Max en Malin Joke Guns illustraties van Claudia Verhelst
1 Op de hoek van het schoolplein is het druk. Elke dag hangt het groepje daar rond. Jan en Samir staan naast elkaar. Ze zwaaien met hun armen. Ze lachen en gieren. Marie is er natuurlijk ook bij. En waar Marie is, vind je Mila. Max is de baas van het groepje. Dat heeft hij zelf beslist. Hij voert het hoogste woord. Max ziet er grappig uit. Hij heeft een wipneus. Zijn donkere haar staat in piekjes omhoog. Elke ochtend doet hij er gel in. Dat vinden Marie en Mila stoer.
2
3
Malin hoort niet bij het groepje. Ook dat heeft Max beslist. Malin zit er niet zo mee. Toch voelt ze zich af en toe eenzaam. Ze is nieuw op school. Nu ja, nieuw. Ze zit er al twee maanden. Wie nieuw is, hoort er niet echt bij. Dat merkt ze elke dag. De eerste schooldag wilde ze mee voetballen. ‘Op deze school voetballen meisjes niet!’ Dat hadden Mila en Marie in koor gezegd. ‘Alsof meisjes kunnen voetballen’, had Max luid gelachen. Jan en Samir waren het met hem eens. Zoals altijd. Malin zucht als ze eraan terugdenkt.
4
Max is vast leuk, denkt ze wel eens. Maar ze vindt hem ook vaak gemeen. Als Jonas voorbij loopt, knort Max zacht. ‘Varken!’ fluistert hij erbij. Niet heel erg luid, maar Jonas hoort het toch. De pa van Jonas is boer. Daar is niets mis mee. Toch lacht iedereen als Max ‘varken’ zegt. Jonas lacht niet mee. Malin ook niet. Ze lacht alleen als iets grappig is. Jonas uitlachen vindt ze niet grappig. Dat vindt Max maar niets.
5
6
Max kijkt naar Malin. ‘Kijk eens naar de nieuwe. Ze denkt dat ze kan voetballen!’ lacht hij. Hij geeft Samir een stomp en wijst naar haar. Samir lacht mee. Malin merkt het niet. Ze zit op haar vaste plekje op het schoolplein. Met haar rug leunt ze tegen een boom. Het is de enige boom die er staat. Ze smult van haar boterham. Als die op is, schrijft ze verder in haar dagboek. Dat doet ze al sinds ze kan schrijven. Elke dag een stukje.
7
Ze schrijft op wat ze ziet. Ze schrijft op wat ze denkt. Ze schrijft op wat ze voelt. Het dagboek heeft geen slot, geen sleutel. Eigenlijk is het een gewoon schrift. Toch wil ze niet dat iemand erin leest. De bel gaat. Juf Klaartje staat al op haar klas te wachten. Snel stopt Malin haar brooddoos in haar boekentas. Ze springt op en rent naar de deur van de school. Alleen Max heeft gezien dat het schrift nog onder de boom ligt.
8
2 Traag loopt Max achter de anderen aan. Juf Klaartje heeft weinig geduld. Wie treuzelt, krijgt een snauw. Jan en Samir staan al in de rij. Mila en Marie rennen het laatste stukje. Max slentert naar de boom. Gespannen trekt hij aan zijn piekhaar. Er komt gel op zijn handen. Hij ziet het schrift tegen een tak liggen. Voor hij zich kan bedenken, pakt hij het. Hij schuift het snel in zijn boekentas. Dan holt ook hij naar de deur. Juf Klaartje is niet leuk als ze boos is. Ze kijkt Max streng aan, maar zegt niets. Dat was nipt, denkt hij opgelucht.
9
De schooldag kruipt voorbij. Max wil zo graag in het dagboek kijken. Maar hij durft het niet uit zijn tas te vissen. Stel je voor dat Malin hem betrapt! Nee, hij moet wachten tot hij thuis is. Juf Klaartje stelt een vraag. Hij steekt zijn hand op. Ze geeft de beurt aan Mila. Dat is maar goed ook. Max heeft de vraag niet eens gehoord.
