STORIA HD Live 6 leerwerkboek - inkijkmateriaal

Page 1

HD 6 live LEERWERKBOEK Doorstroomfinaliteit domeingebonden en dubbele finaliteit
STORIA

Proefversie@VANIN

6

Leerwerkboek

Kristel Bekers

Gorik Goris

Senne Hendrickx

Kris Merckx

Wim Moreau

Jacky Philips

Luc Van den Broeck

Jos van Dooren

o.l.v. Katleen Dillen

nog aan te passen
Doorstroomfinaliteit domeingebonden Dubbele finaliteit

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij STORIA HD 6 Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

Proefversie@VANIN

Doorstroomfinaliteit domeingebonden Dubbele finaliteit

Let op: deze licentie is uniek, eenmalig te activeren en geldig voor een periode van 1 schooljaar. Indien je de licentie niet kunt activeren, neem dan contact op met onze klantendienst.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën.

Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen.

Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het onlinelesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden. blz. xx xxx

Eerste druk, eerste bijdruk 2024

ISBN 978-94-647-0092-3

D/2023/0078/71

Art. 603771/02

NUR 130

Cover- en lay-outconcept: Peer bvba

Coverbeeld: La Gare Saint-Lazare, door Claude Monet, 1877

Opmaak: banananas.net

Tekeningen: Katrien Davans, Dirk Vandamme

Cartografie: Van Dijk Vormgeving & Kartografie, Van Oort redactie en kartografie, Almere, Rerink kartografie & Vormgeving, Eindhoven

6
nog aan te passen
3 INHOUD Inleiding 4 A Over oude en nieuwe dingen 8 Onderzo ek 1: de moderne tijd 9 Ontdekplaat – Welkom in de moderne tijd Les 1 Historisch denken 15 Les 2 De historische vraag 19 B Politieke ontwikkelingen van de 19e eeuw 22 Les 3 Nap oleon, held of schurk? 23 Les 4 Een gedwongen kortstondig huwelijk? 33 Les 5 Van opera tot onafhankelijkheid 40 Ontdekplaat – Tafereel van de septemberdagen 1830 Les 6 Nationalisme verenigt en verscheurt 47 Les 7 Het mo derne imperialisme 56 Ontdekplaat – Afrika voor de kolonisatie Onderzo ek 2: Leopold II 67 Overzicht B 75 C So ciale en economische kenmerken van de 19e eeuw 76 Les 8 De eerste en tweede industriële revolutie 78 Ontdekplaat – Sto om en snelheid Onderzo ek 3: sociale problemen 88 Les 9 Voor werkmans recht 94 Ontdekplaat – Kinderarbeid Les 10 België en migratie 104 Overzicht C 113
D Culturele kenmerken van de 19e eeuw 114 Les 11 Kunst in de 19e eeuw 115 Ontdekplaat – De vrijheid leidt het volk Les 12 China in de 19e eeuw 124 E De Grote Oorlog en zijn gevolgen 130 Les 13 De Grote Oorlog 131 Ontdekplaat – België tijdens de Eerste Wereldoorlog Les 14 De vredesverdragen na de Eerste Wereldoorlog: een gemiste kans? 145 Les 15 Van Rusland tot Sovjet-Unie 156 Onderzo ek 4: Lenin, de mythe ontmaskerd? 163 F Demo cratie, makkelijker gezegd dan gedaan 172 Les 16 Demo cratie, een evenwicht tussen vrijheid en gelijkheid 173 Ontdekplaat – Dossier verkiezingen Les 17 Het totalitarisme 181 Overzicht E + F 186 G Synthese 187 Les 18 De mo derne tijd 187 Woordenlijst 189 Uitvouwbare tijdlijn Schema historisch denken nog aan te passen Proefversie@VANIN
INHOUD

INLEIDING

1Op verkenning in STORIA HD live 6

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. Als je de thema’s en de titels overloopt, krijg je al een eerste indruk van de leerstof die dit schooljaar aan bod zal komen. In het vijfde jaar staat de moderne tijd op het programma: de 19e eeuw en de Eerste Wereldoorlog met zijn gevolgen.

Het leerwerkboek

We leggen de nadruk op de rode draad doorheen de geschiedenis en we streven naar meer zelfstandig onderzoek en een goede mix van historische kennis en historische vaardigheden.

De lessen hebben altijd dezelfde structuur. De onderstaande illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.

2 Duidelijke lestitels

1 Lesnummer

5 Deze iconen geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.

3 Een krachtige inleiding met de historische vragen in kleur

Voor werkmans recht

4 De kaart vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit je historische atlas.

6 De tijdlijn situeer t de les in de tijd.

Proefversie@VANIN

7 Onder titels leiden de verschillende delen van de les in.

8 Mo eilijke woorden krijgen een andere kleur. Ze worden verklaard vanaf blz. 189. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, zoek je de verklaring op in een (online) woordenboek, zoals www.woorden.org.

9 De contextinformatie helpt je om de bron te begrijpen.

94 LES 9 Voor werkmans recht
Op het einde van de 19e eeuw zei de socialist Emile Vandervelde dat ons land het vagevuur van de arbeider was. Als je vandaag door ziekte of ongeval werkonbekwaam bent, krijg je van het ‘ziekenfonds’ een uitkering. Ben je werkloos, dan krijg je werklozensteun. België heeft een van de meest gewaardeerde systemen van sociale zekerheid Hoe is die verandering mogelijk gemaakt? 9 1791 1866 1885 Wet-Le Chapeliercoalitieverbod opheffing coalitieverbod oprichting BWP De arbeider leeft in ellende, de staat steunt de werkgever In 1846 is één op zes Belgen steuntrekker, één op drie arbeiders krijgt liefdadigheidssteun. Veel arbeidersgezinnen leven in armoede: vader, moeder en de kinderen werken, zelfs kinderen van 8 à 9 jaar. En toch hebben ze dikwijls honger. Oorzaak: het te lage loon. Het is de werkgever die het loon bepaalt. 1 Bron 1 Werkboekje OPDRACHT 1 Onder het ‘Frans Bewind’ was door de wetgever bepaald dat elke arbeider een werkboekje moest bezitten. De Belgische wet neemt dat over. De wet bepaalt dat een werkgever een arbeider alleen mag aanwerven als hij een werkboekje heeft, waarin geschreven staat dat hij al zijn schulden bij de vorige werkgever heeft betaald. Omdat ze niet rondkomen met hun loon, vragen de arbeiders een voorschot op het volgende loon. Bron 3 Fragment uit het strafwetboek OPDRACHT 2 Kaartnr(s). 95 C Sociale en economiSche kenmerken van de 19e eeuw Bron 2 Fragment uit het burgerlijk wetboek Art. 1781 De werkgever wordt op zijn woord geloofd voor het bedrag van het loon … Art. 415 - Elke coalitie [samenwerking of vereniging] van werknemers om op hetzelfde ogenblik het werk neer te leggen, het werk te verhinderen, de toegang tot of het verblijf in de werkplaats te beletten of in ’t algemeen om samen te spannen om te staken, het werk te verhinderen of om het werk (onnodig) te rekken, zal gestraft worden met een gevangenisstraf van ten minste een maand en ten hoogste drie maand. De leiders en aanstokers zullen gestraft worden met een gevangenisstraf van 2 tot 5 jaar. Art. 416 - Zullen op dezelfde manier gestraft worden de werknemers die de werkgever of werkplaatsleiders of andere werknemers bedreigen met boete, uitsluiting, vervloekingen De leiders of aanstokers van genoemde feiten in dit en vorig artikel worden na het uitzitten van hun straf onder politietoezicht geplaatst van twee tot vijf jaar. Ongeveer met die woorden staat het tot 1883 in de wet. Dan wordt het artikel geschrapt. Het werkboekje is dan ook niet langer verplicht. Bron 3 Fragment uit strafwetboek OPDRACHT 2 Zijn de volgende uitspraken juist of fout? JuistFout a Als de werkgever het afgesproken loon niet betaalt, kan de werknemer niet naar de rechter stappen. b De werkgever noteert de openstaande schulden in het werkboekje. c Zolang je schulden hebt bij een werkgever, kun je niet van werkgever veranderen. d De wetgever beschermt de arbeider tegen de willekeur van de patroon. Uit: Code pénal de 1810 (strafwetboek van 1810), vrije vertaling Het Belgisch strafwetboek behoudt deze wet, het coalitieverbod, tot 1866. In die jaren verdient een arbeider zo’n 1,3 frank per dag. Daarvoor kan hij ca. 20 kg aardappelen kopen of 1,3 kg vlees of 0,8 kg boter. Een stakerspost bij Agfa-Gevaert in Mortsel op 13 februari 2019 Bron 4 Stakerspost 4 INLEIDING
nog aan te passen

10 In de rubriek ‘onWAARschijnlijk’ vind je extra informatie over de les: boeiende verhalen die je normaal niet in schoolboeken terugvindt.

Wat je na deze les moet

KENNEN

1 de begrippen ‘sociale zekerheid’, ‘mutualiteit’, ‘coöperatie’, ‘vakbonden’, ‘staking’, ‘stakerspost’, ‘coalitie’, ‘coalitieverbod’ en ‘klassenstrijd’ uitleggen en het ontstaan ervan verklaren

2

3 de invloed van Karl Marx en Leo XIII op de sociale evolutie aantonen en relativeren

4 het verband tussen BWP, algemene staking en algemeen stemrecht aantonen

5 de letterwoorden ACV, (A)BVV en BWP verklaren

KUNNEN

1 de evolutie van vakbondsverbod tot vakbondsvrijheid aan de hand van wetteksten uitleggen

2 wetteksten vergelijken en de evolutie aantonen 3 gegevens uit een chronologische tabel halen

4

12 Nadat je de les hebt geleerd, moet je deze zaken KENNEN en KUNNEN. De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan.

11 Een schema van de lesinhoud, op het einde van elke les, helpt je de les te studeren.

LES 9 SCHEMA

2

kapitaal in te weinig handen klassenstrijd ondergang kapitalisme

Paus Leo XIII in ‘Rerum Novarum’: ‘laat vakbonden toe’

3 Sociale zekerheid door arbeidersstrijd en organisatie

Arbeiders richten ziekenkassen (= ‘soms’ verdoken vakbonden) op pensioenkassen coöperatieven Vanaf 1860: eerste vakbonden (nog

13 Na enkele onderdelen vind je een handig overzicht van de geziene leerstof.

VAN IN Plus

Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus -app en scan de pagina. VAN

102 LES 9
met twee voorbeelden de beperking van de bewegingsvrijheid van de arbeider aantonen
de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen in functie van een historische vraag
kennen en kunnen: Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kent of kunt, zet je een kruisje in het vakje. De arbeidersverenigingen blijven ook de afschaffing van artikel 310 eisen. Op basis van dat artikel worden honderden mensen gearresteerd en vervolgd. In de nasleep van het revolutiejaar 1886 worden 164 veroordelingen uitgesproken in 1887, 159 in 1888 en 55 in 1889. Tijdens de woelingen in verband met het algemeen stemrecht worden in 1892 in Wallonië 361 vervolgingen ingesteld. Zelfs het opsteken van een vuist en het werpen van een dreigende blik worden door de rechter bestraft. Werkgevers zetten ‘militante’ arbeiders op ‘zwarte lijsten’. Wie op zo’n lijst staat, vindt nergens nog werk. ONWAARSCHIJNLIJK! Bron 12 Kinderarbeid Julia let op de baby terwijl de anderen in de fabriek werken, Lewis Hine, Alabama, 1911 Lewis Hine is een Amerikaanse fotograaf die tussen 1908 en 1918 duizenden foto’s neemt van werkende kinderen. Hine werkt in die jaren voor het ‘National Child Labor Committee’, een organisatie die de strijd aangaat tegen kinderarbeid en voor kinderrechten. Hine zei daarover: ‘I wanted to show things that had to be corrected.’
103 C Sociale en economiSche kenmerken van de 19e eeuw 1 De arbeider leeft in ellende, de staat steunt de werkgever Eén op drie arbeiders hangt af van liefdadigheid. te laag loon Te laag loon vakbonden en stakingen Staken verboden Werkgever bepaalt loon. Wet steunt werkgever.
Hervormers nemen het op voor de arbeiders Ellende arbeiders = internationaal probleem Marx, grondlegger socialisme in ‘Het kapitaal’: kapitaal = som van te weinig betaalde arbeid
illegaal) 1866: art. 310 vervangt coalitieverbod (art. 415-416) vakbondsvrijheid en staking mogelijk stakersposten en acties gestraft Invloed socialisme: klassenstrijd enige oplossing Minderheid gelooft in klassenverzoening. socialistische vakbonden 1880 splitsing antisocialistische vakbonden (vanaf 1886) later christelijke vakbonden 1885 oprichting BWP (socialistisch; nu Vooruit) 1886 oproer, gewelddadige conflicten in Luik en Charleroi (fusilleren arbeiders) eerste sociale wetgeving Succes coöperatieven vanaf 1880 Geloof in verandering via parlement bij socialisten algemene staking voor algemeen enkelvoudig stemrecht Na WO I: algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen groei tot twee sterke vakbonden: ABVV en ACV
OVERZICHT C 113 OVERZICHT C Sociale en economische kenmerken van de 19e eeuw Fabrieken in de steden DEMOGRAFISCHE GROEI Industriële revolutie Zicht op Gent, 1837 Transportrevolutie INTERCONTINENTALE MIGRATIE Sociale wetten Algemeen enkelvoudig stemrecht Landbouwcrisis Tweede industriële revolutie Belgische rederij SOCIALE PROBLEMEN 5 INLEIDING
Voor werkmans recht
Download in de App Store Get it on Google Play nog
Proefversie@VANIN
IN Plus
aan te passen

Het onlineleerplatform bij STORIA HD 6

Mijn lesmateriaal

Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals ontdekplaten, filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...

Extra materiaal

Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, een extra bron of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Adaptieve oefeningen

In dit gedeelte kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen of de oefeningen maken die de leerkracht voor je heeft klaargezet.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen? Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.

Notities

Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud?

Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.

Proefversie@VANIN

Meer weten?

Ga naar www.ididdit.be

6 IDIDDIT
nog aan te passen

Geschiedenis studeren: in de klas en thuis

Welkom in de geschiedenislessen van het vijfde jaar van het secundair onderwijs. Je ontdekte in de vorige schooljaren al dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Geschiedenis is niet zo moeilijk, als je de lessen op de juiste manier aanpakt. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten in de klas brengt je al een hele stap vooruit. Je leraar zal je ook uitleggen hoe je de leerstof thuis kunt herhalen en instuderen.

In de klas

Als je aandachtig luistert en actief meewerkt in de klas, zul je thuis gemakkelijker de leerstof kunnen instuderen. In de klas doe je het volgende:

- onthoud de titel van de les;

- let op de onder titels: ze vatten de hoofdlijnen van de les samen;

- het is b elangrijk dat je alles begrijpt: woorden of onderdelen die je niet begrijpt, kun je immers moeilijk onthouden;

- probeer te antwoorden op vragen die je leraar stelt;

- b estudeer de bronnen en de opdrachten aandachtig;

- zorg ervoor dat je notities ordelijk, volledig en foutloos zijn.

Thuis

Voorbereiden

Neem wat je nodig hebt om je les in te studeren: je agenda, je leerwerkboek, notities, een te verbeteren test ... Studeer op een rustige en ordelijke plaats, zodat je geconcentreerd kunt werken.

Verkennen

Bestudeer eerst de opbouw van de les. Lees de inleiding en bekijk het kaartje, de maatschappelijke domeinen en de tijdlijn. Daarna noteer je de titels en de ondertitels. Zo ken je de hoofdlijnen al.

Lezen en begrijpen

kopiëren uit de woordenlijst of uit de les. Bekijk vervolgens het schema . Dat bevat de hoofdzaken en de kernwoorden. Probeer nu aan de hand van het schema de inhoud van de les op te zeggen. Als je op die manier de les verkent, wordt er heel wat informatie in je geheugen opgeslagen. Je zult dus heel wat tijd besparen bij het instuderen.

Oefenen

Tijdens de geschiedenislessen leer je ook historische vaardigheden . Je leert hoe je historische informatie ontdekt, onderzoekt en structureert. Je zult bijvoorbeeld leren om informatie te halen uit bronnen, tijdlijnen en kaarten. Je leert ook om kritisch om te gaan met je bronnen. Vaardigheden verwerf je door te oefenen. Maak de opdrachten opnieuw en kijk na of je antwoorden juist zijn. De vaardigheden zijn minstens even belangrijk als de inhoud van de les.

Studeren

Studeer de definities van de begrippen die je moet kennen. Leer het schema uit het hoofd en overloop nog eens alle opdrachten. Let daarbij extra op de titels, zodat je inzicht hebt in de opbouw van de les. Bij een toets of examen is het echter niet voldoende om enkel de informatie van je schema op te schrijven.

Controleren

Proefversie@VANIN

Neem de hele les grondig door en controleer of je alles echt begrijpt. De teksten en de bronnen brengen het verhaal van de les. Om het verhaal te begrijpen, moet je ook alle woorden begrijpen. Bij het vak geschiedenis horen heel wat specifieke begrippen. We onderscheiden historische begrippen en structuurbegrippen. Die structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis. Je vindt ze in het oranje in de woordenlijst. Maak per les een woordenlijst met de begrippen die je moet kennen. De uitleg kun je meestal

Controleer of je het schema zelf opnieuw kunt samenstellen. Vergelijk met het schema in je leerwerkboek. Ga na of je elk woord en elk verband tussen de woorden in het schema kunt uitleggen. Raadpleeg de lijst KENNEN en KUNNEN. KENNEN geeft weer wat je van de leerstof moet onthouden en uitleggen. KUNNEN somt op welke vaardigheden in de les aan bod zijn gekomen. De lijst is een prima controlemiddel om na te gaan of je de leerstof beheerst. De puntjes die je onder de knie hebt, kruis je aan in het voorziene vakje. Zo heb je altijd een goed overzicht. Op iDiddit vind je interactieve opdrachten om KENNEN en KUNNEN verder in te oefenen.

7 INLEIDING
2 nog aan te passen

Historisch denken

In het vak geschiedenis leer je niet alleen over het verleden. Je leert ook hoe onze kennis over dat verleden ontstaat. Je krijgt dus inzicht in het verleden én in de wetenschappelijke methode die historici gebruiken. Je leert historisch denken. In deze les frissen we de vijf krachtlijnen van het historisch denken op.

Wat zijn historische vragen? Hoe ordenen we het verleden in het historische referentiekader? Welke beperkingen hebben bronnen? Waarom is de geschiedenis niet hetzelfde als het verleden? Welke historische redeneerwijzen ken je al?

Proefversie@VANIN

Kaartnr(s).

1De vijf krachtlijnen van het historisch denken

1 Historische vragen stellen

Geschiedkundigen stellen en beantwoorden historische vragen. Er zijn verschillende soorten historische vragen: vragen over het verleden, vragen die het verleden en het heden op elkaar betrekken en vragen over geschiedenis. (Verderop in deze les gaan we daar verder op in.)

2 Een geordend beeld van het verleden opbouwen

Om je weg te vinden in al die eeuwen geschiedenis, komt het eropaan dat verleden te ordenen in het referentiekader. Dat betekent situeren in de tijd, de ruimte en de maatschappelijke domeinen. Zo krijg je een beter overzicht en inzicht. Tegelijkertijd leer je historische begrippen en structuurbegrippen (zie woordenlijst) om de kenmerken van de samenlevingen die je bestudeert, juist te benoemen. De belangrijkste historische begrippen noemen we sleutelbegrippen.

3 Kritisch redeneren met en over bronnen

Bronnen zijn de basis van onze historische kennis. Ze worden op drie manieren in groepen gedeeld. We maken een onderscheid tussen ‘historische bronnen’ en ‘historische werken’ , tussen ‘primaire’ en ‘secundaire’ bronnen en tussen ‘geschreven’ en ‘ongeschreven’ bronnen. Ongeschreven bronnen worden verder verdeeld in mondelinge en materiële bronnen. Om een

8 D Historisc H d enken
TIJD MODERNE TIJD HEDENDAAGSE TIJD MIDDELEEUWEN ±500 ±1450 ±1750 1945 ±800v.C. ±3500v.C.
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID VROEGMODERNE
1

OPDRACHT 1

antwoord te vinden op een historische vraag zoeken en selecteren we bronnen. Je weet al van vorige schooljaren dat je daarmee voorzichtig moet omspringen. Bronnen hebben namelijk altijd bepaalde beperkingen. Die beperkingen zijn afhankelijk van de historische vraag die je stelt en hebben onder andere te maken met de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van de bron. In de loop van het schooljaar zullen we dat regelmatig inoefenen. Houd er ook rekening mee dat de historische bronnen die in de lessen worden gebruikt, dikwijls bewerkt zijn. Dat betekent dat ze niet gelijk zijn aan de originele bron. Bronnen worden ingekort of vertaald, er wordt een titel toegevoegd ... Die ingrepen kunnen de betekenis van de bron beïnvloeden.

4 Tot historische beeldvorming komen

Door historische vragen te stellen en te beantwoorden, ontstaat historische beeldvorming. Over sommige periodes uit ons verleden weten we maar weinig door het gebrek aan bronnen. Als er een nieuwe bron ontdekt wordt, kan onze kennis over het verleden veranderen. Dat gebeurt ook als de historici een bron anders gaan interpreteren. Dat wil dan zeggen dat ze om de een of andere reden anders gaan denken over de informatie die ze uit een bepaalde bron halen. Het is dus belangrijk om zo veel mogelijk bronnen te gebruiken en te vergelijken om een nauwkeurig beeld te krijgen van het verleden. Het antwoord op een historische vraag is een samenhangende historische redenering. Een voorbeeld van een typische historische redenering is oorzaak -gevolg. Op de uitvouwbare tijdlijn vind je het overzicht van alle historische redeneerwijzen die je al geleerd hebt.

5 Nadenken over de relatie tussen verleden, heden en toekomst

Geschiedenis is niet hetzelfde als het verleden: geschiedenis is een reconstructie van het verleden. Historici kijken onvermijdelijk vanuit hun eigen perspectief naar het verleden. De vragen die ze stellen en de antwoorden die ze geven, worden beïnvloed door de omgeving (tijd, woonplaats …) en de persoonlijke achtergrond (afkomst, studies, interesses …).

Heb je je al eens afgevraagd hoe jouw beeld van de wereld beïnvloed wordt door je eigen standplaatsgebondenheid ?

Het verleden wordt dikwijls vergeleken met het heden. Het heden heeft uiteraard zijn wortels in het verleden. Door inzicht te krijgen in evoluties over lange termijn, wordt het zelfs mogelijk om voorspellingen te doen voor de toekomst. Soms wordt het verleden ook gebruikt (en misbruikt) in het heden. We herdenken bijvoorbeeld bepaalde historische gebeurtenissen. Als mensen die herinneringen voor eigen doeleinden inzetten, kunnen we spreken van misbruik van het verleden.

Lees de kaderteksten en markeer de kernwoorden. De samenvatting van deze teksten vind je op de uitvouwbare tijdlijn achteraan in je boek. Vraag uitleg als je iets niet begrijpt.

OPDRACHT 2

Proefversie@VANIN

Bekijk de tijdlijn en de inhoudstafel van je boek.

a Welke periode bestuderen we dit schooljaar?

b Naar welke gebeurtenissen verwijzen de breuk momenten waarmee deze tijdvakken beginnen en eindigen?

9

JuistFout

2

OPDRACHT 4

a De westerse indeling in zeven tijden is geschikt om de geschiedenis van niet-westerse samenlevingen te beschrijven.

b In het vak geschiedenis leer je o ok hoe onze kennis over het verleden ontstaat.

c De b etrouwbaarheid van een bron is afhankelijk van de historische vraag die je stelt.

d Ons eigen standpunt b eïnvloedt de manier waarop we naar het heden en het verleden kijken.

Historisch denken begint met het stellen van historische vragen

Historici stellen en beantwoorden historische vragen. Dat zijn natuurlijk in de eerste plaats vragen over het verleden . Die vragen kunnen meer of minder algemeen zijn: we kunnen de grote lijnen van het verleden onderzoeken of inzoomen tot op het niveau van een individu. Ook vragen die het verleden en het heden op elkaar betrekken en vragen over geschiedenis zijn historische vragen en dus een onderdeel van het vak geschiedenis. Vragen die het heden en het verleden op elkaar betrekken , onderzoeken de verbanden tussen het verleden en het heden. We kunnen verklaringen zoeken in het verleden voor hedendaagse situaties of nagaan hoe we in het heden omgaan met het verleden. De vragen over geschiedenis gaan over het historisch onderzoek en over de historische beeldvorming. Heel belangrijk hier zijn de vragen over de bronnen waarop historische kennis gebaseerd is. We onderzoeken ook hoe het verleden in beeld wordt gebracht. Geschiedenis is immers een reconstructie van het verleden. De manier waarop die reconstructie gebeurt, is erg afhankelijk van de standplaatsgebondenheid van de auteur.

a Zijn deze vragen historische vragen? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Ja NeenTwijfel

Proefversie@VANIN

a Welke oorzaken heeft de Eerste Wereldoorlog?

b Wie financiert de restauratie van de Sint-Baafskathedraal?

c Mo eten de standbeelden van Leopold II verwijderd worden?

d Ho e verklaar je de grote landbouwopbrengsten bij de Mexica?

e Welke historische fouten zijn er gemaakt in die film?

b Leg voor de vragen waarvoor je ‘ja’ hebt geantwoord, uit waarom.

10 LES 1 Historisc H d enken
of fout? Bespreek klassikaal. OPDRACHT 3
Juist

c Situeer de vragen over het verleden in het historisch referentiekader.

3

Niet elke historische vraag is een goede onderzoeksvraag

Niet elke historische vraag is een historische onderzoeksvraag . Een wie- of wanneer-vraag is bijvoorbeeld helemaal anders dan een waarom- of hoe-vraag. De eerste soort vragen leidt meestal makkelijk tot een kort antwoord, de laatste soort vragen meestal tot diepgaand onderzoek. Niet alle onderzoeksvragen zijn even goed onderzoekbaar . Een vraag kan bijvoorbeeld te algemeen of te vaag zijn of onbeantwoordbaar omdat er geen bronnen voor bestaan. Een goede onderzoeksvraag is duidelijk afgebakend in de tijd en in de ruimte. De beschikbare bronnen moeten toelaten om binnen een redelijke tijd een antwoord te geven op de vraag.

OPDRACHT 5

Zijn deze historische vragen onderzoeksvragen?

a Wie was de eerste vrouw van Leopold I?

b Wat weten we over het liefdesleven van Adolf Hitler?

c Ho e evolueert de immigratie in België na 1974?

d Wanneer werd België onafhankelijk?

OPDRACHT 6

Proefversie@VANIN

Ja Neen

a Ga naar de ontdekplaat Welkom in de hedendaagse tijd en noteer hier twee historische vragen waarop de ontdekplaat een antwoord geeft.

b Zijn die vragen goede onderzoeksvragen? Bespreek klassikaal.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘breuk’, ‘lokaal’, ‘regionaal’, ‘globaal’, ‘mondiaal’, ‘stedelijke en rurale ruimte’, ‘continentale en maritieme ruimte’, ‘domein’, ‘politiek’, ‘sociaal’, ‘cultureel’ en ‘economisch’ uitleggen

2 de zeven periodes met begin- en eindjaar opnoemen

3 de geb eurtenissen waarnaar de scharnierdata 1750 en 1945 verwijzen, opnoemen

4 het verschil tussen de geschiedenis en het verleden uitleggen

KUNNEN

1 kritisch nadenken over de westerse indeling van de tijd in zeven periodes

2 historische vragen herkennen

3 historische vragen in het referentiekader situeren

4 de onderzo ekbaarheid van een historische vraag evalueren

5 historische vragen stellen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je online verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kent of kunt, zet je een kruisje in het vakje.

11

B

Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Vorig jaar heb je de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en het daaropvolgende interbellum (1919-1939) bestudeerd. In die periode worden de kiemen van een nieuw wereldwijd conflict gelegd. In dit onderdeel komt niet alleen de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) aan bod, maar bestudeer je ook recentere conflicten en nieuwe pogingen om de vrede in Europa en de wereld te handhaven. Hieronder vind je twee bronnen over het Verdrag van Versailles (1919), een vredesverdrag dat meer problemen creëerde dan oploste.

Bron 1 Uit het Verdrag van Versailles

Art. 42 Het is Duitsland verboden op de linkeroever van de Rijn en op de rechteroever binnen 50 km vestingen te behouden of aan te leggen.

Art. 160 De gezamenlijke sterkte van het leger van Duitsland mag niet meer dan 100 000 man bedragen. Het leger dient enkel voor het behoud van de orde binnen het Duitse gebied en als grenspolitie.

Art. 235 Om de geallieerde en geassocieerde regeringen de wederoprichting van hun economische uitrusting mogelijk te maken nog voor het definitieve bedrag van hun aanspraken is bepaald, betaalt Duitsland in afrekening op de hele schuld gedurende de jaren 1919, 1920 en de eerste vier maanden van 1921 in vergoedingen en waarden, die een bedrag van 20 miljard goudmark vertegenwoordigen.

Uit: Het Verdrag van Versailles, 28 juni 1919

Bron 2 Gebiedswijzigingen voor Duitsland

Proefversie@VANIN

Verklaar waarom de Duitsers geschokt zijn door het Verdrag van Versailles.

12 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Het nazisme van Adolf Hitler

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog ontstaan totalitaire bewegingen en regimes zoals het fascisme en het stalinisme. Door de economische wereldcrisis, die vanaf 1929 uitbreekt, worden zij populairder. Één van de beruchtste totalitaire leiders is Adolf Hitler, die met zijn nazi’s in Duitsland aan de macht komt.

Wat is totalitarisme? Welke ideeën verkondigen de nazi’s? Hoe komen ze in Duitsland aan de macht?

Kaartnr(s).

1918

Het nazisme ontstaat vlak na de Eerste Wereldoorlog

In Duitsland zijn veel burgers gefrustreerd over de nederlaag en het Verdrag van Versailles. Ze wantrouwen de nieuwe Duitse republiek en haar politici. Bovendien heeft de economie het moeilijk. Honderdduizenden, onder wie veel oud-strijders, zijn op zoek naar werk. Er ontstaan verschillende protestpartijtjes. In Beieren wordt een zekere Adolf Hitler, een oudstrijder, tot voorzitter van zo’n partijtje gekozen. Hij geeft haar een nieuwe naam: de NSDAP (Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei). In 1923, wanneer Duitsland lijdt onder hyperinflatie , pleegt hij in Beieren een mislukte staatsgreep . Hitler en enkele van zijn aanhangers worden gearresteerd. Hun proces krijgt aandacht van veel Duitse media. Zij profiteren daarvan om meer Duitsers te laten kennismaken met hun ideeën. Ze worden veroordeeld tot lichte straffen. Eind 1924 komt Hitler vervroegd vrij. Dankzij een economische heropleving is het weer rustig in Duitsland. Weinig mensen hebben nog interesse in de NSDAP.

Proefversie@VANIN

Om de prijsstijgingen te kunnen volgen, overdrukt men sommige zegels met nieuwe bedragen.

13 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw 1919 1923 1929 1933
2
1
Bron 1 Duitse p ostzegels uit 1923 OPDRACHT 1 Hitler Führer Hitler kanselier Verdrag van Versailles mislukte staatsgreep München economische wereldcrisis NAZI-DUITSLAND DUITSE REPUBLIEK 1934 EERSTE WERELDOORLOG

OPDRACHT 2

Verklaar het begrip ‘hyperinflatie’ met behulp van de postzegels. Duid het juiste antwoord aan.

De prijzen voor producten en diensten stijgen. Je krijgt na een tijd minder voor eenzelfde som geld.

De prijzen voor producten en diensten stijgen enorm snel. De munt verliest vlug aan waarde.

De munt verzwakt en je kunt er steeds minder mee kopen.

Bron 2 Adolf Hitler, Mein Kampf

Verschenen: deel I in 1925, deel II in 1927 In de gevangenis schrijft Hitler het eerste deel van Mein Kampf ( Mijn Strijd ), een boek waarin hij zijn leven beschrijft en zijn politieke ideeën uitlegt. Wij weten nu dat het boek vol staat met onwaarheden over zijn eigen leven. Zo noemt hij zichzelf een arbeider terwijl hij bijna nooit gewerkt heeft. Hitler vertelt over zijn heldendaden aan het front, terwijl hij het grootste deel van de tijd achter het front heeft doorgebracht. In het boek schrijft hij ook dat hij gaat afrekenen met de Joden en dat hij het Duitse grondgebied fors wil uitbreiden.

a Welke zaken die in het boek staan, heeft hij echt gedaan? Zoek het eventueel op in deze en de volgende lessen. Onderstreep die begrippen.

Joden vervolgen / als arbeider gewerkt / heldendaden in WO I / Duitsland uitbreiden

b Welk voordeel hebben wij op mensen uit de tijd van Hitler als we zijn boek moeten beoordelen?

Proefversie@VANIN

De methoden en ideeën van het nazisme

Na de mislukte staatsgreep van 1923 beslist Hitler om via propaganda , terreur en misbruik van de democratie de macht te grijpen. De propaganda dient zowel om de ideeën van de nazi’s te verspreiden als om tegenstanders te belasteren. Ze gebruiken daarvoor affiches, dagbladen, radio, film ... In tegenstelling tot andere partijen houden de nazi’s de boodschap in die media duidelijk en eenvoudig. Hitler, een getalenteerde spreker, houdt toespraken op heel goed georkestreerde massamanifestaties.

Met moord, chantage, bedreigingen en andere terreurmethoden leggen de nazi’s politieke tegenstanders het zwijgen op. Ze beschikken daarvoor over twee milities : de SA en de SS . Hitler gebruikt het democratische systeem om de democratie te vernietigen. Hij wil ten eerste zo veel mogelijk nazi’s in de Rijksdag , het Duitse parlement, krijgen. Daarvoor moet zijn partij het goed doen bij verkiezingen. Vervolgens wil hij mee een regering kunnen vormen. Eens in de regering kan hij dan staatsinstellingen gebruiken om zijn macht uit te breiden.

14 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler
2

OPDRACHT 3

Vul het schema op het einde van deze les aan met de zes belangrijkste ideeën van het nazisme. Je vindt ze terug in de onderstaande bronnen.

Bron 3 De ‘Führer’

De nazi’s verkondigen dat de democratie onbekwaam, wanordelijk en corrupt is. Zij vinden dat je de ‘Führer’ (leider), Adolf Hitler, blindelings moet volgen. Enkel onder zijn leiding zal het goed gaan met Duitsland.

Bron 4 Aandacht voor orde

De NSDAP wil het Duitse ras zuiveren van volgens haar ‘vreemde en rasbezoedelende ’ elementen. Vreemdelingen moeten verdwijnen of dienaars van de Duitsers worden. Hitler gelooft dat vooral de Joden doelbewust de ondergang van de beschaving nastreven. De nazi’s zijn antisemitisch, tegen de Joden.

