dat de goederen afkomstig moeten zijn van personen die geen recht op aftrek of teruggaaf konden genieten. Het goed moet zich dus in de verbruiksfase bevinden opdat het zou kunnen doorverkocht worden met toepassing van de winstmargeregeling. De verwerking van de winstmargeregeling gebeurt in de gewone periodieke btw-aangifte die de btw-belastingplichtige wederverkoper moet indienen (zie het hoofdstuk over de maatstaf van heffing).

PROEFVERSIE@VANIN

3 Toevallige belastingplichtigen

Dit zijn personen die slechts voor een toevallige handeling btw-belastingplichtige worden. Zij krijgen voor die handelingen nooit een btw-nummer. Dat is zo voor iemand die toevallig een ‘nieuw’ gebouw verkoopt of zakelijke rechten op een ‘nieuw’ gebouw vestigt, overdraagt of wederoverdraagt. Hiervoor moet worden geopteerd. Men noemt deze categorie btw-belastingplichtigen door optie. Het gaat om de andere btw-belastingplichtige dan een ‘beroepsoprichter’ (art. 44, § 3, 1° a), WBTW) en om de niet-belastingplichtige natuurlijke persoon (art. 8) en de niet-belastingplichtige rechtspersoon (art. 8). De btw op de oprichting kan dan in aftrek worden gebracht. Deze handelingen moeten altijd gefactureerd worden. De aangifte gebeurt via een speciaal formulier 1041 en 1045.

Deze situatie mag niet verward worden met de verplichte bouwaangifte die de bouwheer moet indienen bij de oprichting van een woning. Die aangifte vormt immers een controlemiddel voor de administratie om na te gaan of de btw voldaan werd over een minimummaatstaf van heffing, de normale (bouw)waarde.

Iemand die onder bezwarende titel een ‘nieuw’ vervoermiddel intracommunautair levert, wordt voor die toevallige handeling ambtshalve btw-belastingplichtige (art. 8bis WBTW). De status van btw-belastingplichtige brengt ook voor die handelingen binnen bepaalde grenzen een recht op aftrek van de voorbelasting met zich mee. De aangifte gebeurt via een speciaal formulier 447, behalve voor de gewone btw-belastingplichtigen die hun periodieke aangifte gebruiken.

Deze twee soorten toevallige btw-belastingplichtigen zijn dus gekoppeld aan een specifiek btw-begrip ‘nieuw’ (zie ook het hoofdstuk over teruggaaf van btw).

4 Buitenlandse bt w-belastingplichtigen

4.1 Principe

Uit de definitie van de btw-belastingplichtige volgens art. 4 van het WBTW blijkt dat de toekenning van de hoedanigheid van btw-belastingplichtige aan een natuurlijke of rechtspersoon niet afhankelijk is van het bestaan in België van een woonplaats of maatschappelijke of statutaire zetel van deze persoon of zelfs van om het even welke andere uitbatingszetel.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 200

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

Een niet in België gevestigde persoon die buiten België een activiteit uitoefent als btw-belastingplichtige in de zin van het Wetboek wordt, voor de handelingen (leveringen, diensten) die hij hier te lande verricht voor de toepassing van de Belgische btw-wetgeving, beschouwd als een btw-belastingplichtige.

De regeling die van toepassing is op de niet in België gevestigde belastingplichtigen die in België leveringen of diensten verrichten, verschilt evenwel naargelang ze in België al dan niet over een vaste inrichting beschikken.

4.2 De buitenlandse btw-belastingplichtige met vaste inrichting in België

PROEFVERSIE@VANIN

Een buitenlandse btw-belastingplichtige beschikt in België over een vaste inrichting wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:

a de btw-belastingplichtige heeft hier te lande een directiezetel, een filiaal, een fabriek, een werkplaats, een agentschap, een magazijn, een kantoor, een laboratorium, een inkoop- of verkoopkantoor, een depot of enige andere vaste inrichting met uitzondering van bouwwerven;

b die inrichting wordt beheerd door een persoon die bekwaam is om de btw-belastingplichtige te verbinden tegenover de leveranciers en de klanten;

c de activiteit van die inrichting heeft het leveren van goederen of het verstrekken van diensten in de zin van het WBTW tot voorwerp.

Een dergelijke vaste inrichting heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid en hangt juridisch volledig af van de buitenlandse btw-belastingplichtige. Toch wordt aan de vaste inrichting een btw-nummer toegekend zodat ze behandeld wordt zoals de Belgische btw-belastingplichtige. Zijn btw-aangiften worden ingediend bij een van de twee scanningscentra (Gent of Namen) en dus niet bij het Centraal Kantoor voor Buitenlandse btw-belastingplichtigen (C.K.B.B.).

4.3 De buitenlandse bt w-belastingplichtige zonder vaste inrichting in België

De buitenlandse btw-belastingplichtigen moet men opdelen in twee categorieën:

de niet in België, maar in de EU gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtigen; – de niet in België, maar buiten de EU gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtigen.

Voor de eerste categorie is er geen verplichting om in België een aansprakelijke vertegenwoordiger aan te stellen. Een directe registratie is voldoende. Dat houdt in dat deze buitenlandse btw-belastingplichtigen een BE-identificatienummer krijgen en vanuit het buitenland btw-aangiften indienen bij het Centraal Kantoor voor Buitenlandse btw-belastingplichtigen.

