31 minute read

Les 23 Het tijdschriftartikel

les les 23 Het tijdschriftartikel

2 1

Je kunt het communicatieschema voor een tijdschriftartikel aanvullen

3

Je kunt de elementen van een tijdschriftartikel herkennen en zelf toepassen Je schematiseert informatie uit een kijkfragment 4

Je staat stil bij de manier waarop je notities neemt

5

Je werkt samen met medeleerlingen om zelf een blogartikel te schrijven

1

de Structuur van een tijdScHriftartiKel

Wanneer je door een tijdschrift bladert, zul je snel ontdekken dat artikels erg kunnen verschillen in onderwerp, lengte, stijl en doelpubliek. Toch zijn er enkele elementen die je in bijna elk artikel herkent.

Titel

1 Wat is het verschil tussen een titel en een normale zin? Schrap wat niet past in de volgende tekst.

Controleer je antwoorden bij je leraar.

onthouden

Een kop is de titel van een kranten- of tijdschriftartikel. Een titel heeft meerdere functies. Het geeft in de eerste plaats de essentie van de tekst weer en heeft dus het doel om te informeren / LES 23 Het tijdScHriftartiKel 253 overtuigen / ontroeren / ontspannen. Bovendien moet een titel ook de aandacht trekken en de lezer overhalen om het artikel te lezen. Het heeft bijgevolg een informerende / overtuigende / ontroerende / ontspannende functie. Dat kan de auteur doen door bijvoorbeeld een pakkende quote weer te geven of een woordspeling te maken. Een titel van een artikel is opgesteld in een specifieke stijl. Een titel is meestal langer dan / korter dan / even lang als een gewone zin. Het is dus opgebouwd in telegramstijl / een uitgebreide stijl en lijkt daarom vaak grammaticaal incorrect / correct. Structuurwoorden zoals lidwoorden en voorzetsels worden vaak behouden / weggelaten. Bovendien gebruikt de auteur meestal een passieve / actieve zin en kiest hij vaak voor de onvoltooid tegenwoordige tijd / verleden tijd. 2 Op de volgende pagina vind je de krantenkop en de inleiding van een artikel. Vind je de titel goed gekozen? 3 Welke alternatieve titels passen bij het artikel? Bedenk er minstens twee. © VAN IN

Leren terwijL je sLaapt wakkert het geheugen aan

Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder -of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren. Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kun je toch beter in je bed kruipen, slapen, en ... misschien ook iemand de kern van de leerstof laten influisteren – dit is geen grap. Eerder onderzoek naar slaap toonde immers aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten na het indommelen, ook wel de non-rem slaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden.

Bron: www.knack.be

4 Bekijk onderstaande titels. a Markeer twee titels die volgens jou goed zijn. b Duid voor elke titel aan waarom.

In de geschiedenis zijn wel meer dingen wel dan niet gelukt

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling. TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE ¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

AUTO RUIMT BAAN VOOR OPENBAAR VERVOER IN LATIJNS-AMERIKA

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling. ¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

Hoe Wilders media bespeelt ¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen. terloops: tussendoor, vluchtig toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten woord © VAN IN

De helft van De zwangere vrouwen heeft geen iDee hoeveel invloeD voeDing op haar kinD heeft

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling. ¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

NEDERLANDERS WORDEN STEEDS OUDER, VOORAL DOORDAT ZE NA HUN 65STE LANGER IN LEVEN BLIJVEN

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling. ¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

De kop of titel van een artikel geeft het onderwerp van een tekst weer. Een kop is kernachtig (geen lidwoorden, geen bijvoeglijke naamwoorden) en is ook bedoeld om de aandacht van de lezers te trekken.

onthouden

Lead of inleiding

5 Herlees de lead van de tekst. Welke antwoorden op de vragen kun je al geven op basis van dat deel van de tekst? Schrijf de antwoorden op in enkele sleutelwoorden. vraag sleutelwoorden wie wat waar wanneer waarom hoe De lead is de samenvattende inleiding van een artikel. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dat deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke topische vragen. LES 23 Het tijdScHriftartiKel 255

onthouden © VAN IN

Topische vragen zijn vragen die je kunt gebruiken voor, tijdens en na het lezen, luisteren en/of kijken. De vragen helpen je om meer informatie over het onderwerp van de tekst te krijgen. Ze worden ook de W-vragen genoemd: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Door die vragen te beantwoorden, krijg je een duidelijk beeld van wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Alinea’s

6 Neem volgende alinea door.

Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zodat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.