Onder de arbeiders geven de nazi’s kritiek op het kapitalisme. Hitler verzekert Duitse fabriekseigenaars en bankiers echter dat ze van hem niets te vrezen hebben. Hij verzet zich tegen het ‘Joodse internationale kapitalisme’.

De foto toont Hitler op een massamanifestatie. De nazi’s beweren orde te brengen waar wanorde heerst. Ze organiseren zich daarom op militaire wijze, met veel aandacht voor uniformen en tucht.

De foto komt uit een Vlaamse brochure van de SS uit 1941. Er staat de volgende tekst bij: ‘De joodsche Sowjetbeulen. Geniepigheid, ontaarding en beestachtigheid staan op de tronie van dezen politieken commissaris te lezen.’ De nazi’s spelen in op de angst die bij de Duitse middenklassen heerst voor het communisme en de Sovjet-Unie. Ze beweren de enige beweging te zijn die het communisme kan tegenhouden.

Proefversie@VANIN

Hitler belooft de Duitsers de afschaffing van het Verdrag van Versailles. Hij droomt hardop van Groot-Duitsland, een grote staat die bijna heel Midden- en Oost-Europa omvat.

15 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
Bron 5 Tegen vreemdelingen Bron 6 Insp elen op angst Bron 7 Kritiek op kapitalisme Bron 8 Dromen van Groot-Duitsland

OPDRACHT 4

Hitler en de nazi’s komen aan de macht

De economische wereldcrisis brengt de Duitse republiek in de jaren 1930 zwaar in de problemen. Banken en bedrijven gaan failliet. De werkloosheid neemt enorm toe. Veel Duitsers zijn ontgoocheld en de oude frustraties van vlak na de Eerste Wereldoorlog duiken weer op. De nazi’s grijpen hun kans. Ook hun aartsvijanden, de communisten, ruiken winst.

De Duitse president Hindenburg behoort tot de partij van Duitse nationalisten (DNVP). Om een stabiele regering te vormen wil hij na enige aarzeling samenwerken met de nazi’s. Hitler mag in 1933 kanselier worden van een coalitieregering. De nazi’s verwerven de controle over de radio-omroep en een deel van de politie. Hitler wil samen met zijn bondgenoten de grondwet veranderen. Daarvoor heeft hij echter de steun van 2/3 van de parlementsleden nodig. Hij organiseert daarom nieuwe parlementsverkiezingen. Tijdens de verkiezingsstrijd brandt het gebouw van de Rijksdag af. Hitler schuift de brand in de schoenen van de communisten. De regering vaardigt een noodwet uit die bijvoorbeeld toelaat dat mensen zonder enige vorm van proces worden opgesloten.

De verkiezingsuitslag van maart 1933 valt tegen. De nazi’s en bondgenoten behalen samen niet genoeg zetels in de Rijksdag om de grondwet te kunnen veranderen. Hitler gebruikt echter de noodwet om alle communistische en enkele socialistische parlementsleden te arresteren. Met valse beloften krijgt hij ook de steun van andere partijen. Met een grote meerderheid zet de Rijksdag de grondwet buitenspel. Hitler krijgt dictatoriale macht. Hij gebruikt die al snel om de andere partijen, de vakbonden en de verenigingen die niet nazigezind zijn, te verbieden. Andersdenkenden worden opgepakt en in concentratiekampen gestoken. In 1934 wint de NSDAP de verkiezingen. Zij was de enige partij waarop nog gestemd mocht worden … Hitler ruimt ook tegenstanders binnen de NSDAP uit de weg. Na de dood van president Hindenburg wordt hij ook president en opperbevelhebber van het leger. Hitler noemt zich de ‘Führer’ van het Duitse Rijk.

Bron 9 De verkiezingsuitslagen voor de Duitse Rijksdag (aantal zetels per partij)

Proefversie@VANIN

a Welke is in 1919 de grootste partij?

b Welke is zowel in 1932 als in 1933 de grootste partij?

c Behalen de nazi’s op een bepaald moment de absolute meerderheid?

d Welke drie niet-democratische partijen heeft Duitsland?

(nationalisten en conservatieven)

(nazi’s)

16 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler
3

OPDRACHT 5

e Vanaf welke verkiezingen halen de antidemocratische partijen meer zetels dan de democratische partijen?

Bron 10 De Rijksdag in 1934

a Waaruit blijkt dat er in de Rijksdag nog slechts één partij is toegelaten?

Proefversie@VANIN

b Waarom kan de foto gelden als een voorbeeld van een totalitair regime?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘coalitieregering’, ‘militie’, ‘hyperinflatie’, ‘kanselier’ en ‘absolute meerderheid’ uitleggen

2 aantonen dat het nazisme totalitair is

3 de b eginjaren van het nazisme schetsen

4 zes ideeën van de nazi’s opnoemen en uitleggen

5 de drie metho den van het nazisme om aan de macht te komen, uitleggen

6 uitleggen hoe de nazi’s aan de macht komen

KUNNEN

1 met b ehulp van bronnen een historisch beeld van het nazisme vormen

2 uitleggen waarom wij een ander beeld van een historisch figuur kunnen hebben dan tijdgenoten

3 uit bronnen gegevens afleiden om een schema aan te vullen

4 met b ehulp van diagrammen de Duitse verkiezingsuitslagen ontleden

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

17 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Het nazisme van Adolf Hitler

1 Het nazisme ontstaat vlak na de Eerste Wereldoorlog

Problemen voor de jonge Duitse Republiek na WO I:

• frustraties over nederlaag en Verdrag van Versailles

• onwennig t.o.v. de democratie

• geen economisch herstel + werkloosheid

Gevolg: ontstaan van protestpartijtjes

o.a. NSDAP o.l.v. Adolf Hitler

mislukte staatsgreep in München (1923) gevangenisstraf Mein Kampf

1924 economische heropleving: weer rust in Duitsland, weinig interesse voor NSDAP

2 De methoden en ideeën van het nazisme

Warboel van ideeën

Proefversie@VANIN

Metho den

• Propaganda: ideeën verspreiden + vijanden belasteren

• Terreur tegen tegenstanders

milities: SA + SS

• Misbruik van de demo cratie

verkiezingen parlementsleden regering

LES 2 SCHEMA 18 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler
• • • • • •

3 Hitler en de nazi’s komen aan de macht

Verkiezingen 1930-1933: NSDAP grootste partij, geen absolute meerderheid

Samenwerking met nationalisten: Hitler kanselier (1933)

Nieuwe verkiezingen (1933)

Proefversie@VANIN

• Do el: 2/3 meerderheid in parlement om de grondwet te veranderen, zo meer macht

• Rijksdag brandt af. Hitler steekt schuld op communisten.

Zijn regering vaardigt noodwet uit.

• Uitslag verkiezingen: geen 2/3 meerderheid

MAAR: arrestatie parlementsleden via noodwet

+ valse beloften aan andere partijen

GEVOLG: wel 2/3 meerderheid en Hitler dictatoriale macht

– verbod op andere partijen, vakbonden en verenigingen

– vervolging andersdenkenden

1934 Uitschakeling tegenstanders binnen de partij + overlijden president Hindenburg

Hitler ‘Führer’

19 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Hitler en de aanloop naar

Wereldoorlog II

In 1933 komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij belooft om een einde te maken aan het Verdrag van Versailles. Veel Duitsers vinden dat verdrag immers onrechtvaardig.

Hoe reageren de andere Europese leiders en landen daarop? Hoe leidt zijn politiek tot de Tweede Wereldoorlog?

EUROPA

H itler aan de macht

dienstplicht inlijving Saarland

Hitler wil meer gebied

Kaartnr(s).

m ilitarisering Rijnland as Rome-Berlijn

A nschluss Oostenrijk + Sudetenland

1sept.1939

aanval op Polen

Proefversie@VANIN

Hitler wil meer dan alleen de gevolgen van het Verdrag van Versailles ongedaan maken. Hij streeft naar een grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa. Het ‘Duitse arische ras’ moet volgens hem meer grondgebied (‘levensruimte’) krijgen ten koste van ‘minderwaardige rassen’ zoals Joden, Roma, Polen, Tsjechen, Slovaken ...

Hitler schendt openlijk het Verdrag van Versailles: in 1935 voert hij de dienstplicht opnieuw in en maakt hij het Duitse leger weer groter. Hij start de herbewapening van dat leger: de Duitse industrie produceert steeds meer tanks, vliegtuigen, slagschepen ... In 1936 trekt het Duitse leger het Rijnland binnen. Volgens het verdrag mogen er in dat deel van Duitsland geen Duitse troepen zijn. Frankrijk en Groot-Brittannië veroordelen de acties van Hitler, maar grijpen militair niet in. Ze vrezen een nieuwe wereldoorlog en zitten met andere problemen: in Frankrijk zijn er zware politieke spanningen tussen de linkse en de rechtse partijen. Groot-Brittannië heeft af te rekenen met onrust in Indië en andere kolonies. Het land volgt een ‘appeasementpolitiek’ : via toegevingen en onderhandelingen een nieuwe wereldoorlog vermijden.

20 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii
3
1933
1935 1936 1938
1

De tabel vergelijkt de bevolkingsdichtheid van Duitsland met die van Polen, Zuidoost-Europa, NoordoostEuropa en de Sovjet-Unie.

Vertaling titel:

‘Bevolkingsdichtheid bij ons en in het buitenland’

Vertaling laatste regel: ‘Daarom, hoelang nog “een volk zonder ruimte”?’

Hoe rechtvaardigen de nazi’s hun eis voor meer grondgebied in Oost-Europa?

Proefversie@VANIN

a Geef drie gebieden die Duitsland tussen 1937 en 1939 inpalmt.

b Waaruit blijkt dat Hongarije een bondgenoot is van Duitsland?

21 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
Bron 1 Nazipropaganda uit 1938 OPDRACHT 1 Bron 2 Duitse gebiedsuitbreidingen OPDRACHT 2

OPDRACHT 3

Hitler breidt zijn grondgebied verder uit

Hitler wil Oostenrijk bij Duitsland voegen. Aanvankelijk doet hij niet veel omdat de Italiaanse leider Mussolini een onafhankelijk Oostenrijk wil. In 1936 sluiten Italië en Duitsland echter een bondgenootschap en ligt de weg voor Hitler open. Hitler zet de Oostenrijkse eerste minister onder zware druk om Oostenrijkse nazi’s op te nemen in zijn regering. Die nemen al vlug de controle over de regering over. Met de leugen dat het land bedreigd wordt, vragen ze in 1938 Duitsland om hulp. Het Duitse leger trekt Oostenrijk binnen. De ‘Anschluss’ , de aanhechting van Oostenrijk bij Duitsland, is wat later een feit. Zowel Joden als tegenstanders van Hitler proberen het land nog te ontvluchten. Oostenrijk wordt een provincie van het ‘Derde Rijk’: de Oostmark.

a Onderstreep de houding van de Oostenrijkers tegenover het binnenvallende Duitse leger. afwijzend – neutraal – enthousiast

b Ho e kan die houding verklaren dat Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet ingrijpen?

Hitler tegen Tsjechoslovakije

Proefversie@VANIN

Het volgende doelwit van Hitler is Tsjechoslovakije, een goed bewapend en democratisch industrieland dat in 1918 is ontstaan. In het land wonen verschillende volken: Duitsers (in het Sudetenland), Tsjechen, Slovaken en kleinere groepen Hongaren en Oekraïners. De Sudeten-Duitsers willen aansluiten bij Duitsland. Hitler steunt hen en dreigt zelfs met een oorlog. Tsjechoslovakije rekent op de steun van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en mobiliseert zijn leger. Om een oorlog te voorkomen, organiseren het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Duitsland een vredesconferentie in München. Mussolini, de bondgenoot van Hitler, leidt de conferentie. De Tsjechoslovaken zijn niet uitgenodigd. De Britten en de Fransen doen belangrijke toegevingen om een oorlog af te wenden. De vier landen sluiten de ‘akkoorden van München’: Hitler krijgt de toelating het Sudetenland te bezetten. In ruil daarvoor belooft hij geen verdere gebiedsuitbreiding na te streven. De oplossing van de Sudetenkwestie kadert in de ‘appeasementpolitiek’. De Britse eerste minister Chamberlain hoopt dat er voor lange tijd vrede zal zijn. Hitler breekt echter enkele maanden later zijn belofte. Ondanks luid protest van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bezet hij begin 1939 de rest van Tsjechië. Slovakije wordt een Duitse vazalstaat

22 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii
2
3
Bron 3 De reactie van de Oostenrijkers

De ‘appeasementpolitiek’

Met de ‘appeasementpolitiek’ of verzoeningspolitiek proberen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk via toegevingen Adolf Hitler te kalmeren om zo een oorlog te vermijden.

Bron 4 Cartoon uit 1938

Cartoon van David Low verschenen op 25 september 1938 in de Britse krant ‘News of the World’

De Britse premier Chamberlain rolt de wereldbol over een kloof naar de vrede. De plank verwijst naar de crisis over Sudetenland. In de kloof wacht een puntig gebergte dat de oorlog voorstelt.

David Low (1891-1963) is een Nieuw-Zeelandse cartoonist die zich in 1919 in Londen vestigt. Hij wordt huiscartoonist van ‘The Evening Standard’, een krant die aanleunt bij de Conservatieve Partij. Deze cartoon verschijnt in ‘News of the World’, een populair weekblad dat zondags verschijnt en voor een breed publiek bestemd is. David Low is in veel cartoons kritisch voor de nazi’s.

Bron 5 Cartoon uit 1941

Cartoon van Dr. Seuss in de New Yorkse krant PM, 13 augustus 1941 Een ventje dat ‘appeaser’ heet, deelt lolly’s uit aan monsters. Hij zegt: ‘Denk eraan … nog één lolly en dan gaan jullie allemaal naar huis’. Dr. Seuss is de artiestennaam van de Amerikaan Theodor Seuss Geisel (1904-1991). Hij is zowel kinderboekschrijver, dichter als tekenaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt hij spotprenten voor de New Yorkse krant PM. Hij is een aanhanger van president Roosevelt, wiens politiek hij volop steunt. Dr. Seuss heeft kritiek op Amerikanen die niet willen dat de VS zich bemoeien met de oorlog.

Chamberlain wist, beter dan wie ook, dat het Britse Rijk alle reserves had uitgeput tussen 1914 en 1918. Engeland – en dat gold ook voor Frankrijk – was zowel economisch als militair absoluut niet klaar voor een nieuwe oorlog. Mede dankzij (…) München kreeg het Verenigd Koninkrijk voldoende respijt om leger en marine daarop voor te bereiden.

Proefversie@VANIN

Uit: G. Mak, In Europa. Amsterdam, Atlas Contact, 2004

De Nederlander Geert Mak (°1946) is van opleiding jurist en socioloog. Hij wordt journalist en schrijver bij eerder progressieve media. In de 21e eeuw brengt hij een aantal veelgeprezen geschiedkundige werken uit. Sommige geschiedkundigen loven hem, andere vinden hem niet wetenschappelijk genoeg.

23 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
4
OPDRACHT
Bron 6 De schrijver Geert Mak

Bron 7 De historicus Niall Ferguson

De Duitse landmacht groeide tussen 1938 en 1939 aanzienlijk harder dan de Britse en Franse landmacht samen. Qua marine stond Duitsland wel degelijk stil (…) maar in de lucht, in die tijd als belangrijk beschouwd, was het een nek-aan-nekrace. De voorsprong van de Britten en Fransen was groter in 1938 dan in 1939.

Uit: N. Ferguson, De grote oorlogen. Amsterdam, Atlas Contact, 2007 Niall Ferguson (°1964) is een Brits-Amerikaans historicus en hoogleraar aan verschillende universiteiten (o.a. Oxford, Londen en Harvard). Hij publiceert ook in de media. Ferguson is eerder conservatief.

a Welke bronnen zijn eerder voor de ‘appeasementpolitiek’?

b Welke bronnen kies je om inzicht te krijgen in wat tijdgenoten denken over appeasement? Motiveer je antwoord.

c Ho e worden de akkoorden van München door David Low (bron 4) beoordeeld? Onderstreep het juiste antwoord.

Positief / negatief

Chamberlain wordt voorgesteld als de redder van de wereldvrede / als een idioot.

d Van welke kennis kan Dr. Seuss (bron 5) gebruikmaken die David Low (bron 4) niet had?

Proefversie@VANIN

e Tot op vandaag is er discussie of de ‘appeasementpolitiek’ succes heeft gehad. Juist of fout? Motiveer je antwoord.

f Formuleer, op basis van de bronnen en antwoorden, een eigen mening over de ‘appeasementpolitiek’.

24 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii

OPDRACHT 5

De aanval op Polen leidt tot Wereldoorlog II

Hitler laat zijn oog op Polen vallen. Die nieuwe staat heeft dankzij het Verdrag van Versailles een deel van Duitsland gekregen. Het ging daarbij om gebieden waar ook veel Polen woonden. Het gebiedsverlies zorgt er echter voor dat het Duitse Oost-Pruisen gescheiden wordt van de rest van Duitsland. De geallieerden zorgen er ook voor dat Polen mag gebruikmaken van de Duitse havenstad Danzig. Die wordt daarvoor losgemaakt van Duitsland en onder internationaal toezicht geplaatst.

Aanvankelijk is Hitler vriendelijk voor Polen: in 1934 sluit hij een niet-aanvalsverdrag met de staat en begin 1939 gunt hij het land een klein stukje van Tsjechoslovakije. Na zijn succesvolle gebiedsuitbreidingen wil Hitler echter meer. Groot-Brittannië en Frankrijk beseffen dat de ‘appeasementpolitiek’ niet werkt en beloven Polen militaire hulp bij een eventuele Duitse aanval. Ze proberen ook de Sovjet-Unie uit te spelen tegen nazi-Duitsland. De Sovjetleider Stalin voelt daar weinig voor. Ook Hitler zoekt toenadering tot de Sovjet-Unie. In augustus 1939 leidt dat tot een niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Op 1 september 1939 valt Hitler Polen binnen. Twee dagen later verklaren Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. De Tweede Wereldoorlog begint ...

Het Molotov-Ribbentrop pact : niet-aanvalsverdrag Duitsland-Sovjet-Unie

Bron 8 Onder tekening van het pact in MoskouBron 9 Kaart over geheime afspraken

Proefversie@VANIN

Het Molotov-Ribbentroppact of het verdrag tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland wordt ondertekend op 23-24 augustus 1939. Het verdrag is genoemd naar de ministers van Buitenlandse Zaken. Op de foto tekent Molotov het verdrag. Vlak achter hem staat von Ribbentrop. Ook Jozef Stalin is aanwezig.

Het verdrag bevat ook een geheim gedeelte, namelijk de gele gebieden weergegeven op deze kaart.

SOVJET-UNIE
25 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
SOVJET-UNIE
4

a Beschrijf wat er met Polen gebeurt.

b Zo ek op een hedendaagse kaart de huidige naam van Bessarabië.

c Onderstreep de gebieden die de Sovjet-Unie krijgt.

Bessarabië – Estland – Finland – Letland – Litouwen – West-Polen – Oost-Polen

d Waarom wordt dit verdrag het ‘Duivelspact’ genoemd, denk je?

Proefversie@VANIN

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 het b egrip ‘appeasementpolitiek’ uitleggen en situeren in de tijd

2 het do el van de buitenlandse politiek van Hitler uitleggen

3 drie voorbeelden geven van schendingen van verdragen of het breken van beloftes door Hitler

4 de Sudetenkwestie in de tijd situeren en uitleggen

5 de aanspraken van Hitler op Polen verklaren

6 de reden geven waarom Duitsland een niet-aanvalsverdrag sluit met de Sovjet-Unie

KUNNEN

1 de territoriale uitbreidingen van Duitsland uit een kaart afleiden

2 cartoons analyseren

3 bronnen vergelijken

4 bruikbare bronnen selecteren om een historische vraag te beantwoorden

5 een eigen o ordeel formuleren

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

26 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii

Hitler en de aanloop naar Wereldoorlog II

Proefversie@VANIN

1 Hitler wil meer gebied

ADOLF HITLER + nazi’s Verdrag van Versailles (1919)

grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa grondgebied voor Duitse arische ras

Gevolg: schendingen van het Verdrag van Versailles:

• herinvoering dienstplicht

• herb ewapening Duitse leger (1935)

• Duitse troepen in het Rijnland (1936)

Frankrijk + Groot-Brittannië veroordelen de acties, maar treden militair niet op. volgen vanaf 1937 een ‘appeasementpolitiek’

2 Hitler breidt zijn grondgebied verder uit

‘Anschluss’ van Oostenrijk (1938) Oostenrijkers enthousiast

3 Hitler tegen Tsjechoslovakije

Steun aan Sudeten-Duitsers in Tsjechoslovakije willen bij Duitsland

Gevolg: dreigende oorlog tussen Duitsland en Tsjechoslovakije bondgenoot van F en GB

Oplossing: Vredesconferentie van München (1938) tussen D, F, GB en Italië Hitler krijgt Sudetenland. Belooft geen verdere gebiedsuitbreiding.

Bezetting van Tsjechië, Slovakije satellietstaat (begin 1939) Hitler breekt belofte.

Frankrijk + Groot-Brittannië veranderen van politiek.

4 De aanval op Polen leidt tot WO II

Polen b ezit vroeger Duits gebied + gebruik van havenstad Danzig Frankrijk en Groot-Brittannië beloven Polen militaire steun tegen Hitler. Hitler niet-aanvalsverdrag met Sovjet-Unie geheim gedeelte: verdeling van Oost-Europa (o.a. Polen)

1 septemb er 1939: Duitse aanval op Polen Frankrijk + Groot-Brittannië verklaren de oorlog aan Duitsland.

TWEEDE WERELDOORLOG

LES 3 SCHEMA 27 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Uit de vorige les weet je hoe de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Die oorlog schokt het leven van ontelbare mensen.

Hoe verloopt dat conflict? Wat zijn de keerpunten van deze oorlog?

Waarom mogen we spreken van een wereldoorlog? Waarom kun je die oorlog beschouwen als een keerpunt in de wereldgeschiedenis?

1sept.1939

DE ASMOGENDHEDEN BEHALEN OVERWINNINGEN

aanval op Polen

Kaartnr(s).

1942-1943 mei1945 juni1944

GEALLIEERDEN BEHALEN OVERWINNINGEN

keerpunten: Midway El Alamein Stalingrad

augustus1945

landing in Normandië

Proefversie@VANIN

atoombommen Japanse capitulatie

Duitse capitulatie

Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

In 1936 sluiten Italië en nazi-Duitsland een verdrag. De twee landen vormen dan de as RomeBerlijn en ze worden daarna de asmogendheden genoemd. Later voegt Japan zich ook bij dat bondgenootschap. Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaren Duitsland daarop de oorlog. De Sovjet-Unie valt Polen in de rug aan en verdeelt het grondgebied met Duitsland. In de lente van 1940 verovert Duitsland Denemarken en Noorwegen. Hitler wil zo de aanvoer van ijzererts uit Zweden verzekeren. In mei begint een Blitzkrieg tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Miljoenen Belgen slaan op de vlucht. Op 28 mei geeft koning Leopold III zich over. Belgische ministers vluchten uiteindelijk naar het Verenigd Koninkrijk. Ook de Franse regering moet zich gewonnen geven, waardoor Hitler de Atlantische kust van Noorwegen tot de Spaanse grens controleert. De Britse premier Churchill weigert de strijd te staken. Italië doet zijn intrede in de oorlog aan de kant van Duitsland. Het gevechtsterrein breidt zich uit naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland. Tot dan respecteert Hitler het niet-aanvalsverdrag. In juni ’41 begint de Duitse invasie in de Sovjet-Unie. Razendsnel rukken de Duitse legers op, maar Moskou en Leningrad houden stand. Churchill biedt Stalin hulp aan. De VS blijven voorlopig neutraal, maar president Roosevelt verklaart dat de VS het ‘arsenaal van de democratie’ moeten worden. Japan is ondertussen verwikkeld in een oorlog tegen China.

28 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
4
1

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

Roosevelt steunt China door een olieboycot tegen Japan af te kondigen. De Japanners proberen daarop de Amerikaanse vloot uit te schakelen door oorlogsschepen te bombarderen in Pearl Harbor, de marinebasis in Hawaï. Hitler verklaart daarna de VS de oorlog. In nauwelijks een half jaar verovert Japan grote delen van Zuidoost-Azië.

In heel bezet Europa proberen de nazi’s medestanders te vinden. In 1940 capituleert Frankrijk. Het nieuwe staatshoofd Pétain roept op tot samenwerking met nazi-Duitsland. Hij gebruikt daarvoor het woord collaboratie en vanaf dan noemen we mensen die samenwerken met het nazisme collaborateurs.

Lees de lestekst aandachtig en vul deel 1 van het schema op blz. xx aan.

Bron 1 Vluchtelingen in België (mei 1940)

Bij het uitbreken van de oorlog slaan miljoenen Belgen op de vlucht. Jongeren vanaf 16 jaar krijgen de opdracht van de overheid om eerst naar West-Vlaanderen en daarna naar Frankrijk te trekken. Zo zouden ze later in onbezet gebied een reserve voor het leger kunnen vormen.

a Geef een verklaring voor de massale vlucht van de bevolking.

b Leg uit wat jij zou doen in zo’n situatie.

OPDRACHT 3

Proefversie@VANIN

Collaboratie in België

Beluister het verhaal ‘Het vertrek’ van Aline Sax en beantwoord de vraag.

De familie van Marieke collaboreert (werkt samen) met de Duitse bezetter. Vermeld twee redenen die de vader van Marieke aangeeft voor die collaboratie.

29 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
AUDIO

Duitse troepen plunderen en voeren een terreurbewind in de Sovjet-Unie.

Bron 3 Nazisoldaten voeren een vernietigingsoorlog

Dorpje bij de Desna, een zijrivier van de Dnjepr, augustus 1941

a Leg uit waarom deze gebeurtenissen een verklaring bieden voor het verbeten verzet van Sovjetburgers tegen de nazi’s.

Proefversie@VANIN

b Waarom zie je geen jonge mannen tussen de dorpsbevolking?

2

De geallieerden nemen het initiatief

Vanaf 1942 krijgen de geallieerden geleidelijk aan de overhand dankzij een aantal belangrijke overwinningen.

30 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
OPDRACHT 4
Bron 2 Duitse troepen in de Sovjet-Unie

Bron 4 Drie keerpunten

Combineer de tekstjes met de juiste foto en geef daarvoor aan je buur telkens één argument.

De zeeslag bij Midway (juni 1942) is een zeeslag die wordt uitgevochten door vliegdekschepen. De Amerikanen winnen de slag, die een einde maakt aan de Japanse expansie in de Stille Oceaan.

Britten en Amerikanen verslaan de Duitsers en Italianen in NoordAfrika. De Britten en hun bondgenoten verslaan de Duitsers en Italianen in de Egyptische woestijn. Doordat andere Britse troepen en Amerikanen enkele maanden later in Marokko en Algerije landen, luidt dat voor de Duitsers in Noord-Afrika het einde in.

Duitse en Sovjettroepen vechten in 1942 verbeten om de controle over de stad Stalingrad. In november omsingelen de Sovjets de Duitse troepen in de stad. De koude maakt ontelbare slachtoffers. Een heel Duits leger gaat ten onder. Begin 1943 geven de overlevenden zich over. De Sovjets starten een onstuitbare opmars naar het westen.

= foto

= foto

= foto

Proefversie@VANIN

31 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
OPDRACHT 5
Foto 1 Foto 3 Foto 2

OPDRACHT 6

Bron 5 Duitse propaganda

Europa in 1939

Uit: Signaal, december 1942

Europa in 1942

Signaal is een Duits propagandatijdschrift dat in de bezette en neutrale landen verspreid wordt. Op zijn hoogtepunt heeft het een oplage van meer dan 2,4 miljoen exemplaren. Het verschijnt niet in Duitsland zelf. Het is een heel verzorgd blad met zelfs kleurenfoto’s. Het Duitse leger is verantwoordelijk voor de uitgave en het doel is om sympathie te wekken voor de Duitse zaak. Het blad bevat uiteraard oorlogsverslaggeving, maar ook artikels over sport, cultuur, vrije tijd … Op die manier wil men het nazisme als een vriendelijke macht laten overkomen.

a Duid aan of deze bron bruikbaar en/of betrouwbaar is om de volgende historische vragen te beantwoorden.

BruikbaarBetrouwbaar

Proefversie@VANIN

a Ho e verloopt de Slag om Stalingrad?

b Ho e voert het Duitse leger propaganda in de bezette gebieden?

c Ho e bekijkt Signaal de situatie in 1939 en 1942?

d Ho e is de verhouding tussen Duitsland en zijn buurlanden in 1939?

b Leg in je eigen woorden uit hoe Signaal de situatie van Duitsland in 1939 en 1942 beschrijft.

c Toon met twee voorbeelden aan dat de boodschap die Signaal geeft met deze kaarten, fout is.

32 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)

d Waarom verkondigt Signaal die foute stellingen? (Houd rekening met het doelpubliek en de functie van het blad.)

3

De geallieerden behalen de overwinning

Vanaf 1943 zijn de asmogendheden op bijna alle fronten in het defensief gedrongen. Vanuit Noord-Afrika landen Britten en Amerikanen in Italië. De Sovjets drijven de Duitsers en hun bondgenoten terug naar het westen. De geallieerden beseffen dat ze de oorlog zullen winnen en beginnen al te denken aan de situatie na de oorlog. Britten en Amerikanen vrezen dat de Sovjets te veel gebieden onder controle zouden krijgen. De gevechten in Azië tegen Japan zijn heel intens en kosten enorm veel mensenlevens.

In 1944 openen de geallieerden een nieuw front in Frankrijk. Ze bevrijden het grootste deel van België in september 1944. Uiteindelijk capituleert nazi-Duitsland in mei 1945. De oorlog in Azië duurt echter voort.

OPDRACHT 7

Bron 6 Kaart met gebeurtenissen

Proefversie@VANIN

Je vindt hieronder een reeds gebeurtenissen. Noteer de bijbehorende cijfers in het juiste vakje op de kaart.

1 Juli-augustus 1943

2 Juli 1943

3 6 juni 1944

4 September 1944

5 Mei 1945

Britten en Amerikanen bevrijden Sicilië.

Sovjettanks verslaan Duits tankleger bij Koersk.

Britten, Amerikanen en Canadezen landen in Normandië.

Bevrijding van het grootste deel van België

Sovjets veroveren Berlijn.

33 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

OPDRACHT 8

Een Amerikaan en een Sovjetsoldaat omhelzen elkaar (april 1945).

Proefversie@VANIN

Beschrijf

Op het einde van de oorlog zetten de nazi’s hun ‘vergeldingswapens’ in: de zogenaamde V-bommen. De foto toont de gevolgen van de inslag van een V2-raket op de Teniersplaats in Antwerpen (27 november 1944). 128 mensen komen daarbij om.

Fragment 1

Fragment 2

a Bekijk de fragmenten over de V-bommen op Antwerpen en leg uit wat een V2 is.

b Waarom zou Antwerpen een belangrijk doelwit zijn voor de nazi’s?

34 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
Bron 8 De V-bommen zaaien dood en vernieling Bron 9 V-bommen op Antwerpen uit de VRT-documentaire ‘Bommen op de stad’
VIDEO
de foto met je eigen woorden.
Bron 7 April 1945

OPDRACHT 9

Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki

De nieuwe Amerikaanse president Truman wil ook de oorlog in Azië snel beëindigen. Hij denkt dat een invasie van Japan enorm veel slachtoffers zal kosten. Anderzijds vreest hij ook dat de Sovjet-Unie de Japanse troepen in China onder de voet zal lopen. Japanse leiders, onder wie keizer Hirohito, willen capituleren , maar het leger geeft zich nog niet gewonnen. Om de beslissing te forceren, maken de Amerikanen gebruik van een nieuw wapen: de atoombom. De steden Hiroshima en Nagasaki worden vernietigd. Japan geeft zich over.

Proefversie@VANIN

De Tweede Wereldoorlog kost ongeveer 72 miljoen mensen het leven, als je de 20 miljoen slachtoffers ten gevolge van ziekte en hongersnood meetelt. Tientallen miljoenen mensen zijn op de vlucht. Vele steden zijn platgebombardeerd.

Bron 10 Uit de memoires van president Truman

Op 24 juli zei ik terloops tegen Stalin dat we een nieuw wapen met een bijzondere vernietigingskracht hadden. De Russische leider toonde geen ongewone belangstelling. Alles wat hij zei, was dat hij blij was om dat te horen en hij hoopte dat wij er ‘goed gebruik van zouden maken tegen de Japanners’. (…) Op 6 augustus, de vierde dag van onze terugreis vanuit Potsdam, kwam het historische nieuws dat de wereld schokte. Ik was aan het middageten met bemanningsleden van de Augusta toen kapitein Frank Graham (…) mij het volgende bericht overhandigde: ‘Van de minister van Oorlog, zware bom gedropt op Hiroshima op 5 augustus om 19.15 u. Washington tijd. Eerste rapporten wijzen op een volledig succes dat zelfs groter was dan de eerder gehouden test.’ Ik was diep getroffen. Ik (…) zei aan een groep matrozen rond mij: ‘Dit is de grootste gebeurtenis in de geschiedenis. Het is tijd voor ons om thuis te komen.’

Uit: H. S. Truman, Memoirs. 1945: Year of Decisions, deel 1. New York, Doubleday, 1955

Wanneer president Roosevelt in april 1945 overlijdt, wordt de vicepresident, Harry S. Truman, president van de VS. Hij is aanwezig op de Conferentie van Potsdam (17 juli-2 augustus), waar hij Stalin informeert over een nieuw wapen.

Bron 11 Getuigenis van Tamiki Hara

Geleidelijk konden wij in de verte de verwoeste hoofdstraten onderscheiden. Onder een loodgrijze hemel strekte zich een lege grauwe vlakte uit. Alleen de straten en bruggen en de rivieren waren nog herkenbaar. Tussen al het puin lagen lijken, in stukken gescheurd of gruwelijk opgezwollen. De hel was tot werkelijkheid geworden.

Getuigenis van Tamiki Hara over de bom op Hiroshima (augustus 1945)

Auteur Tamiki Hara (1905-1951) maakt de inslag van de bom mee. Het wordt het belangrijkste thema van zijn werken.

35 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
4

Bron 12 Hiroshima na de ontploffing

Bron 13 Getuigenis van Takasji Nagai

Toen de eerste atoombommen op Hiroshima en Nagasaki vielen, ging er een schok door de gehele wereld. Ik denk zelfs dat die schok nog zwaarder aankwam voor hen die het vernamen dan voor ons die het aan den lijve moesten voelen. Plotseling (…) hoorden de mensen dat een grote stad in een paar tellen tot stof kan worden verpulverd …

Getuigenis van Takasji Nagai over de bom op Nagasaki (augustus 1945) Nagai is een radioloog die een heel gedetailleerd verslag schrijft over de gevolgen van de bom op Nagasaki.

a Geef een argument waarom de atoombom op Hiroshima de grootste gebeurtenis uit de geschiedenis genoemd kan worden.