10
11
De bel gaat. Max sprint naar buiten. ‘Gaan we straks nog voetballen?’ roept Samir. ‘Misschien!’ schreeuwt Max terug. Hij rent de hele weg naar huis. Papa is het gras aan het maaien. ‘Ik heb de sleutel, hoor’, zwaait hij naar zijn vader. Hij maakt de deur open. In de hal pakt hij het schrift uit zijn tas. Met een paar sprongen rent hij de trap op. Hij laat zich op zijn bed vallen. Heel even aarzelt hij.
12
Zijn hand glijdt over het schrift. ‘Het is haar eigen schuld’, beslist hij dan. ‘Ik heb haar schrift gevonden. Ik heb het niet gepikt of zo.’ De eerste pagina is leeg. Hij bladert verder. ‘Dit dagboek is van Malin’, staat er. ‘Van wie anders?’ spot hij. In dit dwaze dagboek staat vast iets stoms. Iets waarmee hij haar kan pesten.
13
14
Onder haar naam staat een voetbal. Zou ze echt van voetbal houden? Hij gelooft er niets van. Ze is maar een meisje! Verbaasd leest hij verder. Hij kijkt naar de datum, vooraan in het schrift. Dat is twee jaar geleden! Kon Malin toen al zo goed schrijven? Max weet niet wat hij ervan moet denken.
15
3 ‘Max, Samir staat voor de deur. Of je zin hebt om te voetballen.’ Papa veegt zijn grashanden af aan zijn broek. Met tegenzin legt Max het schrift weg. ‘Ik kom eraan’, roept hij. Een kwartier later is de wedstrijd in volle gang. Hij denkt niet meer aan het dagboek. Jan is de keeper vandaag. Drie keer na elkaar laat hij een bal door. ‘Duiken, slome kikker!’ schreeuwt Samir. ‘Je lijkt wel een meisje. Als jij geen bal kunt stoppen, vragen we Malin wel.’ Samir slaat zichzelf op de dijen. Zo lollig vindt hij zijn eigen grapje. ‘Goed idee, Samir’, knikt Max. Maar meelachen doet hij niet. Hij denkt terug aan het schrift. Aan de voetbal onder Malins naam. Hij bijt op zijn bovenlip.
16
 
17
Jan kijkt zuur. Met een boze zwaai gooit hij de bal het veld in. Steeds vaker moeten Max en Samir hem hebben. Malin moeten ze pesten, niet hem! Zij is nieuw. Ze lacht nooit om de moppen van Max. Hij lacht altijd mee, ook als hij ze niet grappig vindt. Dan haalt hij zijn schouders op. Hij pakt Samir nog wel eens terug. Van Max blijft hij af. Anders kan hij zijn plekje in de groep wel vergeten.
18
‘Ik ga naar huis’, zegt Max na een poos. ‘Ik moet nog wat doen voor school.’ Hij wacht niet op een antwoord. Hij draait zich om en rent naar huis. Samir en Jan kijken elkaar vragend aan. Dan maar met zijn tweetjes. Dat is ook wel fijn.
19
4 Max zit weer op zijn bed. Hij leest blad na blad. Hij weet dat zoiets niet mag. Toch kan hij niet meer stoppen. Wat schrijft die Malin goed! Het lijkt wel een echt boek. Ze vertelt over de turnles. Ze praat over de klas. Kijk, hier schrijft ze over juf Klaartje. ‘Ze is best lief’, staat er. ‘Maar als ze boos is, spuwt ze vuur.’ Ja, zo is het helemaal! Max moet erom lachen.
20
Malin schrijft ook over Jan. ‘Wat een dweil!’ staat er in het dagboek. ‘Hij denkt nooit zelf na. Het groepje denkt na voor hem. Hoe dom is dat!’ Max slikt. Het groepje, dat is zijn groepje. Jan is zijn vriend, toch? Maar hij weet dat Jan lacht als hij lacht. Jan geeft hem gelijk, ook als Max het fout heeft. Bedoelt Malin dat?
21
22
Hij leest gespannen verder. ‘Samir is een beetje zielig’, schrijft Malin. Zielig? Er is niets zieligs aan Samir. Wat een onzin. ‘Soms zit hij op de wc te huilen. Hij denkt dat niemand het weet. Maar ik heb het zelf gehoord. Zijn mam en pap gaan scheiden. Hij vertelde het aan de juf.’ Max schrikt ervan. Daar wist hij niets van! Samir heeft het hem nooit gezegd.