7 Een sterke alinea begint met een kernzin of een topiczin. Bekijk de eerste zin van de alinea grondig.

Wat is kenmerkend voor een goede kernzin? ¡ De eerste zin van een alinea, waarin de hoofdgedachte van die alinea wordt weergegeven. ¡ De kernzin van een alinea bevat de essentie van wat er in dat tekstdeel aan bod komt. Die kan vaak aan het begin of het einde van de alinea gevonden worden. ¡ Een introducerende zin van een alinea, waarin het onderwerp wordt weergegeven en waarop de rest van de alinea verder bouwt. 8 Wat is de functie van de rest van de alinea? Wat is het verband tussen de kernzin en de overige zinnen in de alinea? Een goede tekst is opgedeeld in alinea’s. Een alinea begint op een nieuwe regel en is op die manier gemakkelijk herkenbaar. Een lezer ziet onmiddellijk uit hoeveel alinea’s een tekst bestaat. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die samen horen. In de kernzin staat de belangrijkste informatie. De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin, de rest van de alinea bevat extra informatie, verduidelijkingen of voorbeelden. TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE

onthouden © VAN IN

Foto

9 Aan welke criteria moet een foto bij een artikel volgens jou voldoen? Duid aan.

aandacht trekken

grappig zijn

passen bij de inhoud emotie oproepen

essentie weergeven subtiel zijn

speels zijn

groot staan vragen oproepen

10 Welke andere foto’s passen bij het artikel? Bestudeer volgende afbeeldingen, beslis of ze bij het artikel zouden passen en leg uit waarom wel/niet.

1 2

LES 23 Het tijdScHriftartiKel 257 3 4 © VAN IN

2

infOrmatie uit een beeldfragment verwerKen

In het vorige deel maakte je kennis met de opbouw en structuur van een krantenartikel. Voor je zelf een nieuwsblog opzet met enkele medeleerlingen, sta je stil bij de vraag of de berichten die we dagelijks in kranten en op tv horen volledig en betrouwbaar zijn.

In de volgende opdracht ga je dieper in op de rol van de journalist in het verzamelen van het nieuws en in het vertrouwen dat mensen hebben in dat nieuws. Je krijgt een beeldfragment te zien waarin journalisten geïnterviewd worden over hun rol.

3

1 Bekijk de reportage en neem notities.

2 Beantwoord de vragen die je van je leraar krijgt.

3 Overleg met een medeleerling en evalueer het beeldfragment. a Wat vonden jullie van het spreektempo? b Hielp de videoanimatie om het systeem beter te begrijpen?

4 Overloop nu samen met twee medeleerlingen volgende vragen. a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Was je tevreden over je notities? c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat? d Wat zou je de volgende keer nog anders aanpakken? LES 23 Het tijdScHriftartiKel 259 acHter Het nieuwS Jij en je medeleerlingen zijn een groep van onderzoeksjournalisten die meer duiding willen geven bij het nieuws. Maak samen een online blog met achtergrondartikels bij de actualiteit. 1 Vul het communicatieschema voor jullie blog aan. zender ontvangerboodschap doel effectkanaal Voorbereiden © VAN IN

2 Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses … in minstens vijf lijnen.

3 Zoek per twee naar onderwerpen uit de actualiteit die jullie willen onderzoeken. Zoek daarvoor op nieuwswebsites en websites van tijdschriften. Selecteer minimaal drie geschikte onderwerpen. 4 Bespreek samen hoe je het onderwerp kunt onderzoeken. Daarbij zijn vooral de ‘waarom’- en

‘hoe’-vragen belangrijk. Welke onderzoeksvragen kun je stellen bij jullie gekozen onderwerpen?

Plannen

onderwerp

mogelijke onderzoeksvragen TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE 5 Selecteer nu met welke onderzoeksvragen jullie verder aan de slag gaan. a Maak een top drie van de onderzoeksvragen. b Leg ze voor aan de rest van het journalistenteam. c Kom samen tot een besluit welk duo welke vraag voor zijn rekening neemt. © VAN IN

Onderzoeken

6 Beantwoord de vijf W’s en één H voor jouw onderzoeksvraag in sleutelwoorden.

vraag sleutelwoorden

wie

wat

waar

wanneer

waarom

hoe

7 Ga met je onderzoeksvraag aan de slag. Maak een schematische voorstelling van het antwoord dat jij op die vraag wilt geven in jouw artikel.