Proefversie@VANIN

b Toon aan dat Truman enerzijds en Tamiki Hara en Takasji Nagai anderzijds de gebeurtenis vanuit een totaal ander perspectief of gezichtspunt beschrijven.

36 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)

Evgeni Khaldei is een Sovjetfotograaf. Op het einde van de oorlog krijgt hij de opdracht om naar Berlijn te gaan. In zeven haasten zoekt hij lappen stof om drie Sovjetvlaggen te naaien. Op 2 mei 1945 zijn de gevechten nog aan de gang. Hij zoekt een geschikte locatie. Uiteindelijk gaat hij

het Rijksdaggebouw binnen, waar hij drie soldaten ontmoet. Zij stellen voor om hem rond te leiden. De koepel van het gebouw staat in brand. Boven op het dak laat hij hen zijn laatste vlag bevestigen en hij gebruikt een volledig filmrolletje, op zoek naar het perfecte beeld. Terug in Moskou vraagt hij toelating om de foto’s te publiceren. Tot zijn verbazing wordt dat verboden. Een van de soldaten heeft twee polshorloges aan, wat waarschijnlijk betekent dat hij een van die horloges gestolen heeft. Khaldei moet de foto retoucheren. De negatieven blijven intact zodat de originele foto na 1991 alsnog kan verschijnen. In ieder geval heeft hij dé foto van de overwinning gemaakt.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Blitzkrieg’, ‘geallieerden’, ‘asmogendheden’, ‘collaboratie’ en ‘capituleren’ verklaren

2 de drie verschillende fasen van de Tweede Wereldoorlog opsommen

3 het aanvankelijke succes van Duitsland en zijn bondgenoten met drie voorbeelden aantonen

4 het verloop van de oorlog in grote lijnen uitleggen

5 drie keerpunten van de oorlog geven

6 het gebruik van de ato ombommen beoordelen

KUNNEN

1 gegevens uit kaarten halen

2 geschreven getuigenissen analyseren

3 bronnen met elkaar vergelijken

4 b epalen of bronnen bruikbaar en betrouwbaar zijn om historische vragen te beantwoorden

5 het do el van de maker van een bron omschrijven

6 foto’s met eigen woorden beschrijven

7 het p erspectief van de makers van bronnen verklaren

Proefversie@VANIN

8 aan anderen informatie verstrekken

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

37 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
ONWAARSCHIJNLIJK!
Foto van Evgeni Khaldei (1917-1997) op 2 mei 1945

1 Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

Eerste Duitse veroveringen: , Denemarken, Noorwegen

‘Blitzkrieg’ tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk

28 mei 1940: koning Leopold III capituleert.

Uitbreiding van de oorlog naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland

Juni ’41: Duitsland valt de binnen.

December ’41: Japanse aanval op Amerikaanse vlootbasis in de Stille Oceaan:

Duitsland, Italië, Japan en andere bondgenoten

Sovjet-Unie, VS, Groot-Brittannië en bondgenoten

2 De geallieerden nemen het initiatief

Drie keerpunten in 1942 en 1943:

• Amerikaanse vloot verslaat Japanse vloot bij Midway (Stille Oceaan).

• Britten drijven de Duitse troepen terug in Noord-Afrika (El Alamein).

• Sovjettroepen omsingelen een Duits leger in Stalingrad.

3 De geallieerden behalen de overwinning

• Juni 1944: landing in Normandië

• Septemb er 1944: bevrijding van het grootste deel van België

• Mei 1945: Duitse capitulatie

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) Proefversie@VANIN

4 Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki

Amerikaanse president Truman wil oorlog snel beëindigen.

augustus 1945: atoombommen op Hiroshima en Nagasaki

Balans van de oorlog:

ca. 72 miljoen doden, tientallen miljoenen vluchtelingen, enorme verwoestingen

LES 4 SCHEMA 38 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)

1

De Holocaust of Shoah

De nazi’s vervolgen op basis van hun rassenleer miljoenen mensen. Ze keren zich vooral tegen de Joden. Die komen in allerlei kampen terecht. De nazi’s verknechten en doden ook Roma, verzetslieden, andersdenkenden ... Later noemt men die vervolging ‘de Holocaust’. De Joden zelf spreken van ‘de Shoah’, een niet te omschrijven verschrikking.

Hoe gaan de nazi’s te werk? Wie speelt een belangrijke rol in die Shoah? Welke soorten van kampen richten de nazi’s op?

OPDRACHT 1

Proefversie@VANIN

1933

de nazi’s grijpen de macht

De Jodenvervolging in nazi-Duitsland

Kaartnr(s). 1939 1941 1945 WO II

start van de systematische uitroeiing

Al van bij hun machtsovername in 1933 beginnen nazi’s Joden te terroriseren en aan te sporen om het land te verlaten. Rijke Joden moeten meestal blijven. Zij hebben dikwijls relaties met belangrijke buitenlanders en vormen bij mogelijke conflicten interessante gijzelaars. Himmler, de leider van de SS, wil alle Duitse Joden naar Palestina of Madagaskar verhuizen. Groot-Brittannië, dat Palestina controleert, gaat niet akkoord. De Britten vrezen voor conflicten tussen Joden en Arabieren. De Tweede Wereldoorlog maakt de uitvoering van die ideeën onmogelijk.

Beschrijf bij elke bron de manier waarop de nazi’s de Joden vervolgen.

Bron 1 Blo edschande in Cuxhaven (1933)

Rond de nek van de Duitse vrouw hangt een bord met als tekst: ‘Ik ben hier het grootste zwijn en amuseer me met Joden.’ Het plakkaat van haar Joodse vriend heeft als tekst: ‘Ik neem als Jodenjongen uitsluitend Duitse meisjes mee naar mijn kamer.’ Het koppel moet zo door de straten lopen. De nazi’s slaan hen af en toe met een soort zweep.

39 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
5

Een nazi en sympathisanten bij een Joodse winkel. Vertaling van het plakkaat: ‘Duitser, koop niet bij Joden.’ Na verloop van tijd mogen Joden geen enkel beroep meer uitoefenen waarbij ze in contact komen met Duitsers.

Proefversie@VANIN

Scène uit de film ‘March of Times’ Twee Joodse leerlingen worden vernederd voor hun klasgenoten. De leerkracht gebruikt hen als ‘voorbeeld’ bij een les over het ‘Joodse gevaar’. Na verloop van tijd mogen er geen Joden meer naar Duitse scholen gaan.

Nazi’s verplichten, tot groot jolijt van de omstanders, Joden om de straat te poetsen.

Op veel plaatsen in Duitsland verschijnen dergelijke borden. Probeer zelf het Duits te ontcijferen.

40 LES 5 d e Holocaust of sH oa H
Bron 5 Niet gewenst Bron 2 Koop niet bij Joden (1933) Bron 3 Jo den op school Bron 4 Een ‘kuisparty’ in Wenen (1938)

Bron 6 ‘Reichskristallnacht’ (9-10 november 1938)

2

In de nacht van 9 op 10 november 1938 organiseert Herman Goering een nationale pogrom : ‘Reichskristallnacht’. Tientallen synagogen en Joodse bezittingen worden kort en klein geslagen en vaak ook in brand gestoken. Goering is een van de belangrijkste nazi’s na Hitler.

De nazi’s organiseren massale moordpartijen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de naziterreur heviger. De nazi’s vallen Oost-Europa binnen, waar miljoenen Joden leven. In het zog van het zegevierende Duitse leger opereren ‘Einzatsgruppen’ die bijna elke Jood vermoorden die ze tegenkomen. Die SS-eenheden roeien Joodse dorpen uit en organiseren massa-executies. In Oekraïne en Polen helpt een deel van de plaatselijke bevolking enthousiast mee met het moorden. Ook het gewone Duitse leger maakt zich schuldig aan moordpartijen.

Bron 7 Oekraïne, 1942

a Wat valt je op aan de lijken?

b Waarom zou dat zijn?

3 Proefversie@VANIN

Oekraïne, 1942: twee leden van een ‘Einsatzgruppe’ maken overlevenden van een massa-executie verder af.

De nazi’s plannen en voeren een genocide uit

In 1941 beveelt Adolf Hitler aan Himmler om alle Joden systematisch fysiek uit te schakelen. Himmler vertrouwt de opdracht toe aan de hoge SS-officieren Richard Heydrich en Adolph Eichmann. Zij organiseren op een nauwgezette bureaucratische manier de ‘Endlosüng’ (‘de eindoplossing’) waarbij alle Joden uiteindelijk een ‘Sonderbehandlung’ (bijzondere behandeling) moeten krijgen. Met de nodige improvisatie zetten zij een vernietigingssysteem op touw. Eerst moeten alle Joden zich laten registreren.

In Oost-Europa worden zij vervolgens in getto’s geconcentreerd. Ze zitten er op elkaar gepakt en krijgen minder eten dan de niet-Joden. Er breken epidemieën uit die duizenden het leven kosten. In het Westen

41 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
OPDRACHT 2

OPDRACHT 3

mogen de Joden tijdelijk in hun woningen blijven. Uiteindelijk komen de Joden van West en Oost in een doorgangskamp terecht. In België heeft vooral de Mechelse Dossinkazerne die functie. Vanuit die kampen rijden treinen naar de eigenlijke concentratie- en vernietigingskampen. Zwakkeren (kinderen, zieken, ouderen ...) komen onmiddellijk in een vernietigingskamp terecht. In de concentratiekampen moeten de ‘gezonden’ zich als slaven doodwerken.

Bron 8 Sp eech van Heinrich Himmler

Ik zal hier tot jullie zeer vrijmoedig spreken over een zeer ernstig onderwerp. Wij zullen het nu absoluut openlijk onder elkaar bespreken. We zullen er evenwel nooit over spreken in het openbaar. Ik bedoel de evacuatie van de Joden, de uitroeiing van het Joodse ras. (…) De meesten van jullie weten wat het betekent om honderd lijken, of duizend, naast elkaar te zien liggen. (…) We hebben de rijkdommen die ze hadden van hen afgenomen. Ik heb een strikt bevel uitgevaardigd (…) dat die rijkdom, uit principe, zou overhandigd worden aan het Rijk zonder voorbehoud. Wij hadden het morele recht, wij hadden de plicht tegenover ons volk, om dit volk te vernietigen dat ons wilde vernietigen. Al bij al kunnen wij (…) zeggen dat wij deze zeer zware taak hebben uitgevoerd uit liefde voor ons volk. En onze geest, onze ziel, ons karakter heeft er geen schade door geleden.

Uit: Een redevoering van SS-leider Heinrich Himmler in het stadhuis van Posen (Poznan in Polen) op 4 oktober 1943

OPDRACHT 4

Proefversie@VANIN

Bij deze toespraak zijn 92 hoge SS-officieren aanwezig en ongeveer 50 afwezigen krijgen een kopie van de toespraak toegestuurd. We beschikken dus over de tekst én een geluidsopname. Na de oorlog wordt de speech gebruikt in het Nürnbergproces tegen de nazikopstukken.

a Onderstreep in de bron met welk excuus Himmler de moord op de Joden goedpraat.

b Waarom kan men ook over roofmoord spreken?

Bron 9 De b elangrijkste kampen

De nazi’s hebben duizenden kampen. Deze kaart geeft enkel de belangrijkste weer. In een concentratiekamp ‘concentreren’ de nazi’s al wie ze hinderlijk vinden. In een vernietigingskamp doden ze zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen.

42 LES 5 d e Holocaust of sH oa H

Wat valt je op aan de ligging van de vernietigingskampen? Wat zou daar een reden voor zijn?

Het leven in de concentratiekampen

De gevangenen krijgen weinig te eten en moeten heel hard werken. Binnen het kamp hanteren de SS’ers een complete willekeur. Je weet nooit wat er boven je hoofd hangt. Tussen de gevangenen wordt een concurrentie in stand gehouden. Sommigen krijgen een betere behandeling in ruil voor verklikking en andere opdrachten. Gewone criminelen krijgen voordelen en dienen eigenlijk als bewaker van een groep gevangenen (barakoverste, Kapo ). In verschillende kampen gebeuren medische experimenten (met medeweten van de Duitse chemische industrie). Men test bijvoorbeeld de uithouding van de mens in uitzonderlijke omstandigheden (bv. hoelang je blijft leven in ijskoud water). Vele gevangenen worden besmet met ziekten of worden gebruikt als proefkonijn in gifgasexperimenten. De experimenten van dokter Mengele op kinderen en vooral op tweelingen zijn berucht. Op geregelde tijdstippen organiseert de kampbewaking selecties waarbij de zwaksten naar een vernietigingskamp worden gestuurd.

Bron 10 Lijken op vrachtwagen in concentratiekamp Nordhausen

De nazi’s willen systematisch uitroeien

Proefversie@VANIN

Lijken op een vrachtwagen in het concentratiekamp van Nordhausen bij de bevrijding op 10 april 1945

De nazi’s zoeken een efficiënte manier om grote groepen mensen te doden. Himmler schaft na een tijdje de massa-executies af, omdat zij slecht zijn voor het moreel van de SS-beulen. Gaswagens waarvan de uitlaatgassen de gevangenen verstikken, worden ook afgevoerd. De doodsstrijd van de gevangenen duurt te lang en zorgt voor tijdverlies. Uiteindelijk gebruiken de nazi’s in gaskamers een snel werkend vergif: Zyklon B. Om de groepen ‘veroordeelden’ kalm te houden, verzekert men hun dat zij een douche zullen nemen. ‘Gedresseerde gevangenen’ moeten de bewakers daarbij helpen. Er wordt zelfs zeep uitgedeeld. Na de vergassing onderzoeken getrainde gevangenen de ingewanden van de lijken op verstopte kostbaarheden. Zij verwijderen ook gouden kiezen. De doden worden vervolgens verbrand in industriële verbrandingsovens. Zelfs als het Sovjetleger de kampen nadert, blijven de nazi’s vergassen. Wanneer de bevrijding nakend is, sturen zij de gevangenen op geforceerde marsen. Die worden velen fataal. De SS vernietigt alle gaskamers. Na de oorlog veroordelen en executeren de geallieerden verschillende nazibeulen. Een deel van hen weet echter onder te duiken, een nieuwe identiteit aan te nemen en te vluchten naar andere continenten.

43 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
4
5

OPDRACHT 5

Bron 11 De mo ord in cijfers

Vermoorde burgers en krijgsgevangenen

Sovjetgevangenen

Gevangenen in de concentratiekampen

3 500 000

1 100 000

Euthanasie op mentaal gehandicapten 70 000

Roma 240 000

Joden

OPDRACHT 6

kan hier nog iets geschrapt worden?

Zo kan alles op deze pagina.

5 100 000 à 5 860 000

Aantal* Joodse slachtoffers en oorzaak van overlijden

Ontberingen / getto’s

Gefusilleerd buiten de kampen (vooral door de ‘Einsatzgruppen’)

Omgekomen in de uitroeiingskampen

800 000

1 300 000

2 700 000

Omgekomen in andere kampen 300 000

* We nemen hier het minimumaantal.

a Zo ek in de woordenlijst op wat een genocide is.

De cijfers van het aantal Joodse slachtoffers lopen uiteen. Dat komt door de vernietiging van documenten, maar ook door de chaotische moordpartijen. De cijfers die hier vermeld worden, zijn de minimumcijfers. Het hoge aantal slachtoffers maakt van de Holocaust een genocide

Proefversie@VANIN

b Zo ek nog een ander voorbeeld van een genocide uit de geschiedenis.

Collectieve herinnering aan de Holocaust

Bron 12 Conclusie van een onderzoek

[Over] de naoorlogse jaren kan (…) worden besloten: de juridische overheid erkende wel het belang van de misdaden begaan tegen de Joden, maar tegelijkertijd ging diezelfde overheid de erkenning van haar eigen verantwoordelijkheid voor wat er tijdens de bezetting was gebeurd uit de weg en weigerde ze ook de Joodse slachtoffers te erkennen. Het eerste deed ze om belangrijke segmenten van het overheidsapparaat niet te compromitteren . Die waren onmisbaar bij de heropbouw van het land. Het tweede sproot vooral voort uit een onderhuidse discriminatoire cultuur tegenover vreemdelingen.

Uit: R. Van Doorslaer (red.), E. Debruyne, F. Seberechts, N. Wouters m.m.v. L. Saerens, Gewillig België. Overheid en Jodenvervolging in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Brussel, SOMA, 2007 Conclusie uit het eindverslag van een onderzoek uitgevoerd door het SOMA (nu CEGESOMA) in opdracht van de federale regering en op vraag van de Senaat. Het CEGESOMA is een Belgisch onderzoekscentrum voor de geschiedenis van de conflicten van de 20e eeuw.

Waarom heeft men na de oorlog in België niet veel belangstelling voor de Jodenvervolging onder de nazi’s? Kruis de juiste antwoorden aan.

De Jo den willen dat zelf niet.

De overheid wil zo weinig mogelijk aandacht voor de rol die zij in de vervolging gespeeld heeft. De meeste vervolgde Joden zijn geen Belgen.

44 LES 5 d e Holocaust of sH oa H

kan hier nog iets geschrapt worden?

Zo kan alles op deze pagina.

Bron 13 Holo caust politiek gebruikt?

In de jaren zestig en zeventig verschoof de aandacht geleidelijk van concentratiekamp naar vernietigingskamp van niet-Joodse naar Joodse slachtoffers. Deze verandering werd door [verschillende] factoren veroorzaakt: de publicatie van de eerste grote geschiedkundige werken over de judeocide in Frankrijk en de VS, landen met een grote en goed geïntegreerde Joodse gemeenschap; de ontvoering en het proces van Adolf Eichmann , waar de ogen van de hele westerse wereld op gericht waren; het door de zesdaagse oorlog en andere militaire successen gestegen Joods zelfbewustzijn en -vertrouwen; de verschuiving naar rechts in de Israëlische politiek en, daarmee samenhangend, het toenemend politiek belang van de Holocaust als rechtvaardigingsmiddel voor bepaalde aspecten van het Midden-Oostenbeleid.

Uit: G. Van den Berghe, ‘De macht van het getal’, op: http://url.vanin.be/serendib

Dr. Gie Van den Berghe (1945) is een moraalwetenschapper die zich onder andere toelegt op de studie van het nazisme en de Holocaust. Hij was onderzoeker bij het SOMA en lid van het Vlaamse wetenschappelijk comité dat leidde tot de stichting van kazerne Dossin, het memoriaal en museum over Holocaust en mensenrechten in Mechelen. Hij won voor zijn werk verschillende prijzen. Hij maakt brandhout van de argumenten van de Holocaustontkenners. Hij krijgt wel uit Joodse hoek kritiek omdat hij stelt dat Israël misbruik maakt van de Holocaust om zijn politiek te rechtvaardigen. Op zijn website geeft hij een introductie op zijn werken.

a Do or welke elementen komt er meer aandacht voor de moord op de Joden door de nazi’s? Onderstreep ze in de tekst.

b Waarom zouden bepaalde mensen in Israël deze wetenschapper minder betrouwbaar vinden? (Lees ook de contextinformatie.)

Proefversie@VANIN

c Ho e verschuift de collectieve herinnering van de Holocaust na de oorlog?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Shoah’, ‘Holocaust’, ‘concentratiekamp’, ‘vernietigingskamp’ en ‘genocide’ uitleggen

2 de verschillende stappen in de Jodenvervolging uitleggen

3 drie manieren geven waarop de nazi’s de Joden vervolgen

4 de Shoah of Holo caust in de tijd situeren

5 uitleggen hoe de systematische uitroeiing van de Joden verloopt

6 met drie concrete voorbeelden de verschrikking in de kampen omschrijven

KUNNEN

1 met b ehulp van bronnen voorbeelden van Jodenvervolging geven

2 met b ehulp van een historische kaart de kampen lokaliseren

3 informatie over genocide opzoeken

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

45 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

De Holocaust of Shoah

1 De Jodenvervolging in nazi-Duitsland

= massale moord op Joden, Roma, andersdenkenden ... door de nazi’s

Proefversie@VANIN

= een genocide

Machtsovername door nazi’s in Duitsland (vanaf 1933)

Jo den worden vervolgd en uit het land verjaagd.

2 De nazi’s organiseren massale moordpartijen

Tweede Wereldoorlog (1939-1945): nazi’s veroveren grote delen van Europa.

In Oost-Europa: massale moordpartijen op Joden door ‘Einzatsgruppen’, het Duitse leger en de plaatselijke bevolking

3 De nazi’s plannen en voeren een genocide uit

Hitler geeft in 1941 het bevel tot systematische uitroeiing van de Joden. Himmler en de SS voeren dat bevel uit.

Ze improviseren een vernietigingssysteem: de ‘ Endlösung ’ (‘de eindoplossing’).

– Alle Jo den moeten zich laten registreren.

– In Oost-Europa: concentratie in getto’s (weinig voedsel, veel ziekten)

– Jo den uit heel Europa worden naar doorgangskampen gebracht (in België = Dossinkazerne).

– Van doorgangskamp naar concentratiekamp of vernietigingskamp. De meeste kampen liggen in Oost-Europa.

Concentratiekamp

Weinig eten en heel hard werken

Complete willekeur door bewakers

Concurrentie tussen gevangenen

Medische experimenten

Selecties: zwakkeren naar vernietigingskamp

Vernietigingskamp

Voor ‘zwakkeren’ (kinderen, zieken, bejaarden ...)

Massa-executies, gaswagens, gaskamers

Misleiding (getrainde gevangenen, douches)

Verbrandingsovens

Moorden gaan door tot bijna aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Ongeveer zes miljoen Joden vermoord

Na de oorlog: nazibeulen een deel wordt veroordeeld, een deel ontsnapt.

LES 5 SCHEMA 46 LES 5 d e Holocaust of sH oa H

±1750

De Koude Oorlog

Voor heel wat mensen is de wereld vandaag erg complex. Vroeger was de wereld zeker niet eenvoudiger, maar voor de generaties geboren tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en ca. 1980 leek het soms wel zo. Je had wij en je had zij. Wij waren de goeden, zij de slechten. Zij wilden ons vernietigen, wij zouden ons verdedigen. Welkom in de wereld van de Koude Oorlog.

Wat moet je verstaan onder het begrip ‘Koude Oorlog’? Hoe is die Koude Oorlog ontstaan? Wat zijn een aantal belangrijke gebeurtenissen uit het begin van de Koude Oorlog? Welke visies hebben historici op de Koude

Oorlog?

1917

MODERNE TIJD

Russische Revolutie

Wat is de Koude Oorlog?

Kaartnr(s).

1945 1939 19471948

1949 1961

KOUDE

NAVO Blokkade van Berlijn

1955

Pact van Warschau

Trumandoctrine/Marshallplan

1991 1989

HEDENDAAGSE TIJD

uiteenvallen Sovjet-Unie val Berlijnse Muur

Bouw Berlijnse Muur

Proefversie@VANIN

De Koude Oorlog is een ingrijpend conflict dat de wereld tussen ca. 1947 en 1991 sterk verdeelt. Een conflict veronderstelt uiteraard tegenstanders. De grote vijanden tijdens de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie (SU), en bij uitbreiding twee tegengestelde ideologieën , namelijk het kapitalisme en het communisme. Elk van beide landen en systemen heeft zijn bondgenoten en sympathisanten.

Dat het doorheen die meer dan 40 jaar nooit tot een rechtstreekse militaire confrontatie komt, heeft grotendeels te maken met het feit dat beide partijen tegen het begin van de jaren 1950 over nucleaire wapens beschikken. Zo ontstaat geleidelijk een systeem van afschrikking. Een aanval van de ene partij op de andere zal zo bijna altijd leiden tot vernietiging van beide partijen. Dat besef van wederzijds verzekerde vernietiging (of ‘MAD’, ‘mutual assured destruction’) houdt het conflict tussen de VS en de SU ‘koud’. Desondanks zullen beide partijen gedurende de Koude Oorlog nooit geziene bedragen uitgeven aan hoogtechnologische wapens. Heel wat bondgenoten in beide kampen (o.a. België) worden trouwens meegesleurd in die wapenwedloop

47 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
6
OORLOG WO II
1

Ondertussen zullen de VS en de SU ook op andere manieren met elkaar in competitie treden. Zo is de Koude Oorlog bijvoorbeeld een prestigeconflict . De VS en de SU zullen samen met hun respectieve bondgenoten proberen om aan de rest van de wereld de superioriteit van het eigen systeem te tonen. De ‘space race’ is een bekend voorbeeld van hoe het ‘Westen’ (onder leiding van de VS) en het ‘Oostblok’ (onder leiding van de SU) elkaar proberen te overtreffen. Ook de Olympische Spelen ontsnappen niet aan de toenemende Oost-Westrivaliteit. De eigen successen alsook het eigen grote gelijk en het (vermeende) falen van de andere worden door beide machtsblokken dik in de verf gezet. Zo is de Koude Oorlog eveneens een propagandaoorlog. Films, boeken, muziek, posters ... maar ook bijvoorbeeld ontwikkelingshulp worden allemaal voor dat doel gebruikt.

De Koude Oorlog mag dan wel geen rechtstreekse oorlog zijn tussen de Amerikanen en de Sovjets, doden vallen er wel en zelfs heel veel.

Enerzijds wordt er achter de schermen een vaak vuil en dodelijk machtsspelletje gespeeld tussen verschillende geheime diensten. Het bekendst zijn de Amerikaanse CIA en haar Sovjettegenhanger, de KGB.

Anderzijds bestrijden de Amerikanen en de Sovjets elkaar ook via allerlei bondgenoten. Bijvoorbeeld wanneer de kolonies in Azië en Afrika het juk van de Europese overheersing van zich afwerpen, wordt dat toegejuicht door zowel de VS als de SU. Beide partijen verwachten echter wel dat de jonge naties zich uitspreken voor het kapitalisme of het communisme. Om dat doel te bereiken tonen Washington en Moskou zich zelfs bereid elk regime of elke beweging te steunen die hun belangen in die landen kunnen dienen. Dat leidt in heel wat staten van de Derde Wereld tot bloedige en langdurige conflicten. Vele daarvan hebben daarnaast wel andere oorzaken, maar kunnen niet los gezien worden van de Koude Oorlog. Het conflict biedt de Amerikanen en de Sovjets trouwens een dankbaar excuus om wereldwijd in te grijpen en op die manier hun belangen te verdedigen. De lijst van conflicten waarbij een van beide supermachten – al dan niet rechtstreeks – betrokken raakt, is dan ook lang.

Waarvoor staan de begrippen kapitalisme en communisme ook alweer?

Schrijf de volgende begrippen* op de juiste plaats in de tabel:

individuele rijkdom creëren – de staat – de consument (de markt) – democratie –egalitaire maatschappij – particulieren – dictatuur

* Eén begrip moet tweemaal gebruikt worden.

Kapitalisme Communisme

Proefversie@VANIN

Productiemiddelen zijn eigendom van:

Het aanb od aan goederen en diensten wordt bepaald door:

Do el:

Vereist doorgaans een politiek systeem dat gebaseerd is op:

48 LES 6 d e ko ude o o rlog
OPDRACHT
1
‘The problem is how to turn loose without letting go’

Uit: B. Mauldin, cartoon, in: St. Louis PostDispatch, 13 maart 1960

De figuren op de tekening zijn de Sovjetleider Nikita Chroestsjov (SU) en de Amerikaanse president Dwight Eisenhower (VS). Het onderschrift luidt: het probleem is hieruit te geraken zonder los te laten.

a Beschrijf wat je op de cartoon bij bron 1 ziet.

b Welke boodschap wil de maker overbrengen?

Deze foto is van de test ‘George’. De test is een onderdeel van ‘Operation Greenhouse’, de vijfde reeks van Amerikaanse nucleaire testen. Het doel van die testen is om steeds betere en zwaardere bommen te ontwikkelen en om een duidelijke boodschap over de Amerikaanse macht de wereld in te sturen.

Proefversie@VANIN

c Welke wapens, waarover zowel de Amerikanen als de Sovjets beschikken, doen beide partijen twee keer nadenken voor ze een oorlog tegen elkaar beginnen? (Zie bron 2.)

49 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
Bron 1 Het MAD -principe (Mutual Assured Destruction) OPDRACHT 2 Bron 2 Amerikaanse nucleaire test, 8 mei 1951

Deborah Cadbury is een Britse historica. In 2005 werkt ze mee aan een vierdelig docudrama voor de BBC over de ‘strijd’ tussen de VS en de SU in de verovering van de ruimte. Interessant is dat hier ook het Russische perspectief aan bod komt. De tv-reeks wint een aantal prijzen, maar krijgt ook kritiek. Er zitten fouten, verdraaiingen, weglatingen ... in. Bovenstaand boek is gebaseerd op de serie.

Film uit 1985: de Amerikaanse bokser Rocky wil wraak nemen op een Russische bokser die zijn beste vriend in een match heeft doodgeslagen. Rocky trekt naar de Sovjet-Unie, verslaat de Rus én wint de sympathie van het Sovjetpubliek.

Proefversie@VANIN

Voorpagina van de Amerikaanse krant Daily News, 23 februari 1980

Het Amerikaanse ijshockeyteam wint tegen de Sovjet-Unie in de halve finales op de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid. De Amerikaanse ploeg bestaat volledig uit studenten, de Sovjetploeg uit profspelers. De Amerikanen winnen ook de finale.

De Sovjets winnen tijdens die Spelen in totaal 22 medailles (waarvan 10 gouden), de Amerikanen 12 (waarvan 6 gouden).

De Zomerspelen van dat jaar gaan door in Moskou. Die Spelen worden echter door de Verenigde Staten en heel wat van hun bondgenoten geboycot. Aanleiding is de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan. Vier jaar later boycotten de Sovjets en een aantal bondgenoten de Olympische Zomerspelen in Los Angeles.

50 LES 6 d e ko ude o o rlog
OPDRACHT 3
Bron
3 Space race
Bron
4 Rocky IV
Bron 5 ‘Miracle on Ice’

a Wat moet je verstaan onder de space race?

b Wat is vernieuwend aan de tv-reeks over de space race?

c Is de reeks daardoor een volledig betrouwbare bron als je het ware verhaal achter de space race wilt kennen?

d Welke rol spelen films als ‘Rocky IV’ tijdens de Koude Oorlog?

e Waarom ontsnappen ook de Olympische Spelen niet aan de Koude Oorlog?

OPDRACHT 4

Bron 6 Enkele belangrijke conflicthaarden tijdens de Koude Oorlog

Proefversie@VANIN

Geef voor elk continent telkens één land waar door de Koude Oorlog een gewapend conflict wordt uitgevochten.

Afrika:

Azië:

Latijns-Amerika:

51 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

OPDRACHT 5

Het ontstaan van de Koude Oorlog

In 1917 grijpen communisten onder leiding van Lenin de macht in Rusland. Zij vestigen er een dictatuur en vormen het land om tot de eerste communistische staat ter wereld (sinds 1922 Sovjet-Unie). Die machtsgreep en zeker de aanvankelijke oproep van Lenin aan communisten om ook elders in de wereld de macht te grijpen, leidt in het Westen tot een grote afkeer van de SovjetUnie.

Eigenlijk bestaat er dus tijdens het interbellum al een soort van Koude Oorlogsituatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog evenwel belanden de SU en de westerse machten uiteindelijk in hetzelfde kamp. Samen weten ze de oorlog te winnen. De Amerikaanse president Roosevelt wil na de oorlog een stabielere wereld uitbouwen, onder andere door de oprichting van de VN (zie les 7). Daarvoor wil hij graag de samenwerking met de SU voortzetten. Dat zal echter niet zo evident blijken.

Bron 7 Europa in 1937

BRD = Bondsrepubliek Duitsland

DDR = Duitse Democratische Republiek

Omdat de westerse geallieerden en de Sovjets het uiteindelijk niet eens zullen raken over de toekomst van Duitsland, zal dat land in 1949 opgesplitst worden. Uit de westerse bezettingszones ontstaat de BRD of West-Duitsland. De Sovjetzone wordt omgevormd tot de DDR of OostDuitsland. Pas in 1990, na het einde van de Koude Oorlog, zullen beide landen herenigd worden.

a Van welk land is het grondgebied in 1949 aanzienlijk groter dan in 1937?

Proefversie@VANIN

b No em drie landen ten koste waarvan die uitbreiding is gebeurd.

52 LES 6 d e ko ude o o rlog
2

c Welke andere opmerkelijke wijziging heeft zich naast alle territoriale veranderingen tussen 1937 en 1949 voltrokken?

Proefversie@VANIN

d Wat is de verklaring voor al die veranderingen die je hebt vastgesteld?

e Welke vrees zou er in 1949 in West-Europa kunnen bestaan? Argumenteer.

53 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw Bron 8 Europa in 1949

Van Stettin aan de Baltische Golf tot Triëste aan de Adriatische kust is dwars over het continent een ijzeren gordijn neergelaten. Achter die lijn liggen alle hoofdsteden van de oude staten van Centraal- en Oost-Europa: Warschau, Berlijn, Praag, Wenen, Boedapest, Belgrado, Boekarest en Sofia. Al die beroemde steden en volken eromheen liggen in wat ik moet noemen de Sovjetzone (…) Ik geloof niet dat de Sovjet-Unie een oorlog wenst. Wat ze wel verlangen, zijn de vruchten van een oorlog en de onbeperkte uitbreiding van hun macht en leer. (…) Oordelende naar wat ik gezien heb van onze Russische vrienden en bondgenoten gedurende de oorlog, ben ik ervan overtuigd dat er niets is dat ze zozeer bewonderen als kracht, en dat er niets is waarvoor ze minder respect hebben dan zwakheid, vooral militaire zwakheid. (…) Indien de westelijke democratieën zich aaneensluiten (…) zal waarschijnlijk niemand hen lastigvallen. Indien zij daarentegen verdeeld raken of tekortschieten in de vervulling van hun plichten en deze belangrijke jaren laten verstrijken, dan is het mogelijk dat een catastrofe ons allen zal overspoelen. De laatste keer dat ik het allemaal zag aankomen en het uitschreeuwde tegen mijn landgenoten en de wereld, besteedde er niemand enige aandacht aan. Tot en met het jaar 1933 of zelfs 1935 kon Duitsland nog gered worden van het verschrikkelijke lot dat het land overkwam en waren we allemaal bespaard gebleven van de miserie die Hitler zou loslaten op de mensheid. Nooit was er in de geschiedenis een oorlog die door tijdig optreden gemakkelijker te voorkomen was dan de oorlog die zojuist grote delen van de wereld heeft verwoest. Het kon voorkomen worden zonder zelfs maar een enkel schot af te vuren. (…) We mogen dat zeker niet meer opnieuw laten gebeuren. (…)

Als de bevolking van het Engelssprekende Gemenebest wordt gevoegd bij die van de Verenigde Staten, met alles wat een dergelijke samenwerking in de lucht, op zee, in wetenschap en industrie impliceert, dan zal er geen wankel, precair machtsevenwicht zijn, dat Rusland tot ambities of avonturen zou verleiden.