De eerste categorie buitenlandse btw-belastingplichtigen mag er voor kiezen, om toch een aansprakelijk vertegenwoordiger aan te stellen in die gevallen waar er een verplichte aanstelling voorzien is voor buitenlandse btw-belastingplichtigen afkomstig van buiten de EU.

Voor de tweede categorie buitenlandse btw-belastingplichtigen blijft de verplichting bestaan om in België een aansprakelijke vertegenwoordiger te laten erkennen.

201

De nieuwe regels inzake voldoening van de btw en de btw-registratie van buitenlandse btwbelastingplichtigen behandelen we in het volgende punt. Voor details verwijzen we naar circulaire nr. 4/2003.

4.4 Regels inzake voldoening van de btw en de btw-registratie van buitenlandse btw-belastingplichtigen

1° REGELS INZAKE VOLDOENING VAN DE BTW

Hierna worden de regels inzake de voldoening van de btw schematisch weergegeven.

1 ALGEMENE REGELS

PROEFVERSIE@VANIN

– inzake leveringen van goederen en diensten (art. 51, § 1, 1° WBTW)

– inzake intracommunautaire verwervingen van goederen (art. 51, § 1, 2° WBTW)

– bij uitreiking van een factuur (art. 51, § 1, 3° WBTW)

2 UITZONDERING BIJ LEVERINGEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN

– diensten bedoeld in ar t. 21, § 2 WBTW (art. 51, § 2, 1° WBTW)

Artikel 51, § 2, 1° WBTW:

§ 2. In afwijking van § 1, 1°, is de belasting verschuldigd: 1° door de ontvanger van de dienst wanneer de dienstverrichter een belastingplichtige is die niet in België gevestigd en de dienst krachtens artikel 21, § 2 geacht wordt zich in België te bevinden;

VOORBEELD 1

Een in Nederland gevestigd marketingbureau verricht een marktstudie in opdracht van een in België gevestigde onderneming.

De plaats van de dienst is België volgens art. 21, § 2 (algemene regel). De Nederlandse onderneming reikt een factuur uit zonder btw.

Factuurvermelding ‘Handelingen buiten Nederland op basis van art. 44 Btw-richtlijn – btw te voldoen door de medecontractant volgens art. 196 Btw-richtlijn’.

De schuldenaar van de btw is het Belgische bedrijf. Er is verlegging van de heffing volgens art. 51, § 2, 1° (roosters 88 en 55).

Een belastingplichtige dienstverrichter met vaste inrichting (VI) in de lidstaat van de afnemer wordt geacht een niet in België gevestigde btw-belastingplichtige te zijn indien de VI niet tussenkomt in de handeling.

Indien de VI wel tussenkomt dan zal deze schuldenaar van de btw worden.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 202

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

– leveringen van goederen in het kader van vereenvoudigd driehoeksverkeer (ar t. 51, § 2, 2° WBTW)

Deze uitzondering geldt wanneer een niet in België gevestigde btw-belastingplichtige, die in een andere lidstaat voor btw-doeleinden is geïdentificeerd, in België een intracommunautaire verwerving van goederen verricht met het oog op een daaropvolgende lokale levering van dezelfde goederen. De voldoening van de Belgische btw over deze lokale levering wordt verlegd naar de medecontractant, op voorwaarde dat hij voor Belgische btw-doeleinden is geïdentificeerd overeenkomstig artikel 50, § 1 WBTW en een conforme factuur ontvangt waarop hij als schuldenaar van de btw wordt aangeduid.

PROEFVERSIE@VANIN

Dat de buitenlandse leverancier over een Belgisch btw-nummer beschikt, verhindert de toepassing van deze vereenvoudigde regeling niet.

– leveringen van goederen en diensten bedoeld in art. 39, § 2 of 39quater WBTW (ar t. 51, § 2, 3° WBTW)

Het betreft:

– de leveringen van goederen die worden geplaatst onder bepaalde douaneregelingen of onder een regeling van btw-entrepot, of die verricht worden met handhaving van deze regelingen;

– de diensten die bestaan uit werkzaamheden met betrekking tot goederen die het voorwerp uitmaken van de hiervoor bedoelde transacties, of die zich bevinden onder dergelijke regelingen.

In principe zijn deze transacties vrijgesteld van btw. Als echter de voorwaarden voor het inroepen van de vrijstellingen niet zijn vervuld, moet de medecontractant de verschuldigde btw over deze leveringen voldoen.

– voldoening bij onttrekking van goederen aan bepaalde douaneregelingen of aan een regeling van btw-entrepot (art. 51, § 2, 4° WBTW)

De persoon die goederen onttrekt aan deze regelingen, is gehouden de verschuldigde Belgische btw hierover te voldoen.