LES 23 Het tijdScHriftartiKel 261© VAN IN

Schrijven

8 Begin bij de lead van je artikel. Baseer je op de sleutelwoorden die je voor de vijf W’s en één H hebt opgesteld. Verwerk ook je onderzoeksvraag in de inleiding. Je lead bestaat uit maximaal vijf zinnen. 9 Verwerk je schematisch antwoord in een doorlopende tekst. De tekst is tussen de vijftien en de twintig zinnen lang. 10 Herlees de tekst die je geschreven hebt en geef aan welke signaalwoorden (omdat, hoewel, dus) en structuuraanduiders (ten eerste, vervolgens, ten slotte) je gebruikte. 11 Bedenk een gepaste titel bij jouw artikel en ga op zoek naar een foto. 12 Wissel je artikel uit met een ander duo. Beoordeel het artikel aan de hand van het evaluatiekader. 13 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor het artikel van je medeleerlingen. 14 Ga aan de slag met de feedback die je van je medeleerlingen hebt gekregen en pas aan waar nodig. 15 Voeg extra signaalwoorden en structuuraanduiders toe waar nodig. 16 Plaats je artikel op je blog!

tip

• Gebruik woordenlijst.org wanneer je twijfelt over de spelwijze van een woord. • Raadpleeg schrijfassistent.be om je tekst te checken.

Reflecteren

TRAJECT NederlaNds 3 INFO & COMMUNICATIE Herschrijven © VAN IN

Evaluatiematrix

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

inhoud Je titel trekt de aandacht en je toegevoegde foto is gepast.

Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding. Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel. OF Je toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel. Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding onvoldoende. Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel EN de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel. Je tekst bevat geen inleiding of onderzoeksvraag.

structuur Je artikel is onderverdeeld in duidelijke en logische alinea’s. Je artikel is onderverdeeld in alinea’s, maar de verdeling is niet helemaal duidelijk of logisch. Sommige alinea’s zijn te lang / te kort. Je artikel heeft (bijna) geen alineaverdeling.

Je brengt structuur in je artikel door verbindingswoorden en structuuraanduiders. Er zit voldoende variatie in je keuze. Je gebruikt verbindingswoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden. Je gebruikt geen of amper verbindingswoorden en structuuraanduiders.

correctheid De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct. LES 23 Het tijdScHriftartiKel 263

Je tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk. Let op voor: Je tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is. Let op voor: volledigheid Je geeft een correct en volledig antwoord op de onderzoeksvraag.

Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag, maar ik stel mij nog de volgende vraag:

Je behandelt de onderzoeksvraag amper in je artikel en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en): Aanvullende commentaar: © VAN IN

1

wOOrdenScHat

1 Vul in elke zin het werkwoord aan. De eerste letter is telkens al gegeven. Volgende anagrammen kunnen je telkens helpen om het werkwoord te vormen:

a Noodcel Reins Door een groot aantal zetels in het parlement, probeert elke politieke partij zijn macht

te c .

b Erica Pinten We moeten a we hem verslaan. op wat de vijand gaat doen, zo kunnen

c Scone Muren Om onze planeet te redden, moeten we met z’n allen heel wat minder vlees

c .

d Pint Hij is altijd te laat of n

e Kreken Verst Dokters moeten volgens de eed van Hippocrates hulp v aan alle zieken. op tijd, maar nooit te vroeg..

2 In de woorden die we zoeken zit telkens de lettercombinatie ‘in’. Vind je de woorden met behulp van de omschrijvingen?

I N

een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht 264 TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP I N met inbegrip van, inbegrepen I N op de hoogte brengen I N iets wat je na onderzoek te weten komt I N inkijk 3 Vul de drie woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen. a • verbruiker, eindgebruiker • leidend • elektronische gegevens b • hangen • over de ... gaan • serre © VAN IN

c • ergens niet om ... • maak je borst maar ... • tussendoor

4 In de onderstaande tabel werden drie woorden in lettergrepen gesplitst, en door elkaar gehaspeld.

Haal jij ze uit elkaar?

po su vin ding be ten con tieel ment

5 Lees aandachtig volgende zinnen. Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af door te zoeken naar een verglijkbaar woord (dat je wel kent) uit een andere taal of door de afzonderlijke woorddelen te onderzoeken.

a Een Britse jongen heeft zich voor zijn schooldirectie moeten verantwoorden omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan racisme. De jongen had een imaginair pistool naar een klasgenootje gericht en gezegd: ‘We moeten het Duitse leger neerknallen.’