23
Malin schrijft en schrijft en schrijft. Soms staat er een mopje. Dan gniffelt Max stil. Plots schrikt hij. Hij ziet zijn eigen naam staan. Blauwe letters op wit papier. ‘Max’ staat er. Hij durft bijna niet verder te lezen. ‘Ik zou Max best leuk kunnen vinden.’ Dat staat er. En dan staat er een hele pagina niets. Wit papier. Geen letter te zien! Hij bloost. Hij bladert traag naar de volgende bladzijde.
24
‘Max pest. Max treitert. Hij lacht mensen uit. En waarom? Nergens om. Dat vind ik flauw. Hij wil altijd de baas zijn. Wie dat goed vindt, mag in zijn groepje. Hij is bang voor wie NEE zegt. Hij is bang voor meisjes die voetballen. Max zou best leuk kunnen zijn. Maar hij is het niet.’ Bleek staart Max naar het dagboek van Malin. Ze heeft gelijk. Ze heeft zelfs meer dan gelijk. Hij heeft het dagboek gepikt. Hij hoopte haar ermee te pesten. Wel een uur zit hij na te denken. Dan weet hij wat hij moet doen.
25
5 Max is extra vroeg op school. Er is nog bijna niemand. Alleen juf Klaartje is er. Ze is druk bezig in de klas. Snel loopt hij naar de boom. Hij haalt het schrift uit zijn boekentas. Hij legt het op de plaats waar hij het gevonden heeft. Al gauw komen de andere kinderen aan. Samir en Jan, Mila en Marie. Malin rent naar de boom. Ze vindt haar schrift. Blij drukt ze het tegen zich aan. Max glimlacht.
26
27
‘Zullen we nog even?’ vraagt Jan. Hij toont zijn voetbal. ‘Dat is goed’, knikt Max. Even aarzelt hij. ‘Doe je ook mee, Jonas?’ vraagt hij dan. Jonas is zo verbaasd, dat hij ‘ja’ zegt. ‘Knor, knor’, probeert Jan. ‘Stop daarmee!’ zegt Max kortaf. Al snel staan er twee teams op het schoolplein. ‘We hebben nog een man te kort!’ schreeuwt Samir. Max loopt naar de boom. Hij steekt zijn hand uit naar Malin. ‘Kun je voetballen?’ vraagt hij haar. ‘Als je wilt, mag je in mijn team.’
28
Over auteur Joke Guns Zes jaar was ik. Toen al wist ik dat ik schrijfster wilde worden. Ik ben niet stoer. Ik durf lang niet alles. Maar schrijven, dat kon ik al snel. Daar werd ik toen al blij van. Nu ik volwassen ben, schrijf ik nog steeds zo graag. In dit verhaal maakt Malin de wereld een beetje beter. Gewoon door een dagboek te schrijven. Natuurlijk had Max het dagboek niet mogen lezen. Hij doet het toch! En hij doet er iets goeds mee. Verander de wereld met mooie woorden. Zoek pen en papier. Schrijf. Je kunt het!
Andere boeken van Joke in BiB-BoX: Juf Stok is zoek
De vlieger van Saar
Een brief van honderd jaar
Een plan met een staartje
Bang voor een geest
Over auteur Claudia Verhelst Claudia Verhelst (° 1974) woont in Kruibeke. Ze studeerde Toegepaste grafiek en illustratie in Antwerpen en studeerde af in 1996. Sindsdien illustreert ze voor kinderen. Ze houdt ervan om vrolijke tekeningen te maken in felle kleuren, met veel details. Verder is ze gek op boeken, oud speelgoed en marsepein. www.claudiaverhelst.blogspot.com
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2016 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Auteur: Joke Guns Tekeningen: Claudia Verhelst Vormgeving en cover: Peer De Maeyer Zetwerk: Karin Fonténai Projectcoördinatie: Caroline Vanderhaegen Eerste druk 2016 ISBN 978-90-306-7543-3 D/2016/0078/9 Art. 563727 NUR 191