– leveringen van goederen en diensten door een niet in België gevestigde btw-belasting-plichtige (art. 51, § 2, 5° WBTW)

Ar tikel 51, § 2, 5° WBTW

§ 2. In afwijking van § 1, 1°, is de belasting verschuldigd :

5° door de in België gevestigde medecontractant die gehouden is tot het indienen van de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, of door de niet in België gevestigde medecontractant die een aansprakelijke vertegenwoordiger heeft laten erkennen overeenkomstig artikel 55, § 1 of § 2, wanneer het gaat om een levering van goederen of een dienst verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige en de hier te lande belastbare handeling niet onder 1°, 2° en 6° van deze paragraaf is bedoeld, noch vrijgesteld is of verricht met vrijstelling van de belasting ingevolge de artikelen 39 tot 44bis;

203

Er is verlegging van de heffing in de volgende situatie: Een niet in België gevestigde btw-belastingplichtige verricht een levering of een dienst in België aan een medecontractant die:

– hetzij een in België gevestigde btw-belastingplichtige is, die periodieke btw-aangiften indient;

– hetzij een niet in België gevestigde btw-belastingplichtige is, die in België voor btwdoeleinden is geïdentificeerd met aanstelling van een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger.

De transactie moet een levering van een goed of een dienst betreffen die in België plaatsvindt en die niet is vrijgesteld van btw ingevolge de artikelen 39 tot 44bis WBTW, en waarvoor deze vrijstelling werd ingeroepen.

PROEFVERSIE@VANIN

Een btw-belastingplichtige met een vaste inrichting in België is voor een bepaalde handeling niet in België gevestigd als deze vaste inrichting niet betrokken is bij de handeling (voor toepassing van art. 51 § 2, eerste lid 1°, 5° en 6°; de handeling is dan zowel levering van goederen als verrichten van diensten).

VOORBEELD 2

Een in Frankrijk gevestigde traiteur komt een feest verzorgen voor het tienjarig bestaan van een in België gevestigde onderneming.

De plaats van de dienst is België volgens art. 21, § 3, 4° (niet volgens art. 21, § 2). De Franse traiteur reikt een factuur uit zonder btw. De schuldenaar van de btw is de Belgische onderneming. Er is verlegging van de heffing op grond van art. 51, § 2, 5° WBTW (niet volgens art. 51, § 2, 1°). De Belgische afnemer zal de Belgische btw moeten voldoen via zijn periodieke btw-aangifte (roosters 87 en 56).

VOORBEELD 3

Een Nederlandse onderneming, die beschikt over een Belgisch verkoopfiliaal, levert een goed aan een Belgische onderneming die gevestigd is in Antwerpen. De goederen worden vanuit het Belgische filiaal naar de klant in Antwerpen verzonden.

De schuldenaar van de btw is de leverancier, in casu het Belgische verkoopfiliaal. De Nederlandse onderneming is immers gevestigd (verkoopfiliaal) in België. Er is dus geen verlegging van de heffing op grond van art. 51, § 2, 5° WBTW.

VOORBEELD 4

Een Spaanse onderneming, die beschikt over een Belgisch btw-nummer, levert een goed aan een Belgische onderneming die gevestigd is in Antwerpen. De goederen worden vanuit een voorraad in Hasselt naar de klant in Antwerpen verzonden.

De schuldenaar van de btw is de medecontractant. Er is dus verlegging van de heffing op grond van art. 51, § 2, 5° WBTW. Het is de Belgische afnemer die de Belgische btw moet voldoen via zijn periodieke btw-aangifte. In de mate dat de afnemer een volledig recht op aftrek heeft, zal er geen enkele voorfinanciering van de btw optreden.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 204

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

VOORBEELD 5

Een Franse onderneming, die beschikt over een Belgisch btw-nummer, levert een goed aan een Nederlandse onderneming die in België voor btw-doeleinden geïdentificeerd is via een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger. De goederen worden vanuit een voorraad in Antwerpen naar de klant in Brussel verzonden.

De schuldenaar van de btw is de medecontractant. Er is dus verlegging van de heffing op grond van art. 51, § 2, 5° WBTW. Het is de Nederlandse afnemer die de Belgische btw moet voldoen via zijn periodieke btw-aangifte. In de mate dat de afnemer een volledig recht op aftrek heeft, zal er geen enkele voorfinanciering van de btw optreden.

PROEFVERSIE@VANIN

– voldoening bij deskundige schattingsprocedure (art. 51, § 3 WBTW)

Wanneer een deskundige schatting resulteert in een aanvullende btw, moet die worden voldaan door de persoon tegen wie de schattingsprocedure werd ingesteld.

Een schattingsprocedure kan worden ingesteld:

– naar aanleiding van de vervreemding van gebouwen met toepassing van btw;

– ten aanzien van W.I.O.S. dat betrekking heeft op op te richten gebouwen;

– ten aanzien van W.I.O.S. dat betrekking heeft op de voltooiing van een gebouw dat met toepassing van btw werd verkregen.

– voldoening ingevolge een KB (art. 51, § 4 en art. 52, § 1 WBTW)

1ste geval: transacties bedoeld in art. 20 en 20bis van KB l

Het betreft:

– handelingen van werk in onroerende staat of ermee gelijkgesteld; – leveringen van beleggingsgoud.

De verschuldigde btw moet worden voldaan door de medecontractant op voorwaarde dat: – de transactie wordt verricht door een in België gevestigde btw-belastingplichtige (geldt niet voor art. 20bis van KB 1);

– de transacties worden verricht voor een btw-belastingplichtige afnemer die: a in België is gevestigd en periodieke btw-aangiften indient; b niet in België is gevestigd, maar die in België voor btw-doeleinden is geïdentificeerd met aanstelling van een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger of via directe registratie.

