REDICODIS-MAATREGELEN EN TIPS VOOR CO-TEACHING oefening 1
Leer de leerlingen dat de getallen tot 10 vriendjes zijn als ze samen 10 vormen. Spreek over de ‘vriendjesgetallen’: 2 en 8, 7 en 3 ... Daar kun je tijdens elke les optellen met brug weer naar verwijzen. Oefen op die vriendjesgetallen door het vriendje te laten aanvullen. Jij zegt bv. 6 is het vriendje van ... De leerlingen vullen aan: “4”. (Zie alternatief werkblad 1 ‘hoofdrekenen: optellen’ in de zorgmap.)
oefening 2
Wijs de leerlingen erop dat het getal boven de splitsbeentjes het totaal is, dat er van dat getal iets weggenomen wordt. Maak de link met aftrekken, bv. 8 – 2 = 6. Laat de leerlingen naar het getalbeeld kijken en dat ‘met hun ogen’ opsplitsen. Als dat nog niet lukt, laat dan MABmateriaal gebruiken. (Zie alternatief werkblad 2 ‘ontwikkeling getalbegrip’ in de zorgmap.)
oefening 3
Wijs de leerlingen erop dat ze eerst 10 moeten maken. Dat doen we door het vriendje van het eerste getal te zoeken en het tweede getal te splitsen. Het vriendje van 9 is 1. Ik splits 7 in 1 en 6. 9 plus 1 is 10 en 10 plus 6 is 16. Noteer dat met splitsbeentjes en het sokje terwijl je verwoordt. Leerlingen die al goed op weg zijn met hun twintigveld, kunnen de oefening daar op leggen met hun blokjes. Moedig ze aan om enkel het eerste getal te leggen en het tweede getal er ‘met hun ogen’ bij te doen. Daarna kun je nog een stapje verder gaan door hen enkel naar het twintigveld te laten kijken zonder met de blokjes te handelen. Leerlingen die nog nood hebben aan een schematische voorstelling van de brugoefeningen laat je met de rekentrein van het eerste leerjaar werken. (Zie alternatief werkblad 3 ‘hoofdrekenen: optellen’ in de zorgmap.)
oefening 4
Koppel elk type oefening aan een aparte kleur. Laat de leerlingen eerst opgave per opgave onderzoeken welk type het is en de opgave de juiste kleur geven. Nadat zo alle oefeningen onderzocht zijn, lossen ze die kleur per kleur op. Leerlingen die nog nood hebben aan tussenstappen, kun je werkblad 4 ‘hoofdrekenen: optellen’ uit de zorgmap geven.
oefening 5
Lees het rekenverhaal zelf voor. Laat de leerling het met eigen woorden navertellen. Stel dan de hulpvraagjes: • Wat weten we? (Laat die gegevens eventueel kleuren.) • Wat moeten we zoeken? (Laat eventueel de vraag onderstrepen.) • Moeten we daarvoor optellen of aftrekken? Is dat plus of min? • Welke oefening moeten we dan maken? (Laat nu pas de optelling noteren en oplossen.) Herhaal tot slot de vraag en laat het antwoord formuleren in een mooie zin.
Leerlingen die bij de oefeningen in deze les ondersteuning nodig hadden, zullen ook tijdens les 16 en les 20 hulp kunnen gebruiken en zul je ook tijdens de herhalingsles mogelijk extra moeten begeleiden. Je vindt daartoe meer verlengde instructie bij toetsdoel 5 in het evaluatieluik van dit blok.
29