Uit: Rede van Winston Churchill in Fulton, Missouri (VS), 5 maart 1946 Winston Churchill (1874-1965) is Brits premier (1940-1945, 1951-1955) en een belangrijk leider van de westelijke geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij houdt deze speech naar aanleiding van een privébezoek aan de Verenigde Staten. De Amerikaanse president Truman is een van de toehoorders. Churchill heeft al eerder dezelfde bedenkingen gemaakt, net als sommige Amerikaanse diplomaten.

a Onderstreep in de tekst wat de Sovjet-Unie volgens Churchill wil.

b Churchill vergelijkt de toestand in 1946 met een eerdere situatie waarvoor hij ook waarschuwde. Welke?

Proefversie@VANIN

c Waarom is het toen misgelopen?

d Waarom maakt hij deze vergelijking, denk je?

54 LES 6 d e ko ude o o rlog
Churchill over de Sovjet-Unie OPDRACHT 6
Bron 9

OPDRACHT 7

e Wat moet er volgens hem gebeuren om een herhaling van de gebeurtenissen te voorkomen?

f Welke term gebruikt Churchill om de breuklijn tussen Oost en West in Europa aan te duiden?

Proefversie@VANIN

Bron 10 De Trumandoctrine

Het doel van de Verenigde Naties is de vrijheid en onafhankelijkheid van alle leden te waarborgen. Wij zullen onze idealen echter niet alleen kunnen waarmaken als we bereid zijn vrije volken te helpen bij het handhaven van hun eigen instellingen en nationale onschendbaarheid tegen agressieve bewegingen die hun een totalitair systeem willen opleggen.

De laatste tijd hebben sommige volken tegen hun wil een totalitair bewind gekregen. De regering van de Verenigde Staten heeft herhaaldelijk geprotesteerd tegen de dwang en intimidatie in Polen, Roemenië en Bulgarije. Zij ziet die dwang en intimidatie als een inbreuk op de overeenkomsten van Jalta. Juist nu wordt elk land voor de keus geplaatst tussen twee levenswijzen. De keus is maar al te vaak niet vrij.

De eerste levenswijze is gebaseerd op de wil van de meerderheid en wordt gekenmerkt door vrije instellingen, een regering die aan het volk verantwoording moet afleggen, vrije verkiezingen, garanties van individuele vrijheid, vrijheid van meningsuiting en van godsdienst en vrijwaring van politieke onderdrukking.

De tweede levenswijze is gebaseerd op de wil van de minderheid met geweld aan de meerderheid opgelegd. Ze berust op terreur en onderdrukking, een gecontroleerde radio en pers, doorgestoken-kaart-verkiezingen en de onderdrukking van persoonlijke vrijheden.

Ik geloof dat de politiek van de Verenigde Staten erop gericht moet zijn om steun te verlenen aan vrije volken, die zich verzetten tegen pogingen om hen te onderwerpen door gewapende minderheden of door druk van buitenaf.

Uit: Rede van Harry S. Truman voor het Amerikaanse Congres [parlement], 12 maart 1947

De democraat Truman (1884-1972) is president van de VS van 1945 tot 1953. Hij is meer anticommunistisch dan zijn voorganger Roosevelt. In het Amerikaanse Congres heeft de Republikeinse Partij sinds begin 1947 de meerderheid. De meeste republikeinen zijn op dat moment groot voorstander van isolationisme, een politiek die dan al meer dan 100 jaar het Amerikaanse buitenlandse beleid grotendeels heeft bepaald.

a Truman stelt dat elk land voor de keuze geplaatst wordt tussen twee levenswijzen. Onderstreep in twee verschillende kleuren beide levenswijzen in de tekst.

b Truman zegt het niet letterlijk, maar de twee levenswijzen symboliseren elk een land of machtsblok. Welke?

55 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

c Wat zegt Truman over die keuze waarvoor veel landen worden geplaatst?

d Wat moet volgens Truman de taak van de VS zijn?

e De verklaring van Truman zal bekend worden als de Trumandoctrine. Waarom kun je stellen dat die Trumandoctrine een keerpunt betekent in het Amerikaanse buitenlandse beleid?

f Er b estaat een verband tussen de Trumandoctrine en de redevoering van Churchill (bron 9). Welk verband?

g Sommige van Trumans medewerkers zijn niet zo gelukkig met het soms dramatische taalgebruik van de president in zijn speech. Welke reden kan Truman gehad hebben om de zaken zo zwart-wit voor te stellen? Houd er rekening mee dat hij voor zijn beleid de steun van het Congres nodig heeft.

De ‘containment’ in de praktijk

Met de Trumandoctrine wordt ‘containment’ of het voorkomen van een verdere uitbreiding van het communisme, voor vele jaren het voornaamste doel van het Amerikaanse buitenlandse beleid. Aanvankelijk focussen de Amerikanen zich vooral op de situatie in Europa, maar later zullen zij ook een steeds actievere rol gaan spelen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika.

3 Proefversie@VANIN

In 1947 al wordt het Marshallplan voorgesteld, een economisch herstelprogramma voor het verwoeste Europa. Met die financiële hulp willen de Amerikanen niet enkel de heropbouw van Europa steunen, maar ook het kapitalistisch systeem verankeren in de door hen gesteunde landen. Om die reden verzet de SU zich tegen het plan en verbiedt Stalin de Oost-Europese landen die Amerikaanse steun te aanvaarden.

De containmentpolitiek steunt niet enkel op economische maatregelen, maar ook op militaire initiatieven. Zo wordt in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht, een militair bondgenootschap tussen de VS en enkele West-Europese landen. Wanneer ook de BRD in

56 LES 6 d e ko ude o o rlog

1955 toetreedt tot de NAVO, richten de SU en haar Oost-Europese satellietstaten als reactie een eigen militair bondgenootschap op: het Pact van Warschau.

De Amerikanen stellen ook alles in het werk om West-Berlijn te behouden. Na de Tweede Wereldoorlog is de Duitse hoofdstad, net als de rest van het land, opgesplitst in vier bezettingszones: een Amerikaanse, een Franse, een Britse en een Sovjetzone. Berlijn ligt echter in het door de Sovjets gecontroleerde deel van het bezette Duitsland (de latere DDR). De westerse bezettingszones van de stad vormen op die manier een eilandje in communistisch gebied. In 1948 probeert Stalin, de leider van de SU, door middel van een blokkade West-Berlijn in handen te krijgen. De Amerikanen leggen echter prompt een luchtbrug in om de stad te blijven bevoorraden. Een jaar later moet Stalin inbinden. Toch blijft de situatie rond West-Berlijn erg gespannen. Vooral het feit dat veel Oost-Duitsers via West-Berlijn vluchten naar het Westen vormt voor de communistische leiders een constante bron van ergernis. Uiteindelijk bouwen de Sovjets in 1961 een muur rond West-Berlijn (zie de ontdekplaat De Berlijnse Muur ). Die muur groeit uit tot hét symbool van de Koude Oorlog.

Eind jaren 1980 beginnen de communistische regimes in Oost-Europa hun greep op de bevolking te verliezen (zie les 15). In 1989 valt de Berlijnse Muur en twee jaar later houdt ook de Sovjet-Unie op te bestaan.

OPDRACHT 8

Bron 11 Het Marshallplan

Het is logisch dat de Verenigde Staten moeten doen wat in hun vermogen ligt om de terugkeer van normale economische situaties te helpen bevorderen, om politieke stabiliteit en vrede in de wereld te waarborgen. Onze politiek is niet gericht tegen welk land of welke doctrine ook, maar tegen honger, armoede, wanhoop en chaos. Het doel ervan dient te zijn de herleving van een werkzame economie in de wereld, zodat zich politieke en maatschappelijke voorwaarden kunnen vormen, waaronder vrije instellingen kunnen bestaan. (…) Aan elke regering die bereid is deel te nemen aan het herstelwerk, zal de regering van de Verenigde Staten, naar mijn overtuiging, volledige medewerking verlenen. Iedere regering die tracht het herstel van andere landen te verhinderen, kan van ons geen hulp verwachten. Regeringen, politieke partijen of groepen die menselijk leed willen bestendigen, teneinde daar politiek of anderszins van te profiteren, zullen kunnen rekenen op tegenstand van de Verenigde Staten.

Uit: Rede van George C. Marshall, 5 juni 1947

George C. Marshall (1880-1959) is een Amerikaanse generaal en minister van Buitenlandse Zaken (1947-1949). Hij is de geestelijke vader van het naar hem genoemde economische herstelplan voor Europa.

a Wat is het doel van het beleid dat Marshall hier verdedigt? Onderstreep in de tekst.

Proefversie@VANIN

b Marshall laat uitschijnen dat zijn plan op enstaat voor alle landen, maar in werkelijkheid is het toch gericht tegen een bepaald land of een bepaald systeem. Welk land of systeem en waarom?

57 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

c Waarom kun je stellen dat het Marshallplan een logisch gevolg is van de Trumandoctrine?

OPDRACHT 9

Bron 12 Een reactie op het Marshallplan

Uit: De Rode Vaan, Dagblad der Kommunistische Partij van België, 4 juli 1948 (Paul-Henri) Spaak (1899-1972) is een Belgische politicus. In 1948 is hij premier en minister van Buitenlandse Zaken.

De Rode Vaan is de krant van de Kommunistische Partij van België (KPB). Die partij behaalt onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog heel wat stemmen bij de verkiezingen (meer dan 12 % in 1946). Tussen 1945 en 1947 maakt de partij zelfs meermaals deel uit van de regering. De partij volgt echter ook trouw de bevelen die komen uit Moskou. Na 1947 neemt het succes van de partij af (minder dan 2 % in 1958).

a Ho e staat deze Belgische krant tegenover het Marshallplan? Onderstreep het juiste antwoord.

Positief / negatief

b Geef een verklaring voor de houding van de krant.

c Kunnen veel Belgen zich vinden in deze houding van de krant (en de partij)?

Proefversie@VANIN

d Duid de juiste stelling(en) aan.

Deze bron is waarschijnlijk representatief voor het communistische standpunt tegenover het Marshallplan.

Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder betrouwbaar.

Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder onbetrouwbaar.

Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder wel bruikbaar.

58 LES 6 d e ko ude o o rlog

Bron 13

Zoek de volgende informatie op:

a Waar bevindt zich het politieke hoofdkwartier van de NAVO?

b Ho eveel landen zijn momenteel lid van de organisatie?

c Wat hebben de lidstaten die tussen 1999 en 2004 zijn toegetreden, met elkaar gemeen?

4

Visies op de Koude Oorlog

Al vanaf het prille begin hebben historici het conflict proberen te duiden. Tijdens de communistische heerschappij is er in het Oostblok natuurlijk weinig ruimte voor visies die afwijken van de officiële kijk op het conflict: het agressieve westerse imperialisme wil het communisme en de SU vernietigen. In het Westen ontwikkelen zich gedurende de Koude Oorlog wel verschillende visies.

OPDRACHT 11

Proefversie@VANIN

Bron 14 Ronald Havenaar over de oorzaak van de Koude Oorlog

Dat Stalins expansionistische dadendrang de belangrijkste oorzaak was van de Koude Oorlog, is onder historici een omstreden stelling. Gedurende de afgelopen veertig jaar heeft de geschiedschrijving van het conflict tussen Amerika en de Sovjet-Unie een aantal golfbewegingen gekend, die vooral door de politieke actualiteit werden beïnvloed. De heersende opvattingen in de jaren ’50 en begin jaren ’60 stonden nog in het teken van de afschuw over de stalinistische onderwerping van Oost-Europa en de brute onderdrukking van de anticommunistische opstanden in de DDR (’53) en Hongarije (’56). De aanhangers van dit ‘orthodoxe’ standpunt beschouwen de expansiedrang van Lenins erfgenamen als de oorzaak van de tegenstelling tussen de democratische en de communistische wereld.

Uit: R. Havenaar, Van Koude Oorlog naar nieuwe chaos (1939-1993). Amsterdam, Uitgeverij Van Oorschot, 1993

Ronald Havenaar (°1950) is als historicus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Daar doceert hij onder andere geschiedenis van de trans-Atlantische betrekkingen.

59 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
vlag van de NAVO
10
De
OPDRACHT

Bron 15 Paul Van de Meerssche over de oorzaak van de Koude Oorlog

Om deze [revisionistische*] stellingname te begrijpen, is het vooreerst noodzakelijk deze revisionisten zelf te situeren in het tijdsgebeuren. De revisionisten behoren tot een generatie intellectuelen die getekend was door het Amerikaans beleid tijdens de oorlog in Vietnam. De absurde escalatie van de oorlog tegen ‘hét’ communisme in Vietnam en de ontmaskering van de officiële leugentaal van de Amerikaanse president zelf (...) zette hen uiteraard aan het denken. Hadden de Amerikaanse overheden ook niet reeds voorheen zich schuldig gemaakt aan desinformatie van de publieke opinie? Was het wel juist de verantwoordelijkheid voor de Koude Oorlog uitsluitend naar de Kremlin-leiders toe te schuiven, zoals vooralsnog werd beweerd? Was het Amerikaans imperialisme essentieel verschillend van het Sovjet-Russische, of betrof het slechts een verschillende voorstelling van hetzelfde fenomeen?

[*Het – als gevolg van nieuw of verder historisch onderzoek of nieuwe gevoeligheden – herzien of herinterpreteren van een op dat moment gangbare visie op een historisch onderwerp noemt men revisionisme.]

Uit: P. Van de Meerssche, Internationale politiek 1945-2001. Feiten en interpretaties. Leuven, Acco, 2002

Paul Van de Meerssche is een Belgisch historicus. Hij geeft les aan de universiteiten van Leuven en Antwerpen en aan verschillende internationale instellingen.

Bron 16 E. Troch over de oorzaak van de Koude Oorlog

Zonder de ideologische agressiviteit van het stalinisme te betwisten vertrekt men van de vaststelling dat de reële balans der krachten op het einde van de Tweede Wereldoorlog duidelijk doorsloeg in het voordeel van de Verenigde Staten. Aan de Amerikaanse demobilisatie beantwoordde een Sovjet-Russische. De Russen brachten hun landstrijdkrachten op 25 procent van hun voormalige sterkte, de Verenigde Staten op 13 procent. Wanneer men in acht neemt dat de Sovjet-Unie zowel in Europa als in het Nabije en Verre Oosten potentieel vijandige grenzen had, terwijl de Verenigde Staten met geen vijandige grenzen werden geconfronteerd en bovendien over de atoombom beschikten, kan men moeilijk staande houden (…), dat de 2,9 miljoen soldaten waarover Moskou in 1948 beschikte, overdreven waren van een zuiver militair standpunt uit. Zeker als men dit aantal vergelijkt met het anderhalf miljoen manschappen van de Verenigde Staten. Vervolgens dient men te bedenken dat Amerika’s militaire macht vooral in zee- en luchtmacht haar uitdrukking vindt. In de jaren volgend op de Tweede Wereldoorlog werd de Sovjet-Unie omringd met een groot aantal [Amerikaanse] vloot- en luchtmachtsteunpunten (in 1949 waren het er al 400).

Uit: E. Troch, Van Jalta tot Jalta: Amerika en Rusland 1945-1974, in: Tijdschrift voor diplomatie, nr. 1, september 1974

Proefversie@VANIN

E. Troch is een pseudoniem van Luc Vandeweghe (1914-1985), een Belgisch journalist en auteur.

60 LES 6 d e ko ude o o rlog

Bron 17

Deze Franse poster uit 1951 wordt op grote schaal verspreid door de anticommunistische organisatie ‘Paix et Liberté’. Op de afbeelding zie je Stalin, de leider van de Sovjet-Unie, een traditionele kozakkendans uitvoeren waarbij messen worden geworpen. Hij wordt daarbij begeleid door een orkest van toenmalige Franse communistische leiders. De landen getroffen door de messen zijn onder andere Polen (‘Pologne’), de Baltische staten (‘Pays Baltes’) en China (‘Chine’).

a Geschiedenis is het b eeld dat we ons vormen van het verleden. Dat beeld kan echter verschillen van tijd tot tijd, van land tot land, van historicus tot historicus … In bron 14 en 15 wordt verwezen naar twee verschillende visies op de Koude Oorlog (en de verantwoordelijkheid ervoor). Noem die twee visies en vermeld wie bij elke visie de schuld legt voor de Koude Oorlog.

Bron 14:

Bron 15:

b De auteur van bron 16 zegt dat de verschillende visies op de Koude Oorlog sterk beïnvloed zijn door de politieke actualiteit. Toon dat aan voor de twee visies (bron 14 en 15). Onderstreep in de tekst.

c Zeg van welke visie op de Koude Oorlog bron 16 en 17 een voorbeeld zijn. Motiveer telkens je antwoord.

Bron 16: Bron 17:

Proefversie@VANIN

d Waarom is bron 17 een voorbeeld van standplaatsgebondenheid?

61 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
‘Danse Caucasienne’

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Koude Oorlog’, ‘IJzeren Gordijn’, ‘Trumandoctrine’, ‘containment’, ‘Marshallplan’, ‘NAVO’, ‘Pact van Warschau’ en ‘MAD’ uitleggen

2 de Koude Oorlog in de tijd situeren

3 telkens vier kenmerken van het kapitalistische en het communistische systeem geven

4 een reden geven waarom de Koude Oorlog uiteindelijk nooit op een rechtstreekse militaire confrontatie tussen de VS en Sovjet-Unie is uitgedraaid

5 twee manieren opnoemen waarop de VS en de Sovjet-Unie dan wel de confrontatie zijn aangegaan

6 twee redenen geven waarom de Koude Oorlog toch veel slachtoffers heeft gemaakt

7 uitleggen waarom het Westen voor de Tweede Wereldoorlog wantrouwig stond tegenover de Sovjet-Unie

8 een reden geven waarom men in het Westen de SU (opnieuw) wantrouwt na de WO II

9 drie voorbeelden opnoemen van hoe de Amerikanen vanaf 1947 een uitbreiding van het communisme in Europa proberen te voorkomen

10 de aanleiding voor de oprichting van het Pact van Warschau geven

11 een o orzaak voor de bouw van de Berlijnse Muur geven

12 twee belangrijke visies op het ontstaan van de Koude Oorlog noemen

KUNNEN

1 gevraagde informatie uit bronnen halen

2 bronnen met elkaar vergelijken en overeenkomsten en verschillen verklaren

3 de b etrouwbaarheid van bronnen beoordelen

4 de representativiteit van een bron beoordelen

5 visies op de Koude Oorlog herkennen en de invloed van de standplaatsgebondenheid van de auteur op historische beeldvorming analyseren

6 concrete informatie over bepaalde onderwerpen opzoeken

Proefversie@VANIN

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

62 LES 6 d e ko ude o o rlog

De Koude Oorlog

1 Wat is de Koude Oorlog?

Proefversie@VANIN

Conflict (oorlog) dat loopt van ca. 1947 tot 1991 tussen:

• 2 landen: VS SU

• 2 ideologieën: kapitalisme communisme

Geen rechtstreeks conflict (daarom ‘koude’ oorlog)

Reden: beide partijen bezitten kernwapens wederzijdse verzekerde vernietiging (MAD)

Toch! Wapenwedloop

Ook competitie op andere vlakken:

• ruimtevaart

• f ilm (propaganda)

• sport

Veel slachtoffers

• strijd tussen geheime diensten (CIA KGB)

• strijd via b ondgenoten Bv. dekolonisatie en Koude Oorlog raken verstrengeld

2 Het ontstaan van de Koude Oorlog

1917 Revolutie in Rusland communisten (o.l.v. Lenin) grijpen de macht

• Rusland Sovjet-Unie (communistische dictatuur)

• Lenin wil wereldrevolutie

Westen

MAAR! WO II Westen en Sovjet-Unie Hitler

Na WO II opnieuw spanningen

• Churchill waarschuwt voor de SU:

– SU heeft Oost-Europa onder controle en zal verder willen oprukken naar West-Europa.

– Het Westen moet zich aaneensluiten.

– IJzeren Gordijn grens tussen het communistische Oost-Europa en het ‘vrije’ West-Europa

• Amerikaanse president Truman reageert Trumandoctrine

De VS zullen elke verdere opmars van het communisme proberen te stoppen (‘containment’).

LES 6 SCHEMA 63 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

3 De ‘containment’ in de praktijk

Aanvankelijk enkel in Europa

Later rest van de wereld

Hoe?

In Europa:

• Marshallplan (1947)

• Luchtbrug naar West-Berlijn (1948-1949)

• NAVO (1949)

Proefversie@VANIN

Sovjet-Unie:

• Pact van Warschau (1955)

• Berlijnse Muur (1961)

1989: ineenstor ting communisme en val van de Berlijnse Muur

4 Visies op de Koude Oorlog

In het Westen verschillende visies op (het ontstaan van) de Koude Oorlog

• or thodoxe visie De Koude Oorlog is de schuld van de SU.

• revisionistische visie De Koude Oorlog is de schuld van de VS.

64 LES 6 d e ko ude o o rlog

C Machtsverhoudingen in de wereld

In dit onderdeel bestuderen we verder hoe de machtsverhoudingen in de wereld evolueren tijdens de hedendaagse tijd. We knopen opnieuw aan bij het einde van de Tweede Wereldoorlog. Na dat traumatische conflict worden er internationale organisaties opgericht, zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. De kolonies eisen en krijgen één voor één onafhankelijkheid. De Koude Oorlog wordt door de VS gewonnen. In het Westen is er euforie over de overwinning van ‘liberalisme en democratie’ op ‘communisme en dictatuur’. Maar vandaag moeten we vaststellen dat de wereld er sindsdien niet ‘meer westers’ op is geworden.

Cartoon van Lectrr, 2023

In de hedendaagse tijd zijn internationale organisaties zoals de VN belangrijk geworden. Heel wat hedendaagse problemen vereisen immers een internationale aanpak. Toch valt vandaag vooral op hoe weinig slagkracht ze hebben.

Proefversie@VANIN

Uit: Indexmundi

De Europese Unie heeft in 2020 (na de Brexit) een bnp van 13,4 biljoen euro, dat is 14,6 biljoen dollar.

a No em buiten de klimaatopwarming nog problemen die een internationale aanpak vereisen.

b Op welke plaats in de ranglijst volgens het bnp bevindt de EU zich?

25,360 Bnp (biljoenen $) Rang land China 1 19,490 Verenigde Staten 2 9,474 India 3 5,443 Japan 4 4,199 Duitsland 5 4,016 Rusland 6 3,250 Indonesië 7 3,248 Brazilië 8 2,925 Verenigd Koninkrijk 9 2,856 Frankrijk 10 65 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Bron 1 Cartoon OPDRACHT Bron 2 Top 10 landen volgens hun bnp in 2020

1

Macht en onmacht van de Verenigde Naties

Na de Eerste Wereldoorlog richt men de Volkenbond op, een internationale organisatie die tot doel heeft nieuwe oorlogen te voorkomen. Tegen het einde van de jaren 1930 blijkt dat de organisatie heeft gefaald in haar opdracht. In 1945 richt men een nieuwe, gelijkaardige organisatie op, de Verenigde Naties (VN).

Wat zijn de doelstellingen van de VN?

Wie zijn de leden van de VN? Hoe zijn de VN georganiseerd? Welke rol spelen de VN in de hedendaagse tijd?

OPDRACHT 1

Proefversie@VANIN

Volkenbond treedt in werking (ontbonden 1946)

Kaartnr(s).

ondertekening van VN-Handvest

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Streven naar vrede en veiligheid

Op 26 juni 1945 ondertekenen 50 landen op een conferentie in San Francisco in de Verenigde Staten het Handvest of Charter van de Verenigde Naties. Bijna vier maanden later treedt de organisatie effectief in werking.

Lees onderstaande bron.

Bron 1 Handvest van de VN

Artikel 1

De doelstellingen van de Verenigde Naties zijn:

1 De internationale vrede en veiligheid te handhaven en, met het oog daarop: gezamenlijk doeltreffende maatregelen te nemen ter voorkoming en opheffing van bedreigingen van vrede en ter onderdrukking van daden van agressie, of andere vormen van verbreking van de vrede, alsook met vreedzame middelen en in overeenstemming met de beginselen van gerechtigheid en internationaal recht, een regeling of beslechting van internationale

66 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties
7
MODERNE TIJD WO II HEDENDAAGSE TIJD 1920 1945 1948

geschillen of van situaties die tot verstoring van de vrede zouden kunnen leiden, tot stand te brengen;

2 Tussen de volken vriendschappelijke betrekkingen tot stand te brengen, die zijn gegrond op eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en het zelfbeschikkingsrecht der volken, en andere passende maatregelen te nemen ter versterking van de vrede overal ter wereld;

3 Internationale samenwerking tot stand te brengen bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard, alsmede bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens en voor fundamentele vrijheden voor allen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst; en

4 Een centrum te zijn voor het op elkaar afstemmen van de nationale inspanningen ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen.

Uit: Handvest van de Verenigde Naties, 26 juni 1945

Het Handvest bestaat uit een inleidende tekst en 111 artikels verdeeld over 19 hoofdstukken.

De rechtsgeldige versies van het Handvest  – en elk ander VN-document  – zijn de teksten die zijn opgesteld in een van de 6 officiële talen van de VN: Arabisch, Chinees (Mandarijn), Engels, Frans, Russisch en Spaans.

Wanneer de VN in werking treden, heeft Polen ondertussen als 51e land het Handvest ondertekend.

a Duid in de eerste do elstelling van bron 1 aan:

• (in geel) dat de VN niet enkel willen optreden wanneer er een oorlog is uitgebroken;

• (in groen) hoe de VN bedreigingen voor de vrede willen beëindigen of internationale geschillen willen oplossen.

b De VN willen dus vooral preventief werken. Dat blijkt ook uit de overige drie doelstellingen. Vat kort, in je eigen woorden, samen hoe de VN dat willen doen.

Proefversie@VANIN

c Ho e blijkt bij de tweede en derde doelstelling het idealistische karakter van de VN? Duid aan in de tekst in paars.

d Komt de tekst, zoals die hier staat, uit een rechtsgeldig document? Argumenteer.

67 C Machtsv erhoudingen in de wereld

OPDRACHT 2

Bron 2 De vlag van de Verenigde Naties

De vlag van de Verenigde Naties heeft een hemelsblauwe achtergrond met het embleem van de Verenigde Naties in het midden. Het embleem op de vlag is wit gekleurd. Het is een afbeelding van de wereldkaart in wat men de equidistante azimutale projectie noemt (gecentreerd op de Noordpool). De kaart wordt omringd door een paar olijftakken. Het embleem, ontworpen door de Amerikaanse architect Donal McLaughlin, wordt officieel aangenomen op 7 december 1946. De vlag met het embleem op 20 oktober 1947.

a Waarom is de wereldkaart op deze manier geprojecteerd?

b Wat is de betekenis van de olijftakken?

c Do or de keuze voor deze projectie ontbreekt echter een werelddeel. Welk continent ontbreekt? Waarom is dat geen probleem?

2

De leden van de VN

De VN zijn een intergouvernementele organisatie, een organisatie die bestaat uit internationaal erkende landen waarvan de regeringen beslist hebben om samen te werken. Volkeren die geen eigen staat hebben of gebieden die internationaal niet erkend zijn, kunnen dus geen officieel lid zijn van de VN.

OPDRACHT 3

Proefversie@VANIN

Bron 3 VN-lidstaten in 1945

68 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties

a Waarom zijn de meeste Afrikaanse landen in 1945 (nog) geen lid van de VN?

b Waarom is Duitsland geen oorspronkelijk lid van de organisatie?

c Zo ek de volgende informatie op.

• Ho eveel lidstaten tellen de VN momenteel?

• Welk land is het meest recente lid?

• Naast off iciële leden kennen de VN ook ‘waarnemende niet-staten’ en ‘waarnemende nietlidstaten’. Tot die eerste categorie behoren vooral allerlei intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties zoals de EU, de Arabische Liga en het Internationale Rode Kruis.

Van die tweede categorie was Vaticaanstad een tijdlang het enige voorbeeld, maar sinds 2012 heeft ook nog een andere ‘natie’ dat statuut gekregen. Welke ‘natie’?

• Voordien had die ‘natie’ het statuut van ‘waarnemend niet-staat’. Wat is eigenlijk het verschil tussen die twee categorieën?

- Een waarnemend niet-staat

- Een waarnemend niet-lidstaat

• Het to ekennen van die aparte statuten is een beslissing van de Algemene Vergadering (waarin alle VN-leden zetelen). Die statuswijziging wordt in 2012 goedgekeurd door 138 leden van de Algemene Vergadering. Negen leden stemmen tegen: Canada, Tsjechië, Micronesië, Nauru, Palau, de Marshalleilanden, Panama en de Verenigde Staten. Welk land heeft nog tegengestemd?

• Geef daar een mogelijke verklaring voor.

Proefversie@VANIN

d Geef een voorbeeld van een volk of een gebied dat niet vertegenwoordigd is in de VN.

69 C Machtsv erhoudingen in de wereld

OPDRACHT 4

De structuur van de VN

Het belangrijkste orgaan van de VN is de Veiligheidsraad (VR). Deze raad heeft als hoofddoel te waken over de vrede en veiligheid in de wereld. De VR telt vijftien leden, die bindende en afdwingbare beslissingen kunnen nemen. Zo kan de VR onwillige partijen allerlei sancties opleggen (bv. een handelsembargo) of zelfs toestemming geven voor een militair optreden (door de VN-leden). Dat laatste gebeurt evenwel niet zo vaak. Ook kan de VR vredesmissies ( ‘blauwhelmen’ ) uitsturen om de vrede in een bepaald gebied te bewaren ( ‘peacekeeping’ ).

Proefversie@VANIN

De vijftien leden van de VR vallen uiteen in twee groepen: vijf permanente en tien nietpermanente leden. Die laatste worden verkozen door de Algemene Vergadering voor een termijn van twee jaar. De VR kan maar een beslissing nemen als 9 van de 15 leden akkoord gaan. Belangrijk daarbij is wel dat geen van de permanente leden mag tegenstemmen, anders is de resolutie niet aangenomen ( vetorecht ). Tijdens de Koude Oorlog (1947-1991; zie les 6) maken de VS en de Sovjet-Unie vaak in eigen voordeel misbruik van dat vetorecht. Vele acties van de VN worden daardoor in die periode verlamd. Zowel dat vetorecht als het permanente lidmaatschap staat al een hele tijd ter discussie. Elke aanpassing van het VN-Handvest vereist echter een goedkeuring van de VR!

In de Algemene Vergadering (AV) zijn alle lidstaten vertegenwoordigd. Dat orgaan, waarin elk lid één stem bezit, behandelt de meest uiteenlopende mondiale problemen. Het vertolkt de opinie van de wereld over bepaalde zaken en gebeurtenissen en geeft louter advies. De AV kan dus nooit een regering dwingen tot actie.

Het Secretariaat is verantwoordelijk voor de dagdagelijkse werking van de VN. Aan het hoofd staat de secretaris-generaal (SG). Die wordt beschouwd als het hoofd en het gezicht van de organisatie. De SG wordt voor een periode van vijf jaar aangesteld door de AV, maar de VR stelt wel de kandidaat voor. Meestal dient een secretaris-generaal twee termijnen.

De Economische en Sociale Raad (Ecosoc) coördineert de sociale en economische werkzaamheden van de VN. Die zijn verdeeld over een dertigtal gespecialiseerde VN-organisaties. De raad wil oorlog onmogelijk maken door de oorzaken ervan tegen te gaan.

Het Internationaal Gerechtshof (IG) behandelt juridische kwesties tussen staten. De uitspraken van het Hof zijn in theorie bindend, maar alle betrokken staten in een geschil moeten eerst wel akkoord gaan om hun zaak voor het Hof te brengen.

Bron 4 Organigram van de VN

Dit beeld zou in orde moeten zijn.

Programma’s en fondsen

Gespecialiseerde organisaties

Functionele commissies

70 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties
3

OPDRACHT 5

a Duid de vijf organen van de VN aan in de lestekst en markeer of onderstreep hun belangrijkste taak. Gebruik eventueel verschillende kleuren.

b Bekijk het organigram van de VN (bron 4). Welke vijf landen vormen de permanente leden van de Veiligheidsraad?

c Verklaar waarom het juist die vijf landen zijn. Denk aan het moment van de oprichting van de VN.

Proefversie@VANIN

d Er is veel kritiek op de samenstelling van de VR en vooral op de permanente leden. Geef twee redenen waarom vele landen/mensen aandringen op een aanpassing.

e Stel dat de huidige p ermanente leden akkoord zouden gaan met een uitbreiding van het aantal permanente leden van de VR, zou die uitbreiding dan vlot verlopen? Motiveer je antwoord.

f Zo ek de volgende informatie op.

• Wie is de huidige secretaris-generaal?

• Wat is zijn of haar nationaliteit?

• Is er o oit een vrouwelijke secretaris-generaal geweest?

Bron 5 Overzicht gebruik vetorecht VR, 1945-november 2023

1946-1965 1966-1985 1985-2005 2006-2012 2013-2023 154 32 18 19 87 * China Frankrijk Verenigd Koninkrijk VS ** Rusland 1 4 46 106 1336 26 34 34 21 8 3 113 22410 * Tussen 1946 en 1971 werd de Chinese zetel in de Veiligheidsraad ingenomen door de Chinese Republiek (Taiwan). ** Tot 1991 Sovjet-Unie 71 C Machtsv erhoudingen in de wereld

a Welke informatie in verband met het gebruik van het vetorecht kun je uit deze grafiek afleiden? Noem twee zaken.

b Welke informatie in verband met het gebruik van het vetorecht kun je niet uit deze grafiek afleiden?

4 Proefversie@VANIN

c Wat is jouw standpunt over het behouden of afschaffen van het vetorecht? Verdedig je standpunt tegenover de rest van de klas.

Een balans van de VN

Elk jaar, in september, is er een grote bijeenkomst van de AV waarop ook heel wat staats- en regeringsleiders aanwezig zijn en er het woord nemen. In 2023 was dat al voor de 78e keer. Telkens blijkt dat de meningen over de rol die de VN in de wereld spelen en moeten spelen, erg verdeeld zijn. Sinds 1945 is er wel geen nieuwe wereldoorlog uitgebroken. Ook het aantal gewapende conflicten tussen landen is al bij al erg beperkt gebleven. Toch is de periode sinds de Tweede Wereldoorlog geen vreedzame periode geweest. Zo zijn er veel conflicten binnen landen geweest (burgeroorlogen). Het Handvest van de VN laat ingrijpen in binnenlandse aangelegenheden moeilijk toe. De VN zijn dus niet goed uitgerust om dergelijke conflicten aan te pakken, al is de organisatie, vooral sinds de jaren 1990, soms wel tussenbeide gekomen in dergelijke conflicten (‘peace enforcement’ ).

