Ntc 3aso werkboek inhoudsopgave

Page 1

Aan de slag met Hoe begin ik aan een les? Je vindt de uitgebreide inhoudsopgave van dit werkboek op blz. 5-8. De leerstof vertrekt telkens van een prikkelende vraag in het werkboek. De ondertitel geeft duidelijkheid over de inhoud van de les. In totaal zijn er 44 vragen. Bij het begin van elke vraag vind je een overzicht van de verschillende lesonderdelen. Een icoontje leidt je naar de juiste bladzijde in het bronnenboek. Daar vind je de bronnen terug die je bij de opdrachten nodig hebt.

BB

Vraag 25

Waarom heeft de leraar altijd gelijk?

Over objectief en subjectief in het vertelstandpunt

De auteur van een verhaal schrijft het verhaal, maar hij probeert het zo te doen dat je het verhaal bekijkt vanuit het meest interessante standpunt. Dat standpunt noemen we het vertelstandpunt. De schrijver van het verhaal is niet dezelfde als de verteller van het verhaal. Een mannelijke auteur van middelbare leeftijd kan bijvoorbeeld kiezen om je het verhaal te laten vertellen door een jong vrouwelijk hoofdpersonage. Het is niet alleen handig om te weten wie het verhaal vertelt, het is zelfs aangewezen om dat zo snel mogelijk door te hebben.

1 Ontmasker de leugenaar 2 Vier op een rij 3 De andere kant van de medaille 4 Hoe overleef ik dit boek?

p. 80

Waar vind ik wat ik moet kennen en kunnen? Wat je moet leren, vind je in de groene Vastgespijkerd-kaders.

Wat je moet kennen en kunnen, vind je op het einde van elke vraag in een blauw kader.

Een bijwoord zegt iets meer over woorden die geen zelfstandige naamwoorden (zn) zijn: een werkwoord, een bn, een ander bijwoord, of over de hele zin. Je kunt een bijwoord in een zin niet verbuigen. Het woordje ‘er’ is een bijwoord. Het afgescheiden deel van een werkwoord ook: bv. ik liet de informatie weg. De afkorting is bw.

Wat moet ik kennen en kunnen? Je weet wat een auctorieel vertelstandpunt (auctoriële hij-zij-verteller), een personeel vertelstandpunt (personele hij-zij-verteller), een vertellende ik, een belevende ik is. Je kunt het vertelstandpunt van een tekst(fragment) benoemen. Je kunt de eigenschappen van elk vertelstandpunt met een voorbeeld toelichten. Je kunt het vertelstandpunt van een tekst veranderen (en verantwoorden wat dat aan het verhaal verandert).

In de woordverklaring onderaan de bladzijde vind je uitleg bij allerlei moeilijke woorden.

Woordverklaring rom verklaren = uitleggen waa

Waar ga ik naartoe? Volg de verschillende stappen en word een expert op het vlak van lezen, luisteren/kijken, spreken en schrijven! Elke vaardigheid leer je stapsgewijs aan. Houd daarbij de volgende icoontjes goed in het oog. Ze geven aan welke vaardigheid je aanleert en welke stap je zet.

SCHRIJVEN

ZAKELIJK LEZEN

LUISTEREN/KIJKEN

SPREKEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.