Wanneer een niet in België gevestigde dienstverrichter (leverancier) transacties verricht die bedoeld zijn in de artikelen 20 en 20bis van KB 1, moet hij zelf de btw voldoen, tenzij voldaan is aan de voorwaarden van art. 51, § 2, 5° WBTW. In dat laatste geval wordt de voldoening van de verschuldigde Belgische btw alsnog naar de medecontractant verlegd.

205

VOORBEELD 6

Een Belgische aannemer verricht werk in onroerende staat voor de Belgische vestiging van een Nederlandse onderneming.

Er is verlegging van de heffing bedoeld in art. 20 van KB 1.

VOORBEELD 7

Een Nederlandse aannemer die niet in België is gevestigd, verricht werk in onroerende staat voor een Franse firma die in België voor btw-doeleinden is geïdentificeerd via een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger.

PROEFVERSIE@VANIN

Er is geen verlegging van de heffing bedoeld in art. 20 van KB 1. Er is echter wel verlegging van de heffing bedoeld in art. 51, § 2, 5° WBTW.

VOORBEELD 8

Een Duitse aannemer verricht werk in onroerende staat in België voor: – een Belgische onderneming: er is verlegging van de heffing bedoeld in art. 51, § 2, 5° WBTW;

– de Belgische vestiging van een Franse onderneming: er is verlegging van de heffing bedoeld in art. 51, § 2, 5° WBTW;

– een Duitse onderneming die in België voor btw-doeleinden is geïdentificeerd met aanstelling van een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger of via directe registratie: er is verlegging van de heffing bedoeld in art. 51, § 2, 5° WBTW;

– een Franse onderneming die niet in België is gevestigd en niet over een Belgisch btwidentificatienummer beschikt: de Duitse aannemer is de schuldenaar van de btw. Hij moet zich hier direct registreren of kan kiezen voor de aanstelling van een aansprakelijke vertegenwoordiger.

2de geval: voldoening van de btw bij invoer van goederen

De verschuldigde btw moet worden voldaan door de geadresseerde bij invoer.

Wanneer een niet in België gevestigde verkoper of overdrager (of vorige verkoper of overdrager), als geadresseerde optreedt, geldt dus als voorwaarde dat hij over een Belgisch btwnummer beschikt of vertegenwoordigd wordt door een globale vertegenwoordiger.

– voldoening van de btw wanneer de buitenlandse leverancier geen Belgisch btw-nummer heeft (art. 5 van KB 31)

Wanneer een niet in België gevestigde leverancier of dienstverrichter niet over een Belgisch btw-nummer beschikt, terwijl hij wel schuldenaar is van de btw ingevolge art. 51, § 1, 1° WBTW is de medecontractant gehouden de verschuldigde btw te voldoen.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 206

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

De aanpassingen aan KB 31 wijzigen niets aan de bestaande principes, maar geven alleen aan dat wanneer de medecontractant een andere persoon is dan een btw-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon (bijvoorbeeld een particulier) hij de btw moet voldoen door storting op de postrekening van de administratie.

2° REGELS INZAKE BTW-REGISTRATIE VAN BUITENLANDSE BTW-BELASTINGPLICHTIGEN

– de toekenning van een btw-nummer

PROEFVERSIE@VANIN

De bestaande procedure van toekenning van een btw-nummer werd niet gewijzigd. Het is wel zo dat voortaan aan elke niet in België gevestigde btw-belastingplichtige een btw-nummer met de letters BE wordt toegekend als hij handelingen verricht waarvoor hij recht op aftrek van de voorbelasting heeft en waarvoor hij schuldenaar is van de Belgische btw op grond van art. 51 of art. 52 (invoer).

– de aansprakelijke vertegenwoordiging

Voor de wijzigingen in de wetgeving was het zo dat een niet in België gevestigde btwbelastingplichtige (binnen of buiten de EU) die in België belastbare handelingen (andere dan bedoeld in art. 51, § 2, 1° en 2°) stelde een aansprakelijke vertegenwoordiger moest aanstellen. Die aansprakelijke vertegenwoordiger was hoofdelijk gehouden tot voldoening btw, intresten en boeten. De invordering gebeurde bij de Belgische klant als geen aansprakelijke vertegenwoordiger werd erkend, tenzij die te goeder trouw was en het bewijs van de betaling van de verschuldigde btw leverde.

Er wordt een onderscheid maakt tussen buitenlandse btw-belastingplichtigen gevestigd binnen of buiten de EU.

Volgende principes gelden voortaan:

– niet in de EU gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtigen:

Voor de handelingen (andere dan bedoeld in art. 51, § 2, 1°, 2° en 5°) moet nog altijd een aansprakelijke vertegenwoordiger worden aangesteld (tenzij ontslag).

– in de EU gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtige:

Voor de handelingen (andere dan bedoeld in art. 51, § 2, 1°, 2° en 5°) moeten ze geen aansprakelijke vertegenwoordiger meer aanstellen (directe registratie is voldoende).

Ze mogen een aansprakelijke vertegenwoordiger aanstellen voor de gevallen waarin een buiten de EU gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtige dat moet.

De aansprakelijke vertegenwoordiger (of vooraf erkend persoon in geval van een globaal btw-nummer) is hoofdelijk gehouden tot voldoening van btw, intresten en boeten.

