Inhoud
Inhoud Voorwoord
5
Leeswijzer
8
Inleiding Bronnen en structuur
25
1
De bronnen van het vennootschapsrecht
27
1.1
Wetgeving
27
1.2
Rechtspraak
28
1.3
Rechtsleer
28
1.4
Gewoonte
28
2
De structuur van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
29
3
De overgangsbepalingen
31
4
Diverse bepalingen
32
5
Oefeningen
32
Deel I Algemene bepalingen
35
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
37
1
Het begrip vennootschap, vereniging en stichting
37
1.1
Een contract – meerhoofdigheid – eenhoofdigheid
37
1.2
Inbreng
38
1.3
Voorwerp – welbepaalde activiteiten
39
1.4
Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
39
2
Waarom opteren voor een vennootschap?
39
3
De soorten vennootschappen
40
3.1
3.2
De drie pijlers van het vennootschapsrecht: vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, met onvolkomen rechtspersoonlijkheid en met volkomen rechtspersoonlijkheid
40
3.1.1
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
41
3.1.2
Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid
41
3.1.3
Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid
42
Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
42
3.2.1
Overdracht van vennootschapstitels
42
3.2.2 Toestemming met het vennootschapscontract
43
3.2.3 Overlijden, onbekwaamverklaring, onvermogen, faillissement van een vennoot
43
9