TUSSENSTOP 4 265 b Een man uit Kortrijk die zijn ex-vriendin obsessief stalkte, kreeg een duidelijke boodschap van de rechter: stoppen of de cel in. De man stond al voor de tweede keer terecht voor jarenlange stalking van zijn ex. c Een filmregisseur wordt bijgestaan door regieassistenten. Het is namelijk heel belangrijk dat alle details in het oog worden gehouden. Het kan bijvoorbeeld niet dat iemand een smartwatch draagt in een film over het oude Rome. d De stad Gent voorziet twee nieuwe oversteekplaatsen voor voetgangers ter hoogte van het stadspark. In één beweging worden ook de te hoge stoepboorden, die door fietsers als oncomfortabel worden ervaren, weggewerkt. © VAN IN

e De Plastic Soup Foundation vecht al jarenlang tegen het dumpen van microplastics in zeeën en oceanen.

f Caesar versloeg de Galliërs en Franken en bracht zo de expansie van het grote Romeinse rijk op haar toppunt.

Om de betekenis van woorden te achterhalen kun je een aantal woordleerstrategieën gebruiken. Je kunt nagaan of het woord lijkt op een woord dat je kent uit een andere taal. Als je het woord in de vreemde taal begrijpt, zul je ook gemakkelijker de betekenis ervan kennen in het Nederlands.

Bij het horen van educatief verlof, kun je denken aan het Franse éducation of het Engelse to educate. Hoewel je het woord detentie niet dagelijks zult gebruiken, ken je uit een film of songtekst zeker détention of detention.

Woorddelen kunnen je ook helpen. Denk na wat de afzonderlijke delen van een woord betekenen. Misschien ken je er een van. soepgroente: groente die in de soep verwerkt wordt groentesoep: soep gemaakt met verschillende groenten

onthouden

TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP © VAN IN

6 Wat moet je doen bij de volgende instructies? Leg het onderstreepte woord in je eigen woorden uit.

a Definieer het woord ‘habitat’.

b Bewijs dat a2 + b2 = c2 .

c Situeer de Franse Revolutie.

d Illustreer waarom het beleid van Leopold II in Congo nefast was voor de Congolezen.

TUSSENSTOP 4 267 e Verklaar je antwoord aan de hand van de theorie die je toepast op de tekst. f Vergelijk de hoge adel met de lage adel op overzichtelijke wijze. g Hoe interpreteer je deze grafiek? h Wat kun je concluderen uit deze cijfers? © VAN IN

2

taalbeScHOuwing

1 Vul onderstaande zinnen aan met een correct leesteken. Geef telkens aan welke soort zin het is. a De kat is bang van de dierenarts

b Hoe zou jij dit probleem oplossen

c Wat een spannend verhaal

d Ga zitten

e Wie is er ingeschreven voor de infosessie

f Wees stil

g Er is geen evenement gepland deze week

h Er wordt hevig onweer voorspeld voor vanavond

i Pas op

j Welke vaccins krijgen kinderen op de leeftijd van acht weken

2 Luister naar volgend dictee. Schrijf de zinnen correct op. Let in het bijzonder op de spelling van de tussenletters.

TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP © VAN IN

Soorten zinnen

Een zin heeft een bedoeling: iets meedelen, iets vragen, iets bevelen of uitroepen. We spreken van een mededelende zin, een vragende zin (of vraagzin), een uitroepende zin (of uitroep) en een bevelende zin (of bevel).

Elke zin eindigt met een leesteken. Meestal begint een zin met een hoofdletter.

1 Mededelende zin

De mededelende zin komt het meeste voor in onze taal. Die zin bevat altijd een onderwerp en een persoonsvorm. In dit zinstype is de persoonsvorm altijd het tweede zinsdeel.

Hij heeft de wedstrijd gewonnen.

Dat meisje speelt voetbal.

Na een mededelende zin komt een punt.

2 Vragende zin

Een vragende zin die je met ja of nee kunt beantwoorden begint altijd met de persoonsvorm. We noemen die omkering van onderwerp en persoonsvorm inversie. Andere vraagzinnen beginnen met een vraagwoord. Heeft hij de wedstrijd gewonnen? Wie heeft de wedstrijd gewonnen? Speelt zij voetbal? Welke sport beoefent zij?

TUSSENSTOP 4 269 Na een vraag komt een vraagteken. 3 Bevelende zin of imperatief Met een bevelende zin geef je iemand een bevel, een opdracht, een instructie … Ruim je bureau op! Geef hem een pass! Na een bevelende zin komt een uitroepteken. 4 Uitroepende zin Een uitroepende zin drukt een gevoel uit. Kon ik maar beter voetballen! (= wens) Jij moet toch altijd rommel maken! (= boosheid) Na een uitroepende zin komt een uitroepteken. 5 Bevestigende en ontkennende zin Zinnen kunnen bevestigend of ontkennend zijn. Dit is lekkere spaghetti. (= bevestigend) Ik ontmoet iemand tijdens mijn ziekteverlof. (= bevestigend) Dit is geen lekkere spaghetti. (= ontkennend) Ik ontmoet niemand tijdens mijn ziekteverlof. (= ontkennend) © VAN IN