De invordering gebeurt bij de Belgische klant als geen directe registratie werd genomen (of vooraf erkend persoon in geval van een globaal btw-nummer), tenzij bij goeder trouw en

207

het bewijs van de betaling van de verschuldigde btw. In die mate is hij dan ontslagen van de verplichting om de btw te betalen.

Ten slotte willen we opmerken dat de niet in België gevestigde buitenlandse btw-belastingplichtige die een aansprakelijke vertegenwoordiger (of vooraf erkend persoon) heeft aangesteld, de naam of benaming en het adres van hun aansprakelijke vertegenwoordiger in België (of van de vooraf erkende persoon die hen vertegenwoordigt) aan hun klanten of leveranciers moeten mededelen en aan de Btw-administratie een adres in België kenbaar moeten maken waar de boeken en stukken bedoeld in artikel 61, § 1, eerste lid WBTW worden medegedeeld op ieder verzoek van de administratie.

– het globaal btw-nummer

Het betreft hier een bijzondere vorm van vertegenwoordiging van een buitenlandse btwbelastingplichtige door een vooraf erkende persoon voor een beperkt aantal handelingen. Die vooraf erkende persoon kan onder het globaal nummer verschillende buitenlandse btwbelastingplichtigen vertegenwoordigen. Dit in tegenstelling tot de individuele aansprakelijke vertegenwoordiger die een buitenlandse btw-belastingplichtige vertegenwoordigt onder een individueel aan die buitenlandse btw-belastingplichtige toegekend btw-nummer.

Het toepassingsgebied van het globaal btw-nummer werd uitgebreid.

Het 796.5-nummer kan worden gebruikt voor:

– invoer gevolgd door gelijk welke levering

Tijdelijke opslag tussen het tijdstip van invoer en de daaropvolgende levering wordt aldus mogelijk.

Het 796.6-nummer kan worden gebruikt voor:

– plaatsing in btw-entrepot na invoer, intracommunautaire verwerving, aankoop in België of verzending buiten handelstransactie; – onttrekking aan btw-entrepot gevolgd door gelijk welke uitgaande handeling; – uitvoer los van een handelstransactie;

– intracommunautaire verwervingen gevolgd door uitvoer;

– intracommunautaire verwervingen zonder een daarop volgende handeling in België.

Gevolgen van de keuze voor een globaal btw-nummer:

1 inkomende btw m.b.t. de bedoelde handelingen kan worden gerecupereerd; overige btw: teruggaafprocedure 8ste of 13de Richtlijn

2 geen maandelijkse teruggaaf art. 81 van KB 4;

3 geen vergunning E.T. 14.000 mogelijk (verlegging van de heffing bij invoer).

Opmerking:

De globale aansprakelijke vertegenwoordiger (= vooraf erkende persoon) is facultatief, er kan altijd gekozen worden voor een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger of voor directe registratie.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 208 PROEFVERSIE@VANIN

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

Belastingregeling en het soort btw-identificatienummer

belastingregeling soort btw-nummer

gewone btw-belastingplichtige die periodieke btwaangiften indient en recht op aftrek heeft

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 44 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 44 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar de drempel overschrijdt of opteert voor de verwerving

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 44 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar als medecontractant schuldenaar is van de btw voor bepaalde diensten aan hem verricht door een buitenlandse btwbelastingplichtige

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 56bis

WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 56bis

WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar de drempel overschrijdt of opteert voor de verwerving

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 56bis

WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar als medecontractant schuldenaar is van de btw voor bepaalde diensten aan hem verricht door een buitenlandse

btw-belastingplichtige

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 57 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 57 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar de drempel overschrijdt of opteert voor de verwerving

BE-nummer

geen nummer

BE-nummer (1)

PROEFVERSIE@VANIN

btw-belastingplichtige bedoeld in art. 57 WBTW die geen periodieke btw-aangiften indient en geen recht op aftrek heeft, maar als medecontractant schuldenaar is van de btw voor bepaalde diensten aan hem verricht door een buitenlandse btwbelastingplichtige

nationaal nummer (2)

BE-nummer

BE- nummer (1)

BE-nummer

BE- nummer (3)

BE- nummer (1)

nationaal nummer (2) en (3)

niet-belastingplichtige rechtspersoon geen nummer niet-belastingplichtige rechtspersoon die de drempel overschrijdt of opteert voor de verwerving

BE-nummer (1) toevallige ambtshalve btw-belastingplichtige voor de intracommunautaire levering van een nieuw vervoermiddel

geen nummer toevallige btw-belastingplichtige door optie i.v.m. een nieuw gebouw geen nummer

5
209

(1) de toekenning en het gebruik van het nummer is aan voorwaarden verbonden, beperkt in de tijd en veronderstelt de indiening van de bijzondere btw-aangifte of een andere aangifte;

(2) hiervoor moet de bijzondere btw-aangifte worden ingediend;

(3) het nummer mag slechts worden gebruikt als voorafgaandelijk een verklaring werd ingediend. Als het nummer toch wordt opgegeven, wordt het als een optie aanzien en is vanaf dan het systeem van de verwerving van toepassing. In dat geval is het gebruik van het nummer beperkt in de tijd en veronderstelt de indiening van de bijzondere btw-aangifte of een andere aangifte.