Verder heeft ook het gebruik (of misbruik?) van het vetorecht de VN vaak verhinderd om bepaalde problemen op te lossen. Oproepen tot een hervorming van de VR botsen telkens op tegenstand van de permanente leden.

De VN worden eveneens regelmatig verweten te zijn uitgegroeid tot een logge, inefficiënte en geldverslindende organisatie. Pogingen om de organisatie te moderniseren blijken evenmin gemakkelijk. De VN lijden aan een chronisch geldtekort en kunnen niet rekenen op extra financiële middelen.

Een ander veelgehoord verwijt aan het adres van de VN heeft betrekking op het gedrag van sommige blauwhelmen tijdens vredesmissies: corruptie, seksueel misbruik, ongeoorloofd geweld … Desondanks hebben de VN op veel vlakken een constructieve rol gespeeld (of proberen te spelen): in het verloop van de dekolonisatie (zie les 8), op het vlak van wapenbeheersing, in de strijd tegen armoede en honger, op het vlak van duurzame ontwikkeling, in de strijd tegen de klimaatverandering … Ook inzake het vastleggen en het respecteren van mensenrechten hebben de VN een grote bijdrage geleverd. Zo heeft bijvoorbeeld de AV op 10 december 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) goedgekeurd. Naast fundamentele politieke en burgerlijke rechten en vrijheden bevat de verklaring ook sociale, economische en culturele rechten. Alle mannen en vrouwen mogen er aanspraak op maken. De oprichting van een Internationaal Strafhof om personen te vervolgen die zich schuldig hebben gemaakt aan zaken als genocide of oorlogsmisdaden is eveneens een belangrijke maatregel geweest in de bescherming van de mensenrechten. De UVRM en het Strafhof stuiten echter ook kritiek. Een veelgehoord verwijt is dat deze zaken te ‘westers’ zijn en door de westerse landen misbruikt worden om hun belangen te dienen.

72 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties

OPDRACHT 6

Markeer in de tekst:

• (in het ro od) vijf punten van kritiek op (de werking van) de VN;

• (in het gro en) de positieve rol die de VN hebben gespeeld en de verwezenlijkingen van de VN.

OPDRACHT 7

a Zoek een cartoon (bv. op het internet) over de VN. Beantwo ord (waar mogelijk) volgende vragen: Waar heb je die cartoon gevonden? Hoe heb je naar die cartoon gezocht? Wie heeft die cartoon gemaakt? Waar en wanneer is die cartoon oorspronkelijk verschenen? Wat is de boodschap van de cartoon? Waarom heb je juist die cartoon gekozen? Formuleer een historische vraag over de VN waarvoor die cartoon als bron bruikbaar is.

Proefversie@VANIN

b Een belangrijke hedendaagse discussie in verband met mensenrechten betreft de universaliteit van de mensenrechten. Zoek (bv. op het internet) een tekst die de universaliteit ervan verdedigt en een tekst die de universaliteit in vraag stelt. Vergelijk de argumenten die de respectievelijke auteurs gebruiken. Beoordeel ook de betrouwbaarheid en de representativiteit van de auteurs.

c Wat vind je zelf van dit hele debat: zijn mensenrechten absoluut universeel of (tot op zekere hoogte) cultuurgebonden? Motiveer je antwoord.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de begrippen ‘gouvernementele organisatie’, ‘niet-gouvernementele organisatie’, ‘vetorecht’, ‘blauwhelmen’, ‘peace enforcement’, ‘Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens’ en ‘Internationaal Strafhof’ verklaren

2 de vier doelstellingen van de VN noemen

3 het verband tussen die do elstellingen uitleggen

4 wie lid kan worden van de VN noemen

5 waarom aanvankelijk weinig Afrikaanse landen lid zijn van de VN uitleggen

6 de verschillende organen van de VN opno emen

7 de belangrijkste taak of taken van de verschillende organen opnoemen

8 de samenstelling en de werking van de Veiligheidsraad uitleggen

9 vier redenen waarom de VN haar taak niet altijd heeft kunnen vervullen, opnoemen

10 een punt van kritiek in verband met de UVRM en het Internationaal Strafhof noemen

KUNNEN

1 bronnen analyseren

2 gevraagde informatie afleiden uit bronnen

3 aanvullende bronnen en extra informatie opzoeken en selecteren

4 een historische vraag formuleren

5 westerse en niet-westerse p erspectieven op de rol van de VN vergelijken

6 een eigen mening formuleren en verdedigen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

73 C Machtsver houdingen in de wereld

Macht en onmacht van de Verenigde Naties

1 Streven naar vrede en veiligheid

Juni 1945, San Francisco oprichting VN (ondertekening Handvest)

DOEL: oorlogen vermijden/vrede bevorderen (ook door preventief te werken)

2 De leden van de VN

VN = intergouvernementele organisatie

Enkel erkende landen kunnen toetreden.

1945: 51 leden 2023: 193 leden

3 De structuur van de VN

Vijf hoofdorganen:

• Veiligheidsraad (VR)

• Algemene Vergadering (AV)

• Secretariaat

• Ecosoc

• Internationaal Gerechtshof

VR

• Waakt over vrede en veiligheid

• Neemt bindende beslissingen

• Kan sancties opleggen + vredestroepen (‘blauwhelmen’) sturen

• 15 leden 10 niet-permanente leden + 5 permanente leden

• Permanente leden: VS, VK, Rusland, Frankrijk en China (overwinnaars WO II) hebben vetorecht

AV

• Alle lidstaten

• Opinie van de wereld

• Adviserende functie

LES 7 SCHEMA 74 LES 7 Macht en on M ac ht van de v er enigde n aties
Proefversie@VANIN

Secretariaat dagdagelijkse werking VN; onder leiding van secretaris-generaal

Ecosoc coördineert de sociale en economische werkzaamheden

Internationaal Gerechtshof juridische kwesties tussen staten

4 Een balans van de VN

Proefversie@VANIN

Positief

• Geen nieuwe wereldoorlog

• Constructieve rol bij dekolonisatie, wapenbeheersing, strijd tegen armoede, klimaatverandering ...

• UVRM

• Internationaal Strafhof

Negatief (kritiek)

• Kunnen moeilijk ingrijpen bij binnenlandse problemen

• Misbruik van het vetorecht

• Log, inefficiënt en geldverslindend

• Geldtekort

• Wangedrag vredestroepen

75 C Machtsv erhoudingen in de wereld

De dekolonisatie

In 1945 telt de wereld een zestigtal onafhankelijke staten. Vandaag zijn het er bijna tweehonderd. Veel kolonies hebben immers onafhankelijkheid verworven.

Wat leidt tot de dekolonisatie? Hoe verloopt die dekolonisatie? Wat is de balans van de dekolonisatie? Welke uitdagingen brengt de dekolonisatie met zich mee?

Proefversie@VANIN

Kaartnr(s).

1945 1989 1990 1947 1955 1960

DEKOLONISATIE

hoogtepunt Afrikaanse dekolonisatie

Conferentie van Bandoeng

onafhankelijkheid India en Pakistan

De toenemende roep om onafhankelijkheid

einde Koude Oorlog onafhankelijkheid Namibië

Aan het begin van de 20e eeuw zijn nagenoeg heel het Afrikaanse continent en grote delen van Azië en Oceanië gekoloniseerd door Europese landen. De Europese overheersing wordt in de 2e helft van de 20e eeuw echter steeds meer ter discussie gesteld. Plaatselijke leiders en intellectuelen wijzen op het feit dat de waarden die het moederland uitdraagt, zoals vrijheid en gelijkheid, blijkbaar niet gelden voor de oorspronkelijke bewoners van de kolonies. Onafhankelijkheidsbewegingen eisen daarom de dekolonisatie. Door de betere wegen en telegraaf- en telefoonverbindingen die in de kolonies werden aangelegd, kunnen zij gemakkelijker hun boodschap verspreiden. De rol en het optreden van een aantal charismatische persoonlijkheden mogen daarbij niet onderschat worden. Leiders als Gandhi in Indië of Nkrumah in Ghana hebben de plaatselijke bevolking geïnspireerd en dragen zo in grote mate bij aan het dekolonisatieproces.

Daarnaast heeft ook de Eerste Wereldoorlog een grote impact. Gekoloniseerde volkeren zien hoe Europeanen een bloedbad onder elkaar aanrichten. Bovendien moeten ze voor hun bezetters vechten in de gekoloniseerde gebieden. Sommigen worden zelfs aan het westelijk front in Europa ingezet. Na de Eerste Wereldoorlog verwachten zij compensaties voor hun steun en inzet tijdens de oorlog. Toch slaagt Europa erin om tot aan de Tweede Wereldoorlog de kolonies onder controle te houden. Dat tweede conflict verzwakt de Europese landen echter totaal. Ze blijken niet meer in staat om hun controle over Azië en Afrika te behouden, zeker nadat de nieuwe wereldmachten (de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie) samen met de nog jonge Verenigde Naties het kolonialisme

76 LES 8 d e dekolonisatie
8
1

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

afkeuren. Ook de eerste internationale conferentie voor Afro-Aziatische volkeren (1955) in Bandoeng veroordeelt heel scherp het kolonialisme. Gesteund door die nieuwe situatie maken Aziatische en Afrikaanse kolonies zich los van hun Europese moederland.

Onderstreep in de lestekst vier oorzaken van de dekolonisatie.

Bron 1 De dekolonisatie (1945-2002)

Proefversie@VANIN

a In welk continent verkrijgen de meeste kolonies hun onafhankelijkheid al tussen 1945 en 1959?

b Geef drie hedendaagse landen die hun onafhankelijkheid verwerven tussen 1960 en 1974.

c Zoek volgende informatie op.

• In 2011 verwerft Zuid-Soedan als een van de laatste landen in Afrika de onafhankelijkheid. Waarom laat de dekolonisatie zo lang op zich wachten?

• Waarom zijn Zuid-Afrika en Zimbabwe gearceerd?

TIP Ga op zoek naar meer informatie over het ‘apartheidsregime’.

77 C Machtsver houdingen in de wereld

OPDRACHT 3

• In 1990 verwerft Namibië de onafhankelijkheid. Wie controleert het land voordien?

• Geef twee Europese staten die nog overzeese gebiedsdelen hebben en benoem enkele van die gebieden.

Bron 2 De psychologische impact van WO II

Zelfs in de meest afgelegen plattelandsgebieden van Afrika zorgden de gedwongen oogsten, de dienstplicht en de inflatie van de oorlogsperiode voor een grotere ontevredenheid over de koloniale regimes. In deze sfeer kwamen de teruggekeerde ex-militairen met hun enorm verruimde blik op de wereld buiten het dorp en de tirannieën van de plaatselijke koloniale magistraat. Voorheen waren de enige Europeanen die de meeste Afrikanen hadden gezien rijk, goed opgeleid en in gezaghebbende posities. Tijdens de oorlog hadden de Afrikanen samengewerkt en gevochten met een grote verscheidenheid aan Europeanen uit de arbeidersklasse, en ze vonden dat ze weinig van hen verschilden. Ze hadden tegen Europeanen gevochten en ze gedood, in naam van de vrijheid en democratie die hun meestal ontzegd was. Ze hadden Europese armoede in Europa en Europese wreedheid in oorlogsvoering gezien. Daarom zouden Afrikanen met hun ervaring en inzicht nooit terugkeren naar huis als volgzame en onderdanige koloniale arbeidskrachten. Weinig ex-militairen speelden een rol van betekenis in het leiderschap van de daaropvolgende onafhankelijkheidsbewegingen. Maar hun invloed op het ondermijnen van het aura en prestige van de Europeanen in Afrika was aanzienlijk.

Uit: K. Shillington, History of Africa. Bloomsbury Academic, 2019

Kevin Shillington doceert begin jaren 1970 geschiedenis en Engels in het middelbaar onderwijs in Zambia. In de jaren 1980 leidt hij geschiedenisleraren op aan de Universiteit van Botswana. Tegenwoordig is hij een onafhankelijk historicus en biograaf, gespecialiseerd in Afrikaanse geschiedenis.

a Waarom heeft WO II een grote psychologische impact gehad op Afrikaanse militairen?

Proefversie@VANIN

b Welke rol spelen die militairen in de dekolonisatie?

78 LES 8 d e dekolonisatie

OPDRACHT 4

Visies

Bron 3 De Amerikaanse president Roosevelt

Frankrijk heeft het land 30 miljoen inwoners bijna honderd jaar gekoloniseerd, maar de bevolking is er nog slechter aan toe dan in het begin. (…) Frankrijk heeft het land honderd jaar lang uitgezogen. De bevolking van Indochina heeft recht op iets beters.

Uit: F.D. Roosevelt, Memorandum gericht aan Cordell Hull [toenmalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken], 24 januari 1944 Franklin Roosevelt is de 32e president van de Verenigde Staten. Zijn ambtstermijn loopt van 1933 tot 1945 en overspant een belangrijke periode in de Amerikaanse geschiedenis. In 1944 is Indochina nog een Franse kolonie. Vandaag bestaat het uit de staten Vietnam, Cambodja en Laos. Na WO II domineren de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de wereldpolitiek. Beide grootmachten proberen zo veel mogelijk landen binnen hun invloedssfeer te brengen tijdens de Koude Oorlog.

Bron 5 Sp eech Kwame Nkrumah (1958)

Bekijk het videofragment online.

VIDEO

Bron 4 Propagandaposter Sovjet-Unie

Deze propagandaposter (99 x 55 cm) uit de Sovjet-Unie dateert van 1961. Op dat moment is de dekolonisatie volop bezig. Het opschrift luidt: ‘Er is geen plek voor kolonialisme op de wereld’. We zien een Afrikaanse man met een schop. Hij torent uit boven een kolonist die een zweep vasthoudt. We lezen op de voetafdrukken op het Afrikaanse continent de woorden ‘slavernij’, ‘diefstal’, ‘hongersnood’ en ‘terreur’.

Bron 6 De Franse president de Gaulle

Natuurlijk, in een tijd waarin kolonisatie de enige manier was om door te dringen tot in slaap gesukkelde volkeren, waren we kolonisatoren, en soms zelfs imperialistisch en hardvochtig. Maar al met al laat wat we als zodanig hebben bereikt een grotendeels positieve balans achter voor de naties waar we het hebben gedaan.

Proefversie@VANIN

In 1957 wordt Ghana als een van de eerste Afrikaanse landen onafhankelijk. De eerste president is Kwame Nkrumah. Nkrumah is een belangrijke voorstander van het panafrikanisme, de ideologie die streeft naar de eenheid en samenwerking van Afrikaanse volkeren. Zijn regeerstijl wordt na verloop van tijd bijzonder autocratisch, waardoor het leger hem in 1966 afzet met een staatsgreep.

Uit: C. de Gaulle, De Gaulle vous parle, 1967 Charles de Gaulle is tijdens WO II een Franse generaal en leider van de Franse regering in ballingschap. Na WO II wordt hij de voorlopige president van Frankrijk. In 1946 treedt hij echter af vanwege meningsverschillen. Door de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog komt Frankrijk in een crisis terecht. De roep naar een sterke leider zorgt ervoor dat de Gaulle een herkansing krijgt als politiek leider in 1958. Hij blijft tot 1969 president van Frankrijk. Na verloop van tijd erkent de Gaulle de noodzaak van onafhankelijkheid voor Afrikaanse landen, maar hij wil tegelijk de Franse invloed in de wereld behouden.

79 C Machtsv erhoudingen in de wereld
op kolonialisme (jaren 1940-1960)

a Ho e wordt er in de bronnen naar het kolonialisme gekeken? Geef een antwoord voor elke bron.

Roosevelt (bron 3): Sovjet-Unie (bron 4):

Proefversie@VANIN

De Gaulle (bron 6): Nkrumah (bron 5):

b Ho e kun je de verschillende perspectieven op het kolonialisme verklaren? Welke invloed speelt standplaatsgebondenheid bij de interpretatie van het kolonialisme in de bronnen? Beargumenteer voor elke bron.

Roosevelt (bron 3) en Sovjet-Unie (bron 4):

De Gaulle (bron 6): Nkrumah (bron 5):

2

Dekolonisatie: een moeizaam proces

Ondanks de nieuwe internationale orde, de toenemende kritiek en hun algemene verzwakking, weigeren de meeste Europese landen hun kolonies zonder meer op te geven. Omdat gesprekken over nieuwe verhoudingen tussen moederland en kolonie meestal snel vastlopen, grijpen beide partijen geregeld naar de wapens. Het moederland om de controle over de kolonie te behouden en opstanden te onderdrukken, de gekoloniseerde bevolking om haar vrijheid via een gewapend conflict af te dwingen. De lijst van kolonies die hun onafhankelijkheid in een gewelddadige context verwerven, is dan ook lang. Tussen 1954 en 1962 ervaart Frankrijk bijvoorbeeld de complexiteit van de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog. In tegenstelling tot andere gebieden beschouwen de Fransen Algerije niet als een kolonie, maar als gewoon Frans grondgebied (Frans-Algerije). Politieke inspraak krijgen de oorspronkelijke bewoners van Algerije niet. Enkel Franse kolonisten hebben aanvankelijk stemrecht. Daarom begint de Algerijnse

80 LES 8 d e dekolonisatie

onafhankelijkheidsbeweging vanaf 1954 een guerrillaoorlogvoering tegen de Franse overheersing. Wat volgt is een spiraal van terreur en repressie, waarbij zowel de Fransen als de Algerijnen nergens voor terugdeinzen. Uiteindelijk verkrijgt Algerije zijn onafhankelijkheid in 1962.

De Koude Oorlog, die op hetzelfde moment de wereld in zijn greep krijgt, bemoeilijkt eveneens de dekolonisatie. Zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie steunen openlijk de dekolonisatie. Ze hopen invloed te kunnen uitoefenen op nieuw gevormde staten, en zo toegang te verkrijgen tot hulpbronnen of strategisch belangrijke zeeroutes te controleren. Veel nieuwe staten doen aanvankelijk moeite om uit de Koude Oorlog te blijven. Heel wat leiders laten zich echter paaien en menen ook voordeel te halen uit de tegenstellingen tussen de supermachten.

a Werd de bron gemaakt door een voorstander of tegenstander van de Algerijnse onafhankelijkheid? Beargumenteer je antwoord.

Proefversie@VANIN

Tussen 1954 en 1962 woedt er een oorlog tussen Frankrijk en Algerijnse onafhankelijkheidsbewegingen. Het is een heel complex conflict, omdat de Fransen Algerije niet als een kolonie, maar als Frans grondgebied beschouwen. In Frans-Algerije woont bovendien een aanzienlijke Franse gemeenschap: de piedsnoirs. Zowel het Franse leger als de Algerijnse onafhankelijkheidsbewegingen maken zich schuldig aan terreur tegen burgers. In 1956 wordt een affiche uitgebracht door l’Union pour le salut et le renouveau de l’Algérie Française. We lezen op de affiche: ‘Geen Frans-Algerije meer … Geen Frankrijk meer!’

b Ho e visualiseert de maker van de bron het conflict en wat wil hij daarmee bereiken?

81 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Bron 7 De Algerijnse onaf hankelijkheidsoorlog OPDRACHT 5

De balans van de dekolonisatie

Vandaag zijn er officieel zo goed als geen kolonies meer. Toch kan men zich terecht afvragen of de dekolonisatie ook tot een echte bevrijding heeft geleid. Veel kolonies worden vooral politiek onafhankelijk. Dikwijls blijft de culturele invloed van het vroegere moederland groot.

Op economisch vlak staan de meeste ex-kolonies aanvankelijk vrij zwak, waardoor ze soms zijn aangewezen op buitenlandse investeringen. Vanaf het einde van de 20e eeuw verschijnen er ook nieuwe spelers op het toneel. Zo breidt China zijn invloed in Afrika al decennialang uit. Chinese investeringen hebben de infrastructuur van Afrika verbeterd, maar zorgen tegelijk voor een enorme schuldenlast bij Afrikaanse staten.

Actuele conflicten kunnen teruggevoerd worden op de koloniale tijd door de langdurige en diepgaande invloeden van de koloniale overheersing. Veel kolonies zijn door de kolonisatoren gecreëerde kunstmatige landen. De koloniale machten hielden bij het trekken van de grenzen geen rekening met de verschillende etnische en/of religieuze groepen die in het gebied woonden. In het verleden hebben de kolonisatoren handig gebruikgemaakt van de rivaliteiten tussen die groepen om een verdeel-en-heerspolitiek te voeren. Dat alles bemoeilijkt uiteraard het eenheidsgevoel in de voormalige kolonies. Geregeld komen de verschillende groepen met elkaar in conflict.

Kunstmatige grenzen, etnische en religieuze spanningen, een kwetsbare economie, armoede, buitenlandse inmenging … dragen bij tot de instabiliteit van voormalige kolonies. Democratische regimes hebben in zo’n context minder kans op slagen. Verschillende ex-kolonies krijgen daardoor dictatoriale regeringen waarvan de leidende groepen vooral hun eigenbelang nastreven, met corruptie en persoonlijke verrijking als gevolg. Er breken dikwijls opstanden, staatsgrepen en burgeroorlogen uit.

Het is belangrijk om op te merken dat zeker niet alle gedekoloniseerde landen het slachtoffer worden van burgeroorlogen en dictatoriale regimes. Heel wat staten ontwikkelen duurzame democratische systemen en een sterke economie. Singapore en Maleisië hebben over het algemeen stabiele politieke regimes gekend. Bovendien zetten beide landen sterk in op industrialisatie, onderwijs, technologische vooruitgang en een moderne infrastructuur. In Afrika geldt Botswana al jaren als een land met een stabiel politiek klimaat. Veel van zijn inkomsten uit diamanten heeft het land geïnvesteerd in onderwijs en gezondheidszorg. Afrika heeft door zijn groeiende, jonge en almaar beter geschoolde en gezondere bevolking een enorm economisch potentieel.

Proefversie@VANIN

82 LES 8 d e dekolonisatie
3

OPDRACHT 6

De deling van India

Bron 8 Kaart India, Pakistan en Bangladesh

Proefversie@VANIN

Bron 9 Getuigenis Sudershna Kumari

Brits-Indië is een Britse kolonie in Zuid-Azië, en omvat de hedendaagse landen India, Pakistan, Bangladesh en delen van Myanmar. In 1947 eindigt de Britse overheersing en wordt Brits-Indië opgedeeld in twee onafhankelijke staten: India en Pakistan. In 1971 verklaart Bangladesh zich onafhankelijk van Pakistan. De deling is gebaseerd op religieuze verschillen, waarbij de meeste moslims in Pakistan terechtkomen, en de meeste hindoes in India. Het resulteert in massale volksverhuizingen en wederzijds geweld tussen beide geloofsgemeenschappen. Miljoenen hindoes, sikhs en moslims worden het slachtoffer daarvan. In het filmfragment getuigt een Indische vrouw hoe de gedwongen migraties ook haar hebben getroffen. Vandaag blijven Pakistan en India bittere rivalen. De vooral door moslims bevolkte regio Kasjmir is nog steeds betwist gebied. India en Pakistan hebben meerdere oorlogen gevoerd om de controle over het territorium.

83 C Machtsver houdingen in de wereld
VIDEO

a Waarom kun je stellen dat Brits-Indië een kunstmatige politieke eenheid is?

b Op basis waarvan wordt Brits-Indië in 1947 opgedeeld in twee onafhankelijke staten?

c Wat is het gevolg daarvan voor de plaatselijke bevolking?

d Welk hedendaags conflict kun je nog steeds terugvoeren op de deling van Brits-Indië?

4

Dekolonisatie van de geest en openbare ruimte

De kolonisatie en de bijbehorende propaganda hebben een grote invloed gehad op de denkpatronen en ideeën van de kolonisator en de gekoloniseerde. Daarom pleiten sommige schrijvers voor een ‘dekolonisatie van de geest’. De lokale bevolking van de kolonies krijgt tijdens de koloniale overheersing de boodschap mee dat zij minderwaardig is, terwijl in koloniserende staten het gevoel ontstaat dat de westerse cultuur superieur is. Koloniale denkbeelden en stereotypen leven nog steeds voort in de hedendaagse maatschappij.

Ook in de publieke ruimte is het koloniale erfgoed nog sterk aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan koloniale standbeelden of straatnamen. Die komen steeds meer onder vuur te liggen. Wereldwijd zijn dergelijke koloniale symbolen het doelwit van vandalisme geweest. Daarom voorzien steden nu vaak een infobord bij de beelden. In sommige gevallen verwijdert men zelfs monumenten uit het straatbeeld om ze vervolgens in een museum te plaatsen. Ook het oprichten van een ‘tegenmonument’ wordt vaak voorgedragen als mogelijke oplossing. Ten slotte vormt ook de koloniale roofkunst een gevoelig thema dat de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen. Het heeft geleid tot internationale debatten, waarbij voormalige kolonies de teruggave van hun cultureel erfgoed eisen.

OPDRACHT 7

Proefversie@VANIN

Dekolonisatie van de openbare ruimte

Bron 10 Verwijderen standbeeld Cecil Rhodes

In 2015 wordt na aanhoudend protest en veelvuldig vandalisme het standbeeld van de Britse imperialist Cecil Rhodes verwijderd aan de Universiteit van Kaapstad in ZuidAfrika. Het monument wordt gezien als een symbool van het koloniale verleden en de ongelijkheid in het onderwijsstelsel.

84 LES 8 d e dekolonisatie

Bron 11

Het Slavernijmonument van de kunstenaar Alex da Silva is een monument ter herinnering aan het Nederlandse slavernijverleden. Ruim 60 000 Afrikaanse slaven worden met Rotterdamse schepen vanaf Afrika naar Suriname en de Nederlandse Antillen vervoerd. Ook vanuit andere steden, zoals Amsterdam of Middelburg, worden slaven naar Amerika gebracht.

a Op welke manieren gaat men vandaag anders om met koloniaal erfgoed?

Proefversie@VANIN

b Ho e vind jij dat de kolonisatie herinnerd mag worden? Beargumenteer je visie en gebruik daarbij historische argumenten, dat wil zeggen dat je verwijst naar feiten uit het verleden. Schrijf je antwoord in essayvorm op een afzonderlijk blad.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘dekolonisatie van de geest’ en ‘dekolonisatie van de openbare ruimte’ verklaren

2 vijf factoren die het dekolonisatieproces hebben gestimuleerd, opnoemen en uitleggen

3 vier factoren die het dekolonisatieproces hebben bemoeilijkt, opnoemen en uitleggen

4 de balans van de dekolonisatie beoordelen

5 voorbeelden geven van actuele conflicten die teruggevoerd kunnen worden op de koloniale tijd

KUNNEN

1 de dekolonisatie situeren in het historisch referentiekader

2 informatie uit bronnen halen

3 bronnen met elkaar vergelijken

4 de b etrouwbaarheid van een bron beoordelen

5 de invlo ed van standplaatsgebondenheid verklaren bij de interpretatie van een historische gebeurtenis

6 vragen aan het verleden stellen om actuele spanningsvelden te verklaren

7 een standpunt ten opzichte van een maatschappelijk probleem beargumenteren vanuit de studie van heden en verleden

8 historische argumenten gebruiken in debatten over actuele maatschappelijke fenomenen.

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

85 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Slavernijmomument Rotterdam

De dekolonisatie

1 De toenemende roep om onafhankelijkheid

OORZAKEN:

• kritiek plaatselijke leiders en intellectuelen

• de wereldoorlogen

• charismatische p ersoonlijkheden

• b etere wegen en telegraaf- en telefoonverbindingen

• rol Verenigde Staten en Sovjet-Unie, later Verenigde Naties

• conferentie voor Afro-Aziatische volkeren (1955)

2 Dekolonisatie: een moeizaam proces

Europese landen weigeren kolonies op te geven dekolonisatie in gewelddadige context

• Bv. Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962)

Koude Oorlog bemoeilijkt dekolonisatie

• Verenigde Staten en Sovjet-Unie willen invloed uitoefenen op onafhankelijke staten

3 De balans van de dekolonisatie

Negatief:

• culturele en economische invloed blijven groot

• nieuwe spelers zoals China

• actuele conflicten hebben wortels in koloniale periode

• dictatoriale regeringen, opstanden, staatsgrepen, burgeroorlogen … door te plotse overgang

Positief:

• staten met duurzame demo cratische systemen en sterke economie (bv. Singapore en Maleisië)

• enorm economisch potentieel in Afrika door jonge, groeiende, beter geschoolde en gezondere bevolking

Proefversie@VANIN

4 Dekolonisatie van de geest en de openbare ruimte

• Dekolonisatie van de geest = koloniale denkbeelden en stereotypen leven voort in hedendaagse tijd

• Dekolonisatie van de openbare ruimte = beelden, straatnamen, monumenten … die verwijzen naar koloniale periode als reactie vandalisme, infoborden, verwijdering, tegenmonumenten …

LES 8 SCHEMA 86 LES 8 d e dekolonisatie

Onderzoek 1: Dipenda –twee visies op de koloniale periode

Dipenda, afgeleid van het Franse ‘indépendance’, is de term die door de Congolese vrijheidsbeweging wordt gebruikt vanaf de jaren 1950. Op 30 juni 1960 wordt de Belgische kolonie Congo onafhankelijk. De dag verloopt niet zoals gepland.

Wat gebeurt er? Welke visies op de kolonisatie botsen met elkaar? Kijken we vandaag met dezelfde ogen naar 1960 als toen?

Proefversie@VANIN

Kaartnr(s).

De onafhankelijkheid van Congo komt ook in de audiovisuele media aan bod. Het filmjournaal over 30 juni 1960 is afkomstig uit het archief van Belgavox, een bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in het maken van filmjournalen voor bioscopen. Die journalen worden dan voor de eigenlijke film in de bioscoop getoond. Het officiële programma van de dag begint met een plechtigheid in de kathedraal van Leopoldstad (nu Kinshasa). Daarna vindt om 11 uur de machtsoverdracht plaats in het Paleis van de Natie. In de zaal zijn Belgische, Congolese, buitenlandse prominenten en de internationale pers aanwezig, alleen mannen. De bestuurstaal van de kolonie is altijd het Frans geweest. Die taal wordt ook de officiële taal van de onafhankelijke staat Congo. Koning Boudewijn, die België vertegenwoordigt, houdt als eerste een toespraak, waarin hij de onafhankelijkheid uitroept. Na afloop komt president Kasavubu aan het woord. Premier Lumumba heeft de dag voordien de toespraak van Boudewijn gelezen. Hij vindt dat hij het daarbij niet kan laten en schrijft zelf een toespraak als reactie op die van Boudewijn. Hoewel niet voorzien in het officiële programma, neemt Patrice Lumumba na president Kasavubu het woord.

Uit: Het archief van Belgavox, 1960

De foto toont de verwelkoming van koning Boudewijn op het vliegveld op 29 juni 1960: in het midden premier Lumumba, rechts president Kasavubu.

87 C Machtsv erhoudingen in de wereld
HEDENDAAGSE TIJD
1945
BRONNEN
Bron 1 Filmjournaal
VIDEO

VIDEO

VIDEO

Bron 2 Een filmverslag over de toespraken tijdens de onafhankelijkheidsplechtigheid

Uit: 1960, uw geboortejaar in beeld. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2008 Het filmverslag is een compilatie, een samenvoeging van fragmenten van de toespraken van Boudewijn, Kasavubu en Lumumba.

Bron 3 De toespraak van koning Boudewijn

Mijnheer de president

Heren

De onafhankelijkheid van Congo is het eindresultaat van het werk dat is ingezet met de uitzonderlijke persoonlijkheid van koning Leopold II, en dat hij aanpakte met vastberaden moed en dat met volharding is voortgezet door België. Zij betekent een beslissend moment in de bestemming, niet alleen van Congo zelf, maar ik aarzel niet om het te zeggen, van heel Afrika. Gedurende 80 jaar heeft België de beste van zijn zonen naar uw land gestuurd, eerst om het Congobekken te bevrijden van de afschuwelijke slavenhandel die uw bevolkingen uitdunde, later om de verschillende volkeren – die vroeger vijanden waren – dichter bij elkaar te brengen en zich voor te bereiden om samen de grootste van de onafhankelijke Afrikaanse staten te vormen. (…)

Proefversie@VANIN

Op dit historisch moment, moet onze gedachte uitgaan naar de pioniers van de ontvoogding van Afrika, en naar hen die na hen, van Congo gemaakt hebben wat het vandaag is. Zij verdienen evenzeer onze bewondering en uw erkentelijkheid. (…)

Vanaf het begin heeft Congo zijn grenzen opengezet voor de internationale handel, zonder dat België ooit een alleenrecht heeft uitgeoefend dat uitsluitend op zijn eigenbelang gericht was. Congo heeft spoorwegen gekregen, allerlei zee- en luchtvaartlijnen (…). Een medische dienst, waarvan het op punt stellen meerdere tientallen jaar vroeg, is geduldig georganiseerd en heeft u bevrijd van vele verwoestende ziekten. Talrijke en opmerkelijk goed uitgeruste hospitalen zijn gebouwd. De landbouw is verbeterd en gemoderniseerd. Grote steden zijn gebouwd, en doorheen gans het land vertonen de woonvoorwaarden en de hygiëne een opmerkelijke vooruitgang. Industriële ondernemingen hebben de natuurlijke bodemrijkdommen tot hun recht laten komen. (…) Dankzij de missiescholen, evenals degene die de openbare machten oprichtten, kent de basiseducatie een aanzienlijke uitbreiding; een intellectuele elite is zich aan het vormen, waardoor uw universiteiten snel zullen groeien. (…)

De grote onafhankelijkheidsbeweging die gans Afrika meesleept, heeft bij de Belgische bewindvoerders het grootste begrip gevonden. Ten overstaan van het eensgezinde verlangen van uw bevolkingen, hebben wij niet geaarzeld om u vanaf nu deze onafhankelijkheid toe te kennen. (…)

Voortaan bevinden België en Congo zich zij aan zij, als soevereine staten, maar door vriendschap verbonden en besloten om mekaar te helpen. (…) De Belgische vertegenwoordigers zijn bereid om u een loyale en open medewerking te verlenen. Uw taak is immens en u bent de eersten om er zich rekenschap van te geven. De grootste

88 ONDERZOEK 1 di P en da – t wee visies o P d e koloniale P er iode
Links de nog jonge koning Boudewijn, helemaal rechts president Kasavubu

VIDEO

gevaren die u bedreigen zijn: de onervarenheid van de bevolkingen zichzelf te besturen, de stammentwisten die vroeger zoveel kwaad hebben veroorzaakt (…), de aantrekking die buitenlandse grootmachten kunnen uitoefenen op bepaalde streken (…) klaar om te profiteren van het minste teken van zwakte. Uw leiders zullen de moeilijke taak kennen om te regeren. Het algemene belang van het land zullen zij op de eerste plaats van hun bekommernissen moeten zetten. (…)

(…) Breng de toekomst niet in het gedrang door haastige hervormingen, en vervang de instellingen niet die België u overdraagt, zolang u niet zeker bent er betere te kunnen maken. (…) Vergeet niet dat een serene en onafhankelijke rechtspraak een element van sociale vrede is; de garantie van het respect van het recht van iedereen verschaft een staat een grote morele autoriteit bij de internationale publieke opinie. Aarzel niet u tot ons te wenden. Wij staan klaar om aan uw zijde te blijven om u te helpen met onze raad, om technici en ambtenaren te vormen die u nodig zult hebben. (…) Mijne heren, de ogen van de hele wereld zijn op u gericht. (…) Blijf één, en u zult u waardig tonen om de grote rol, waartoe u geroepen bent, te spelen in de geschiedenis van Afrika.