3 In deze oefening sta je stil bij het verschil tussen hun en hen.

a Ik geef de aanwezigheidslijst aan door.

b Ik geef met veel plezier een duur cadeau.

c Hij schenkt zonder te vragen nog een glas in.

d Wij bekijken niet meer sinds die gebeurtenis.

e De tranen sprongen

f Hoe gaat het met

g Hij is volgens hebben. in de ogen.

nog steeds dezelfde persoon als degene die ze tien jaar geleden ontmoet

h Hij had iedereen gezien, behalve .

onthouden

Hun betekent: 1 aan/voor hen: Ik geef hun die toets niet terug. 2 van hen: Dat is hun werk.

Hen gebruik je: 1 na een voorzetsel: met hen, door hen, over hen 2 als lijdend voorwerp: Ik zie hen niet meer.

4 Schrijf de getallen voluit. a 55 b 4 077 c 318 d 133 e 500 000 f 161 410 g 88 h 8 650 458 Deze getallen schrijf je in één woord: • alle hoofdtelwoorden tot en met duizend eenentwintig, zevenenveertig, achtennegentig, tweehonderdvijftig • veelvouden van honderd en duizend driehonderd, zestienhonderd, vijfenzestighonderd; zevenduizend, vierennegentigduizend, vijfhonderdduizend Een veelvoud van een miljoen of miljard schrijf je los. acht miljoen, vijftien miljard TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP

onthouden © VAN IN

5 Vul als of dan in. Soms moet je de zin verder ook aanvullen met een van de vormen die gegeven worden.

a Deze zomer was veel heter

b Ariana is net zo oud Otis. vorige zomer.

c De vraag naar tickets was groter

d Mijn tuin is niet zo kleurrijk

e Ik neem een andere bus naar school

f Jani’s programma is net zo populair

g Weet jij meer ik/mij?

h Hij heeft net zoveel praatjes het aantal plaatsen.

die van jij/jou.

hij/hem.

dat van Tom.

jij/jou.

i Een appel is zoeter een citroen, maar even zoet

j Kasem haalde meer 80% en scoorde daarmee even hoog een peer.

jij/jou.

6 Schrijf je volgende woorden aan elkaar of los? Kies telkens de juiste vorm.

a VRTprogramma

b hogeschoolopleiding

c Oostvlaams

d nek-aan-nek race VRT-programma

hoge schoolopleiding

Oost-Vlaams

nekaannek-race VRT programma

hogeschool opleiding

Oost Vlaams

nek-aan-nekrace

e paarswitte overwinning paars-witte overwinning paars witte overwinning

f langeafstandsloper lange afstandsloper langeafstands loper g email e-mail e mail h 30+fuif 30+-fuif 30+ fuif i ergrodewijn erg-rode-wijn erg rode wijn j oudemannenhuis oude-mannenhuis oude mannen huis Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar. Dat is niet altijd logisch. Als je twijfelt, kun je altijd kijken op www.woordenlijst.org. In les 21 zag je dat het altijd belangrijk is om na te denken over de betekenis van het woord. Een lange afstandsloper is iets anders dan een langeafstandsloper. lange afstandsloper langeafstandsloper TUSSENSTOP 4 271

onthouden © VAN IN

Bij vergelijkingen maken we soms taalfouten. Volgende regel helpt je:

• Bij een gelijkenis gebruiken we .

• Bij de vergrotende trap gebruiken we .

Om te weten of je hij, hem, ik of mij moet gebruiken verleng je de zin in je hoofd.

Zij is net zo sterk als hij (is).

Zij is sterker dan ik (ben).

7 Vul in de volgende tekst de juiste pv’s in de ott in.

KLAVERTJEVIER

Hoe (vinden) ik een Hoewel de kans dat zo’n fout

klavertjevier? En (brengen)

het echt geluk? De Latijnonkundige koeien staan

er wellicht niet bij stil, maar de klaver die ze (optreden) weer niet zo klein is: gemiddeld

1 op 1 000 is een klavertjevier. En klaver

(verspreiden) zich over de

opslokken, heet Trifolium repens en door die naam (vermoeden) je al dat die drie blaadjes (hebben).