6 De bt w-eenheid

PROEFVERSIE@VANIN

Art. 4, § 2 van het WBTW stelt dat de Koning ‘de in België gevestigde personen die juridisch gezien wel zelfstandig zijn, doch financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, voor de toepassing van het wetboek als één belastingplichtige kan aanmerken’.

Intussen werd een uitvoeringsbesluit door de administratie uitgewerkt in nauw overleg met de privésector. De btw-eenheid of de zogenaamde btw-consolidatie is aldus een feit in België.

6.1 Wie kan een bt w-eenheid vormen?

Alleen in België gevestigde btw-belastingplichtigen, met of zonder recht op aftrek, kunnen deel uitmaken van de btw-eenheid. De leden moeten een economische activiteit in de zin van de Btw-richtlijn uitoefenen.

Ook de Belgische vaste inrichtingen van buitenlandse btw-belastingplichtigen kunnen dus toetreden tot een btw-eenheid.

Handelingen tussen een buitenlandse moederonderneming en haar binnenlandse dochteronderneming die deel uitmaakt van een btw-eenheid, zullen tegen de normale btw-regels gefactureerd moeten worden.

Om een btw-eenheid te kunnen vormen, moet voldaan zijn aan financiële, economische en organisatorische voorwaarden. Vooral de financiële verbondenheidsvoorwaarden moeten in de praktijk nagegaan worden (zie Circulaire nr. AOIF 42/2007 (E.T.111.702) d.d. 09/11/2007).

De interne uitgaande handelingen worden opgenomen in R 00 en de interne inkomende handelingen in de R 81 tot 83. Die interne handelingen worden ook opgenomen in de klantenlisting van de leden van de btw-eenheid. Elk lid van de btw-eenheid behoudt (of krijgt) een btw-nummer dat als subnummer functioneert. De btw-eenheid wordt geïdentificeerd onder een apart btw-nummer dat echter voor derden niet gekend is. Elk lid van de btw-eenheid dient een afzonderlijke klantenlisting en intracommunautaire listing in.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 210

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

6.2 Oprichting en duur van de btw-eenheid

De btw-belastingplichtigen die een btw-eenheid willen oprichten, moeten een van hen aanduiden als vertegenwoordiger. Die vertegenwoordiger zal dan een gemotiveerd verzoek moeten indienen bij het territoriaal bevoegde btw-controlekantoor. Bij dat verzoek moet o.m. een lijst zitten van de leden die deel zullen uitmaken van de btw-eenheid.

De administratie heeft één maand vanaf de indiening van het verzoek om desgevallend de toepassing van het systeem van btw-eenheid te weigeren. Dat moet gebeuren via een gemotiveerde beslissing.

PROEFVERSIE@VANIN

De btw-eenheid zal als btw-belastingplichtige worden aangemerkt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de termijn voor weigering is verstreken. Als btwbelastingplichtigen ervoor opteren om deel uit te maken van een btw-eenheid, moeten zij minstens lid blijven tot 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de maand die volgt op de maand waarin de weigeringstermijn is verstreken (bv. verzoek op 5 november 2009, verstrijken termijn van weigering op 4 december 2009, de btw-eenheid is btw-belastingplichtige vanaf 1 januari 2010, leden opgenomen in verzoek van 5 november moeten lid blijven tot 31 december 2013). Voor leden die verplicht moeten toetreden, gelden dezelfde termijnen.

Een gemotiveerd verzoek is ook nodig bij een latere vrijwillige of verplichte toetreding van een btw-belastingplichtige tot een bestaande btw-eenheid. De toetredende btw-belastingplichtige moet dan ook lid blijven tot 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van zijn toetreding.

Zodra aan minstens een van de criteria niet langer is voldaan, moet het lid uittreden uit de btw-eenheid. In zo’n geval, en ook in het geval van een vrijwillige uittreding (alleen als de minimale lidmaatschapstermijn is verstreken), dient het vertegenwoordigende lid een verzoek in bij zijn controlekantoor. De uittreding heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend. Het uittredend lid moet zijn controlekantoor binnen de maand na de uittreding ervan op de hoogte stellen.

Schematische voorstelling

leveranciers

handelingen binnen werkingssfeer: al dan niet met btw VS 1 VS 2 VS 3 VS 4 handelingen buiten werkingssfeer: geen btw btw-eenheid

handelingen binnen werkingssfeer: al dan niet met btw

klanten

211

6.3 Onroerend goed optimalisatie

De verhuur van de gebouwen waarin de economische activiteiten worden uitgeoefend geven in principe geen recht op aftrek. Door opname van de vennootschap waarin de onroerende goederen zich bevinden in de btw-eenheid zijn de kosten van oprichting, onderhoud en herstelling aftrekbaar in functie van de outputhandelingen van de btw-eenheid. De mate waarin die aftrek kan worden uitgeoefend is afhankelijk van het recht op aftrek van de btw-eenheid, m.a.w. staat in functie van de externe handelingen van de btw-eenheid.

