
10 minute read
Les 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
2 1
Je test hoe goed je informatie uit teksten kunt halen
Je gebruikt woordstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden 3
Je controleert of informatie betrouwbaar is
1
jOngeren en media
1 Vul deze korte enquête in.
Ik lees meer dan twee keer per week in de krant. Ik heb al eens een e-book gelezen. Ik lees graag boeken. Ik lees bijna dagelijks nieuwsartikelen op mijn smartphone. Ik denk dat jongeren over 100 jaar nog boeken lezen. ¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee
2 Lees de tekst Jongeren lezen meer dan ooit op p. 11 een eerste keer globaal en beantwoord volgende vragen.
onthouden
LES 1 leeSvaardigHeid – wat iS jOuw StartpOSitie? Bij globaal lezen neem je de tekst volledig door. Je zoekt uit waar de tekst over gaat (het onderwerp). Die informatie vind je meestal in de inleiding, de tussentitels en het slot. Je kijkt ook naar de lay-out (opmaak) van de tekst en de illustraties. Op die manier probeer je een algemeen beeld van de tekst te krijgen. Je kunt na het globaal lezen zeggen wat het onderwerp is en of je de tekst in detail wilt verwerken. a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Welke informatie geeft de inleiding daarover? ¡ Jongeren lezen meer dan vroeger. ¡ Jongeren lezen minder dan vroeger. ¡ Jongeren lezen meer boeken dan vroeger, maar minder krantenartikels. ¡ Jongeren lezen minder boeken dan vroeger, maar meer korte berichten online. c Waarom heeft de schrijver deze tekst gemaakt? ¡ om de lezer te informeren ¡ om de lezer te ontspannen ¡ om de lezer te ontroeren ¡ om de lezer te overtuigen 9© VAN IN
d Geef de tekstsoort en het teksttype.
tekstsoort
¡ informatieve tekst ¡ persuasieve tekst ¡ opiniërende tekst ¡ prescriptieve tekst ¡ argumentatieve tekst ¡ narratieve tekst ¡ reisverhaal ¡ medische bijsluiter ¡ nieuwsartikel ¡ reclametekst ¡ recept ¡ wetenschappelijke studie
teksttype
3 Lees de tekst een tweede keer. Deze keer lees je alles en probeer je de hele boodschap te begrijpen.
Beantwoord daarna volgende vragen. a Welke titel zou ook passen bij dit artikel? ¡ Jongeren lezen geen boeken meer. ¡ Jongeren lezen vooral digitaal. ¡ Jongeren lezen oppervlakkig. ¡ Jongeren hebben concentratieproblemen bij het lezen. b Markeer in elke alinea de belangrijkste zin. c De tekst bevat negen alinea’s. Elke alinea geeft het antwoord op een vraag. Plaats de juiste vraag bij elke alinea.
alinea 1 • • Hoe werken interventies bij het lezen van boeken?
alinea 2 •
• Wat is immersief lezen? TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE alinea 3 • • Welk soort lezen promoot Stichting Lezen? alinea 4 • • Van welke onderzoeksresultaten vertrekt dit artikel? alinea 5 • • Zullen jongeren in de toekomst nog boeken lezen? alinea 6 • • Wat doet Stichting Lezen (rond deze problematiek)? alinea 7 • • Welke voordelen heeft het lezen van boeken? alinea 8 • • Wat is transmedia storytelling? alinea 9 • • Welk probleem ontstaat bij digitaal lezen? d Wat is immersief lezen niet volgens dit artikel? ¡ In een leesflow raken bij het lezen van een boek. ¡ Bij het lezen niet taskswitchen of interactieve momenten hebben. ¡ Verplicht boeken lezen. ¡ Helemaal opgaan in een verhaal. e Welke stelling over Stichting Lezen is juist? ¡ Stichting Lezen wil het digitaal lezen bij jongeren vervangen door lezen op papier. ¡ Stichting Lezen wil het immersief lezen promoten: ze willen dat jongeren meer tijd steken in langere teksten. ¡ Stichting Lezen verplicht jongeren om boeken te lezen. ¡ Stichting Lezen vreest dat jongeren in de toekomst geen boeken meer gaan lezen. © VAN IN
f Waarvan zijn deze boeken een voorbeeld? ¡ diepleeservaringen ¡ interventieverhalen ¡ transmediaverhalen ¡ mediamultitasken


