Inhoudstafel
Hoofdstuk 3 De coĂśperatieve vennootschap
115
1 Begrip en kenmerken 2 Oprichting
115 116
2.1 Grondvoorwaarden 2.1.1
Aantal oprichters
116
2.1.2
Het aanvangsvermogen en het financieel plan
116
2.1.3 Inbrengmodaliteiten
2.2.1
4
5
116
2.1.3.1 Inbreng in geld
116
2.1.3.2 Inbreng in natura
117
2.1.3.3 Inbreng in nijverheid
117
2.2 Vormvoorwaarden
3
116
Authentieke akte
117 117
2.2.2 Openbaarmaking
117
2.2.3
117
Oprichters en inschrijvers
Effecten uitgegeven door de cv
118
3.1
118
Aandelen op naam
3.2 Obligaties
119
3.3
Gedematerialiseerde effecten
119
3.4
Overdracht van effecten
119
Wijzigingen in het vennotenbestand en in het vermogen: toeÂtreding en uittreding
120
4.1 Toetreding
120
4.2 Uittreding
120
De organen van de cv
121
5.1
De bestuurder(s)
121
5.1.1 Samenstelling
121
5.1.2 Duur
121
5.1.3
121
5.2
Benoeming en ontslag
5.1.4 Bevoegdheden
122
5.1.5
Beperkingen aan de bevoegdheden
122
5.1.6
Tegenstrijdige belangen
122
5.1.7
Vertegenwoordiging van de vennootschap
122
5.1.8
Dagelijks bestuur
122
Algemene vergadering van vennoten
123
5.2.1 Algemeen
123
5.2.2
Bijeenroeping en verloop
123
5.2.2.1 Bijeenroeping
123
5.2.2.2 Schriftelijke algemene vergadering
123
5.2.3
Deelneming aan de algemene vergadering
123
5.2.4
Verloop van de algemene vergadering
124
15
Praktisch vennootschapsrecht.indb 15
15/07/2020 10:30