PROEFVERSIE@VANIN

De btw geheven van onroerende goederen die de patrimoniumvennootschap verwerft om ze te verhuren aan de andere vennootschappen van de btw-eenheid is aldus aftrekbaar naargelang het gebruik dat van de gebouwen wordt gemaakt. De omstandigheid dat de onroerende verhuur buiten het kader van de btw-eenheid een vrijgestelde handeling is die de patrimoniumvennootschap geen enkel recht op aftrek zou verlenen van de voorbelasting heeft geen enkele invloed op het recht op aftrek van de btw-eenheid.

6.4 Voorfinanciering wordt vermeden

Indien een lid van de btw-eenheid bij onderlinge prestaties geen btw moet aanrekenen vermijdt men de voorfinanciering van de btw. Dat geeft een belangrijk cashflow-effect.

Zonder btw-eenheid moet de btw minstens drie maanden voorgefinancierd worden.

6.5 Administratieve vereenvoudigingen

Doordat de btw-eenheid als één btw-belastingplichtige wordt beschouwd, bestaat de mogelijkheid om een aantal administratieve verplichtingen voor de leden van de btw-eenheid te verminderen.

Zo is er voorzien dat er slechts één btw-aangifte voor de hele groep ingediend moet worden.

Dat houdt onder meer in dat zowel de btw-schulden als de btw-tegoeden op de Schatkist van alle leden samen in dezelfde btw-aangifte worden opgenomen. Zo wordt ook vermeden dat bepaalde leden grote sommen aan btw al moeten betalen terwijl andere leden van de groep nog moeten wachten op teruggaven van btw.

6.6 Outsourcing van activiteiten

Doordat de interne verrichtingen tussen de leden van de btw-eenheid niet meer aan de btw moeten onderworpen worden, kan men bepaalde taken toevertrouwen aan een lid van de btw-eenheid zonder dat daar btw over betaald moet worden. Op de onderlinge prestaties moet immers geen btw aangerekend worden. Het risico op een verkeerde btw-behandeling van dergelijke doorfactureringen, met navorderingen en boetes en intresten als gevolg, wordt aldus vermeden.

Op die manier heeft outsourcing van activiteiten geen kostenverhogend effect, wat bevorderlijk is voor specialisatie binnen de btw-eenheid. Daardoor verhoogt de efficiëntie en dus de concurrentiepositie van de btw-eenheid. Anderzijds is deze maatregel voordelig voor de

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 212

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

werkgelegenheid vermits de prikkel om outsourcing in het buitenland te laten plaatsvinden vermindert.

Een lid dat dus geen of een beperkt recht op aftrek heeft van de voorbelasting en bepaalde prestaties (bv. backoffice-diensten) uitbesteedt aan een ander lid van de btw-eenheid, zal geen btw aangerekend krijgen en dus niet geconfronteerd worden met niet-aftrekbare btw bij outsourcing.

Vooral voor gemengde btw-belastingplichtigen die de btw slechts beperkt kunnen aftrekken, vormt dat dus een belangrijk voordeel.

PROEFVERSIE@VANIN

In de praktijk biedt dat bijvoorbeeld aanzienlijke perspectieven voor de actoren in de financiële sector maar ook in de sociaal-culturele sfeer waar vele verenigingen en vzw’s gemengde btw-belastingplichtige zijn.

6.7 Interne f inanciering heeft geen invloed op de aftrek van de btw van de eenheid

Voor groepen waarvan de btw-eenheid naar derden toe het statuut heeft van btw-belastingplichtige met volledig recht op aftrek kan men door interne leningen financieringen verstrekken aan andere leden van de groep zonder dat dat aanleiding geeft tot uitsluiting van het recht op aftrek van de financieringsgebonden kosten in hoofde van de leningverstrekker, vermits de toekenning van leningen in principe van btw is vrijgesteld.

6.8 Recht op af trek

De algemene regels inzake aftrek en herziening zijn van toepassing. Het recht op aftrek van de btw-eenheid zal beoordeeld moeten worden op basis van de uiteindelijke bestemming van de aankopen. Stelt de btw-eenheid uitsluitend uitgaande handelingen met recht op aftrek, dan is de btw op de aankopen van goederen en diensten door de leden in beginsel ook volledig aftrekbaar. Stelt ze echter naast die handelingen ook handelingen waarvoor ze geen recht op aftrek heeft, dan is ze gemengde btw-plichtige. Als de btw-eenheid in dat geval geen toelating heeft om gebruik te maken van de regeling van het werkelijk gebruik of als de uiteindelijke bestemming van de aangekochte goederen en diensten niet op een controleerbare wijze vast te stellen is, dan zal de aftrek moeten gebeuren op basis van een verhoudingsgetal dat op het niveau van de btw-eenheid zal worden bepaald. Stelt de btw-eenheid uitsluitend handelingen zonder recht op aftrek, vrijgesteld door art. 44 WBTW., dan zal zij geen btw kunnen aftrekken.

6.9 Hoofdelijke aansprakelijkheid

Doordat de btw-eenheid de juridische zelfstandigheid van de leden doorbreekt, worden die leden hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de btw. Dat geeft een bijkomende garantie voor de fiscus. Bij btw-eenheid zal elk lid dus hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de btwschulden, boeten, intresten en kosten die ontstaan zijn tijdens hun lidmaatschap van de btweenheid.

213

VOORBEELD

A heeft een gebouw aangekocht in 2016 (100 000 EUR + 21 000 btw).