JONGEREN LEZEN MEER DAN OOIT Muriel Janssen
Jongeren lezen steeds minder boeken.
Tegelijkertijd zijn ze twee uur en twaalf minuten per dag bezig met communiceren via sociale media. En daarbij wordt wel veel gelezen en geschreven. Als whatsappen, e-mailen en twitteren vormen zijn van lezen, dan lezen we volgens Stichting Lezen meer dan ooit.
Wanneer we naar de traditionele media (krant, tijdschrift) kijken, gaat de leestijd bij jongeren achteruit. Volgens de Leesmonitor van Stichting Lezen lazen 13- tot 19-jarigen in 2013 nog 23 minuten per dag, in 2015 was dat nog maar 10 minuten. En die daling zet zich voort. Daarentegen zijn jongeren steeds meer actief op sociale media en brengen ze wel vier keer zoveel tijd door op het web als 65-plussers. LES 1 leeSvaardigHeid – wat iS jOuw StartpOSitie? 11

Waarom lezen? Jelle Jolles, hoogleraar Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schreef in januari 2018 een artikel over de redenen waarom boeken lezen belangrijk is. Lezen draagt bij aan een bredere vorming en geeft kennis en inzichten binnen en buiten de school, die nodig zijn voor verdere ontplooiing. Ervaring in het lezen zorgt voor creativiteit, het leren plannen en het overzien de ontplooiing: groei, ontwikkeling woord © VAN IN


van de consequenties van je plannen of je handelen. Door te lezen kom je meer te weten over andermans gevoelens en gedachten en dat is dan weer belangrijk bij de ontwikkeling van empathie.
Het probleem
Tellegen & Frankhuisen (2002) onderscheiden een vijftal positieve leeservaringen. Er is sprake van ‘geboeide aandacht’ als lezers volledig geconcentreerd zijn. Ze kunnen dan hun gevoel van tijd en plaats verliezen, gaan voor langere tijd op in het verhaal en raken in een zogeheten ‘leesflow’. Dit wordt ook wel ‘dieplezen’ of ‘immersief lezen’ genoemd.
Niels Bakker van de Stichting Lezen meent dat deze diepe en geconcentreerde manier van lezen vooral door langere teksten wordt opgeroepen. Op sociale media ben je veel meer met korte, interactieve momenten bezig. Tijdens het digitale lezen gaan mensen snel andere taken uitvoeren. Als dit ‘taskswitchen’ (mediamultitasken) veelvuldig plaatsvindt, maakt de aandacht voortdurend sprongen. Met als gevolg, zo denken critici als
Carr (2011), Wolf (2007) en Spitzer (2013), dat er geen leesflow ontstaat, een van de vijf positieve leeservaringen. ‘Dit is wel een punt van zorg voor ons’, zegt Bakker. TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE
Sociale media
Stichting Lezen promoot het traditionele lezen: het immersief lezen. Lange tijd met een lange concentratieboog. ‘Wij zullen er niet voor terugschrikken om de andere media te gebruiken om het lezen van traditionele media te bevorderen waar mogelijk. De realiteit is dat sociale media heel handig zijn. Wij zijn niet tegen sociale media maar wel vóór het lezen van traditionele media. Wat ons betreft is het een en-enverhaal.’
Terug de boeken in
Een vraag waar Stichting Lezen zich vaak over buigt, is: hoe krijg je jongeren terug de boeken in? Stichting Lezen biedt verschillende programma’s voor jongeren om ze niet te verliezen aan sociale media. ‘Wij zorgen voor een kwalitatief boekenaanbod op scholen.’ Verder vertelt Bakker dat er binnenkort een onderzoek verschijnt waarin er met een interventie wordt gewerkt. Jongeren krijgen berichten/meldingen op hun telefoon waardoor ze gestimuleerd worden om een boek te lezen. Dit soort interventies helpt om jongeren van sociale media terug de boeken in te krijgen. Dit onderzoek is nog niet officieel gepubliceerd. Volgens Bakker ligt hier nog wel een terrein waar meer gewonnen kan worden. de consequentie: gevolg de empathie: je inleven in de emoties van andere mensen kwalitatief: van goede kwaliteit de interventie: tussenkomst woord © VAN IN
Een andere manier om jongeren aan het lezen te krijgen is transmedia storytelling. Eén verhaal wordt op meerdere platforms verteld. ‘Bijvoorbeeld Harry Potter: je hebt boeken, films maar ook games. De lezers switchen van het ene naar het andere platform. Ondanks dat ze verschillende platforms gebruiken zijn ze wel actief in hetzelfde verhaal. Er ontstaat een andere vorm van emersie of onderdompeling. Dit is ook een voorbeeld van hoe je mensen die meeraffiniteit hebben met film of games kan bereiken. Via deze transmedia-verhalen krijg je ze uiteindelijk toch de boeken in.’
Toekomstbeeld
‘In het slechtste geval komen we in een toekomst waarin jongeren helemaal geen boeken meer lezen’, gaat Bakker verder. ‘Gelukkig ziet het daar niet naar uit: veel cijfers uit het buitenland maar ook uit Nederland laten zien dat bijna de helft van de jongeren wel eens een e-book leest. Dit aantal vinden wij opmerkelijk hoog. Maar als je aan jongeren vraagt waaruit ze liever een lange tekst lezen, kiezen ze toch voor het gedrukte boek.’

