accent
Blok Leerdomein Blokduur
Woordpakket 4 Spelling 1 week
Z-SCHRIFT • Oefening 3 in het Z-schrift = oefening 4 in het werkschrift. • Oefening 4 in het Z-schrift is nieuw. • De ei-kaart kan een hulp zijn bij het inprenten van de onthoudwoorden. Als leerlingen de ei-woorden van de voorbije leerjaren onvoldoende geautomatiseerd hebben, kun je de kopieerkaart aanbieden. Ze bevat alle ei-woorden tot en met het vijfde leerjaar.
2
oef. 2 De leerlingen sorteren woorden naar het lidwoord.
Schrijf de woorden bij het passende lidwoord. asiel – farao – paradijs – omheining – granaat – drijfzand – favoriet – onderscheid – grootouders – karakter
de
3
het
oef. 3 De leerlingen zoeken bij een omschrijving het pakketwoord. oef. 4 De ei- en au-kaart kunnen een hulp zijn bij de automatisering van de ei- en au-woorden.
Zoek het woord uit het woordpakket. oma’s en opa’s
publiek
Egyptische koning
lieveling
niet mannelijk
afschuwelijk
zich vertonen
opvanghuis
4 Vul in: au of ou, ei of ij.
Schrijf het woord op. dr
gen
gr
saard wen
rest
kapit
n
s
bl
oef. 5 Leerlingen moeten op hun niveau kunnen nadenken over het alfabet. Hier rangschikken ze alfabetisch (eerste letter).
teur juffr
vertr
dschap
w rant zoenen
dinos
rus
5 Rangschik de woorden alfabetisch. schoonouders – asielzoeker – topfavoriet – paradijselijk – handgranaat – karakterloos 1
______________________________________________________
2
______________________________________________________
3
______________________________________________________
4
______________________________________________________
5
______________________________________________________
6
______________________________________________________
Klaar? Zet een kruisje. Maak oefening 4 op blz. 58. 12
STICORDITIP De leerlingen leggen bij het dictee (en de oefeningen) een kaartje met ei en een kaartje met ij op hun lessenaar. Na het beluisteren van het woord duiden ze het juiste kaartje aan. Geef een goed- of foutteken vooraleer ze opschrijven.
PRE-INSTRUCTIE In woordpakket 5 komen vooral woorden met i zoals in fabrikant aan bod. Bespreek al eens dat de ie-klank op twee manieren kan geschreven worden: i en ie. Illustreer aan de hand van bekende eenvoudige woorden, bv. knie, ziek, drie, gitaar, figuur, ski … Gebruik een tekst die tijdens de lessen gebruikt wordt.
Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 5
Woordpakket 4
51