Een klavertjevier is de uitzondering die de regel (bevestigen). Zo’n vierdelig klaverblad is het gevolg van een genetisch foutje van de natuur, zeg maar. TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP

grond, dus de kans dat je op één plek meer dan één klavertjevier (vinden), is vrij groot. De natuur (kunnen) zich bij momenten trouwens serieus vergissen: in sommige onderzoeken (worden) er zelfs melding gedaan van een klavertjeveertien. (brengen) een klavertjevier ook echt geluk? Zeer zeker. Wat moet je doen om het te vinden? Urenlang lig je in een zonnige wei op je buik naar een klavertjevier te zoeken, net zoals in je kindertijd. Wedden dat op het moment dat je er eentje (vinden), je je gelukkig (voelen)? Bron: Stedelijke Basisschool De Droomballon © VAN IN

3

lezen: een ScHema maKen (uitbreiding)

vOOr Het lezen

1 Je gaat aan de slag met een artikel uit het Vlaamse tijdschrift Knack. a Wat weet je al over het tijdschrift waaruit jouw artikel komt?

b Vul aan met informatie die je online vindt over het tijdschrift. Baseer je op minstens twee verschillende bronnen.

c Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses …

TUSSENSTOP 4 273 2 Scan de tekst op p. 276-277: neem de tekst algemeen door, zonder alle details te lezen. a Wat is de hoofdgedachte van de tekst? b Formuleer twee elementen die volgens jouw verwachtingen in de tekst uitgebreid besproken zullen worden. © VAN IN

3 Vul het communicatieschema voor jouw tekst aan.

ABC ABC ABC

stijl

zender

doel boodschap

kanaal ontvanger

effect

4 Er zijn verschillende soorten tijdschriftartikels. a Verbind het soort artikel met de correcte definitie.

1 nieuwsartikel a een ooggetuigenverslag van een journalist over een bepaald 2 column onderwerp 3 achtergrondartikel b een bespreking en beoordeling van een culturele uiting, bv. een boek, TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP 4 recensie 5 opiniestuk 6 reportage 1 3 4 5 6 b Tot welke categorie/categorieën behoort het artikel? Waarom? muziekstuk, computerspel, theatervoorstelling … c Een artikel waarin een auteur zijn of haar mening uitdrukt over het onderwerp, vaak in een zakelijke stijl. d Een vaak vaste, persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of tijdschrift, waarin de auteur zijn of haar mening uitdrukt over een onderwerp. Het bevat veel persoonlijke elementen. e Een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht. Er wordt vooral gefocust op het ‘waarom’ en het ‘hoe’ van het nieuwsfeit. f Een artikel waarin een nieuwswaardig feit of recente gebeurtenis wordt belicht. 2 © VAN IN

tijdenS Het lezen

5 Lees de tekst individueel. Duid ondertussen moeilijke woordenschat in de tekst aan. a Overloop de woordenschat met een medeleerling en kies samen minstens vijf woorden. b Maak een woordenschatlijst waarin je de woorden uitlegt. Werk met synoniemen, definities …

woord definitie

6 Maak een schema waarin je alle hoofdpunten van de tekst opneemt. a Beslis samen welk soort schema jullie willen opstellen: mind map, T-schema, lineair schema … b Maak een goed onderscheid tussen hoofdinformatie en details.

TUSSENSTOP 4 275© VAN IN

Leren terwijL je sLaapt wakkert het geheugen aan

Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren.

Dit artikel is een product van de wetenschapsblog Mensenkennis.be, een initiatief van de Gentse Alumni Psychologie. Je kent het wellicht wel, een nachtje doorstuderen voor je examen. Nog één dag te gaan en het is D-day. Het laatste hoofdstuk ken je nog niet helemaal vanbuiten – het zou maar eens net over dat ene hoofdstuk gaan. Het is nu 22:35. Slik. Paniek. Koffie. The show must go on. Maar is het eigenlijk wel een goed idee om je slaap te laten voor een extra herhaling van de leerstof? Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kan je toch beter in je bed kruipen, slapen en ... misschien ook nog vragen aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit – dit is geen grap. na het indommelen, ook wel de non-remslaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden. Slaap is met andere woorden erg belangrijk om datgene wat je ingestudeerd hebt op te slaan in het langetermijngeheugen. Voldoende slaap voor een examen brengt je dus al één (grote) stap dichter bij een onderscheiding.

Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zodat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.

De onderzoekers in de huidige studie wilden aantonen dat TMR, of dergelijke geheugen heractivatie, de hersengolven tijdens de nonremslaap versnelt en daardoor de gevormde geheugenassociaties versterkt met als gevolg een betere consolidatie voor later gebruik. Om dit aan te tonen, ontwikkelden de onderzoekers een cognitieve taak waarbij proefpersonen nieuwe associaties tussen adjectieven en prenten van objecten of scènes (bv. levendig – appel, grappig – woestijn …) vanbuiten moesten leren. Deze woorden werden op voorhand onnatuurlijk aan elkaar gekoppeld (de kans is

TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP Slaap jezelf naar een onderscheiding Eerder onderzoek naar slaap toonde aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten terloops: tussendoor, vluchtig D-day: de dag waarop tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerde soldaten aankwamen op de stranden in Normandië. Figuurlijk betekent dit: een heel belangrijke dag. toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten de geheugenrepresentatie: opgeslagen element in het geheugen de cue: teken, aanwijzing de consolidatie: het vastzetten cognitief: wat te maken heeft met leren of de werking van ons brein het adjectief: bijvoeglijk naamwoord woord © VAN IN

klein dat jij een woestijn spontaan als ‘grappig’ zal beschrijven).

