Pablo NoĂŤlla Elpers illustraties van Hiky Helmantel
Wat de maan hoort Het is nacht. De maan kijkt naar Pablo en Bol. Die zitten op de tuinmuur. Wat aardig, denkt de maan. Twee katers op een muur. Die jonge kat heet Pablo. Die oude heet Bol. Dat weet de maan. Ze ziet hen vaak. Pablo is nog jong. Hij lijkt op een heertje.
2
Pablo draagt een zwart pak, een wit hemd en vier witte sokken. Bol zijn snuit is ook wit. Hij heeft een grijze neus en een vlek op zijn kop. Die vlek is net een petje. Pablo zingt. De maan hoort het. Alleen! zingt Pablo. Ik ben al-leen! Wat een onzin, zegt Bol. Ik wil een vrouw-wouw! zingt Pablo.
3
Daar ben je te jong voor, zegt Bol. En je bent niet alleen. Ik ben er toch? Er komt een poes aan. Ze loopt op haar tenen, hoog over een dak. Daar heb je Snoes, denkt de maan. Snoes de poes kijkt omhoog. Dag maan, zegt ze lief. Hé, kijk ook eens naar mij! roept Pablo. Snoes steekt haar neusje omhoog. Pablo valt op zijn rug.
4
Hij trapt met zijn poten in de lucht en kijkt op naar Snoes. Poeh, zegt die. Wat heb jij een lieve snoet, zegt Pablo. Hou op, zegt Bol. Die poes ziet je niet staan. Wel waar, zegt Pablo. Nu huppelt hij over de muur. Hallo, Snoesje! roept hij stoer. Snoes zegt niets. Ze loopt voorbij, met haar staart omhoog.  
5
Verliefd Er is iets mis met Pablo. Hij wil een lief! Als je een lief wilt, denk je niet na. Dan doe je rare dingen. Dat weet Bol wel. Hij schudt zijn kop. Tsss, zegt hij. Dit gaat mis, Pablo! Je denkt alleen maar aan Snoesje. Ik wil een vrouw-wouw! zingt Pablo.
6
Ik wil Snoes de poe-oes! De maan lacht. Snoes loopt weg. Pablo weet niet wat te doen. Dus zingt hij nog luider en het klinkt heel vals. Pas maar op! zegt Bol. Mensen zijn niet dol op katten die zingen. Er gaat een raam open. Daar vliegt iets! Bijna op de kop van Bol. Het ding valt in de tuin.
7
Pablo springt in het gras en ruikt aan het ding. Bah! zegt hij. Wat stinkt dat! Weet je wat dat is, Pablo? vraagt Bol. Tuurlijk, zegt Pablo. Het is een schoen. Mensen dragen schoenen over hun sokken. Dat doet een poes niet. Het is raar. Oeps! Pablo zingt nu elke nacht.
8
Soms hoort de maan hem, maar niet altijd. Pablo zingt voor Snoes. Bol wordt er gek van. Hou op, zegt hij. Snoes is er toch niet? Pablo geeft niet op, maar Snoes laat zich niet meer zien. Pablo heeft verdriet. Bol weet niet wat te doen. Vergeet Snoes, zegt hij. Ze is het niet waard.
9
Toch wel, zegt Pablo. Ik wil alles voor haar doen. Ik wil haar alles geven. Je hebt niets, zegt Bol. Ik geef haar mijn hart, zegt Pablo. De maan komt piepen. Ze hoort wat Pablo zegt. Dat vind ik mooi, denkt de maan. Nu zwijgt Pablo. Hij denkt na: waar is Snoes de poes? Waar woont ze? En dan krijgt hij een idee.
10
Pablo gaat Snoes zoeken! Bol ziet hem gaan. Domme kater, denkt hij. Ach ja, vroeger was ik ook zo ‌ Pablo springt op een laag dak. Dan op een hoger dak. Dat is het dak waar Snoesje op liep! Het hart van Pablo klopt wild. Hij voelt zich super. Hij is een held op sokken. Pablo loopt over de punt van het dak. Pootje voor pootje.
