accent
Inleiding
eigenlijk correct omdat de meester de volgende regel aanleerde: ‘Alle lange klinkers hebben pech, we schieten er een weg.’). Men opteerde voor eenvoudige, sobere regels. Sommige didactici spreken over schrijfvoorschriften. Ook onze methode kiest voor het in ere herstellen van sobere regelmethodieken. 11.2 Gemengde spellingstrategieën Bij de ontwikkeling van Tijd voor Taal accent duidelijke, sobere regels kiest voor sobere regels. ging onze grootste zorg uit naar de volledigheid van die regels. Ook het aantal stappen is tot een minimum beperkt. Aangezien de leerplannen spreken over ‘gemengde spellers’, hebben we bovendien geprobeerd om ook de analogiestrategie aan onze regels te koppelen. Met andere woorden, de speller kan kiezen: voor de toepassing van de regel, voor de analogie met een kapstokwoord, of voor beide. Voor de regels van het verenkelen en verdubbelen worden de kapstokwoorden via onthoudzinnetjes aangeboden: Zatte vette kippen stoppen bussen en Apen zweven over muren. Voor het schrijven van de werkwoorden staat de analogie met de werkwoorden werken (tegenwoordige en verleden tijd) en spelen (enkel in de verleden tijd) centraal. Voor de analogiestrategie (net-als-weg) bij het schrijven van alle andere belangrijke spellingproblemen ontwikkelden we ook kapstokwoorden. Die zijn zelfs vanuit didactisch oogpunt interessant. Als een leerling bijvoorbeeld meisje schrijft, kun jij eenvoudig vragen: met de ij van blij of met de ei van trein? Kinderen leren onder Om de onthoudweg te andere via liedjes ondersteunen, ontwikkelden correct spellen! we alle mogelijke materialen: ei- en au-platen, ei- en au-kaarten in de Z-editie, ei- en au-verhalen, spelliedjes enz. Die werken bijzonder motiverend. De hoorweg is vooral in de eerste leerjaren zeer belangrijk. Voor leerlingen die met de lettervolgorde problemen hebben, zijn speciale oefeningen ontwikkeld. Bij die oefeningen moeten ze dus eerst alle letters van het woord los noteren en daarna het woord weer aaneenschrijven. Bijvoorbeeld: g-e-e-u-w-t wordt geeuwt. Daarnaast is er via hak- en plakoefeningen (kop-buik-staart) ook aandacht voor de structuur van het woord zelf: g-eeuw-t.
20
Inleiding
Ten slotte is er de zoekweg. Vooral in de hogere leerjaren krijgen de leerlingen oefeningen voorgeschoteld waarbij het woordenboek moet worden gebruikt. 11.3 Metacognitieve vaardigheden 11.3.1 De voorkeurstrategieën In de spellingweters (ook die achteraan in het werkschrift) is telkens aangeduid op welke strategieën een beroep wordt gedaan: de hoorweg, onthoudweg, regelweg, net-als-weg of zoekweg. In de spellingweters worden de strategieën met pictogrammen weergegeven: - hoorweg: - onthoudweg: - regelweg: - net-als-weg: - zoekweg:
Eigenlijk is de leerling vrij om een strategie te kiezen. Toch wordt bij elke spellinginhoud een voorkeurstrategie naar voren geschoven. Voor het bepalen van de voorkeurstrategieën volgen we deze hiërarchie: hoorstrategie, regelstrategie, analogiestrategie, onthoudstrategie, opzoekstrategie. De volgende criteria hebben de keuze voor deze ordening beïnvloed. De hoorstrategie is de belangrijkste voorkeurstrategie omdat ze de eenvoudigste is. Eenvoudige instructieregels (tips) kunnen de hoorweg ondersteunen; bijvoorbeeld: ‘Er bestaan geen sw-woorden!’ of ‘Vergeet bij ieuw en eeuw de u niet!’ enz. De leerlingen zullen echter ontdekken dat de hoorstrategie niet altijd kan worden toegepast. Voor de schrijfwijze van een groot aantal woorden gelden namelijk regels. Kan de hoorstrategie niet worden toegepast, dan schakelen we over op het gebruik van regels: de verlengingsregel, de regels voor het verenkelen en verdubbelen, de regels voor de werkwoordspelling …
Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 2