Een eerste test volgde vijf minuten na het instuderen. Tijdens deze eerste ondervraging, moesten proefpersonen aangeven of een adjectief eerder gezien was of niet en beschrijven met welk soort prent (object of scène) het geassocieerd was. Daaropvolgend mochten proefpersonen ofwel gaan slapen ofwel een online computerspel spelen. De hersengolven en andere fysiologische parameters van de slaapgroep werden gemonitord aan de hand van een elektro-encefalogram. Net wanneer de proefpersonen uit de slaapgroep in de non-remslaap belandden, ratelde een externe spreker in dezelfde kamer dezelfde adjectieven opnieuw af. De helft van deze adjectieven waren de adjectieven die door de proefpersoon correct konden worden geassocieerd, zoals initieel getoetst, de andere helft waren nieuwe adjectieven. Hetzelfde gebeurde bij de wakkere groep. Na 90 minuten slaap of wakker blijven, kregen alle proefpersonen een nieuwe geheugentest gelijkaardig aan de eerste. Deze test werd een laatste keer uitgevoerd de volgende dag nadat alle proefpersonen een nacht hadden geslapen.

Eerst en vooral vonden de onderzoekers dat slaap een gunstig effect had op de geheugenprestaties: de groep die sliep na het instuderen, scoorde significant hoger op de geheugentest dan de groep die een online computerspel had gespeeld. Dit gunstig effect was zelfs nog steeds zichtbaar op de test die een dag later plaatsvond. Dit geeft aan dat slaap een niet te onderschatten effect heeft op ons lange termijngeheugen, een effect dat zelfs aanhoudt tot twee dagen na het instuderen.

‘Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap.’

Ook de TMR-techniek tijdens de non-remslaap had een gunstig effect bovenop het effect van slaap: De slaapgroep presteerde nog beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden tijdens de slaap dan voor de adjectieven die niet ingefluisterd werden.

Ook in het elektro-encefalogram stelde de onderzoekers een modulatie van de hersengolfactivatie vast ten gevolge van TMR. TUSSENSTOP 4 277

Geheugen extra versterken

TMR had geen zichtbaar gunstig effect op de geheugenprestaties van de wakkere groep. Met andere woorden, de wakkere groep presteerde niet beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden dan voor de andere (niet-ingefluisterde) adjectieven. Op basis van de hersengolfactiviteit tijdens de non-remslaap konden de onderzoekers bovendien afleiden met welke categorie (object of scène) de cue was geassocieerd en hiermee de verhoogde scores van de proefpersonen voorspellen op de toets die de volgende dag(en) afgenomen werd. Kortom, deze toonaangevende studie toont aan dat de non-remslaap een sleutelrol speelt in geheugenconsolidatie en dat de TMR-techniek hiervan gebruik maakt om het geheugen nog verder te versterken. Meer bepaald leidt slaap en het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap tot betere scores op het geheugen de volgende dag. Dit kan worden verklaard door versnelde hersengolfactivatie, dat plaatsvindt tijdens de eerste slaapstadia (de non-remslaap). Dit suggereert dus dat slaap verbindingen in het brein triggert voor verdere vorming of consolidatie. Met andere woorden, mocht je niet aan een extra herhaling van je cursus toekomen, panikeer dan niet, zelfs zonder moeder- of vaderlief staat er je nog een lange nacht voor de boeg ... eentje met slaap weliswaar. Eleonore Smalle is post-doctoraatsonderzoekster in de cognitieve psychologie. Ze is verbonden aan het Instituut voor Psychologisch Wetenschappelijk Onderzoek (IPSY) en het Instituut voor Neurowetenschap (IoNS) van de Université catholique de Louvain (Louvain-laNeuve), en aan de vakgroep Experimentele Psychologie van de Universiteit Gent. Daar bestudeert ze geheugenmechanismen aan de basis van taalverwerving. Aan de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Nottingham doet ze tevens onderzoek naar invloeden van de motorische cortex op spraakperceptie, door middel van Transcraniale Magnetische Stimulatie en electro-encefalografie van het brein. Bron: www.knack.be fysiologisch: wat te maken heeft met processen in het lichaam het elektro-encefalogram: instrument dat aan de hand van elektrische signalen de werking van de hersenen in kaart brengt initieel: in het begin, aanvankelijk significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval woord © VAN IN

verwerKen

Je leraar vertelt je nu wat je met het schema moet doen.