Bron: De Volkskrant
2
de betrOuwbaarHeid van infOrmatie
LES 1 leeSvaardigHeid – wat iS jOuw StartpOSitie? 13 1 In de krant, op televisie en online kom je met heel veel informatie in aanraking. a Hoe beslis je of informatie betrouwbaar is? b De vragen op de volgende pagina helpen je om te selecteren welke info betrouwbaar is en welke niet. Markeer de vragen waar je zelf niet aan gedacht had. 2 Is de tekst Jongeren lezen meer dan ooit volgens jou betrouwbaar? ¡ ja ¡ nee 3 Geef drie redenen waarom je dit zegt. de affiniteit: verbondenheid met, interesse voor woord © VAN IN
14 TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE© VAN IN
4 Veel jongeren lezen geen kranten meer of kijken niet naar het televisiejournaal. Nieuws bereikt hen vaak alleen nog maar via sociale media, bijvoorbeeld via Instagram.
Bekijk de volgende nieuwsberichten op sociale media en vul de tabel in.
tekstdoel bron Is de bron betrouwbaar? Waarom (niet)?



Instagram-post van Cristiano Ronaldo LES 1 leeSvaardigHeid – wat iS jOuw StartpOSitie? 15
¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen Facebook-post over de paus en Donald Trump
¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen Instagram-post over Ariana Grande
¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen © VAN IN
5 Bekijk nu aandachtig onderstaande afbeeldingen.


a Vergelijk de inhoud met wat je in de tabel noteerde. b Wat zeggen de afbeeldingen over de betrouwbaarheid van berichten op sociale media?
TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE 6 In bovenstaande afbeeldingen staat de term ‘fake news’. a Schrijf in je eigen woorden op wat ‘fake news’ betekent. b Geef nu zelf een voorbeeld dat je onlangs tegenkwam. © VAN IN
Bij de opdrachten in dit deel deed je aan kritisch lezen. Hierbij ga je na of alle informatie in de tekst klopt en je denkt ook na of de bron van het artikel betrouwbaar is.
onthouden
Hoe beoordeel je informatie?
Dagelijks kom je in contact met verschillende soorten informatie. In sommige gevallen is er een duidelijke kwaliteitscontrole gebeurd (het nieuws op radio en televisie, schoolboeken, artikels in wetenschappelijke tijdschriften), in andere gevallen wordt een mening van een persoon snel als feit voorgesteld (posts op sociale media of reclameberichten die vermomd zijn als nieuwsitem). Bij alle bronnen die je gebruikt, is het belangrijk om na te gaan of ze correct en betrouwbaar zijn.
KENNISCLIP
• Correct: Kijk of de informatie juist en niet verouderd is. Vraag je af of er geen onwaarheden in een artikel staan. Je doet er goed aan om informatie die je in een bron vindt te vergelijken met een andere bron. Zo kun je zien of ze dezelfde feiten geven. • Betrouwbaar: Kijk wie de tekst geschreven heeft en ga na of die persoon iets van het onderwerp afweet. Probeer ook te weten te komen waarom een tekst geschreven werd. De informatie kan misschien wel correct zijn, maar bijvoorbeeld maar één kant van de zaak belichten omdat de maker een bepaalde stelling wil aantonen. Op een site van een filmproducent zul je bijvoorbeeld nooit negatieve informatie over de LES 1 leeSvaardigHeid – wat iS jOuw StartpOSitie? 17 eigen films vinden. Je zult er misschien citaten van recensenten of kenners terugvinden, maar die zijn geselecteerd om de film te promoten, niet om de film kritisch te bespreken. De vragen op pagina 14 helpen je om te selecteren welke info betrouwbaar is en welke niet. © VAN IN