Volk van Congo, mijn land en ik, wij erkennen met vreugde en emotie dat Congo toegang krijgt op deze dag, 30 juni 1960, in volledige harmonie en vriendschap met België, tot de onafhankelijkheid en de internationale soevereiniteit. Moge God Congo beschermen!

Boudewijn, Koning der Belgen

Zoals al gezegd houdt koning Boudewijn als eerste een toespraak. De in vetjes gedrukte tekst zijn de stukjes uit het filmverslag.

Proefversie@VANIN

Mannen en vrouwen van Congo Medestrijders van de onafhankelijkheid, vandaag de overwinnaars,

Ik groet u in naam van de Congolese regering. Aan u allen, vrienden, die zonder ophouden aan onze zijde hebt gestreden, vraag ik van deze 30e juni 1960 een beroemde datum te maken, [een datum] die u onuitwisbaar gegrift in uw harten zult bewaren. (…) Want ook al wordt vandaag de onafhankelijkheid van Congo afgekondigd in goede verstandhouding met België (…), toch kan geen enkele Congolees, die naam waardig, vergeten dat ze werd bekomen door een strijd [ applaus ] , een strijd van elke dag, (…) waarin wij onze krachten, onze bezittingen, ons lijden, ons bloed, niet hebben ontzien. (…)

Links premier Lumumba, rechts in tropenuniform koning Boudewijn

Wat ons lot is geweest gedurende 80 jaar koloniaal bewind, onze wonden zijn nog te vers en te pijnlijk opdat wij ze uit ons geheugen zouden kunnen wissen. (…) Wij hebben spot moeten ondergaan, beledigingen, slaag, ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds omdat we negers waren. Wie zal vergeten dat men bij een zwarte altijd ‘tu’ gebruikte, zeker niet zoals bij een vriend, maar wel omdat het eerbare ‘vous’ alleen maar voor blanken was voorbehouden?

89 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Bron 4 Toespraak van premier Patrice Lumumba

Wij hebben het meegemaakt dat onze gronden geplunderd werden in naam van zogezegde wetteksten, die niets anders deden dan het recht van de sterkste erkennen. Wij hebben moeten ervaren dat de wet nooit gelijk was, naargelang je blank of zwart was , inschikkelijk voor de enen, wreed en onmenselijk voor de anderen. (…)

Wij hebben het meegemaakt dat in de steden schitterende huizen stonden voor de blanken en bouwvallige hutten voor de zwarten, dat een neger niet toegelaten was in bioscopen noch restaurants, noch in de winkels van de Europeanen. (…)

Proefversie@VANIN

Wie zal ten slotte de terechtstellingen vergeten (…) de cellen waar ze diegenen [brutaal] ingooiden die niet meer bereid waren zich te onderwerpen aan een rechtssysteem van onderdrukking en uitbuiting? [ applaus ] Aan dit alles, mijn broeders, hebben wij heel diep geleden.

Maar wij, die door de stemming van uw verkozen vertegenwoordigers werden aangesteld om ons dierbaar land te leiden, wij die in lichaam en ziel geleden hebben aan de koloniale onderdrukking, wij zeggen u heel luid, dat alles is voortaan voorbij. De republiek Congo is uitgeroepen, en ons dierbaar land is nu in de handen van zijn eigen kinderen. Samen, mijn broeders, mijn zusters, gaan wij een nieuwe strijd beginnen, een edele strijd die ons land zal leiden naar vrede, welvaart en grootheid. Samen zullen wij de sociale rechtvaardigheid opbouwen en ervoor zorgen dat iedereen de juiste vergoeding voor zijn werk ontvangt.

[ applaus ] (…)

Wij zullen een einde maken aan de onderdrukking van vrijheid van denken en er zorg voor dragen dat alle burgers ten volle zullen genieten van de fundamentele vrijheden, die voorzien zijn in de Verklaring van de Rechten van de Mens. [ applaus ] Wij zullen daadwerkelijk iedere discriminatie opheffen en aan iedereen zijn rechtvaardigde plaats geven, [een plaats] die hem zijn menselijke waardigheid, zijn arbeid en zijn toewijding aan het land zal bezorgen. Wij zullen niet de vrede van geweren en bajonetten laten regeren, maar de vrede van de harten en van de goede wil. [ applaus ]

En voor dit alles, waarde landgenoten, wees er zeker van dat wij niet alleen op onze enorme kracht en onze immense rijkdommen kunnen rekenen. Maar ook op de hulp van talrijke buitenlandse landen waarvan wij de medewerking zullen aanvaarden, als zij loyaal zullen zijn en als die ons niet gelijk welke politiek zullen proberen op te leggen. [ applaus ] Op dit vlak, is België – dat eindelijk de zin van de geschiedenis begrepen heeft en niet geprobeerd heeft zich te verzetten tegen onze onafhankelijkheid – klaar om ons zijn hulp en vriendschap aan te bieden. (…)

(…) De onafhankelijkheid van Congo betekent een beslissende stap in de bevrijding van het hele Afrikaanse continent. [ applaus ] Ziehier, Sire, excellenties, dames, heren, mijn waarde landgenoten, mijn rassenbroeders, mijn strijdmakkers, wat ik u heb willen zeggen in naam van de regering, op deze luisterrijke dag van onze volledige en soevereine onafhankelijkheid. [ applaus ] (…) Eer aan de strijders voor de nationale vrijheid. Leve de onafhankelijkheid en de Afrikaanse eenheid! Leve het onafhankelijke en soevereine Congo! [ langdurig applaus ] Patrice Emery Lumumba, premier

Na de ‘brave’ toespraak van president Kasavubu komt premier Lumumba aan het woord. De in vetjes gedrukte tekst zijn de stukjes uit het filmverslag.

90 ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode

30 juni 1960. Eerbetoon aan het standbeeld van koning Leopold II en de graven van de Belgische pioniers van de kolonisering. Koning Boudewijn en president Kasavubu staan vooraan.

Proefversie@VANIN

Premier Gaston Eyskens op het vliegveld, omringd door journalisten, bij zijn terugkeer uit Congo op 1 juli 1960

De collectieve herinnering aan een bepaalde gebeurtenis of periode uit het verleden is geen vaststaand gegeven, maar kan in de loop van de tijd veranderen. In 2010 wordt de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo gevierd. Verjaardagen zijn vaak momenten waarop vanuit het heden teruggekeken wordt op het verleden. Er is een duidelijke verandering gekomen in de manier waarop men naar de koloniale periode kijkt. Maar het is duidelijk dat racisme en discriminatie van Afrikanen nog steeds een realiteit zijn in onze samenleving.

91 C Machtsv erhoudingen in de wereld
VIDEO
Bron 5 Tweede toespraak van premier Patrice Lumumba Bron 6 Terugblik door Gaston Eyskens in zijn memoires Bekijk deze bron op iDiddit. Bron 7 Interview met Gaston Eyskens op de luchthaven op 1 juli 1960 VIDEO Bron 8 Het Lumumbaplein in Brussel

Hank Willis Thomas, Justice, Peace, Work (Stolen Sword Punctum), 2019 In 2019 heeft de Amerikaanse kunstenaar Hank Willis Thomas een aantal werken gemaakt rond de relatie tussen Antwerpen en Congo. Dit beeld zoomt in op het triomfantelijk gebaar van Ambroise Boimbo, die op Onafhankelijkheidsdag de sabel van Boudewijn stal. Het kunstwerk stelt een hand voor die een sabel vasthoudt. De kunstenaar ziet het motief van de hand niet langer als een icoon van geweld en lijden, maar van overwinning en bevrijding.

Proefversie@VANIN

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 bronnen kritisch analyseren

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 de invlo ed van de eigen standplaatsgebondenheid en die van anderen op historische beeldvorming analyseren

4 het Congolese en Belgische perspectief op de onafhankelijkheid van Congo vergelijken

5 de collectieve herinnering aan het koloniale tijdperk uitleggen

6 b etekenissen uitleggen die vandaag gegeven worden aan de koloniale tijd

7 historische b eeldvorming evalueren

8 een historische vraag beantwoorden aan de hand van bronnen en historische redeneerwijzen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

92 ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode
Bron 9 De sab el van Boudewijn
VIDEO
Bron 10 Fragment uit ‘Kinderen van de kolonie’

Naam:

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

De Onafhankelijkheidsdag in de audiovisuele media Bekijk bron 1 en 2.

a Wat heb je gezien? Wat wist je al, wat is nieuw?

b Vanuit welk perspectief, welke standplaats, zijn de filmbeelden gemaakt?

c Wat zegt het journaal over de toespraken?

d In welk jaar is het filmverslag bij bron 2 gemaakt?

e Valt het onmiddellijk op dat stukjes van de toespraken aan elkaar geplakt zijn?

De toespraken van Boudewijn en Lumumba (bron 3 en 4) onder de loep Werk per twee en vergelijk de inhoud van de toespraken. Hoe kijken Boudewijn en Lumumba terug op de koloniale periode? Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen?

Boudewijn

Begroeting

Wie heeft ervoor gezorgd dat Congo onafhankelijk kan worden?

Ho e is de onafhankelijkheid tot stand gekomen?

Lumumba

Ho e kijken zij terug op de koloniale periode?

Welke concrete situaties worden genoemd?

Hoe kijken zij naar de relaties in de toekomst?

Duid aan in de tekst. Duid aan in de tekst.

OPDRACHT 3

Proefversie@VANIN

Hieronder vind je enkele stellingen. Zijn ze juist of fout? Argumenteer mondeling.

JuistFout

a Tijdens de koloniale periode wordt de Congolese bevolking gediscrimineerd.

b Tijdens de koloniale periode hebben de Congolezen evenveel rechten als de Belgen.

c Tijdens de koloniale periode wordt een wegen- en spoorwegennet uitgebouwd in Congo.

93 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Nr.: Score:
Klas:

OPDRACHT 4

Standplaatsgebondenheid en beeldvorming

a Historici gebruiken regelmatig het begrip standplaatsgebondenheid. Wat bedoelen ze daarmee?

b Zijn de toespraken in bron 3 en 4 een voorbeeld van standplaatsgebondenheid? Argumenteer.

c Zowel Boudewijn als Lumumba zet een bepaald beeld van het verleden in de verf. Welk beeld? Met welke bedoeling?

OPDRACHT 5

Terugblik op bron 1 tot en met 4

a Kan uit de korte filmverslagen alleen opgemaakt worden dat de toespraak van Lumumba een reactie is op de toespraak van Boudewijn? Argumenteer.

b Geven die korte fragmenten een goed beeld van de inhoud van beide toespraken?

c Wat is het grote verschil tussen het filmverslag van de toespraak van Boudewijn en die van Lumumba?

OPDRACHT 6

Bekijk bron 5.

a Wat is inhoudelijk en qua to on verschillend in beide toespraken van Lumumba?

b Heb je daar een verklaring voor? Formuleer een hypothese.

OPDRACHT 7

Bekijk bron 6.

a Wat zijn memoires?

b Is het verslag van Eyskens in zijn memoires aannemelijk of niet? Argumenteer.

c De titel van bron 5 luidt ‘Tweede toespraak van premier Patrice Lumumba’. Zoek een betere titel voor de bron.

OPDRACHT 8

Proefversie@VANIN

Lees bron 7, het verslag van de gebeurtenissen door Gaston Eyskens.

a Premier Eyskens herschrijft in het interview de gebeurtenissen van de vorige dag. Akkoord of niet? Argumenteer.

b Wat is de b edoeling van zijn woorden? Wat wil hij daarmee bereiken?

c Is ‘Operatie schadebeperking’ een goede titel? Argumenteer.

94 ONDERZOEK 1 di P en da – t wee visies o P d e koloniale P er iode

OPDRACHT 9

OPDRACHT 10

Congo in de collectieve herinnering Bekijk bron 8.

a Wat zijn collectieve herinneringen?

b Zo ek op wat de Black Lives Matter-beweging is. Argumenteer waarom die beweging ook onze kijk op de koloniale periode verandert of kan veranderen.

c Brussel heeft op vraag van de Belgisch-Congolese gemeenschap in 2018 een Patrice Lumumba-plein gekregen. Waarom?

Bekijk bron 9.

d Welk perspectief kiest de Amerikaanse kunstenaar Hank Willis Thomas met zijn werk?

In aflevering 5 van de reeks ‘Kinderen van de kolonie’ (bron 10) komen enkele zwarte jongeren aan het woord over hoe zij ervaren dat de autochtone Belg vandaag de Afrikaan ziet.

Geef enkele voorbeelden van de manier waarop vandaag nog naar Afrikanen wordt gekeken in België.

SLOTOPDRACHT

Proefversie@VANIN

Schrijf in essayvorm een kort antwoord op de historische vragen van deze les. Gebruik historische redeneerwijzen zoals: oorzaak, gevolg, evolutie, verandering, perspectief, agency en historische context.

Denk aan volgende elementen:

a Wat is er gebeurd op 30 juni 1960?

b Welke visies op de kolonisatie botsen met elkaar?

c Kijken we vandaag met dezelfde ogen naar 1960 als toen?

Te bekijken of deze pagina nog bij de vorige 2 pagina’s kunen ... te bekijken in functie van opdracht 2 en 3

95 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Voorlopig hebben we deze pagina nog niet opgeschoven ... wachten op de aanpassingen van opdracht 2 en 3 bij onderzoek.

De Europese eenmaking

West-Europa is eeuwenlang geteisterd door verschrikkelijke oorlogen. In de 20e eeuw voert België tweemaal oorlog met Duitsland. Vandaag lijkt zo’n oorlog ondenkbaar.

Welke weg heeft West-Europa in die halve eeuw afgelegd? Welke mijlpalen zijn er in de recente West-Europese geschiedenis? Hoe hebben de WestEuropese landen zich georganiseerd om tot samenwerking te komen? Met welke problemen wordt de Europese Unie vandaag geconfronteerd?

Kaartnr(s).

Proefversie@VANIN

West-Europa speelt eeuwenlang een overheersende rol in de wereldgeschiedenis. De Tweede Wereldoorlog maakt daar definitief een einde aan. Europa komt als verliezer uit de strijd. Een groot deel van de oorlog is hier uitgevochten. Het verlies aan mensenlevens is enorm en de economie is een grote puinhoop. De Koude Oorlog die erop volgt, verdeelt bovendien Europa in twee blokken. Na de Tweede Wereldoorlog blijft onder de Europese landen een grote verdeeldheid bestaan. Landen denken in termen van eigen nationaal belang en zien in de ander eerder een concurrent dan een medestander. Toch zijn er ook stemmen die pleiten voor een grotere samenwerking.

In mei 1950 stelt de Franse minister Robert Schuman voor om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal in het leven te roepen. Het jaar daarop ondertekenen zes landen in Parijs het ‘Verdrag tot oprichting van de EGKS’.

In 1957 worden in Rome de Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom ondertekend. De lidstaten willen streven naar een eengemaakte economische markt en het vreedzame gebruik van atoomenergie bevorderen. De lange weg naar economische eenmaking begint nu met kleine stapjes. Met het Verdrag van Maastricht (1992) gaat de eengemaakte Europese markt van start. Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is dan een feit. Elke burger van de Europese Unie kan voortaan vlot van in het noorden van Finland tot het zuiden van Spanje reizen. Wonen, werken en studeren in een andere lidstaat zijn geen probleem meer. Het verdrag geeft de Europese staten een nieuwe uitdaging: het

97 C Machtsv erhoudingen in de wereld
9
EGKS Verdragen van Rome Verdrag van Maastricht
1957 1992 2001 2007 2020 1993 1951
EU Verdrag van Nice Verdrag van Lissabon Brexit Alle Menschen werden Brüder
1

OPDRACHT 1

omvormen van de Unie tot een Economische en Monetaire Unie. De lidstaten moeten daarvoor hun economisch beleid op elkaar afstemmen. Een belangrijke stap is de invoering van een nieuwe eenheidsmunt: de euro. Vanaf 1999 is dat de officiële munt binnen de Unie (behalve voor het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden). In 2002 worden de nationale munten ook daadwerkelijk vervangen door euro’s.

In 1950 start de Europese samenwerking met zes lidstaten. Midden 2024 omvat de Europese Unie 27 landen. Begin 2024 zijn negen landen kandidaat om lid te worden van de Europese Unie, waaronder Oekraïne. De uitbreiding die de Unie sinds haar ontstaan gekend heeft, werpt vandaag echter grote vragen op naar de toekomst toe. De instellingen die in 1950 voor zes lidstaten zijn ontworpen, werken niet efficiënt met zo’n grote groep landen. Sinds 2001 worden verschillende pogingen ondernomen om daarin verandering te brengen. Het Verdrag van Lissabon dat in werking treedt in 2009 hervormt de organisatie van de Unie en de wijze waarop beslissingen worden genomen. Er komt ook een permanente voorzitter van de Europese Raad en een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken. Voor belangrijke zaken is er nog altijd unanimiteit nodig. Een land kan zo tegen alle andere landen in een beslissing tegenhouden. Andere vragen zijn: Waar liggen de grenzen van Europa? Op welke gronden kan de Unie de toegang weigeren aan landen die aan de huidige of toekomstige lidstaten van de Unie grenzen? Welke gevolgen heeft een uitbreiding naar het oosten voor de relatie met de Sovjet-Unie? Wat als de VS hun houding tegenover Europa veranderen? Kunnen de burgers van de Unie zich nog wel vinden in dit Europese project of zullen nog landen het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk volgen en uit de Europese Unie stappen? Enzovoort.

Bron 1 Let Europ e arise!

Ik zou tot u willen spreken over het drama van Europa. Dit oude continent is de wieg van het christelijke geloof en van de christelijke moraal. Hier vonden de voornaamste scheppingen van kunst, filosofie en wetenschap hun oorsprong (...) En toen ontstonden in dat Europa de verschrikkelijke nationalistische oorlogen, die wij in de negentiende eeuw en zelf tijdens onze generatie hebben gezien en die de vrede en de hoop van de hele mensheid ruïneerden

Onder de overwinnaars hoort men een Babelse spraakverwarring, onder de overwonnenen heerst een wanhopig stilzwijgen. Dat is er geworden van een Europa, verdeeld over zoveel staten. Indien de grote republiek aan de andere kant van de oceaan er zich ten slotte geen rekenschap van had gegeven dat de ruïne of de terugweg naar de slavernij in Europa haar eigen ondergang zou betekenen, en indien wij de reddende handen niet hadden gegrepen, zouden de donkere eeuwen reeds teruggekeerd zijn.

Proefversie@VANIN

Er bestaat echter een geneesmiddel dat, als het algemeen werd aanvaard, als door een wonder de situatie totaal zou kunnen veranderen, waardoor geheel Europa, of minstens het grootste deel ervan, even vrij en gelukkig zou worden als de Zwitsers van onze dagen.

98 LES 9 d e euro P es e een M ak ing

Wat dat geneesmiddel is? Het bestaat uit het hervormen van de Europese familie, haar een nieuwe structuur te geven, die haar veroorlooft te leven en te geloven in vrede, veiligheid en vrijheid. Wij moeten een soort van Verenigde Staten van Europa scheppen. Een eerste stap in het herscheppen van de Europese familie moet een partnerschap zijn tussen Frankrijk en Duitsland.

Uit: Toespraak van Winston Churchill, Zürich, 19 september 1946

Winston Churchill is premier van het Verenigd Koninkrijk gedurende de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) en nadien van 1951 tot 1955. Bij de eerste verkiezingen na het einde van de oorlog in Europa verliezen de conservatieven met Churchill de verkiezingen. Hij wordt een veelgevraagd spreker in de westerse wereld. In zijn toespraak aan de universiteit van Zurich houdt hij een pleidooi voor de heropstanding van Europa. Maar hij is voorstander van een gepaste afstand van het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van Europa. Op dat moment is het land nog een grote koloniale mogendheid die Europa niet nodig heeft (We British have our own Commonwealth of Nations).

a Wie is ‘de grote republiek aan de andere kant van de oceaan’?

b Wat stelt Churchill voor als geneesmiddel voor Euopa? Wat is de plaats van het Verenigd Koninkrijk daarin?

Proefversie@VANIN

De bijdrage tot de beschaving welke door een georganiseerd en levend Europa kan worden geleverd, is onmisbaar voor de handhaving van vreedzame betrekkingen (...) Daar Europa niet tot stand gekomen is, hebben wij de oorlog gekend. De vereniging van Europa kan niet ineens worden verwezenlijkt (...) het verenigde Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij een feitelijke solidariteit als uitgangspunt zal moeten worden genomen. Voor de vereniging van de Europese volkeren is het noodzakelijk dat de eeuwenoude tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland wordt overbrugd: de ondernomen actie dient in de eerste plaats Frankrijk en Duitsland nader tot elkaar te brengen.

Met het oog daarop stelt de Franse regering voor onmiddellijk de actie te concentreren op een punt van beperkte strekking doch van beslissende betekenis: ‘De Franse regering stelt voor de gehele Frans-Duitse productie van kolen en staal te plaatsen onder een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit, in een organisatie welke openstaat voor deelname van de andere landen van Europa.’ Door de samenvoeging van de kolen- en staalproductie zullen onmiddellijk de gemeenschappelijke grondslagen voor de economische ontwikkeling,

99 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Bron 2 Het Schumanplan OPDRACHT 2

de eerste fase van de Europese volkerengemeenschap, worden gelegd en zal er een wending optreden in het lot van deze gewesten welke lange tijd oorlogswapens hebben moeten vervaardigen waarvan zij zelf regelmatig het slachtoffer zijn geweest.

Uit: Verklaring van Robert Schuman, 9 mei 1950

Robert Schuman is de Franse minister van Buitenlandse Zaken. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog wil Frankrijk Duitsland zwak houden. Het begin van de Koude Oorlog in 1947 brengt hierin verandering. Het Schumanplan behandelt de BRD (West-Duitsland) als een gelijkwaardige partner. De verklaring ligt aan de basis van wat later de EU is geworden.

a Wat stelt Schuman voor in zijn verklaring?

Proefversie@VANIN

b Waarvoor staat het letterwoord EGKS?

c Zo ek op welke landen er bij de oprichting deel van uitmaken.

a Onderstreep wat van toepassing is. De Verdragen van Rome willen

• streven naar een eengemaakte Europese markt.

• de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro.

• het vreedzame gebruik van atoomenergie bevorderen.

• een gemeenschapp elijk parlement voor alle aangesloten landen.

b Met welk verdrag wordt het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal een feit?

c Waar is dat vrije verkeer van toepassing?

100 LES 9 d e eu ro P e se een M a king
OPDRACHT
3

OPDRACHT 5

Bron

a Ho eveel landen maken vandaag deel uit van de Europese Unie?

b Wat is de gemeenschappelijke munt van de Unie? Wordt die door alle landen gebruikt?

Proefversie@VANIN

Bron 4 Het Verdrag van Maastricht

Artikel 6

1 De Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden , en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben.

Artikel 49

Elke Europese staat die de in artikel 6, lid 1 genoemde beginselen in acht neemt, kan verzoeken lid te worden van de Unie. Hij richt zijn verzoek tot de Raad, die besluit met eenparigheid van stemmen na de Commissie te hebben geraadpleegd en na instemming van het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij volstrekte meerderheid van zijn leden.

Uit: Het verdrag i.v.m. de Europese Unie, ondertekend in Maastricht op 7 februari 1992

a Welke landen kunnen vragen om lid te worden van de Europese Unie?

b Wie beslist uiteindelijk over de toelating?

101 C Machtsv erhoudingen in de wereld
in 2024
4
3 De Europese Unie
OPDRACHT

De Europese instellingen

De Europese Unie heeft zeven instellingen: de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de Europese Raad, het Europees Parlement, het Hof van Justitie, de Europese Centrale Bank en de Europese Rekenkamer. De verdeling van de macht over de politieke instellingen is ingewikkelder dan bij nationale staten. Dat komt omdat de lidstaten hun macht niet uit handen willen geven. De Unie moet dus voortdurend een evenwicht zoeken tussen een federaal en een confederaal Europa

De Europese Commissie, die zetelt in Brussel, is een belangrijke instelling van de Europese Unie. Zij beschikt over het initiatiefrecht: dat betekent dat alleen zij wetgevende voorstellen kan indienen. Bovendien ziet zij toe op de uitvoering van de genomen beslissingen en beheert zij het geld van de Europese Unie. De Commissie wordt voor een periode van vijf jaar aangewezen. Voorlopig is er een commissaris voor elke lidstaat. De EU beschikt daardoor over 28 commissarissen. Dat zorgt voor een versnippering van bevoegdheden en bemoeilijkt de vergaderingen.

De Raad van de Europese Unie (kortweg de Raad) is de instelling die, net als het Europees Parlement, over de wetgevende voorstellen van de Commissie beslist. Hij bestaat uit ministers van de lidstaten. Zij beslissen of een voorstel voor een nieuwe rechtsregel wordt aangenomen of afgewezen. De samenstelling van de Raad verschilt naargelang het onderwerp. Als de Raad over landbouw praat, komen bijvoorbeeld de ministers van Landbouw samen. Op belangrijke terreinen – zoals het buitenlands beleid of belastingen geldt bij beslissingen de regel van de unanimiteit.

De Raad beslist ook mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting).

De Raad komt normaal samen in Brussel.

De Europese Raad of de Europese Top is de samenkomst van staatsen regeringsleiders, de voorzitter, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de voorzitter van de Europese Commissie. De Raad komt minimaal tweemaal per half jaar samen.

De voorzitter van de Europese Raad kan die Raad vaker samenroepen, als dat nodig zou zijn. Dat is de laatste jaren vaak gebeurd. Die bijeenkomst heeft geen wetgevende macht, maar speelt toch een heel belangrijke rol. De Europese Raad beslist over de grote lijnen van de Europese toekomst en hakt vaak moeilijke knopen door. De voorzitter wordt door de leden van de Europese Raad gekozen voor een periode van tweeënhalf jaar. De eerste voorzitter was de Belg Herman Van Rompuy.

De eerste voorzitter was de Belg Herman Van Rompuy, van juni 2012 tot november 2014.

Proefversie@VANIN

Het Europees Parlement (EP) stemt net als de Raad van de Europese Unie over de wetgevende voorstellen van de Commissie. Daarnaast controleert het de Commissie en beslist mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting). Om de vijf jaar zijn er Europese verkiezingen. Het EP telt 751 leden. De gewone voltallige zittingen van het Parlement hebben maandelijks in Straatsburg plaats. De rest van de tijd werken de Europarlementsleden in Brussel.

Het Hof van Justitie waakt over de toepassing van de Europese verdragen en kan beslissingen van de Commissie, de Raad of de lidstaten die strijdig zijn met de verdragen, nietig verklaren. Als een nationale rechtbank niet goed weet wat de precieze betekenis is van een bepaalde Europese rechtsregel, moet het Hof de juiste uitleg geven. Het Hof zetelt in Luxemburg.

102 LES 9 d e eu ro P e se een M a king
2

OPDRACHT 6

a Onderstreep de belangrijke woorden in de lestekst.

b Noteer in het schema b oven elke instelling van de EU de juiste naam.

controle

BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL LUXEMBURG LUXEMBURG S TRAATSBURG

Regeringen van de lidstaten

OPDRACHT 7

Proefversie@VANIN

Burgers van de Europese Unie

c Leg aan de hand van het schema mondeling de werking van de Europese instellingen uit.

Bron 5 Cartoon over het Europees Parlement

a Wat is de boodschap van deze cartoon over het Europees Parlement?

b Zo ek via internet op wie de huidige voorzitter van het Europees Parlement is.

c Zoek ook voor drie verschillende Vlaamse partijen de naam van een Europees Parlementslid op.

103 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de begrippen ‘federaal’ en ‘confederaal Europa’ uitleggen

2 het ontstaan van de Europ ese Unie historisch situeren

3 in heel algemene lijnen de evolutie van EGKS tot EU schetsen

4 de instellingen van de EU opno emen en bespreken

5 de invoering van de euro in de tijd situeren

KUNNEN

1 een historische kaar t lezen

2 informatie over de Europese samenwerking opzoeken

3 een organigram van de EU ontleden

Proefversie@VANIN

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

104 LES 9 d e euro P es e een M ak ing

De Europese eenmaking Proefversie@VANIN

1 Alle Menschen werden Brüder

Europa

• West-Europa overheerst eeuwenlang de wereld.

• WO I = einde overheersing Europa

• Na WO II grote verdeeldheid Europa, toch ook stemmen voor samenwerking

Schumanplan EGKS (1951)

• Gemeenschapp elijke markt kolen en staal

• Zes landen (Benelux, Italië, Frankrijk, West-Duitsland)

Verdragen Rome (1957)

• EEG en EURATOM

• Begin van economische eenmaking

Verdrag Maastricht (1992)

• Eengemaakte markt

• Vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal

Euro

• 1999 invoering

• 2002 o ok munten en biljetten

Verdrag Lissabon (in voege vanaf 2009)

• Hervormt organisatie + wijze van beslissen binnen Unie

• Nieuw: p ermanente voorzitter Europese Raad

Evolutie lidstaten

• Oorspronkelijk: 6

• 2024: 27

Vragen en uitdagingen voor de Unie

• Naar ho eveel lidstaten?

• Ho e Unie verder organiseren?

2 De Europese instellingen

• De Europese Raad (kortweg de Top): bepaalt het algemene beleid

• De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers, kortweg de Ministerraad): wetgevende macht

• De Europese Commissie: uitvoerende macht, wetsvoorstellen indienen

• Het Europees Parlement (EP): wetgevende macht

• Het Hof van Justitie: rechterlijke macht

• De Rekenkamer

• De Europese Centrale Bank

LES 9 SCHEMA 105 C Machtsv erhoudingen in de wereld

D

Maatschappelijke veranderingen

Dit onderdeel behandelt enkele belangrijke sociale, economische en culturele veranderingen gedurende de laatste 200 jaar. We bestuderen de impact van de mens op het milieu, de protestbewegingen in de jaren 1960 en 1970, de emancipatie van de vrouw en de gevolgen van de globalisering op het dagelijkse leven. We nemen de draad op bij de industriële revolutie. Fris eerst even je geheugen op met behulp van de onderstaande bronnen.

Bron 1 De tewerkstelling per sector

150016001700180019002000

Deze bronnen tonen enkele belangrijke veranderingen in de 19e en 20e eeuw. Zijn de volgende stellingen juist of fout?

JuistFout

Proefversie@VANIN

a De pro centuele tewerkstelling in de landbouw daalt spectaculair in de 19e en 20e eeuw.

b De pro centuele tewerkstelling in de industrie blijft in de 20e eeuw stijgen.

c Het gezin vlaswevers geeft meer dan een vierde van zijn totale inkomen uit aan brood.

80 60 40 20
SECUNDAIR TERTIAIR PRIMAIR INDUSTRIËLE REVOLUTIE 2 D Maatschappelijke veranderingen
Bron 2
gezin
1840 6 broden 3,75 F karnemelk, bloem 1,75 F aardapp elen, anderhalve kg per dag 1,45 F spek 1,25 F boter of vet 0,70 F koff ie 0,55 F was 0,35 F verwarming 1,50 F verlichting 0,30 F kledij 0,50 F huur 1,60 F Totaal 13,20 F
Wekelijkse uitgaven van een
van vlaswevers in

Onderzoek 2: mens en milieu, een problematische relatie?

De wereldbevolking, de productie van goederen en het klimaat ondergaan de laatste eeuwen grote veranderingen. De kranten staan vandaag vol met berichten over het klimaat.

Wat is er op die verschillende vlakken veranderd? Zijn die veranderingen uniek? Wat is het aandeel van de mens?

Proefversie@VANIN

Kaartnr(s).

Hier zie je enkele krantenkoppen over het klimaat uit de krant De Standaard van 2023. In 2013 verschijnen er in die krant 78 artikelen waarin het woord ‘klimaatopwarming’ voorkomt, in 2023 zijn het er 181.

3 D Maatschappelijke veranderingen
TIJD MODERNE TIJD HEDENDAAGSE TIJD
1945
VROEGMODERNE
±1750
Bron 1 De krantenkopp en BRONNEN

Bron 2 Het demografisch transitiemodel

40 30 20 10

natuurlijke aangroei

totale bevolking geboortecijfer sterftecijfer

Het demografisch transitiemodel is een manier om de bevolkingsontwikkeling te verklaren. Er zijn in dit model vier fasen: de hoogstationaire fase, de vroegexpansieve fase, de laatexpansieve fase en de laagstationaire fase.

Geen enkel land bevindt zich vandaag nog in de eerste fase. Ruw geschetst bevindt zwart Afrika zich grotendeels in de vroegexpansieve fase, Azië in de laatexpansieve fase en de westerse wereld in de laagstationaire fase.

Bron 3 Evolutie van de wereldbevolking 1750-2023 (in miljarden)

Uit: www.worldometers.info

Worldometers is een referentiewebsite die cijfers en statistieken over verschillende onderwerpen publiceert.

Bron 4 De samenstelling van de Belgische bevolking (leeftijdspiramide)

Uit: www.statbel.fgov.be

Structuur van de bevolking op 1 januari per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1000 inwoners

9 8 7 6 5 4 3 2 1 170017501800 1804 1922 1959 1974 1987 1999 2011 2023 18501900195020002050 0 miljard jaar 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 1881 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 1971 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 20 30 40 50 60 1971 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 2010 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 2021 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 4 ONDERZOEK 2 M ens en M ili eU, een prOB leM ati sche rel atie ?
STATIONAIR VROEGEXPANSIEF LAATEXPANSIEF LAAGSTATIONAIR
HOOG-
Proefversie@VANIN

Grafiek op basis van gegevens uit: www.statbel.fgov.be Statbel is het Belgische bureau voor statistiek. Het verzamelt, maakt en verspreidt betrouwbare cijfergegevens over de Belgische economie, de samenleving en het grondgebied.

Proefversie@VANIN

Jean-Baptiste Joseph Wynantz, Gezicht op Gent, ca. 1815-1820, aquarel, uitsnede

Op de achtergrond staat de SintPietersabdij, op de voorgrond liggen de bleekvelden (de gemaaide grasvelden waar het linnen werd gebleekt).

Théodore Fourmois, Gezicht op Gent vanuit het zuiden, ca. 1845, uitsnede

Links de Sint-Pietersabdij, rechts onderaan de stoomtrein aan het Zuidstation

Naar: https://ourworldindata.org Our World in Data is een samenwerkingsverband tussen onderzoekers van de Universiteit van Oxford en de nonprofitorganisatie Global Change Data Lab.