Hij verhuurt dat gebouw aan zijn vennootschap B. De btw werd niet afgetrokken.

B verricht als economische activiteit de aan- en verkoop van computers.

A en B beslissen op 1 juli 2021 een btw-eenheid te vormen.

Situatie B:

In 2015: aankoop meubelen (10 000 EUR + 2 100 btw)

In 2018: aankoop bestelwagen (20 000 + 4 200 btw)

Inventaris op 1 juli 2021 (datum van oprichting btw-eenheid): voorraad: 5 000 EUR, excl. btw.

Bij toetreding: geen herziening (in nadeel) voor A, de btw werd immers niet afgetrokken.

Herzieningstijdvak : 1/1/2016 => 31/12/2030

Herziening voor B: voorraad is geen bedrijfsmiddel

Kantoormeubelen: herzieningstijdvak (1/1/2015 => 31/12/2019) verstreken

PROEFVERSIE@VANIN

Vrachtwagen: herzieningstijdvak (1/1/2018 => 31/12/2022), 4 200 EUR x 2/5 = 1 680 EUR te herzien in nadeel.

Herziening op het niveau van de btw-eenheid:

Gebouw: 21 000 x 10/15 = 14 000 herzien in voordeel

Voorraad is geen bedrijfsmiddel

Meubelen: herzieningsvak verstreken

Vrachtwagen: 4 200 EUR x 2/5 = 1 680 EUR herzien in voordeel

Voor de berekening van de herzieningen verwijzen we naar het hoofdstuk over de herziening van de aftrek.

7 Oefeningen

Oefening 1: de belastingplicht

Zijn volgende personen btw-belastingplichtigen?

1 Een vrouw star t een zelfstandige zaak als pedicure en podologe.

2 Een onderneming wordt in vereffening gesteld.

3 Een gerante werkt in een kledingzaak opgericht in de vorm van een bv.

4 Een persoon is lector aan een hogeschool.

5 Een stagiair architect doet zijn verplichte stage.

Oefening 2: belastingplicht, vrijstellingen en bijzondere regelingen

Zijn volgende personen btw-belastingplichtigen? Is er een vrijstelling of een bijzondere regeling op hen van toepassing?

1 Een wijnproducent met wijngaard in het Hageland baat ook een restaurant uit in Leuven.

2 Een man is bakker (omzet: 100 000 EUR) en zijn vrouw baat een hotel-restaurant uit (omzet: 450 000 EUR).

3 Een man is bestuurder in een nv en verkoopt een nieuw gebouw.

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige 214

Hoofdstuk 6 De btw-belastingplichtige

4

Een man baat een frietkraam uit op markten in België, Nederland en Duitsland.

5 Een echtpaar krijgt een erkenning van het Vlaamse Gewest voor het beheer van een rusthuis voor bejaarden opgericht in de vorm van een vzw.

6 Een verzekeringsmaatschappij gespecialiseerd in BOAR vraagt aan een andere verzekeringsmaatschappij om een actuariële studie te maken over het risicoprofiel van mannen en vrouwen boven de 30 jaar buiten de steden.

7 Een btw-belastingplichtige baat een handel in dranken en rookwaren uit. Hij besluit de afdeling dranken te verkopen aan zijn zoon die zijn activiteit zal starten bij de overdracht.

8 Een loontrekkende is ook kunstschilder en de omzet die hij hieruit op jaarbasis haalt, bedraagt 4 000 EUR.

PROEFVERSIE@VANIN

9 Een advocaat is ingeschreven aan de Balie van Gent en is gespecialiseerd in fiscaal recht.

10 Een Nederlandse groothandelaar in speelgoed opent een filiaal in België. De verwachte maandelijkse omzet van het filiaal bedraagt 50 000 EUR.

Oefening 3: de forfaitaire regeling

1 Een kleinhandelaar in levensmiddelen gevestigd te Gent (dus geen kustgemeente) had voor het tweede kwartaal 200X volgende goederen aangekocht om doorverkocht te worden:

codeomschrijving aankoopprijs

11 kruidenierswaren

12 vleeswaren, diepvries en groenten

21 margarine

31 dranken, dierenvoer

32 non-food, parfumerie

61 186

19 060

2 893

17 265

13 239 tabakrookwaren

7 178 toegekende kortingen op voedingswaren btw 6 % 297

Gevraagd: Bepaal de verschuldigde btw voor de periode. Maak gebruik van het ‘Berekeningsblad’.

De informatie voor de oplossing vind je op Fisconetplus (http://www.fisconet.fgov.be –Home > FISCALITEIT > BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE > Administratieve richtlijnen en commentaren > Forfaitaire regeling btw > Forfaits-btw

2 Een kleinhandelaar in zuivelproducten, gevestigd in Oostende (kustgemeente), heeft voor het derde kwartaal van het jaar 200X, volgens zijn boek voor inkomende facturen, volgende goederen aangekocht om doorverkocht te worden: koopwarengroep omschrijving aankoopprijs

11 melk en melkderivaten 40 000

12 kaas 30 000

13 boter 3 000

14 koffie, jam, koekjes ... 4 000

21 margarine 5 000

31 dranken 2 000

Gevraagd:

Bepaal de verschuldigde btw voor de periode. Maak gebruik van het ‘Berekeningsblad’.

215
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.