Oefeningen REEKS A 6
Het verband tussen de gemiddelde snelheid v, in m/s, de afstand s, in m, en de tijd t, in s, s wordt gegeven door de formule v = . t a) In de grafiek wordt het verband tussen v en s weergegeven als t = 10. Teken de grafieken voor het verband als t = 20 en t = 60, zonder punten te berekenen. v 20 18
r
16
pl aa
14 12 10 8
4 2
10 20
30 40
em
6
50
60 70
80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 s
jk ex
b) Hoeveel meter heb je afgelegd na 20 s met een snelheid van 8 m/s?
c) Vorm de gegeven formule om zodat t de afhankelijke veranderlijke wordt. d) Teken met ICT de grafische voorstelling van het verband tussen t en v, als s = 1 km.
In
ki
e) Hoeveel tijd heb je nodig om 1 km af te leggen met een snelheid van 35 m/s?
f) Welke snelheid moet je aanhouden om 1 km af te leggen in een tijd tussen 10 en 20 s?
g) De grafiek van vraag d vertoont 2 asymptoten. Geef telkens de fysische betekenis. • horizontale asymptoot: betekenis:
• verticale asymptoot: betekenis:
HOOFDSTUK 1 I GRAFISCH ONDERZOEK VAN FUNCTIES
19