11
En dan … Glijdt hij uit! Bol schrikt. Nu lacht de maan niet meer … Ze kijkt sip.
Een monster Holder-de-bolder … Zo rolt Pablo omlaag. Met een klap landt hij op zijn poten. Pablo zit suf in de dakgoot. Hij schudt zijn kop.
12
Paaa-blooo! Dat is Bol die hem roept. Pablo ziet Bol niet. Hoog en rond staat de maan aan de hemel. Ze kijkt naar hem en ziet wit van schrik. Haar licht valt op een brede straat. Dit is niet de goede kant van het dak! Pablo wil omhoog klimmen, maar het dak is te glad. Wat nu? Ha, hij ziet het al!
13
Voor het huis staat een boom. Pablo springt ‌ Hij zwiert aan een tak en staat op de grond. Daar gromt iets. Twee ogen die licht geven ‌ De ogen zijn nu vlakbij! Is het een reus van een kat? Of is het een monster? Pablo is bang. Het monster zoeft voorbij. Oef, het is maar een auto, denkt Pablo.
14
Hij staat nog te trillen. Voor hem is een afdak. Daar kruip ik onder, denkt hij. Nu ben ik veilig! Bol zit hoog op het dak. Hij kijkt naar de maan. Dan tuurt hij naar de straat. Waar is Pablo? vraagt Bol. We moeten hem helpen, maan! Een straal van de maan valt op een auto. Paaa-blooo! Bol huilt.
15
Op de punt van het dak Pablo hoort Bol roepen. Plots klinkt er een luide knal. Het afdak gromt. Het blaast rook uit en heeft vier wielen. De wielen rollen … Weg is het afdak! Pablo gelooft zijn ogen niet. Het afdak is een auto! Paaa-blooo! Pablo kijkt op. Daar ben je, zegt Bol blij.
16
Pablo zit in het maanlicht. Doe nu wat ik zeg, jongen, zegt Bol. Klim in die boom en spring op het dak! Ik durf niet, zegt Pablo. Het dak is glad. Kom, maan, zegt Bol, schijn op de trap! De maan strooit stralen op het dak. En kijk ‌ Het dak heeft een trap! Pablo vliegt in de boom, zwiert aan een tak en hupt door de dakgoot. Bol en de maan zien Pablo rennen.
17
Maar er is nog iemand die hem ziet ‌ Wat doe je, malle kat? zegt de stem van een poes. Pablo kijkt rond. Die stem klinkt lief. Hier ben ik! En zie, daar in het maanlicht ‌ Wie komt daar op hem af? Het is Snoes! Snoes duwt haar neusje tegen zijn neus. Pablo ziet er scheel van. Goed zo, jongen, roept Bol. En de maan? Die lacht!
18
Over auteur Noëlla Elpers Noëlla schrijft boeken en werkt in de bib. Ze vertelt graag over dieren. Het liefst van al vertelt ze over haar eigen katten! Je kunt meer over haar lezen op: http://www.facebook.com/noellaelpers
Andere boeken van Noëlla in BiB-BoX: De wolf en de zeven geitjes De Hertogin van het Winterpaleis James Hond Een hart van kapitein Slim
Over tekenaar Hiky Helmantel Hiky Helmantel is, naast mama van twee kinderen, tekenaar. Ze woont samen met haar man, kinderen en een kat in een dorpje dat gebouwd is op een plek waar vroeger de zee was ... Tijdens het tekenen, ligt haar kat Moons meestal breeduit op de tekentafel. Tussen alle penselen, tubes verf en kleurpotloden.
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2016 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Auteur: Noëlla Elpers Tekeningen: Hiky Helmantel Vormgeving en cover: Peer De Maeyer Zetwerk: Karin Fonténai Projectcoördinatie: Caroline Vanderhaegen Eerste druk 2016 ISBN 978-90306-7539-6 D/2016/0078/5 Art. 563723 NUR 191