182518501875190019251950197520002025 14 miljoen jaar 12 10 8 6 4 2 0 175017751800182518501875190019251950197520002021 35 30 25 20 15 10 5 0 miljard ton jaar wereld 5 D Maatschappelijke veranderingen
Bron 6 Gent in de vro ege 19e eeuw Bron 5 Evolutie van de Belgische b evolking 1831-2023 (in miljoenen) Bron 7 Gent in het midden van de 19e eeuw Bron 8 Uitstoot koolstofdioxide wereld 1750-2021 (in miljard ton)

Bron 9 Uitstoot koolstofdioxide België 1830-2021 (in miljoen ton)

Naar: https://ourworldindata.org Er zijn drie tijdelijke dalingen in de stijging van CO 2: de eerste twee door de wereldoorlogen, de laatste door de crisis van de jaren 1980. Vanaf 2002 daalt de uitstoot van CO 2 vooral door inspanningen van de industrie.

Proefversie@VANIN

Bron 10 Globale gemiddelde temperatuurstijging 1850-2022

Bron 11 Gemiddelde temperatuur in Ukkel (1833-2022)

Naar: Met Office Hadley Centre Het Met Office is de Britse tegenhanger van het KMI.

Naar: Klimaat.be, op basis van gegevens KMI in Ukkel

Bron 12 Lakenfabriek in de omgeving van Pepinster (1850)

Uit: B. Van der Herten, La Belgique industrielle en 1850 Brussel, 1995

In de Vesdervallei worden in de loop van de 19e eeuw fabrieken gebouwd. De vallei wordt geleidelijk volgebouwd met huizen in de nabijheid van de fabrieken.

1850 6 8 10 12 14 jaar trendlijn jaarlijkse waarde ° C 1875 1900 1925 1950 1975 2000 2022 18021825 1875 1925 19752000 1850 1900 1950 2021 120 100 80 60 40 20 0 miljoen ton jaar 1850 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 °C jaar 1875 1900 1925 1950 1975 2000 2025 6 ONDERZOEK 2 M ens en M ilieU, een p rOB leM atische r elatie ?

Bron 14 Roekeloos rivierbeheer

Ook de overstromingen en aardverschuivingen die de voorbije weken België, Duitsland en Nederland teisterden waren geen natuurrampen. Allereerst omdat de hevige regenval en alle andere steeds intensere en steeds sneller terugkerende weerextremen alleen door een door de mens veroorzaakte klimaatverandering kunnen worden verklaard.

Maar ook omdat er een duidelijk verband is tussen de ramp vandaag en tweehonderd jaar roekeloos rivierbeheer, waarbij rivieren getransformeerd werden in snelwegen voor water. (…) De snelstromende bijrivieren van de Maas waren al voor 1800 een gedroomde bron van waterkracht voor het aandrijven van watermolens die textielmachines, smeedhamers, blaasbalgen of boormachines in werking zetten. (…) Stoommachines hadden water nodig en dus vestigde men zich in de enige ruimte die in de vallei beschikbaar was: de weilanden langsheen de Vesder (…)

Proefversie@VANIN

Het overstromingsrisico vormde ook voor de fabriekseigenaren een probleem, al waren ze vooral beducht voor het periodieke tekort aan water door het onregelmatige debiet van de rivier. (…) Een kanalisatie van de Vesder werd bestudeerd, maar uiteindelijk kwam men tot stuwdammen als oplossing. Waren er dan voor de industrialisatie nooit overstromingen in de Vesder? Toch wel, elk jaar zelfs. En hoewel het landschap maximaal was ingericht op de opvang van overstromingswater, kon men toch niet verhinderen dat af en toe een brug of een gebouw werd meegesleurd. (…) Dat daarbij slachtoffers vielen, was echter zeldzaam. Lokale bronnen noteren vol afschuw hoe bij een overstroming van de Vesder in 1763 het lichaam van een vrouw uit Limbourg in Fraipont aanspoelt. De aandacht voor de ongelukkige vrouw bewijst dat rivieroverstromingen waarbij tientallen doden, laat staan honderden, vallen zeldzaam tot zelfs onbestaand waren.

In de vallei van de Vesder wordt België vandaag geconfronteerd met de erfenis van zijn industrieel verleden. Dat die erfenis sociaal en ecologisch gitzwart is, wisten we al langer. Nu blijkt ze ook te bestaan uit een risicovolle omgang met rivieren, die door de klimaatverandering op scherp wordt gesteld. Het was de overheid die in de negentiende eeuw door spoorwegen,

7 D Maatschappelijke veranderingen
Bron 13 De Vesdervallei in de omgeving van Pepinster (2021)

concessies en stuwdammen de mogelijkheid schiep om de vallei te industrialiseren. Ook nu zal naar diezelfde overheid gekeken worden om een duurzaam watersysteem tot stand te brengen, in een door het verleden zwaar beladen omgeving.

Uit: T. Soens, ‘Wat aan de Vesder gebeurde, was geen “natuurramp”: dit is het gevolg van menselijke beslissingen’, in: De Morgen online, 3 augustus 2021

Tim Soens is milieuhistoricus bij het Centrum voor Stadsgeschiedenis, Universiteit Antwerpen. Hij schrijft dit artikel kort nadat het oostelijk deel van ons land getroffen werd door zware overstromingen, veroorzaakt door aanhoudende regenbuien. In totaal vallen daarbij in ons land 39 do den. In de Vesdervallei is de schade het grootst.

Proefversie@VANIN

Bron 15 Klimaatverandering is van alle tijden

De berichtgeving over de huidige opwarmende trend in het klimaat laat soms anders uitschijnen, maar klimaatverandering is van alle tijden. Doorheen de geschiedenis volgden warmere en koudere perioden elkaar op. De 14e eeuw was in dat opzicht een belangrijk scharniermoment. Toen kwam er een einde aan (...) de warme periode die haar hoogtepunt kende van de 10e tot de 13e eeuw. De eeuwen daarna koelde het klimaat gestaag af, tot een ‘Kleine IJstijd’ bereikt werd die zijn dieptepunt kende in de 17e eeuw. (…) Het klimaat [was] tijdens de middeleeuwen minstens even warm als vandaag, mogelijk zelfs warmer. Dat maakte wijnbouw mogelijk in landen als Zweden en Engeland, maar ook in de Vikingkolonies op Groenland. Door de global cooling die in de 14e eeuw begon, kwam aan dat alles langzaam maar zeker een einde.

Het afgelopen millennium kende verschillende perioden van abrupte afkoeling, als gevolg van zware vulkaanuitbarstingen. Die katapulteerden zodanig veel fijnstof de stratosfeer in, dat de energetische kracht van de zon wereldwijd terugliep (…) Ook de 14e eeuw kende zo’n klimaatcrisis. In 1315 kwam in Nieuw-Zeeland de vulkaan Tarawera tot uitbarsting. [Dat] bracht een koudegolf op gang, die zich daarop jarenlang over de hele planeet manifesteerde. Europa kende een serie uitzonderlijk barre winters en kletsnatte, kille zomers. (…) Tijdens de zomers van 1315 en 1316 viel er zodanig veel regen dat de rivieren buiten hun oevers traden. In de Ardennen, waar de rivieren zich door nauwe rivierdalen moeten murwen, werden hele dorpen weggevaagd. Bruggen over Samber en Maas stortten met luid geraas in. Het weinige graan dat kon ontkiemen, rotte op het veld weg voor het kon rijpen. Een hongersnood van Bijbelse omvang was het gevolg. De ramp strekte zich uit van Ierland tot in Rusland. (…) Een meteorologische ramp van zo’n omvang kon toen niet anders geïnterpreteerd worden dan als een straf van God.

Vervallen we, dat alles indachtig, vandaag niet te snel in doemdenken wanneer het gaat over ons weer? Talrijk zijn de krantenartikelen die stellen dat we net de warmste, droogste of natste maand ‘ooit’ meemaakten. Terwijl daarover pas sinds 1833 gegevens worden bijgehouden. Amper 190 jaar dus. Zo’n korte periode is een momentopname in de geschiedenis. Een hik in de tijd. Daarvoor speelde zich een eeuwigheid af, waarin het weer ook al bokkensprongen maakte en het klimaat ook al veranderde. Meer dan eens bracht dat kommer en kwel. Maar telkens spartelde de mens zich erdoor.

Uit: J. Vermeersch, ‘Klimaatstress in de middeleeuwen’, in: De Standaard online, 25 september 2023 Joren Vermeersch is jurist, historicus en auteur. Zijn column verschijnt tweewekelijks op maandag in de krant De Standaard.

8 ONDERZOEK 2 M ens en M ilieU, een p rOB leM atische r elatie ?

Bron 16 Is klimaatverandering wel van alle tijden?

Vervallen we niet te snel in doemdenken over het klimaat, vraagt Joren Vermeersch zich af in zijn column in deze krant (…) Klimaatverandering is van alle tijden, vroeger was het veel erger en dankzij onze inventiviteit is er niet echt een probleem.

Die drieledige redenering rammelt aan alle kanten. (…) Laten we beginnen met de premisse van Vermeersch dat het middeleeuws klimaatoptimum [de middeleeuwse warme periode] te vergelijken valt met de huidige klimaatopwarming. Los van het feit dat het warmere klimaat in de hoge en late middeleeuwen niet veroorzaakt werd door menselijke activiteiten, was er geen sprake van een consequente en gestage klimaatverandering. (…) Klimaatverandering laat zich echter vooral voelen door weersextremen. Vermeersch probeert onze angst en vertwijfeling over de recente bosbranden, overstromingen en hittegolven te temperen door te stellen dat we in het verleden al erger hebben meegemaakt. (…) Die historische truc verhult echter het feit dat geen enkele periode in ons verleden zoveel weersextremen zo kort na elkaar te slikken had. (…) De ironie is dat we vandaag, in tegenstelling tot in 1315, zelf de oorzaak zijn van deze klimaatverandering. (…) Door onze CO₂-uitstoot creëren we onze eigen rampen. Dat brengt ons bij het laatste punt. We zijn vandaag niet minder kwetsbaar tegenover klimaatrampen. We moeten niet blasé doen over klimaatverandering. Pepinster heeft ons eraan herinnerd dat neerslag een land als België, met een lange staat van dienst in het omgaan met water en overstromingen, in het hart kan treffen. (…) De zomer van 2023 is wereldwijd de warmste zomer ooit gemeten. Dat bracht talloze weersextremen en rampen met zich mee. (…) Als er één zaak is die we kunnen leren uit het verleden, is het dat kwetsbare maatschappijen enorm te lijden hebben onder klimaatverandering. Als we dat nu kunnen vermijden door de klimaatverandering en onze maatschappelijke kwetsbaarheid aan banden te leggen, hebben we de plicht om dat te doen.

Uit: M. De Keyzer, L. Walschap en T. Soens, ‘Het relativisme van Joren Vermeersch over klimaatverandering is gevaarlijk’, in: De Standaard online, 26 september 2023 In een opiniestuk in de krant De Standaard nemen historici gespecialiseerd in milieugeschiedenis een column van de historicus Joren Vermeersch kritisch onder de loep.

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 historische bronnen en gebeurtenissen in het referentiekader situeren

Proefversie@VANIN

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 bronnen vergelijken

4 de bruikbaarheid en b etrouwbaarheid van historische bronnen beoordelen in functie van een historische vraag

5 een historische vraag beantwoorden aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

9 D Maatschappelijke veranderingen

Naam: Klas: Nr.: Score:

OPDRACHT 1

Bekijk de krantenkoppen in bron 1 en noteer twee zaken die je opvallen.

OPDRACHT 2

De wereldbevolking heeft de laatste eeuwen een grote verandering ondergaan. Wat is er veranderd?

a Welke bronnen zijn bruikbaar om die historische vraag te beantwoorden?

b Geef een definitie van geb oortecijfer/sterftecijfer.

c Hoe wordt het geboortecijfer beïnvloed? En het sterftecijfer?

Geboortecijfer:

Sterftecijfer:

d Vervolledig het schema over het demografische transitiemodel. Gebruik volgende begrippen: klein – groot – vertragend – klein tot negatief – hoog – laag – dalend – zwart Afrika – Azië – westerse wereld – nergens

HoogstationairVroegexpansiefLaatexpansiefLaagstationair

Proefversie@VANIN

Geboortecijfer

Sterftecijfer

Bevolkingsgroei

Waar

e Vergelijk de groei van de wereldbevolking met de Belgische groei. Verklaar.

f Je hoor t wel eens dat de bevolkingsgroei oorzaak is van de klimaatverandering. Geven de bronnen een antwoord op die stelling? Motiveer.

g Bestudeer bron 4 en b eschrijf de evolutie van de samenstelling van de Belgische bevolking.

10 ONDERZOEK 2 M ens en M ilieU, een p rOB leM atische r elatie ?

OPDRACHT 3

h Verklaar bij de piramide van 1971 de inkrimping van 50-54-jarigen.

i Welke conclusie kan naar de toekomst toe getrokken worden?

j In welke fase van het demografische transitiemodel bevindt België zich vandaag? Verklaar waarom de Belgische bevolking toch groeit.

Sinds twee eeuwen is de westerse samenleving geëvolueerd van een agrarische naar een industriële samenleving. Die industriële transitie heeft grote gevolgen.

a Situeer bron 6 en 7 in het referentiekader.

Bron 6:

Bron 7:

b Vergelijk bron 6 en 7. Wat is er in Gent veranderd op korte tijd?

c Hoe wordt die ontwikkeling genoemd?

d Wat zijn de gevolgen voor het milieu?

OPDRACHT 4

Bekijk bron 8 en 9.

a Beschrijf de evolutie van de uitstoot van koolstofdioxide op wereldniveau en voor België.

Proefversie@VANIN

b Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer (temperatuur, windkracht, neerslag …) over een periode van minimaal 30 jaar. De toestand op een bepaald moment is het weer. Wat zijn het Office Hadley Centre en het KMI?

c Kunnen bron 8 en 9 met elkaar vergeleken worden? Argumenteer.

11 D Maatschappelijke veranderingen

d Hoe groot is de stijging op wereldschaal en voor België?

e Bekijk bron 12 en b eschrijf de afbeelding (landschap, menselijke ingrepen …). Is het een realistische afbeelding? Motiveer.

Proefversie@VANIN

OPDRACHT 5

f Wat geb eurt er in 2021 in de Vesdervallei?

g Lees bron 14. De centrale stelling van Tim Soens is dat wat aan de Vesder gebeurde, geen ‘natuurramp’ was. Leg uit.

h Lees bron 15. Wat wil de auteur in dit artikel duidelijk maken?

i Lees bron 16. Wat is de reactie van de drie milieuhistorici?

j Welke bron vind je het meest betrouwbaar?

k Is er sprake van misbruik van de geschiedenis in het artikel van Joren Vermeersch?

Schrijf een synthesetekst van ongeveer 20 lijnen waarin je aandacht besteedt aan de wereldwijde bevolkingsgroei, de groeiende vervuiling en klimaatverandering in de laatste twee eeuwen. Maak in je tekst gebruik van historische redeneerwijzen zoals oorzaken, gevolgen, evolutie …

12 ONDERZOEK 2 M ens en M ilieU, een p rOB leM atische r elatie ?

Wij protesteren!

In de jaren 1960 en 1970 verandert de maatschappij in de westerse wereld grondig. Onder jongeren groeit er protest.

Welke materiële en sociale veranderingen zijn er in die jaren in België? Waartegen protesteren de jongeren? Welke blijvende gevolgen heeft dat? Hoe beoordelen we die veranderingen vandaag?

Wij worden rijk, slim en multicultureel

Kaartnr(s).

MIDDELEEUWEN

1945

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD

VROEGMODERNE TIJD

De economische heropbouw na de Tweede Wereldoorlog leidt tot een enorme economische groei en een stijging van de welvaart. De jongeren van de jaren 1960 leven in een tijd van volledige tewerkstelling. Mede daardoor veranderen hun ideeën en groeit de kritiek op de waarden en normen van de maatschappij. Er ontstaat een generatiekloof met hun ouders.

Na de Tweede Wereldoorlog komen vele arbeidsmigranten (‘gastarbeiders’) uit Zuid-Europese landen naar België. In de jaren 1960 begint België arbeidsmigranten aan te werven uit Marokko en Turkije. De zware industrie en de steenkoolmijnen vinden onvoldoende Belgische arbeiders om het werk te doen. Daarom zoekt men die in het buitenland. De komst van die arbeiders maakt de Belgische maatschappij een stuk diverser.

Bron 1 Opening Kennedytunnel OPDRACHT 1

Proefversie@VANIN

Op 29 mei 1969 wordt de Kennedytunnel in Antwerpen geopend.

13 D Maatschappelijke veranderingen
10
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID
±500 ±1450
±800v.C. ±3500v.C.
±1750
1

• 1947-1974: stijging van het reële inkomen in West-Europa met 250 %

• 1958-1973: verdubbeling van het reële inkomen in België

• In 1960 vind je in nauwelijks 23 % van de woningen een badkamer. Tien jaar later is dat aantal aangegroeid tot bijna de helft.

• Tussen 1958 en 1972 stijgt het aantal Belgische jongeren in het algemeen vormend secundair onderwijs met 173 %. In 1958 vormen de meisjes nog maar 27 % van die schoolbevolking. In 1972 is hun aandeel gegroeid tot 44 %.

Mensen komen samen op Trafalgar Square (Londen) om op een groot scherm naar de maanlanding te kijken. In de beginjaren van de tv kijken mensen samen naar tv. Door het beperkte aantal keuzemogelijkheden kijkt iedereen naar hetzelfde, of het nu de landing op de maan, de winst van Eddy Merckx in de Ronde van Frankrijk, de Witte van Zichem of kapitein Zeppos is.

Proefversie@VANIN

• Het aantal universiteitsstudenten groeit van 28 000 in 1958 naar 65 000 in 1968. De meisjesstudenten blijven een kleine minderheid. Pas in de jaren 1980 halen zij die achterstand in.

14 LES 10 Wij prOte steren!
Bron 2 File op weg naar de zon Bron 3 Landing op de maan (juni 1969) Bron 6 Kinderen in nieuwe woonwijken (1965) Bron 4 Verkiezingsaff iche CVP (1965) Bron 5 Enkele cijfergegevens

OPDRACHT 2

a Som vier maatschappelijke veranderingen op die je herkent in bron 1 tot en met 6.

b Vul punt 1 van het schema aan.

Proefversie@VANIN

Bekijk de bronnen en beantwoord de vragen.

Bron 7 Turkse gastarbeiders

Ook in België leken weinigen erbij stil te staan dat er een nieuwe, grote groep buitenlanders aankwam, met een eigen taal en een eigen cultuur, en dat het kon helpen om zich daar goed en grondig op voor te bereiden. Op 30 april 1963, een dag voor de eerste bus uit Ankara [Turkije] vertrok, werd er door de mijnen uit het bassin [steenkoolgebied] rond Charleroi een causerie [gesprek] georganiseerd over ‘het gedrag van de Turkse arbeiders’. Meer dan wat (...) veralgemeningen leerden de deelnemers niet bij. Volgens de spreker hadden de Turken ‘respect voor gezag’ en waren ze ‘harde werkers’ en ‘eerlijk’, al was het belangrijk om ‘op de hoede te zijn voor hun fatalisme’. Mogelijk zouden ze zich dus niet aan de veiligheidsvoorschriften houden. ‘Het zijn rokers, dus controleer hun zakken.’ Hoewel alle betrokkenen op voorhand hadden kunnen weten dat Turken Turks spreken, waren er geen Turkse tolken voorzien. (...) En hoewel alle betrokkenen op voorhand hadden kunnen weten dat Turken moslims zijn, was er ook op dat vlak niets voor hen voorzien. Aan de koks in de kantines werd verteld dat ze geen varken mochten klaarmaken, maar daar hield het mee op. Moskeeën waren er niet. Islamitische begraafplaatsen bestonden niet. Als een Turkse mijnwerker stierf bij een werkongeval, dan wilden zijn landgenoten hem onmiddellijk kunnen wassen en eisten ze dat zijn lichaam gerepatrieerd werd, maar dat botste op een njet.

Uit: T. Naegels, Nieuw België. Een migratiegeschiedenis. 1944-1978. Tielt, Lannoo, 2021

Bron 8 De stad verandert

Jonge gezinnen uit de groeiende middenklasse die op zoek waren naar een huis, zochten (…) liever buiten de stad. Dat kon ook makkelijk omdat de individuele mobiliteit (…) sterk verbeterd was. (…) Maar als je graag wilde dat er iedere dag drommen bedienden naar jouw stad pendelden , dan moest die vlot bereikbaar zijn met de auto. Dat betekende dat er invalswegen nodig waren, dat er straten verbreed moesten worden en dat er genoeg parkeergelegenheid voorzien moest worden. (…) Bomen maakten plaats voor extra rijvakken en trottoirs [voetpaden] werden smaller. (…) En wat gebeurde er met de krotten die nog niet gesloopt waren? Daar kwamen de migranten in terecht. Zij hadden geen auto waarmee ze naar hun werk konden pendelen. Zij moesten vlak bij dat werk wonen – het slopen van de andere krotten, het bouwen van de kantoren, het graven van de metrotunnels … Ze hadden bovendien het geld niet voor een huis in goede

15 D Maatschappelijke veranderingen

staat of ze wilden het er niet aan uitgeven, omdat ze zo veel mogelijk wilden sparen. Op de huizenmarkt voltrok zich dus hetzelfde scenario als op de arbeidsmarkt: de Belgen klommen de sociale ladder op en de migranten vulden het vacuüm in dat zij hadden achtergelaten.

Uit: T. Naegels, Nieuw België. Een migratiegeschiedenis. 1944-1978. Tielt, Lannoo, 2021

a Lees bron 7. Waarom wil België Marokkaanse en Turkse arbeiders naar België halen?

Proefversie@VANIN

b Vermeld twee stereotypen die men volgens bron 7 heeft over Turkse arbeiders voor hun komst.

c Onderstreep in bron 7 twee voorbeelden waaruit blijkt dat de komst van de Turkse arbeiders in België niet goed voorbereid is.

d Onderstreep in bron 8 drie kenmerken in de tekst die aantonen hoe het materiële uitzicht van de stad wijzigt in de jaren 1960 en 1970.

e Waarom vestigen vele migranten zich in de steden? Geef drie redenen.

De jeugd protesteert

In de jaren 1960 en 1970 groeit er een generatieconflict. De oudere generaties hebben in het verleden hard moeten knokken om te overleven. Voor hen is materiële zekerheid erg belangrijk. Vele jongeren nemen daar geen genoegen mee. Ze stellen de waarden van hun ouders in vraag. Symbool daarvoor wordt het studentenprotest in Parijs in mei 1968.

In mei 1968 komen de studenten in Parijs massaal op straat. Er lijkt bijna een revolutionair klimaat te ontstaan. De studentenopstand is niet uniek. Ook in andere steden komen studenten op straat, maar wat er in Parijs in 1968 gebeurt, krijgt weerklank over de hele wereld.

In de jaren 1960 komt de anticonceptiepil geleidelijk aan in gebruik. Geleidelijk is het juiste woord, want er is weerstand van de katholieke Kerk én van de overheid. In België is er tot in 1973 een verbod op reclame voor ‘voorwerpen bijzonder bestemd om zwangerschap te voorkomen’. Toch zegt 8 % van de vrouwen in 1968 al de pil te gebruiken. De algemene verspreiding van moderne anticonceptiva gaat gepaard met een vrijere omgang met seksualiteit. Zelfs de katholieke bevolking volgt de richtlijnen van de paus minder en minder. Vanaf de jaren 1960 wordt seksualiteit bespreekbaar bij meer en meer mensen. Het taboe rond seksualiteit wordt doorbroken. Seksuele opvoeding komt in het onderwijs aan bod. Ook homoseksualiteit wordt bespreekbaar.

16 LES 10 Wij prOte steren!
2

Bron

Koninklijk Atheneum D………

Betreft: Zoon

Waarde Heer, Het spijt me U te moeten melden dat het gedrag van Uw zoon veel te wensen overlaat.

Niet alleen werden hem de jongste dagen twee mondmuziekjes afgenomen, die waarschijnlijk moesten dienen om tussen de lesuren de school een beetje op te vrolijken, maar hij werd eveneens betrapt op het feit dat hij een medeleerlinge in volle school zoende. Sinds lange tijd reeds had ik hem opmerkzaam gemaakt dat deze voortdurende omgang met een meisje de school in opspraak bracht, maar U zult even goed weten als de leraars en ikzelf, dat Uw zoon sinds lang een misprijzen heeft voor elk gezag.

Daar hij nu in de examenperiode is, wil ik hem niet definitief uit de school verwijderen, maar dit is slechts uitgesteld tot zijn laatste examen.

De toegang tot de inrichting, waarvoor hij zo dikwijls zijn minachting heeft laten blijken, wordt hem dan ook ontzegd voor de prijsuitreiking en daarenboven zal ik hem met terugwerkende kracht 30 punten van opvoeding aftrekken.

Hoogachtend, De studieprefect

W. V……..

Proefversie@VANIN

Uit: R. Commers, Seks, fatsoen en sentiment in Vlaanderen. Brugge, Sonneville, 1969

a Uit welk jaar dateert de bron?

b Wat vindt de studieprefect vooral storend aan het gedrag van de jongen?

c Zouden jullie vo or dergelijke feiten vandaag nog altijd gestraft worden? Merk je dat er een wijziging is in het optreden van de ‘gezaghebbers’? Bespreek mondeling.

De repetitie van de musical ‘Hair’ in 1967 in Londen Sommige jongeren noemen zich hippies. In de VS zetten zij zich af tegen de oorlog in Vietnam. De musical ‘Hair’ toont hun idealen.

17 D Maatschappelijke veranderingen
de school OPDRACHT 3
9 Een vader krijgt klachten van
Bron 10 ‘Hair’ OPDRACHT 4

De verbeelding aan de macht!

Verboden te verbieden – wet van 13 mei 1968

Wees realistisch: vraag het onmogelijke

De maatschappij is een vleesetende bloem

Niet meer dan veertig uur op de barricade!

Ik zou iets willen zeggen, maar ik weet niet wat

De Gaulle: stront onder een generaalspet

Lopen kameraad: de oude wereld ligt achter je

Al tien dagen gelukkig zijn

Onder de straatkeien: het strand

Bron 13 Studentenleider Daniel Cohn-Bendit

Mary Quant (1930-2023) past een Nederlandse tiener haar nieuwe outfit in 1967 in Londen.

De Britse mo deontwerpster heeft enorm veel invloed op het modebeeld van de jaren 1960. De mo derne mode breekt met het verleden.

Uit: P. Piryns, Verboden te verbieden, in: Van Humbeeck (red.), De waanzinnige 20e eeuw: De Knack-redactie beschrijft de eeuw in honderd verhalen. Globe, 1999

Proefversie@VANIN

Uit: P. Piryns, Verboden te verbieden, in: Van Humbeeck (red.), De waanzinnige 20e eeuw: De Knack-redactie beschrijft de eeuw in honderd verhalen. Globe, 1999

300 000 Fransen komen op 30 mei 1968 op straat om de regering te steunen.

18 LES 10 Wij protesteren!
Bron 11 Mary Quant verandert de mode Bron 14 De tegenreactie Bron 12 Graff iti op de Parijse muren in mei 1968

3

OPDRACHT 5

a Bekijk bron 11. Omschrijf met twee voorbeelden hoe uiterlijk en mode van jonge mensen wijzigen in de jaren 1960.

b Zijn de volgende uitspraken juist of fout?

a De studenten stellen het gezag ter discussie.

b De studenten krijgen daarbij de steun van de hele Franse b evolking.

c De graff itiboodschappen geven aan dat de studenten een vastomlijnd programma hebben.

d In de graff iti merk je een gevoel voor humor en een levendige fantasie.

JuistFout

Proefversie@VANIN

c Onderstreep in de lestekst vier wijzigingen in de opvattingen over seksualiteit in de jaren 1960-1970.

Mislukking of succes?

Maatschappelijke veranderingen zijn nooit volledig positief of negatief.

a Welke gevolgen vind je positief en welke negatief? Bespreek klassikaal.

b Vul daarna punt 3 van het schema aan.

a Verlies aan slagkracht van de studentenbeweging

b Aandacht van politici voor het ‘signaal van de burger’. Politieke partijen zijn gevoeliger voor de nood aan inspraak en het betrekken van de burger bij de politiek.

c Geleidelijke groei van drugsproblematiek

d Gebrek aan respect voor bepaalde waarden en normen leidt bij vele mensen tot een verlies van houvast en zekerheden.

e Meer genuanceerde, kritische berichtgeving

f Mensen zijn mondig geworden.

g De economische crisis in de jaren 1970 maakt het materiële weer belangrijk.

h Verburgerlijking van de ex-studenten: carrière, gezin, woning, luxe …

i Recht op inspraak is gemeengoed geworden (bv. leerlingenraden).

j Seksualiteit is veel meer b espreekbaar geworden.

k Vrouwenemancipatie

PositiefNegatief

19 D Maatschappelijke veranderingen

a Beschrijf met concrete voorbeelden hoe de mentaliteit van jongeren in de jaren 1960 en 1970 verandert.

b Vorm een o ordeel of die veranderingen voor jou nog altijd geldig zijn.

c Is er hier sprake van continuïteit of zijn er ondertussen ook zaken veranderd? Geef in dat geval voorbeelden van verandering.

Proefversie@VANIN

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de begrippen ‘reëel inkomen’, ‘gastarb eiders’, ‘pendelen’, ‘stadsvlucht’, ‘hippies’ en ‘taboe’ verklaren

2 de protestbeweging in de tijd situeren

3 vier maatschappelijke veranderingen van de jaren 1960 en 1970 opsommen

4 aantonen dat de maatschappij meer multicultureel wordt

5 uitleggen waarom we van een crisis van het gezag kunnen spreken

6 twee voorbeelden van jongerenprotest geven

7 de andere opvattingen over seksualiteit uitleggen

KUNNEN

1 informatie uit bronnen af leiden

2 een eigen mening formuleren en verdedigen

3 de nieuwe mentaliteit van de jaren 1960 en 1970 vergelijken met die van de voorgaande generaties en met ‘onze’ mentaliteit

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

20 LES 10 Wij prOte steren!
OPDRACHT 6

Wij protesteren!

1 Wij worden rijk, slim en multicultureel

Proefversie@VANIN

Maatschappelijke wijzigingen

• Inkomen: van het reële inkomen tussen 1958 en 1973

• Arbeid: volledige +

• Materieel: gro eiend comfort

• Huisvesting: nieuwe woonwijken op Migranten vestigen zich in

• Verkeer: groeiende

• Winkels: opkomst van warenhuizen

• Media:

Wij worden slim

• Gro ei van de scholingsgraad in middelbaar en voortgezet onderwijs

• Gro eiend aandeel van in de scho olbevolking

2 De jeugd protesteert

• Jongeren stellen gezag in vraag.

• Hippies

• Minirok voor meisjes en lang haar voor jongens

Een andere houding tegenover seksualiteit

• Ontwikkeling van mo derne voorbehoedsmiddelen

• To enemend gebruik van nieuwe voorbehoedsmiddelen ondanks afkeuring van Kerk en overheid

• Vele katholieken volgen richtlijnen van Kerk niet op.

• Homoseksualiteit wordt geleidelijk aan bespreekbaar. Taboes worden doorbroken.

Studenten in Parijs komen op straat

• Mei ’68

• De verb eelding aan de macht

3 Mislukking of succes?

De nieuwe mentaliteit die in de jaren 1960 en 1970 ontstaat, heeft positieve en negatieve gevolgen die blijvend zijn.

Voorbeelden van negatieve gevolgen:

Vo orbeelden van positieve gevolgen:

LES 10 SCHEMA 21 D Maatschappelijke veranderingen

Onderzoek 3: de strijd voor emancipatie en gelijke rechten voor vrouwen

In deze les onderzoek je de geschiedenis van het feminisme in België: de strijd voor emancipatie en gelijke rechten voor vrouwen. Doorgaans onderscheidt men vier feministische golven. In deze les zoek je op basis van bronnen wie in elke golf de ‘actoren’ zijn: mensen, actiegroepen en/of instellingen die iets kunnen veranderen. Je onderzoekt ook welke ‘strategieën’ , actiemiddelen zij daarbij gebruiken. Zoals altijd is het belangrijk om telkens de historische context te bestuderen.

Wat zijn de politieke, burgerlijke, sociale en economische kenmerken van die periode en van de positie van vrouwen? Wie zijn de actoren? Welke strategieën gebruiken ze? Kaartnr(s).

Proefversie@VANIN

Uit: Het trouwboekje van Gaston Baekelandt en Yvonne Saelmans De Code Napoléon (1804), die Napoleon in alle gebieden onder zijn controle invoert, bevestigt schriftelijk de maritale macht: de man is gezinshoofd en kostwinner, hij kan macht uitoefenen over zijn vrouw en kinderen. Gehuwde vrouwen mogen enkel een beroep uitoefenen mits toestemming van de man. Bij de oprichting van de Belgische staat blijft dat Burgerlijk Wetboek nog meer dan een eeuw ongewijzigd behouden.

22
1945 1900 1914 1939 1918 2006 1800
1948
feminisme 1e golf vrouwenstemrecht in België feminisme 2e golf in jaren zestig 3e golf vanaf jaren negentig 4e golf WO
I WO II
Bron 1 Trouwboekje uit 1951 BRONNEN
ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en

Isala Van Diest wordt geboren in Leuven op 7 mei 1842 in het gezin van dokter Pierre Joseph Van Diest en Elisabeth Génie. Haar vader is stadschirurgijn en verloskundige. Haar ouders zijn ruimdenkend voor die tijd en vinden dat hun dochters dezelfde opvoeding moeten krijgen als hun enige zoon. De kinderen reizen regelmatig met hun moeder naar Engeland, waar ze al vroeg kennismaken met progressieve mensen. Isala volgt volledig middelbaar onderwijs in Bern (Zwitserland), want op dat moment is er in België nog geen hoger secundair onderwijs voor meisjes. In 1873 keert ze terug naar België om zich in te schrijven aan de faculteit geneeskunde van de universiteit van Leuven. Ondanks de steun van verschillende professoren wordt ze als meisje niet toegelaten. Uit respect voor haar vader mag ze van de rector wel de lessen fysiologie en verloskunde volgen, zodat ze vroedvrouw kan worden. Isala weigert dat aanbod en gaat studeren aan de universiteit van Bern. In 1879 studeert ze daar af als dokter in de geneeskunde. Op haar 37e is ze de eerste Belgische vrouw met een universitair diploma. Dan trekt ze naar Engeland om daar haar beroep uit te oefenen. Ze komt er in contact met het Engelse feminisme. In België wordt haar diploma niet erkend. Ze gaat nog cursussen verloskunde en chirurgie volgen aan de Université Libre de Bruxelles, die sinds 1880 ook toegankelijk is voor meisjes. In 1884 gaat ze in Brussel als arts werken in een toevluchtsoord voor voormalige prostituees en even later bouwt ze een eigen dokterspraktijk uit. Ze strijdt actief tegen de internationale vrouwenhandel en de prostitutie. Ze ligt mee aan de basis van de Ligue Belge du Droit des Femmes. Die vereniging wordt opgericht nadat Marie Popelin, de eerste vrouwelijke juriste, wordt geweigerd aan de balie. Door druk uit te oefenen op parlementsleden strijdt die organisatie voor de afschaffing van de maritale macht en toegang tot alle beroepen.

Proefversie@VANIN

De 31-jarige Claeys richt in 1886 de Socialistische Propagandaclub voor Vrouwen op. Ze sluit zich ook aan bij de pas opgerichte Belgische Werkliedenpartij (BWP). Vanaf 1891 maakt ze deel uit van het partijbestuur. Ze pleit voor gelijk loon en betere arbeidsomstandigheden. Dankzij haar maakt het vrouwenstemrecht korte tijd deel uit van het socialistische verkiezingsprogramma. Binnen de socialistische beweging blijft het traditionele vrouwbeeld echter overheersen. Enkele strijdpunten van Claeys, zoals de herverdeling van huishoudelijke taken en haar inzet voor geboortebeperking, kunnen op weinig enthousiasme rekenen. In 1895 neemt Claeys ontgoocheld afscheid van de beweging.

Uit: De Canon van Vlaanderen. Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2023

De Canon van Vlaanderen is een initiatief van de Vlaamse regering om de geschiedenis van Vlaanderen sterker onder de aandacht te brengen. Een commissie van experten maakt daarvoor een selectie van data, historische gebeurtenissen, personen en voorwerpen die ‘het hedendaagse Vlaanderen vormgeven’. Ze worden geordend in zestig zogenaamde ‘vensters’ over archeologie, cultuur, ecologie, economie, politiek, sport en wetenschappen. De Canon wordt uitgegeven in boekvorm en via een website.

23 D Maatschappelijke veranderingen
Bron 2 Isala Van Diest Bron 3 Emilie Claeys

Uit: De Vlaamse Linie, katholiek weekblad, 24 juni 1949

In 1919 wordt in België het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd. Dat geldt enkel voor mannen. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor niet-hertrouwde weduwen van gesneuvelde militairen of van gefusilleerde Belgen en voor weduwen die een ongehuwde zoon verloren tijdens de oorlog. De enige vrouwen die stemrecht krijgen voor zichzelf en niet in naam van een gesneuvelde man zijn zij die tijdens de Duitse bezetting gevangen zijn genomen voor vaderlandslievende activiteiten. In totaal gaat het over ongeveer 12 000 vrouwen op een totaal van 1 760 000 kiezers. In 1920 krijgen vrouwen stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen, met uitzondering van vrouwen die ervoor bekendstaan ontucht te plegen of die in het prostitutieregister zijn ingeschreven. In datzelfde jaar krijgen vrouwen in België passief kiesrecht voor de Senaat, in 1921 ook voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dat wil zeggen dat zij zich kandidaat mogen stellen bij de verkiezingen. In 1948 krijgen de Belgische vrouwen stemrecht voor de nationale verkiezingen. Op 26 juni 1949 kunnen ze voor het eerst meestemmen. De vrouw (in haar mooiste kleren) op de cartoon zegt: ‘Zou ik een gom kunnen krijgen, Meneer de Voorzitter?... Ik ben van gedacht veranderd.’

Bron 5

Proefversie@VANIN

ering van het vrouwenstemrecht

* Enkel voor vrouwen boven de dertig die eigenaar zijn van een huis.

** Algemeen stemrecht

24 ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en
4 Spotprent over vrouwenstemrecht
Bron
1893 Nieuw-Zeeland Nederland 1945 Hongarije 1906 Finland Zweden 1947 Bulgarije 1913 Noorwegen 1920 Verenigde Staten China 1915 Denemarken 1928 Groot-Brittannië** 1948 België 1917 Sovjet-Unie 1934 Turkije Israël 1918 Duitsland 1940 Canada 1959 Marokko Oostenrijk 1944 Frankrijk Tunesië Groot-Brittannië* Italië 1971 Zwitserland
Polen Japan
Invo
1919

Bron 6 Verkiezingsaffiche

Bron 7 Reclame voor wasmachine

In het interbellum ijvert de Belgische katholieke partij voor het vrouwenstemrecht. Zij hoopt dat vrouwen een katholieke stem zullen uitbrengen. Om dezelfde reden verzetten de liberalen en de socialisten zich tegen het stemrecht voor vrouwen.

Advertentie uit de collectie van het Industriemuseum in Gent

Na de Tweede Wereldoorlog evolueert de positie van de vrouw in de arbeiders- en middenklasse. Naar het voorbeeld van de burgerij streeft men naar een situatie waar de man de kostwinner is en de vrouw thuis blijft. In dat plaatje is de ideale vrouw zorgzaam, volledig toegewijd aan man en kinderen. Op school leert ze hoe en in welke volgorde ze het huishouden moet organiseren.

Bron 8 Spotprent over staking

3000 VROUWEN VAN HERSTAL STAKEN VERDER

Neen, Paul, ik kan niet mee gaan biljarten deze avond, mijn vrouw is nog altijd in staking.

Uit: ’t Pallieterke, 3 maart 1966

Proefversie@VANIN

In de golden sixties, een tijd van grote economische bloei, stijgt het aantal banen in de tertiaire sector. Meer en meer ouders vinden het een goed idee dat hun dochters ook hoger middelbaar onderwijs volgen. Die evolutie zorgt ervoor dat meer vrouwen buitenshuis gaan werken.

In 1957 schrijft het oprichtingsverdrag van de Europese Gemeenschap ‘gelijk loon voor gelijk werk’ voor. Maar in de praktijk is dat niet het geval. In de winter van 1966 starten vrouwelijke arbeiders van de wapenfabriek FN in Herstal (bij Luik) een staking. Zij eisen dezelfde loonsverhoging als hun mannelijke collega’s gekregen hebben. Uit solidariteit leggen vrouwen in andere fabrieken en sectoren ook het werk neer. Na een staking van drie maanden halen de vrouwen hun slag thuis.

Op 24 oktober 1967 geeft een Koninklijk Besluit vrouwen de mogelijkheid om voortaan naar de rechtbank te stappen om van hun werkgever gelijk loon voor gelijk werk te eisen. In 1978 wordt een wet gestemd die gelijk loon voor gelijk werk verplicht.

25 D Maatschappelijke veranderingen
CVP

Protestactie van Dolle Mina’s in Amsterdam op 10 oktober 1970

Dolle Mina’s betogen voor het gebruik van de anticonceptiepil. Geïnspireerd door het Nederlandse voorbeeld, richten enkele vrouwen ook een feministische protestbeweging in België op. In een eerste actie klagen ze aan dat vrouwelijke werknemers, in tegenstelling tot mannen, niet mogen roken op het werk …

Bron 10 Affiche vrouwendag 1976

Proefversie@VANIN

In 1971 wordt het Vrouwen Overleg Kommitee (VOK) opgericht. Een jaar later organiseert dat op 11 november de eerste Nationale Vrouwendag. Als thema kiest het VOK ‘gelijk loon voor gelijk werk’ en het recht voor vrouwen om ‘baas in eigen buik’ te kunnen zijn. Vrouwen moeten zelfbeschikkingsrecht hebben.

In 1973 worden de beperkingen inzake anticonceptiemiddelen afgeschaft. De overheid start met informatiecampagnes over anticonceptie. In 1977 dienen de liberale senator Lucienne HermanMichielsens en de socialistische senator Roger Lallemand een wetsvoorstel in om abortus te legaliseren, maar het haalt geen meerderheid in het parlement. In 1990 stemt het parlement een wet die abortus onder strikte voorwaarden legaliseert.

26 ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en
Bron 9 Dolle Mina’s

Bron 11 Evolutie vrouwenrechten in België na WO II

Burgerlijke rechten

1948 Vrouwenstemrecht

1958 Gehuwde vrouwen moeten hun man niet langer gehoorzamen. Ze mogen zelf beslissingen nemen, bijvoorbeeld over hun werk.

1965 Moeder en vader delen voortaan de ouderlijke macht over hun kinderen. Bij verschil van mening beslist de vader.

Proefversie@VANIN

1974 Moeders en vaders hebben evenveel te zeggen over de opvoeding van hun kinderen.

1976 Gelijke rechten voor mannen en vrouwen binnen het huwelijk. Voortaan kunnen gehuwde vrouwen bijvoorbeeld een zichtrekening openen zonder toestemming van hun man.

2000 De grondwet vermeldt uitdrukkelijk dat mannen en vrouwen gelijk zijn.

De basisteksten van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie waarborgen de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanaf de jaren vijftig van de 20e eeuw zorgen ook in België wetten en besluiten voor een evolutie naar meer emancipatie. In 1985 organiseren de VN een vrouwenconferentie in Nairobi. Daar wordt beslist dat regeringen moeten zorgen voor gelijke kansen. Nog datzelfde jaar richt België een Staatssecretariaat voor Leefmilieu en Maatschappelijke Emancipatie op. CVP-politica Miet Smet, die mee aan de basis ligt van de vrouwenbeweging van die partij, bekleedt de functie van staatssecretaris op dat departement van 1985 tot 1992. Onder andere gelijke kansen in de bedrijfswereld en in politieke functies, gelijk loon voor gelijk werk en geweld tegen vrouwen zijn belangrijke aandachtspunten.

Vanaf de jaren ’90 komt er meer en meer interactie tussen de feministische eisen en andere emancipatiebewegingen, zoals die van lgbtq+ (gender) en Black Lives Matter (antiracisme), onder invloed van racistische gebeurtenissen in de VS. Die verstrengeling, maar ook de toenemende individualisering en het gebruik van nieuwe kanalen als het internet en de sociale media typeren de derde feministische golf.

Bron 12 De positie van de vrouw in de islam

De boerkini in Europa is de letterlijke uniformisering van een politieke islamitische aanwezigheid, net als het dragen van een hoofddoek. En ja, we kunnen blijven roepen dat ze in vrijheid kiezen voor de hoofddoek of de boerkini. Maar niet alle moslima’s hebben de daadwerkelijke vrijheid om te kiezen. Een man hoeft vooralsnog geen hoofddoek of boerkini te dragen. Een vrouw zonder hoofddoek mag niet bidden in een moskee, mag Mekka niet in. (…) Het gaat bovendien niet alleen om het dragen van een hoofddoek of boerkini maar om het hele ontwikkelingsspectrum dat aan ongelijkheid tussen man en vrouw verbonden is: al of niet toegang tot onderwijs, wel of geen bewegingsvrijheid hebben, geen eigen keuze voor partner hebben, geen keuze voor seksuele vrijheid, geen eigen keuze voor werk. (…) Voor alle duidelijkheid, ik ben niet voor of tegen de hoofddoek of boerkini maar ben er wel van overtuigd dat we waakzaam moeten zijn voor de discriminatoire en onderliggende radicaliserende tendensen en stimulansen van een sluier of boerkini. (…)

Uit: H. Fraihi, in: Samenleving & Politiek, 2017

Hind Fraihi is journaliste van Marokkaanse origine. Ze doet vooral onderzoek naar extremisme, polarisering en diversiteit, onder andere door undercover te gaan. In interviews zegt ze dat ze een stem wil geven aan gematigde moslims en de strijd wil aangaan tegen extreemrechts. Het ho ofddoekendebat wordt tot de vierde golf gerekend.

27 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 13 ‘Silence Breakers’

Elk jaar kiest het Amerikaanse tijdschrift Time Magazine een ‘Person of the Year’. De uitgevers van Time kiezen de persoon of groep personen die volgens hen de grootste invloed heeft gehad op de gebeurtenissen van dat jaar. De winnaar prijkt dan op de voorpagina van het eerste nummer van het volgende jaar. Tot 1974 sprak men trouwens over de ‘Man of the Year’. De winnaars waren namelijk altijd mannen. In 1975 riep Time ‘Amerikaanse vrouwen’ uit tot persoon van het jaar voor het succes van de feministische beweging en het doorstromen van vrouwen op de arbeidsmarkt en in de politiek. In 2017 worden de ‘Silence Breakers’ de persoon van het jaar, omdat ze met hun ‘stemmen een beweging startten’. De vrouw onderaan de cover is Tarana Burke. Zij start in 2006 de ‘Me Too’-beweging, naar aanleiding van een ontmoeting met een meisje dat haar vertelt seksueel misbruikt te zijn. Via het internet vraagt ze aandacht voor slachtoffers van seksueel misbruik. In 2017 roept de Amerikaanse actrice Alyssa Milano op om via #MeToo op sociale media te getuigen over seksueel overschrijdend gedrag. Aanleiding is de klacht van actrice Ashley Judd tegen de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein. De krant The New York Times publiceert daarop een artikel met getuigenissen van slachtoffers van Weinstein. De hashtag wordt in sneltempo wereldwijd miljoenen keren gebruikt. In 2020 wordt Weinstein veroordeeld tot 23 jaar gevangenisstraf. Ook in Vlaanderen getuigen actrices, kunstenaars, werknemers, studenten over grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en sportsector en in de media. Het veelvoorkomend geweld tegen vrouwen en femicide, moord op vrouwen omdat ze vrouw zijn, zijn een strijdpunt van de vierde feministische golf.

Proefversie@VANIN

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 een onderzoekbare historische vraag formuleren

2 de bruikbaarheid van bronnen beoordelen in functie van een historische vraag

3 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

4 historische vragen b eantwoorden aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen, zoals continuïteit, verandering en agency

5 voorbeelden geven van hoe je zelf, binnen het kader van de democratische rechtsstaat, actie kunt ondernemen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

28 ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en

Naam: Klas: Nr.: Score:

OPDRACHT 1

Bekijk bron 1. Wat valt je op? Bespreek klassikaal en formuleer een historische onderzoeksvraag over dit onderwerp.

OPDRACHT 2

a Noteer bij elke golf de bruikbare bronnen.

b Vul aan met concrete informatie uit de bronnen.

c Markeer met geel: initiatieven van onderuit.

d Markeer met groen: initiatieven van bovenaf.

EERSTE FEMINISTISCHE GOLF (VANAF CA. 1880)

Bruikbare bronnen: bron

HISTORISCHE CONTEXT ACTOREN / STRATEGIE Politiek / burgerlijk

Individu

Proefversie@VANIN

Sociaal / economisch

Gro ep

Politieke instelling

29 D Maatschappelijke veranderingen

TWEEDE FEMINISTISCHE GOLF (VANAF CA. 1960)

Bruikbare bronnen: bron

HISTORISCHE CONTEXT ACTOREN / STRATEGIE

Politiek / burgerlijk

Individu

Proefversie@VANIN

Gro ep

Sociaal / economisch

Politieke instelling

DERDE FEMINISTISCHE GOLF (VANAF CA. 1990)

Bruikbare bronnen: bron

HISTORISCHE CONTEXT ACTOREN / STRATEGIE

Politiek / burgerlijk Individu

30 ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en

OPDRACHT 3

Sociaal / economisch

Groep

Politieke instelling

Proefversie@VANIN

VIERDE FEMINISTISCHE GOLF (VANAF CA. 2010)

Bruikbare bronnen: bron

HISTORISCHE CONTEXT ACTOREN / STRATEGIE

Politiek / burgerlijk

Individu

Gro ep

Sociaal / economisch

Politieke instelling

Wat is er veranderd? Waar zie je continuïteit?

a Op het vlak van de positie van vrouwen in de samenleving? Motiveer.

Verandering: Continuïteit:

31 D Maatschappelijke veranderingen

b Inzake de actoren en gebruikte strategieën? Verklaar.

Verandering:

Proefversie@VANIN

Continuïteit:

c In welke mate hebben individuen agency? Motiveer.

a Wat zijn volgens jou vandaag nog aandachtspunten voor de emancipatiebeweging van vrouwen? Zoek eventueel informatie op. Leg uit.

b Waarvoor zou jij je nog willen inzetten? Welke strategie zou je gebruiken?

32 ONDERZOEK 3 de s trijd vOO r eM an cipatie en g elijke r echten vOO r v rOU W en
OPDRACHT 4

1800

Onderzoek 4: de globalisering van het dagelijkse leven

De globalisering heeft de wereld gedurende de laatste decennia veranderd op manieren die voorheen ondenkbaar waren. Multinationals beheersen de wereldeconomie. Producten en diensten zijn wereldwijd gestandaardiseerd.

Hoe beïnvloedt de globalisering het dagelijkse leven? Leidt globalisering tot meer culturele diversiteit?

Op welke manieren hebben technologische innovaties de wereld kleiner gemaakt en de snelheid van informatieoverdracht en handel versneld?

Kaartnr(s).

1850

INDUSTRIALISATIE transportrevolutie

Bron 1 Wonen in de 19e eeuw BRONNEN

Proefversie@VANIN

1993

2022

AI open voor particulieren

internet open voor particulieren

Veel meubilair was er niet. In de keuken stonden een tafel, stoelen en een schapraai. In het bakhuis stond een tafel. De meeste meubels stonden in de ‘goei plek’. Daar stond een kast met het goed servies en enkele tafeldoeken. Verder stond er een kast waarin de zondagse kleren waren opgeborgen. Verder hadden we nog een lange tafel met twaalf stoelen. In onze slaapkamer stond een kleerkast waarin de kleren van ons en de kinderen hingen. Op de slaapkamer stonden alleen bedden. Op het kleine halletje waar de slaapkamers op uitkwamen, stond de pispot.

Uit: Getuigenissen over het dagelijks leven in Limburg, anonieme getuige, geboren in Genendijk in 1905

33 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 2 Een geïsoleerd b estaan

Tot ver in de 19e eeuw leiden de meeste dorpen een erg geïsoleerd bestaan. Elk dorp heeft zijn eigen dialect. Elke streek heeft haar eigen gewoontes en klederdracht. De kledij van de gewone mens evolueert en kent ook modetrends. Vaak ondergaat de volkskledij de invloed van kledij van de hogere klassen, maar ook die van omliggende streken. Wat men eet, hangt af van wat de boeren zelf telen of van wat de natuur oplevert. Een landbouwersgezin probeert zijn voedsel volledig zelf te produceren. De voedselvoorziening blijft een dagelijkse zorg en neemt dan ook ontzettend veel tijd in beslag. Dieren slachten, brood bakken, melk en kaas maken ... gebeuren doorgaans door het gezin zelf. Ook de kinderen worden bij dat werk ingeschakeld. De arbeidersgezinnen in de steden eten wat ze met hun weinige geld kunnen aankopen. Brood en aardappelen vormen nog steeds het hoofdbestanddeel van de voeding. De boeren die een varken of rund kunnen slachten en groenten en veldvruchten telen, hebben een iets meer gevarieerde voeding. (…) Eieren kreeg je als je een beetje ziek was en je moest al heel ziek zijn als je er twee wilde krijgen. ‘s Anderendaags kreeg je er dan geen meer. ‘s Middags at men aardappelen met varkensvlees en ‘s vrijdags een pekelharing, want dat was een heilige dag. Als je ‘s vrijdags spek at, zou je niet meer uit de hel raken. Verse vis kende men toen niet.

Uit: Getuigenissen over het dagelijks leven in Limburg, anonieme getuige, geboren in Kwaadmechelen in 1910

Bron 3 Online winkelen

Categorie

Proefversie@VANIN

Omzet (in miljarden)

Mode $ 1 070

Elektronica

Speelgoed, hobby & doe-het-zelf

Meubels

$ 990

$ 720

$ 530

Schoonheid, gezondheid, persoonlijke & huishoudelijke verzorging$ 450

Tabel opgemaakt op basis van https://www.tidio.com

Bron 4 Meedogenloze concurrentie

De tabel geeft de topcategorieën voor online winkelen wereldwijd in 2023 met de bijbehorende omzet in miljarden dollars. Richter, de medeoprichter en CEO van HelloFresh, legt uit (...) hoe hij erin geslaagd is om de koning te worden van een meedogenloos concurrerende sector die op zijn hoogtepunt meer dan 100 concurrenten telde. (…) Rond de tijd dat Samwer besloot Richter te activeren voor zijn nieuwste onderneming, voelde de bijna-miljardair zich rusteloos. De afgelopen vier jaar hadden hij en zijn broers een fortuin vergaard door start-ups uit het buitenland na te maken, door Europese versies van eBay, YouTube, Groupon, Facebook en nog veel meer te bouwen en te verkopen. (…) Samwer was niet langer tevreden met het plunderen van marktaandeel van de vernieuwers. Hij wilde hele categorieën bezitten. ‘De tijd voor een blitzkrieg moet verstandig gekozen worden’, schreef hij in een e-mail aan managers van Home24, een van zijn kloonbedrijven dat online meubels verkocht. ‘Elk land vertelt me met bloed wanneer het tijd is. Ik ben er klaar voor – op elk moment!’

Uit: TheWeek.com, HelloFresh: De meest meedogenloze voedselstart-up ter wereld, 2018

34 ONDERZOEK 4 de g lOBalisering van h et dagelijkse leven

Bron 5 Multinationals beheersen de voedselindustrie

Bedrijf Productie

Monsanto (Bayer)

Zaadproductie. Genetisch gemodificeerde gewassen

DuPont (Corteva Agriscience)Zaad- en gewasbeschermingsproducten

Syngenta (ChamChina)Zaad- en gewasbeschermingsproducten

BASF

Cargill

Lallemand

Lesaffre

Chr. Hansen

Nestlé

Unilever

Coca-Cola Company

PepsiCo

Archer Daniels Midland (ADM)

Bunge

Zaad- en gewasbeschermingsproducten

Ontwikkelen en leveren van zaden aan landbouwers, vleesverwerking

Proefversie@VANIN

Gist en bacteriën voor toepassingen in voedselindustrie

Producent van gist, waaronder bakkersgist, brouwersgist en gist voor de voedselindustrie

Bacteriën en culturen voor de voedingsindustrie, met inbegrip van probiotica en starterculturen voor zuivelproducten

Breed scala aan producten, waaronder zuivelproducten, dranken, snacks en meer

Productie van voedingsmiddelen, dranken, persoonlijke verzorgingsproducten en huishoudelijke producten

Een van ‘s werelds grootste frisdrankproducenten met een breed assortiment van dranken

Grote frisdrankproducent en voedingsmiddelenconglomeraat met merken zoals Pepsi, Lay’s, Quaker Oats en Tropicana

Grote speler in de agrarische verwerking en verhandeling van granen, oliën en andere grondstoffen

Handel en verwerking van granen, oliën en andere landbouwproducten

Uit: J. Bridle, Manieren van zijn. Amsterdam, Volt, 2023

Een beperkt aantal multinationale bedrijven beheerst wereldwijd de voedselindustrie. Dat gaat van zaad-, bacterie- en gistproductie over landbouw, voedselverwerking, productie, distributie en detailhandel.

Bron 6 Smaak en vo orkeuren worden uniformer

Nu ervaart de wereld de aanwezigheid van BigMacs van Wenen tot Sydney, mensen dragen kleding van Benetton, werken op IBM-computers, praten over mensenrechten en kijken naar CNN of MTV. Maar hun aanwezigheid geeft aan dat de wereld vooral een westerse smaak heeft door de globalisering. Door de globalisering is het aantal migraties, directe buitenlandse investeringen, franchising, joint ventures, fusies en overnames toegenomen, waardoor de concurrentie en de efficiëntie toenemen. Om concurrentievoordelen te behalen, besteden bedrijven nu uit om kosteneffectiever te worden. Al die initiatieven maken culturele vermenging tussen de landen mogelijk, omdat mensen uit verschillende landen met elkaar moeten communiceren. Bovendien stelt het internet ons in staat om alle soorten informatie onmiddellijk te verkrijgen. De directe toegang zorgt voor een gemakkelijke overdracht van mode, cultuur en andere culturele parameters, waardoor smaak en voorkeur uniformer worden.

Uit: https://www.ukessays.com, 2018

35 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 7 Minder variatie in vo edsel

Hoewel wilde voeding minder dan 1 procent van alle calorieën levert die vandaag de dag wereldwijd worden geconsumeerd, levert ze een veel groter deel van de voedingsstoffen. Onder jager-verzamelaars (…) is het aantal gevallen van obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker zo laag dat er nauwelijks gevallen te vinden zijn. Dat komt deels door het gevarieerde voedsel dat ze eten en de hoge vezelinname (vijf keer meer dan mensen in de geïndustrialiseerde wereld). Bitterheid en zuurheid, beide geassocieerd met wild voedsel, zijn vaak signalen van gezondheidsbevorderende eigenschappen. In het Peruaanse Amazonegebied verzamelen mensen camu camu, een vrucht die op een kers lijkt en twintig keer meer vitamine C bevat dan een sinaasappel. De antwoorden op de puinhoop waar we ons in bevinden, zowel ecologisch als fysiek, zullen natuurlijk niet een terugkeer naar de natuur inhouden, maar ze kunnen worden geïnformeerd door de kennis die onze soort al duizenden jaren zo ver heeft gebracht. We kunnen misschien niet de overgebleven jagerverzamelaars imiteren, maar we kunnen en moeten ons laten inspireren door de mensen die zich in de natuur blijven wagen …

Uit: D. Saladino, Eating to Extinction: The World’s Rarest Foods and Why We Need to Save Them. 2022 Dan Saladino is journalist en presentator. Hij maakt programma’s over eten voor BBC en kreeg daarvoor al verschillende prijzen.

Bron 8 De homogenisering van cultuur

Proefversie@VANIN

Globalisering heeft de wereld dichter bij elkaar gebracht, maar dat heeft ook een impact gehad op culturele identiteiten. Door de verspreiding van voornamelijk westerse cultuur, zoals popmuziek, films en mode, zijn de unieke culturen van verschillende gemeenschappen verzwakt. Dat leidt tot ‘homogenisering’ van cultuur: overal ter wereld consumeren mensen vergelijkbare culturele producten. Het leidt tot een verlies van culturele diversiteit en de verzwakking van lokale culturen. Sociologen zoals Giddens en Appadurai hebben dat verder onderzocht. Giddens benadrukt hoe globalisering sociale relaties verbrokkelt, waardoor mensen zich meer identificeren met een mondiale cultuur dan met hun lokale cultuur. Appadurai ziet globalisering als een kracht die een mondiale culturele economie creëert, waarbij culturele producten over de hele wereld worden geproduceerd en geconsumeerd, wat bijdraagt aan de eenvormigheid van cultuur.

Uit: J. Ziyan, Globalisering en de impact ervan op de culturele identiteit: een analyse Medium, 2023

Bron 9 Influencers

Influencers bereiken miljoenen volgers over de hele wereld en promoten producten en bedrijven zoals Amazon, in dit voorbeeld.

36 ONDERZOEK 4 de g lOBalisering van h et dagelijkse leven

Amazon is een Amerikaans e-commercebedrijf. De internetgigant haalde in 2022 een omzet van 514 miljard dollar.

Bron 11 Het wereldwijde web

De doorbraak van een wereldwijd informatiesysteem kwam tussen 1989 en 1991. Tim Berners-Lee was actief aan het CERN in Genève. Op zoek naar een manier om eenvoudig informatie te kunnen delen met andere academici en wetenschappelijke instituten bedacht hij het wereldwijde web. De hyperteksttaal HTML moest een standaard worden voor documenten. Een muisklik op een link in een document leidt de gebruiker naar een ander HTML-document. Berners-Lee ontwierp ook de eerste webbrowser, een programma waarmee je webpagina’s online kunt bekijken. Hij doopte zijn systeem ‘World Wide Web’. Al snel sprongen ook gewone mensen en bedrijven op de trein door hun eigen websites (een verzameling webpagina’s) te publiceren.

Weldra was er op het groeiende web behoefte aan een zoekmechanisme om een weg te vinden in die overvloed van pagina’s en informatie. Zoekmachines, zoals Google, speelden in op die vraag. Als we het www zouden vergelijken met een boek of encyclopedie, dan is Google niet zozeer de inhoudsopgave, maar eerder de index. Het indexeren van miljarden steeds wijzigende webpagina’s gebeurt natuurlijk niet door mensenhanden. Het indexeren gebeurt met behulp van een zoekrobot, de Googlebot. Uiteraard is dat geen echte ‘robot’, maar een stukje software.

Proefversie@VANIN

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

37 D Maatschappelijke veranderingen
10 E-commerce
Bron
verdringt de gewone winkel

Bron 12 Big data en AI

De digitalisering, het internet, goedkopere elektronica en sensoren ... hebben het verzamelen en bewaren van data door bedrijven en overheden niet alleen vergemakkelijkt, maar ook versneld. Met data bedoelen we alle digitale gegevens en sporen die online gebruikers (websites, apps, sociale media …) produceren en achterlaten. Slimme algoritmes en kunstmatige intelligentie analyseren die data en leren op basis van die data taken die voorheen enkel door mensen konden worden gedaan. Die slimme zelflerende software maakt een profiel van de gebruikers en geeft aanbevelingen. Dat leidt tot een bijzonder goede kennis van de consument, waardoor ze de klant beter kunnen beïnvloeden in zijn keuzes. Veel techbedrijven leven van het verkopen en analyseren van data. AI is zo goed in het leren van data dat het verschillende cognitieve taken kan leren die vroeger enkel door mensen konden worden gedaan.

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

Bron 14 AI en automatisering

Jaar Gegevens per Hoeveelheid (Gb)

1992dag

1997uur

100

100

2002seconde100

2013seconde

2018seconde

28 875

50 000

Proefversie@VANIN

Waarom zouden we zoveel menselijk potentieel vervangen door robots en AI? De initiële kosten van robots en automatisering liggen veel hoger, maar betalen zichzelf in geen tijd terug. Je hoeft robots geen loon te betalen, ze eisen geen ‘9 to 5 job’, worden niet ziek (hooguit moet je een onderdeel vervangen) en nemen geen vakantie. Ze werken de hele tijd. Wat raad je je kinderen nog aan om te studeren of omgekeerd, waarom zouden kinderen nog willen of moeten studeren? Waarom zou je nog een andere taal leren als je merkt hoe goed op AI gebaseerde vertaalsystemen zoals DeepL ondertussen al zijn?

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

De hoeveelheid geproduceerde digitale data tussen 1992 en 2018

Bron 15 De impact van kunstmatige intelligentie

‘Als data de nieuwe olie is, dan is China het nieuwe Saoedi-Arabië.’

Kai-Fu Lee vergelijkt de vooruitgang in kunstmatige intelligentie met de industriële revolutie, maar stelt dat de impact op de werkgelegenheid veel verregaander zal zijn. Immers, AI is in staat om ook heel veel ‘mentale’ arbeid en ‘cognitief werk’ te vervangen. Tot de cognitieve banen die het grootste risico lopen overbodig te worden, behoren vertaler, radioloog, bepaalde taken in het bankwezen, belastingcontroleurs, telemarketeer … Die banen zijn relatief asociaal en kunnen makkelijk geoptimaliseerd worden. Sociale banen of beroepen die steunen op creativiteit en/of strategie en bepaalde fysieke taken, lopen minder risico. Maar ook een groot aantal fysieke banen, waaronder die van afwasser, vrachtwagenchauffeur, textielarbeider, kok en caissière, lopen een hoog risico. Hij noemt China het nieuwe Saoedi-Arabië omdat het door zijn grote bevolking over de meeste data beschikt.

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

38 ONDERZOEK 4 de g lOBalisering van h et dagelijkse leven
Bron 13 Big data

Bron 16 Kunstmatige intelligentie en jobverlies

Als Senior Advisor for Innovation van Hillary Clinton bezocht Alec Ross 41 landen. Hij bezocht wereldwijd oorlogsgebieden en vluchtelingenkampen, en ontmoette de machtigste mensen in het bedrijfsleven en de politiek. Ze veranderden en verdiepten zijn inzicht in wat de wereld staat te wachten op het gebied van innovatie en automatisering. In zijn boek The Industries of the Future onderzoekt hij hoe innovatieve technologieën, zoals robotica en kunstmatige intelligentie, de economische situatie in de wereld de komende tien jaar zullen veranderen. Hij beschrijft welke functies weinig overlevingskansen hebben door ‘cloud computing’ en AI.

Hij heeft het onder meer over ‘cloud robotics’. Robots, waaronder drones, zullen hun ‘geleerde ervaringen’ uploaden naar de ‘cloud’ en op die manier kunnen leren uit de ervaringen van andere robots. Door die gedeelde kennis zullen robots en AI een vorm van adaptieve en cumulatieve leercultuur ontwikkelen. Stel dat je een drone zou bouwen waarvan het de taak is om een bepaald iemand te liquideren. Als je als slachtoffer die drone uitschakelt, ben je nog niet gered. Immers, de drone heeft al lang via de ‘cloud’ zijn opdracht, kennis en locatie (en dus ook die van jou) doorgegeven. Door die gedeelde kenniscultuur zullen robots steeds nieuwe taken leren.

Een wat angstaanjagend onderzoek van de universiteit van Oxford concludeert dat 47 procent van alle menselijke banen in de Verenigde Staten in de loop van de komende twintig jaar kan worden vervangen door robots en AI.

Uit: A. Ross, The Industries of the Future. New York, Simon & Schuster, 2016

Proefversie@VANIN

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 een historische vraag in het referentiekader situeren

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 de bruikbaarheid van bronnen in functie van een historische vraag beoordelen

4 het dagelijkse leven in België in de 19e eeuw en vandaag vergelijken

5 de gevolgen van de globalisering voor het dagelijkse leven met voorbeelden aantonen

6 argumenteren of globalisering heeft geleid tot meer diversiteit of meer homogeniteit

7 het verband tussen het internet, dataproductie, AI en werkgelegenheid aantonen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

39 D Maatschappelijke veranderingen

Naam: Klas: Nr.: Score:

OPDRACHT 1

Van isolement naar globalisering a Wat b etekent ‘globalisering’?

OPDRACHT 2

b Situeer de historische vraag ‘Ho e beïnvloedt de globalisering het dagelijkse leven?’ in het referentiekader.

Proefversie@VANIN

OPDRACHT 3

c Leg uit waarom we kunnen spreken van een globalisering van het dagelijkse leven.

d Noem minstens twee belangrijke wijzigingen die zich sinds de 19e eeuw hebben voorgedaan op het vlak van de voedselvoorziening en de voedselproductie.

Diversiteit of eenheidsworst?

a Welke bronnen zijn bruikbaar om op die vraag te antwoorden?

b Heeft de globalisering geleid tot meer culturele diversiteit? Leg kort uit.

Van het wereldwijde web naar big data en AI

a Op welke manier hebben de digitalisering en het internet geleid tot een explosie van dataproductie?

40 ONDERZOEK 4 de g lOBalisering van h et dagelijkse leven

b Waarom is het verzamelen van zo veel mogelijk data big business geworden?

c Hoe proberen e-commercebedrijven de keuze en het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden?

Proefversie@VANIN

d Welke invloed heeft AI op de werkgelegenheid?

e Waarom zal de impact van AI veel groter zijn dan die van de industriële revolutie?

41 D Maatschappelijke veranderingen
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.