terugbliKKen

7 Kijk terug naar de verwachtingen die je formuleerde over de tekst. Welke voorspellingen deed je correct?

8 Beoordeel het schema over de tekst.

a Welke aspecten van het schema zaten goed? Vermeld er minstens twee.

b Wat kan verbeterd worden aan het schema? Vermeld opnieuw minstens twee aspecten. © VAN IN

4

wOOrdenlijSt

woord

anticiperen

de associatie

befaamd voorbeeldzin

Als je een debat voorbereidt, dan doe je er goed aan om te anticiperen op de argumenten die je tegenstanders aan bod zullen laten komen. vooruitlopen op bepaalde zaken, rekening houden met wat er in de toekomst kan gebeuren

Hoewel ze dezelfde familienaam hebben, had ik nooit de associatie gelegd tussen de twee broers. verbinding van verschillende gedachten of gevoelens

De befaamde componist maakt een speciaal nummer voor Tomorrowland. betekenis

beroemd

bevestigen

de bevinding Het secretariaat van de dokter stuurde mij een sms om mijn afspraak te bevestigen. (opnieuw) ja zeggen, instemmen

Wat zijn jouw bevindingen in dit onderzoekje voor chemie? vaststelling, iets wat je (na onderzoek) te weten komt

consolideren Nadia schopte het tot assistent-manager, nu wil ze haar macht consolideren als bedrijfsleidster. vastzetten

de consument Een verhoging van de belasting op producten wordt meestal doorgerekend aan de consument. klant, gebruiker

de data Internetgiganten als Google en Facebook nemen het niet zo nauw met onze persoonlijke data. gegevens

draperen Ze drapeerde schouders. elegant de sjaal over haar TUSSENSTOP 4 279

een stuk stof over iets (laten) hangen een beroep doen op Wanneer je voor de rechtbank moet verschijnen, kun je een beroep doen op een advocaat.

gebruiken, de hulp inroepen van (uitdrukking) ergens niet om malen Magali maalt niet om cijfers en stevent recht op een tekort af.

ergens niet om geven, iets niet erg vinden (uitdrukking) niet van gediend zijn Ik ben niet gediend van jouw flauwe grapjes, Trees!

niet willen (uitdrukking) gretig Gretig nam hij alle indrukken van zijn wereldreis in zich op.

enthousiast, met plezier ergens niet om malen niet van gediend zijn © VAN IN

de happy few

inclusief De jury koos tien mensen uit meer dan 5.000 kandidaten, ze waren de happy few die mochten deelnemen aan het televisieprogramma. kleine groep mensen, uitverkorenen

Wij hebben een inclusieve school, waar iedereen welkom is. met inbegrip van, meegerekend

de kas

het netwerk

nipt

over zijn nek gaan We pikken geregeld een tomaatje uit de kas bij mijn grootouders.

Het account van Djamel geeft weer dat hij een erg uitgebreid netwerk heeft.

Annemarie ontsnapte nipt aan de dood tijdens haar motorongeval. maar net, op het nippertje, zonder veel overschot

Wanneer ik iemand zie overgeven, ga ik vaak zelf bijna over mijn nek. broeikas, serre

sociaal web

overgeven

het potentieel Jij ziet misschien een bouwvallig pand, maar ik zie vooral veel potentieel om hier een knappe woning van te maken! mogelijkheid, met de kans dat je … krijgt

het recht op inzage Het Amerikaanse gerecht heeft recht op inzage van de belastingaangifte van de president. een organisatie moet jou binnen een bepaalde termijn kunnen informeren over de gegevens die ze van jou hebben

terloops Terwijl jij bij de directie langsgaat, spring ik terloops even binnen bij het secretariaat. TRAJECT NederlaNds 3 TUSSENSTOP tussendoor, vluchtig

toonaangevend De wereldberoemde en toonaangevende nachtclub gaat dicht wegens druggebruik en fraude. leidend, richtinggevend

verstrekken In het station zijn er een aantal infopunten die informatie verstrekken aan verdwaalde reizigers. geven, delen

weigeren Ik vroeg of hij dat wilde doen, maar hij weigerde mij te helpen. iets niet willen

zijn borst natmaken De tegenstander zal maken. zijn borst nat moeten zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking) over zijn nek gaankas netwerk © VAN IN

This article is from: