Lift 4 D KOV - Leerwerkboek (ed. 2025)

Page 1


Economische wetenschappen

Bedrijfswetenschappen

Doorstroomfinaliteit Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Lift 4 D KOV – Inhoudstafel

Thema 1: Boekhouden

Level 1: Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

Level 2: Hoe registreer je verkoopverrichtingen in de boekhouding?

Level 3: Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?

Thema 2: Internationale handel

Level 1: Wat zijn de motieven voor internationale handel?

Level 2: Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

Level 3: Hoe komt de economische integratie tot stand?

Level 4: Welke gevolgen heeft de globalisering op de arbeidsmarkt?

Thema 3: De productmarkt

Level 1: Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?

Level 2: Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?

Level 3: Hoe leid je de aanbodcurve af?

Level 4: Hoe analyseer je grafisch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken?

Level 5: Hoe bereken en interpreteer je prijs en inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

Thema 4: De economische kringloop

Level 1: Hoe verhouden de economische aggregaten en de economische kringloop zich?

Level 2: Wat zijn de oorzaken en gevolgen van economische groei?

Thema 5: De bedrijven

Level 1: Wat is het belang van een goede bedrijfsstrategie?

Level 2: Hoe kunnen ondernemingen groeien?

Level 3: Wat maakt een onderneming succesvol?

proefversie©VANIN

Factuur

L I T F

Thema 1: Boekhouden

THEMA Boekhouden 1 proefversie©VANIN

STEP-UP

Een jobadvertentie opstellen

LEVEL

3

Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?

LEVEL

2

Hoe registreer je verkoopverrichtingen in de boekhouding?

p. 52

LEVEL

1

Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

p. 9

STEP-IN

1 Zoek op het internet vier jobadvertenties voor een boekhouder.

proefversie©VANIN

a Download de advertenties.

b Markeer de kennis die de werkgever van de kandidaat verwacht, in het groen.

c Markeer de vaardigheden en attitudes, in het geel.

d Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk Level. Geef die submap de naam ‘Thema_1_Step-in’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Step-in_advertenties’.

Wij zoeken jou!

2 In dit thema doorloop je drie Levels waarin je leert …

1 hoe je aankoopverrichtingen in de boekhouding registreert;

2 hoe je verkoopverrichtingen in de boekhouding registreert;

3 hoe je financiële verrichtingen in de boekhouding registreert.

3 Elk Level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin stel je een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwangerschapsverlof zal vervangen.

LEVEL 1

Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

INTRO

1 Bekijk de afbeeldingen. Welke soorten aankopen voor A.S.Adventure.edu kun je onderscheiden?

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

Re-explore 1— Welke goederen en diensten koopt een onderneming aan?

1 Hoe zie je het verschil tussen een aankoop- en verkoopfactuur?

2 Welke soorten aankopen kan een onderneming doen?

3 Wat zijn handelsgoederen?

4 Geef drie voorbeelden van handelsgoederen voor:

a A.S.Adventure.edu

b een garage

c een bloemenwinkel

5 Bekijk het MAR achteraan dit thema of op iDiddit.

a In welke groep van het MAR staat de rekening die betrekking heeft op de aankoop van handelsgoederen?

b Wat is het rekeningnummer?

6 Welke aankopen zijn ‘een investering’? Gebruik het internet.

7 In welke klasse en groepen van het MAR staan de investeringsrekeningen?

Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar. Voorbeelden zijn licenties, merken, knowhow, of het recht om een bepaald product te verkopen of om een merknaam te gebruiken. Ook de aankoop van softwareprogramma’s of de ontwikkeling van een website boek je op die rekening.

Materiële vaste activa zijn tastbaar, je kunt ze dus aanraken of pakken. Daartoe behoren bijvoorbeeld de machines, de kantoor- of winkelinrichting of de vrachtwagen.

8 Gebruik het MAR. Wat zijn aankopen van diensten en diverse goederen? Geef vijf voorbeelden.

proefversie©VANIN

9 In welke groep staan de rekeningen betreffende de aankopen van diensten en diverse goederen?

GOEDEREN

De aankopen van een onderneming kun je onderverdelen in drie grote groepen:

– Handelsgoederen zijn alle goederen die de onderneming aankoopt om te verkopen. Dat zijn dus de producten die je in het assortiment vindt.

– Diensten en diverse goederen zijn de goederen en diensten die een onderneming regelmatig aankoopt om de onderneming draaiende te houden zoals elektriciteit, gas, kantoorbenodigdheden en huur.

– Investeringsgoederen zijn goederen die een onderneming aankoopt om meer dan een jaar te gebruiken. Als de aankoop betrekking heeft op kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal dan spreek je pas over een investering als het aankoopbedrag exclusief btw hoger is dan 1 000,00 euro.

VASTE ACTIVA

Re-explore 2— Hoe controleer je een aankoopfactuur?

1 Bekijk het organogram van A.S.Adventure.edu achteraan dit thema of op iDiddit.

a Wie is de verantwoordelijke voor de aankoop?

proefversie©VANIN

b Wie is de verantwoordelijke van de boekhouding?

c Wie zal de aankoopfacturen controleren?

Good to know

A.S.Adventure.edu heeft de factuur niet zelf opgesteld. Het is daarom interessant de aankoopfacturen grondig te controleren en na te rekenen.

2 Met welke documenten vergelijk je de aankoopfactuur? Waarom?

3 Bestudeer de aankoopfactuur bij Re-explore 4. Beantwoord de vragen.

a Wie heeft de factuur opgesteld?

b Op welke datum is de factuur opgesteld?

c Wanneer moet de factuur ten laatste betaald worden?

d Welke betalingsvoorwaarde heeft A.S.Adventure.edu bij leverancier Vaude?

e Wat is het factuurnummer?

f Onder welk nummer wordt de factuur in de boekhouding geregistreerd?

g Waarom boekt Anastasia de factuur niet onder het factuurnummer van leverancier Vaude in?

proefversie©VANIN

h Waarop heeft de aankoop betrekking?

i Voor welke waarde heeft A.S.Adventure.edu goederen aangekocht?

j Hoeveel btw wordt er aangerekend?

k Hoeveel moet A.S.Adventure.edu betalen aan leverancier Vaude?

l Markeer het juiste antwoord:

ƒ A.S.Adventure.edu heeft een vordering op / schuld tegenover leverancier Vaude.

ƒ De btw die Vaude op een aankoopfactuur aanrekent, is aftrekbare btw / verschuldigde btw.

4 Reken de factuur na volgens het berekeningsschema.

Re-explore 3— Welke boekhoudkundige begrippen vind je op een aankoopfactuur?

proefversie©VANIN

Noteer het juiste begrip naast de omschrijving. Kies uit:

maatstaf van heffing – financiële korting – terugstuurbare verpakking – transportkosten –handelskorting – extra verpakking – brutobedrag – btw – nettobedrag

OMSCHRIJVING

Deze korting heeft tot doel om meer te verkopen. Een verkoper staat ze toe als je een trouwe klant bent of als je grote hoeveelheden aankoopt.

Dit is het bedrag voor er kortingen afgetrokken worden.

Deze korting dient om een snelle betaling aan te moedigen.

Deze vergoeding moet je betalen als de goederen bij jou geleverd worden. Ze zijn aan het laagste btw-tarief dat op je factuur van toepassing is.

De verkoper rekent deze verpakking, zoals een kist, petflessen of een kartonnen doos, aan je door. Je kunt die verpakking niet terugsturen. Je betaalt er btw op aan het laagste btw-tarief dat op je factuur van toepassing is.

Dit is de belasting op de toegevoegde waarde. Het is een belasting die bij elke levering van een product of dienst geheven wordt.

Voor deze verpakking, zoals een europallet of bierkrat, betaal je als klant een waarborg die je terugkrijgt als je de verpakking terugbezorgt. Er wordt geen btw op aangerekend.

Over dat bedrag is de btw berekend. Het bedrag is het totaal van de brutoprijs – handelskorting + extra kosten, verminderd met de financiële korting.

Dat is het brutobedrag verminderd met de handelskorting.

BEGRIP

Re-explore 4— Hoe registreer je een eenvoudige aankoopfactuur van handelsgoederen?

proefversie©VANIN

1 Bestudeer de aankoopfactuur van Vaude. Welke bedragen heb je nodig voor de boekhoudkundige verwerking?

2 Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of op iDiddit. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Een aankoop van handelsgoederen vormt voor A.S.Adventure.edu.

Die vind je in klasse , groep in het MAR. Je boekt op de rekening

Die rekening vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert die rekening voor euro.

b Bij een aankoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering op / schuld tegenover de btw-administratie (overheid). Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse , namelijk rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

c De schuld tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met euro. De rekening met betrekking tot de handelsschuld vind je in klasse , namelijk . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor dat bedrag.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

VAUDE

Sint-Niklaasstraat 52

9000 GENT

Tel. +32 09 27 83 764

VAUDE.Store.Gent@vaude.com

RPR Gent

IBAN: BE87 5503 5180 0094

Btw: BE0478 184 858

The spirit of mountain sports www.vaude.be

AF163

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WO MMELGE M BE0465 672 452

Leveringsvoorwaarde:

Handelskorting:

Klantnummer

Factuur

Betalingsvoorwaarde: 30 dagen na einde van de maand

Datum Vervaldag Franco thuis

Factuurnummer 20xx-03-02 20xx-04-30 20xx/FA/0289

Omschrijving Vaude Tent Taurus 2P

Bike

Basisprijs Handelskorting Vervoerskosten Maatstaf van heffing Btw-bedrag Te betalen in euro

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Re-explore 5— Hoe registreer je een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen?

proefversie©VANIN

1 Bestudeer de aankoopfactuur van De Watergroep en beantwoord de vragen.

a Waarop heeft de factuur betrekking?

b Op welke rekening boek je dat verbruik?

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Dossiergegevens

Inlichtingen

Klantrekening002435489De Watergroep Oost-Vlaanderen

Contractnummer001897653Koning Boudewijnstraat 46 FactuurnummerFAK1890879000 GENT

Factuurdatum20xx-03-02Tel. 09 240 91 11

Fax 09 222 89 16

info.oost.vlaanderen@dewatergroep.be

Afz. De Watergroep Oost-Vlaanderen – Koning Boudewijnstraat 46, 9000 GENT

Leveringsadres

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu

Leveringseenheid nr.: 9269253782 Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

TUSSENTIJDSE FACTUUR

OMSCHRIJVING

20xx-01-01 tot en met 20xx-02-28

totaal

%265,00

6 % 265,00 Te betalen voor 20xx-04-01 265,00 EUR

Gelieve te betalen op rekening BE90 0969 2800 0132 voor de vermelde vervaldag met vermelding van de gestructureerde mededeling +++403/3887/90876+++ Indien u nalaat deze factuur met een bedrag van 265,00 euro binnen de gestelde termijn te vereffenen, zal dat automatisch resulteren in een aanmaning met bijkomende administratiekosten ten bedrage van 7,50 euro.

De Watergroep – Vlaamse maatschappij voor watervoorziening – CVBA – Vooruitgangsstraat 189 –

Re-explore 6— Hoe registreer je een aankoopfactuur van een investering?

1 Bestudeer de aankoopfactuur van De Tollenaere en beantwoord de vragen.

a Waarop heeft de factuur betrekking?

proefversie©VANIN

b Op welke rekening ga je die aankoop boeken?

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Leveradres

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM

Uw referentie

FACTUUR Nr. 12003837

Factuurdatum 20xx-03-03

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Betalingsreferentie 7440/12003837 Klantnummer 7440

Betalingsvoorwaarde 30 dagen einde maand

Vervaldatum 20xx-04-30

Zendnota 340981 van 20xx-03-01 _ Order 315729 van 20xx-03-02 1055700 Hogedrukreiniger Therm C11-130T 230V

Totaal excl. btw 3 419,20

Totaal btw 718,03

Totaal te betalen in euro 4 137,23 Reeds betaald 0,00

Verkoopsvoorwaarden, inclusief de geschillenbeslechting in arbitrage, zie bijlage of keerzijde. DE TOLLENAERE NV BTW BE0419 965 755 BNP Paribas Fortis KBC

Ringlaan 9 info@detollenaere.be RPR GENT / MEZ 57 336 BE 65 2900 1183 1896 BE31 4429 6096 2155 9900 EEKLO www.detollenaere.euIDnr. 032 000 000 343BIC GEBABEBB BIC KREOBEBB Tel. 09 377 29 49 PCR BE20 0001 1755 0256

Verkoopsvoorwaarden: onverminderd 's kopers risico m.b.t. de goederen behouden wij ons eigendomsrecht op de geleverde goederen tot de volledige betaling van de prijs De betaalde voorschotten blijven de verkoper verworven ter vergoeding van de mogelijke verliezen bij de wederverkoop Blz 1/1

Explore 7— Wat is een inkomende creditnota?

1 Wat kan er allemaal fout lopen bij een levering?

proefversie©VANIN

2 Wat kan er allemaal fout lopen bij de facturatie?

Creditnota

Een inkomende creditnota dient om een factuur aan te passen. Het bedrag van de creditnota vermindert de factuur. De berekening is identiek aan die van de factuur.

Explore 8— Hoe registreer je een inkomende creditnota?

1 Op 10 maart ontvangt Lies Meeus een mail van Vaude. Bestudeer het document op blz. xxx dat Vaude in bijlage meegestuurd heeft. Beantwoord de vragen.

a Welk document is dat?

b Op welke factuur heeft dat document betrekking?

c Waarom werd dat document opgesteld?

Good to know

Als je een creditnota ontvangt, moet je controleren of de verwijzing naar de oorspronkelijke factuur en de oorspronkelijke factuurdatum erop staat. Omdat een creditnota gevolgen heeft voor de btw moet ook de vermelding ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in mindering werd gebracht (KB 4, art. 4)’ vermeld zijn. Als die mededeling ontbreekt, dan kan de staat bij een belastingcontrole de terugvordering van de btw weigeren en krijg je het btw-bedrag op de creditnota niet terug.

Als de vermelding ontbreekt, vraag dan aan de leverancier om de creditnota aan te passen om eventuele problemen te vermijden.

2 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Er worden twee artikelen in mindering gebracht. Dat vormt voor A.S.Adventure.edu die . Je boekt euro op de rekening . Je debiteert / crediteert die rekening.

b Bij een inkomende creditnota heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een schuld tegenover / vordering op de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse 4, namelijk rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

c De schuld tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met euro. Je debiteert / crediteert de rekening .

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

proefversie©VANIN

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

Totaal

Sint-Niklaass traa t 52

9000 GENT

Tel +32 09 27 83 76 4

VA UDE.Store .Gen t@vaude .com

RPR Gen t

IBA N: BE 87 5503 5180 009 4

Btw: BE 0478 184 85 8

Leve ringsv oorwaa rde:

Klantnummer

The spiri t o f moun tain spo rts www.vaude .be

Klant

A.S.Adve nture.edu

Nijve rheidss traa t 92 /5 2160 WOMMELGEM BE 0465 672 452

Fran co thu is

Beta lingsv oorwaa rde: 30 dagen na einde van de maan d Ha ndelsk orting:

Datum Verva ldag Fac tuurnummer

4 20 xx-03 -10

Omsc hrijving

Vaud e Tent Taurus 2P

1121 C3000 8 € 68 ,85-2-137 ,70 21 %

Btw terug te storten aan de Staa t in de mate waa rin zij oo rspron ke lijk in minde ring werd geb rach t. KB 4 , art. 4

Basispr ijs

Factuu r 20 xx/FA/0289 , dd 20 xx-03 -02

Er werden twee stuks te vee l aange rekend

Handelsk orting

Verv oer sk osten

Maatstaf v an heffing

Btw- bedrag

Te betalen in EUR

V oo r de alge mene verkoop svoo rwaa rden : zie kee rzijde

28,92 - 166,62

Explore 9— Hoe registreer je een aankoopfactuur met handelskorting?

1 Bestudeer de factuur van Woolpower en beantwoord de vragen.

a Om welk soort aankoop gaat het?

b Wat is speciaal aan de aankoopfactuur?

2 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Je boekt de handelskorting op de rekening .

Je moet die rekening debiteren / crediteren, want de dalen / stijgen.

3 Vul het redeneringsschema in.

proefversie©VANIN

Documentnummer:

Documentdatum: REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Totaal

Klant

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Factuur

Factuurnummer 20xx-O-0478

AF166

Woolpower

Brusselsesteenseg 644 1731 ZELLIK

RPR BRUSSEL

BTW BE0214 596 464

IBAN: BE72 4256 1791 1116

proefversie©VANIN

Factuurdatum Vervaldag factuur Btw-nr. klant 20xx-03-03 BE 0465 672 452

20xx-04-30

Art.nr. Artikelomschrijving Aantal Eenheidsprijs Bedrag zonder btw Btwtarief Btwbedrag Bedrag btw incl. in EUR

3325D42031

Woolpower Ondergoed Suit 200

Woolpower Trui Full Zip Jacket 600

3481D42001 5054,592 729,5021 % 573,20

Woolpower Trui 400 (unisex midlayer)

3313XX015 5033,041 652,0021 % 346,92

Betalingsvoorwaarde: 30 dagen na einde van de maand

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden : zie keerzijde

Totaal goederen Handelskorting Transportkosten Maatstaf van heffing Btw

Totaal factuurbedrag

6 998,00 699,80 6 298,20 1 322,62 7 620,82

Tel. +32 02 467 02 50 - info@woolpowerbelgium.com - www.woolpower.se

Registratie handelskorting

Handelskorting is een korting die als doel heeft om meer te verkopen. Die korting wordt toegestaan bij bijvoorbeeld een aankoop in grote hoeveelheden of aan trouwe klanten.

Jeregistreert de handelskorting op de rekening 604020 Handelskorting op aankopen (-). Bij die rekening staat er na de rekeningnaam ‘(-)’ omdat die rekening de omgekeerde boekingsregels volgt in vergelijking met de andere rekeningen binnen die groep. De bedrijfskosten dalen. Je moet die rekening dus crediteren.

Good to know

Sommige bedrijven boeken de handelskorting niet op een afzonderlijke rekening. Zij boeken het nettobedrag (brutobedrag – handelskorting) onmiddellijk op de rekening 604000 Aankopen handelsgoederen.

Explore 10— Hoe registreer je een aankoopfactuur met aankoopkosten?

1 Bestudeer de factuur van AGU en beantwoord de vragen.

a Welke kosten kan een leverancier doorrekenen?

b Wat werd er in de aankoopfactuur van AGU doorgerekend?

2 Gebruik het MAR. Vul aan.

De extra verpakking en de transportkosten die een leverancier doorrekent, zijn .

Je boekt de aankoopkosten op de rekening

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Leveringsadres

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

AGU België NV, Industriepark-Noord 27, 9100 Sint-Niklaas T: 03 766 61 64 - F: 03 766 63 64 I: www.agu.be - E: info@agu.be Artikelnr. Omschrijving

Outdoor Men 914202 924204

Urban Outdoor Women

Factuurdatum:

Klantgegevens A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WO MME LGEM BE0465 672 452

Extra hoeveelheidskorting Transportkosten

Klantnummer: Totaal goederen

Betalingscondities: 30 dagen 20xx-03-05

ING-bank, St-Niklaas IBAN BE20 3101 6011 4956, BIC: BBRUBEBB

Klachten binnen 8 dagen. Retourzendingen altijd franco

Levering volgens onze verkoopvoorwaarden

Btw-nr. AGU België NV: BE431 380 279; RPR Sint-Niklaas

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Registratie aankoopkosten

Factuurnummer: 20xx_AF306

Btw-nummer klant: BE465672452

Aankoopkosten zijn kosten die een leverancier doorrekent, zoals transportkosten, extra (verloren) verpakking, installatiekosten, administratiekosten. Die kosten boek je op de rekening 604030 Aankoopkosten. Dat is een kostenrekening die stijgt, dus boek je die op de debetzijde.

Explore 11— Hoe registreer je een aankoopfactuur met terugstuurbare verpakking?

1 Waarom koop je beter glazen flessen dan petflessen?

proefversie©VANIN

2 Wat krijg je van een supermarkt of drankencentrale wanneer je een lege bak colaflesjes terugbrengt?

Good to know

Statiegeld is een vorm van borg, je ‘leent’ de flesjes. Je betaalt een extra bedrag boven op de prijs van een flesje cola, bier of water. Breng je het lege flesje terug naar de winkel, dan betaalt de winkelier die waarborg terug.

3 Op de factuur van Jack Wolfskin wordt er terugstuurbare verpakking aangerekend. Wat zou dat kunnen zijn?

4 Ook voor een europallet betaal je een waarborg. Wanneer je de pallet naar leverancier Jack Wolfskin terugstuurt, betaalt die 15,00 euro terug. Welk verschil is er in vergelijking met verloren verpakking?

5 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Wanneer Jack Wolfskin terugstuurbare verpakking aanrekent aan A.S.Adventure.edu, ontstaat er een vordering op / schuldtegenover Jack Wolfskin. Je boekt die op een actiefrekening / passiefrekening

De rekening daalt / stijgt, je debiteert / crediteert voor 15,00 euro.

Terugstuurbare verpakking

Wanneer een leverancier terugstuurbare verpakking aanrekent, ontstaat er een vordering op de leverancier. De leverancier rekent een waarborg aan voor zijn verpakking. Bezorg je de terugstuurbare verpakking terug, dan betaalt de leverancier de waarborg terug. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de rekening 418000 Terug te vorderen verpakking. Dat is een actiefrekening die stijgt, dus moet je debiteren.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

FACTUUR

Onze ref. L20xx-1089

T: +32 3 354 09 50 info@jack-wolfskin.be

Bij elke correspondentie vermelden KlantcodeDoc.nummer Uw ref 10002972F001278

A.S.Adventure.edu

Leveringsadres

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM

2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1

tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu info@asadventure.edu BE0465 672 452

Explore 12— Hoe registreer je een aankoopfactuur met financiële korting?

1 Bestudeer de factuur van Polar en beantwoord de vragen.

a Welke korting staat leverancier Polar toe?

b Wanneer mag je die korting in mindering brengen?

Registratie financiële korting bij aankoopfactuur

Je weet op het moment dat je de aankoopfactuur registreert nog niet of je van de financiële korting zult gebruikmaken. Daarom moet je er geen rekening mee houden wanneer je de aankoopfactuur boekt. De financiële korting beïnvloedt enkel de berekening van de btw. Betaal je voor 15 maart, dan boek je de financiële korting op het moment dat je het bankafschrift registreert.

Als je de aankoopfactuur registreert, moet je geen rekening houden met de financiële korting. Die registreer je eventueel later bij de financiële verrichtingen.

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Vriesenrot 3 - H oogveld

9200 DENDERMONDE

Tel. 052 25 94 20

info@polarbelgium.be

OND: 864427079

BTW: BE0864 427 079

Factuu r

Klantgegevens

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM

BE0465 672 452

Leveringsdatum

proefversie©VANIN

Verkoopsvoorwaarden achterzijde

Handelskorting

D oorgerekende kosten

Tussentotaal

Betali ngskorting

Maatstaf van h eff ing

Totaal goederen excl. btw Btw

Gewaarborgde verpakking

Te betalen contant (8 dagen)

Totaal factuurbedrag einde termijn

IBAN: BE13 7370 1155 2339, BIC KREDBEBB, RPR Dendermonde

TO THE POINT

Onderverdeling aankopen

Er zijn drie grote groepen van aankopen door een onderneming:

Handelsgoederen zijn alle goederen die je als onderneming aankoopt om te verkopen. Dat zijn dus de producten van het assortiment. Die aankopen vind je in het MAR in groep 60, onder de rekening 604000 Aankopen handelsgoederen. Diensten en diverse goederen zijn de goederen en diensten die je regelmatig aankoopt om de onderneming draaiende te houden, zoals elektriciteit, kantoorbenodigdheden, brandstof rollend materieel en verzekeringen. Die aankopen vind je in het MAR in groep 61. Tot de investeringsgoederen behoort alles wat je aankoopt om meer dan een jaar te gebruiken. Je kunt ze onderverdelen in materiële vaste activa en immateriële vaste activa.

ƒ Materiële vaste activa zijn tastbaar. Die aankopen vind je in het MAR in klasse 2, groep 22, 23 en 24. Heeft de aankoop betrekking op kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal, dan spreek je pas van een investering als het aankoopbedrag exclusief btw hoger is dan 1 000,00 euro.

ƒ Tot de immateriële vaste activa behoren licenties, merken of knowhow, zoals het gebruik van een merknaam. Ze zijn niet tastbaar. Die aankopen vind je in het MAR, klasse 2, groep 21.

Bijzonderheden

Handelskorting heeft tot doel de verkoop te bevorderen. Je verleent die korting aan trouwe klanten, bij grote afname, bij opendeurdagen … Het bedrag van de handelskorting boek je op de rekening 604020 Handelskorting op aankopen (-).

De aankoopkosten zoals extra (of verloren) verpakking of transportkosten boek je op de kostenrekening 604030 Aankoopkosten.

Terugstuurbare verpakking wordt niet verkocht. Als klant betaal je een waarborg, die je terugkrijgt als je de verpakking aan de leverancier terugbezorgt. Er ontstaat dus een vordering op de leverancier. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de actiefrekening 418000 Terug te vorderen verpakking.

De financiële korting heeft tot doel jou als klant sneller te laten betalen. Bij de registratie van de aankoopfactuur houd je geen rekening met de financiële korting. Je boekt steeds het totale factuurbedrag, zonder financiële korting.

Aankoopverrichtingen volgens het MAR: aankoopfactuur

proefversie©VANIN

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Schuld t.o.v. leverancier stijgt.

Btw op aankopen = terug te vorderen btw. De vordering op de overheid stijgt.

Verpakking wordt aangerekend, maar je mag die terugsturen. Er ontstaat een vordering op de leverancier.

Transportkosten, verpakking worden doorgerekend, dat zijn extra bedrijfskosten.

Handelskorting= bedrijfskosten dalen.

Aankopen HG = bedrijfskosten stijgen.

Aankoop dienst of divers goed = bedrijfskosten stijgen.

Aankoop investeringsgoed = bezitting stijgt.

440000Leveranciers P+CTotaalbedrag factuur

411100Aftrekbare btwA+D Btw-bedrag

418000Terug te vorderen verpakking A+D Bedrag terugstuurbare verpakking

604030AankoopkostenK+D Bedrag transportkosten, extra verpakking

604020Handelskorting op aankopen (-) K-CBedrag handelskorting

604000Aankopen handelsgoederen K+D Brutobedrag

61… K+DBedrag excl. btw

21… 22… 23…

24…

A+DBedrag excl. btw

Inkomende creditnota

Een inkomende creditnota is een document dat de leverancier opstelt om een aankoopfactuur te verbeteren. De schuld tegenover de leverancier daalt daardoor. Je ontvangt of vraagt een creditnota als er iets is fout gelopen bij de levering (bv. verkeerde kwaliteit, goederen die stuk zijn …) of bij de facturatie (bv. geen korting, verkeerde prijs …)

Als je een creditnota ontvangt, controleer dan steeds of het volgende vermeld staat: ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin zij oorspronkelijk in aftrek werd gebracht (art. 4 KB nr. 4)’. Staat die vermelding niet op de creditnota, dan kan de belastingcontroleur je terugvordering op de btw-administratie weigeren. Je krijgt het btw-bedrag op de creditnota dan niet terug.

Inkomende creditnota volgens het MAR

Schuld t.o.v. leverancier daalt.

Btw op inkomende creditnota = verschuldigde btw. De schuld t.o.v. overheid stijgt.

Retour HG = bedrijfskosten dalen.

440000Leveranciers

451200Verschuldigde btw op inkomende creditnota’s

P-DTotaalbedrag creditnota

P+CBtw-bedrag

604010Retours op aankopen (-)

K-CBedrag excl. btw

Action 1— Kun je aankoopfacturen en inkomende creditnota’s registreren?

1 Analyseer alle aankoopfacturen en inkomende creditnota’s.

2 Geef de facturen zelf een volgnummer. Wat is het eerstvolgende nummer van: a de factuur?

b van de inkomende creditnota?

3 Vul van elke factuur en inkomende creditnota het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

Refresher 9| Hoe controleer je een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen?

Factuur

Hebt u nog vragen over deze aanrekening? Dan kunt u ons bereiken via:

Telenet klantendienst Liersesteenweg 4 2800 MECHELEN 015 66 66 66 www.telenet.be/onlinesupport

Wist u dat u op www.telenet.be/mijntelenet uw aanrekeningen van de laatste zes maanden kunt raadplegen?

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Aanrekening internet en telefonie

Klantennummer: 663744642Accountnummer: 74981078Factuurnummer: 1291124522 20xx-03-11

Beschrijving

Btw-%Bedrag excl. btw BtwBedrag incl. btw Internetdiensten aan 21 % 77,70 EUR16,32 EUR 94,02 EUR Totaal 77,70 EUR16,32 EUR 94,02 EUR

Vermeld in uw communicatie steeds uw klantennummer.

Deze aanrekening C 94,02

Te betalen vóór 20xx-04-10 C 94,02 inclusief btw

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

FACTUUR 201569

Klantnummer: 40957

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Datum: 13 maart 20xx Aantal Omschrijving Eenheidsprijs Btw-% Netto 1 Facturatieprogramma WinFakt Entreprise 1 950,00 EUR 21 % 1 950,00 EUR

Dank u voor uw order.

Bedrag zonder btw Btw-% Btw-bedrag Totaal EUR 1 950,00 EUR 21 % 409,50 EUR 2 359,50 EUR Te betalen voor 20xx-04-12: 2 359,50 EUR

Socs bvba – Ezaart 28, 2400 Mol, België – tel. +32 (0)14 322 322 – fax +32 (0)14 320 300 Fortis: 230-0039451-89 – Swift: GEBABEBB – IBAN: BE45230003945189 – BTW BE 0461 324 971 RPR Turnhout

Alle facturen zijn contant betaalbaar op onze zetel te Mol. Om geldig te zijn dient een klacht ons binnen de vijftien dagen na factuurdatum bij aangetekend schrijven ter kennis te worden gebracht. Indien een factuur uiterlijk een maand na de factuurdatum niet betaald is, dan zijn van rechtswege en zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, interesten van 12 % per jaar verschuldigd, te rekenen vanaf de factuurdatum. Bovendien is alsdan een forfaitaire schadevergoeding van 10 % verschuldigd, met een minimum van 40 euro. Voor alle betwistingen zijn uitsluitend de rechtbanken van Turnhout bevoegd.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

BEDRAG (€) CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal action 1 AF LANNOO

Uitgeverij Lannoo NV Kasteelstraat 97

B-8700 TIELT

Klant

A.S.Adventure.edu tel. +32 051 42 42 11

Nijverheidsstraat 92/5 info@lannooshop.be 2160 WOMMELGEM www.lannoo.be BE0465 672 452

IBAN BE39 4721 0100 0119

BTW BE0446 201 582

Orderbevestiging

FACTUUR

Factuurnummer Datum factuur Klantnummer 20xx-VF-0346 20xx-03-15 23897

Ordernr. OB_0324

Vervaldag factuur 20xx-04-14

Art.ref Aantal EP Totaal Kortings% Btw-% Trotter Zuid-Italië

Hoe word ik bergwandelaar

Groot Wandelboek Ardennen

Omschrijving Btw-bedrag

Totaal goederen 3 739,75

Leveringsvoorwaarde: Af fabriek Handelskorting 186,99 Transportkosten: 20,00 EUR Verzendkosten 20,00

Betalingsvoorwaarde: 30 dagen datum factuur Maatstaf van heffing 3 572,76 214,37

TE BETALEN 3 787,13 EUR

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

BTW: BE0435 232 466

Documentnummer:

Documentdatum:

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

BE0465 672 452

Levervoorwaarde: Franco thuis Betalingsvoorwaarde:30 dagen na einde van de maand

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Tel. +32 02 475 37 00 - info@adidas.be

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Onze ref. L20xx-1185

Leveringsadres

A.S.Adventure.edu

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5

Nijverheidsstraat 92/5 2160

480 55 1

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

FNAC WIJNEGEM

Factuur 010-004074

Shopping center ORIGINEEL Turnhoutsebaan 5

2110 WIJNEGEM

Tel. 03 355 22 00 fnacwijnegem@fnac.be

Btw-nummer: BE0465 672 452

Verkoopdatum: 20xx-03-20

Uitgiftedatum factuur: 20xx-03-20

Vervaldatum factuur: 20xx-03-20

Wijnegem, 20xx-03-20

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Nr. kassa / ticket: 10/40307 Pagina 1/1

Code Omschrijving Aantal Eenheidsprijs excl. btw Eenheidskorting excl. btw Netto eenheidsprijs excl. btw

Btwtarief Netto eenheidsprijs incl. btw

Totaal incl. btw voor de lijn 107 85847 Apple iPad WI-FI, Cellular, Zilver 256 GB

Btw-tarief Totaal excl. btw

Btw-bedrag in euro Totaal incl. btw in euro 21 % 577,68 121,32 699,00 Totaal factuur 577,68 121,32 699,00

S.A. FNAC BELGIUM – Av. J. Georgin / J. Georginlaan 12 -1030 BRUXELLES / BRUSSEL Numéro d'entreprise / ondernemingsnummer BE0421 506 570

Documentnummer:

FACTUUR

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

VAUDE

Sint-Niklaasstraat 52

9000 GENT

Tel. +32 09 27 83 764

VAUDE.Store.Gent@vaude.com

RPR Dendermonde

IBAN: BE87 5503 5180 0094

Btw: BE0478 184 858

Leveringsvoorwaarde:

The spirit of mountain sports www.papierstad.be

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WO MMELGE M BE0465 672 452

Factuur

Betalingsvoorwaarde: 30 dagen na einde van de maand

Handelskorting:

Klantnummer

Datum Vervaldag

Omschrijving

Vaude Tent Taurus 2P Messenger L

Vaude Softshell Hurricane IV Franco thuis

K-0984 20xx-03-24 20xx-04-30 20xx/FA/0289

Basisprijs Handelskorting Vervoerskosten Maatstaf van heffing Btw-bedrag Te betalen in EUR

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

CREDITNOTA

Onze ref. F001278 Bij elke correspondentie vermelden KlantcodeDoc.nummer

Uw ref. mail dd. 20xx-03-07 10002972CN0012

Leveringsadres A.S.Adventure.edu

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu info@asadventure.edu BE0465 672 452

Omschrijving Jack Wolfskin Jas Stormy Point

Retour

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

VERVALDAGBERICHT

Geldig van 20xx-03-30 tot 20xx-03-30 Kwijtschrift, voldaan op …

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Uw producent Fredrix Turnhoutsebaan 365 2110 WIJNEGEM Tel. 03 354 09 64

Motorrijtuig

Verzekeringen Fredrix

Uitgegeven op: 20xx-03-25

Contractnummer: 250/03.72.015.518 Bestelwagen: Renault Trafic Nummerplaat: 8-ABC-003

Nettobedrag Bijdragen en taksen Totaal Burg. aansprakelijkheid

20xx-03-30 tot 20xx+1-03-30

Rechtsbijstand

434,73 EUR 96,08 EUR 530,81 EUR

20xx-03-30 tot 20xx+1-03-30 40,33 EUR 6,75 EUR 47,08 EUR Te betalen bedrag 577,89 EUR

B.A. Bonus-malusgraad: -2 (vorige -2) Kosten en beheer commercialisatie BA: 167,37 EUR (begrepen in nettobedrag) Betaling van de premie geldt als acceptatie van alle voorwaarden van het contract. Het tarief is gewijzigd. Indien gewenst, heeft u het recht om uw contract op te zeggen binnen de drie maanden vanaf vandaag.

AG Insurance nv BEHEERSSITE Berchemstadionstraat 70 -2600 BERCHEM – tel. 03 218 37 00

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

RPR MECHELEN BE0426 217 901 IBAN BE34 4031 0167 7190 Tel. +32 015 20 43 46 info@teximport.com www.teximport.be

BE0465 672 452

Datum20xx-03-26

Vervaldag 20xx-04-30 Factuurnr. F0444 Ordernr. O0387 Aantal Btw Stukprijs TOTAAL zonder btw 10 21 % 27,53 275,30 1021 %86,07 860,70 1521 %82,631 239,45 1021 %22,71 227,10 1021 %31,67 316,70 10019 1521 %18,92 283,80 10023 2021 %55,081 101,60

Sinner Bril Speed Box Garmin gps-fietscomputer Edge

goederen

Documentnummer:

Documentdatum: REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

proefversie©VANIN

Totaal

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Leveringsvoorwaarde: Af fabriek

Betalingsvoorwaarde: 30 dagen na einde van de maand Handelskorting: 20 % bij aankoop boven 2 500,00 euro

Patagonia Europe

Bovenbosstraat 89/5 3053 OUD-HEVERLEE info@patagonia-belgium.be

Factuur

Artikel

Omschrijving goederen

Patagonia Bodywarmer Nano Puff

7070 1246,2621 %555,12 4242 1248,9621 %587,52 5555 1266,1021 %793,20

Patagonia Jas Torrentshell 3L Patagonia Windstopper R2 Techface Hoody

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Basisprijs 1 935,84 Handelskorting Vervoerskosten 10,00 Maatstaf van heffing 1 945,84 Btw-bedrag 408,63 Te betalen in

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Nike

Factuur

Klant: 234 Nikelaan 1 A.S.Adventure.edu

2430 LAAKDAL Nijverheidsstraat 92/5

Ond.nr.: 0450.989.424 2160 WOMMELGEM RPR ANTWERPEN BE0465 672 452

Leverdatum Factuurnummer

Vervaldag factuur 20xx-04-27 N_F_20xx_01274

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennumer te vermelden. Algemene voorwaarden: zie achterkant

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

CCS

Boekhoudkantoor

Herentalsebaan 386 2160 WOMMELGEM

Tel. 03 324 16 46 Fax 03 324 17 47 www.ccs.be

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92 bus 5 BE-2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

FACTUUR

Datum: 20xx-03-30 Factuurnummer: 212156

Klantnummer: 000312 Vervaldag: 20xx-04-29

Prestaties Aantal Btw-% Maatstaf van heffing

Btw BE0808 621 398 – RPR Antwerpen ING BE38 3630 5129 7882

Ereloon aangifte vennootschapsbelasting 21 % 770,00 EUR

Subtotaal 770,00 EUR

BTW 21 % 161,70 EUR

TOTAAL 931,70 EUR

Totaal

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Teximport Industriezone

Zuid 56 2800 MECHELEN

Naam A.S.Adventure.edu Btw-nr. klant

Adres Nijverheidsstraat 92/5 BE0465 672 452

Postcode 2160 WOMMELGEM

Code

10002 Coleman Tent Darwin 2

Beschrijving

RPR MECHELEN BE0426 217 901 IBAN BE34 4031 0167 7190 Tel. +32 015 20 43 46 info@teximport.com www.teximport.be

Creditnota

Datum20xx-03-30

Vervaldag

Factuurnr. C0444 Ordernr. O0387

Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in mindering werd gebracht. KB 4 nr. 4

Onze factuur F0444 dd.20xx-03-26

Totaal goederen -275,30

Handelskorting 10 %-27,53

Retour beschadiging Verzendkosten Maatstaf van heffing -247,77

Levervoorwaarde: Af fabriek Btw-totaal 21 %-52,03

Betalingsvoorwaarde:30 dagen na einde van de maand TOTAAL in EUR -299,80

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Action 2— Kun je aankoopfacturen en inkomende creditnota’s registreren in didACC?

Ga naar iDiddit. Je kunt er oefenen op de registratie van aankoopfacturen en inkomende creditnota’s.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

1 Ik kan een eenvoudige aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen registreren.

2 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen met handelskorting registreren.

3 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen met aankoopkosten registreren.

4 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen met terugstuurbare verpakking registreren.

5 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen met financiële korting registreren.

6 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen met handelskorting, aankoopkosten, terugstuurbare verpakking en financiële korting registreren.

7 Ik kan een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen registreren.

8 Ik kan een aankoopfactuur van investeringsgoederen registreren.

9 Ik kan een inkomende creditnota registreren.

JA KAN BETER EXTRA OEFENMATERIAAL

LEVEL 2

Hoe registreer je verkoopverrichtingen in de boekhouding?

INTRO

1 Uitgeverij VAN IN start een eigen wielerclubje. Vandaag wordt de fietsuitrusting geleverd.

a Welke documenten zijn er al aan de levering voorafgegaan?

proefversie©VANIN

b Welk document zit bij de levering?

c Welk document volgt er na de levering?

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe registreer je de verkoopverrichtingen in de boekhouding?

Re-explore 1— Welke soorten verkopen kun je onderscheiden?

1 De meeste ondernemingen verkopen handelsgoederen. Geef vijf voorbeelden van handelsgoederen voor A.S.Adventure.edu.

2 Een loodgieter verkoopt niet enkel handelsgoederen. Vaak voert hij ook nog herstellingswerken uit. Hoe heet zo’n verkoop?

3 Op de verkoopfactuur staan niet alleen de verkochte goederen en diensten. Bekijk de facturen van Explore 7 en 8. Wat kan de verkoper nog meer doorrekenen aan zijn klanten?

4 Bekijk het MAR achteraan dit thema of op iDiddit. Vul aan.

Een verkoop van handelsgoederen is een voor A.S.Adventure.edu.

Je vindt die in klasse in groep in het MAR.

Je boekt op de rekening en / of

Re-explore 2— Kun je een verkoopfactuur analyseren?

1 Bekijk het organogram achteraan dit thema of op iDiddit. Wie heeft de verkoopfactuur opgesteld?

2 Bestudeer de verkoopfactuur bij Re-explore 3. Beantwoord de vragen.

a Voor wie is de factuur bestemd?

b Op welke datum is de factuur opgesteld?

c Wat is de uiterste betalingsdatum?

d Welk nummer heeft de factuur?

e Schrijf je de factuur onder hetzelfde factuurnummer in de boekhouding in?

proefversie©VANIN

f Waarop heeft de verkoop betrekking?

g Vul aan: klant Chirojeugd Vlaanderen moet betalen aan A.S.Adventure.edu, met andere woorden er ontstaat een op die klant.

h Voor welke waarde heeft A.S.Adventure.edu goederen verkocht?

i Hoeveel btw wordt er aangerekend?

j Welk btw-tarief is er van toepassing op de factuur?

k Markeer het juiste antwoord: de btw die je aanrekent op de verkoop van goederen en diensten is aftrekbare btw / verschuldigde btw.

Re-explore 3— Hoe registreer je een eenvoudige verkoopfactuur?

1 Bestudeer de verkoopfactuur. Welke bedragen heb je nodig voor de boekhoudkundige verwerking?

2 Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of op iDiddit. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De vordering op klant Chirojeugd Vlaanderen daalt / stijgt met euro. De rekeningen met betrekking tot een vordering staan in klasse , namelijk rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je moet de rekening dus debiteren / crediteren voor dat bedrag.

b Bij een verkoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering op / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse , namelijk rekening  .

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor het bedrag van euro.

c A.S.Adventure.edu verkocht handelsgoederen, dat is een voor de onderneming. Je boekt de verkoop op een rekening uit klasse , namelijk rekening  .

Die rekening vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

proefversie©VANIN

Documentdatum:

Totaal

A.S.Adventure.edu

Chirojeugd Vlaanderen Nijverheidsstraat 92/5 Kipdorp 30 2160 WOMMELGEM 2000 ANTWERPEN Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

proefversie©VANIN

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

1 Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen.

a Welke btw-tarieven zijn er van toepassing? Verklaar.

b Stel dat er extra verpakking aangerekend zou worden op de factuur. Aan welk btw-tarief is die dan onderhevig? Verklaar.

2 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De vordering op klant Synergie Wellness Point daalt / stijgt met euro. Je boekt dat op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor dat bedrag.

b Bij een verkoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering op / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt dat op de rekening  . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

c A.S.Adventure.edu verkocht handelsgoederen aan 6 % en 21 % btw, dat is een  voor de onderneming. Je boekt de verkoop aan 6 % op de rekening  . Dat is een kostenrekening / opbrengstenrekening die vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor euro. De verkoop aan 21 % btw, boek je op de rekening  . Dat is een kostenrekening / opbrengstenrekening die je debiteert / crediteert voor euro.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

proefversie©VANIN

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€) Totaal

A.S.Adventure.edu

Factuur

Synergie Wellness Point

Nijverheidsstraat 92/5 Brieleke 16 2160 WOMMELGEM 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum Leveringsvoorwaarden 20xx‐03‐01, UVB20xx‐0198 Franco thuis

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

proefversie©VANIN

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen. Algemene voorwaarden: zie achterkant

1 Op 20xx-03-06 stelt Mulin Bussche creditnota CN20xx-0002 op. Beantwoord de vragen.

a Op welke factuur heeft de creditnota betrekking?

b Waarom heeft Mulin die creditnota opgesteld?

2 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De vordering op klant Chirojeugd Vlaanderen daalt / stijgt met euro. Je boekt dat op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je moet de rekening dus debiteren / crediteren voor dat bedrag.

b Het btw-bedrag van een uitgaande creditnota mag je van de overheid terugvorderen. Bij een uitgaande creditnota heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering op / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse , namelijk rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

c Chirojeugd Vlaanderen stuurt een deel van de verkochte handelsgoederen terug. De kosten / opbrengsten voor A.S.Adventure.edu dalen / stijgen. Je boekt het brutobedrag op de rekening , die je debiteert / crediteert voor euro.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

proefversie©VANIN

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C DEBETBEDRAG (€) CREDITBEDRAG (€)

Totaal

A.S.Adventure.edu

Creditnota

Chirojeugd Vlaanderen

Nijverheidsstraat 92/5 Kipdorp 30 2160 WOMMELGEM 2000 ANTWERPEN Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Klantcode Btw‐nummerNummer creditnotaFactuurdatumVervaldatum

Slaapzak Ignition 1700 II

Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin zij oorspronkelijk in aftrek werd gebracht (art. 4 KB nr. 4).

Leveringsdatum Goederen retour, rits stuk. VF20xx‐0256 dd. 20xx‐03‐01

LeveringsvoorwaardenAf fabriek

proefversie©VANIN

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

Explore 6— Hoe registreer je een verkoopfactuur met handelskorting?

1 Bestudeer de verkoopfactuur. Welke bijzondere verkoopsvoorwaarde is er van toepassing?

proefversie©VANIN

2 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Door een handelskorting te geven aan klant Fitality Club dalen / stijgen de bedrijfsopbrengsten. Je boekt de handelskorting op de rekening .

Je moet de rekening debiteren / crediteren voor euro.

3 Welk bedrag boek je op de rekening 704002 Verkopen handelsgoederen aan 21 % btw?

4 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Registratie handelskorting

Het bedrag van de toegestane handelskorting aan de klanten boek je op de rekening 704020 Handelskorting op verkopen (-).

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Fitality Club Ruggeveldlaan 603 2100 DEURNE

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

voorwaarden: zie achterkant

Explore 7— Hoe registreer je

een verkoopfactuur met

doorgerekende kosten?

1 Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen.

a Bekijk het klantenbestand achteraan dit thema of op iDiddit. Welke leveringsvoorwaarde heeft klant Ski- en Snowboardcentrum Snow Valley? Wat betekent dat?

b Welke kosten staan er op de factuur voor Snow Valley?

c Geef nog twee andere voorbeelden van kosten die je aan de klant kunt doorrekenen.

2 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

proefversie©VANIN

Als je kosten doorrekent aan de klanten, dan daalt / stijgt de bedrijfsopbrengst. De doorgerekende kosten boek je op een rekening uit de groep 74 Andere bedrijfsopbrengsten, namelijk op de rekening  . Je moet die rekening debiteren / crediteren.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

Registratie doorgerekende kosten

Kosten die je doorrekent aan klanten, zoals transportkosten en extra verpakking, boek je op de rekening 746000 Doorgerekende kosten.

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Ski- & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Leveringsdatum 20xx‐03‐02, UVB20xx‐0200

LeveringsvoorwaardenAf fabriek

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag

voorwaarden:

Explore 8— Hoe registreer je een verkoopfactuur met terugstuurbare verpakking?

1 Bestudeer de verkoopfactuur. Wat wordt er aan klant Chirojeugd Vlaanderen aangerekend?

proefversie©VANIN

2 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De goederen worden geleverd op een europallet. Na het lossen van de goederen kan Chirojeugd Vlaanderen de europallet terugbezorgen. Er ontstaat een vordering op / schuld tegenover de klant. Je vindt de rekening in groep 48 van het MAR, rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die daalt / stijgt. Je debiteert / crediteert die rekening voor euro.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Registratie terugstuurbare verpakking

Terugstuurbare verpakking die je de klant aanrekent, boek je op de passiefrekening 488000 Terug te betalen verpakking. Op de terugstuurbare verpakking wordt geen btw aangerekend.

A.S.Adventure.edu

Factuur

Chirojeugd Vlaanderen

Nijverheidsstraat 92/5 Kipdorp 30 2160 WOMMELGEM 2000 ANTWERPEN Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Klantcode Btw‐nummerFactuurnummerFactuurdatumVervaldatum 40002 BE0476 038 485 VF20xx‐0260

Omschrijving

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Brutobedrag

Verkoopprijs/e Totaal in euro

20xx‐03‐03, UVB20xx‐0201 Af fabriek; actie maart: geen transportkosten bij aankoop vanaf 4 000,00 euro excl. btw

SubtotaalFin. korting MvH

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB 4 957,50

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen. Algemene voorwaarden: zie achterkant

Explore 9— Hoe registreer je een verkoopfactuur met financiële korting?

1 Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen.

a Welke korting staat A.S.Adventure.edu aan klant KSA Nationaal toe?

proefversie©VANIN

b Wanneer mag KSA Nationaal die korting in mindering brengen?

Registratie financiële korting bij verkoopfactuur

Op het moment van registratie van de verkoopfactuur weet je niet of de klant van de financiële korting zal gebruikmaken. Je moet daar dus bij het boeken van de verkoopfactuur geen rekening mee houden.

De financiële korting beïnvloedt enkel de berekening van de btw. Betaalt de klant binnen de tien dagen, dan registreer je de financiële korting bij de financiële verrichtingen.

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

A.S.Adventure.edu KSA Nationaal Nijverheidsstraat 92/5 Vooruitgangsstraat 225 2160 WOMMELGEM 1030 SCHAARBEEK Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Afhaling winkel 20xx‐03‐05 Franco thuis

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

proefversie©VANIN

Algemene voorwaarden: zie achterkant A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat

Explore 10— Ken je alle boekingsregels van de verkoopfactuur?

1 Op 20xx-03-06 stelt Mulin Bussche factuur VF20xx-0262 op voor Groendienst Gent.

a Bestudeer de bedragen van de factuur.

b Neem er opnieuw het MAR bij. Noteer op welke rekening van het MAR je het bedrag registreert bij het boeken van de verkoopfactuur.

Leveringsdatum Afhaling winkel 20xx‐03‐05

LeveringsvoorwaardenFranco huis

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

A B C D E F G H

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Algemene voorwaarden: zie achterkant

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum: REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

proefversie©VANIN

Totaal

3 Maak nu Action 1.

Explore 11— Wat zijn dagontvangsten?

1 Bij welke verkopen ben je niet verplicht een verkoopfactuur op te stellen?

proefversie©VANIN

2 Welk betalingsbewijs ontvangt de klant dan?

3 Ga naar iDiddit en beluister het interview met Kevin Thijs, kassamedewerker van A.S.Adventure.edu. Beantwoord de vragen.

a Wat zijn dagontvangsten?

b Wat is een dagontvangstenboek?

c Wat moet je noteren in het dagontvangstenboek?

Good to know

Het is belangrijk dat je de dagontvangsten inschrijft op basis van een verantwoordingsstuk. Elke computerkassa creëert die stukken tegenwoordig automatisch. Wie niet over een computerkassa beschikt, moet zijn dagontvangsten anders bewijzen. In kleine boetieks kleven de kassamedewerkers soms de etiketten uit de kleding op een blad tijdens de afrekening. Zo bewijzen ze hun dagontvangsten dag per dag. Kappers houden dan weer als bewijs hun afspraken bij in een agenda. Op het niet invullen van het dagontvangstenboek staan boetes. Stel dat je drie dagen het dagontvangstenboek niet invult, dan is er drie keer een boete van 125,00 euro voorzien.

Contante winkelverkopen zijn verkopen aan een consument zonder dat je daar als winkelier een verkoopfactuur voor opstelt. De klant betaalt onmiddellijk en ontvangt enkel een kasticket als aankoopbewijs.

Het dagontvangstenboek is een (papieren of elektronisch) boek waarin je als winkelier dagelijks, verplicht de totale ontvangsten uit winkelverkopen opgesplitst per btw-tarief inschrijft. Elke inschrijving moet je aan de hand van een verantwoordingsstuk, bijvoorbeeld het totale kasticket bij de dagelijkse afsluiting van de kassa, verantwoorden. Je bent verplicht het dagontvangstenboek en de verantwoordingsstukken zeven jaar te bewaren.

Explore 12— Kun je de dagontvangsten registreren in de boekhouding?

1 Bekijk het overzicht van de dagontvangsten van de maand maart. Beantwoord de vragen.

a Hoeveel bedragen de winkelverkopen in de maand maart?

b Hoe zijn die uitgesplitst?

2 Bereken en vul de tabel aan.

a Het maandtotaal exclusief 6 % btw

proefversie©VANIN

b Het maandtotaal exclusief 21 % btw

c Het maandtotaal exclusief btw

d Het maandtotaal btw-bedrag 6 % btw

e Het maandtotaal btw-bedrag 21 % btw

f Het maandtotaal btw-bedrag

ONTVANGSTEN

MAAND maart 20xx

20xx-03-01 Dagontvangsten 0,00 20xx-03-02

Blz. nr. 3

Btw-nummer: BE0465 672 452

BEDRAGEN INCLUSIEF BTW Datum Omschrijving Totalen

20xx-03-07 Dagontvangsten 0,00

20xx-03-08 Dagontvangsten 0,00 20xx-03-09

20xx-03-28

MAANDTOTAAL INCLUSIEF BTW

MAANDTOTAAL EXCLUSIEF BTW

MAANDTOTAAL BTW

3 Om de dagontvangsten te registreren in het verkoopdagboek stelt Estefania Umuhire een globale factuur dagontvangsten op. Vul op basis van de berekeningen in vraag 2 de factuur in.

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Art.nr.

Klantcode Btw‐nummer

Omschrijving

Factuurnummer VF20xx‐0272 20xx‐03‐31

FactuurdatumVervaldatum 40100

Verkoopprijs/e

Totaal in euro

proefversie©VANIN

Dagontvangsten aan 6 % btw

Dag 6 % 16 %

Dagontvangsten aan 21 % btw

Dag 21 % 121 %

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Brutobedrag

Btw‐% Hand.kortingNettoKosten

Totaal

SubtotaalFin. korting MvH

BtwTotaal 6 % 21 %

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag uEUR in mindering brengen.

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Algemene voorwaarden: zie achterkant

4 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C DEBETBEDRAG (€) CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

TO THE POINT

Soorten verkopen

Verkopen zijn bedrijfsopbrengsten. De meeste ondernemingen verkopen vooral handelsgoederen, maar er zijn ook ondernemingen, zoals glazenwassers en tuinmannen, die hoofdzakelijk diensten verkopen.

Bijzonderheden

Handelskorting geef je met als doel meer te verkopen. Je verleent die korting aan trouwe klanten, bij grote afname, bij opendeurdagen … Het bedrag van de toegestane handelskorting boek je op de rekening 704020 Handelskorting op verkopen (-).

Extra (of verloren) verpakking en transportkosten die je doorrekent aan klanten, registreer je op de opbrengstenrekening 746000 Doorgerekende kosten. Reken je een waarborg aan de klant voor terugstuurbare verpakking, dan ontstaat er een schuld tegenover de klant. De klant kan de verpakking terugsturen en dan moet je het aangerekende bedrag terugbetalen. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de passiefrekening 488000 Terug te betalen verpakking. Met de financiële korting houd je geen rekening bij de boeking van de verkoopfactuur. Je boekt steeds het totale factuurbedrag, zonder financiële korting.

Verkoopverrichtingen volgens het MAR: verkoopfactuur

proefversie©VANIN

Vordering op klant stijgt.

Btw op verkopen = verschuldigde btw. De schuld t.o.v. overheid stijgt.

Verkopen HG = bedrijfsopbrengst stijgt.

Verkopen HG = bedrijfsopbrengst stijgt.

Handelskorting = bedrijfsopbrengst daalt.

Verpakking wordt aangerekend, maar klant mag die terugsturen. Er ontstaat een schuld tegenover de klant.

Transportkosten, verpakking wordt doorgerekend. Dat is een extra bedrijfsopbrengst.

400000HandelsdebiteurenA+DTotaalbedrag factuur

451100Verschuldigde btwP+CBtw-bedrag

704001Verkopen HG aan 6 % btw

704002Verkopen HG aan 21 % btw

704020Handelskorting op verkopen (-)

488000Terug te betalen verpakking

O+CBrutobedrag btw-% 6 %

O+CBrutobedrag btw-% 21 %

O-DBedrag handelskorting

P+C Bedrag terugstuurbare verpakking

746000Doorgerekende kosten

O+CBedrag transportkosten, extra verpakking

Dagontvangsten

Bij verkopen aan handelaars ben je verplicht een factuur op te stellen. Die factuur registreer je in het verkoopdagboek. Bij een verkoop aan een particulier ben je niet (altijd) verplicht om een factuur op te maken, een kasticket volstaat. Dat zijn winkelverkopen. In een winkel betaalt de klant onmiddellijk, cash of met een bankkaart, daarom heet dat contante winkelverkopen

Bij het afsluiten van de kassa krijg je een overzicht van de dagontvangsten. Dat is het totaalbedrag van de contante winkelverkopen van die dag. Het is belangrijk een overzicht te hebben van alle dagontvangsten. Je hebt dat namelijk nodig om de btw-aangifte in te vullen en om de winst te bepalen. Daarom ben je als winkelier wettelijk verplicht dagelijks het dagontvangstenboek in te vullen. Dat kan zowel digitaal als op papier. Op het niet invullen van het dagontvangstenboek staan boetes. Stel dat je drie dagen het dagontvangstenboek niet invult, dan is er drie keer een boete voorzien van 125,00 euro.

In het dagontvangstenboek noteer je op basis van het kasticket de bedragen inclusief btw, uitgesplitst per btwtarief. Om de winkelverkopen te registreren in het verkoopdagboek, stel je een interne verkoopfactuur op.

Uitgaande creditnota

Een uitgaande creditnota is een document dat je opstelt om de verkoopfactuur te verbeteren. De vordering tegenover de klant daalt daardoor. Net zoals bij een inkomende creditnota moet ook op de uitgaande creditnota verplicht de melding staan: ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in aftrek werd gebracht (art. 4 KB nr. 4).

Verkoopverrichtingen volgens het MAR: uitgaande creditnota

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Vordering op klant daalt.

Btw op uitgaande creditnota’s = aftrekbare btw. De vordering op de overheid stijgt.

Retour HG = bedrijfsopbrengst daalt.

400000HandelsdebiteurenA-CTotaalbedrag creditnota

411200Aftrekbare btw op uitgaande cn’s A+DBtw-bedrag

704010Retours op verkopen (-) O-DBrutobedrag

Action 1— Kun je verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s registreren?

1 Analyseer alle verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s.

2 Vul van elke factuur en uitgaande creditnota het redeneringsschema in.

Documentnummer:

2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Documentdatum:

A.S.Adventure.edu

Beleko

Nijverheidsstraat 92/5 Amerikalei 90 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Documentnummer:

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

A.S.Adventure.edu

2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum 20xx-03-08, UVB20xx-0204

Leveringsvoorwaarden Franco huis

Groendienst Gent

Nijverheidsstraat 92/5 Woodrow

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij

A.S.Adventure.edu

Vlaanderen Nijverheidsstraat92/5

2160 WOMMELGEM 2000 ANTWERPEN Tel.+32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 Kipdorp

Leveringsdatum 20xx-03-09,UVB20xx-0205

Documentnummer:

Nijverheidsstraat 92/5

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum 20xx-03-09,

Synergie Wellness Point

Brieleke 16

Totaal

Nijverheidsstraat92/5

2160 WOMMELGEM

Tel.+32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu Fiets! Nijverheidsstraat 92/5 Vlaamse Kaai 20 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum 20xx-03-13,UVB20xx-0207

Leveringsvoorwaarden

Documentnummer:

Documentdatum:

A.S.Adventure.edu

Wandelsport Vlaanderen vzw Nijverheidsstraat 92/5 Industrielaan 11 bus 3 2160 WOMMELGEM 9990 MALDEGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

proefversie©VANIN

Leveringsdatum 20xx-03-17, UVB20xx-0208

Leveringsvoorwaarden Af fabriek

Brutobedrag

Subtotaal Fin. korting MvH

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u EUR in mindering brengen.

Documentnummer: Documentdatum:

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu Creditnota

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat92/5 2160 WOMMELGEM

Tel.+32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum 20xx-03-18,UVB20xx-0209 Leveringsvoorwaarden

2160

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer

Documentnummer:

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu KSANationaal Nijverheidsstraat92/5 Vooruitgangsstraat225 2160 WOMMELGEM

Tel.+32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Btw-nummer

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5

2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Gelievebijbetalinghetfactuurnummerenuwklantennummertevermelden.

Bijbetalingbinnen de10dagen magu EURin minderingbrengen.

Documentnummer:

Documentdatum:

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Ski - & SnowboardcentrumSnow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Creditnota

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Ski - & SnowboardcentrumSnow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum Retour 20xx-03-22, VF20xx-0269, 2 stuks beschadigd

Leveringsvoorwaarden Af fabriek

Creditnota

Klantcode Btw-nummer Nummer creditnota Factuurdatum Vervaldatum 40006 straat 92/5 CN20xx-0004 20xx-03-24

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw

Leveringsdatum Retour 20xx-03-22, VF20xx-0269, 2 stuks beschadigd

Leveringsvoorwaarden Af fabriek

Totaal

Action 2— Kun je dagontvangsten registreren in de boekhouding?

1 Bekijk de dagontvangsten van de maand april. Bereken de bedragen exclusief btw en het totaal van de btw-bedragen.

proefversie©VANIN

Maandtotaal inclusief btw

Maandtotaal exclusief btw

Maandtotaal btw

2 Vul het redeneringsschema in. De laatst opgestelde factuur in april kreeg het nummer VF20xx-0305. Je registreert de dagontvangstenfactuur op de laatste dag van de maand in de boekhouding.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

3 Ga naar iDiddit. Je kunt er oefenen op de registratie van de dagontvangsten in didACC.

Action 3— Kun je verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s registreren in didACC?

Ga naar iDiddit. Je kunt er oefenen op de registratie van verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan een eenvoudige verkoopfactuur registreren in de boekhouding.

2 Ik kan een verkoopfactuur met meerdere btwtarieven registreren in de boekhouding.

3 Ik kan een verkoopfactuur met handelskorting registreren in de boekhouding.

4 Ik kan een verkoopfactuur met doorgerekende kosten registreren in de boekhouding.

5 Ik kan een verkoopfactuur met terugstuurbare verpakking registreren in de boekhouding.

6 Ik kan een verkoopfactuur met financiële korting registreren in de boekhouding.

7 Ik kan een uitgaande creditnota registreren in de boekhouding.

8 Ik kan een dagontvangstenfactuur registreren in de boekhouding.

JA KAN BETER EXTRA OEFENMATERIAAL

LEVEL 3

Hoe registreer je financiële

verrichtingen

in de boekhouding?

proefversie©VANIN

INTRO

1 Bekijk de onderstaande afbeeldingen en bespreek de vragen klassikaal.

a Welke betaalmethodes herken je?

b Welke logo’s herken je niet?

c Bespreek kort het verschil tussen de verschillende betaalmethodes.

d Waar kun je die betaalmethodes gebruiken?

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?

1 Bestudeer het bankafschrift.

a Noteer de omschrijving van elk onderdeel naast elke letter.

b Onder welk nummer registreer je het bankafschrift in de boekhouding?

c Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels –

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-02-28

Europese overschrijving

Naar: Vaude – BE87 5503 5180 0094 20xx/FA/0289 – K-0984

Verrichting 201 van 20xx-03-05 – valuta 20xx-03-04

Afschrift 59/001 Nieuw saldo op 20xx-03-06 +

MDart10

2 Vul aan en markeer.

Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Dat bedrag bereken je door het verschil te maken tussen van het bankafschrift, dus .

3 Bekijk het MAR achteraan dit thema of op iDiddit.Vul aan en markeer het juiste antwoord:

Het saldo op de bankrekening ING van A.S.Adventure.edu staat op de balans / resultatenrekening, het behoort tot vaste activa / vlottende activa, onder de rubriek

Die staat in klasse in groep in het MAR. Verrichtingen op de rekening ING boek je op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening.

Re-explore 2— Op welke rekening staan de openstaande handelsschulden en vorderingen?

1 Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De vorderingop / schuld tegenover de leveranciers vind je op de zijde van de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening. Bij het registreren van een aankoopfactuur / verkoopfactuur boek je het (inclusief btw) op de zijde. Bij een inkomende creditnota op de zijde.

b Wanneer A.S.Adventure.edu een leverancier betaalt, vermeerdert / vermindert de Je debiteert / crediteert de rekening.

2 Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De vorderingop / schuld tegenover de klanten vind je op de zijde van de rekening  . Dat is een actiefrekening / passiefrekening. Bij het registreren van een aankoopfactuur / verkoopfactuur boek je het totaalfactuurbedrag (inclusief btw) op de zijde. Bij een uitgaande creditnota op de zijde.

b Wanneer een klant A.S.Adventure.edu betaalt, vermeerdert / vermindert de vordering, je debiteert / crediteert de rekening.

1 Ga terug naar Level 1, Re-explore 4.

a Onder welk nummer staat de factuur van Vaude in de boekhouding van A.S.Adventure.edu ingeschreven?

b Controleer of het overgeschreven bedrag correct is.

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-02-28 + 73 560,60

Europese overschrijving

Naar: Vaude – BE87 5503 5180 0094

20xx/FA/0289 – K-0984

Verrichting 201 van 20xx-03-05 – valuta 20xx-03-04 - 1 099,77

Afschrift 59/001 Nieuw saldo op 20xx-03-06 + 72 460,83 © MDart10

2 Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of op iDiddit. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je .

b De vordering op /schuld tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met euro. Je boekt dat op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je .

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C DEBETBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

BEDRAG (€)

Totaal

Re-explore 4— Hoe registreer je een inning?

1 Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-06 +72 460,83

Europese overschrijving

Van: Chirojeugd Vlaanderen – BE02 1401 2004 4540

VF20xx-0256 – K40002

Verrichting 202 van 20xx-03-06 – valuta 20xx-03-07 +9 295,83

Afschrift 60/001 Nieuw saldo op 20xx-03-07 +81 756,66

© MDart10

2 Ga terug naar Level 2, Re-explore 3. Controleer of Chirojeugd Vlaanderen het correcte bedrag overgeschreven heeft.

proefversie©VANIN

3 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro ( ). Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je .

b De schuld tegenover / vordering op klant Chirojeugd Vlaanderen daalt / stijgt voor een bedrag van euro. Je boekt dat op de rekening

.Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je

4 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

1 Welke verrichting gaf aanleiding tot dit bankafschrift?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-07

Europese overschrijving

Aan: Polar – BE13 7370 1155 2339

VF20xx-0278 – K40008

Verrichting 203 van 20xx-03-10 – valuta 20xx-03-09

© MDart10

2 Ga terug naar Explore 12 van Level 1.

a Onder welk nummer is die factuur ingeschreven in de boekhouding van A.S.Adventure.edu?

b Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu die factuur geregistreerd op de rekening Leveranciers?

c Welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu overgeschreven op de rekening van Polar?

d Verklaar het verschil.

3 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De financiële korting die de leverancier toestaat, vormt financiële kosten / opbrengsten voor

A.S.Adventure.edu. De financiële opbrengsten staan gegroepeerd in het MAR in groep 75. Je boekt de toegestane financiële korting van de leverancier op de rekening

Registratie financiële korting leverancier

Wanneer je de factuur aan de leverancier betaalt, daalt de schuld tegenover de leverancier. Dat is een passiefrekening die je debiteert voor het totale factuurbedrag zonder rekening te houden met de financiële korting: dus voor het bedrag dat je geregistreerd hebt bij het boeken van de aankoopfactuur op de rekening Leveranciers.

Het bedrag van de financiële korting is voor de onderneming een financiële opbrengst. Dat boek je op de rekening 757000 Betalingskortingen van leveranciers, die je crediteert.

4 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je

b De vordering op / schuld tegenover leverancier Polar daalt / stijgt met euro. Je boekt dat op de rekening  . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je .

c Het bedrag van de financiële korting, euro, boek je op de rekening

Je dus die rekening.

5 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

Totaal

1 Welke verrichting gaf aanleiding tot dit bankafschrift?

proefversie©VANIN

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-10

Europese overschrijving

Van: KSA Nationaal – BE13 7370 1155 2339

VF20xx-0261 – K40005

Verrichting 204 van 20xx-03-11 – valuta 20xx-03-12

© MDart10

2 Ga terug naar Explore 9 van Level 2.

a Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu de factuur geregistreerd op de rekening Handelsdebiteuren in de boekhouding?

b Welk bedrag heeft KSA Nationaal op de rekening van A.S.Adventure.edu overgeschreven?

c Verklaar het verschil.

3 Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De financiële korting die A.S.Adventure.edu toestaat aan haar klant vormt financiële kosten / opbrengsten voor de onderneming. De financiële kosten staan gegroepeerd in groep 65 van het MAR. Je boekt de toegestane financiële korting van de leverancier op de rekening

proefversie©VANIN

Registratie fi nanciële korting klanten

Wanneer een klant zijn factuur betaalt, daalt de vordering op de klant. Dat is een actiefrekening die je crediteert voor het totale factuurbedrag zonder rekening te houden met de financiële korting. Het is het bedrag dat je geregistreerd hebt bij de boeking van de verkoopfactuur op de rekening Handelsdebiteuren. Het bedrag van de toegestane financiële korting vormt voor de onderneming financiële kosten. Dat boek je op de rekening 657000 Betalingskortingen aan klanten die je debiteert.

4 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je

b De vordering op / schuld tegenover klant KSA Nationaal daalt / stijgt met euro. Je boekt dat op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je .

c Het bedrag van de toegestane financiële korting euro boek je op de rekening . Dat is een rekening die je .

5 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Documentdatum:

Totaal

Explore 7— Hoe analyseer je het kasdocument?

1 Bij het afsluiten van de kassa aan het einde van de dag, krijgt Kevin Thys het volgende document. Bestudeer het document en beantwoord de vragen.

a Waar vind je die gegevens nog?

b Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu op 20xx-03-02 verkocht?

c Hoe betaalden de klanten de verkopen?

d Hoeveel geld zat er aan het begin van 20xx-03-02 in de kassa?

e Hoeveel geld zit er aan het einde van de dag in kas?

Dagtotalenineuro20xx-03-02

Doc KAS20xx-40

Verkoop6%

Uitkas

Overdracht

2 Waarom zou je geld uit de kas halen? Geef een voorbeeld.

3 Wat wordt er bedoeld met ‘overdracht’?

proefversie©VANIN

4 Op welke rekening wordt het totaalbedrag van de dagontvangsten geregistreerd?

Explore 8— Hoe registreer je een kasdocument?

1 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Het saldo van de kas daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je

b De vorderingop/ schuld tegenover klant Dagontvangsten daalt / stijgt voor een bedrag van euro. Je boekt dat op de rekening

. Dat is een die vermeerdert / vermindert en die je dus moet

c Nu moet je nog het ontvangen bedrag met Bancontact registreren, euro. Bekijk de financiële rekeningen in het MAR. Je boekt de betaalde verkopen met Bancontact op de rekening .

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert

Elektronische inningen

Betalingen met Bancontact of kredietkaart registreer je op rekening 590000 Elektronische inning. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekhoudregels op toe zoals op de andere financiële rekeningen.

Bij de kasafsluiting mag je de elektronische betalingen niet boeken op de bankrekening omdat je daarvoor nog geen bankafschrift ontvangen hebt.

2 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Explore 9— Hoe registreer je de storting van elektronische inningen op de bankrekening?

1 Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

Totaal

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu Nr. 38 20xx-03-05

Vorig saldo EUR + 4 498,13

datum valuta 03-03ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 02-03 REF 665057896 PERIODE 02/03

68 NR 1487 A.S.ADVENTURE.EDU 03-03 + 612,21

KBC Bank NV

Nieuw saldo EUR + 5 110,34

2 Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a De bankrekening KBC daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, dus je

b De inning via Bancontact registreer je op de rekening  . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert.

3 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Totaal

Explore

1 Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

proefversie©VANIN

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT BE 0403

393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-11

Europese overschrijving

Aan: A.S. Adventure.edu – BE38 7380 1935 6572

Interne overboeking van ING naar Belfius

Verrichting 205 van 20xx-03-13 – valuta 20xx-03-12

Er is sprake van een interne geldbeweging wanneer je geld overschrijft van je ene bankrekening naar je andere bankrekening, of als je geld vanuit de kas op de bankrekening stort of omgekeerd.

2 Bestudeer het bankafschrift van Belfius dat je ontvangen hebt op 20xx-03-15.

proefversie©VANIN

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Saldo op 0010 20xx-02-28

BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

20xx-03-14 (VAL 20xx-03-15)

Overschrijving van A.S.Adventure.edu BE20 3200 6835 4556

Saldo op20xx-03-15

3 Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De ING-rekening daalt / stijgt met euro. De Belfius-rekening daalt / stijgt met euro.

4 Registreer beide afschriften op de onderstaande T-rekeningen.

D 551000 ING C D 553000 Belfius C (BS) 74 517,35 (BS) 364,92

5 Wat stel je vast?

Registratie interne overboeking

Om een interne geldbeweging boekhoudkundig te registreren, gebruik je de wachtrekening 580000 Interne overboekingen. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekening. Nadat je beide financiële documenten geboekt hebt, staat de wachtrekening weer op nul.

6 Registreer bankafschrift ING63 op de correcte manier.

a Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert.

Als tegenrekening gebruik je niet de rekening 553000 Belfius, maar de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert

b Registreer het bankafschrift op de T-rekeningen.

D 551000 ING

CD 553000 Belfius C (BS) 74 517,35 (BS) 364,92

D558000 Interne overboekingC

7 Registreer bankafschrift BELF10 op de correcte manier.

a Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De bankrekening Belfius daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert

Als tegenrekening gebruik je niet de rekening 551000 ING, maar de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert

b Registreer op de grootboekrekeningen, bij vraag 6b.

c Wat stel je nu vast?

8 Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

proefversie©VANIN

Documentnummer:

Totaal

Documentdatum:

Totaal

Explore 11— Hoe registreer je een lening op lange termijn?

Kapitaalaflossing

In bepaalde gevallen gaat een onderneming een lening op lange termijn aan om de aankoop van investeringsgoederen te financieren. Bij de boekhoudkundige registratie van een lening op lange termijn horen er drie verrichtingen, namelijk: het afsluiten van de lening, de terugbetaling van de lening die bestaat uit een kapitaalaflossing en de betaling van de interest, de overboeking aan het einde van het boekjaar.

1 Lees de case van A.S.Adventure.edu en beantwoord de vragen. Gebruik de tabel.

a Hoeveel heeft de onderneming geleend om de aankoop van de bestelwagen te financieren?

Langlopende schulden hebben een betalingsverplichting met een termijn van langer dan één jaar. Wanneer een schuld binnen het jaar moet worden terugbetaald, is het een kortlopende schuld. Langlopende schulden

b Hoeveel van dat bedrag is een schuld op:

ƒ korte termijn?

ƒ lange termijn?

c Waarom daalt het aandeel van de interest in het maandelijkse bedrag?

proefversie©VANIN

Tot nu toe deed A.S.Adventure.edu een beroep op een koerierdienst om bestellingen van de webshop te leveren. Femke Kelchtermans, de directeur van A.S.Adventure.edu, heeft nu beslist om een bestelwagen aan te kopen zodat de onderneming zelf kan leveren. Om de wagen op 1 april te financieren, gaat ze een lening van 40 000,00 euro op vijf jaar aan. De eerste terugbetaling is op 1 mei.

Tabel 1: Gedeelte uit aflossingstabel

proefversie©VANIN

2 Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 1 april ontvangt voor het aangaan van de lening.

a Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Het saldo op de bankrekening KBC daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert

Als tegenrekening gebruik je voor de schuld op lange termijn de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

De andere tegenrekening voor de schuld op korte termijn is de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

b Vul het redeneringsschema van bankafschrift KBC53 in.

Documentnummer:

proefversie©VANIN

Documentdatum:

Totaal

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB

A.S.Adventure.edu Nr. 53 20xx-04-01

Vorig saldo EUR + 16 321,94

datum valuta 04-01ONTVANGST Europese overschrijving KBC krediet 04-01 + 40 000,00

Nieuw saldo EUR + 56 321,94

proefversie©VANIN

KBC Bank NV

3 Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 30 april ontvangt voor de eerste kapitaalaflossing.

a Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Het saldo op de bankrekening KBC daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert

Als tegenrekening gebruik je voor de daling van de schuld op korte termijn de rekening .

Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

De andere tegenrekening voor de registratie van de interest is de rekening .

Dat is een kostenrekening / opbrengstenrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

© Shutterstock / ThomasDeco

b Vul het redeneringsschema van bankafschrift KBC63 in.

Documentnummer:

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu

Documentdatum:

Bank NV

Totaal

Inventaris

Het einde van het boekjaar brengt voor een onderneming verschillende taken mee. Eén daarvan is de opmaak van de inventaris. Een inventaris is het volledige overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde op het einde van het boekjaar.

proefversie©VANIN

4

Voor de lening moet de betrokken schuld correct in de balans worden genoteerd.

a Hoeveel van de schuld moet in 2024 worden terugbetaald?

b Hoeveel van de schuld is op 1 januari 2024 nog een schuld op lange termijn?

c Registreer de overboeking van een schuld op lange termijn naar een schuld op korte termijn op de correcte manier. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De schuld op lange termijn daalt / stijgt met

euro. Je boekt dat bedrag op de rekening .

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert.

De schuld op korte termijn daalt / stijgt met

euro. Je boekt dat bedrag op de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert.

d Vul het redeneringsschema voor deze overboeking in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Explore 12— Hoe registreer

je een inbreng met geld of in natura?

proefversie©VANIN

Inbreng vermogen

Bij de oprichting van een onderneming kan de oprichter of kunnen de oprichters een inbreng doen in geld of in natura. Een inbreng in natura gebeurt vaak wanneer een eenmanszaak in een vennootschap wordt ingebracht.

De inbreng van de eigenaar(s) staat op de balans bij de rubriek Eigen vermogen. Door de wijziging in de vennootschapswetgeving is er een onderscheid tussen kapitaalloze vennootschappen zoals een bv en kapitaalvennootschappen zoals een nv. Daardoor was een aanpassing van het MAR noodzakelijk voor de inbreng in kapitaalloze vennootschappen.

De inbreng van de oprichter(s) in een eenmanszaak of kapitaalvennootschappen wordt geboekt op de rekening 100000 Geplaatst kapitaal. De inbreng in een kapitaalloze vennootschap op de rekening 110000 Inbreng.

Lees de case van Pieter en beantwoord de vragen.

Pieter heeft al jaren een eenmanszaak waar hij fietsen verkoopt en herstelt. Samen met zijn twee vrienden Piotr en Jonas wil hij nu de zaak uitbreiden zodat ze ook elektrische fietsen, steps en scooters kunnen verkopen, verhuren en herstellen. Ze richten daarvoor een nv op.

Pieter brengt een gebouw in van 150 000,00 euro en handelsgoederen voor een bedrag van 45 000,00 euro. Piotr en Jonas brengen elk 50 000,00 euro in.

a Registreer de oprichting van de nv. De inbreng in geld wordt overgeschreven op de ING-rekening van de nieuwe zaak op 20 november. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met euro. Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert.

De inbreng van het gebouw door Pieter wordt geboekt op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

De inbreng van de handelsgoederen wordt geboekt op de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

Als tegenrekening gebruik je voor de oprichting van de nv de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van euro.

b Vul het redeneringsschema van bankafschrift ING01 in.

Documentnummer:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

TO THE POINT

Analyse van het financieel document

Voor je het bankafschrift in de boekhouding registreert, is het belangrijk dat je het document grondig bestudeert. Volg deze stappen om fouten te vermijden:

Stap 1: Van welke financiële instelling komt het document?

→ Zoek het rekeningnummer op in het MAR.

Stap 2: Stijgt of daalt het saldo?

→ Reken uit met hoeveel.

Stap 3: Heeft de verrichting betrekking op een betaling of inning?

→ Controleer of er financiële korting in mindering werd gebracht.

Stap 4: Wordt er geld overgeschreven van de ene financiële rekening naar de andere of naar de kas?

→ Gebruik altijd de wachtrekening 580000 Interne overboekingen.

Stap 5: Heeft de verrichting betrekking op een elektronische inning?

→ Gebruik altijd de wachtrekening 590000 Elektronische inning.

Bijzonderheden

Financiële korting toegestaan door leveranciers

Totaal goederen excl. btw

Handelskorting

Transportkosten Subtotaal

Financiële korting

Maatstaf van heffing

Btw

Terugstuurbare verpakking

Te betalen contant

Totaal factuurbedrag einde termijn

Stond de leverancier financiële korting toe, dan mag je bij betaling binnen de acht à tien dagen na factuurdatum, de financiële korting in mindering brengen op het totale factuurbedrag van de aankoopfactuur. Dat betekent dat je de leverancier minder betaalt dan je oorspronkelijk, bij de boeking van de aankoopfactuur geregistreerd hebt. Dat is voor de onderneming een financiële opbrengst. Je boekt de ontvangen financiële korting op rekening 757000 Betalingskortingen van leveranciers. Let op, de schuld tegenover de leverancier daalt en registreer je met het bedrag zonder de financiële korting.

Financiële korting toegestaan aan klanten

proefversie©VANIN

Is er financiële korting toegestaan aan de klant? Dan mag de klant bij betaling binnen de tien dagen de financiële korting in mindering brengen op het totale factuurbedrag van de verkoopfactuur. Dat betekent dat de klant minder betaalt dan oorspronkelijk geboekt bij de registratie van de verkoopfactuur. Dat vormt voor je onderneming financiële kosten. Je boekt de toegestane financiële korting op de rekening 657000 Betalingskortingen aan klanten. Let op, de vordering op de klant daalt en registreer je met het bedrag zonder de financiële korting.

Elektronische inning

Bij de contante winkelverkopen wordt er niet enkel cash betaald, veel klanten betalen met de bankkaart. Om die betalingen te registreren maak je gebruik van de rekening 590000 Elektronische inning. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekeningen. Je mag bij de kasafsluiting de elektronische betalingen niet boeken op de bankrekening, omdat je daarvoor nog geen bankafschrift ontvangen hebt. 4

Interne overboeking

Er is sprake van een interne geldbeweging wanneer je geld overschrijft van je ene bankrekening naar je andere bankrekening, of wanneer je geld vanuit de kas op de bankrekening plaatst of omgekeerd. Om een interne geldbeweging boekhoudkundig te registreren, gebruik je de wachtrekening 580000 Interne overboekingen. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekeningen. Heb je beide financiële documenten geboekt, dan staat de wachtrekening weer op nul.

Financiële verrichtingen volgens het MAR

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Het nieuwe saldo van de financiële rekening stijgt.

Het saldo van de kas stijgt.

Het nieuwe saldo van de financiële rekening daalt.

Het saldo in de kas daalt.

Klant betaalt, inning verkoopfactuur = vordering op klant daalt.

Toegestane financiële korting aan klanten = financiële kosten stijgen.

Betaling aan leverancier = schuld t.o.v. leverancier daalt.

55…Financiële rekeningA+DEindsaldo –beginsaldo

570000 Kas A+DStand kas –startgeld kas

55…Financiële rekeningA-CEindsaldo –beginsaldo

570000 Kas

Toegestane financiële korting door leveranciers = financiële opbrengst stijgt.

A-CStand kas –startgeld kas

400000HandelsdebiteurenA-CTotaalbedrag factuur zonder financiële korting

657000Betalingskortingen aan klanten K+DBedrag financiële korting

440000Leveranciers P-DTotaalbedrag factuur zonder financiële korting

757000Betalingskortingen van leveranciers O+CBedrag financiële korting

Interne overboeking: het saldo op de andere financiële rekening of in kas stijgt.

Interne overboeking: het saldo op de andere financiële rekening of in kas daalt.

Elektronische inning: kasafsluiting

Elektronische inning: storting op bankrekening (bankafschrift)

Lening op lange termijn

580000Interne overboeking A+DBedrag verrichting

proefversie©VANIN

580000Interne overboeking A-CBedrag verrichting

590000Elektronische inning A+DBedrag betalingen bankkaart

590000Elektronische inning A-CBedrag ontvangen betalingen bankkaart

In bepaalde gevallen moet een onderneming een lening op lange termijn aangaan om een aankoop van investeringsgoederen te financieren. Bij de boekhoudkundige registratie van een lening op lange termijn horen er drie verrichtingen, namelijk:

het afsluiten van de lening

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Het nieuwe saldo op de financiële rekening stijgt.

De schuld op lange termijn stijgt.

55…Financiële rekeningA+DEindsaldo –beginsaldo

173000Schulden aan kredietinstellingen

De schuld op korte termijn stijgt.

423000Binnen het jaar vervallende schulden aan kredietinstellingen

P+CBedrag van de lening dat pas de volgende boekjaren moet worden terugbetaald.

P+CBedrag van de lening dat het huidig boekjaar moet worden terugbetaald.

de terugbetaling van de lening die bestaat uit een kapitaalaflossing en de betaling van de interest

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C BEDRAG

De schuld op korte termijn daalt.

proefversie©VANIN

De financiële kosten stijgen.

Het nieuwe saldo op de financiële rekening daalt.

423000Binnen het jaar vervallende schulden aan kredietinstellingen

650000Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

P–DKapitaalaflossing

K+DBedrag van de interest

55…Financiële rekeningA–CEindsaldo –beginsaldo de overboeking aan het einde van het boekjaar

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C BEDRAG

De schuld op lange termijn daalt.

173000Schulden aan kredietinstellingen

De schuld op korte termijn stijgt.

423000Binnen het jaar vervallende schulden aan kredietinstellingen

P–DBedrag van de lening dat volgend boekjaar moet worden terugbetaald.

P+CBedrag van de lening dat volgend boekjaar moet worden terugbetaald.

Inventaris

Het einde van het boekjaar brengt voor een onderneming verschillende taken mee. Een daarvan is de inventaris opmaken. Een inventaris is het volledig overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde aan het einde van het boekjaar.

Inbreng in geld en in natura

Bij de oprichting van een onderneming kan de oprichter of kunnen de oprichters een inbreng doen in geld of in natura. Een inbreng in natura gebeurt vaak wanneer een eenmanszaak wordt ingebracht in een vennootschap.

De inbreng van de eigenaar(s) staat op de balans bij de rubriek Eigen vermogen. Door de wijziging in de vennootschapswetgeving is er een onderscheid tussen kapitaalloze vennootschappen zoals een bv en kapitaalvennootschappen zoals een nv. Daardoor was een aanpassing van het MAR noodzakelijk voor de inbreng in kapitaalloze vennootschappen.

De inbreng van de oprichter(s) in een eenmanszaak of kapitaalvennootschappen wordt geboekt op de rekening 100000 Geplaatst kapitaal. Voor de inbreng in een kapitaalloze vennootschap wordt de rekening 110000 Inbreng gebruikt.

De boekhoudkundige registratie van de inbreng met geld gebeurt als volgt:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

Het nieuwe saldo op de financiële rekening stijgt.

Het eigen vermogen van de onderneming stijgt.

proefversie©VANIN

55.…Financiële rekeningA+DEindsaldo –beginsaldo

100000 110000

Geplaatst kapitaal (bij eenmanszaken en kapitaalvennootschappen)

Inbreng bij kapitaalloze vennootschappen

P+CHet geldbedrag dat wordt ingebracht.

De boekhoudkundige registratie van de inbreng in natura gebeurt als volgt:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

De activa stijgen. 2… 340000 Afhankelijk van de inbreng bv. 221000 Gebouwen 230000 Installaties 340000 Voorraad handelsgoederen

Het eigen vermogen van de onderneming stijgt.

100000 110000 Geplaatst kapitaal (bij eenmanszaken en kapitaalvennootschappen)

Inbreng bij kapitaalloze vennootschappen

A+DWaarde gekoppeld aan de inbreng in natura.

P+CHet geldbedrag dat ingebracht wordt.

Action 1— Kun je financiële documenten registreren?

Registreer de bankafschriften en kasdocumenten in de boekhouding. Vul het redeneringsschema in.

proefversie©VANIN

Documentnummer: Documentdatum:

Totaal

Dagtotalenineuro20xx-03-03 Doc KAS20xx-41

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Dagtotalenineuro20xx-03-04

Doc KAS20xx-42

Verkoop6% 25,00

Verkoop21% 945,71

Totaal 970,71

Cash 119,60

Bancontact 851,11

Dagtotaal 970,71

Startgeldkas 898,05

Ontv cash 119,60

Totaalkas 1 017,65

Uitkas

Overdracht

Standkas 1 017,65

Documentnummer:

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu

Documentdatum:

datum valuta

03-04ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-04 REF 66607846106 PERIODE 03/03 68 NR 1488 A.S.ADVENTURE.EDU

03-05ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-05 REF 66607846107 PERIODE 03/04

KBC Bank NV

Totaal

Documentnummer: Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-13

Europese overschrijving

Aan: Telenet – BE11 4050 5046 1148

Verrichting 206 van 20xx-03-14 – valuta 20xx-03-13

Europese overschrijving

Van: Synergie – BE38 1030 2555 0272

VF20xx-0257 – K40010

Verrichting 207 van 20xx-03-13 – valuta 20xx-03-14

Afschrift 64/001 Nieuw saldo op 20xx-03-14

© MDart10

Totaal

Documentnummer: Documentdatum:

proefversie©VANIN

Dagtotalenineuro20xx-03-16

Doc KAS20xx-51

Verkoop6%

Verkoop21%

Uitkas

Totaal

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Dagtotalenineuro20xx-03-17 Doc KAS20xx-52

Verkoop6%

Verkoop21%

Totaal

Uitkas Overdracht

Documentnummer:

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Belfius Bank NV – Karel Rogierplein 11 – 1210 Brussel

Documentdatum:

Totaal

IBAN: BE23 0529 0064 6991 – BIC: GKCCBEBB – RPR Brussel – BTW BE

Verzekeringsagent FSMA nr. 019649 A – ME2 4944

Belfius Contact 02 222 12 02

Afschrift 11 EUR CLASSIC-REKENING

Saldo op 0011 20xx-03-15 EUR 20xx-03-15 (VAL 20xx-03-16)

Overschrijving van Groendienst Gent

BE53 0910 1965 4653

VF20xx-0262 (5 317,59-88,87 FK)

001220xx-03-15 (VAL 20xx-03-14)

Overschrijving naar A.S.Adventure.edu

BE20 3200 6835 4556 - 10 000,00

Saldo op20xx-03-17

+ 593,64 BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

Documentnummer: Documentdatum: REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

proefversie©VANIN

Totaal

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-14

Europese overschrijving

Van: A.S. Adventure.edu - BE89 0682 3480 4085

Verrichting 208 van 20xx-03-16 – valuta 20xx-03-17

Storting loket

Verrichting 209 van 20xx-03-17 – valuta 20xx-03-18

Europese overschrijving

Van: Fitality Club – BE73 0639 9193 4260

VF20xx-0258 – CN20xx-003 / K40004

Verrichting 210 van 20xx-03-17 – valuta 20xx-03-18

645,28 Afschrift 65/001 Nieuw saldo op 20xx-03-18

Documentnummer:

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu

Documentdatum:

datum valuta

03-18ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-18 REF 66607846116 PERIODE 03/17 68 NR 1498 A.S.ADVENTURE.EDU

03-19ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-19 REF 66607846118 PERIODE 03/18

KBC Bank NV

Totaal

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

Totaal

Belfius Bank NV – Karel Rogierplein 11 – 1210 Brussel

IBAN: BE23 0529 0064 6991 – BIC: GKCCBEBB – RPR Brussel – BTW BE 0403.201.185

Verzekeringsagent FSMA nr. 019649 A – ME2 4944

Belfius Contact 02 222 12 02

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Saldo op 0013 20xx-03-17 EUR 20xx-03-20 (VAL 20xx-03-21)

Afschrift 12 EUR CLASSIC-REKENING

Overschrijving van KSA Nationaal BE32 0682 1090 4602 VF20xx-0271 (5 617,21-93, 17 FK) +593,64 +5 524,04

Saldo op20xx-03-21

EUR +6 117,68 BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

Documentnummer:

Documentdatum:

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPR Brussels – VAT

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR) BIC: BBRUBEBB A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Vorig saldo op 20xx-03-18 + 86

Europese overschrijving

Aan: Ortlieb – BE77 4060 0754 0142

VF-20xx-412 – Klant 41415 (4 696,72-38,72 FK)

Verrichting 211 van 20xx-03-25 – valuta 20xx-03-24 -

Europese overschrijving

Aan: CCS Boekhoudkantoor – BE38 3630 5129 7882

F212156 - klant 000312

Verrichting 212 van 20xx-03-25 – valuta 20xx-03-24 - 931,70

Afschrift 66/001 Nieuw saldo op 20xx-03-25 + 80 894,15 © MDart10

Totaal

Documentnummer: Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Dagtotalenineuro20xx-03-26 Doc KAS20xx-59 Verkoop6%

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

Totaal

Dagtotalenineuro20xx-03-27

Doc KAS20xx-60

Verkoop6%

Verkoop21%

Documentnummer: Documentdatum:

Totaal

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB

A.S.Adventure.edu

proefversie©VANIN

Vorig saldo EUR + 19

datum valuta

03-27ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-27 REF 66607854129 PERIODE 03/26

68 NR 1498 A.S.ADVENTURE.EDU

03-28ONTVANGST

Bancontact / Mister Cash van 03-28 REF 66607846130 PERIODE 03/27

03-28OVERSCHRIJVING

The North Face – BE43 2930 1710 5401 VF20xx-0486 – klant 400120 (5 143,63-42,58 FK)

KBC Bank NV

Action 2— Kun je financiële documenten registreren in didACC?

Ga naar iDiddit. Je kunt er oefenen op de registratie van financiële verrichtingen.

Action 3— Kun je de verrichtingen van een lening op lange termijn registreren?

1 Lees de case van A.S.Adventure.edu en beantwoord de vragen. Maak gebruik van de tabel.

Tot nu toe deed A.S.Adventure.edu een beroep op een externe firma om kleding zoals T-shirts te bedrukken. Femke Kelchtermans, de directeur van A.S.Adventure.edu, heeft nu beslist om een installatie aan te kopen zodat de onderneming zelf kan bedrukken. Opdat ze de installatie op 1 oktober zou kunnen financieren, gaat ze een lening van 25 000,00 euro op 5 jaar aan. De eerste terugbetaling is op 1 november.

a Hoeveel heeft de onderneming geleend om de aankoop van de installatie te financieren?

b Hoeveel van dat bedrag is een schuld op:

ƒ korte termijn?

proefversie©VANIN

ƒ lange termijn?

Tabel 2: Gedeelte uit de aflossingstabel

2 Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 1 oktober ontvangt voor het aangaan van de lening. Vul het redeneringsschema van het bankafschrift van KBC in.

Documentnummer:

Documentdatum: REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM

proefversie©VANIN

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu

Vorig saldo EUR

datum valuta 10-01ONTVANGST Europese overschrijving KBC krediet

KBC Bank NV

Totaal

3 Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 2 november ontvangt voor de eerste kapitaalaflossing.

a Vul het redeneringsschema van het bankafschrift van KBC in.

Documentnummer:

Documentdatum:

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 BIC KREDBEBB A.S.Adventure.edu Nr. 110 20xx-11-02 Vorig saldo EUR +17 587,36 datum valuta 11-01 Aflossing KBC-krediet 11-02 –431,88 Nieuw saldo EUR

KBC Bank NV

Totaal

b Vul het redeneringsschema voor de inventarisverrichting in verband met de lening in.

Documentnummer:

Documentdatum:

REDENERINGREK.NR.REKENINGNAAM A/P K/O +/- D/C

DEBETBEDRAG (€)

CREDITBEDRAG (€)

proefversie©VANIN

Totaal

Action 4— Kun je een inbreng met geld of in natura boeken?

Lees de case over Maud en Finn en vul het redeneringsschema van het bankafschrift BELF01 op 11 december in.

Tijdens de coronacrisis zijn mensen meer online beginnen shoppen. Daarom bieden veel fysieke winkels hun producten nu ook aan via een webwinkel. Maud en Finn die net afgestudeerd zijn als webdesigners aan de hogeschool, hebben tijdens hun stage ervaren dat een onderneming daarvoor vaak een beroep doet op webdesigners. Ze zien het dan ook als een ideaal moment om samen een onderneming op te starten. Ze brengen elk hun computers in die een waarde hebben van 1 500,00 euro en een bedrag van 10 000,00 euro zodat ze een klein kantoor kunnen huren. Het geldbedrag wordt gestort op de Belfius-rekening van de bv.

Documentnummer:

Documentdatum:

proefversie©VANIN

BREAKING NEWS

1 Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Totaal

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan een bankafschrift analyseren.

2 Ik kan een inning van een verkoopfactuur registreren in de boekhouding.

3 Ik kan een inning van een verkoopfactuur met financiële korting registreren in de boekhouding.

4 Ik kan een betaling van een aankoopfactuur registreren in de boekhouding.

5 Ik kan een betaling van een aankoopfactuur met financiële korting registreren in de boekhouding.

6 Ik kan een kasdocument registreren in de boekhouding.

7 Ik kan een interne geldbeweging registreren in de boekhouding.

8 Ik kan een elektronische inning registreren in de boekhouding.

9 Ik kan een afsluiting van een lening op lange termijn registreren in de boekhouding.

10 Ik kan een terugbetaling van een lening op lange termijn registreren in de boekhouding.

11 Ik kan de overboeking op het einde van het boekjaar in verband met schulden op lange termijn registreren in de boekhouding.

12 Ik kan de inbreng met geld registreren in de boekhouding.

13 Ik kan de inbreng in natura registreren in de boekhouding.

JA KAN
BETER
EXTRA OEFENMATERIAAL

STEP-UP

Stel een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwangerschapsverlof zal vervangen.

a Neem de advertenties van de Step-in erbij.

b Maak een mindmap van de kennis, de vaardigheden en attitudes die een boekhouder moet hebben.

c Verwerk de gegevens van de mindmap in een vacature. Laat je daarvoor inspireren door de jobadvertenties die je voor de Step-in verzameld hebt.

d Ga naar iDiddit. Download er het logo en raadpleeg het huisstijlboek van A.S.Adventure.edu.

e Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

proefversie©VANIN

Begrippenlijst Thema 1

LEVELBEGRIP

1 aankoopkosten

proefversie©VANIN

Dat zijn kosten die de leverancier doorrekent op de aankoopfactuur.

bv. transportkosten, extra verpakking

1brutobedragDat is het bedrag zonder aftrek van kortingen.

1 btw

1diensten en diverse goederen

1extra of verloren verpakking

Dat is de belasting over de toegevoegde waarde. Het is een belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen en diensten.

Dat zijn de goederen en diensten die een onderneming regelmatig aankoopt opdat de onderneming zou functioneren.

bv. elektriciteit, kantoorbenodigheden

Dat is verpakking die de verkoper doorrekent aan de klant zoals een kartonnen doos, een kist of petflessen. De klant kan de verpakking niet terugsturen. Op de verpakking berekent hij de btw aan het laagste btw-tarief dat van toepassing is op de factuur.

1financiële korting

1handelsgoederen

Dat is een korting die toegestaan wordt wanneer de klant contant betaalt. Die korting heeft als doel een snellere betaling te verkrijgen.

Dat zijn alle goederen die de ondernemer aankoopt om te verkopen.

1handelskortingDat is een korting die als doel heeft om meer te verkopen. Die korting wordt toegestaan bij bijvoorbeeld aankoop in grote hoeveelheden of aan trouwe klanten.

1immateriële vaste activa

1inkomende creditnota

Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar. bv. licenties, merken, knowhow, het recht om een bepaald product te verkopen of een merknaam te gebruiken

De inkomende creditnota wordt opgesteld door de leverancier. Het is een verbetering van de factuur. Het vermindert het factuurbedrag en wordt opgesteld als er een fout in de factuur of de levering is.

LEVELBEGRIP

1investeringsgoederen

Dat zijn goederen die een onderneming aankoopt om meer dan een jaar te gebruiken. Als de aankoop betrekking heeft op kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal dan spreek je pas over een investering als het aankoopbedrag exclusief btw hoger is dan 1 000,00 euro.

proefversie©VANIN

1maatstaf van heffing

1materiële vaste activa

1terugstuurbare verpakking

Over dat bedrag bereken je de btw. Dat bedrag is het totaal van de brutoprijs –handelskorting + extra kosten – financiële korting.

Materiële vaste activa zijn tastbaar. Je kunt ze aanraken of vastpakken. bv. machines, meubilair, rollend materieel

Dat is verpakking, zoals een europallet of een gasfles, waarvoor de klant een waarborg betaalt die hij terugkrijgt als hij de verpakking terugbezorgt. Op terugstuurbare verpakking wordt er geen btw aangerekend.

1transportkosten

2contante winkelverkopen

Dat is een vergoeding die de verkoper aanrekent om de goederen tot bij de klant te leveren. De btw die daarop berekend wordt, is het laagste btw-tarief dat van toepassing is op de factuur.

Dat zijn alle verkopen aan particulieren waarvoor je geen factuur opstelt. De klant betaalt de aankoop onmiddellijk, hetzij cash, hetzij met een bankkaart.

2dagontvangsten

2dagontvangstenboek

2winkelverkopen

3elektronische betalingen

Dat is het totaalbedrag van de winkelverkopen van een dag, inclusief btw.

Dat is een verplicht boek waarin dagelijks de dagontvangst wordt ingeschreven. Als de winkel gesloten is, of als er niets wordt verkocht, is de winkelier verplicht een nulverkoop in te schrijven.

Dat zijn alle verkopen aan particulieren waarvoor een verkoper geen factuur opstelt.

Dat zijn winkelverkopen die betaald werden met de bankkaart, kredietkaart of QR-code via smartphone.

LEVELBEGRIP

3inbreng in natura

3interne geldbeweging

VERKLARING

Dat is inbreng bij de oprichting van een onderneming die niet in geld gebeurt. Een ondernemer kan bijvoorbeeld een machinepark of een gebouw in de (nieuwe) onderneming inbrengen.

Dat is de overschrijving van geld van de ene bankrekening naar de andere bankrekening van een bedrijf. Of geld vanuit de kas op de bankrekening storten of omgekeerd.

3inventarisDat is het volledige overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van een onderneming tegen de werkelijke waarde aan het einde van het boekjaar.

3kapitaalaflossing

3kapitaalloze vennootschappen

3kapitaalvennootschappen

Dat is de terugbetaling van het geleende bedrag.

Vennootschappen waarvoor er bij de oprichting geen minimum aan kapitaal vereist is. Daarom wordt het begrip ‘inbreng’ gebruikt in plaats van ‘kapitaal’.

Vennootschappen waarvoor een minimum aan kapitaal vereist is.

IN JE EIGEN WOORDEN

proefversie©VANIN

proefversie©VANIN

Minimum Algemeen Rekeningstelsel

KLASSE 1 EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR

RISICO’S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

10 Kapitaal

100000 Geplaatst kapitaal 101000 Niet-opgevraagd kapitaal

13 Reserves

130000 Wettelijke reserve 132000 Belastingvrije reserves 133000 Beschikbare reserves

14 Overgedragen winst of overgedragen verlies 140000 Overgedragen winst 141000 Overgedragen verlies (-)

16 Voorzieningen en uitgestelde belastingen 160000 Voorzieningen voor pensioenen 162000 Voorzieningen voor grote herstellingen en groot onderhoud

164000 Voorzieningen voor overige risico’s en kosten

17 Schulden op meer dan één jaar

172000 Leasingschulden 173000 Schulden aan kredietinstellingen 174000 Overige leningen

KLASSE 2 OPRICHTINGSKOSTEN, VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR

20 Oprichtingskosten

200000 Kosten oprichting en kapitaalverhoging

200009 Afschrijving op kosten oprichting en kapitaalverhoging (-)

21 Immateriële vaste activa

211000 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken

211009 Afschrijvingen op concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken (-)

215000 Software

215009 Afschrijvingen op software (-)

22 Terreinen en gebouwen

220000 Terreinen

221000 Gebouwen

221009 Afschrijvingen op gebouwen (-)

23 Installaties, machines en uitrusting

230000 Installaties

230009 Afschrijvingen op installaties (-)

231000 Machines

231009 Afschrijvingen op machines (-) 232000 Uitrusting

232009 Afschrijvingen op uitrusting (-)

24 Meubilair en rollend materieel

240000 Meubilair

240009 Afschrijvingen op meubilair (-)

240100 Kantoormachines

240109 Afschrijvingen op kantoormachines (-)

240200 Computers

240209 Afschrijvingen op computers (-)

241000 Rollend materieel

KLASSE 3 VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING

proefversie©VANIN

241009 Afschrijvingen op rollend materieel (-)

25 Leasing

251000 Installatie, machines, uitrusting in leasing

251009 Afschrijving installaties, machines en uitrusting in leasing

252000 Meubilair en rollend materieel in leasing

252009 Afschrijving meubilair en rollend materieel in leasing

30 Grondstoffen

300000 Voorraad

34 Handelsgoederen

340000 Voorraad handelsgoederen

KLASSE 4 VORDERINGEN EN SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR

40 Handelsvorderingen

400000 Handelsdebiteuren

401000 Te innen wissels

404000 Te innen opbrengsten

406000 Vooruitbetalingen

407000 Dubieuze debiteuren 409000 Geboekte waardeverminderingen op handelsvorderingen (-)

41 Overige vorderingen

411000 Terug te vorderen btw-saldo 411100 Aftrekbare btw

411200 Aftrekbare btw op uitgaande creditnota’s 412000 Terug te vorderen Belgische winstbelastingen

414000 Te innen opbrengsten

416000 Vorderingen op de eigenaar

416100 Voorschotten op bezoldigingen

418000 Terug te vorderen verpakking

42 Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

422000 Binnen het jaar vervallende leasingschulden

423000 Binnen het jaar vervallende schulden aan kredietinstellingen

424000 Binnen het jaar vervallende overige leningen

43 Financiële schulden

433000 Kredietinstellingen – schulden in rekening courant 439000 Diverse financiële schulden

44 Handelsschulden

440000 Leveranciers

441000 Te betalen wissels

444000 Te ontvangen facturen

45 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

450000 Geraamd bedrag der Belgische winstbelastingen 451000 Te betalen btw-saldo

451100 Verschuldigde btw 451200 Verschuldigde btw op inkomende creditnota’s 451300 Verschuldigde btw op IC-verwervingen

451400 Btw op invoer met verlegging van heffing

451500 Verschuldigde btw werken in onroerende staat

451600 Regularisatie btw verkopen

452000 Te betalen Belgische winstbelastingen

453000 Ingehouden bedrijfsvoorheffing

454000 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)

455200 Verschuldigde lonen

455300 Verschuldigde salarissen

456000 Vakantiegeld

47 Schulden uit de bestemming van het resultaat

471000 Dividenden over het boekjaar

472000 Tantièmes over het boekjaar

48 Diverse schulden

488000 Terug te betalen verpakking

489000 Schulden aan de eigenaar

49 Overlopende rekeningen

490000 Over te dragen kosten

491000 Verkregen opbrengsten

492000 Toe te rekenen kosten

493000 Over te dragen opbrengsten

KLASSE 5 GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN

55 Kredietinstellingen

550000 KBC

551000 ING

552000 BNP Paribas Fortis

553000 Belfius

555000 Bank X

57 Kassen

570000 Kas

58 Interne overboekingen

580000 Interne overboekingen

59 Elektronische inning 590000 Elektronische inning

KLASSE 6 KOSTEN

60 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

604000 Aankopen handelsgoederen

604010 Retours op aankopen (-)

604020 Handelskorting op aankopen (-)

604030 Aankoopkosten

608000 Ontvangen kortingen, ristorno’s en rabatten (-)

609000 Voorraadwijziging grondstoffen

609400 Voorraadwijzigingen handelsgoederen

61 Diensten en diverse goederen

611000 Huur en huurlasten

611500 Onderhoud en herstellingen machines

611600 Onderhoud en herstellingen gebouwen

611700 Onderhoud informatica

611800 Onderhoud en herstellingen rollend materieel

612000 Kantoorbenodigdheden en drukwerk

612100 Boeken en documentatie

612200 Klein materiaal

612220 Beroepskledij

612500 Verbruik water

612600 Verbruik gas

612700 Verbruik elektriciteit

612800 Handelsverpakkingen

613200 Erelonen boekhouders

613300 Sociaal secretariaat

613500 Wettelijke bekendmaking

614000 Brandverzekering

614400 Verzekering rollend materieel

615000 Vervoerskosten op verkoop

616000 Postzegels, portkosten

616200 Telefoon, gsm

616300 Internetkosten

616500 Brandstof voertuigen

616520 Publiciteitskosten

617000 Uitzendkrachten

62 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

620200 Bezoldigingen bedienden

620300 Bezoldigingen arbeiders

621000 Werkgeversbijdrage RSZ

623000 Andere personeelskosten

625000 Voorziening vakantiegeld

63 Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten

636000 Voorzieningen voor grote herstellingen en groot onderhoud: toevoeging

636100 Voorzieningen voor grote herstellingen en groot onderhoud: terugname (-)

64 Andere bedrijfskosten

640000 Bedrijfsbelastingen

642000 Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen

proefversie©VANIN

630000 Afschrijvingen oprichtingskosten

630100 Afschrijvingen op immateriële vaste activa

630200 Afschrijvingen op materiële vaste activa

630300 Afschrijvingen op meubilair en rollend materieel

leasing

634000 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste 1 jaar: toevoeging

634100 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste 1 jaar: terugname (-)

643000 Diverse bedrijfskosten

65 Financiële kosten

650000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

650010 Kosten van leasingschulden

652000 Minderwaarden op realisatie van vlottende activa

654000 Wisselresultaten: verlies

657000 Betalingskortingen aan klanten

659000 Diverse financiële kosten

66 Niet-recurrente bedrijfs- en financiële kosten

662000 Voorzieningen voor niet-recurrente risico’s en kosten: toevoeging

662100 Voorzieningen voor niet-recurrente risico’s en kosten: terugname (-)

663000 Minderwaarden op de realisatie van vaste activa

664000 Andere niet-recurrente bedrijfskosten

668000 Andere niet-recurrente financiële kosten

67 Belastingen op het resultaat

670000 Verschuldigde of gestorte belastingen en voorheffingen

670100 Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen (-)

670200 Geraamde belastingen

671000 Belgische belastingen op het resultaat van het vorige boekjaar

69 Resultaatverwerking

690000 Overgedragen verlies van het vorige boekjaar

692000 Toevoeging aan de wettelijke reserves

692100 Toevoeging aan de overige reserves

693000 Over te dragen winst

694000 Vergoeding van het kapitaal

695000 Bestuurders of zaakvoerders

696000 Andere rechthebbenden

KLASSE 7 OPBRENGSTEN

70 Omzet

700000 Verkopen en diensten 704000 Verkopen handelsgoederen

704001 Verkopen handelsgoederen aan 6 % btw 704002 Verkopen handelsgoederen aan 21 % btw

704010 Retours op verkopen (-)

704020 Handelskorting op verkopen (-)

74 Andere bedrijfsopbrengsten

742000 Meerwaarden op de realisatie van handelsvorderingen

744000 Huuropbrengsten

746000 Doorgerekende kosten

749000 Diverse bedrijfsopbrengsten

75 Financiële opbrengsten

751000 Opbrengsten uit vlottende activa

752000 Meerwaarden op de realisatie van vlottende activa

754000 Wisselresultaten: winst

757000 Betalingskortingen van leveranciers

759000 Diverse financiële opbrengsten

76 Niet-recurrente bedrijfs- of financiële opbrengsten

764000 Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 768000 Andere niet-recurrente financiële opbrengsten

79 Resultaatverwerking

790000 Overgedragen winst van het vorige boekjaar

793000 Over te dragen verlies

Boekingsregels

ACTIEF

Datum balans

D Actiefrekening C D Passiefrekening C (BS) Beginsaldo Beginsaldo (BS) + – – + vermeerderingvermindering verminderingvermeerdering

klasse 1, 2, 3, 4 (groep 40, 41) en 5

proefversie©VANIN

KOSTEN

Resultatenrekening

klasse 1 en 4 (groep 42 t.e.m. 48)

OPBRENGSTEN

D Kostenrekening C DOpbrengstenrekeningC + – – + kosten kosten opbrengsten opbrengsten vermeerderingvermindering verminderingvermeerdering

klasse 6

klasse 7

Klantenbestand –A.S.Adventure.edu

proefversie©VANIN

KLANTNUMMER

40001 Beleko

KLANTGEGEVENS KLANTGEGEVENS

Amerikalei 90

2000 ANTWERPEN

tel. 03 257 27 72 info@beleko.com contactpersoon: Caro Miermans

40002 Chirojeugd Vlaanderen

Kipdorp 30

2000 ANTWERPEN tel. 03 231 07 95 info@chiro.be contactpersoon: Larissa Klein

40003 Fiets!

Vlaamse Kaai 20

2000 ANTWERPEN tel. 03 337 89 66 antwerpen@fiets.com contactpersoon: Thybe Snoks

40004 Fitality Club

Ruggeveldlaan 603

2100 DEURNE tel. 03 326 63 72 deurne01@fitality.be contactpersoon: Remy Cuypers

BTW BE0883 404 239

Ond.nr. 0883 404 239

IBAN BE60 7373 0744 4270

BIC KREDBEBB

30 dagen factuurdatum

15 % handelskorting

Af fabriek

BTW BE0476 038 485

Ond.nr. 0476 038 485

IBAN BE02 1401 2004 4540

BIC GEBABEBB

30 dagen na factuurdatum

Franco huis

BTW BE0823 778 933

Ond.nr. 0823 778 933

IBAN BE28 0001 0480 0820

BIC BPOTBEB1

30 dagen na factuurdatum

15 % handelskorting Af fabriek

BTW BE0458 666 280

Ond.nr. 0458 666 280

IBAN BE73 0639 9193 4260

BIC BPOTBEB1

30 dagen na factuurdatum

10 % handelskorting Franco huis

40005

KSA Nationaal Vooruitgangsstraat 225 1030 SCHAARBEEK tel. 02 201 15 10 info@ksa.be contactpersoon: Younes Lachnachi

BTW BE0420 509 351

Ond.nr. 0420 509 351

IBAN BE32 0682 1090 4602

BIC GKCCBEBB

30 dagen na factuurdatum Franco huis

KLANTNUMMER

40006

40007

40008

KLANTGEGEVENS

Ski- & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E

3990 PEER

tel. 011 61 01 90 info@snowvalley.be contactpersoon: Lauren Stakenborg

Groendienst Gent

Woodrow Wilsonplein 1

9000 GENT

tel. 09 210 10 10

gentinfo@stadgent.be contactpersoon: Julie De Ryck

Wandelsport Vlaanderen vzw

Industrielaan 11 bus 3

9990 MALDEGEM tel. 050 72 00 19 info@wandelsport.be contactpersoon: Hanne Cuykx

40009 Camping International

Pré Cawiai 3

6941 BOMAL SUR OURTHE

DURBUY

tel. 0498 62 90 79 info@campinginternational.be

contactpersoon: Anouar Aafir

40010

40011

KLANTGEGEVENS EN VOORWAARDEN

BTW BE0464 256 648

Ond.nr. 0464 256 648

IBAN BE89 7360 3683 3085

BBRUBEBB

30 dagen na factuurdatum

Af fabriek

proefversie©VANIN

Synergie Wellness Point

Brieleke 16

2160 WOMMELGEM

tel. 03 354 99 11 info@synergie.com

contactpersoon: Zonne Paredis

Wijnegem Bicycle club vzw

Merksemsebaan 5

2110 WIJNEGEM tel. 03 353 73 20

info@bicycle.com

contactpersoon: Jesse Delli Santi

BTW BE0207 451 227

Ond.nr. 0207 451 227

IBAN BE53 0910 1965 4653

BIC GKCCBEBB

60 dagen na factuurdatum

Franco huis

BTW BE0643 481 073

Ond.nr. 0643 481 073

IBAN BE53 7390 1317 7853

BIC KREDBEBB

30 dagen na factuurdatum

15 % handelskorting

Af fabriek

BTW BE0442 492 521

Ond.nr. 0442 492 521

IBAN BE37 2900 5351 5628

BIC GEBABEBB

30 dagen na factuurdatum

Af fabriek

BTW BE0448 602 630

Ond.nr. 0448 602 630

IBAN BE38 1030 2555 0272

BIC NICABEBB

30 dagen na factuurdatum

Franco huis

Ond.nr. 0455 227 730

IBAN BE89 3800 1173 8485

BIC BBRUBEBB

30 dagen na factuurdatum

Af fabriek

NOTITIES proefversie©VANIN

proefversie©VANIN

L I T F

Thema 2: Internationale handel

THEMA Internationale handel 2 proefversie©VANIN

STEP-UP

Infographic over het belang van internationale handel voor België

LEVEL 4

Welke gevolgen heeft de globalisering op de arbeidsmarkt?

53

LEVEL 3 Hoe komt de economische integratie tot stand?

32

LEVEL 2 Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

18

LEVEL 1 Wat zijn de motieven voor internationale handel?

5

STEP-IN

1 Werk per twee. Waar doet het begrip ‘internationale handel’ je aan denken? Gebruik de afbeeldingen als inspiratie.

proefversie©VANIN

2 Verwerk het resultaat van die brainstorm in een woordenwolk. Ga naar iDiddit. Je vindt er enkele handige tools. Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk Level. Geef die submap de naam ‘Thema_X_Level_Y’. Geef het bestand een duidelijk naam zoals ‘Step-in_Woordenwolk’.

3 In dit thema doorloop je vier Levels waarin je leert …

1 wat de motieven van internationale handel zijn;

2 wat de gevolgen van handelsbelemmeringen zijn;

3 hoe de economische integratie tot stand komt;

4 wat de gevolgen van globalisering op de arbeidsmarkt zijn.

4 Elk Level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin ontwerp je een infographic waarmee je het belang van internationale handel voor België toelicht.

LEVEL 1

Wat zijn de motieven voor internationale handel?

proefversie©VANIN

INTRO

1 Heb je vanochtend voldoende tijd gehad om te ontbijten? Welke producten stonden er op de ontbijttafel?

ONTBIJT

Good to know

Je vindt de herkomst van producten door de Europese ArtikelNummering of EAN-code. Die code dient wereldwijd als artikelcodering in winkels om de kassaafhandeling en de voorraadadministratie te vereenvoudigen. De eerste twee of drie cijfers staan voor het land van herkomst. Zo verwijst 87 naar Nederland.

2 Surf via iDiddit naar een website met de codes voor andere landen. Uit welke landen komen de ontbijtproducten? En de grondstoffen om die producten te maken? Noteer ze bij elk product van vraag 1.

3 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Wat zijn de motieven voor internationale handel?

Explore 1— Wat is internationale handel?

Internationale handel

Internationale handel of wereldhandel is de handel tussen verschillende landen. In de volksmond worden de termen ‘invoer’ of ‘import’ gebruikt voor aankopen in het buitenland en de termen ‘uitvoer’ of ‘export’ voor verkopen aan het buitenland. De btw-wetgeving en de douanereglementering maken daarbij nog een onderscheid tussen intracommunautaire handel en extracommunautaire handel

1 Ga naar iDiddit, bestudeer de ontdekplaat in verband met internationale handel en beantwoord de onderstaande vragen.

a Omschrijf de volgende begrippen in je eigen woorden.

 intracommunautaire handel

proefversie©VANIN

 intracommunautaire verwerving

 intracommunautaire levering

 extracommunautaire handel

 import of invoer

 export of uitvoer

b Kleur de landen van de Europese Unie op de kaart in.

2 Om welke vorm van internationale handel gaat het voor de onderstreepte onderneming?

Een Franse onderneming verkoopt wijn aan een Zwitserse groothandel. A verkoopt

Een groothandelOostenrijkse in kazen verkoopt goederen aan een restaurantketen.Hongaarse B

Een Spaanse supermarktketen koopt sardientjes in blik aan bij een Portugese groothandel. C

Een Belgische vishandel koopt kabeljauw bij een Britse visserij.

Explore 2— Hoe belangrijk is België als doorvoerland?

Doorvoer

België is een typisch doorvoerland. De haven van Antwerpen speelt daarbij een heel belangrijke rol als doorvoerhaven. Goederen van over de hele wereld komen aan in de haven van Antwerpen en worden doorgevoerd naar andere landen.

1 Ga naar iDiddit, bestudeer de ontdekplaat over Port of Antwerp-Bruges en beantwoord de vragen.

a Omschrijf het begrip ‘doorvoerhaven’ in je eigen woorden.

proefversie©VANIN

b Welke andere steden hebben een zeehaven?

c Welke transportmodi worden ingezet om de goederen verder te transporteren?

2 Ga naar iDiddit en download de brochure over de haven van Antwerpen en Zeebrugge. Beantwoord de onderstaande vragen.

a Welke plaats neemt Port of Antwerp-Bruges in, in de top 20 van containerhavens?

proefversie©VANIN

b Noteer twee voorbeelden van:

 breakbulk  vloeibaar massagoed

 droog massagoed

c Hoeveel tonnage containers behandelde Port of Antwerp-Bruges?

d Hoeveel mensen stelt de haven direct en indirect tewerk?

Good to know

In de havens van Antwerpen en Zeebrugge zijn verschillende Vehicle Processing Centers (= hubs), waar ze auto’s wassen, ontdoen van wax, inspecteren, herstellen of uitrusten met accessoires om uiteindelijk naar de nieuwe eigenaar te vervoeren.

© Shutterstock / Aerovista Luchtfotografie

Explore 3— Waarom is internationale handel een noodzaak voor België?

proefversie©VANIN

Lees de redenen waarom internationale handel noodzakelijk is voor België. Markeer:

a de redenen om uit te voeren in het groen,

b de redenen om in te voeren in het rood.

Een grotere afzetmarkt maakt het mogelijk om meer winst te bereiken.

In eigen land is de productie van goederen te duur door bijvoorbeeld hoge loonkosten of gebrek aan scholing.

Productie op grotere schaal biedt schaalvoordelen waardoor eigen producten goedkoper geproduceerd worden.

De binnenlandse markt produceert de ingevoerde goederen zelf niet.

Voor de productie van bepaalde goederen heeft ons land onvoldoende technische kennis.

De ingevoerde goederen hebben een betere kwaliteit.

België heeft de benodigde grondstoffen niet (in voldoende mate).

Explore 4— Wat is het aandeel van België in de wereldhandel?

Good to know

Het Agentschap voor Buitenlandse Handel is een Belgisch agentschap dat opgericht is ter bevordering van de Belgische handel met het buitenland. Zo maakt het agentschap overzichtsstudies over het verloop van de buitenlandse handel van België. Ze publiceren cijfers die aangeven wie de belangrijkste handelspartners van België zijn en welke producten België hoofdzakelijk in- en uitvoert.

Surf via iDiddit naar de website van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. Je vindt er alle informatie om de opdracht uit te voeren.

a Werk in groepen.

b Zoek een antwoord op de vragen en geef het antwoord weer in een infographic.

 Wie zijn de belangrijkste handelspartners per continent?

 Wat zijn de belangrijkste export- en importsectoren?

c Voorzie de infographic van de nodige cijfergegevens aan de hand van tabellen en grafieken. Raadpleeg indien nodig de ICT-fiches.

d Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

TO THE POINT

Internationale handel of wereldhandel is de handel tussen verschillende landen. Daarbij is er een onderscheid tussen intracommunautaire handel (intracommunautaire verwerving en intracommunautaire levering), extracommunautaire handel (invoer of import en uitvoer of export) en doorvoer.

proefversie©VANIN

Er zijn heel wat redenen om in het buitenland aan te kopen:

– De productie van goederen in eigen land is te duur, bijvoorbeeld door hoge loonkosten of gebrek aan scholing.

– De ingevoerde goederen hebben een betere kwaliteit.

– De ingevoerde goederen ontbreken op de binnenlandse markt.

– Een land bezit onvoldoende technische kennis om bepaalde goederen te produceren.

– Een land heeft te weinig grondstoffen.

Dit zijn enkele redenen om aan het buitenland te verkopen: – Het land kan een grotere afzetmarkt bereiken en dus meer winst behalen.

– Door productie op grotere schaal zijn er schaalvoordelen waardoor eigen producten goedkoper geproduceerd worden en dus aantrekkelijk zijn om uit te voeren.

België neemt in de internationale handel een belangrijke plaats in en staat in de top 20 van de grootste uitvoerlanden en invoerlanden. De belangrijkste handelspartners van België zijn de buurlanden.

Chemische producten, transportmateriaal, machines en toestellen zijn de belangrijkste goederen die België invoert, maar ook uitvoert. De ingevoerde goederen worden in België vaak enkel bewerkt of verwerkt en vervolgens weer uitgevoerd.

Action 1— Over welke vorm van internationale handel gaat het?

Noteer in de onderstaande tabel over welke vorm van internationale handel het gaat vanuit het standpunt van België.

proefversie©VANIN

China

Bulgarije

België

België

België Litouwen

België Noord-Ierland

Action 2— Welke nadelen ondervindt België als doorvoerland?

Lees het onderstaande artikel.

a Markeer de nadelen van de doorvoer voor België in het rood.

b Waarom is België een typisch doorvoerland?

proefversie©VANIN

c Verklaar de volgende zin: ‘Onze wegen worden te veel herleid tot een soort mobiele opslagplaats.’

d Welke alternatieven worden in de tekst vermeld om de nadelen op te vangen?

België, doorvoerland: hoe maken we onze wegen weer vrij?

We staan met zijn allen alsmaar langer in de file. Dat heeft te maken met ons wagenpark dat voortdurend uitbreidt, maar zeker ook met het exponentieel groeiende vrachtverkeer. De alternatieven voor de steeds langer wordende rijen vrachtwagens zijn bekend: meer vracht per spoor en via de binnenvaart vervoeren. Maar daarvoor zijn wel extra investeringen nodig. ‘Bij ons is de toestand nog erger dan in de ons omringende landen’, weet Johan De Mol, onderzoeker aan het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van de UGent. ‘België is een doorvoerland door de kleine afstanden en de centrale ligging voor het achterland.

Een groot deel van het vrachtvervoer uit NoordEuropa en Duitsland naar Frankrijk en Spanje gaat hierlangs.’

‘Als dat blijft doorgaan, wordt het onhoudbaar’, waarschuwt Johan De Mol. Op een aantal autosnelwegen wordt het stilaan dramatisch. ‘Op de E17 bijvoorbeeld rijdt er nu al vaak een echte muur van vrachtwagens. Niet alleen op de eerste rijstrook, maar soms ook op de tweede rijstrook.’ Met andere woorden: dat wordt echt gevaarlijk voor gewone automobilisten die zich daartussen moeten invoegen. Dat is niet alles. De vele vrachtwagens stoten veel uitlaatgassen uit en dat is zeer nadelig voor het milieu.

‘We moeten echt meer inzetten op levenskwaliteit, op gezond leven’, volgens De Mol. Daarvoor is volgens hem een mentaliteitswijziging nodig. ‘Op lange termijn wordt het just-in-timeprincipe onhoudbaar. Onze wegen worden te veel herleid tot een soort mobiele opslagplaats omdat de bedrijven te weinig in stock houden.’ Meer in stock houden, impliceert wel hogere prijzen voor de consument.

Johan De Mol ziet mogelijke oplossingen bij het spoor en bij de binnenscheepvaart, maar daar zijn wel dringend nieuwe investeringen nodig, en wel grote investeringen. ‘Het is hoog tijd dat er aan alternatieven wordt gewerkt’, vindt De Mol. ‘We hebben al veel kansen verspild, omdat we te laat plannen en te weinig investeren.’

Naar: www.vrt.be, 2015-09-22

Action 3— Waarom worden goederen in het buitenland gekocht?

1 Wat is het voornaamste ingrediënt voor de productie van chocolade?

2 Waar haalt de Belgische chocolatier Pierre Marcolini die grondstoffen vandaan? Neem een kijkje op de website van het bedrijf.

3 Waarom zou Pierre Marcolini zijn grondstoffen daar halen?

4 Surf naar de website van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. Welke grondstoffen voert België in omdat het ze niet zelf ontgint of produceert? Geef een voorbeeld en leg uit waarom België moet invoeren.

5 Noteer vijf buitenlandse, afgewerkte producten die je in een supermarkt of kleinhandelszaak in België kunt kopen.

Action 4— Welke gevolgen heeft de brexit voor de internationale handel?

Lees het artikel grondig. Beantwoord de vragen.

a Uit welke landen bestaat het Verenigd Koninkrijk?

b Waarvoor staat het begrip ‘brexit’?

Good to know

Het handelsbeleid van de EU is erop gericht zoveel mogelijk handelsbelemmeringen weg te nemen. Zo is de handel tussen de lidstaten in de interne markt vrij en worden er binnen de Europese Unie geen invoerrechten geheven. Er gelden voor de hele EU gelijke douanetarieven voor de import van producten uit landen buiten de EU.

c Welke nadelen ervaren ondernemingen zowel in het Verenigd Koninkrijk als in België door de brexit?

d Wie ondervindt momenteel de meeste nadelen van de brexit bij internationale handel?

© Shutterstock / John Gomez

Vooral Britse bedrijven klagen over brexit

proefversie©VANIN

Een maand nadat de brexitovereenkomst is ingegaan, blijven grote moeilijkheden uit. Als er zich al problemen voordoen, dan vooral aan de Britse kant.

Voor zover er zich problemen voordoen met de handel naar Groot-Bri annië, zi en die vooral aan de Britse zijde. Scho en krijgen hun vis niet op tijd naar het continent, Noord-Ieren klagen over lege rekken, Britse webshops zi en met de handen in het haar omdat hun klanten extra kosten krijgen aangerekend, en de kmo-sector klaagt over de extra rompslomp.

‘Stilte voor de storm’

Koen Klingele van het gelijknamige chocoladebedrijf in Evergem exporteert 15 procent van zijn omzet naar het VK. Klingele denkt dat hij dit jaar evenveel chocolade naar de overzijde van het Kanaal zal verschepen als vorig jaar en dat ondanks een prijsverhoging die hij op 10 procent raamt. ‘De kosten voor de administratieve rompslomp moeten worden doorgerekend. Vanaf april komt de eetwareninspectie hier ter plaatse controles uitvoeren die nodig zijn om naar het VK te exporteren. De documenten opstellen kost ons toch een paar uur werk.’

Voedingsfederatie Fevia sluit niet uit dat in de komende maanden het aantal problemen

nog zal toenemen. ‘Veel bedrijven hebben het zekere voor het onzekere genomen en hebben vorig jaar grotere voorraden aangelegd’, zegt Nicholas Courant van de voedingsfederatie Fevia. ‘Misschien is dat de stilte voor de storm.’

Hoopgevend is wel dat het aantal trucks waarvan de papieren niet in orde zijn, sterk gedaald is. ‘In de eerste week ging het om 30 tot 40 procent, nu nog om 2 tot 5 procent. De Britse douane voert de nieuwe controles gefaseerd in. In april en juli zullen verstrengingen volgen waardoor de wachtparkings voor de vrachtwagens nodig zullen zijn.

Bron: standaard.be, 2021-02-01

Action 5— Hoe verklaren Ricardo en Smith het ontstaan van internationale handel?

Ga naar iDiddit. Je vindt er de theorieën van Adam Smith en David Ricardo. Beantwoord de bijbehorende vragen.

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

1 Ik kan het begrip ‘internationale handel’ omschrijven.

2 Ik kan de begrippen ‘invoer’, ‘uitvoer’, ‘import’ en ‘export’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

3 Ik kan de begrippen ‘intracommunautaire verwerving’ en ‘intracommunautaire levering’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

4 Ik kan het begrip ‘doorvoer’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

5 Ik kan de redenen om in te voeren omschrijven.

6 Ik kan de redenen om uit te voeren omschrijven.

7 Ik kan het belang van internationale handel voor België omschrijven.

8 Ik kan de belangrijkste handelspartners van België opzoeken.

9 Ik kan opzoeken welke producten België voornamelijk invoert of uitvoert.

LEVEL 2

Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

INTRO

1 Werk per twee. Bestudeer de cartoon. Welke boodschap wil de cartoonist meegeven?

proefversie©VANIN

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

Explore 1— Hoe ziet de handelsbalans van België eruit?

HANDELSBALANS

Een handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in- en uitvoer van een land. Als een land meer uitvoert dan invoert, is er sprake van een positieve handelsbalans. In het omgekeerde geval is er een negatieve handelsbalans.

1 Zoek op de website van de Nationale Bank de recentste handelsbalans van België.

a Download die cijfers en verwerk ze in een overzichtelijke tabel met een rekenblad.

b Is er sprake van een positieve of negatieve handelsbalans?

c Geef de evolutie van de cijfers weer in een grafiek.

d Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Good to know

De uitvoer bestaat voor ongeveer 60 procent uit intermediaire goederen zoals machines en materiaal, en uit chemische en aanverwante producten. België is een belangrijk autoassemblageland. Wereldwijd is het de op drie na grootste uitvoerder van wagens.

Bovendien is België de grootste uitvoerder van diamanten en tapijten ter wereld. Ons land staat op nummer twee voor plantaardige vezels, chocolade en margarine. Voor de export van glas staat het op de derde plaats.

proefversie©VANIN

2 Wat betekent het begrip ‘intermediaire goederen’? Gebruik het internet.

© Shutterstock / Cuteldeas
© Shutterstock / Erkut Acar

Explore 2— Hoe open is de Belgische economie?

Open economie

België heeft een open economie: het drijft relatief veel handel met het buitenland omdat er weinig tot geen belemmeringen bestaan in de handel van goederen en diensten en in het kapitaalverkeer.

1 Wat is het verschil is tussen internationalisering en globalisering? Gebruik het internet.

2 Lees de tekst en beantwoord de vragen.

a Welke factoren bepalen de plaats in de globaliseringsindex?

b Markeer:

ƒ de voordelen van een open economie in het groen, ƒ de nadelen van een open economie in het rood.

Wat is de globaliseringsindex precies?

België is de tweede meest open economie ter wereld, zo bleek uit de jaarlijkse globaliseringsindex van 2023.

De globaliseringsindex geeft aan in welke mate landen meedoen aan globalisering. De globaliseringsindex wordt jaarlijks opgemaakt aan de hand van een aantal indicatoren zoals handelsstromen, kapitaalbewegingen, technologie, arbeidsmigratie en culturele integratie.

Een goede score in de globaliseringsindex is geen vereiste voor goede economische prestaties, maar hij kan er wel in belangrijke mate toe bijdragen. Zo scoort België bijvoorbeeld hoog in de categorie van kapitaal en financiën, wat zeer belangrijk is voor investeerders aangezien er in die categorie ook indicatoren zijn opgenomen die de ‘politieke vriendelijkheid’ en de openheid ten opzichte van buitenlandse investeerders meten. In een geglobaliseerde wereld is een hoge ranking in deze categorie dus goed om buitenlandse investeringen aan te trekken.

Grafiek: Top 14 van de landen in de globaliseringsindex

Voor een klein land als België is een open economie belangrijk. Een gesloten economie is op zichzelf – het binnenland – gericht. Voor een klein land is net de uitvoer naar het buitenland van groot belang. Uitstekende relaties met de handelspartners zijn dus essentieel. Bovendien hebben heel wat grote multinationals hier een vestiging, met jobcreatie tot gevolg.

Voor een klein land als België heeft een open economie ook één belangrijk nadeel. Wanneer het in het buitenland economisch minder goed gaat, voelt het dat meteen. Door een open economie is het land a ankelijker van internationale bewegingen. Aangezien België als klein land weinig kan doen om internationale tendensen fundamenteel te veranderen, moet het er alles aan doen om de uitvoer en buitenlandse investeringen in België te stimuleren en zijn bedrijven wendbaar te houden.

proefversie©VANIN

KOF © Statista 2024

Explore 3— Protectionisme of vrijhandel?

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

a Welke voordelen van vrijhandel staan er in de tekst?

b Waarom zou een land maatregelen zoals protectionisme willen treffen?

c Markeer de protectionistische maatregelen in het groen.

d Wat betekent ‘invoercontingent of invoerquota’? Gebruik het internet.

Dat je over goederen zoals koffie en olie kunt beschikken, is te danken aan de internationale handel. Tegelijkertijd kunnen consumenten in andere landen over producten die in België worden geproduceerd zoals witlof en chocolade, beschikken. Dat levert in ons land weer extra werkplaatsen en inkomens uit export op. Op het eerste gezicht lijkt internationale handel dus voor alle betrokken landen voordelen te bieden. Toch kun je je misschien ook wel een andere situatie voorstellen.

Stel dat een bedrijfstak in een land niet kan concurreren met producten die ergens anders in de wereld goedkoper worden geproduceerd. Voor een dergelijke bedrijfstak kan internationale handel bijzonder ongunstig werken. Concreet betekent dit dat sommige bedrijven van die bedrijfstak hun deuren moeten sluiten en de werknemers op zoek moeten naar een andere job. Ook andere bedrijven die met die industrie verbonden zijn, bijvoorbeeld omdat ze grondstoffen of halffabrikaten aanleveren, zullen de negatieve gevolgen ondervinden.

Nationale overheden proberen hun industrie te beschermen door dergelijke negatieve effecten tegen te gaan. Veelal nemen ze invoerbeperkende maatregelen, zoals invoerheffingen, of steunen ze de binnenlandse fabrikant met subsidies. Op die manier kunnen ze hun eigen producten beschermen tegen goedkopere producten vanuit het buitenland.

Een land kan ook een invoercontingent of invoerquota opleggen voor een bepaald product. Dat heeft echter vaak het gevolg dat handelspartners tegenmaatregelen nemen om hun eigen industrie en werkgelegenheid in stand te houden en dat de internationale handel op die manier wordt tegengewerkt.

Explore 4— Welke protectionistische maatregelen kan een land treffen?

Werk in groepen. Ga naar iDiddit en bestudeer de ontdekplaat. Elke groep onderzoekt een bepaalde protectionistische maatregel van België die op de ontdekplaat staat.

a Beantwoord op iDiddit de onderzoeksvragen voor jouw groep en verwerk de gevonden informatie in een rapport. Gebruik indien nodig het sjabloon in het Extra materiaal.

PROTECTIONISTISCHE MAATREGEL

Groep 1 Invoerrechten

Groep 2 Exportsubsidies

Groep 3 Quotum of contingentering

Groep 4 Kwaliteitseisen

Groep 5 Embargo

b Zoek een recent artikel in de krant of op het internet dat de protectionistische maatregel illustreert. c Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

TO THE POINT

Een handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in- en uitvoer van een land. Als een land meer uitvoert dan invoert, is er sprake van een positieve handelsbalans. In het omgekeerde geval is er een negatieve handelsbalans.

IMPORTEXPORT

België is een voorbeeld van een open economie. Een open economie betekent dat het land relatief veel handeldrijft met het buitenland omdat er weinig tot geen belemmeringen bestaan in de handel van goederen en diensten en in het kapitaalverkeer.

Bij internationalisering gaan bedrijven producten ontwikkelen die aan de eisen van klanten uit verschillende landen voldoen. Sommige bedrijven gaan ook in verschillende landen filialen of dochterondernemingen openen om zo op een groter gebied in te spelen. Globalisering is een gevolg van de internationalisering en verwijst naar de wederzijdse afhankelijkheid van de landen over de hele wereld, mogelijk gemaakt door vrijhandel en het wegnemen van handelsbarrières.

Toch zijn er landen die aan protectionisme doen: ze treffen maatregelen om de eigen markt voor buitenlandse concurrenten af te schermen. De belangrijkste protectionistische maatregelen zijn:

− invoerrechten: dat is een extra belasting op importproducten. Invoerrechten worden ook wel importheffingen of importbelastingen genoemd. Invoerrechten maken de geïmporteerde producten duurder.

− exportsubsidies: een invoerheffing betekent niet dat binnenlandse producenten hun product gemakkelijk aan het buitenland kunnen verkopen. Om ervoor te zorgen dat producenten hun product wel kunnen exporteren, kan dat land een exportsubsidie invoeren.

− contingentering: hier wordt er een quotum ingesteld op bepaalde producten uit het buitenland. Er mag in een bepaalde periode slechts een beperkte hoeveelheid van een product worden ingevoerd.

− kwaliteitseisen: door kwaliteitseisen aan producten te stellen, kan een land producenten tegen concurrentie uit het buitenland beschermen.

− embargo: dit is het verbod op handel met een bepaald land.

Action 1— Hoe ziet de handelsbalans van Vlaanderen eruit?

Lees de volgende artikels en beantwoord de vragen.

a Heeft Vlaanderen sinds 2013 een positieve handelsbalans? Waarom (niet)?

proefversie©VANIN

b Waardoor daalden in 2019 zowel de uitvoer als de invoer?

c Waardoor was de invoer van 2008 tot 2012 groter dan de uitvoer?

Vlaamse uitvoer 2 % lager in 2e kwartaal 2024

De goederenuitvoer in het Vlaamse Gewest kwam op 104,7 miljard euro in het 2e kwartaal van 2024. Dat is 2 % minder dan in het 2e kwartaal van 2023 (in lopende prijzen). In het 1e kwartaal van 2023 was de uitvoer nagenoeg gelijk als in het 1e kwartaal van 2022 (-0,1 %). In het 2e kwartaal van 2023 tot en met het 1e kwartaal van 2024 lag de uitvoer telkens duidelijk lager dan het jaar voordien (in lopende prijzen). De daling in het 2e kwartaal van 2024 was vooral een gevolg van een daling van de waarde van uitgevoerde voertuigen en kunststofproducten. Tegelijk was er ook een toename van de waarde van uitgevoerde aardolieproducten en farmaceutische producten.

De goedereninvoer in het Vlaamse Gewest bedroeg 104,6 miljard euro in het 2e kwartaal van 2024. Dat is 6,5 % minder dan in het 2e kwartaal van 2023 (in lopende prijzen). De terugloop was vooral te wijten aan de lagere waarde van ingevoerde chemische producten, voertuigen en elektrische machines en apparaten. Tegelijk was er een toename van de waarde van ingevoerde cacao(bereidingen) en in mindere mate van farmaceutische en chemische producten. In het 1e kwartaal van 2023 was er nog een stijging van de invoer met 3 %. Vanaf het 2e kwartaal van 2023 lag de invoer lager dan een jaar eerder (in lopende prijzen).

De cijfers over de in- en uitvoer voor het 2e kwartaal van 2024 zijn voorlopig en kunnen in de komende maanden nog aangepast worden. Daarnaast werden omwille van verbeteringen in het registratiesysteem de cijfers vanaf 2022 herzien.

Grafiek: Uitvoer van goederen per kwartaal (Vlaams Gewest, 1e kwartaal 2022–2e kwartaal 2024, in miljard euro (lopende prijzen))

proefversie©VANIN

Gegevens: INR (toestand op 23 september 2024, voorlopige cijfers voor het 2e kwartaal van 2024), bewerking Statistiek Vlaanderen Bron tekst: vlaanderen.be

Vlaamse uitvoer in 2023 11 % lager, invoer 13 % lager

De uitvoer van goederen in het Vlaamse Gewest kwam in 2023 volgens voorlopige cijfers op 430 miljard euro. Dat is 11 % minder dan in 2022 (in lopende prijzen). De Vlaamse invoer van goederen bedroeg 426 miljard euro in 2023 (voorlopige cijfers), of 13 % minder dan in 2022. Daarmee komt een einde aan twee voorafgaande jaren van sterke klim (in lopende prijzen). De voornaamste reden voor de daling van de Vlaamse uitvoer is de terugloop in 2023 van het uitvoerbedrag van aardolie en aardgas en van farmaceutische producten (beide circa een kwart lager in lopende prijzen). De prijsdalingen van energieproducten speelt een belangrijke rol bij eerstgenoemde. Zonder de categorieën aardgas en aardolie en farmaceutische producten zou de Vlaamse uitvoer in 2023 4 % lager zijn dan in 2022. Bij de invoer zou dat dan 7 % lager zijn.

De Vlaamse in- en uitvoer namen sinds 2003 jaarlijks gestaag toe. Maar in het recessiejaar 2009 was er sprake van een krimp door de financieel-economische crisis. In 2010 en 2011 herstelde de buitenlandse handel zich. De invoer was tussen 2008 en 2012 een aantal jaar groter dan de uitvoer (uitgedrukt in euro) door prijsstijgingen van ingevoerde aardolie.

Vanaf 2013 is de uitvoer steeds groter dan de invoer. In 2019 was er een daling van zowel de uitvoer als de invoer van goederen. Handelsconflicten en protectionistische maatregelen (handelsconflict met China) waren daar de oorzaak van. De COVID-19-crisis zorgde voor een nog grotere terugval van de in- en uitvoer in 2020. In 2022 was de waarde van de invoer opnieuw groter dan die van de uitvoer. Dat hangt samen met de toen duurdere ingevoerde aardolie en het aardgas. In 2023 is de waarde van de uitvoer opnieuw iets groter dan die van de invoer.

Grafiek: Totale uitvoer en invoer (Vlaams Gewest, 2002–2023, in miljard euro (lopende prijzen))

Gegevens: INR (toestand op 23 september 2024, voorlopige cijfers voor 2023), bewerking Statistiek Vlaanderen Bron tekst: vlaanderen.be

proefversie©VANIN

Vlaams Gewest goed voor 82 % van Belgische goederenuitvoer

De Vlaamse uitvoer was in 2023 goed voor 82 % van de Belgische uitvoer. Voor de invoer was dat 84 %. België heeft zoals de drie buurlanden een grotere buitenlandse handel dan het Vlaamse Gewest (uitgedrukt in euro).

Het gaat dan ook over grotere economieën. De Duitse uitvoer kwam in 2023 op 1 562 miljard euro. België was in 2023 het 5e belangrijkste exportland in de EU, na Duitsland, Nederland, Italië en Frankrijk.

De uitvoer van Nederland en Duitsland daalde met 5,7 % en 2,0 % in 2023. In Frankrijk was er een toename met 1,7 % (in lopende prijzen).

Aan de invoerzijde is Duitsland ook de grootste importeur (1 353 miljard euro). België staat hier eveneens op de 5e plaats, na Duitsland, Nederland, Frankrijk en Italië.

Grafiek: Totale uitvoer en invoer (Belgische gewesten en EU-landen, 2023, in miljard euro)

Gegevens: Eurostat (toestand op 22 maart 2024), INR (toestand op 21 maart 2024, voorlopige cijfers), bewerking Statistiek Vlaanderen Bron tekst: vlaanderen.be

Action 2— Wat houdt globalisering in?

1 Zoek, voor je de tekst leest, de betekenis van deze woorden op. Gebruik het internet.

a outsourcing:

proefversie©VANIN

b offshoring:

2 Lees de tekst en maak de bijbehorende opdrachten.

a Vul het artikel aan. Kies uit:

culturele globalisering – economische globalisering – politieke globalisering

b Markeer:

ƒ de positieve gevolgen van globalisering in het groen,

ƒ de negatieve gevolgen van globalisering in het rood.

Wat zijn de gevolgen van globalisering?

Globalisering is het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie. Er zijn drie soorten globalisering:

vrij verkeer van arbeidskrachten en een verminderd belang van de fysieke afstand tussen de plaats van productie en de afzetmarkt

:

:

de afname van het belang van nationale overheden en minder soevereiniteit voor de staten, bijvoorbeeld de landen in de EU

:

bijvoorbeeld Starbucks of McDonald’s met filialen overal ter wereld, of gebedshuizen voor elk geloof in België (synagoge, moskee)

Globalisering zorgt ervoor dat je als consument voor een schijntje op AliExpress handige spullen kunt kopen die gratis vanuit China verscheept worden. Een consument kan dus uit een enorm aanbod kiezen. Er is altijd wel een aanbieder die in jouw behoefte kan voorzien tegen een prijs die jij kunt en wilt betalen. Onder dat aanbod vallen ook platforms als Instagram of TikTok, of vakantiebestemmingen.

Globalisering heeft helaas ook als gevolg dat de ongelijkheid wereldwijd groeit.

Gebieden die niet of nauwelijks meeprofiteren van de globalisering, bijvoorbeeld doordat zij geen verbeterde positie krijgen in de internationale arbeidsverdeling door outsourcing en offshoring, raken nog verder achterop. Die gebieden blijven arm, terwijl de rest van de wereld economisch profiteert van de internationale uitwisseling.

Een ander kritiekpunt op globalisering is dat ze culturen vervaagt. Zo heb je overal ter wereld McDonald’s of Burger King en dezelfde kledingketens. Die tendens leidt tot een verdringing van oorspronkelijke culturele uitingen in gebieden. Traditionele winkels en gebouwen moeten plaatsmaken voor dat soort bedrijven. Bedrijven als McDonald’s en Coca-Cola spelen daar overigens handig op in. Ze personaliseren hun producten en reclame naar de cultuur en gewoonten van de lokale bevolking. Zo heb je in Peru bijvoorbeeld ‘Inka Kola’, verwijzend naar de oude inheemse bewoners van het land, de Inca’s.

Action

3— Welke gevolgen heeft de uitstap van GrootBrittannië uit de Europese Unie?

Lees het artikel grondig. Beantwoord de vragen.

a Wordt de brexit volgens de Britse premier afgeblazen?

b Welke onderhandelingen liggen op tafel? Leg uit.

c Welke voordelen heeft een betere samenwerking tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU voor de Britten?

Britse premier Starmer heeft duidelijke boodschap voor EU: ‘Vastbesloten om brexitjaren achter ons te laten.’

De Britse premier Keir Starmer wil een ‘meer pragmatische en volwassen relatie’ met de Europese Unie opbouwen. Dat zei hij aan de vooravond van zijn eerste bezoek aan Brussel sinds zijn aantreden.

‘Het Verenigd Koninkrijk is onmiskenbaar sterker wanneer het nauw samenwerkt met zijn naaste internationale partners. Dat is nog nooit zo belangrijk geweest, nu oorlog, conflicten en onveiligheid op de deur van Europa kloppen’, zei Keir Starmer in een verklaring.

‘We kunnen deze uitdagingen alleen aan als we samenwerken, daarom ben ik vastbesloten om de brexitjaren achter ons te laten en een meer pragmatische en volwassen relatie met de Europese Unie op te bouwen’, luidde het. ‘Betere samenwerking met de EU zal de voordelen opleveren die het Britse volk verdient: onze grenzen beveiligen, onze veiligheid verzekeren en de economische groei stimuleren’, voegde hij toe.

proefversie©VANIN

Starmer wil onderhandelen over een nieuw veiligheidspact met de EU, meer samenwerken in de strijd tegen illegale immigratie en handelsgeschillen bijleggen. Hij heeft herhaaldelijk aangegeven dat hij de betrekkingen met de EU wil ‘resetten’, maar benadrukte dat dit niet betekent dat de Brexit wordt afgeblazen.

Bron: standaard.be, 2024-10-02

Action 4 — Waarom wordt export naar China lastiger?

Lees aandachtig het artikel.

a Welke maatregelen heeft China genomen om de import van brandewijn / cognac moeilijker te maken?

b Waarom heeft China die maatregel genomen?

© Belgaimage / ASSOCIATED PRESS Starmer en von der Leyen hebben al met elkaar gepraat bij de Algemene Vergadering van de VN, eind september.

c Welke andere maatregelen heeft China genomen om de invoer te verminderen?

proefversie©VANIN

China legt cognac importtaks van 39 procent op

Nu Europa de importtarieven op elektrische wagens uit China heeft goedgekeurd, slaat Peking terug met een importtaks op brandewijn. Het viseert daarmee vooral Frankrijk.

China voert antidumpingmaatregelen in tegen brandewijn uit de Europese Unie. Dat maakte het handelsministerie in Peking dinsdag bekend. Daarnaast kondigde het er ook een concurrentieonderzoek aan naar Europese auto’s met krachtige motoren.

In januari startte China een antidumpingonderzoek naar Europese brandewijn als antwoord op het onderzoek van de EU naar overheidssteun voor Chinese elektrische auto’s. Nu heeft Peking tot passende maatregelen besloten. Invoerders moeten vanaf vrijdag een waarborg op brandewijn betalen tot 39 procent van de waarde. Die moet dienen om mogelijke toekomstige invoerheffingen retroactief te kunnen afschrijven.

Pernod Ricard dinsdagochtend op de beurs: hun aandelen koersten respectievelijk bijna 9 en ruim 4 procent lager. Ook luxemerken als Kering, Hermès en Richemont deelden op de beurs in de klappen omdat beleggers vrezen dat de luxesector de impact van het handelsconflict zal voelen.

Dat China brandewijn in het vizier neemt, is geen toeval. De maatregel treft vooral Franse cognac: die is goed voor zowat 95 procent van de Chinese invoer van Europese brandewijn en de export naar China vertegenwoordigt ongeveer een kwart van de Franse uitvoer van cognac. Frankrijk – met de autobouwers Renault en Stellantis – was een van de trekkers van het Europese onderzoek naar goedkope Chinese elektrische auto’s.

Impact op de beurs

Behalve de importtarieven voor brandewijn kondigde China ook een antidumpingonderzoek aan naar zware verbrandingsmotoren, waarmee luxewagens worden geviseerd. Dat voelden de Duitse autobouwers meteen: zo noteerde BMW meer dan 3 procent en Mercedes-Benz ruim 2,5 procent lager, terwijl ook Porsche en Volkswagen 2 procent in het rood stonden.

Als gevolg van de Chinese aankondigingen daalden onder andere de Franse sterkedrankproducenten Rémy Cointreau en

Het nieuwe onderzoek naar zware motoren komt bovendien bij een al lopend onderzoek naar de import van Europees varkensvlees, wat landen als Spanje en de varkenssector bloednerveus maakt.

Bron: standaard.be, 2024-10-08

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan het begrip ‘handelsbalans’ omschrijven.

2 Ik kan toelichten wanneer er sprake is van een positieve of een negatieve handelsbalans.

3 Ik kan toelichten waarom België een open economie heeft.

4 Ik kan toelichten wat protectionisme inhoudt.

5 Ik kan de gevolgen van protectionistische maatregelen op de marktwerking omschrijven.

LEVEL 3

Hoe komt de economische integratie tot

stand?

proefversie©VANIN

INTRO

1 Wellicht heb jij of heeft een familielid al eens iets uit een buitenlandse webshop aangekocht. Moest er dan nog een extra bedrag betaald worden bij de levering van het pakje?

2 Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Waar koopt de dame uit het filmpje de schoenen aan?

b Welke kosten worden er bijkomend aangerekend bij de levering van het pakje?

c Hoeveel moet de shopster bijbetalen?

d Wat is van toepassing bij een aankoop in het buitenland? Zet een kruisje in de kolom als er mogelijks controles of bijkomende kosten zijn.

BINNEN DE EU (INTRACOMMUNAUTAIR)

BUITEN DE EU (IMPORT)

Controle op hoeveelheid

Invoerrechten

Btw

Accijnzen

Veiligheidscontrole

e Onder welk bedrag geldt er voor invoerrechten een vrijstelling?

3 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Hoe komt economische integratie tot stand?

Explore 1— Welke types economische integratie bestaan er?

1 Om de internationale handelsstromen te bevorderen kunnen landen hun economieën integreren. Hoe meer landen de regels voor internationale handel op elkaar afstemmen en mogelijke obstakels wegnemen, hoe gemakkelijker ondernemingen en gezinnen kunnen handeldrijven over de grenzen heen. Welke voordelen brengt die economische integratie zoal mee?

proefversie©VANIN

2 De integratievormen verschillen naargelang de intensiteit van samenwerking: van vrijhandelszone tot economische en monetaire unie. Lees de tekst en markeer de verschillende gradaties van integratie.

Als er tussen landen geen economische samenwerking is, dan riskeert de handel stroef te lopen. Een resem van invoerhe ingen, veiligheidscontroles en de administratieve rompslomp wegen op een vlotte grensoverschrijdende handel. Ze belemmeren de in- en uitvoer.

Een vrijhandelszone is een integratievorm waarbij een groep landen de onderlinge handelsbelemmeringen op goederenstromen, zoals in- en uitvoerrechten, afscha . Dat hee als voordeel dat het voor ondernemingen aantrekkelijker is om zich binnen die landen te vestigen en grensoverschrijdende handel te drijven. Ook worden ondernemingen daardoor aangemoedigd om in die landen investeringen te doen. Een kenmerk van vrijhandelszones is dat de aangesloten landen elk zelf de invoerrechten kunnen bepalen van goederen die afkomstig zijn van buiten de zone. Controles aan de grenzen en eventuele bijkomende invoerrechten blijven daardoor nodig. Slimme handelaars zullen er namelijk altijd voor kiezen om hun goederen te importeren uit landen waar de laagste invoerrechten gelden. Door dat te compenseren met bijvoorbeeld aanvullende invoerrechten, kan ongelijke concurrentie voorkomen worden.

In een douane-unie he en de leden van de unie op het goederenverkeer onderling geen invoerrechten meer. Bovendien geldt er een gemeenschappelijk douanetarief voor goederen uit derde landen. Bijkomende invoerrechten die nodig zijn om import via de landen met de laagste tarieven te corrigeren, zijn niet langer nodig in een douane-unie.

In een gemeenschappelijke markt zijn de btw-tarieven en accijnzen sterk op elkaar afgestemd en zijn handelsbarrières of gelijkaardige maatregelen verboden. Eigen aan de gemeenschappelijke markt is het vrij verkeer van de productiefactoren. Goederen, diensten, personen (arbeid) en kapitaal kunnen vrij over het grondgebied van de gemeenschappelijke markt bewegen. In dat verband is er vaak sprake van de vier vrijheden. Een gemeenschappelijke markt gaat dus verder dan een vrijhandelszone en een douane-unie door ook diensten, kapitaal en personen vrij te laten circuleren.

Een economische unie verenigt de voordelen van de gemeenschappelijke markt en de douane-unie. De vier vrijheden worden er gewaarborgd en voor de buitenwereld geldt een eengemaakt douanetarief. Omwille van de sterke economische verbondenheid tussen de deelnemende landen moet ook de economische, fiscale en sociale politiek goed afgestemd zijn. Er zijn ook op fiscaal en sociaal vlak (minimum)normen vastgelegd. De economische unie is een echt handelsblok dat vaak met een stem spreekt over economische aangelegenheden.

Landen kunnen ook kiezen om een monetaire unie te vormen door een gemeenschappelijke munt in te voeren (of de munten van elk land zonder schommelingsmarges aan elkaar te koppelen), het kapitaalverkeer volledig vrij te maken en het monetaire beleid door een centrale instelling te laten voeren. De economische en monetaire unie in Europa is de eurozone waar de Europese Centrale Bank het monetaire beleid bepaalt. Het vormen van een monetaire unie boven op een economische unie maakt een gemeenschappelijk economisch beleid des te belangrijker.

Naar: europa-nu.nl

3 Bekijk aandachtig de onderstaande tekeningen.

a Om welke integratievorm gaat het?

b Noteer het belangrijkste kenmerk van die economische integratie.

AIntegratievorm:

proefversie©VANIN

Kenmerken: B

Integratievorm:

Kenmerken:

Integratievorm:

Kenmerken:

Integratievorm:

Kenmerken:

Integratievorm:

Kenmerken:

proefversie©VANIN

Integratievorm:

Kenmerken:

Explore 2— Welke samenwerkingsverbanden bestaan er binnen Europa?

Marshallplan

Een snelle blik op de kaart van Europa maakt duidelijk waarom het de pionier is op het gebied van economische samenwerking. De grote hoeveelheid van soms zeer kleine landjes maakt dat handelsstromen snel grensoverschrijdend zijn. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de West-Europese landen veel financiële steun van de Verenigde Staten om de heropbouw te financieren. Dat Marshallplan had als doel de welvaart te verhogen, een afzetmarkt voor Amerikaanse producten te creëren en het oprukkende communisme tegen te houden. De uitvoering van het plan zette een integratieproces op gang dat zijn gelijke in de wereld niet kent. In de derde graad sta je uitvoerig stil bij het verloop van dat proces.

1 Werk per twee. Beantwoord de vragen met behulp van de vorige Explore en het internet. Let erop dat je met recente informatie werkt! Schrijf de websites op die je raadpleegt.

Controleer of je website betrouwbaar is.

2 Het bekendste samenwerkingsverband binnen Europa is de Europese Unie.

a Wat voor type handelsblok is dat?

b Wat houdt dat in?

c Hoeveel lidstaten telt de EU?

d Welke lidstaat heeft in 2020 de EU verlaten?

e Kleur de lidstaten van de EU in op kaart 1.

Gebruik een lichte kleur, want je moet nog andere zaken aan de kaart toevoegen. Vul je kleur ook aan in de legende.

f Omcirkel Noord-Ierland.

Tip:
Tip:

Good to know

Noord-Ierland, een deel van het Verenigd Koninkrijk (dat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland bestaat), heeft menig politicus en zakenman doen wakker liggen.

Officieel is het een onderdeel van het VK, maar een aanzienlijk deel van de bevolking leunt dicht aan bij de Republiek Ierland. Wil je er meer over weten? Maak dan Action 5 More over Noord-Ierland.

Kaart 1: Europa

proefversie©VANIN

Legende:

3 Sommige landen van de EU gaan in hun samenwerking nog verder en vormen een ‘EMU’.

a Waarvan is ‘EMU’ de afkorting?

proefversie©VANIN

b Onder welke naam is de EMU in Europa beter bekend?

c Hoeveel lidstaten telt de EMU?

d Arceer de lidstaten van de EMU op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

4 In 1960 besloten enkele landen die minder ver wilden gaan dan hun Europese partners een eigen organisatie op te richten: de EFTA (in het Nederlands EVA).

a Waarvoor staan die afkortingen?

b Welk type van samenwerking is dit? Wat houdt dat in?

c Welke landen maken deel uit van de EFTA?

d Kleur de landen van de EFTA in op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

5 De Europese Economische Ruimte (EER) is een samenwerkingsverband tussen de EU en drie van de vier EFTA-lidstaten. De EER is in de eerste plaats een vrijhandelszone. Daarnaast hebben de drie EFTA-landen ook de regels van de interne markt overgenomen waardoor de vier vrijheden ook op hen van toepassing zijn.

a Welke vier vrijheden zijn binnen de EER van toepassing?

b Welk land zit niet in de EER?

c Trek een dikke lijn rondom de EER. Volg in het oosten de buitengrenzen van de EU. Vul de legende aan.

d Welke enclave die geen deel uitmaakt van de EER, vind je net onder de Baltische staten terug?

6 De EU en Turkije vormen sinds 1996 een douane-unie.

a Wat houdt een douane-unie in?

proefversie©VANIN

b Kleur Turkije in op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

7 Tussen de EU en Zwitserland zijn een hele reeks bilaterale akkoorden gesloten rond economische samenwerking.

a Wanneer is er sprake van een bilateraal akkoord?

b Hoe heet een akkoord tussen veel landen?

Explore 3— Waarom noem je de EU een ‘supranationale’ instelling?

1 Ga naar iDiddit. Bestudeer de ontdekplaat. Vul het volgende overzicht aan.

a Bekijk aandachtig de foto. Welke instelling is er in het gebouw gevestigd?

b Waar bevindt zich de officiële zetel van die instelling?

c Welke staatsmacht oefent die instelling uit?

Instelling:

Officiële zetel:

Macht:

B

Instelling:

Officiële zetel:

Macht:

Instelling:

Officiële zetel:

Macht:

Instelling:

Officiële zetel:

Macht:

2 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over de Raad van de EU

a Kruis het juiste antwoord aan.

SAMENSTELLING

VERTEGENWOORDIGER VAN VOORZITTER

vakministers van elk land premier van elk land voorzitters van de fracties van het parlement commissarissen de lidstaten de burgers de belangen van de EU de commissaris die bevoegd is voor het onderwerp om de zes maanden de minister van een ander land de Europese president

b Om Europese wetgeving te vormen is instemming van de Raad van de EU nodig. Waarvoor is unanimiteit of eenparigheid nodig?

proefversie©VANIN

c De meeste besluiten worden genomen met gekwalificeerde meerderheid. Wat houdt dat in?

3 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over de Europese Commissie

a Markeer het juiste antwoord in de tekst.

De Europese Commissie neemt het, in overeenstemming met de afgelegde eed, op voor de belangen van de lidstaten / de algemene Europese belangen. Dat doet ze door wetgeving voor te stellen / goed te keuren en nadien op de naleving toe te zien. Ze doet dat samen met het Hof van Justitie van de EU/ de Raad van de EU. De Europese Commissie wijst de EU-financiering toe en onderhandelt namens de EU over internationale handelsovereenkomsten. De voorzitter is een van de machtigste personen in de EU. De aanstelling gebeurt door het Europees Parlement / de Raad van de EU op voordracht van de Europese Raad van regeringsleiders

b Wie is de huidige voorzitter van de Europese Commissie?

c Hoe is de Europese Commissie samengesteld? Kruis aan.

De leden worden om de vijf jaar verkozen tijdens de Europese verkiezingen.

Er is een commissaris voor elke lidstaat, voorgedragen door het Europees Parlement.

Er zijn vijftien commissarissen die door het Europees Parlement worden voorgedragen.

De regering van elk van de 27 lidstaten mag een commissaris voordragen die door het Europees Parlement moet worden goedgekeurd.

4 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over het Europees Parlement

a Waar vergadert het Europees Parlement ook vaak, al is het niet de officiële zetel van de Europese instelling?

Luxemburg

Parijs

Brussel

Amsterdam

b Vul de tekst aan.

proefversie©VANIN

Het Europees Parlement telt leden uit alle landen van de EU. Het parlement wordt om de jaar verkozen en vertegenwoordigt . Momenteel wordt het Europees Parlement voorgezeten door . Het aantal parlementsleden per land hangt af van . De parlementsleden vormen geen groepen op basis van hun nationaliteit, wel op basis van hun standpunten. Leden met vergelijkbare politieke standpunten werken samen in Het parlement neemt samen met beslissingen over Europese wetten. Als het Parlement en de Raad het niet eens worden over een stuk wetgeving, komt er geen nieuwe wet. Het Parlement kiest de voorzitter van en keurt de 27 leden van de Commissie als college goed. Het keurt ook de van de Europese Unie goed.

© Shutterstock / Alexandros Michailidis

5 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over het Hof van Justitie van de EU

a Hoeveel rechters telt het Hof van Justitie?

proefversie©VANIN

b Combineer de drie belangrijke taken van het Hof van Justitie van de EU met de juiste omschrijving van de taak.

TAAK

1interpretatie van wetgeving

2handhaving van wetgeving

3nietigverklaring van EU-wetgeving

OMSCHRIJVING

AAls een EU-land, de Raad van de EU, de Europese Commissie of (soms) het Europees Parlement denken dat bepaalde EU-wetgeving de EU-verdragen overtreedt, kunnen zij het Hof vragen die Europese wetgeving te vernietigen.

BDe Europese Commissie of een lidstaat kan naar het Hof van Justitie gaan als ze denken dat een EU-land de Europese regels heeft overtreden. Als het Hof van Justitie dat bevestigt, moet de veroordeelde lidstaat dat onmiddellijk corrigeren of er kan een geldboete volgen.

CDe rechtbanken van de lidstaten waken over de naleving van de EU-wetgeving, maar de interpretatie kan van land tot land verschillen. Als een rechter twijfelt of hij de EU-regels wel juist begrijpt, kan hij uitleg vragen aan het Hof van Justitie.

1 2 3

6 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Vul het volgende schema over de totstandkoming van Europese wetgeving in.

7 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij en bestudeer het onderdeel over de Europese Raad

a Vul de tekst aan.

Als er een Europese top plaatsvindt, dan is dat meestal een vergadering van de Europese Raad. In de Europese Raad zitten van de lidstaten van de EU. Het is in die vergadering dat je de Franse president, de Duitse bondskanselier, de Belgische eerste minister … samen ziet. De vergaderingen gaan door in  . De voorzitter van de Europese Raad is aangesteld voor  . Hij wordt ook de van Europa genoemd. Samen met de voorzitter van de Europese Commissie is hij het gezicht van de EU.

b Wat is de rol van de Europese Raad? Kruis aan.

Het strategisch orgaan dat de politieke koers vaart.

Het orgaan dat moeilijke knopen doorhakt. Een overlegorgaan dat de Europese machine vlot laat draaien.

8 Neem er opnieuw de ontdekplaat bij en bestudeer het onderdeel over intergouvernementele en supranationale organisaties.

a Wat is een supranationale organisatie?

proefversie©VANIN

b Wat is een intergouvernementele organisatie?

c Geef enkele voorbeelden van intergouvernementele organisaties.

d Is de EU een supranationale of intergouvernementele organisatie?

Explore

4— Wat is de rol van de WTO?

1 Lees de tekst over de WTO en beantwoord de volgende vragen.

a Waarvoor staat de afkorting ‘WTO’? Hoe heet de organisatie in het Nederlands?

b Wat is het doel van de WTO?

d Waarover gaan de volgende akkoorden?

 GATT:

 GATS:

 TRIPS:

e Vul de tekst verder aan:

proefversie©VANIN

c Is de WTO een supranationale of intergouvernementele organisatie? Leg uit.

De WTO, met vestigingsplaats in , vertegenwoordigt meer dan % van de wereldhandel. De organisatie maakt de wereldhandel zo vrij mogelijk omdat dat de bevordert. Ze doet dat door landen aan te moedigen om zoveel mogelijk te laten vallen. Daarbij vertrekt ze uit twee principes. Volgens het (mfn), moet elke lidstaat elke andere lidstaat gelijk behandelen. Verlaagt een lidstaat de invoerrechten voor een land, dan moet hij dat ook meteen voor alle andere leden van de WTO doen. Volgens het (non-discriminatieprincipe) moet elk land producten die uit het buitenland op de eigen markt komen, behandelen als waren het binnenlandse producten. Eens de buitenlandse goederen ingevoerd zijn op de eigen markt, mag het land ze niet langer discrimineren.

De WTO, wat is dat?

De sterke opkomst van de internationale handel deed in de eerste hel van de vorige eeuw de behoe e ontstaan aan een platform om handelsbetrekkingen te bevorderen en te reguleren. Daartoe werd in 1947 de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) gesloten. Dat voorzag een forum voor rondetafelgesprekken over internationale handel, maar ook een stelsel van internationaal erkende regels voor de handel. De belangrijkste doelstelling was om voor alle leden een gelijk speelveld zonder valse concurrentie tot stand te brengen door middel van ‘een aanzienlijke verlaging van douanetarieven en een aanzienlijke vermindering van andere handelsbelemmeringen, alsmede de afscha ing van discriminerende behandeling in het internationale handelsverkeer’.

proefversie©VANIN

Aanvankelijk omvatte de internationale handel slechts materiële goederen, maar toen de handel zich uitbreidde naar diensten en ideeën werd de GATT hervormd tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De WTO werd opgericht in 1995 met haar hoofdzetel in Genève. De WTO-verdragen kwamen in de plaats van eerdere handelsovereenkomsten, zoals de GATT. De belangrijkste van de nieuwe verdragen waren de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS) en de Overeenkomst inzake de Handelsaspecten van de Intellectuele Eigendom (TRIPS). De WTO hanteert daarbij twee basisprincipes: het most favoured nationprincipe en het national treatment-principe

Een van de belangrijkste successen van de WTO was de totstandkoming van haar orgaan voor geschillenbeslechting dat bevoegd is om uitspraken te doen in handelsgeschillen. Het mechanisme voor de beslechting van handelsgeschillen functioneert op basis van vooraf vastgestelde regels die WTO-leden, ongeacht hun politieke gewicht of economische kracht, de mogelijkheid geven om een klacht in te dienen wegens een inbreuk op de WTO-regels en vergeldingsmaatregelen te eisen. Dat mechanisme hee ertoe geleid dat staten veel minder dan voorheen eenzijdige defensieve maatregelen nemen, die bij de landen waartegen zij zich richtten vaak vergeldingsmaatregelen uitlokten en soms zelfs uitmondden in een regelrechte handelsoorlog.

Statistieken laten zien dat er een duidelijk verband bestaat tussen vrije en eerlijke handel en economische groei. De oprichting van de WTO was een belangrijke stap in de richting van een beter georganiseerde en gereglementeerde internationale handel. De WTO zet zich in voor de bevordering van vrijhandel, met name door erop toe te zien dat landen tijdens handelsbesprekingen blijven werken aan het wegnemen van handelsbelemmeringen. De organisatie telt meer dan 160 lidstaten die samen goed zijn voor zo’n 98 % van de wereldhandel.

Naar: Europees Parlement, www.europarl.europa.eu/factsheets/nl/sheet/161/de-europese-unie-en-de-wereldhandelsorganisatie

Most favoured nation

Volgens de basisprincipes in de Wereldhandelsorganisatie zouden landen die lid zijn van een handelsblok, de voordelen die ze aan elkaar geven, meteen aan alle leden van de Wereldhandelsorganisatie moeten geven. Slechts enkele landen bevoordelen mag volgens het most favoured nation-principe immers niet. Gelukkig laten de regels een uitzondering toe voor handelsblokken. Zo kan de EU onderling heel ver gaan in het vrijmaken van de intracommunautaire handel zonder die voordelen uit te breiden naar de rest van de wereld.

2 Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen.

a Wat is een consultatieverzoek?

proefversie©VANIN

b Wat is de reden voor dat consultatieverzoek?

c Wat is de bedoeling van de tussenkomst van het WTO in dit geval?

d Wat was de aanleiding voor China om zo te handelen?

Europese Commissie dient WTO-consultatieverzoek in over antisubsidie-zuivelonderzoek China

De Europese Commissie heeft het consultatieverzoek ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO), om het initiatief van China voor het uitvoeren van een antisubsidieonderzoek tegen de invoer van bepaalde zuivelproducten uit de EU aan te vechten.

De Europese Commissie deed het verzoek op 23 september 2024. Het is de eerste keer dat de EU heeft besloten een onderzoek in de initiatieffase aan te vechten, in plaats van te wachten tot een onderzoek resulteert in handelsmaatregelen tegen een vermeend handelsblok. De aanleiding voor deze EU-actie is een opkomend patroon waarbij China in korte tijd diverse handelsbeschermingsmaatregelen initieerde, die volgens de Commissie zijn gebaseerd op twijfelachtige beschuldigingen en onvoldoende bewijs. De Commissie beoogt daarmee haar belofte na te komen om de belangen van de EU-zuivelindustrie en het gemeenschappelijke landbouwbeleid te verdedigen tegen onrechtmatige procedures.

De Europese Commissie heeft de antisubsidieonderzoeken vanaf het begin nauwlettend gevolgd, in volledige samenwerking met de betrokken exporterende EU-producenten en de autoriteiten van de lidstaten. De Commissie geeft aan ten volle te willen gebruikmaken van alle beschikbare juridische middelen om de EU-industrie te beschermen tegen misbruik van handelsbeschermingsinstrumenten.

De consultaties waar de EU op 23 september de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om heeft gevraagd, vormt de eerste stap in de geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO. Partijen hebben in die procedures 60 dagen de tijd om elkaar te kunnen raadplegen. Als die raadpleging niet tot een bevredigende oplossing leidt, zou de EU een door de WTO in te stellen panel kunnen verzoeken om over dit onderzoek te beslissen. WTO-panels hebben doorgaans meer dan een jaar nodig om tot conclusies te komen.

WTO en EU-agrarisch beleid

de markttoegang regelt: de WTO-overeenkomst inzake landbouw. Deze overeenkomst heeft tot doel ‘een eerlijk en marktgericht landbouwhandelssysteem’ tot stand te brengen. De overeenkomst bevat regels die van toepassing zijn op alle WTO-leden om te voorzien in substantiële progressieve verlagingen van de landbouwsteun en -bescherming.

proefversie©VANIN

De EU heeft een exclusieve bevoegdheid om juridisch bindende handelingen op het gebied van het handelsbeleid vast te stellen. De lidstaten kunnen alleen deze handelingen verrichten als zij door de EU zijn gemachtigd of wanneer zij uitvoering geven aan EU-maatregelen. Alle lidstaten van de EU zijn lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), waarbij de Commissie verantwoordelijk is voor het onderhandelen namens de lidstaten, en voor het optreden bij de handelsconflicten binnen de WTO.

Zuivelonderzoek China China startte op 21 augustus 2024 zijn zuivelonderzoek, kort nadat de EU in juli 2024 voorlopige importheffingen oplegde aan in China gebouwde elektrische voertuigen.

Het belang van de landbouw in de wereldhandel leidde eerder in WTO-verband tot het sluiten van een specifieke overeenkomst over de landbouw, die onder meer de nationale staatssteun, de exportconcurrentie (in het bijzonder subsidies) en

Het zuivelonderzoek van China richt zich op vloeibare melk en room met een vetgehalte hoger dan 10 procent en op diverse kaassoorten uit de EU. Volgens cijfers van statistiekbureau Eurostat exporteerde de Europese Unie vorig jaar voor zo’n 1,7 miljard euro aan zuivelproducten naar China. Het Chinese onderzoek richt zich op subsidies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU en op bepaalde nationale en regionale programma’s. De Europese Commissie geeft aan erop te vertrouwen dat deze subsidieregelingen volledig in overeenstemming zijn met de internationale regels en geen schade toebrengen aan de Chinese zuivelindustrie.

Bron: ecer.minbuza.nl, 2024-09-25

TO THE POINT

De voordelen die internationale handel met zich meebrengt, heeft veel landen ertoe aangezet om met hun belangrijkste handelspartners de mogelijke handelsbelemmeringen zoveel mogelijk weg te nemen. Die economische integratie heeft als doel de welvaart in alle betrokken landen te verhogen.

In functie van de mate van samenwerking kun je vijf verschillende integratievormen onderscheiden: de vrijhandelszone: geen douanerechten tussen de lidstaten, de douane-unie: een vrijhandelszone met een gemeenschappelijk douanetarief ten opzichte van derde landen, de gemeenschappelijke markt: een douaneunie zonder handelsbarrières en met vrije circulatie van productiefactoren over het grondgebied van alle lidstaten,

de economische unie: een gemeenschappelijke markt met (minimum)normen op sociaal en fiscaal vlak, de economische en monetaire unie: een unie met een gemeenschappelijke munt (of vaste wisselkoersen) en een centrale instelling die het eengemaakte monetair beleid bepaalt.

proefversie©VANIN

Die samenwerking kan tot stand komen door een bilateraal akkoord tussen twee landen. Nog vaker gaat het om een multilateraal akkoord tussen meerdere landen en wordt er een handelsblok gevormd. De Europese Unie is het verregaandste en wellicht ook bekendste handelsblok ter wereld. De lidstaten van de EU vormen samen een economische unie. Sommige lidstaten vormen daarnaast ook een monetaire unie met de euro als eenheidsmunt. Om de economische unie te organiseren hebben de lidstaten aan de Europese instellingen de bevoegdheid gegeven om zelf regels op te stellen en af te dwingen. De EU treedt dan op als supranationale organisatie. Voor domeinen die politiek gevoeliger liggen, zoals het buitenlandse beleid of defensie, vormt de EU een intergouvernementele organisatie waarbinnen de lidstaten zelf nog steeds het allerlaatste woord hebben.

Het beleid van de EU is het gevolg van een gecompliceerd samenspel tussen de Europese instellingen.

De Europese Raad van regeringsleiders zet de politieke richting voor de EU uit en ontwart de moeilijkste knopen.

De Europese Commissie verdedigt het Europese algemeen belang, stelt nieuwe wetgeving voor om de EU te versterken en voert ze uit eens die goedgekeurd is.

Het Europees Parlement vertegenwoordigt de burgers. Het parlement keurt samen met de Raad van de EU wetgeving goed, stemt over de Europese begroting en geeft z’n zegen aan de voorzitter en leden van de Europese commissie.

De Raad van de EU is samengesteld uit de (vak)ministers van de verschillende lidstaten en moet de wetgeving die door de Europese Commissie wordt voorgesteld ook goedkeuren.

Het Hof van Justitie van de EU helpt nationale rechtbanken en hoven bij de interpretatie van de Europese wetgeving, kijkt toe op het respect voor de regels en controleert de wettigheid van de Europese reglementering zelf.

Niet enkel op regionaal niveau, maar ook op wereldschaal maken landen afspraken om de internationale handel vlotter te laten verlopen. De WTO (of Wereldhandelsorganisatie) spant zich in om de douanetarieven te verlagen en een eerlijk handelssysteem op te zetten. Ze vertrekt vanuit het most favoured nation-principe en het national treatment-principe. De lidstaten hebben binnen de WTO ook de mogelijkheid om een geschillenbeslechtingsprocedure op te starten. De WTO beslist in lopende handelsconflicten wie gelijk heeft en zal eventueel toestaan dat er tegenmaatregelen getroffen worden.

Action 1— Levert de strijd om een bepaalde markt altijd winnaars op?

Lees het artikel en beantwoord de vragen.

a Wat was de aanleiding voor het handelsconflict tussen de EU en de VS?

b Waarom heeft de overwinning iets cynisch?

c Waarom is de overwinning zuur voor Spanje?

De trans-Atlantische olijfruzie is in het voordeel van Europa beslecht. Echte winnaars zijn er niet, in Spanje noch in Californië.

Bron: standaard.be, 2024-02-24

Action 2— Wordt de wereldhandel vrijer?

Werk per twee. Ga met behulp van artificiële intelligentie na wat het handelsakkoord tussen de Europese Unie (EU) en Japan – officieel het Economisch Partnerschapsakkoord (EPA) – inhoudt. Gebruik elk een andere tool.

a Noteer de tool die je gebruikt.

proefversie©VANIN

b Noteer de prompt die je hiervoor hebt gebruikt.

c Verwerk jouw antwoord met een tekstverwerker. Vergelijk jouw antwoord met dat van je partner. Pas of vul je antwoord aan.

d Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Action 3— Hoe werkt de EU?

Op welk beslissingsorgaan / Op welke beslissingsorganen zijn de volgende uitspraken van toepassing? Kruis aan.

… vertegenwoordigt de EU in het buitenland.

… keurt EU-wetten goed.

… stelt wetsvoorstellen op.

… is samengesteld uit een vertegenwoordiger per lidstaat.

… wordt eens om de vijf jaar verkozen.

… is de verdediger van het Europese algemeen belang.

… wordt voorgezeten door de ‘president’ van Europa.

… beslist hoe een wet geïnterpreteerd moet worden in geval van discussie.

… zet de richting uit waarin het Europese project evolueert.

… voert de begroting uit.

… keurt de begroting goed.

… is de vertegenwoordiger van de burgers van de EU.

… spreekt namens de individuele lidstaten bij het opmaken van wetten.

Action 4— Zit Noord-Ierland nog in de EU?

Maak deze Action More op iDiddit. Je leert er meer over de situatie van Noord-Ierland ten opzichte van de EU.

Action 5— Welke handelsakkoorden heeft de EU met andere landen?

Werk in vier groepen. Elke groep onderzoekt een handelsakkoord en ontwikkelt een poster met de antwoorden op de volgende vragen:

a Tussen wie werd het handelsakkoord afgesloten?

b Wat werd er precies afgesloten dat de vrijhandel tussen de landen zou bevorderen?

c Hang de posters op in het klaslokaal en bespreek ze klassikaal.

HANDELSAKKOORD

Groep 1 CETA

Groep 2 EVFTA

Groep 3 EUSFTA

Groep 4 Mercosur

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan uitleggen welke types van economische integratie er zijn en kan ze met elkaar vergelijken.

2 Ik kan de vormen van economische integratie toepassen op Europa.

3 Ik kan de Europese instellingen en hun functies binnen de EU toelichten.

4 Ik kan uitleggen wat het verschil tussen een supranationale en een intergouvernementele organisatie is.

5 Ik kan de rol en het belang van de Wereldhandelsorganisatie duiden.

LEVEL 4

Welke gevolgen heeft de globalisering op de arbeidsmarkt?

INTRO

Good to know

Met je smartphone heb je de halve wereld in je hand. Wist je dat er in je smartphone meer dan drie kwart van alle niet-radioactieve elementen uit de tabel van Mendelejev terug te vinden is? Die grondstoffen komen uit alle uithoeken van de wereld. Je smartphone is dus waarschijnlijk in meer landen geweest dan jij!

1 Bekijk de herkomst van de verschillende grondstoffen die nodig zijn om een smartphone te maken. Kleur de landen van herkomst in op de kaart, of gebruik de interactieve wereldkaart op iDiddit.

proefversie©VANIN

Tabel 1: Grondstoffen, herkomst en gebruik

ELEMENT

PRODUCENTEN

GEBRUIK

aluminiumChina (50 %), Rusland (7 %), Canada (5 %) omhulsel, lcd-scherm

ijzerChina (44 %), Australië (20 %), Brazilië (12 %) luidspreker, microfoon, omhulsel

kobaltD.R. Congo (51 %), China (6 %), Canada (5 %) batterij, luidspreker

nikkelChina (44 %), Australië (20 %), Brazilië (12 %) afscherming signalen, condensor, batterij, microfoon

koperChili (30 %), China (9 %), Peru (9 %)

zilverMexico (15 %), Peru (12 %), China (6 %)

elektrische verbindingen

elektrische verbindingen

ELEMENT PRODUCENTEN

GEBRUIK

indiumChina (49 %), Zuid-Korea (20 %), Japan (9 %) touchscreen, leds

tin China (34 %), Indonesië (17 %), Myanmar (10 %) camera, touchscreen

wolfraamChina (44 %), Australië (20 %), Brazilië (12 %) trillingsmotor, microfoon

goudChina (16 %), Australië (10 %), Rusland (8 %) elektrische verbindingen

2 Welk land beschikt over veel grondstoffen die gebruikt worden in een smartphone?

3 Beschikt Europa over veel grondstoffen die in een smartphone zitten?

4 Waarom heeft Europa alle belang bij een vlotte wereldhandel?

proefversie©VANIN

5 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Welk gevolgen van de globalisering ondervindt de arbeidsmarkt?

Kaart 1: Wereldkaart

Explore 1— Wat is globalisering?

1 In Level 2 stond je reeds stil bij het begrip ‘globalisering’. Bekijk de volgende krantenkoppen. Om welk type globalisering gaat het? Noteer het juiste cijfer bij elke krantenkop.

TYPE GLOBALISERING

1Economische globalisering

2Socioculturele globalisering

3Politieke globalisering

4Technologische globalisering

proefversie©VANIN

Halloween: Keltisch ritueel krijgt voet op Europese bodem

Videocall maakt wereld je dorp

Belgische landbouwbedrijven vinden makkelijker de weg naar China

Hollywoodfilms beïnvloeden visie van jongeren op de ideale proclamatie

China omschrijft AUKUS-pact tussen Australië, het VK en de VS als onverantwoord

Kroatië welkom in Schengenzone

Chirurg opereert op afstand dankzij 5G-netwerk en robotarmen

Buitenlandse investeringen in Vlaanderen slopen alle records

Wit-Russische olympische atlete Tsimanouskaya gebruikt Google Translate om hulp te zoeken in Tokio

Na Italiaans en Chinees, Japans en Mexicaans eten aan opmars bezig

2 Wat is globalisering?

proefversie©VANIN

3 Geef voor elk type van globalisering een eigen voorbeeld.

a economische globalisering

b socioculturele globalisering

c politieke globalisering

d technologische globalisering

Explore 2— Wat is het verschil tussen outsourcing en offshoring?

1 Werk per twee. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Over welke onderneming of organisatie handelt het filmpje? Waar bevindt zich die onderneming of organisatie?

b Welke job zal niet langer door de werknemers worden vervuld?

c Wie neemt deze taak over?

d Met welk doel wordt deze taak afgestoten?

proefversie©VANIN

2 Wat is het verschil tussen outsourcing en offshoring? Gebruik het internet.

3 Gaat het in het filmpje over outsourcing of offshoring? Waarom?

4 Wat is de ‘corebusiness’ of ‘kernactiviteit’ van een onderneming of organisatie?

5 Kun je de volgende bedrijfsprocessen outsourcen of offshoren? Kleur het vakje:

a rood als het niet mogelijk is;

b oranje als het beperkt mogelijk is;

c groen als het goed mogelijk is.

Productie

Boekhouding

Callcenter

Corebusiness

Poetsen en onderhoud

Catering voor het personeel

OUTSOURCINGOFFSHORING

6 Waarom kun je een aantal van de voorgaande bedrijfsprocessen niet offshoren?

proefversie©VANIN

7 Bij sommige processen is offshoren beperkt mogelijk. Er moeten bepaalde hindernissen overwonnen worden. Welke?

Explore 3— Is arbeid in België duur?

1 Bestudeer grafiek 1 en beantwoord de vragen.

a Welke landen van de Europese Unie hebben hoge loonkosten?

b Welke landen van de Europese Unie hebben lage loonkosten?

c Wat kun je uit de infographic afleiden over de loonkosten in België?

Grafiek 1: Arbeidskosten in Europa per uur

Bron: ec.europa.eu/eurostat/

2 Waarom zouden sommige ondernemingen ervoor kiezen om zich eerder in het buitenland dan in België te vestigen? Motiveer je antwoord.

proefversie©VANIN

Explore 4— Waarom staan arbeidsintensieve sectoren meer onder druk?

1 Ga naar iDiddit. Open de werkmap om een vergelijking te maken tussen arbeids- en kapitaalintensieve sectoren.

2 Volg het stappenplan. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

De berekening van kosten en opbrengsten is sterk vereenvoudigd om je niet van de essentie af te leiden.

STAPPENPLAN

Stap 1: Zet in de grijze cellen van het werkblad de gegevens die je nodig hebt om de kosten en opbrengsten te berekenen.

ONDERNEMING 1

Grondstoffen

2

jaar

Afzet per maand

000 eenheden

eenheden Prijs per stuk

euro

Stap 2: Bereken de jaarlijkse kosten met behulp van formules.

– De jaarlijkse grondstofkosten bereken je door de kosten van de grondstoffen per maand te vermenigvuldigen met twaalf.

euro

– De kapitaalkosten vind je door de aankoopwaarde van de machines (kapitaalgoederen) te delen door het aantal jaar dat ze volgens de boekhoudregels zullen meegaan (afschrijvingstermijn).

– De jaarlijkse arbeidskosten vind je door het aantal werknemers te vermenigvuldigen met de maandelijkse loonkosten en dat bedrag met twaalf te vermenigvuldigen.

Stap 3: Bereken de jaarlijkse opbrengsten met behulp van een formule. De jaarlijkse omzet vind je door de afzet per maand te vermenigvuldigen met de prijs per stuk en te vermenigvuldigen met twaalf.

Stap 4: Bereken het resultaat door de jaarlijkse kosten van de jaarlijkse omzet af te trekken.

Stap 5: Zorg dat de opmaak van de cellen juist is. Gebruik daarvoor de celeigenschappen.

– Zet de cellen met bedragen in euro op celopmaak ‘Financieel’.

– Zorg in ‘Aangepast’ dat er een spatie tussen de duizendtallen komt in plaats van een puntje.

Stap 6: Geef in cel B3 en B20 aan of de onderneming eerder arbeidsintensief is of eerder kapitaalintensief. Werk daarvoor met de ALS-functie.

– Als de arbeidskosten hoger zijn dan de kapitaalkosten, dan beschouw je een onderneming als arbeidsintensief.

Tip:

– Als de kapitaalkosten hoger zijn dan de arbeidskosten, dan beschouw je de onderneming als kapitaalintensief.

– In functie van die voorwaarde verschijnt in de cel B3 en B20 het begrip ‘arbeidsintensief’ of ‘kapitaalintensief’.

Stap 7: Om duidelijk te zien of de onderneming winst of verlies maakt, ken je aan de cellen H15 en H32 een voorwaardelijke opmaak toe. Wijs markeringsregels voor die cellen aan.

– Is het bedrag in de cellen groter dan 0,00 euro, dan kleuren de cellen groen.

– Is het bedrag in de cellen kleiner dan 0,00 euro, dan kleuren de cellen rood.

Stap 8: Geef de kostenstructuur van onderneming 1 weer in een cirkeldiagram.

– In dat cirkeldiagram zie je de verdeling over de drie kostencategorieën: grondstofkosten, kapitaalkosten en arbeidskosten.

– Geef de grafiek de titel: ‘kostenstructuur onderneming 1’.

Stap 9: Doe hetzelfde voor de kostenstructuur van onderneming 2.

Stap 10: Selecteer cel H15 en cel H32. Voeg daarvoor een kolomgrafiek in waardoor je de winst van beide ondernemingen visueel naast elkaar ziet staan. Beide kolommen zijn aanvankelijk even hoog.

Stap 11: Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

3 Hoeveel bedraagt de winst in beide ondernemingen?

4 Welke onderneming is kapitaalintensief? Leg uit.

proefversie©VANIN

5 Stel dat er in beide ondernemingen sociale onrust is en dat de werknemers een loonsverhoging vragen.

a Door die loonsverhoging zouden de maandelijkse loonkosten per arbeider met 200,00 euro stijgen. Voer die aanpassing door in je werkmap.

b Welke invloed heeft de loonsverhoging op de winst van beide ondernemingen?

c Welk type van ondernemingen zal werknemers makkelijker een loonsverhoging geven? Waarom?

6 Stel dat beide ondernemingen de mogelijkheid zien om de productie naar het buitenland te verhuizen en daar tegen veel lagere loonkosten te produceren.

a Door delokalisatie zouden de maandelijkse loonkosten per arbeider dalen tot 1 500,00 euro. Pas die loonkosten in je werkmap aan.

b Welke invloed hebben de lagere loonkosten op de winst van beide ondernemingen?

7 Een onderneming verhuizen kost ook geld. Als je ervan uitgaat dat de bouw van een nieuwe fabriek, een nieuw kantoor of atelier in het buitenland gelijk is aan de helft van de kapitaalkosten in België, hoeveel jaar duurt het dan vooraleer de verhuis is terugverdiend?

8 Welk type van ondernemingen zal makkelijker de productie offshoren? Waarom?

9 Bekijk de afbeeldingen.

a Gaat het om arbeidsintensieve of om kapitaalintensieve sectoren? Markeer.

b Welke van de arbeidsintensieve sectoren maken het meeste kans om naar het buitenland te verhuizen?

c Welke van de arbeidsintensieve sectoren maken minder kans om naar het buitenland te verhuizen? Waarom?

arbeidsintensief / kapitaalintensief

C

arbeidsintensief / kapitaalintensief

E

arbeidsintensief / kapitaalintensief

G

B

proefversie©VANIN

arbeidsintensief / kapitaalintensief

arbeidsintensief / kapitaalintensief

D

arbeidsintensief / kapitaalintensief

F

arbeidsintensief / kapitaalintensief H

arbeidsintensief / kapitaalintensief

10 Loonkosten zijn een element bij de keuze van een vestigingsplaats voor een onderneming, maar er zijn nog veel andere elementen. Waarom zou je als ondernemer, ondanks de hoge loonkosten, toch in België investeren?

proefversie©VANIN

Explore 5— Wat zijn de baten en de lasten van economische globalisering op de arbeidsmarkt?

Werk per twee. Spreek af wie rond de voor- en nadelen van internationale handel op de Belgische arbeidsmarkt (optie 1) werkt en wie de situatie in het buitenland (optie 2) bestudeert. Vink de gekozen optie aan.

Optie 1 De situatie in België

1 Door de internationale handel vergroot de afzetmarkt van de Belgische ondernemers van 11 miljoen Belgen tot 450 miljoen EU-burgers of zelfs tot bijna 8 miljard wereldburgers. Van die handel met de landen buiten de EU zijn heel wat jobs afhankelijk.

a Bekijk de infographic op iDiddit.

b Hoeveel jobs zijn in België afhankelijk van de wereldhandel?

c Hoeveel procent van de jobs vloeit in België voort uit de internationale handel met landen buiten de EU als je weet dat zo’n 5 miljoen Belgen een job hebben?

d Globalisering geeft Belgische ondernemingen toegang tot de wereldmarkt. Wat is de keerzijde van de medaille?

2 Lees de artikels en los de vragen op.

a Welk effect heeft de globalisering op de werkgelegenheid in België?

b Wat is het verschil tussen offshoring en nearshoring?

c Is er in het eerste artikel sprake van nearshoring of offshoring?

proefversie©VANIN

d Welk ander begrip wordt er gebruikt om de verhuis van ondernemingen naar het buitenland aan te geven?

1

38 jobs bedreigd bij distributiecentrum van Pfizer in Zaventem

De directie van Pfizer wil een afdeling van het distributiecentrum in Zaventem verhuizen naar Boekarest in Roemenië. Het gaat om een afdeling die de productie plant bij onderaannemers van Pfizer. Door die geplande verhuis zijn 38 jobs bedreigd. In Roemenië liggen de loonkosten namelijk heel wat lager.

2

Proximus zet callcenters aan om te delokaliseren

Bron: vrt.be, 2021-03-04

De herstructurering van Proximus heeft gevolgen voor callcenters die in opdracht van de telecomoperator werken. In een mededeling vraagt CEO Dominique Leroy hen om hun activiteiten naar lagelonenlanden te verplaatsen. In de praktijk is dat vaak Marokko.

‘We streven naar lagere kosten bij onze externe partners en zullen onder meer vragen aan onze externe callcenters om over te schakelen op meer kostene ciënte werkmodellen via nearshoring binnen de EU en o shoring.’

Die boodschap staat in een mededeling die Proximus-CEO Dominique Leroy onlangs liet verspreiden. Ze laat daarmee geen enkele twijfel bestaan over wat er van die externe callcenters wordt verwacht: ze moeten dezelfde diensten leveren tegen een lagere prijs.

Bron: knack.be, 2021-01-10; Jeroen De Preter

3 Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Welk probleem stelt zich in het Suezkanaal?

b Hoeveel procent van de wereldhandel verloopt via dat kanaal?

© Shutterstock / Alexandros Michailidis

c Wat is het gevolg van dat probleem?

proefversie©VANIN

d Welke invloed heeft dat op de werknemers in de haven van Antwerpen?

Optie 2 De situatie in de ontvangende landen

1 Lees de getuigenis over de evolutie van de welvaart in China. Beantwoord de vragen.

a Wat bedoelt de schrijfster met de opkomst van ‘Fabriek China’?

b Met hoeveel procent is de Chinese economie volgens Irene Yuan Sun jaarlijks gegroeid gedurende de afgelopen 25 jaar? Gebruik de tool op iDiddit als je niet weet hoe je dat moet berekenen.

c In realiteit is de Chinese economie jaarlijks gemiddeld met zo’n 10 % gegroeid gedurende de laatste 30 jaar. Hoeveel keer groter is de productie dan over die periode geworden?

d Hoe profiteert de gewone Chinese arbeider van de Chinese rol als wereldproducent?

Ik ben slechts 30 jaar oud, maar ik heb persoonlijk nog meegemaakt dat de Chinese straten die vandaag vol files staan, gevuld waren met fietsen. Zo snel is alles in China veranderd ten gevolge van de opkomst van Fabriek China. Sinds ik een kwarteeuw geleden voor het eerst in een auto zat, is de productie in China gestegen van 2 % tot 25 % van de wereldproductie.

Tijdens die 25 jaar is het bruto binnenlands product 30 keer zo groot geworden. In die periode lieten niet minder dan 750 miljoen mensen de armoede definitief achter zich, de grootste welvaartsprong die ooit gerealiseerd werd in de wereldgeschiedenis. China was armer dan Kenia, Lesotho en Nigeria. Nu concurreert het met de VS om de titel van grootste economie ter wereld.

© Shutterstock / Shan_shan

proefversie©VANIN

Die statistieken zijn indrukwekkend, maar meer nog zijn het de kleine alledaagse veranderingen die weergeven hoe snel de welvaart voor de hardwerkende Chinese bevolking is toegenomen. Mijn favoriet? Sprite wordt niet langer beschouwd als een zeldzaamheid voor speciale gelegenheden maar wel als een ordinaire frisdrank.

Gewone Chinezen staan netjes aan te schuiven in de luchthavens voor de vele binnenlandse vluchten in plaats van te staan duwen aan een bushalte. Op wc is er toiletpapier beschikbaar en niemand vind het nog bijzonder om in een auto te rijden.

Bron: qz.com, Irene Yuan Sun in Quarz Africa

Good to know

Op de wereldmarkt zijn niet enkel ondernemingen maar ook landen concurrenten van elkaar. Als regeringen proberen om ondernemingen aan te trekken door steeds sterker te zijn dan de concurrerende landen, dan is er sprake van een race to the top. Zo hebben landen er belang bij om hun onderwijssysteem beter te maken om ondernemingen te lokken. Maar ook het omgekeerde bestaat: de race to the bottom. Zo zullen regeringen in hun hoop grote ondernemingen aan te trekken de belasting voor de ondernemingen alsmaar verlagen. Gevolg is dat ondernemingen vaak veel minder belastingen moeten betalen dan de werknemers.

2 Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen.

a Over welk merk gaat het in het filmpje?

b Wat wordt er aangeklaagd in het filmpje?

proefversie©VANIN

c Wie klaagt de situatie aan?

d Sommigen vrezen dat internationale handel landen aanzet tot een race to the bottom op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieuwetgeving. Wat betekent dat?

Forum

Ben jij bereid meer te betalen voor kleding van een onderneming die respect heeft voor het milieu en die goede werkomstandigheden van de arbeiders garandeert?

TO THE POINT

Globalisering

In een geglobaliseerde wereld vinden er steeds meer contacten plaats tussen burgers, ondernemingen en organisaties over de landsgrenzen heen. Die verwevenheid tussen landen speelt zich op technologisch, sociocultureel, politiek maar ook op economisch vlak af.

Outsourcing en offshoring

Ondernemingen kiezen er vaak voor om bepaalde activiteiten die niet tot hun corebusiness of kernactiviteit behoren door een andere onderneming te laten uitvoeren. Dat heet outsourcen. In een geglobaliseerde wereld is het ook interessant om daarvoor naar het buitenland te trekken en te offshoren. Dat gaat niet voor alle activiteiten. Door delokalisatie van een onderneming gaan er arbeidsplaatsen in België verloren.

Arbeidsintensieve en kapitaalintensieve sectoren

Het effect van lage lonen speelt des te harder bij arbeidsintensieve sectoren. Doordat de loonkosten voor die ondernemingen een groot aandeel van de totale bedrijfskosten uitmaken, heeft offshoren in die sectoren vaak een groot effect op de winstgevendheid. Dat wordt vergemakkelijkt doordat de verhuiskosten voor de ondernemingen laag zijn. Dat heeft tot een vermindering van het aantal arbeidsplaatsen geleid in sommige sectoren zoals textiel en kleding. Voor kapitaalintensieve sectoren is offshoren veel minder interessant.

Economische globalisering op de arbeidsmarkt

In België zijn zo’n 713 000 jobs een rechtstreeks gevolg van de internationale handel. De internationale handel zorgt dus voor heel wat tewerkstelling. Tegelijk gaan er ten gevolge van de concurrentie met buitenlandse ondernemingen en de delokalisatie van ondernemingen ook jobs verloren. Offshoren maakt België ten slotte ook afhankelijk van het buitenland, waardoor een kleine verstoring in de logistieke keten riskeert ondernemingen lam te leggen. In de landen die buitenlandse ondernemingen op hun grondgebied mogen ontvangen, zien werknemers hun welvaart stijgen. Dat leidt in lageloonlanden tot een aanzienlijke reductie van de armoede. Toch bestaat het risico dat deze ondernemingen het niet al te nauw nemen met de milieuwetgeving of de werkomstandigheden van de werknemers. Het blijft een aandachtspunt waar je je als consument bewust van moet zijn.

Action 1— Hoe doet de kledingindustrie het op het vlak van globalisering?

1 De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van globalisering. Kijk even naar het etiket in je kledingstukken.

a Waar komt jouw trui, hemd of broek vandaan?

b Welke landen komen het vaakst voor in de klas?

© Shutterstock / catastrophe_OL

2 Waarom is de kledingindustrie zo gevoelig voor offshoring? Geef meerdere factoren.

proefversie©VANIN

3 Om competitief te blijven zoeken kledingproducenten constant naar landen met lage lonen. Teken op de wereldkaart de weg die in het Good to know-kader wordt beschreven.

Good to know

Toen de productiekosten van Vlaamse kledingateliers voor het eerst onder druk kwamen te staan, verhuisde veel productie in eerste instantie naar Zuid-Europa en later naar de Maghreblanden, meer bepaald naar Tunesië. Toen ook die landen te duur werden, verhuisde een groot deel van de productie naar ateliers langs de Chinese kustlijn. De industrialisering in de kustgebieden deed de vraag naar arbeid en de daaraan verbonden lonen stijgen, waardoor de ondernemingen zich meer en meer naar het westen van China en zelfs naar Zuidoost-Azië verplaatsten, met Bangladesh en Laos als zwaartepunten.

De laatste tendens is dat er steeds meer textielateliers zich in Sub-Saharaans Afrika vestigen.

Tip:

Op iDiddit vind je meer informatie over de stijgende lonen in China.

Kaart 2: Evolutie offshoring kledingproducenten

4 Surf via iDiddit naar de website van de Schone Kleren Campagne. Beantwoord de vragen.

a Waarom is het zo moeilijk om de grote kledingmerken aansprakelijk te stellen voor de wantoestanden in de textielateliers in de lagelonenlanden?

proefversie©VANIN

b Wat is de corebusiness van de grote kledingmerken?

c Is er sprake van een race to the top of een race to the bottom? Verklaar.

5 Ga naar iDiddit. Bekijk de reportage.

a Vul grafiek 2 aan.

b Controleer op het internet of het akkoord nog steeds van kracht is. Zo ja, welke bekende merken hebben het akkoord zoal ondertekend?

Schema 1: Het akkoord van Bangladesh

proefversie©VANIN

Aanleiding:

Gemaakte afspraak:

Duur akkoord:

Aantal slachtoffers Rana Plaza: Aantal kledingmerken:

Toepasbaar in:

Sanctie bij niet naleven: Controle door:

Organisatie die opvolgt:

Renovaties mede betaald door: Aantal geholpen werknemers: Niet opgenomen in akkoord:

Action 2— Keren ondernemingen terug naar België?

Lees het artikel en beantwoord de vragen.

a Wat is het tegengestelde van offshoren?

proefversie©VANIN

b Hoe omzeilt Atkore Vergokan de hoge loonkosten in België?

c Welke redenen zijn er zoal om naar België terug te keren?

d Waarom houden ondernemingen het terugbrengen van een uitbestede activiteit liever stil?

‘Opnieuw in België produceren gee gewoon ook een goed gevoel’

De coronacrisis deed veel aanvoerlijnen stokken. Bedrijfsactiviteiten terughalen uit het buitenland dan maar? Van een vloedgolf aan ‘terugkeerders’ is nog geen sprake, toch zien de maatwerkbedrijven mooie kansen.

Tussen de lasrobots en vorkhe rucks in de productiehal van Atkore Vergokan, een producent van kabeldraagsystemen in Oudenaarde, staat een vij iental arbeiders in gele hesjes. Ze monteren losse onderdelen tot verzinkbare stekkerdozen en kabelladders, vijlen de laatste bramen weg en verpakken de afgewerkte producten, die vervolgens worden weggevoerd naar het magazijn.

Zo’n vijf jaar geleden trok Atkore Vergokan naar Roemenië om dat noodzakelijke, maar repetitieve en arbeidsintensieve werk uit te voeren. Dat leek logisch, gezien de lage loonkosten in het Oost-Europese land. ‘Maar het hele logistieke proces werd op den duur zo’n ingewikkelde puzzel, en de transportkosten lagen zo hoog, dat het uiteindelijk toch niet de beste oplossing bleek te zijn’, zegt directeur Gino Declercq. ‘Laat staan de goedkoopste.’

Gedetacheerde arbeiders van het maatwerkbedrijf Aarova voeren repetitieve en arbeidsintensieve taken uit bij Atkore Vergokan in Oudenaarde.

Dus worden de verzinkbare stekkerdozen weer in Oudenaarde gemonteerd. Dat specifieke werk doen gedetacheerde arbeiders van Aarova, een nabijgelegen maatwerkbedrijf, de vroegere ‘beschutte werkplaatsen’ voor personen die door een handicap geen toegang hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. ‘Het werk dat zij voor ons doen, zou gezien de hoge loonkosten in België normaal te duur zijn om hier te laten doen’, zegt Declercq. ‘Door onze samenwerking met een maatwerkbedrijf kunnen wij hun een uurloon betalen waardoor we toch competitief zijn.’

Dat is volgens de ondernemer niet het enige voordeel. ‘Door opnieuw hier te produceren, zijn we veel flexibeler en is onze ecologische voetafdruk kleiner’, gaat Declercq verder. ‘En het gee gewoon ook een goed gevoel dat we werkgelegenheid hebben gecreëerd voor mensen die misschien niet overal terechtkunnen.’

Competitiviteit versterken

proefversie©VANIN

Tijdens de coronacrisis kwamen heel wat aanvoerketens piepend en krakend tot stilstand. Behalve computerchips werden bijvoorbeeld ook hout, kunststo en en staal schaars. Tot overmaat van ramp liep eind maart ook nog eens het vrachtschip Ever Given vast in het Suezkanaal, met een monsterfile op een van de drukste maritieme handelsroutes ter wereld tot gevolg.

Het leidde van pleidooien voor kortere aanvoerketens tot hier en daar zelfs de oproep om te ‘reshoren’, bedrijfsactiviteiten die ooit zijn vertrokken naar het buitenland terug te laten keren naar België. Denk aan de productie van mondmaskers, waarvan plots werd afgevraagd waarom we die niet meer zelf maakten.

In de hoge lonen ziet de sociale sector kansen. Dankzij subsidies kunnen maatwerkbedrijven toch betaalbare arbeid leveren. ‘Van een vloedgolf aan bedrijven die productie uit het buitenland aan het terughalen zijn, is inderdaad nog geen sprake’, zegt Francis Devisch, directeur van Groep Maatwerk, die met 54 maatwerkbedrijven ruim drie kwart van de tewerkstelling in de sociale sector vertegenwoordigt.

‘De jongste maanden zien we dat er wel degelijk een trend is tot reshoring, en dat die door corona de wind in de zeilen hee . Alleen merken we dat niet elk bedrijf aan de grote klok wil hangen dat het een deeltje van zijn productie naar België hee laten terugkeren. De perceptie lee dat ze daarmee vooral een foute keuze uit het verleden rechtzetten.’

Hoe structureel?

Devisch gee toe dat de vraag blij hoe structureel die roep naar meer lokale productie zal zijn eens de coronacrisis is bedwongen. Toch zullen er volgens hem altijd bedrijven zijn die tot de conclusie komen dat de verplaatsing van hun productie naar het buitenland niet tot de verhoopte resultaten hee geleid.

‘De lonen zullen er weliswaar lager liggen, maar producenten kijken naar zoveel meer factoren. Denk aan de tijd die verloren gaat en de hogere ecologische voetafdruk door het toegenomen transport, of de kwaliteit van het geleverde werk die in het buitenland soms lager kan liggen. Daar zien we net veel mogelijkheden liggen voor de lokale maatwerkbedrijven. Al blijven we realistisch. We zullen in ons eentje natuurlijk niet de lagelonenlanden uit de markt kunnen prijzen.’

Bron: standaard.be, 2021-05-28

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan de verschillende types van globalisering duiden.

2 Ik kan het verschil tussen outsourcen en offshoren uitleggen.

3 Ik kan de loonkosten van België vergelijken met die van andere landen.

4 Ik kan het verklaren waarom arbeidsintensieve sectoren makkelijker offshoren dan kapitaalintensieve sectoren.

5 Ik kan de voordelen en nadelen van globalisering op de arbeidsmarkt toelichten vanuit het standpunt van België en vanuit het standpunt van de ontvangende landen.

STEP-UP

1 Je hebt doorheen dit thema kennisgemaakt met het belang van de internationale handel voor België. Stel dat belang nu voor in een duidelijke infographic die misschien wel in je klas- of economielokaal komt te hangen.

2 Houd bij het maken van je infographic rekening met de volgende zaken:

a Kies goede afbeeldingen.

b Gebruik recente gegevens.

c Geef relevante informatie om het belang van de internationale handel voor België te verduidelijken.

d Zorg voor een goed evenwicht tussen afbeeldingen en korte tekstjes.

e Werk af met een aantrekkelijke look die blijft hangen.

3 Vertrek vanuit betrouwbare bronnen. Schrijf de bronnen die je gebruikt hieronder op.

proefversie©VANIN

4 Gebruik voor je infographic een gratis onlinetool om tot een mooi resultaat te komen. Je vindt er enkele op iDiddit.

5 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Begrippenlijst Thema 2

LEVELBEGRIP

1doorvoerDat is vervoer van goederen door een land, waarbij er tussen de in- en uitvoer geen inklaring door de douane is.

1export of uitvoer

1extracommunautaire handel

1import of invoer

1internationale handel

1intracommunautaire handel

1intracommunautaire levering

1intracommunautaire verwerving

1 schaalvoordeel

proefversie©VANIN

Dat is verkoop van goederen en diensten aan landen buiten de Europese Unie.

Dat is internationale handel met landen buiten de Europese Unie.

Dat is de aankoop van goederen en diensten bij landen buiten de Europese Unie.

De internationale handel of wereldhandel is de handel tussen verschillende landen.

Dat is internationale handel binnen de Europese Unie.

Dat vindt plaats wanneer een onderneming uit de EU goederen verkoopt aan een onderneming van een ander EU-land.

Dat vindt plaats wanneer een onderneming uit de EU goederen aankoopt bij een onderneming van een ander EU-land.

Schaalvoordeel is het economische voordeel dat gerealiseerd wordt door op grotere schaal te produceren. In het algemeen dalen de gemiddelde kosten per eenheid.

2embargoDat is een verbod op handel met een bepaald land.

2exportsubsidies

Dat is geld dat de overheid verstrekt aan bedrijven die producten exporteren.

2globaliseringGlobalisering is een gevolg van de internationalisering en wijst op de samenhang en de verwevenheid tussen de nationale economieën. De verwevenheid is zowel te zien op het vlak van economie, technologie, cultuur, politiek ...

LEVELBEGRIP VERKLARING

2handelsbalansEen handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in- en uitvoer van een land. Als een land meer uitvoert dan invoert, is de handelsbalans positief. In het omgekeerde geval is de handelsbalans negatief.

2intermediaire goederen

proefversie©VANIN

2internationalisering

Dat zijn halfafgewerkte goederen die een of meerdere industriële transformaties hebben ondergaan maar die nog in afgewerkte goederen moeten worden omgezet.

Bij internationalisering ontwikkelen bedrijven producten die aan de eisen van klanten uit verschillende landen voldoen. Sommige bedrijven gaan ook in verschillende landen filialen of dochterondernemingen openen om zo op een groter gebied in te spelen.

2invoerrechtenDat is een extra belasting op producten die geïmporteerd worden.

2kwaliteitseisDat is een norm of een minimumvereiste waaraan producten moeten voldoen.

2open economie

Een land heeft een open economie als het relatief veel handeldrijft met het buitenland omdat er weinig tot geen belemmeringen bestaan in de handel van goederen en diensten en van kapitaalverkeer.

2protectionismeDie vorm van economisch beleid schermt de eigen markt voor buitenlandse concurrenten af.

2quotum of contingentering

3bilateraal akkoord

Een quotum is een maximale hoeveelheid die in een bepaalde periode van een bepaald product mag worden ingevoerd.

Een akkoord of overleg tussen twee landen.

3douane-unieDat is een vrijhandelszone waar er een gemeenschappelijk douanetarief wordt ingesteld ten opzichte van derde landen.

3economische en monetaire unie

Dat is een unie met een gemeenschappelijke munt (of vaste wisselkoersen) en een centrale instelling die het eengemaakte, monetaire beleid bepaalt.

LEVELBEGRIP

3economische integratie

3economische unie

3Europees Parlement

Dat is een samenwerking tussen twee of meer landen die de regels voor internationale handel op elkaar afstemmen en mogelijke obstakels wegnemen, om het gemakkelijker te maken om handel te drijven over de grenzen heen.

Dat is een gemeenschappelijke markt met (minimum)normen op sociaal en fiscaal vlak.

Dat bestaat uit verkozen vertegenwoordigers van de burgers in de EU en is onderdeel van de wetgevende macht. Het parlement keurt wetgeving goed, stemt over de Europese begroting en geeft z’n zegen aan de voorzitter en leden van de Europese Commissie.

proefversie©VANIN

3Europese Commissie

3Europese Raad van regeringsleiders

3gemeenschappelijke markt

3Hof van Justitie van de EU

Dat is de uitvoerende macht van de EU die het Europese algemeen belang verdedigt en die nieuwe Europese wetgeving voorstelt en uitvoert.

Dat is het hoogste politieke orgaan in de EU dat de politieke richting voor de unie uitzet en moeilijke knopen doorhakt.

Dat is een douane-unie waar handelsbarrières verboden zijn en de productiefactoren vrij kunnen circuleren over het grondgebied van alle lidstaten.

Dat is de Europese rechterlijke macht die nationale rechtbanken en hoven helpt bij de interpretatie van de Europese wetgeving, toekijkt op de naleving van de regels en de wettigheid van de Europese reglementering controleert.

3intergouvernementele organisatie

3 most favoured nation-principe

Dat is een organisatie die tussen de regeringen staat en die de lidstaten helpt om gemeenschappelijke afspraken te maken. Er is geen overdracht van soevereiniteit.

Dat principe binnen de WTO bepaalt dat tariefverlagingen die aan een lidstaat van de WTO worden toegekend ook voor alle andere lidstaten gelden.

LEVELBEGRIP

3multilateraal akkoord

3 national treatmentprincipe

3Raad van de EU

Dat is een akkoord tussen drie of meerdere partijen.

proefversie©VANIN

3supranationale organisatie

Dat principe binnen de WTO bepaalt dat goederen eens ze zijn ingevoerd in een land op gelijke voet moeten behandeld worden als goederen die uit het land zelf afkomstig zijn.

Die is onderdeel van de wetgevende macht in de EU. De Raad wordt als vertegenwoordiger van de lidstaten samengesteld uit de (vak)ministers van de verschillende lidstaten en keurt wetgeving goed.

Die organisatie staat boven de verschillende lidstaten en kan beslissingen opleggen aangezien een deel van de soevereiniteit is overgedragen aan de organisatie.

3vrijhandelszone

3 WTO of Wereldhandelsorganisatie

4arbeidsintensieve sector

Dat is een vorm van economische integratie waarbij de douanerechten tussen de lidstaten zijn afgeschaft.

Dat is een intergouvernementele organisatie die een vrijere wereldhandel nastreeft en een eerlijk handelssysteem wil opzetten.

Dat is een sector waar de arbeids- of loonkosten het grootste deel van de totale bedrijfskosten uitmaken.

4delokalisatieDat is de verhuis van een onderneming naar het buitenland.

4kapitaalintensieve sector

Dat is een sector waar de kapitaalkosten (gebouwen, machines …) het grootste deel van de bedrijfskosten uitmaken.

4offshoringDat is de uitbesteding van een deel van de activiteiten naar een onderneming in het (verre) buitenland.

4outsourcingDat is de uitbesteding van een deel van de activiteiten naar een andere onderneming.

THEMA De productmarkt 3 proefversie©VANIN

NEXT LEVEL

STEP-UP

Vraag en aanbod op de markt p. 121

LEVEL 5 Hoe bereken en interpreteer je prijs- en inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

89

LEVEL

4

Hoe analyseer je grafisch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken? p. 65

LEVEL

3

Hoe leid je de aanbodcurve af? p. 57

LEVEL 2 Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn? p. 42

LEVEL 1

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn? p. 6

STEP-IN

1 Vorig jaar heb je geleerd om de vraagcurve af te leiden. Je bent vertrokken vanuit de indifferentiemap. Wat geeft zo een indifferentiemap weer?

proefversie©VANIN

2 Wat weet je over de punten op een bepaalde curve? Wat kun je zeggen over de punten op verschillende curven? Vul aan.

Punten op eenzelfde curve stellen voor die voor de consument hetzelfde of dezelfde opleveren.

Punten op een curve die van de oorsprong liggen, hebben een nut dan punten op een curve bij de oorsprong.

Grafiek 1: Indifferentiemap en budgetlijnen voor producten 1 en 2

Product 1 (aantal stuks)

3 Uit grafiek 1 kun je de optimale goederencombinaties afleiden. Het budget van de consument bedraagt 60,00 euro. Noteer in tabel 1 hoeveel producten er gevraagd worden bij die verschillende prijzen.

Tabel 1: Prijs en gevraagde hoeveelheid

4 Op basis van tabel 1 kun je de vraagcurve van product 1 afleiden.

a Wat geeft de vraagcurve weer?

proefversie©VANIN

b Teken op grafiek 2 de vraagcurve.

c Waarom verloopt de vraagcurve dalend?

Grafiek 2: Vraagcurve product 1 0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 051015202530 Prijs (in euro) Aantal stuks

5 In dit thema doorloop je vijf Levels waarin je leert …

1 hoe je als producent de optimale productiegrootte op korte termijn bepaalt;

2 hoe je als producent de optimale productiegrootte op lange termijn bepaalt;

3 hoe je de aanbodcurve kunt afleiden;

4 hoe je het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken grafisch en rekenkundig kunt afleiden;

5 hoe je de prijs- en inkomenselasticiteit berekent en hoe je het effect ervan op vraag- en aanbodschokken interpreteert.

6 Elk Level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren.

Daarin maak je een geïntegreerde opdracht waarbij je zowel de vraag- als aanbodcurve afleidt als het vraag- en aanbodschema van een markt bepaalt.

LEVEL 1

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?

INTRO

1 Lees de case van de onderneming Colourful Denim.

Colourful Denim produceert 3 000 spijkerbroeken en maakt daarvoor in het totaal 27 500,00 euro kosten. De variabele kosten verlopen evenredig en bedragen 7,50 euro per eenheid. Het break-evenpunt situeert zich bij een productie van 2 000 eenheden.

2 Bereken de winst die de onderneming maakt als zij 2 500 eenheden produceert.

proefversie©VANIN

3 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?

Explore 1— Welke productiefactoren zet een onderneming in?

Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje.

a Welke productiemiddelen komen er in het filmpje voor?

proefversie©VANIN

Productiefactoren

Productiemiddelen kun je onderverdelen in vier productiefactoren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap. De term ‘kapitaal’ verwijst dan niet naar een bepaalde hoeveelheid geld, maar naar economisch kapitaal: gebouwen en machines (het vaste kapitaal of de constante productiefactor) en voorraden en grondstoffen (vlottend kapitaal). Je spreekt bij voorkeur over kapitaalgoederen

b Klasseer de bovenstaande productiemiddelen onder de juiste productiefactor.

Explore 2— Hoe verloopt de productie naarmate een onderneming meer personeel inzet?

Good to know

Wanneer je het producentengedrag analyseert, dan zie je dat winstmaximalisatie het uitgangspunt is: de ondernemer wil maximale winst behalen. Hij moet dus onderzoeken bij welke productieomvang zijn winst maximaal is. In de realiteit kan een onderneming echter ook andere doelstellingen nastreven zoals het marktaandeel vergroten, de concurrentiepositie versterken of werkgelegenheid creëren.

1 Lees de case over de samenwerking tussen A.S.Adventure.edu en Solid.

In 2009 hebben A.S.Adventure.edu en Solid samen Ayacucho opgericht. A.S.Adventure.edu wilde graag bijdragen aan duurzame ontwikkeling en raakte gecharmeerd door het gemeenschapswerk van Solid, een Belgische ontwikkelingsorganisatie. Solid is onder meer werkzaam in Ayacucho, een arm en moeilijk bereikbaar gebied in de Andes in Peru. Solid wil er de kansarme bevolking een nieuwe start geven door onder andere opleidingen voor boeren te organiseren en een opvangcentrum voor tienermoeders open te houden. Solid zet ook projecten op poten in India, Kenia, Tanzania, en voor kansarme adolescenten in eigen land. In Ayacucho ligt een werkatelier van A.S.Adventure.edu waar de Ayacuchoslaapzak Ignition geproduceerd wordt. De plaatselijke manager neemt de productie onder de loep. Hij beschouwt de kapitaalgoederen van het werkatelier als vast: het gebouw en de machines blijven op korte termijn – maximaal één jaar –constant. Het is voor een onderneming immers niet mogelijk om op minder dan een jaar een gebouw neer te zetten of dure machines aan te kopen. Op korte termijn kan het aantal arbeiders wel variëren. Het is makkelijker om snel arbeiders aan te werven.

proefversie©VANIN

2 Bekijk tabel 1. Die toont de variatie in de totale productie in functie van het aantal arbeiders.

a Noteer de formule om de gemiddelde productie (GP) te berekenen.

b Noteer de gemiddelde productie in de tabel.

Marginale productie

De marginale productie (MP) is de bijkomende productie als de onderneming één werknemer meer in dienst neemt.

c Noteer de formule om de marginale productie (MP) te berekenen.

d Noteer de marginale productie in de tabel.

Tabel 1: Verloop van de totale, gemiddelde en marginale productie

VARIABELE PRODUCTIEFACTOR (EENHEDEN ARBEIDERS)

proefversie©VANIN

3 Stel tabel 1 grafisch voor.

a Teken op grafiek 1 de curve van de totale productie (TP).

b Teken op grafiek 2 de curven van de gemiddelde productie (GP) en de marginale productie (MP).

c Beschrijf het verloop van de totale productie. Formuleer een verklaring.

d Welk verband stel je vast tussen de totale productie en de marginale productie?

Grafiek 1: De totale productie

proefversie©VANIN

0123456789101112131415

Grafiek 2: De gemiddelde en marginale productie

0123456789101112131415

Aantal arbeiders

Good to know

Stel dat het atelier van A.S.Adventure.edu in Ayacucho een aantal machines heeft. Telkens als er werknemers bijkomen, kan het atelier die machines beter inzetten. Er ontstaat ook een arbeidsverdeling en een arbeidsspecialisatie waardoor de productie, en ook de arbeidsproductiviteit sneller toenemen. Zo kan een tweede werknemer een andere taak uitvoeren dan de eerste waardoor beiden sneller kunnen werken. Wanneer er dan nog werknemers bijkomen, kunnen die ook weer de andere machines gebruiken en de taken verdelen.

Na verloop van tijd lopen meer en meer werknemers elkaar echter in de weg, of moeten ze op elkaar wachten waardoor de snelheid van de totale productie afneemt. Op korte termijn zullen na een tijd de machines allemaal bezet zijn en zal een bijkomende werknemer minder bijdragen aan de productie en er zelfs voor zorgen dat de productie begint te dalen.

proefversie©VANIN

Wet van de toenemende en afnemende meeropbrengst

Als aan de constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd, zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten slotte negatief worden. Dat verband heet de wet van de toenemende en afnemende meeropbrengst

4 Welk verband stel je vast tussen de gemiddelde productie en de marginale productie?

Good to know

Wanneer een bijkomende werknemer de gemiddelde productie van alle werknemers verhoogt, dan moet de productie die de werknemer toevoegt, groter zijn dan de gemiddelde productie van alle reeds aanwezige werknemers. Of om het in sporttermen uit te leggen: een baseballspeler zal zijn slaggemiddelde verhogen, wanneer zijn volgende score hoger is dan zijn gemiddelde. Hij zal zijn gemiddelde verlagen als zijn volgende score lager is dan zijn gemiddelde. Kijk maar naar je rapport. Als je op vier vakken die evenveel meetellen, een gemiddelde hebt van 70 % en op het volgende vak (marginale vak) behaal je 80 %, dan stijgt je gemiddelde. Behaal je 60 % op dat bijkomende (marginale) vak, dan daalt je gemiddelde.

Explore 3— Hoe verlopen de kosten op korte termijn?

Soorten kosten

Een onderneming gebruikt verschillende productiemiddelen om het gewenste eindproduct te produceren. Voor elke werknemer, elke machine en elke kilogram grondstof betaalt een ondernemer een bepaalde prijs. Je weet al dat sommige productiekosten van de productieomvang afhangen, andere kosten dan weer niet.

Een deel van de totale productiekosten (TK) blijft constant binnen een gegeven productiecapaciteit (= korte termijn) en verandert niet met de omvang van de productie. Dat zijn de constante of vaste kosten (TCK). Zo kan een ondernemer op minder dan een jaar tijd geen grote machines of gebouwen neerzetten. Daarom is de factor ‘kapitaal’ vast.

Naast de constante kosten zijn er de variabele kosten. De totale variabele kosten (TVK) zoals de grondstofkosten, zijn wel afhankelijk van de productie. Bepaalde personeelskosten zijn variabel maar de vergoeding voor leidinggevend personeel die niet verandert naargelang de productie, vormt dan weer vaste kosten.

1 Bekijk tabel 2. Daarin staan de kosten van het werkatelier van A.S.Adventure.edu in Ayacucho. Stel de totale constante kosten (TCK), de totale variabele kosten (TVK) en de totale kosten (TK) grafisch voor op grafiek 3.

Tabel 2: Productiekosten (in euro)

Grafiek 3: De totale variabele kosten, totale constante kosten en totale kosten

TCK, TK (in euro)

proefversie©VANIN

000,00

000,00

2 Beschrijf het verloop van de TVK.

Aantal eenheden (slaapzakken)

3 Waarom kennen de TVK en de TK een gelijkaardig verloop?

4 Waarom vertrekken de TCK niet vanuit het nulpunt? Waarom lopen de TCK evenwijdig met de x-as?

5 Bekijk tabel 3.

a Bereken de GCK en de GVK. Noteer de formule in de tabel.

b Op welke twee manieren kun je de GTK berekenen?

c Vul de GTK in de tabel in. Noteer een van de formules in de tabel.

Marginale kosten

De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten die ontstaan als de productie met één eenheid uitbreidt (ΔTK / Δq of ΔTVK / Δq).

d Vul de MK in de tabel in.

Tabel 3: Verband tussen kostenbegrippen (in euro)

proefversie©VANIN

6 Verwerk de gegevens uit tabel 3 op grafiek 4.

a Stel de GCK, de GVK, de GTK en de MK grafisch voor.

b Waarom dalen de GCK voortdurend als de productieomvang stijgt?

proefversie©VANIN

GCK, GVK, GTK en MK (in euro)

Grafiek 4: De gemiddelde constante kosten, gemiddelde variabele kosten, gemiddelde kosten en marginale kosten Aantal eenheden (slaapzakken) 0,00

c Wat is het verband tussen de wet van de toe- en de afnemende meeropbrengst en het verloop van de GVK-curve?

© Shutterstock / seyephoto

proefversie©VANIN

d Waarom komen de GTK-curve en de GVK-curve steeds dichter bij elkaar?

e Waarom nemen de marginale kosten toe vanaf een bepaald productieniveau?

Technisch optimaal punt

Het bedrijf produceert het goedkoopst bij de productieomvang waarbij de GTK het laagst zijn. Dat heet het technisch optimale punt. Dat wil nog niet zeggen dat de ondernemer maximale winst realiseert, want je kent de opbrengsten nog niet.

7 Bij welke productieomvang bereikt de ondernemer het technisch optimale punt?

Explore 4— Hoe verlopen de opbrengsten?

Verkoop- of marktprijs

Een producent streeft naar maximale winst. Om die winst te kennen moet hij niet alleen het verloop van de kosten kennen, maar ook het verloop van de opbrengsten. De productiekosten én de verkoop- of marktprijs van het product zijn dus van belang. Er zijn twee mogelijke situaties:

Bij een monopolie of een oligopolie kan de ondernemer tot op zekere hoogte invloed uitoefenen op de prijzen.

In een markt van volkomen concurrentie is de prijs van de markt een gegeven en kan de ondernemer enkel maar reageren door de geproduceerde hoeveelheid aan te passen.

Dat is het geval op een markt waar er veel aanbieders en veel vragers zijn.

Tip:

Lift 4 beperkt zich tot de tweede situatie.

1 Omschrijf in je eigen woorden het verschil tussen een monopolie en een oligopolie.

2 Omschrijf bondig de vier kenmerken van een markt van volkomen concurrentie.

3 Omschrijf het begrip ‘marginale opbrengst’ in eigen woorden.

4 Bekijk tabel 4 en vul ze aan. De marktprijs bedraagt 15,00 euro.

Tabel 4: De opbrengsten (in euro) van A.S.Adventure.edu in Ayacucho

5 Stel tabel 4 grafisch voor.

a Teken op grafiek 5 de curve van de TO.

Grafiek 5: De totale opbrengsten

33 000,00

30 000,00

27 000,00

15 000,00 18 000,00 21 000,00 24 000,00

9 000,00 12 000,00

6 000,00

3 000,00

0,00 0 200 400 600 8001 0001 2001 4001 6001 8002 000 TO (in euro)

Aantal eenheden (slaapzakken)

b Teken op grafiek 6 de curven van de MO en de GO.

Grafiek 6: De marginale en gemiddelde opbrengsten

6 Waarom is p = MO = GO?

Aantal eenheden (slaapzakken)

Explore

5— Hoeveel bedraagt de winst bij een bepaald productieniveau?

Good to know

De meeste ondernemingen willen zo veel mogelijk winst maken en streven dus winstmaximalisatie na. Als je enerzijds het kostenverloop en anderzijds het opbrengstenverloop kent, is het mogelijk het punt van winstmaximalisatie te bepalen. Om winstmaximalisatie te bereiken is het niet voldoende om zo hoog mogelijke opbrengsten te halen. De onderneming moet ook proberen de vooropgestelde productiehoeveelheid te realiseren met zo weinig mogelijk kosten.

1 Werk verder met de gegevens uit Explore 4 (tabel 4) en vul tabel 5 aan.

Tabel 5: Het resultaat (winst in euro) van A.S.Adventure.edu in Ayacucho

2 Stel op basis van tabel 5 grafiek 7, 8 en 9 op.

a Kleur op grafiek 7 en 8 de winst in het groen en het verlies in het rood.

b Duid op beide grafieken de hoeveelheid aan waarbij de onderneming break-even draait.

c Bij welk productieniveau is de winst maximaal? Leid af uit de grafiek.

proefversie©VANIN

Grafiek 7: De totale opbrengsten en totale kosten van slaapzakken

27 000,00

24 000,00

21 000,00

18 000,00

15 000,00

30 000,00 TO en TK (in euro)

12 000,00

9 000,00

6 000,00

3 000,00

0,00

0200400600800100012001400160018002000

Aantaleenheden(slaapzakken)

Grafiek 8: De totale winst van slaapzakken

8 000,00 TW (in euro) 0

4 000,00 6 000,00

2 000,00

-2 000,00 0,00

-6 000,00 -4 000,00

-8 000,00

200400600800100012001400160018002000

Aantaleenheden(slaapzakken)

Grafiek 9: De marginale opbrengsten, marginale kosten, gemiddelde opbrengsten en gemiddelde totale kosten

MO, MK, GO en GTK (in euro)

proefversie©VANIN

0 200 400 600 8001 0001 2001 4001 6001 8002 000

Aantal eenheden (slaapzakken)

3 Markeer op basis van grafiek 8 en 9 het juiste antwoord.

a Van zodra de GTK onder de GO dalen, is er winst / verlies. Zodra de GTK echter opnieuw groter worden dan de GO is er opnieuw winst / verlies. Het is de marginale winst (= extra winst) die aanduidt of de totale winst maximaal is of niet.

b Zolang de marginale opbrengsten van een extra eenheid groter zijn dan de marginale kosten, is de winst stijgend / dalend. Zodra de marginale opbrengsten van een extra eenheid kleiner zijn dan de marginale kosten, is de winst stijgend / dalend. Een onderneming bereikt de optimale productiegrootte zodra de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten.

Optimale productiegrootte

Een onderneming bereikt haar optimale productiegrootte op het ogenblik dat de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten.

4 Waarom kan de winst niet maximaal zijn in het eerste snijpunt van de MO met de MK?

Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte?

1 Lees de case. Vul tabel 6 aan op basis van de gegevens.

Jeroen Stans is gespecialiseerd in de productie van fi etsrekken. Hij moet 120,00 euro betalen voor het gereedschap dat hij nodig heeft (vaste kosten). Zijn andere materiaalkosten worden weergegeven in tabel 6 (variabele kosten).

Per maand kan hij maximaal tien fi etsrekken bouwen.

De verkoopprijs per fi etsrek bedraagt 200,00 euro.

Tabel 6: Materiaalkosten, opbrengsten en resultaat (in euro) fi etsrekken

680,00

proefversie©VANIN

860,00

1 080,00

1 340,00

1 640,00 10 1 920,00

2 Teken op basis van de gegevens in tabel 6 de curven op grafiek 10.

a Bepaal grafisch de op timale productiegrootte voor Jeroen.

b Hoev eel bedraagt de optimale productiegrootte?

c Hoeveel euro bedraagt het resultaat?

d Arceer de rechthoek van de winst.

Grafiek 10: Gemiddelde variabele en gemiddelde totale kosten, marginale kosten en gemiddelde en marginale opbrengst fietsrekken

GVK, GTK, MK, GO en MO (in euro) Aantal eenheden (fietsrekken)

00,511,522,533,544,555,566,577,588,599,51010,5

3 Stel dat de marktprijs tot 240,00 euro stijgt en dat de kostenstructuur niet verandert.

a Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

proefversie©VANIN

b Hoeveel bedraagt het resultaat?

4 Stel dat de marktprijs tot 150,00 euro daalt en dat de kostenstructuur niet verandert.

a Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

proefversie©VANIN

b Hoeveel bedraagt het resultaat?

c Zal er nog geproduceerd worden bij die prijs?

5 Stel dat de marktprijs tot 70,00 euro daalt en dat de kostenstructuur niet verandert.

a Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

b Hoeveel bedraagt het resultaat?

c Zal Jeroen voor die prijs nog produceren?

6 Onder welke prijs stopt Jeroen best met de productie van fietsrekken? Motiveer je antwoord.

TO THE POINT

Wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst Om het gewenste eindproduct te bekomen moet een ondernemer productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap) inzetten. Op korte termijn blijft het aantal eenheden dat hij met de beschikbare hoeveelheid kapitaalgoederen, de productiecapaciteit, in een gegeven periode kan voortbrengen, constant. Als aan die constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd, neemt de fysieke meeropbrengst eerst toe, vervolgens neemt die af en ten slotte wordt de meeropbrengst negatief (wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst).

De fysieke meeropbrengst is de extra productie die wordt verkregen door één eenheid van de variabele productiefactor (arbeid) meer te gebruiken.

Technisch optimaal punt

Een onderneming heeft twee soorten kosten: constante (vaste) en variabele kosten. De totale constante kosten veranderen niet met de productieomvang, de totale variabele kosten daarentegen wel.

Gemiddelde kosten zijn de kosten per eenheid van een product. Die kunnen ook worden berekend door de gemiddelde constante kosten en gemiddelde variabele kosten op te tellen.

Marginale kosten zijn de extra kosten voor de productie van één extra eenheid.

KOSTEN

TCK = totale constante kosten

TVK = totale variabele kosten

TK = totale kosten

GCK = gemiddelde constante kosten

GVK = gemiddelde variabele kosten

GTK = gemiddelde totale kosten

MK = marginale kosten

FORMULE

proefversie©VANIN

TCK + TVK

TCK / q

TVK / q

TK / q of GCK + GVK

ΔTK / Δq of ΔTVK / Δq

Op basis van de wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst: stijgen de totale (variabele) kosten eerst minder dan evenredig (degressief) en daarna meer dan evenredig (progressief); dalen de marginale kosten (extra kosten van één extra eenheid) eerst waarna ze stijgen; is de marginale kostenlijn minimaal als de totale (variabele) kostenlijn het minst stijgt (in het buigpunt); gaat de marginale kostenlijn door het laagste punt van de gemiddelde (variabele) kostenlijn.

Als de marginale kosten kleiner zijn dan de gemiddelde variabele kosten, dan dalen de gemiddelde variabele kosten. Als de marginale kosten groter zijn dan de gemiddelde variabele kosten, stijgen de gemiddelde variabele kosten.

De onderneming bereikt het technisch optimale punt daar waar de GTK het laagst zijn. Op dat punt produceert het bedrijf het goedkoopst. Dat betekent niet dat de ondernemer daar maximale winst realiseert, want de opbrengsten zijn nog niet gekend.

Optimale productiegrootte

De meeste ondernemingen streven winstmaximalisatie na. Het komt er dus op aan om de productieomvang te bepalen waarbij de winst maximaal is. De totale winst wordt berekend door de totale opbrengsten te verminderen met de totale kosten.

TW = totale winst

TO = totale opbrengsten

TK = totale kosten

GO = gemiddelde opbrengsten

FORMULE

TO – TK

GO * q

TCK + TVK

TO / q

MO = marginale opbrengsten ΔTO / Δq

De optimale productiegrootte kan grafisch afgeleid worden. De winst is maximaal daar waar de positieve afstand tussen de TO-curve en de TK-curve het grootst is.

proefversie©VANIN

0200400600800100012001400160018002000

Aantaleenheden(slaapzakken)

De totale winst kan ook grafisch bepaald worden:

Aantaleenheden(slaapzakken)

Een andere manier om de optimale productiegrootte te bepalen is door de marginale kosten en marginale opbrengsten met elkaar te vergelijken. Het is de marginale winst die aanduidt of de totale winst maximaal is. Zolang de marginale opbrengst groter is dan de marginale kosten, realiseert de ondernemer op die eenheid extra winst. Op het ogenblik dat de marginale kosten groter zijn dan de marginale opbrengst, levert de eenheid geen extra winst meer op, integendeel de extra eenheid kost meer dan ze opbrengt zodat de totale winst afneemt.

Gezien de ondernemer de marktprijs meestal weinig of niet kan beïnvloeden, is het ook belangrijk te weten of hij bij die prijs nog winst zal maken. Een onderneming maakt winst zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde totale kosten (GTK = GVK + GCK). Ze draait break-even als de prijs gelijk is aan de gemiddelde kosten. Er is verlies als de verkoop- of marktprijs lager is dan de gemiddelde kosten. Op korte termijn zullen ondernemingen nog blijven produceren, ook al is er verlies. Op dat moment kunnen ze immers nog een gedeelte van de vaste kosten dekken. Op het ogenblik dat de prijs beneden de gemiddelde variabele kosten komt te liggen, stopt de ondernemer best met produceren.

Action 1— Verloop van de productie in een artisanale kaasmakerij

1 Vul tabel 7 aan op basis van grafiek 11.

a Vanaf hoeveel arbeiders is het niet efficiënt om nog extra mensen aan te werven? Waarom?

b Vanaf hoeveel arbeiders is het niet verstandig om nog extra mensen in dienst te nemen? Waarom?

c Verklaar waarom op korte termijn constante kosten toch kunnen stijgen bij verschillende productieniveaus.

Tabel 7: Productie kaasmakerij

2 Teken de totale productiecurve aan de hand van de marginale en de gemiddelde productiecurve.

Grafiek 11: De gemiddelde en marginale productiecurve in een kaasmakerij

proefversie©VANIN

012345678910

arbeiders

Grafiek 12: De totale productiecurve in een kaasmakerij

012345678910

Action 2— Grafische weergave van het verloop van de totale, gemiddelde en marginale productie

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de TP, GP en MP grafisch weer te geven.

Action 3— Nut van aanwerving personeel

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt bepalen of de aanwerving van personeel zinvol is.

Action 4— Productiekosten van de onderneming Volders

Vul tabel 8 met de productiekosten van onderneming Volders aan.

Tabel 8: Productiekosten (in euro) van Volders

Action 5— Beoordeling van stellingen

Zijn de stellingen juist of fout? Kruis aan en verbeter de foute stellingen.

proefversie©VANIN

De brandverzekering van een fabrieksgebouw behoort tot de variabele kosten.

JUISTFOUT

De TK-curve loopt evenwijdig met de TVK-curve.

Door telkens meer variabele productiefactoren toe te voegen neemt de productieomvang in het begin minder dan evenredig toe.

Zodra de meeropbrengst minder dan evenredig toeneemt, gaan de GVK weer stijgen.

De TCK vertrekken vanuit het nulpunt.

De GVK-curve en de GTK-curve lopen evenwijdig.

Action 6— Foutenopsporing

Op grafiek 13 staan minstens vier fouten getekend.

a Welke fouten zie je?

b Verklaar waarom dat fout is.

Grafiek 13: Marginale kosten, gemiddelde totale kosten, gemiddelde variabele kosten en gemiddelde vaste kosten

MK, GTK, GVK en GCK

Action 7— Kostentabel

Met betrekking tot de kosten van een producent wordt het volgende gegeven. Vervolledig tabel 9.

Tabel 9: TCK, TVK en TK (* 1 000,00 euro) en GVK, GCK en GTK (in euro)

proefversie©VANIN

Action 8— Kostentabel met een applicatie

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je het invullen van een kostentabel verder kunt oefenen. Je kunt zelf de moeilijkheidsgraad bepalen.

Action 9— Maximale winst met de verkoop van wafels

1 Lees de case van Karel.

Karel baat een klein bedrijfje uit dat op de zeedijk Brusselse wafels verkoopt. Hij verkoopt de wafels aan 2,00 euro per stuk. Veronderstel daarbij dat het loon voor de verkopers de enige variabele kosten vormt. Zijn constante kosten bestaan uit de huur van de kleine ruimte waar de wafels gebakken worden en de afschrijving van het wafelijzer. De productiecapaciteit van het wafelijzer bedraagt 750 wafels per dag.

2 Beantwoord de vragen.

a Bekijk aandachtig tabel 10. Hoeveel bedraagt het loon per dag van een verkoper?

b Hoeveel bedragen de totale constante kosten?

c Vul tabel 10 aan.

d Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte? Waarom?

e Karel wil nog een verkoper aannemen om zijn totale winst te verhogen. Wat is jouw advies?

Tabel 10: Opbrengsten, kosten en winst (in euro) wafels

Action 10— De optimale productiegrootte

1 Een onderneming stelt in tabel 11 haar gegevens ter beschikking. De productiecapaciteit bedraagt negen eenheden. De marktprijs bedraagt 40,00 euro. Vul tabel 11 aan.

Tabel 11: Productiekosten en opbrengsten (in euro)

2 Stel de MK grafisch voor op grafiek 14.

a Tegen een marktprijs van 40,00 euro streeft de onderneming naar winstmaximalisatie. Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte?

proefversie©VANIN

b Duid de winst (bij die optimale productiegrootte) aan op grafiek 14.

c Hoeveel bedragen de break-evenomzet en de break-evenafzet? Motiveer je antwoord.

d Waar bevindt zich het technisch optimale punt? Motiveer je antwoord.

Grafiek 14: Gemiddelde omzet, gemiddelde totale kosten en marginale kosten

GO, GTK, MO en MK (in euro)

012345678910 GTK GO = MO

Aantal eenheden

Action 11— Meerkeuzevragen

Duid het juiste antwoord aan.

proefversie©VANIN

a Hoe verlopen de totale variabele kosten als de gemiddelde variabele kosten constant zijn?

De TVK verlopen evenredig stijgend.

De TVK verlopen dalend.

De TVK verlopen degressief stijgend.

De TVK verlopen progressief stijgend.

b Wat is het technisch optimale punt?

De productieomvang waarbij de GVK minimaal zijn.

De productieomvang waarbij de GTK minimaal zijn.

De productieomvang waarbij de GCK minimaal zijn.

De productieomvang waarbij de MK minimaal zijn.

Action 12— Verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengsten

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je het verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengsten verder kunt oefenen.

Action 13— Grafische bepaling van de winst

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je het grafisch bepalen van de winst kan oefenen.

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk Level. Geef die submap de naam 'Thema_3_Level_1'. Geef het bestand een duidelijke naam zoals 'Breaking_News'.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

OEFENMATERIAAL

1 Ik kan toelichten hoe de productie verloopt naarmate een onderneming meer personeel inzet.

2 Ik kan toelichten hoe de kosten op korte termijn verlopen.

3 Ik kan toelichten hoe de opbrengsten verlopen.

4 Ik kan bepalen hoeveel winst er gemaakt wordt bij een bepaald productieniveau.

5 Ik kan de winst grafisch bepalen.

JA KAN
BETER EXTRA

LEVEL 2

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?

INTRO

1 Lees de krantenknipsels.

a Welke investeringen staan er in de artikels?

proefversie©VANIN

b Welke productiefactor(en) heeft / hebben een wijziging ondergaan?

AColruyt Group wil fors uitbreiden in de professionele markt: volgende week opent de retailer een derde vestiging van zijn b2b-formule Colruyt Professionals, de eerste in Wallonië. Ook een vierde locatie staat al op de planning.

Na twee Brusselse vestigingen zet Colruyt Professionals de stap naar Wallonië: op 25 september opent de derde vestiging van de keten in de Luikse deelgemeente Wandre. Later dit jaar volgt een vierde filiaal in de regio van Charleroi. De ambitie is om op termijn een tiental Colruyt Professionals-winkels over heel België te hebben.

Bron: retaildetail.be, 2024-09-19

Discounter Tedi zet zijn opmars in België verder: na de overname van tien Waalse Bristol-winkels, opent nu nog een winkel in Maaseik.

Tedi opent al zijn vijfde winkel in Belgisch Limburg: de Duitse Actionrivaal gaat op 25 oktober van start in winkelcentrum Kloosterbempden, in een pand van 850 m². Het winkelcentrum kampt met enige leegstand en is dus verheugd met de nieuwe trekpleister, meldt Made-in.

proefversie©VANIN

Voor Tedi komt de Limburgse expansie boven op de tien panden die de keten vorige maand van het failliete Bristol overnam. Eind september opende ook al een eerste Antwerpse vestiging in Shopping Den Tir op het Kiel. Bron: retaildetail.be, 2024-10-09

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?

© Shutterstock / Jokue-photography

Explore 1— Welke invloed heeft de uitbreiding van de productiefactor kapitaalgoederen op de kostenstructuur?

1 Lees de case van Zofia en vul tabel 1 aan.

Wat voor Zofia ooit als een hobby begon, is uitgegroeid tot een bron van inkomsten.Een paar jaar geleden kreeg ze de microbe te pakken om juwelen te ontwerpen. Ze startte een kleine onderneming in bijberoep en kon op jaarbasis maximaal acht juwelen ontwerpen en produceren. De belangrijkste gegevens over die productie staan in tabel 1. Op dit ogenblik werkt ze in een klein atelier en heeft ze twee machines waarmee ze de juwelen vervaardigt. Ze verkoopt haar juwelen aan 2 650,00 euro.

Tabel 1: Productiekosten en opbrengsten (in euro) voor juwelen

2 Teken de TK- en de TO-curve op grafiek 1.

Grafiek 1: De totale kosten en de totale omzet

30 000,00 0123456789 TK en TO (in euro)

10 000,00 15 000,00 20 000,00 25 000,00

5 000,00

0,00

proefversie©VANIN

Aantal stuks

3 Zofia wil haar winst maximaliseren. Daarvoor moet ze het optimale productieniveau kennen. Gebruik tabel 1.

a Teken op grafiek 2 alle curven die je nodig hebt om het optimale productieniveau te bepalen.

b Bepaal grafisch het optimale productieniveau.

c Kleur de rechthoek van de winst.

Grafiek 2: Gemiddelde totale kosten, gemiddelde opbrengst, marginale opbrengst, gemiddelde variabele kosten en marginale kosten

GTK,GO,MO,GVK en MK(ineuro)

2 000,00 3 000,00 4 000,00 5 000,00 6 000,00

1 000,00

0,00

7 000,00 0123456789

Aantal stuks

4 Leid af uit grafiek 2.

a Bij welke prijs moet Zofia stoppen met produceren? Motiveer je antwoord.

proefversie©VANIN

b Bij welke prijs bereikt Zofia haar break-evenpunt? Motiveer je antwoord.

5 Tot dusver was de productiefactor kapitaal constant. Door de toenemende vraag wordt die productiefactor verhoogd. Zofia koopt nieuwe toestellen aan waarmee ze haar assortiment kan uitbreiden. Het toestel kost 10 000,00 euro en wordt op vijf jaar afgeschreven. Welk effect heeft die uitbreiding op de TCK?

6 Vul tabel 2 aan na de kapitaaluitbreiding.

Tabel 2: Totale en gemiddelde kosten (in euro) voor juwelen

7 Welk effect heeft de uitbreiding op de TVK?

proefversie©VANIN

8 Teken de nieuwe TK-curve op grafiek 3.

a Noem die curve ‘TK2’.

b Beschrijf en verklaar het verloop van de nieuwe TK-curve.

Grafiek 3: Totale kosten

Aantal stuks

9 Teken de nieuwe GTK-curve op grafiek 4.

a Noem die curve ‘GTK2’.

b Beschrijf en verklaar het verloop van beide curven ten opzichte van elkaar.

Grafiek 4: Gemiddelde totale kosten

GTK (in euro) GTK

5 000,00

4 000,00

3 000,00

2 000,00

1 000,00

0,00

6 000,00 0123456789

Aantal stuks

Explore 2— Hoe verlopen de gemiddelde kosten op lange termijn?

1 Bestudeer aandachtig grafiek 5.

a Bij welke GTK-curve wordt er de hoogste hoeveelheid kapitaalgoederen ingezet?

b Verklaar je antwoord.

proefversie©VANIN

Grafiek 5: Gemiddelde totale kosten

0 0,00 GTK (in euro) 102030405060708090

Aantal stuks

GTK-curve op lange termijn

Telkens als de ondernemer meer investeert in kapitaalgoederen, ontstaat er een nieuwe GTK-curve. Een ondernemer gaat pas over tot bijkomende investeringen als daaruit gunstigere gemiddelde kosten ontstaan.

Dat betekent dat de ondernemer zich beweegt langs een GTK-curve tot hij een GTK-curve tegenkomt die lagere gemiddelde kosten met zich meebrengt.

2 Duid de lange termijn GTK-curve aan op grafiek 5. Noem die curve ‘GTKLT’ (GTK-curve op lange termijn).

Explore 3— Welke schaaleffecten treden er op als de onderneming haar productiemiddelen verhoogt?

Schaaleffecten

Wanneer een onderneming haar productiemiddelen verhoogt, produceert ze op grotere schaal (schaalvergroting). Er is sprake van positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn dalen bij een schaalvergroting. Er is sprake van negatieve schaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn bij een schaalvergroting stijgen. Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, zijn er constante schaalopbrengsten.

Bij de meeste bedrijven kent de gemiddelde totalekostencurve op lange termijn een dalend verloop bij lage productieniveaus, gevolgd door een horizontaal verloop, en ten slotte een stijging bij hoge productieniveaus.

Duid op grafiek 6 de drie verschillende schaaleffecten aan.

Grafiek 6: Gemiddelde totale kosten op lange termijn

op lange termijn

TO THE POINT

Productiefactoren op korte termijn

Om tot productie te komen moet een ondernemer productiefactoren inzetten. Wanneer een productie-uitbreiding enkel tijdelijk is (op korte termijn) gaat de ondernemer na hoe de productie toeneemt bij een stijging van een enkele productiefactor, namelijk arbeid. De andere productiefactoren zoals de hoeveelheid kapitaalgoederen (gebouwen, machines …) blijven constant.

Productiefactoren op lange termijn

Op lange termijn kunnen ook de andere productiefactoren wijzigen. Wanneer de productieuitbreiding niet enkel tijdelijk is, zal de ondernemer de productie verhogen door meer arbeiders in te zetten en daarnaast ook door nieuwe machines te kopen om zo de fabriek uit te breiden. Als een onderneming op grote schaal gaat produceren, heeft dat gevolgen voor de kostenstructuur. De totale constante kosten nemen toe omdat de kosten van de constante productiefactor toegenomen zijn en de totale variabele kosten dalen omdat elke extra werknemer nu meer kan produceren.

20 000,00

15 000,00

10 000,00

5 000,00

0,00

Bij lage productieniveaus zijn de totale kosten hoger na schaalvergroting. Bepaalde kapitaalgoederen blijven bij die productieomvang immers onbenut. Bij hogere productieniveaus zijn de totale kosten lager na de schaalvergroting. De productiefactoren kunnen dan ook efficiënter ingezet worden.

Gemiddelde kosten in een lange periode Telkens als de onderneming haar productiefactor kapitaal verhoogt, ontstaat er een nieuwe GTK-curve. Ook op de GTK-curve op de lange termijn zullen de gemiddelde kosten bij lagere productieniveaus hoger liggen dan in de situatie voor de investering. De hoge constante kosten wegen zwaar door gezien de lage productieomvang. Bij hogere productieniveaus zullen de gemiddelde kosten daarentegen lager liggen ten opzichte van voor de investering.

De variabele kosten zijn immers gedaald omdat de werknemers nu efficiënter kunnen werken dankzij betere machines, grotere werkruimte ... Daarnaast worden de constante kosten gedragen door een hoger aantal productieeenheden.

proefversie©VANIN

Schaaleffecten

GTK4

Aantal stuks

op lange termijn

Wanneer een onderneming haar productiemiddelen verhoogt, produceert ze op grotere schaal. Er zijn positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten bij een schaalvergroting op lange termijn dalen. Er is sprake van negatieveschaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten bij een schaalvergroting op lange termijn stijgen. Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, is er sprake van constante schaaleffecten.

positieve schaaleffecten constante schaaleffecten negatieve schaaleffecten

Aantal stuks

Bij de meeste bedrijven zal de gemiddelde totale kostencurve op lange termijn een dalend verloop kennen bij lage productieniveaus, vervolgens horizontaal verlopen om ten slotte weer te stijgen bij hoge productieniveaus.

Action 1— Welke invloed heeft de productiefactor kapitaalgoederen op de kostenstructuur?

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om een kostentabel in te vullen.

© Shutterstock / Heide Pinkall

Action 2— Hoe leid je de GTK-curve op lange termijn af?

1 Bekijk in tabel 3 de gegevens die een pottenbakkerij ter beschikking stelt.

Tabel 3: Gemiddelde totale kosten (in euro) van ovens

520,00192,00144,00 6 1 000,00360,00192,00

2 Leid op grafiek 7 de GTK op lange termijn grafisch af.

Grafiek 7: Gemiddelde totale kosten van ovens

3 Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de GTK-curve oplange termijn af te leiden.

Action 3— Hoe leid je uit verschillende GTK-curven de GTK-curve op lange termijn af?

Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de GTK-curve op lange termijn af te leiden.

Action 4— Hoeveel biedt een producent in parketvloeren aan?

1 Bekijk in tabel 4 de gegevens die een producent van parketvloeren ter beschikking stelt.

Tabel 4: Gemiddelde totale kosten (in euro) parketvloeren

2 Stel de gemiddelde kosten op lange termijn grafisch voor op grafiek 8.

a Hoeveel vierkante meter parket zal de ondernemer aanbieden als de marktprijs 28,00 euro/m² bedraagt? Duid dat aan op de grafiek.

b Onder welke prijs begint de ondernemer verlies te lijden?

Grafiek 8: De marginale kosten en gemiddelde totale kosten op lange termijn

en GTK op lange termijn (in euro)

Action 5— Wanneer treden welke schaaleffecten op?

1 Bekijk in tabel 5 de gegevens die een wijnproducent ter beschikking stelt in verband met de gemiddelde kosten op lange termijn.

a Bij welke productievolumes is er sprake van positieve schaaleffecten? Motiveer je antwoord.

proefversie©VANIN

b Bij welke productievolumes wordt de ondernemer geconfronteerd met negatieve schaaleffecten? Motiveer je antwoord.

Tabel 5: Gemiddelde totale kosten (in euro) voor wijn

2 Ga naar iDiddit. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de verschillende schaaleffecten te benoemen.

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan toelichten welke invloed de uitbreiding van de productiefactor kapitaalgoederen op de kostenstructuur heeft.

2 Ik kan het verloop van de gemiddelde kosten op lange termijn omschrijven.

3 Ik kan de GTK-curve op lange termijn grafisch weergeven.

4 Ik kan toelichten welke schaaleffecten kunnen optreden als de onderneming haar productiemiddelen verhoogt.

5 Ik kan de verschillende soorten schaaleffecten op een grafiek aanduiden.

LEVEL 3

Hoe leid je de aanbodcurve af?

INTRO

1 Teken de volgende vraag- en aanbodcurve.

a Hoe verloopt de vraagcurve?

b Waarom?

proefversie©VANIN

c Hoe verloopt de aanbodcurve?

d Waarom?

Grafiek 1: Vraag en aanbod

Tabel 1: Vraag en aanbod

PRIJS (IN EURO) qv qa 2,0093 4,0085 6,0077 8,0069 10,00511

Hoeveelheid

2 Vorig jaar heb je geleerd dat de vraagcurve afgeleid wordt uit de indifferentiecurven en de budgetlijn. In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Hoe leid je de aanbodcurve af?

Explore 1— Hoe leid je de aanbodcurve af?

1 Wat geeft de individuele aanbodcurve weer?

proefversie©VANIN

2 Is de individuele aanbieder of producent een prijsnemer of een prijszetter op een markt met volkomen concurrentie of mededinging? Waarom?

3 Welk effect heeft een prijsverandering op de optimale productiegrootte?

4 Op grafiek 2 bedraagt de oorspronkelijke prijs van een slaapzak van Ayacucho 15,00 euro. De horizontale curve is getekend.

a Maakt de onderneming winst of verlies, of draait ze break-even? Motiveer je antwoord.

b Teken de MO / GO-curve (P2) wanneer de prijs 11,42 euro bedraagt. Dat is gelijk aan het laagste punt van de GTK-curve.

c Teken de MO / GO-curve (P3) wanneer de prijs 9,00 euro bedraagt.

d Teken de MO / GO-curve (P4) wanneer de prijs 3,00 euro bedraagt.

e Welke situatie doet er zich voor bij de prijs van 11,42 euro?

f Hoe verklaar je de afstand tussen de GTK-curve en de GVK-curve?

5 Vul aan en markeer het juiste antwoord.

a Bij een prijs van 9,00 euro maakt de onderneming verlies / winst. De onderneming kan wel nog de kosten dekken en een deel van de kosten.

b Bij een prijs van 3,00 euro maakt de onderneming verlies. Ze kan de kosten niet dekken en ook een deel van de kosten niet.

Grafiek 2: Marginale opbrengst / gemiddelde opbrengst, marginale kosten en gemiddelde totale kosten bij verschillende prijzen slaapzakken

proefversie©VANIN

0200400600800100012001400160018002000

Hoeveelheid(slaapzakken)

Individuele aanbodcurve

De snijpunten van de verschillende prijzen – de MO-curven – met de MK-curve, vormen telkens een andere optimale productiegrootte. Zolang het zinvol is om te blijven produceren, streeft de ondernemer steeds de optimale productiegrootte na. De prijzen die op de markt gelden, bepalen dus de hoeveelheid die de aanbieder produceert.

De individuele aanbodcurve bestaat uit het opwaartse deel van de MK-curve vertrekkende vanaf het snijpunt van de MK-curve met de GVK-curve. Of met andere woorden, vanaf het punt waar de marktprijs groter is dan de GVK .

Een onderneming maakt winst zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde totale kosten (GTK = GVK + GCK). Ze draait break-even als de prijs gelijk is aan de gemiddelde kosten. Er is verlies als de verkoop- of marktprijs lager is dan de gemiddelde kosten. Op korte termijn zullen ondernemingen nog blijven produceren, ook al is er verlies. Op dat moment kunnen ze immers nog een gedeelte van de vaste kosten dekken. Op het ogenblik dat de prijs beneden de gemiddelde variabele kosten zakt, kan de onderneming beter stoppen met produceren.

6 Markeer op grafiek 2 de aanbodcurve.

Explore 2— Wanneer verschuift de individuele aanbodcurve?

1 Grafiek 3 toont onder andere de MO- en MK-curve van Ayacucho. Veronderstel dat de variabele kosten, zoals de loonkosten, stijgen. Schets een nieuwe MK-curve. Noem die curve MK2

a Welk effect heeft die stijging op de optimale goederencombinatie?

b Welk effect heeft die stijging op de aanbodcurve?

2 Veronderstel dat door nieuwe technologieën, de variabele kosten dalen. De werknemers kunnen immers meer produceren per uur door een stijging van de productiviteit. Schets een mogelijke nieuwe MK-curve. Noem die curve MK3

a Welk effect heeft die daling op de optimale goederencombinatie?

b Welk effect heeft die daling op de aanbodcurve?

3 Duid de drie verschillende aanbodcurven aan op de grafiek.

Grafiek 3: Gemiddelde variabele kosten, marginale opbrengst en marginale kosten van slaapzakken

(slaapzakken)

Explore 3— Hoe ontstaat de collectieve aanbodcurve?

Totale aanbod

In een markt met volkomen mededinging zijn de aanbieders prijsnemers. In de markt wordt het totale aanbod bepaald door de som van alle individuele aanbieders.

proefversie©VANIN

Op grafiek 4 zie je een markt met drie aanbieders. Je vindt er de aanbodcurven van de drie producenten die overeenkomen met hun MK-curve vertrekkende vanaf de GVK-curve uit Explore 1.

a Bepaal de aanbodcurve van de totale markt.

b Teken de aanbodcurve.

Grafiek 4: MK-curven van drie producenten op de markt

Hoeveelheid (slaapzakken)

TO THE POINT

De aanbodcurve

De aanbodcurve geeft het verband weer tussen de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs. Het snijpunt van de marktprijs met de marginale kosten bepaalt de optimale productiegrootte voor de aanbieder. Wanneer de prijs verandert, verandert dus ook telkens de optimale productiegrootte. De aanbodcurve verloopt stijgend. Hoe hoger de prijs, hoe meer stuks de onderneming zal aanbieden.

Wanneer maakt de onderneming winst?

Wanneer de marktprijs boven de GTK ligt, maakt de onderneming winst en zal ze dus blijven produceren. Is de prijs gelijk aan de GTK, dan draait de onderneming break-even. Is de prijs kleiner dan GTK maar groter dan de GVK, dan boekt de onderneming verlies, maar kan ze nog de variabele kosten en een deel van de constante kosten dekken. Is de prijs kleiner dan de GVK, dan zal de onderneming ook die variabele kosten niet meer volledig kunnen dekken.

Verschuiving aanbodcurve

Wanneer de kosten van de onderneming stijgen, verschuift de MK-curve naar boven. De optimale goederencombinatie ligt lager omdat de kosten hoger zijn. De aanbodcurve verschuift naar links. Wanneer het, door bijvoorbeeld een technologische vernieuwing, goedkoper wordt om te produceren, zal de onderneming meer winst kunnen maken en dus zal de MK-curve lager liggen. De aanbodcurve verschuift naar rechts.

Collectieve aanbodcurve

De collectieve aanbodcurve is de som van alle individuele aanbodcurven of de som van alle individuele MK-curven van de verschillende ondernemingen.

Action 1— Kun je de aanbodcurve en de verschuiving van die curve afleiden?

1 Lees het artikel. Wat is het gevolg voor bouwondernemingen?

proefversie©VANIN

BOUWMATERIALEN TOT KWART DUURDER DAN DRIE MAANDEN GELEDEN: ‘VOORAL PRIJS VAN ISOLATIEMATERIAAL EN HOUT FORS GESTEGEN’

De prijs van bijna alle bouwmaterialen is de laatste drie maanden met 15 tot 25 procent gestegen. Dat blijkt uit een bevraging van de Confederatie Bouw. ‘Vooral isolatiemateriaal, hout en staal zijn fors duurder geworden’, aldus Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.

Uit: vrt.be, 2022-02-07

2 Bekijk aandachtig tabel 2 en vul ze aan.

3 Open een nieuwe werkmap.

a Neem tabel 2 over in het werkblad.

b Teken vervolgens alle grafieken in het werkblad.

c Bereken de MK in het werkblad.

d Teken de MK-curve in het werkblad.

e Bereken nu een tweede MK-curve wanneer de TVK veranderen wegens een stijging van de grondstofprijzen met 20 %.

f De marktprijs van het product bedraagt 35,00 euro. Teken die marktprijs.

g Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Druk de grafiek af en duid de eerste aanbodcurve en de tweede aanbodcurve aan.

q* =productie (in eenheden)

Tabel 2: Totale en gemiddelde kosten (in euro) voor bouwmateriaal

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan een aanbodcurve afleiden uit de kostencurven van een onderneming.

2 Ik kan de verschuiving van een aanbodcurve verklaren.

3 Ik kan de aanbodcurve van de totale markt bepalen.

LEVEL 4

Hoe analyseer je grafisch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken?

INTRO

1 Lees het artikel.

a Welke redenen worden aangehaald voor de prijsstijging?

proefversie©VANIN

b Ligt het probleem dan aan de vraag- of aanbodzijde?

BOTERPRIJS GAAT DOOR HET DAK: ‘VROEG OF LAAT ZAL OOK JE CROISSANT DUURDER WORDEN’

810,00 euro voor 100 kilogram, zoveel kost boter vandaag op de Belgische groothandelsmarkt. Een jaar geleden was het ‘maar’ 550,00 euro. Moeten we binnenkort een boterkoek, croissant of taartje minder eten?

De boterprijzen pieken als nooit tevoren. In tien jaar tijd is de prijs ruimschoots verdubbeld, maar vooral dit jaar gaat het hard. ‘Voor de vorige piek moeten we terug naar 2022, het jaar van de energiecrisis en de inflatie-opstoot na de Russische inval in Oekraïne’, zegt Lien Callewaert, directeur van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ). Toen bereikte de boterprijs even een piek van rond de 750,00 euro per 100 kilo.

Er spelen diverse factoren mee die nu samen een ‘perfecte cocktail’ vormen, valt te horen in de sector. ‘De belangrijkste factor is de lagere aanvoer van melk’, zegt Lien Callewaert. ‘Het begon in Ierland, een van de grootste melkleveranciers, dat door slecht weer en strengere milieuregels een flinke productiedaling kende.’

proefversie©VANIN

‘Daar kwam deze zomer dan het blauwtongvirus bij, waardoor in zowat heel NoordwestEuropa koeien ziek werden. Ook bij ons. Dat kan tot 5 à 10 procent minder melkafgifte leiden, die ook nog eens een lager vetgehalte heeft, wat de boterproductie evenmin ten goede komt.’

Tegelijk zit de vraag naar boter wereldwijd in de lift. ‘De West-Europese markt mag dan al matuur zijn, in andere werelddelen stijgt de vraag naar boter zienderogen. Vooral in Azië, en met name in Japan, wordt boter beschouwd als een heus luxeproduct’, aldus de BCZdirecteur. Voeg daar nog wat speculatie aan toe en het plaatje is compleet.

Bron: standaard.be, 2024-10-02

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Hoe kun je grafisch afleiden wat er met het marktevenwicht gebeurt als er een vraag- of aanbodschok is?

Explore 1— Hoe stel je het marktevenwicht wiskundig voor?

1 Vorig jaar heb je de vraag en het aanbod grafisch voorgesteld. Noteer de volgende symbolen op de juiste plaats op grafiek 1: A, V, e, pe, qe

Grafiek 1: Marktevenwicht

Prijs (in euro)

proefversie©VANIN

Hoeveelheid

De collectieve vraagcurve wiskundig

Om het makkelijk te houden ga je ervan uit dat de collectieve vraagcurve een rechte is. In wiskunde is de vergelijking van een rechte: y = a * x + b

Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de y-as de prijs (p) staan en op de x-as de hoeveelheid (q).

Het vak economie gebruikt de symbolen: gevraagde hoeveelheid: qv prijs: p

De vergelijking van de vraagcurve is dan p = -a * qv + b, want het is een dalende rechte en dus is de rico (a) negatief.

2 Stel dat de vraagvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door:

p = -0,05 * qv + 1,80 waarbij qv in duizenden flesjes

a Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de vraagcurve, kunt tekenen.

(0; ) en ( ; 1)

b Hoe heb je die koppels bepaald?

p = -0,05 * qv + 1,80

p = -0,05 * qv + 1,80

De collectieve aanbodcurve wiskundig

Ook bij de collectieve aanbodcurve ga je ervan uit dat de curve een rechte is.

Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de y-as de prijs (p) staan en op de x-as de hoeveelheid (q).

Het vak economie gebruikt de symbolen: aangeboden hoeveelheid: qa prijs: p

Dus de vergelijking van de aanbodcurve is dan p = a * qa + b, want het is een stijgende rechte en dus is de rico (a) positief.

3 Stel dat de aanbodvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door:

p = 0,05 * qa + 0,20 waarbij qa in duizenden flesjes

a Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de aanbodcurve, kunt tekenen.

(0; ) en ( ; 1)

b Hoe heb je die koppels bepaald?

p = 0,05 * qa+ 0,20

proefversie©VANIN

p = 0,05 * qa + 0,20

4 Maak de grafiek die overeenkomt met die vraag- en aanbodvergelijking. Bepaal zelf of je de grafiek maakt met pen of met een rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

Grafiek 2: Vraag- en aanbodvergelijking flesjes drinkwater

Prijs (in euro)

0,20

0,00 051015202530

Hoeveelheid (q * 1 000)

5 Beantwoord de vragen aan de hand van de uitkomst van grafiek 2 of van je grafiek in het werkblad.

a Hoeveel bedraagt de evenwichtsprijs?

b Hoeveel bedraagt de evenwichtshoeveelheid?

c Welke situatie doet zich voor bij een prijs van 1,40 euro?

Good to know

Om het marktevenwicht te kennen zoek je het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve. Daarvoor stel je beide vergelijkingen aan elkaar gelijk. Daaruit kun je dan de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid zoeken.

6 Zoek het marktevenwicht wiskundig op de markt voor flesjeswater.

a De evenwichtsprijs

vraag

p = -0,05 * qv + 1,80

=aanbod

=p = 0,05 * qa + 0,20

b Werk in twee groepen. Groep 1 vult de evenwichtsprijs in de vraagvergelijking in; groep 2 in de aanbodvergelijking. Elke groep berekent op zijn manier de evenwichtshoeveelheid.

vraagvergelijking aanbodvergelijking

p = -0,05 * qv + 1,80

p = 0,05 * qa + 0,20

c Controleer of je dat evenwicht ook terugvindt op grafiek 2 of op de grafiek in je werkblad.

Explore 2— Wat is

het gevolg van een vraagschok op het

marktevenwicht?

proefversie©VANIN

Good to know

In dit Level behandel je vraagschokken en aanbodschokken op een markt met volkomen concurrentie. Dat betekent dat de goederen homogeen zijn, dat er veel aanbieders zijn, dat er vrije toetreding tot de markt is en dat het een transparante of open markt is. In werkelijkheid zijn er niet veel producten die daaraan voldoen. Daarom neem je een markt die die volkomen concurrentie benadert, namelijk de markt van flesjes water. Op die markt ga je het effect na van schokken: plotse veranderingen in de vraag of het aanbod als gevolg van een verandering van het inkomen, prijswijzigingen van grondstoffen enz.

1 Voor de volgende opdracht heb je de keuze. Kies, afhankelijk van je interesse, wat je onderzoekt: de gevolgen op het marktevenwicht van een inkomenswijziging (optie 1) of van een voorkeurswijziging (optie 2). Vink de gekozen optie aan.

2 Je vertrekt van de markt zoals die in Explore 1 is weergegeven, met dezelfde vraag- en aanbodvergelijking en de overeenkomstige grafiek.

Vraagvergelijking: p = -0,05 * qv + 1,80

Aanbodvergelijking: p = 0,05 * qa + 0,20

Optie 1 Inkomenswijzing

a Door een aanpassing van de lonen neemt het inkomen met 4 % toe. Heeft dat een gevolg op de vraag- of aanbodcurve? Waarom?

Optie 2 Voorkeurswijziging

a Door reclamecampagnes verkiest de jongere bevolking theewater boven water. Heeft dat een gevolg op de vraag- of aanbodcurve van water? Waarom?

b Markeer het juiste antwoord.

Door een stijging van het inkomen stijgt de vraag naar / het aanbod aan water. Daardoor verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar links / rechts.

b Markeer het juiste antwoord.

Door een afname van de voorkeur daalt de vraag naar / het aanbod aan water. Daardoor verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar links / rechts

c Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.

Tabel 1.1

pqv1 qa qv2

d Teken de nieuwe situatie op grafiek 3.1. Benoem de curven correct.

Grafiek 3.1: Toename lonen

Prijs (in euro)

c Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.

Tabel 1.2 pqv1 qa qv2

proefversie©VANIN

0,00

024681012141620222426 18 302832 34

Hoeveelheid (q * 1 000)

e Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

f Markeer de juiste verandering.

Wanneer de vraag stijgt, verschuift de vraagcurve naar rechts. Daardoor zal de evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen.

g Aangezien de vraag stijgt, verandert ook de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe vraagvergelijking aan.

ƒ De oude aanbodvergelijking:

p = 0,05 * qa + 0,20

ƒ De oude vraagvergelijking :

p = -0,05 * qv + 1,80

ƒ De nieuwe vraagvergelijking:

p = -0,05 * qv + 2,00

p = -0,05 * qv + 1,60

Prijs (in euro)

d Teken de nieuwe situatie op grafiek 3.2. Benoem de curven correct.

Grafiek 3.2: Afname voorkeur

0,00

024681012141620222426 18 30 28 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80

Hoeveelheid (q * 1 000)

e Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

f Markeer de juiste verandering.

Wanneer de vraag daalt, verschuift de vraagcurve naar links. Daardoor zal de evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen.

g Aangezien de vraag stijgt, verandert ook de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe vraagvergelijking aan.

ƒ De oude aanbodvergelijking:

p = 0,05 * qa + 0,20

ƒ De oude vraagvergelijking :

p = -0,05 * qv + 1,80

ƒ De nieuwe vraagvergelijking:

p = -0,05 * qv + 2,00

p = -0,05 * qv + 1,60

h Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

ƒ evenwichtsprijs

vraag =aanbod

h Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

ƒ evenwichtsprijs

vraag =aanbod

proefversie©VANIN

ƒ evenwichtshoeveelheid

ƒ evenwichtshoeveelheid

ƒ Controleer op grafiek 3.1 of dat klopt.

ƒ Controleer op grafiek 3.2 of dat klopt.

3 Je vormt een duo met een leerling die de andere optie heeft gekozen. Bespreek wat je hebt uitgewerkt.

Explore 3— Wat is het gevolg van een aanbodschok op het marktevenwicht?

1 Op grafiek 4 zie je de evolutie van de prijs van koper. Wat is de evolutie ervan op één jaar tijd?

Grafiek 4: Evolutie prijs koper (in dollar)

2 Lees de artikels. Beantwoord telkens de vragen.

a Wat is het vermoedelijke gevolg voor de marktprijs van olie? Leg uit waarom.

INTERNATIONAAL ENERGIEAGENTSCHAP VOORSPELT

Het Internationaal Energieagentschap verwacht de komende jaren een overaanbod aan olie en vloeibaar gas. Dat zou goed nieuws kunnen zijn voor onze portefeuille, maar tegelijk zou het de omslag naar groene energie kunnen vertragen. Daartoe heeft de duurzame transitie paradoxaal genoeg deels zelf geleid.

OVERAANBOD AAN OLIE EN GAS (EN DAT KOMT DEELS DOOR ENERGIETRANSITIE)

Het is een van de basisprincipes van de economie: wanneer het aanbod stijgt en de vraag op hetzelfde moment daalt, dan wordt een product goedkoper. Volgens het Internationaal Energieagentschap zou dat de komende jaren kunnen gebeuren met olie en vloeibaar gas.

Door de transitie naar hernieuwbare energie is de vraag naar fossiele brandstoffen al een tijdje aan het dalen. Zeker nu ook een grote speler zoals China versneld aan het elektrificeren is. Tegelijk wordt nog volop geïnvesteerd in nieuwe LNG-infrastructuur, onder andere door de Verenigde Staten. Dat zou ertoe kunnen leiden dat het aanbod de vraag op een bepaald moment zal overstijgen.

Bron: vrt.be, 2024-10-16

b Wat is het vermoedelijke gevolg voor …

ƒ de marktprijs van cacao?

ƒ de consument?

DE GRONDSTOFFENMARKT HEEFT EEN STERK HALFJAAR ACHTER DE RUG, MET EEN SPECULATIEVE PRIJSEXPLOSIE VAN CACAO EN EEN SUPERCYCLUS IN KOPER ALS GROTE BLIKVANGERS.

Cacao maakte in het eerste hal aar de grootste beweging in de hele grondstoffenmarkt. Mislukte oogsten in West-Afrika en speculatie deden de prijs van de grondstof voor chocolade verdrievoudigen naar een record van 11 000 dollar per ton in april. Met Pasen vielen de eieren duurder of kleiner uit. Sindsdien koelde de prijs in sneltempo af naar 7 700 dollar, nog bijna dubbel zo hoog als de stand van begin dit jaar.

Bron: tijd.be, 2024-06-28

c Wat is het vermoedelijke gevolg voor …

ƒ de marktprijs van lithium?

proefversie©VANIN

ƒ de consument?

ONDERZOEKERS VAN DE UNITED STATES GEOLOGICAL SURVEY MELDEN DAT IN ARKANSAS EEN ONDERGRONDSE OVERVLOED IS AAN LITHIUM, EEN CRUCIALE

BATTERIJGRONDSTOF

Wordt de zuidelijke Amerikaanse staat Arkansas, dat ooit een populaire plek was voor oliebedrijven, een nieuw centrum voor het delven en produceren van lithium? Onderzoekers van de United States Geological Survey hebben met behulp van de allernieuwste technieken vastgesteld dat in de zogeheten Smackover Formation mogelijk 5 tot 19 miljoen ton lithium aanwezig is.

Het lithium, een cruciale grondstof voor de productie van batterijen, zit gevangen in een ondergrondse pekel. Het is nog niet duidelijk of al die lithiumhoudende pekel rendabel kan worden opgepompt en gezuiverd. Behalve Exxon Mobil zijn er nog geen bedrijven die concrete plannen hebben om in die regio met lithium aan de slag te gaan.

Bron: tijd.be, 2024-10-22

3 Hoe evolueert de markt van de flesjes water uit Explore 2? Markeer.

De daling / stijging van de olieprijs heeft geleid tot een afname / toename van de prijs van de grondstoffen en de lonen. Daardoor daalt / stijgt de kostprijs van de flesjes water waardoor de MO-curve / MK-curve naar links / rechts verschuift. Vermits de aanbodcurve met de MK-curve gelijkloopt, verschuift de aanbodcurve ook naar links / rechts. Met andere woorden er wordt minder / meer aangeboden op de markt voor flesjes drinkwater.

4 Stel dat grafisch voor. Je vertrekt van de markt van flesjes drinkwater zoals ze in Explore 1 is weergeven. Door de stijging van het aanbod krijg je de volgende gegevens met qa1 het oorspronkelijke aanbod en qa2 het nieuwe aanbod.

a Teken de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe aanbodcurve in een grafiek.

b Benoem alle rechten.

c Duid het marktevenwicht aan.

d Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

Tabel 2: Prijs en aangeboden hoeveelheid

proefversie©VANIN

Prijs (in euro)

Grafiek 5: Nieuw aanbod flesjes drinkwater 0246810121416182022242628303234

Hoeveelheid (q * 1 000)

5 Markeer de juiste evolutie.

Wanneer het aanbod stijgt, verschuift de aanbodcurve naar rechts. Daardoor zal de evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen

6 Aangezien het aanbod stijgt, verandert ook de aanbodvergelijking. Kruis de nieuwe aanbodvergelijking aan.

ƒ De oude vraagvergelijking: p = -0,05 * qv + 1,80

ƒ De oude aanbodvergelijking : p = 0,05 * qa + 0,20

ƒ De nieuwe aanbodvergelijking:

p = 0,05 * qa + 0,40

p = 0,05 * qa

7 Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

a evenwichtsprijs

vraag = aanbod

proefversie©VANIN

b evenwichtshoeveelheid

c Controleer op grafiek 5 of dat klopt.

TO THE POINT

Vraag- en aanbodvergelijking

proefversie©VANIN

Op de markt komt door het spel van vraag en aanbod een marktevenwicht tot stand. Daar komt een evenwichtsprijs (pe) en -hoeveelheid (qe) tot stand waar de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid.

De vraag- en aanbodcurve kun je voorstellen aan de hand van hun vergelijking: vraagvergelijking: p = -a * qv + b aanbodvergelijking: p = a * qa + b

Zowel de vraag- als aanbodvergelijking zijn eerstegraadvergelijkingen zodat je slechts twee coördinaten nodig hebt om ze te tekenen op een grafiek.

Marktevenwicht

Het marktevenwicht is het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve. Wiskundig of rekenkundig kun je dat bepalen door de vraagvergelijking gelijk te stellen aan de aanbodvergelijking.

Afleiding evenwichtshoeveelheid: vraag = aanbod

-a * q + b = a * q + b

Daaruit bepaal je de evenwichtshoeveelheid q.

Afleiding evenwichtsprijs:

Aangezien bij het marktevenwicht vraag gelijk is aan aanbod, kun je de gevonden evenwichtshoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking.

p = -a * q + b of p = a * q + b

Vraag- en aanbodschokken

Een vraagschok is een plotse gebeurtenis waardoor de vraag verandert. Dat kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld een verandering van het inkomen of een belastingverhoging. Dan verandert ook de oorspronkelijke vraagvergelijking. Een aanbodschok is een plotse gebeurtenis waardoor het aanbod verandert, bijvoorbeeld door een wijziging van de kostprijs van grondstoffen of door een aanpassing van de lonen. Dan komt er een nieuw marktevenwicht tot stand. Dat komt ook tot uiting in een nieuwe vraag- of aanbodvergelijking.

Action 1— Vraag- en aanbodschokken met een rekenblad

1 De vraag naar spelconsoles nam enorm toe tijdens de coronacrisis van 2020-2022. Tijdens de lockdown moesten mensen thuisblijven en dan was gamen een mooi tijdverdrijf. Ondanks de grote vraag naar de spelconsoles, voerde Sony door een chiptekort de productie van de PlayStation 5 niet meteen op. Wat was het gevolg daarvan op:

a het aanbod aan PlayStation 5?

b de vraag naar PlayStation 5?

2 In tabel 3 staat hoeveel spelconsoles Sony voor de lockdown aanbood (qa) bij verschillende prijzen en hoeveel de gamer wil kopen (qv1). In de laatste kolom staat de gevraagde hoeveelheid tijdens de lockdown.

a Teken met een rekenblad de grafiek met de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe vraagcurve. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

b Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

c Waarom heeft de aanbodcurve dat merkwaardige verloop?

proefversie©VANIN

d Hoeveel bedraagt de:

ƒ oude evenwichtsprijs?

ƒ nieuwe evenwichtsprijs?

Tabel 3: Prijs en hoeveelheden spelconsoles

Good to know

De prijs per console begint in de tabel op 400,00 euro en eindigt bij 650,00 euro. Dat betekent dat er een grote lege ruimte is in de grafiek bij een prijs onder de 400,00 euro. Dan kun je de prijs in de grafiek laten beginnen bij bijvoorbeeld 300,00 euro in plaats van 0,00 euro. Op die manier is de grafiek duidelijker. Zorg er wel voor dat je de grafiek juist interpreteert.

proefversie©VANIN

EVALUATIEFICHE

VRAAG- EN AANBODCURVE MET EEN REKENBLAD

Max. Score Opmerkingen

Juiste keuze grafiektype

Juiste selectie van gegevens

Benaming van de assen

Grafiektitel

Benaming van de reeksen

TOTAAL

3 Lees het artikel. Is het realistisch dat de prijs zou toenemen?

Gamen tijdens lockdown

Uit de resultaten van Sony blijkt dat het bedrijf niet meteen winst gaat maken op de console, die vrij scherp geprijsd is voor zijn bouwkosten. De console wordt pas winstgevend naarmate de chips goedkoper worden. Het bedrijf verdient vooral aan software voor de consoles. En daar gaat het wel goed mee. Sony’s Game and Network Services department zag zijn winsten in het laatste kwartaal van 2020 met bijna 50 procent stijgen. Veel daarvan heeft te maken met het PlayStation Plus-abonnement, dat 47,4 miljoen dollar binnenrijfde voor Sony in het voorbije kwartaal. 87 procent van de PS5-eigenaars heeft ondertussen een abonnement op de streamingdienst.

Naar: datanews.knack.be, 2021-02-04

© Shutterstock / Rokas Tenys

Action 2— Stellingen beoordelen

Zijn de stellingen juist of fout? Kruis aan en leg uit.

proefversie©VANIN

De aanbodvergelijking heeft de vorm qa = -a * p + b

Om de evenwichtsprijs te vinden mag je de evenwichtshoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking.

JUISTFOUT

Een technologische innovatie, zoals een 4D-printer, kan een aanbodschok veroorzaken omdat door de innovatie de kostprijs van de productie daalt.

Wanneer de nieuwe vraagcurve evenwijdig met de oorspronkelijke vraagcurve loopt, is de waarde van a hetzelfde gebleven in de vraagvergelijking p = -a * qv + b

Bij een vraagschok kan de prijs alleen toenemen, niet afnemen.

Wanneer je in de aanbod- of vraagvergelijking de evenwichtsprijs invult, krijg je de evenwichtshoeveelheid.

proefversie©VANIN

Action 3— Vraag- en aanbodschokdoor technologieën

Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies afhankelijk van je interesse. Ben je geïnteresseerd in de invloed van nieuwe technologieën op het transport van medicijnen, kies dan optie 1. Wil je weten in welke mate nieuwe technologieën de verkoop van keukens kan beïnvloeden, kies dan optie 2. Vink de gekozen optie aan.

Optie 1 Transport van medicijnen

Vroeger transporteerden bedrijven medicijnen en bloed met speciaal transport over de weg. Dat was duur en niet efficiënt voor dringend transport. Daarom zetten meer en meer bedrijven in op medische drones. De vraag van ziekhuizen naar dat type transport is de voorbije jaren enorm toegenomen.

1 Wat is het gevolg op:

a de vraag naar transport van medicijnen via drones?

b het aanbod aan transport van medicijnen via drones?

2 Analyseer grafiek 6 tot en met 9.

a Benoem de curven (V1, V2, A1, A2) en duid aan de hand van een pijl de verschuiving van de vraag en / of het aanbod aan.

b Welke van die grafieken is onmogelijk? Doorstreep die en verklaar waarom die mogelijkheid niet kan.

c Duid aan de hand van een pijl bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan.

d Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2.

e Verklaar bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en / of -hoeveelheid.

Grafiek 6: Situatie 1

APrijs (in euro)

proefversie©VANIN

Grafiek 7: Situatie 2

BPrijs (in euro)

Hoeveelheid

Verklaring:

Hoeveelheid

Verklaring:

Grafiek 8: Situatie 3

Prijs (in euro)

Grafiek 9: Situatie 4

Hoeveelheid

Verklaring:

proefversie©VANIN

Prijs (in euro)

Hoeveelheid

Verklaring:

Optie 2 Dovy keukens

Bekijk op iDiddit de reclame van Dovy keukens. Donald Muylle heeft veel geïnvesteerd in de virtualreality- of VR-beleving van zijn keukens. De kostprijs van zijn keukens is daardoor slechts met 5 % toegenomen, maar dankzij die investering is de vraag naar Dovykeukens toegenomen met 20 %.

1 Wat is het gevolg voor:

a de vraag naar Dovy-keukens?

b het aanbod aan Dovy-keukens?

proefversie©VANIN

2 Schets de oorspronkelijke en nieuwe vraag- en aanbodcurve op grafiek 10.

a Duid de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan.

b Verklaar de verschuiving van de evenwichtsprijs en / of -hoeveelheid.

c Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2.

Grafiek 10: Vraag- en aanbodcurven

Prijs (in euro)

Hoeveelheid

3 Markeer de juiste tendens.

Door de investering in VR-technologie nemen de kosten af / toe en daalt / stijgt het aanbod. De vraag neemt enorm af / toe omdat de klanten hun keuken al virtueel kunnen zien. De vraag zal relatief minder / meer toenemen dan dat het aanbod daalt. Daardoor neemt de evenwichtsprijs af / toe en neemt de evenwichtshoeveelheid af / toe

Action 4— Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

1 Gegeven zijn twee vergelijkingen. Is het een vraagvergelijking of een aanbodvergelijking. Markeer.

a p = 1 15 * q + 60 vraagvergelijking / aanbodvergelijking

b p =1 15 * q + 400 vraagvergelijking / aanbodvergelijking

2 Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid.

proefversie©VANIN

3 Wat kun je besluiten bij een prijs van 300,00 euro?

a Markeer het juiste antwoord en vul aan.

Er is een vraagoverschot / aanbodoverschot van eenheden.

b Geef je verklaring.

4 Stel de situatie grafisch voor met een rekenblad.

a Vul tabel 4 aan.

b Duid het evenwicht aan in de tabel.

c Teken de grafieken met een rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

d Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Tabel 4: Prijs en hoeveelheden

GEVRAAGDE

proefversie©VANIN

5 Het is economische crisis. De overheid beslist om de economie te stimuleren via belastingverminderingen.

Ze vermindert de vennootschapsbelasting voor de bedrijven met 4 % en de gezinnen krijgen een verhoging van de belastingvrije som met 500,00 euro. Wat is het gevolg op:

a de vraag?

b het aanbod?

c Vink de meest waarschijnlijke nieuwe vraag- en / of aanbodcurve aan.

ƒ Vergelijking nieuwe vraagcurve:

Die blijft hetzelfde, nl. p = - 1 15 * qv + 400

p =1 15 * qv + 450

p =1 15 * qv + 350

ƒ Vergelijking nieuwe aanbodcurve:

Die blijft hetzelfde, nl. p = 1 15 * qa + 60

p = 1 15 * qa + 80

p = 1 15 * qa + 10

d Teken de nieuwe situatie op dezelfde grafiek.

e Wat is het gevolg op het marktevenwicht? Duid dat ook aan op de grafiek.

proefversie©VANIN

f Bereken het nieuwe marktevenwicht.

g Is de overheid er met haar politiek ingeslaagd om de economie erbovenop te krijgen?

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

OEFENMATERIAAL

1 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie grafisch analyseren.

2 Ik kan het effect van aanbodschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie grafisch analyseren.

3 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren.

4 Ik kan het effect van aanbodschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren.

5 Ik kan de vraag- en aanbodvergelijking herkennen aan de hand van het functievoorschrift.

6 Ik kan de evenwichtsprijs en -hoeveelheid rekenkundig berekenen aan de hand van de vraag- en aanbodvergelijkingen.

JA KAN
BETER
EXTRA

LEVEL 5

Hoe bereken en interpreteer je prijsen inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

INTRO

1 Je krijgt maandelijks 50,00 euro zakgeld waarmee je je vrijetijdsactiviteiten en je buskaart moet betalen.

a Bekijk het overzicht van je uitgaven als je het zakgeld maandelijks gebruikt voor een filmavondje, een fuif en een buskaart. Je koopt ook twee keer wat kleine hebbedingetjes.

b Voor je goede rapport krijg je 20,00 euro extra die je mag sparen of uitgeven.

ƒ Verdeel die 20,00 euro over de verschillende uitgavemogelijkheden, rekening houdend met de verschillende prijzen.

ƒ Bepaal de totale hoeveelheid extra filmtickets, fuifavonden … die de klas zou aankopen met de 20,00 euro extra zakgeld. Verschilt jouw voorkeur sterk van die van de klas? Markeer: ja / nee

ƒ Als je naar je echte uitgavenpatroon kijkt, welke uitgave zou je als eerste schrappen als je het met wat minder moest doen? Waarom?

Tabel 1: Overzicht uitgaven

proefversie©VANIN

BASISZAKGELD

EURO)

Filmticket (10,00 euro/stuk)

* 10,00 Fuif (20,00 euro/avond)

Hebbedingetjes (5,00 euro/keer)

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

Hoe bereken en interpreteer je prijs- en inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

Explore 1— Wat is de prijselasticiteit van de vraag?

Good to know

In het vorige Level onderzocht je hoe je het gevolg van een vraag- of aanbodschok op het marktevenwicht kunt bepalen. Vaak is het echter onvoldoende om te weten in welke richting het marktevenwicht evolueert. Het wordt pas echt interessant als je weet hoe sterk de reactie op een prijswijziging zal zijn. Zo willen producenten of de overheid graag het effect kennen van een prijs- of accijnsverhoging op het verbruik van goederen. Het is de Engelse econoom Alfred Marshall die in 1881 in zijn boek Principles of Economics de grootte van die reactie de naam ‘prijselasticiteit’ gaf.

1 Vergelijk de vraag naar koffie in twee koffieproducerende landen. In beide landen is het aanbod even groot. Door een aanbodschok – door bijvoorbeeld een goede oogst – daalt de evenwichtsprijs en neemt de evenwichtshoeveelheid toe. Onderzoek of de prijs sterker daalt dan dat de aangeboden hoeveelheid toeneemt. Stel het effect van de aanbodschok grafisch voor.

a Duid met een grijze stippellijn het marktevenwicht aan.

b Aangezien het aanbod toeneemt, verschuift het aanbod naar rechts. Teken de nieuwe aanbodcurve met als vergelijking p = 0,025q.

c Duid met een grijze stippellijn de nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid aan op beide grafieken.

d Duid met een dubbele pijl de grootte van de verandering in prijs en hoeveelheid aan op beide grafieken.

Grafiek 1: Aanbodschok koffiebonen land A

Grafiek 2: Aanbodschok koffiebonen land B

Prijselasticiteit

van de vraag

Bij een vlakkere curve is de verandering van de hoeveelheid groter dan de prijsverandering.

Bij een steilere curve is de prijsverandering groter dan de verandering van de hoeveelheid. De gevoeligheid voor bepaalde wijzigingen wordt uitgedrukt door de elasticiteit te berekenen.

De prijselasticiteit van de vraag naar een bepaald product geeft weer hoe sterk de gevraagde hoeveelheid wijzigt ten gevolge van een wijziging in de prijs van het product. Je gebruikt daarvoor volgende formule:

Prijselasticiteit van de vraag E p v = (q 1−q 0 ) /q gem (p 1−p 0 ) /p gem

waarbij q gem = (q 1+q 0 ) 2

waarbij p gem = (p 1+p 0 ) 2

De prijselasticiteit van de vraag is negatief aangezien de hoeveelheid daalt, wanneer de prijs stijgt en omgekeerd.

2 Bereken op basis van grafiek 3 voor een sinaasappelsapkraam de prijselasticiteit van de vraag:

a wanneer de prijs wijzigt van 3,00 naar 4,00 euro.

b wanneer de prijs wijzigt van 3,00 naar 2,00 euro.

c vraag wanneer de prijs wijzigt van 2,00 naar 1,00 euro.

Grafiek 3: Vraag en aanbod sinaasappelsap

0 1 2 3 4 5 6 0 51015202530 Prijs (in euro)

Hoeveelheid per uur

De absolute waarde van de prijselasticiteit van vraag en aanbod

Om de prijselasticiteitscoëfficiënt beter te kunnen interpreteren gebruik je de absolute waarde van die coëfficiënt.

De vraag en het aanbod zijn inelastisch als de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt kleiner is dan 1. Dat betekent dat de prijswijziging in verhouding groter is dan de hoeveelheidswijziging.

De vraag en het aanbod zijn elastisch als de absolute waarde van elasticiteitscoëfficiënt groter is dan 1. Dat betekent dat de prijswijziging in verhouding kleiner is dan de hoeveelheidswijziging.

De vraag en het aanbod zijn unitair elastisch als de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt gelijk is aan 1. Dat betekent dat de prijswijziging in verhouding even groot is als de hoeveelheidswijziging.

3 Vul tabel 2 aan.

a Hoeveel bedraagt de absolute waarde van de prijselasticiteit bij de verschillende prijswijzigingen?

b Is de vraag elastisch, inelastisch of unitair elastisch? Noteer.

Tabel 2: xxxx

proefversie©VANIN

3,00 euro naar 4,00 euro

3,00 euro naar 2,00 euro

2,00 euro naar 1,00 euro

4 Bereken de omzet van het marktkraampje bij de vier verschillende prijzen.

Tabel 3: Omzetweging marktkraampje

4,00 3,00 2,00 1,00

5 Zorgt een hogere prijs altijd voor een hogere omzet?

proefversie©VANIN

Good

to know

Er bestaan verschillende formules om de prijselasticiteit te berekenen. Je kunt de prijselasticiteit onder andere ook nog op deze manier berekenen:

E p v = (q1 – q0) / q0 (p1 – p0) / p0

Grafiek 4: Vraagcurve en prijselasticiteit

Prijs (in euro) 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00

Hoeveelheid

Bij deze formule is de richting van de prijswijziging belangrijk. Bij een prijsstijging van 10,00 naar 15,00 euro zou je de volgende berekening maken:

|E p v | = | (q1 – q0) / q0 (p1 – p0) / p0 | = | (150 – 250) / 250 (15,00 – 10,00) / 10,00 | = | -0,40 0,50 | = 0,80

Bij een prijsdaling van 15,00 naar 10,00 euro zou je echter het volgende uitkomen:

|E p v | = | (q1 – q0) / q0 (p1 – p0) / p0 | = | (250 – 150) / 150 (10,00 – 15,00) / 15,00 | = | 0,67 -0,33 | = 2,03

Explore 2— Hoe kun je goederen onderverdelen aan de hand van de prijselasticiteit van de vraag?

1 Vorig jaar heb je het verschil tussen complementaire en substitutiegoederen geleerd.

a Wat is een complementair goed?

b Wat is een substitutiegoed?

Ac Bekijk aandachtig de volgende goederen. Gaat het om complementaire goederen of substitutiegoederen? Kruis aan.

Bcomplementaire goederen substitutiegoederen

complementaire goederen substitutiegoederen

BIKE SHARING

complementaire goederen substitutiegoederen

ED

proefversie©VANIN

complementaire goederen substitutiegoederen

Fcomplementaire goederen substitutiegoederen

2 Los de vragen over complementaire goederen op.

a Vul de tekst aan.

complementaire goederen substitutiegoederen

Kruiselingse elasticiteit beschrijft in welke mate de gevraagde hoeveelheid van een goed wijzigt door een prijswijziging van het complementaire goed. Er zal minder van een goed gekocht worden, als de prijs van een complementair goed . De verkoop van andere goederen wordt daardoor meestal , maar dat is anders voor complementaire goederen: als de prijs van een scooter stijgt, zullen er niet enkel scooters maar ook helmen gekocht worden.

b Markeer het juiste antwoord.

Om de kruiselingse elasticiteit te berekenen, zet je de hoeveelheidswijziging van de helmen / scooters tegenover de prijswijziging van de helmen / scooters. Het getal dat je uitkomt zal negatief / positief zijn. Logisch, de hoeveelheid kent een daling / stijging en de prijs kent een daling / stijging. Is de kruiselingse elasticiteit gelijk aan nul, dan is er een sterk / geen verband tussen beide producten. Hoe verder van nul de kruiselingse elasticiteit ligt, hoe minder sterk / sterker de link tussen beide.

proefversie©VANIN

Kruiselingse elasticiteit

De kruiselingse elasticiteit tussen een goed A en goed B bereken je als volgt:

E p v = (q1 – q0) / qgem (p1 – p0) / pgem waarbij qgem = (q1 + q0) 2  goed B waarbij pgem = (p1 + p0) 2  goed A

c Bereken de kruiselingse elasticiteit als je weet dat een prijsstijging van scooters van 3 000,00 euro naar 3 300,00 euro leidt tot een daling in de verkoop van helmen van 11 000 naar 9 000 stuks.

3 Los de vragen over substitutiegoederen op.

a Hoe zal een prijsstijging van deelfietsen de gevraagde hoeveelheid van deelsteps beïnvloeden?

b Hoe kun je aan de kruiselingse elasticiteit van twee goederen zien dat het substitutiegoederen zijn?

© Shutterstock / fokke baarssen

4

Lees het volgende artikel en beantwoord de vragen.

a Hoe vaak moet baby Pia het medicijn krijgen?

proefversie©VANIN

b Stel dat de prijs van het medicijn niet 1,9 miljoen zou bedragen, maar 2,1 miljoen. Zou de gevraagde hoeveelheid dan afnemen?

c Hoeveel bedraagt de prijselasticiteit van de vraag als de hoeveelheid ongewijzigd blijft ongeacht hoe groot de wijziging van de prijs is?

d Hoe loopt een vraagcurve die perfect inelastisch is?

Peperduur medicijn Zolgensma – dat bekend raakte door baby Pia – voortaan terugbetaald

Een aantal jaar geleden leert iedereen plots baby Pia kennen.

Het meisje heeft de zeldzame spierziekte SMA. Haar ouders willen haar laten behandelen, maar de eenmalige dosis van het medicijn die Pia nodig heeft, blijkt peperduur. Het medicijn Zolgensma, dat geproduceerd wordt door het Zwitserse farmabedrijf Novartis, wordt niet terugbetaald in België waardoor de kosten hoog oplopen. De familie zet een grote sms-actie op om via crowdfunding het nodige bedrag van 1,9 miljoen euro bijeen te krijgen. De solidariteitsactie wordt een gigantisch succes: het bedrag wordt snel gehaald.

Naar: vrtnws.be, 2021-10-08 © Shutterstock / oasisamuel

Forum

De ontwikkeling en productie van medicijnen is een heel dure aangelegenheid zonder garantie op succes. Als het wel lukt, dan wil de producent ook stevig vergoed worden. Levensnoodzakelijke producten zijn perfect inelastisch. De producent kan er eigenlijk eender welke prijs voor vragen zonder dat het invloed heeft op de gevraagde hoeveelheid. Vind jij dat ondernemingen de prijs van medicatie vrij mogen bepalen?

Explore 3— Wat is de prijselasticiteit van het aanbod?

Prijselasticiteit

van het aanbod

De prijselasticiteit van het aanbod of de prijsgevoeligheid van het aanbod wordt op dezelfde manier berekend als die van de vraag. Zo houdt een inelastisch aanbod in dat een prijsstijging tot een relatief kleinere toename van het aanbod zal leiden. Een inelastisch aanbod heeft een elasticiteitscoëfficiënt die lager is dan één, net zoals bij de vraag.

1 In Vlaanderen staan zo’n 300 000 melkkoeien op stal. Elke koe levert dagelijks gemiddeld 25 liter melk. Die wordt elke dag door de plaatselijke zuivelproducenten opgehaald. De boeren krijgen daarvoor 0,35 euro per liter. Stel dat de internationale melkprijs plots daalt tot 0,25 euro per liter. Hoeveel bedraagt de afzet en de omzet van de boeren dan?

2 Wat gebeurt er met de afzet en omzet, als de prijs een week later stijgt naar 0,55 euro per liter?

3 Stel de aanbodcurve van melk grafisch voor.

Grafiek 5: Dagelijks aanbod aan melk in Vlaanderen

0,00 Prijs (in euro) 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60

Hoeveelheid (in miljoen liter)

4 Bereken de prijselasticiteit van het aanbod voor een prijswijziging van 0,25 naar 0,55 euro.

Perfect (in)elastisch aanbod en perfect (in)elastische vraag

Als de waarde van de elasticiteitscoëfficiënt nul bedraagt, is er een perfect inelastisch aanbod (of een perfect inelastische vraag). Prijswijzigingen hebben dan geen effect op de aangeboden of gevraagde hoeveelheid. De vraag- of aanbodcurve is in dat geval een verticale rechte. Als de aangeboden of gevraagde hoeveelheid buitengewoon sterk stijgt of daalt ten gevolge van een minimale prijswijziging, dan is het aanbod of de vraag perfect elastisch. De elasticiteitscoëfficiënt is dan oneindig (∞). Grafisch herken je de curve als een horizontale rechte. Een perfect (in)elastische vraag- of aanbodcurve komt in de realiteit niet voor, al kan die wel benaderd worden.

5 Stel dat de Boerenbond voorspelt dat de hoge prijs van 0,55 euro per liter waarschijnlijk voor meerdere jaren zal standhouden. Wat is een mogelijke reactie van de boeren?

6 Stel dat de voorspelde prijs voor de volgende jaren op 0,10 euro per liter komt te liggen. Wat zouden de landbouwers dan doen?

7 Wat kun je zeggen over de prijselasticiteit van vraag en aanbod op lange termijn?

Explore 4— Wat is het effect van een vraag- of aanbodschok bij een (in)elastische vraag- of aanbodcurve?

1 De vraag- en aanbodcurve geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde of aangeboden hoeveelheid. Soms kan de hoeveelheid die wordt gevraagd of aangeboden bij een bepaalde prijs echter plots wijzigen. Die vraag- en aanbodschokken kennen verschillende oorzaken. Vul de tabel aan.

a Leveren de volgende gebeurtenissen een vraag- of aanbodschok op?

b Verschuift de curve naar links of naar rechts?

De reclamecampagne van McDonald’s is succesvol.

Producten uit de Israëlische nederzettingen in Palestina worden geboycot.

De Spaanse supermarktketen Mercadona verovert de Belgische markt.

Bpost kondigt aan dat ze over enkele weken de prijs van postzegels verhoogt.

De overheid kondigt een aanzienlijke verlaging van de personenbelasting aan.

Een nieuwe productietechniek maakt de productie van gsm’s veel goedkoper.

De vrees ontstaat dat er weldra geen wc-papier meer beschikbaar zal zijn.

De energieprijzen maken de productie van glas heel duur.

VRAAGAANBODLINKSRECHTS

2 Bekijk de twee vraagcurven op grafiek 6. Wat kun je zeggen over de elasticiteit?

Grafiek 6: Prijselasticiteit bij twee goederen

Prijs (in euro) 2,00 4,00 6,00 8,00 10,00 12,00 V V2 1

Hoeveelheid (in kg) 0102030405060708090 0,00

3 Teken op grafiek 6 een aanbodcurve waarbij voor een prijs van 8,00 euro 60 stuks worden aangeboden en het aanbod 40 stuks bedraagt bij een een prijs van 6,00 euro.

a Duid het marktevenwicht aan.

b Welk marktevenwicht komt tot stand?

proefversie©VANIN

c Hoeveel bedraagt de omzet op die markt?

d Kleur de oppervlakte in die die omzet weergeeft.

4 De prijzen van de gebruikte grondstoffen stijgen, waardoor er bij dezelfde prijs een lagere hoeveelheid wordt aangeboden.

a Teken op de grafiek een nieuwe aanbodcurve evenwijdig met de eerste aanbodcurve die ook door het punt (7,00 ; 14) loopt.

b Duid het nieuwe marktevenwicht aan, zowel voor goed 1 (V1) als voor goed 2 (V2).

c Vul de tabel aan.

proefversie©VANIN

NIEUWE q

NIEUWE p (IN EURO)

NIEUWE OMZET (IN EURO) V1

d Kleur de oppervlakte van de nieuwe omzet bij V1 en V2.

e Markeer het juiste antwoord en vul aan.

Als je de twee vraagcurven bekijkt, dan kun je stellen dat V1 / V2 de meest elastische is. Die is immers de steilste / vlakste van de twee. De aanbodschok heeft een groot effect op de prijs. De oorspronkelijke prijs van euro stijgt voor V1 naar euro en voor V2 naar euro. Het is de meest / minst elastische curve waar het prijseffect het grootst is.

Het effect van de aanbodschok doet de gevraagde hoeveelheid dalen van kg naar respectievelijk kg (voor V1) en kg (voor V2). Het hoeveelheidseffect is dus groter bij de meest / minst elastische vraagcurve. De aanbodschok doet tot slot de omzet voor V1 afnemen / toenemen en voor V2 afnemen / toenemen. Hoe elastischer / inelastischer de curve, hoe beter het effect van een negatieve aanbodschok voor de omzet is.

5 Onderzoek wat het effect is van een verschuiving van de vraag- of aanbodcurve voor de volgende situaties.

a Is de curve perfect elastisch of perfect inelastisch? Vul de titel van de grafieken aan.

b Noteer de bijbehorende elasticiteitscoëfficiënt.

c Verschuif de gemarkeerde curve (je mag de richting kiezen).

d Bespreek het effect van de verschuiving.

Grafiek 7: De vraagcurve is  .

(E p v = )

Prijs V A

Gevolgen van een aanbodschok:

Hoeveelheid

Grafiek 8: De aanbodcurve is  .

(E p a = )

Prijs A V

Gevolgen van een vraagschok:

Hoeveelheid

Grafiek 9: De vraagcurve is  .

(E p v = )

Prijs A V

Gevolgen van een aanbodschok:

Hoeveelheid

Grafiek 10: De aanbodcurve is  .

(E p a = )

Prijs A V

Hoeveelheid

proefversie©VANIN

Gevolgen van een vraagschok:

6 Welk verband is er tussen de prijselasticiteit en het prijs- en hoeveelheidseffect van een vraag- of aanbodschok?

Explore 5— Hoe kun je goederen onderverdelen op basis van de inkomenselasticiteit van de vraag?

1 Wat geeft de inkomenselasticiteit van een product weer?

2 Herbekijk de Intro. Beantwoord de vragen.

a Als elke klasgenoot maandelijks 50,00 euro zakgeld krijgt, hoeveel zakgeld wordt er dan maandelijks door de hele klas ontvangen?

b Hoeveel bedraagt het zakgeld na de verhoging met 20,00 euro?

c Met hoeveel procent is het klassikale zakgeld gestegen?

d Vul tabel 4 aan.

ƒ Hoeveel bedragen de klassikale uitgaven per uitgavenposten vóór de verhoging van het zakgeld?

ƒ Hoeveel bedragen de klassikale uitgaven per uitgavenposten na de verhoging van het zakgeld?

ƒ Bereken de procentuele stijging van elke uitgavenpost.

e Vergelijk de stijging van de aankopen van de verschillende productcategorieën met de inkomensstijging. Wat stel je vast?

proefversie©VANIN

Tabel 4: Overzicht uitgaven bij verhoging budget

KLASSIKALE UITGAVEN (IN EURO)

Filmticket

Fuif

Hebbedingetjes

Buskaart

Sparen

TOTAAL

3 Stel dat een huishouden gedurende lange tijd slechts één kostwinner heeft. Na lange tijd komt er een tweede verdiener bij. Daardoor heeft dat huishouden maandelijks 2 500,00 euro extra inkomen. Vul de tabel aan.

a Zoek voor elke categorie enkele voorbeelden van producten die het huishouden nu in een andere mate koopt.

b Geef de juiste naam aan de productgroepen. Kies uit: basisgoederen – inferieure goederen – luxegoederen

c Hoeveel zal de inkomenselasticiteit voor elk van die productcategorieën bedragen?

Voorbeelden

voorheen wel kocht, maar nu minder koopt.

GOEDEREN DIE HET GEZIN …

voorheen ook al kocht maar nu nog meer koopt.

voorheen (bijna) niet kocht maar nu wel koopt.

proefversie©VANIN

Benaming Inkomenselasticitieitscoëfficiënt

4 Je kunt de redenering ook in de andere richting maken. Stel dat het beschikbare inkomen plots halveert, welke goederen zou je dan niet meer kopen?

5 Lees het artikel. Wat staat er in het artikel over de kwaliteit van huismerken?

WAAROM VEEL HUISMERKKOPERS NIET VAN PLAN ZIJN OM WEER MERKEN TE KOPEN

Consumenten willen meer dan ooit waar voor hun geld: ze brengen weer meer tijd thuis door, vinden huismerken net zo goed als merkalternatieven en verkiezen wat duurdere aankopen in fysieke winkels te doen omdat de digitale winkelervaring vaak teleurstelt. Populariteit van huismerken neemt verder toe

De inflatiedruk heeft er ook voor gezorgd dat het kopen van huismerkproducten een blijvende gewoonte is geworden: 66 % vindt dat de goedkopere alternatieven net zo goed aan de behoeften voldoen als de bekende merken. 38 % is dan ook niet van plan om terug te schakelen naar merkproducten.

Ook consumenten met hogere inkomens zijn van plan om in de toekomst huismerken te blijven kopen. Dat geldt voor elke categorie: verse voeding (60 %), onderhoudsproducten (56 %), verpakte voeding (52 %), kleding, schoenen en accessoires (49 %), persoonlijke verzorging (49 %), en schoonheid en cosmetica (39 %).

Dat plaatst retailers in een sterke positie om in te spelen op deze kooppatronen en consumenten–behoeften: zij beschikken immers over data, retailmedia en loyaliteitsprgramma’s. Merkfabrikanten trachten hun volumes te herstellen door hun portfolio te vereenvoudigen, kosten te verlagen en middelen vrij te maken, zegt het auditbureau Ernst & Young, maar dat volstaat niet: innovatie en marketing zijn essentieel om de groei te realiseren.

Bron: retaildetail, 2024-07-30

TO THE POINT

Prijselasticiteit

De prijselasticiteit geeft weer hoe sterk de gevraagde of aangeboden hoeveelheid verandert ten gevolge van een prijswijziging. Om de prijselasticiteit te kennen plaats je de verhoudingsgewijze wijziging van de gevraagde hoeveelheid tegenover de verhoudingsgewijze wijziging van de prijs.

E p = (q1 – q0) / qgem (p1 – p0) / pgem

proefversie©VANIN

waarbij qgem = (q1 + q0) 2 waarbij pgem = (p1 + p0) 2

De vraag en het aanbod worden inelastisch genoemd als de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt kleiner is dan één. Een prijswijziging zal een hoeveelheidswijziging met zich meebrengen die in verhouding kleiner is. Is de waarde hoger dan één, dan is de vraag of het aanbod elastisch. In dat geval zal een prijswijziging een in verhouding grotere hoeveelheidswijziging met zich meebrengen. Mogelijk bedraagt de coëfficiënt exact één. Dan is er sprake van een unitair elastische vraag- of aanbodcurve.

Hoe vlakker de curve, hoe hoger de prijselasticiteit. In extreme gevallen is de elasticiteit oneindig. De curve is dan perfect elastisch. Je herkent dat als een perfect horizontale rechte. Voor de vraagcurve zal de minste prijsstijging de verkoop doen stilvallen. Ook het omgekeerde is mogelijk. Een verticale curve heeft een elasticiteitscoëfficiënt van nul. De curve is dan perfect inelastisch. Dat wordt benaderd door levensnoodzakelijke producten waarvoor er geen substitutie bestaat, zoals unieke medicijnen.

Substitutiegoederen en complementaire goederen

De elasticiteit van een product neemt meestal op lange termijn toe omdat er dan meer tijd is om naar substitutiegoederen te zoeken of om investeringen te doen om het gebruik te verminderen.

VIDEO

Complementaire goederen herken je aan de negatieve kruiselingse elasticiteit. De kruiselingse elasticiteit beschrijft hoe de gevraagde hoeveelheid van het ene goed reageert op een prijswijziging van het andere goed. Als de prijs van een goed stijgt, dan zal er minder van dat goed gekocht worden. De verkoop van andere goederen wordt daardoor meestal niet beïnvloed, waardoor de kruiselingse elasticiteit op nul blijft. Dat is anders voor complementaire goederen. Als de prijs van een goed stijgt, zullen niet enkel minder stuks van dat goed maar ook minder stuks van het complementaire goed gekocht worden. De kruiselingse elasticiteit is daar negatief. Op haar beurt zal een prijsstijging van een goed de verkoop van substitutiegoederen doen toenemen, wat de positieve kruiselingse elasticiteit verklaart.

Prijs- en hoeveelheidseffect van een vraag- of aanbodschok Wijzigingen in de consumentenvoorkeur, inkomensveranderingen, concurrentie, technologische evoluties, prijzen van inputs, toekomstverwachtingen omtrent prijzen … zijn factoren die vraag- en of aanbodschokken veroorzaken, met prijsfluctuaties tot gevolg. Het effect van een vraagschok (of verschuiving van de vraag) is afhankelijk van de prijselasticiteit van het aanbod. Hetzelfde geldt voor het effect van een aanbodschok in relatie tot de prijselasticiteit van de vraag. Zo zal een aanbodschok een zuiver prijseffect hebben als de vraag perfect inelastisch is. De hoeveelheid zal dan niet wijzigen. Hoe elastischer de curve, hoe groter het hoeveelheidseffect zal zijn. Het prijseffect neemt op zijn beurt af. Dat is belangrijk voor de producent, aangezien dat een grote invloed heeft op zijn omzet. Een prijsstijging bij een inelastische vraag zal de omzet doen toenemen. Bij een elastische vraag zal die afnemen.

Inkomenselasticiteit

Naast de prijselasticiteit kan ook de inkomenselasticiteit van de vraag gemeten worden. Is de inkomenselasticiteit van een bepaald goed negatief, dan gaat het om een inferieur goed. Bij luxegoederen leidt een procentuele toename van het inkomen tot een procentueel grotere toename van het verbruik. Omgekeerd zijn dat ook de producten die als eerste worden opgeofferd bij een inkomensdaling. Basisgoederen zijn dan weer relatief ongevoelig voor inkomenswijzigingen.

proefversie©VANIN

Action 1— Om welk soort goederen gaat het?

Bepaal aan de hand van de elasticiteitscoëfficiënt om welk type goederen het gaat.

ELASTICITEITSCOËFFICIËNT

De prijselasticiteit van de vraag is nul.

De inkomenselasticiteit van de vraag is negatief.

De kruiselingse elasticiteit van de vraag is kleiner dan nul.

De inkomenselasticiteit van de vraag is groter dan één.

De kruiselingse elasticiteit van de vraag is positief.

De inkomenselasticiteit van de vraag ligt tussen nul en één.

SOORT GOEDEREN

Action 2— Hoeveel bedraagt de prijselasticiteit?

1 Bekijk aandachtig de vraagcurven op grafiek 11.

a Welke vraagcurve lijkt het meest elastisch? Waarom?

b Welke vraagcurve is het minst elastisch? Waarom?

Grafiek 11: Verschillende vraagcurven

Prijs (in euro) 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 7,00 8,00 9,00 10,00 V1 V2 V3 V4 V5

Hoeveelheid 0 50 100 150 200 250 300 350 400 0,00

2 Bereken de prijselasticiteitscoëfficiënt van de vijf vraagcurven voor een prijsstijging van 4,00 naar 6,00 euro.

proefversie©VANIN

3 Bestudeer grafiek 12 en 13.

a Welke aanbodcurve is het meest elastisch? Waarom?

b Bereken de elasticiteit van beide aanbodcurven als de prijs stijgt van 15,00 naar 25,00 euro.

c Vergelijk de prijselasticiteit en de helling van de beide aanbodcurven. Wat merk je op?

proefversie©VANIN

Grafiek 12: Aanbodcurve 1

(in euro)

Grafiek 13: Aanbodcurve 2

Hoeveelheid 0 100 200 300 400 500600

4 Is de prijs van deze producten elastisch of inelastisch?

a Kruis aan.

b Motiveer je keuze.

elastisch inelastisch

Motivatie:

C

elastisch inelastisch

proefversie©VANIN

B D

Motivatie: elastisch inelastisch

Motivatie: elastisch inelastisch

Motivatie:

Action 3— Kan de prijs het gebruik van schadelijke producten doen afnemen?

1 Lees het artikel en beantwoord de vragen.

a Waarom is de overheid geïnteresseerd in het effect van prijsverhogingen op de gevraagde hoeveelheid?

b Hoeveel kost een pakje sigaretten volgens het artikel, als je weet dat er twintig sigaretten in een pakje zitten?

c Is de vraag naar sigaretten en losse tabak (shag) elastisch of inelastisch? Staaf aan de hand van het artikel.

d Kent de vraagcurve van sigaretten een steiler of een vlakker verloop dan de vraagcurve van een alledaags product, bijvoorbeeld koffiekoeken?

e Welke waarde zou de prijselasticiteitscoëfficiënt van de vraag naar sigaretten benaderen?

f Met welke categorie van producten kun je sigaretten vergelijken op basis van de prijselasticiteit?

g Waarom is dat niet zo vreemd?

proefversie©VANIN

h Is de prijselasticiteitscoëfficiënt voor losse tabak hoger of lager dan die van sigaretten?

i Zal de vraagcurve van losse tabak vlakker of steiler zijn dan die van sigaretten?

j Waarom denk je dat gebruikers van losse tabak gevoeliger zijn voor prijsverhogingen?

Als pakje sigaretten 60,00 euro gaat

kosten, stopt helft van de rokers

Een forse verhoging van de tabaksaccijns weerhoudt de meeste rokers er niet van te stoppen. De helft van alle rokers in Nederland zegt pas te willen stoppen bij een prijs van 60,00 euro per pakje.

Pas bij prijzen vanaf 12,00 euro per pakje wil 10 procent van de rokers stoppen, blijkt uit onderzoek van Universiteit Maastricht (UM).

Van de 1 500 ondervraagde rokers vond een derde het geen probleem om 6,00 euro per sigaret of 4,00 euro per gram shag te betalen. Volgens de onderzoekers geeft dat niet alleen aan hoe verslavend sigaretten zijn, maar vooral ook hoe betaalbaar.

Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat sigaretten in Nederland bijna twee keer zo betaalbaar zijn als in het Verenigd Koninkrijk.

flinke accijnsverhogingen, zoals de verhoging met 1,00 euro in 2020, dan ook zeer wenselijk.’

Accijnsverhogingen grootste e ect Volgens UM-onderzoekster Cloé Geboers hebben accijnsverhogingen het grootste e ect. ‘Mensen passen hun consumptie aan wanneer ze het verschil in prijs merken in hun portemonnee, dus als iets meer of juist minder betaalbaar wordt. Als het gaat om het ontmoedigen van roken zijn

Na de accijnsverhoging van april 2020 ligt de gemiddelde prijs van een sigaret in Nederland op 36 cent en die van een shagje op 22 cent. De gemiddelde prijs waarbij dagelijkse rokers zeiden te stoppen of te minderen, ligt tussen de 2,00 en 3,50 euro per sigaret of shagje.

Shagrokers hebben meer moeite met prijsverhogingen dan mensen die sigaretten roken.

Bron: businessinsider.nl, 2021-11-03

2 Lees het artikel over de Britse suikertaks en beantwoord de vragen.

a De suikertaks had een dubbel effect. Leg uit.

proefversie©VANIN

b Hoe groot moet het prijsverschil zijn om gedragsverandering te verkrijgen?

c Wat zou er naast een suikertaks nog moeten gebeuren?

d Vergelijk de afbeeldingen. Welk probleem stel je vast?

‘Als we echt gedragswijzigingen willen teweegbrengen, moet het prijsverschil groot genoeg zijn.’

DE BRITSE SUIKERTAKS HEEFT DE SUIKERCONSUMPTIE IN DRIE JAAR TIJD FORS DOEN DALEN.

Volwassenen in het Verenigd Koninkrijk consumeren een derde minder suiker sinds de soft drinks industry levy in 2018 ingevoerd werd. Kinderen doen het zelfs met de helft minder zoetigheid. De cijfers staan in een onderzoek dat gepubliceerd is in het vakblad The BMJ. De onderzoekers vroegen aan 8 000 volwassenen en 7 600 kinderen om tussen 2018 en 2019 een voedingsdagboek bij te houden. Daaruit leidden ze af dat kinderen gemiddeld 5 gram minder zogenoemde ‘vrije suikers’ consumeerden dan vóór de invoering van de suikertaks. Vrije suikers zijn suikers die toegevoegd zijn aan producten of van nature in honing, siroop en fruitsappen zitten. Volwassenen verminderden hun verbruik met 11 gram.

Toch nog te veel

met hoe de Britten het aangepakt hebben: de suikertaks wordt in het Verenigd Koninkrijk geheven op het suikergehalte van de dranken. Dat had een impact op de bedrijven zelf. ‘De producenten hebben sterk ingezet om de suiker in hun producten te verlagen. De consument wordt automatisch geleid naar producten waar minder suikers in zitten. Als de producenten niets wilden veranderen aan het suikergehalte in hun producten, moesten ze de meerkosten van de taks voor eigen rekening nemen of doorrekenen aan de consument.’

20 procent duurder

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt aan dat energie uit vrije suikers niet meer dan 5 procent van het dieet mag uitmaken. Dat komt neer op ongeveer 30 gram per dag voor volwassenen, 24 gram voor kinderen van 7 tot 10 jaar en 19 gram voor kinderen van 4 tot 6 jaar. In het begin van het onderzoek was de totale inname van vrije suikers 70 gram per dag bij kinderen. Dat is nu gedaald naar 45 gram, maar alsnog te hoog volgens de richtlijnen van de WHO.

Toch zijn de cijfers indrukwekkend, vindt Loes Neven, expert gezonde voeding van het Vlaams Instituut Gezond Leven. ‘De Britse cijfers tonen dat een suikertaks een verschil kan maken, ook al is het momenteel nog niet voldoende. Het is een good practice die doorgetrokken kan worden naar andere suikerhoudende voedselproducten en naar andere landen.’

De Britse suikertaks had al e ect nog voor ze werd ingevoerd. Toen de overheid in 2016 de soft drinks industry levy aankondigde, brachten fabrikanten al suikervrije varianten op de markt. ‘Ik was in die periode in het Verenigd Koninkrijk en ik herinner me heel goed hoeveel aandacht er toen was voor de taks’, gaat Neven verder. Ze vindt dat ons land nog een stap verder kan gaan om ongezonde voeding onaantrekkelijker en gezonde voeding aantrekkelijker te maken. ‘Als we echte gedragswijzigingen willen teweegbrengen, moet het prijsverschil groot genoeg zijn. In de literatuur spreekt men van een prijsverhoging van 20 procent als we willen dat consumenten hun gedrag veranderen. Maar uit een recente bevraging van het gezondheidsinstituut Sciensano zien we dat daar momenteel minder draagvlak voor is in België.’

proefversie©VANIN

Ons land voerde in 2015, onder toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD), ook een suikertaks in. ‘Maar in feite is dat niet meer dan een frisdranktaks’, zegt Neven. ‘Het gaat om een klein bedrag dat toegevoegd wordt aan de kostprijs van suikerhoudende dranken en frisdranken met zoetsto en.’ Een groot verschil

In die bevraging geeft 37 procent van de respondenten aan tegen een belasting op ongezonde voeding te zijn. De helft vindt dat wel een goed idee. Toch wil Neven benadrukken dat een taks op ongezonde voeding kan helpen om gewoonten te verbeteren ‘en om overgewicht en de gevolgen daarvan tegen te gaan. Bij voorkeur is dat ingebed in een integrale strategie. Dat is met de huidige suikertaks in ons land niet het geval.

Door bijvoorbeeld gelijktijdig gezonde voeding goedkoper te maken, door de btw op groenten en fruit te verlagen, kan er meer draagvlak gecreëerd worden bij de bevolking.’

Bron: hln.be, 2024-07-14

Action 4— Welk verband is er tussen de prijselasticiteit van de vraag en van de omzet?

1 Lees de case van VAMM.

proefversie©VANIN

Vanessa, Abdel, Marianne en Marleen zijn alle vier muzikaal aangelegd. Toen ze enkele jaren geleden samen in de klas zaten hebben ze een bandje opgericht met de naam ‘VAMM’. Ze zitten nog niet in de lijsten van de grote streamingdiensten als Spotify of Deezer, maar sinds ze een eerste hit scoorden, verloopt de download van hun debuut-cd (VAMM Fatale) relatief vlot.

2 Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs in tabel 5 aan. Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies optie 1 als je graag wat ondersteuning wilt. Kies optie 2 als je een uitdaging wilt. Vink de gekozen optie aan.

Grafiek 14: Vraag naar VAMM Fatale

0 1 000 5001 5002 0002 500 0,00 Prijs (in euro)

V

Hoeveelheid (in stuks)

Optie 1 Manuele berekening

a Werk per twee of per vier.

b Bekijk grafiek 14.

c Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs aan.

d Reken manueel uit. Verdeel de prijswijzigingen over je teamleden. Zo berekent de eerste leerling de prijselasticiteit van de vraag voor een prijsstijging van 0,00 naar 2,00 euro.

e Schrijf de waarde van de prijselasticiteit tussen 0,00 en 2,00 euro in tabel 5.

Werk met de gemiddelde prijs- en hoeveelheidwijziging! Tip:

Tabel 5: Verband prijselasticiteit en omzet

proefversie©VANIN

Optie 2 Automatische berekening

a Werk alleen.

b Bekijk grafiek 14.

c Ga naar iDiddit en download het basisbestand.

d Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs aan.

e Gebruik formules om de verschillende waarden te berekenen.

3 Vergelijk de elasticiteitswaarden die je voor grafiek 14 hebt gevonden. Wat stel je vast? Verklaar je vaststelling.

proefversie©VANIN

4 Bereken de omzet van de debuut-cd VAMM Fatale bij de verschillende prijzen.

a Vul die aan in tabel 5.

b Bij welke prijs is de omzet het hoogst?

5 Welk verband bestaat er tussen de omzet en de prijselasticiteitscoëfficiënt?

6 Juist of fout? De optimale productiehoeveelheid voor VAMM bedraagt dus 10 000 stuks.

7 Stel het verband tussen de (absolute waarde van de) prijselasticiteitscoëfficiënt en de omzet grafisch voor. Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies optie 1 als je graag wat ondersteuning wilt. Kies optie 2 als je een uitdaging wilt. Vink de gekozen optie aan.

Optie 1 Blanco grafiek

a Teken de twee curven op grafiek 15.

b Zet de prijs op de x-as.

c Gebruik voor de elasticiteit en de omzet een aparte y-as.

Tip:

De prijselasticiteitscoëfficiënt moet je telkens tussen de twee prijzen uitzetten (respectievelijk bij 1,00 – 3,00 – 5,00 euro … zoals bij de MO).

Optie 2 Grafiek met een rekenblad

a Maak grafiek 15 met een rekenblad. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad.

b Zet de prijs op de x-as.

c Gebruik voor de elasticiteit en de omzet een aparte y-as. Gebruik online hulpmiddelen om uit te zoeken hoe je een grafiek met twee assen maakt en hoe je die naar je hand zet om hetzelfde resultaat te krijgen als in een getekende grafiek.

Tip:

De prijselasticiteitscoëfficiënt moet je telkens tussen de twee prijzen uitzetten (respectievelijk bij 1,00 – 3,00 – 5,00 euro … zoals bij de MO).

d Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

8 Wat stel je op de grafiek vast op het punt waar de elasticiteit één bedraagt?

Grafiek 15: Omzet versus elasticiteit

Prijs (in euro)

000,00

000,00

000,00

000,00

000,00

000,00 50 000,00

10 000,00 20 000,00 30 000,00

0,00

0,002,004,006,008,0010,0012,0014,0016,0018,0020,00

Hoeveelheid (in stuks)

omzetEp v Action 5— Leiden stijgende tarieven tot dalende sportparticipatie?

1 Ga naar iDiddit. Lees de tekst. Zoek een antwoord op de vraag: Leiden stijgende tarieven tot dalende sportparticipatie?

2 Maak een presentatie om op de sportraad van de gemeente de belangrijkste conclusies van het onderzoek uit te leggen. Je doelpubliek bestaat dus uit professionals. Gebruik een tool naar keuze

3 Schrijf een artikel voor de krant waarin je het brede publiek informeert over je vaststellingen. Je schrijft dus voor niet-economisten. Respecteer de NBN-norm.

4 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan de prijselasticiteit van de vraag en het aanbod berekenen en interpreteren.

2 Ik kan de verschillende types van prijselasticiteit herkennen en hun gevolgen verduidelijken.

3 Ik kan de inkomenselasticiteit bepalen en interpreteren.

4 Ik kan de prijs- en inkomenselasticiteit in verband brengen met de verschillende soorten goederen.

5 Ik kan het nut van de prijs- en inkomenselasticiteit verklaren.

6 Ik kan factoren die vraag- en aanbodschokken veroorzaken, herkennen.

7 Ik kan het effect van vraag- en aanbodschokken analyseren in relatie tot de prijselasticiteit van vraag en aanbod.

8 Ik kan de invloed van vraag- en aanbodschokken op de omzet bepalen in relatie tot de prijselasticiteit van vraag en aanbod.

STEP-UP

1 Bekijk de goederencombinaties van consument Olga in tabel 1. Die geeft haar voorkeur weer wat betreft topjes (product 1) en jeansbroeken (product 2).

2 Teken de drie indifferentiecurven met een rekenblad. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad.

Product 1 (x1) teken je op de x-as. Product 2 (x2) teken je op de y-as.

Tabel 1: Goederencombinaties Olga

3 Olga's budget bedraagt 800,00 euro. De oorspronkelijke prijs voor product 1 (x1) bedraagt 40,00 euro.

Wanneer Olga enkel product 2 koopt en geen enkel stuk van product 1, dan kan ze 30 stuks kopen. Teken ook, op dezelfde grafiek in het werkblad, die budgetlijn.

a Veronderstel dat de prijs van product 1 vervolgens duurder wordt en stijgt naar 100,00 euro. Teken die nieuwe budgetlijn op dezelfde grafiek.

b Teken een derde budgetlijn, ook op die grafiek, wanneer de prijs van product 1 stijgt naar 160,00 euro.

4 Bepaal de optimale goederencombinaties van Olga.

a Noteer in tabel 2 hoeveel kledingstukken ze bij die verschillende prijzen kan kopen.

b Wat stellen die optimale goederencombinaties voor?

Tabel 2: Optimale goederencombinaties Olga

5 Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar topjes van Olga wanneer de prijs van 40,00 naar 100,00 euro stijgt.

6 In tabel 3 vind je de gevraagde hoeveelheden van alle consumenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale gevraagde hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen.

Tabel 3: Totale gevraagde hoeveelheden op de topjesmarkt

proefversie©VANIN

7 Teken de vraagcurve van de totale markt met een rekenblad.

8 In tabel 4 staat de kostenstructuur van een producent op de 'topjesmarkt'. Bereken in tabel 5 de GCK, GVK en GTK.

Tabel 4: Kostenstructuur topjesproducent

Tabel 5: Gemiddelde constante kosten, gemiddelde variabele kosten en gemiddelde totale kosten topjesproducent

proefversie©VANIN

9 Bereken de MK in het werkblad.

10 Teken de GVK, GCK en de MK in het werkblad.

11 Hoe leid je de aanbodcurve van de producent af?

12 Noteer in tabel 6 hoeveel kledingstukken de producent bij die verschillende prijzen aanbiedt.

Tabel 6: Aangeboden hoeveelheid bij verschillende prijzen

13 In tabel 7 staan de aangeboden hoeveelheden van alle producenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale aangeboden hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen.

Tabel 7: Totale aangeboden hoeveelheden op de topjesmarkt

proefversie©VANIN

14 Teken de aanbodcurve van de totale markt op dezelfde grafiek als de vraagcurve (vraag 7).

Begrippenlijst Thema 3

LEVELBEGRIP

1constante kosten of vaste kosten

1constante productiefactor

1gemiddelde kosten

1 kapitaalgoed

proefversie©VANIN

1marginale kosten

1optimale productiegrootte

1productiecapaciteit

Dat zijn kosten die niet mee variëren met de omvang van de productie.

Die productiefactor wijzigt niet op korte termijn.

bv. gebouwen, machines

Dat zijn de kosten per eenheid product.

Dat is een goed waarmee andere goederen worden geproduceerd. Enerzijds zijn er vaste kapitaalgoederen, die meer dan één productieproces meegaan zoals machines, gebouwen of transportmiddelen. Anderzijds zijn er vlottende kapitaalgoederen die in één productieproces worden verbruikt zoals grondstoffen en voorraden.

Dat zijn de extra kosten voor de productie van een extra eenheid.

Bij die productiegrootte is de winst maximaal.

Dat is de maximale hoeveelheid goederen en diensten die een onderneming in een periode kan voortbrengen als alle productiefactoren volledig zijn ingeschakeld.

1 productiefactor

1technisch optimaal punt

Om het gewenste eindproduct te bekomen moet een ondernemer productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap) inzetten.

De onderneming bereikt het technisch optimale punt daar waar de GTK het laagst zijn. Op dat punt produceert het bedrijf het goedkoopst.

1variabele kosten

Dat zijn kosten die evenredig of verhoudingsgewijs variëren met het productievolume.

LEVELBEGRIP

1variabele productiefactor

1wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst

2constante schaaleffecten

2negatieve schaaleffecten

Dat is een productiefactor die op korte termijn wel kan wijzigen. bv. arbeid

Als aan de constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd, zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten slotte negatief worden.

Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, is er sprake van constante schaaleffecten.

Er is sprake van negatieve schaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen bij een schaalvergroting.

2positieve schaaleffecten

2schaalvergroting

Er is sprake van positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn dalen bij een schaalvergroting.

Dat betekent productie op grotere schaal, met voor de onderneming vaak grote kostenvoordelen (positieve schaalopbrengsten) als gevolg van productievere machines.

4aanbodschokDat is een plotselinge toename of afname van het aanbod aan een bepaald product. Als gevolg van de aanbodschok verandert de prijs van het product plotseling.

4aanbodvergelijking

Die functie toont het verband aan tussen de aangeboden hoeveelheid van een bepaald goed en de prijs ervan. Het is een functie van de eerste graad zodat de overeenkomstige curve kan worden getekend aan de hand van twee punten.

4vraagschokDat is een plotselinge toename of afname van de vraag naar een bepaald product. Als gevolg van de vraagschok verandert de prijs van het product plotseling.

LEVELBEGRIP

4vraagvergelijking

Die functie toont het verband aan tussen de gevraagde hoeveelheid van een bepaald goed en de prijs ervan. Het is een functie van de eerste graad zodat de overeenkomstige curve kan worden getekend aan de hand van twee punten.

5basisgoedDat is een goed dat bij de wijziging van het inkomen slechts beperkt meer of minder zal gekocht worden. De inkomenselasticiteit ligt tussen nul en één.

5complementair goed

Dat is een goed dat een ander goed aanvult omdat het er samen mee gebruikt moet worden of wordt. De kruiselingse elasticiteit tussen de beide goederen is negatief.

5elastischEen goed is prijs- of inkomenselastisch als een wijziging van de prijs of het inkomen tot een relatief grotere wijziging van de hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt is groter dan één.

5inelastischEen goed is prijs- of inkomensinelastisch als een wijziging van de prijs of het inkomen tot een relatief kleinere wijziging van de hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt is kleiner dan één.

5inferieur goedDat goed wordt in mindere mate gekocht, als het inkomen toeneemt. De inkomenselasticiteit is negatief.

5inkomenselasticiteit

EIGEN WOORDEN

proefversie©VANIN

5kruiselingse elasticiteit

Dat is de mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed wijzigt ten gevolge van een wijziging van het inkomen van de gebruiker.

Dat is de mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed wijzigt ten gevolge van een wijziging van de prijs van een ander goed.

5luxegoedHet gebruik van een luxegoed neemt sterk toe als gevolg van een relatief kleinere inkomenswijziging. De inkomenselasticiteit is groter dan één.

LEVELBEGRIP VERKLARING

5perfect elastisch

5perfect inelastisch

De vraag of het aanbod van een goed is perfect elastisch als een minimale wijziging van de prijs de gevraagde of aangeboden hoeveelheid sterk laat wijzigen. De elasticiteitscoëfficiënt is oneindig.

proefversie©VANIN

5prijselasticiteit van de vraag

5prijselasticiteit van het aanbod

5 substitutiegoed

De vraag of het aanbod van een goed is perfect inelastisch als een grote wijziging van de prijs de gevraagde of aangeboden hoeveelheid niet laat wijzigen. De elasticiteitscoëfficiënt is nul.

Dat is de mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed wijzigt als gevolg van een wijziging van de prijs.

Dat is de mate waarin de aangeboden hoeveelheid van een goed wijzigt ten gevolge van een wijziging van de prijs.

Dat is een goed dat een ander goed kan vervangen omdat het hetzelfde nut heeft. De kruiselingse elasticiteit is positief.

5unitair elastisch

Een goed is unitair elastisch als een wijziging van de prijs of het inkomen tot een relatief even grote wijziging van de hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt is één.

Thema 4: De economische kringloop

THEMA De economische kringloop 4 proefversie©VANIN

BLIJFT DE NEXT LEVEL BEHOUDEN?

STEP-UP

Ontleding van een economische kringloop

Wat zijn oorzaken en gevolgen van economische groei?

5 LEVEL 2

37

1

Hoe verhouden de economische aggregaten en de economische kringloop zich?

STEP-IN

1 Werk in groepjes. Je hebt vorig jaar 5 000,00 euro geërfd van een rijke tante uit Amerika. Dat bedrag staat op je zichtrekening bij de bank. Je wilt het sparen en dus niet uitgeven. Wat zijn je mogelijkheden? Bespreek en vul de onderstaande mindmap aan.

proefversie©VANIN

5 000,00 euro sparen

2 Welk spaarmiddel brengt volgens jou het meeste geld op in tien jaar? Maak ook een schatting hoeveel.

3 Wie moet je contacteren als je wilt sparen?

4 Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje.

a Blijf je bij je mening of denk je dat je je 5 000,00 euro op een andere manier zult sparen?

b Als je van mening bent veranderd, waarom?

5 In dit thema doorloop je twee Levels waarin je leert …

1 hoe de totale productie van goederen en diensten in een land wordt bepaald; 2 wat de oorzaken en gevolgen van economische groei zijn.

6 Elk Level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin bestudeer en bereken je een economische kringloop.

LEVEL 1

Hoe verhouden de economische aggregaten en de economische kringloop zich?

INTRO

proefversie©VANIN

1 Bekijk tabel 1. Welk land heeft de grootste economie volgens jou? Waarom?

Tabel 1: Vergelijking totale productie van enkele landen in 2023

Explore 1— Welke productiefactoren ken je nog?

Productiemiddelen

Elke onderneming heeft productiemiddelen nodig om goederen te produceren of diensten te leveren. Een ander woord voor productiemiddel is productiefactor. Productiemiddelen kun je onderverdelen in vier productiefactoren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.

Bestudeer de onderstaande afbeeldingen en lees het interview.

a Welke productiemiddelen worden er zoal gebruikt?

proefversie©VANIN

b Onder welke productiefactor zou je ze plaatsen?

© Shutterstock / Massimo Parisi
We

vroegen Elke Loos (38) uit Hoevene hoeveel zij verdient.

Wat doe je als job?

Ik houd al zeventien jaar samen met mijn man een frituur open. Destijds namen we de plaatselijke frituurwagen over waar we wekelijks frietjes gingen eten. Echt praktisch was zo’n unit niet, je bent immers nooit thuis. Dus hebben we een huis gekocht waar we beneden de frituur konden uitbaten en boven konden wonen. Op die manier valt het werk ook beter te combineren met kinderen. In de frituur verdelen we de taken, maar je moet eigenlijk alles kunnen. Ik zorg voor de bestellingen en de afspraken met de leveranciers, en ik kan ook frietjes bakken natuurlijk!

Doe je je job graag?

Een frituur uitbaten is een aangename job. Ik geniet vooral van de gesprekken met de klanten (al is dat moeilijk tijdens de drukke momenten). Mensen hebben altijd leuke verhalen te vertellen en ik vind het fijn om te luisteren. Zeker wanneer je eerst het verhaal van de moeder hoort en even later de versie van de dochter.

Beroep:frituuruitbaatster

Privé:getrouwd en drie kinderen

Brutoloon:± 7 000 euro

Nettoloon:± 3 500 euro

Extra:/

Kapitaalgoederen

proefversie©VANIN

Velen denken bij de term ‘kapitaal’ aan een hoeveelheid geld. In deze context gaat het echter om economisch kapitaal: gebouwen en machines (vast kapitaal) en voorraden en grondstoffen (vlottend kapitaal), ook wel kapitaalgoederen genoemd.

Elke Loos (38), Hoevene

Explore 2— Wat is een bedrijfskolom?

Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje.

a Hoeveel ondernemingen werken mee aan het product?

proefversie©VANIN

b Voeg de ondernemingen toe aan het onderstaande schema.

Een bedrijfskolom is een overzicht van alle ondernemingen die aan de vervaardiging van een product meewerken. Ze begint met de producent (ontginner, teler of kweker) van de grondstoffen en eindigt met de kleinhandel of detailhandel die het product aan de consument verkoopt. De consument maakt geen deel uit van de bedrijfskolom.

Explore 3— Wat is toegevoegde waarde?

TOEGEVOEGDE WAARDE

Elke onderneming van de bedrijfskolom voegt waarde aan het product toe. Voor de toevoeging van die waarde vraagt elke onderneming een bepaalde vergoeding, de toegevoegde waarde.

BEDRIJFSKOLOM

1 Lees de case over de toegevoegde waarde in de bedrijfskolom van frieten.

De teelt van aardappelen begint met de boer die pootaardappelen plant. Pootaardappelen zijn kleine aardappelen van het jaar voordien. Die beginnen na een tijdje vanzelf te kiemen. Er zijn dus geen aankoopkosten voor die pootaardappelen. De landbouwer verkoopt de aardappelen (nodig voor één bakje friet) voor 0,20 euro aan de aardappelverwerker. De aardappelverwerker wast en schilt de aardappelen en snijdt die tot frieten en vraagt daarvoor 0,80 euro. De frituur verkoopt het bakje friet aan de consument voor 2,00 euro.

2 Vul tabel 2 aan. Je hoeft geen rekening te houden met de btw.

Tabel 2: Toegevoegde waarde (in euro) van frieten

Aardappelboer

Aardappelverwerker

Frituur

Consument

3 Vul de tekst aan.

proefversie©VANIN

TOTALE TW:

De aardappelboer voegt voor euro waarde toe door aardappelen te kweken, gaande van het poten van aardappelen tot het oogsten. De aardappelverwerker voegt op zijn beurt waarde toe door van de aardappelen frieten te maken. Zijn toegevoegde waarde bedraagt euro. De frituur frituurt de frieten en levert dus een extra toegevoegde waarde van euro. De totale toegevoegde waarde bedraagt euro. Dat is ook het bedrag dat de betaalt (btw niet meegerekend).

Output en input

In het geval van frieten zijn de frieten het eindproduct, het finaal goed of de output. De aardappelen zijn het intermediair goed of de inputs. Die laatste zijn de goederen die als input dienen voor de productie van andere goederen en diensten.

Explore 4— Wat als … je alle toegevoegde waarden optelt?

1 Lees de onderstaande case.

Je bevindt je in Frietland, een klein land met slechts drie bedrijven: de aardappelboer, de aardappelverwerker en de frituur. In dat land werden het afgelopen jaar 100 000 bakjes friet verkocht.

2 Vul tabel 3 aan op basis van de gegevens in tabel 2 (Explore 3).

Tabel 3: Toegevoegde waarde (in euro) Frietland

marktwaarde output – intermediaire goederen (inputs)

= toegevoegde waarde

3 Hoeveel omzet hebben de drie ondernemingen samen gerealiseerd?

4 Is die omzet hetzelfde als de toegevoegde waarde? Waarom (niet)?

In het voorbeeld van Frietland heb je de toegevoegde waarde van alle bedrijven in één jaar samengeteld. Dat is het bbp of bruto binnenlands product. In lekentaal noem je dat ook wel ‘de totale productie van goederen en diensten van een land in een jaar’. Het bbp kun je ook berekenen voor regio’s zoals het Vlaamse Gewest of de eurozone.

Het bbp geeft een indicatie van de grootte van de economie van een land of regio. Het is gelijk aan het verschil tussen de marktprijs van de geproduceerde goederen en diensten en de waarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten zoals ingekochte grondstoffen, handelsgoederen en diensten van derden.

Bbp (vervolg)

Ondernemingen produceren goederen of leveren diensten.

proefversie©VANIN

Zij zorgen zo voor toegevoegde waarde.

De som van de toegevoegde waarden is gelijk aan het bbp.

De waarde van de jaarlijkse output is de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten vermenigvuldigd met de marktprijzen. Ook wel gelijk aan het omzetcijfer als alle geproduceerde goederen ook effectief verkocht werden.

Wanneer je dat toepast op België, krijg je voor het jaar 2022:

waarde output – intermediair verbruik

= toegevoegde waarde + productgebonden belastingen – productgebonden subsidies = bbp tegen marktprijzen

1 244 290,9 miljoen euro – 736 091,2 miljoen euro = 508 199,7 miljoen euro + 59 591,8 miljoen euro – 4 247,9 miljoen euro = 563 543,6 miljoen euro

5 Hoeveel bedraagt het meest recente bbp van de volgende landen? Gebruik het internet. Noteer waar je die gegevens gevonden hebt.

België

Nederland

Duitsland

Verenigde Staten

China

Qatar

Luxemburg

Zwitserland

Explore 5— Wat zijn de bruto en de netto toegevoegde waarde?

1 Wanneer je het bbp berekent op basis van de totale productie – er zijn ook nog andere manieren – dan gaat het over de productie van consumptiegoederen en van investeringsgoederen.

a Geef een voorbeeld van een consumptiegoed.

proefversie©VANIN

b Geef een voorbeeld van een investeringsgoed.

2 Bij de investeringen is er een onderscheid tussen bruto- en netto-investeringen. Lees het vervolg van de case van de aardappelboer.

De aardappelboer heeft momenteel één tractor die hij dagelijks gebruikt, maar die is al enkele jaren oud en dus aan vervanging toe. Daarom zal hij een nieuwe tractor ter vervanging kopen. Daarnaast merkt hij dat de vraag naar aardappelen fel gestegen is waardoor hij een extra tractor nodig heeft. Om er zeker van te zijn dat hij aan de vraag van de frituren en dus van de aardappelverwerkers kan voldoen, teelt hij extra aardappelen om zo voldoende aardappelen te kunnen aanleggen die hij dan in het magazijn bewaart.

a Wat is in dit verhaal:

 de vervangingsvestering?

 de uitbreidingsinvestering?

 de voorraad?

b Wat zorgt bij de aardappelboer voor een toename van de productie?

c Wat zorgt bij de aardappelboer niet voor een toename van de productie?

Bruto-investeringen

Bruto-investeringen bestaan uit vervangingsinvesteringen en netto-investeringen. De netto-investeringen zijn de uitbreidingsinvesteringen vermeerderd met de toename van de voorraad of verminderd met de afname van de voorraad.

proefversie©VANIN

Bruto-investeringen

Vervangingsinvesteringen

Netto-investeringen

Uitbreidingsinvesteringen Voorraadwijzigingen

Een vervangingsinvestering zorgt dus niet voor een verhoging van de productie. Daarom spreek je ook over brutoproduct en nettoproduct.

Het brutoproduct is de waarde van de verkochte consumptiegoederen en de waarde van de bruto-investeringen.

het nettoproduct = brutoproduct – de vervangingsinvesteringen

Of: het nettoproduct is de waarde van consumptiegoederen plus de waarde van de netto-investeringen.

3 Geef nog een voorbeeld van:

a een vervangingsinvestering voor de frituur.

b een uitbreidingsinvestering voor de frituur.

Netto toegevoegde waarde

Goederen zoals een tractor, een magazijn of een gebouw, een bureau, machines, computers … zijn onderhevig aan slijtage door gebruik of gewoon door veroudering. Om die waardedaling op te vangen kunnen bedrijven jaarlijks een bepaald percentage van zulke goederen afschrijven.

Bij de bruto toegevoegde waarde is er nog geen rekening gehouden met de kosten van afschrijvingen van de gebruikte investeringsgoederen. Wat er na aftrek van afschrijvingen overblijft, is de netto toegevoegde waarde Afschrijvingen zijn enerzijds een boekhoudkundige manier om de kosten van investeringen te spreiden over meerdere jaren, en anderzijds een manier om de waardevermindering van goederen (activa) over een bepaalde periode weer te geven.

Stel dat de aardappelboer een tractor van 100 000,00 euro aankoopt en dat landbouwvoertuig volledig in de kosten van het boekjaar meerekent, dan zal zijn winst voor dat boekjaar flink lager liggen. Dat is eigenlijk niet eerlijk omdat hij die tractor misschien wel tien jaar in zijn onderneming zal gebruiken.

Daarom zijn er afschrijvingen: om de kosten van de aankoop (in het tractorvoorbeeld 100 000,00 euro) over de levensduur van het voertuig te spreiden. Als het voertuig tien jaar wordt gebruikt, zal de boer ieder jaar 10 000,00 euro in kosten boeken en wordt de kostprijs gespreid over de verschillende jaren. Door het gebruik en de veroudering van de tractor zal zijn waarde ieder jaar ook dalen. Door het landbouwvoertuig jaarlijks 10 000,00 euro af te schrijven geeft de boer in de boekhouding eveneens aan dat het voor 10 000,00 euro in waarde vermindert.

4 Vul het schema aan. Kies uit: inkopen – netto – afschrijving – bruto – omzet

toegevoegde waarde

proefversie©VANIN

toegevoegde waarde

Explore 6— Welk kosten moeten uit de toegevoegde waarde worden betaald?

1 Om te produceren heeft een bedrijf productiefactoren nodig. Welke productiefactoren zijn er?

proefversie©VANIN

Rente: De vergoeding die je krijgt, wanneer je geld uitleent. Banken rekenen rente aan als ze geld uitlenen.

Huur: De vergoeding die je bij de verhuur van een gebouw ontvangt.

Loon: De vergoeding voor arbeidt die je levert.

Pacht: De vergoeding die je krijgt, wanneer je grond ter beschikking stelt.

Winst: Het geld dat overblijft, nadat je de kosten van de inkomsten afgetrokken hebt. Het is de vergoeding voor de productiefactor ondernemerschap.

2 Een onderneming moet de leverancier van een productiefactor vergoeden. Doordat ondernemingen waarde toevoegen aan het product, kunnen ze die kosten betalen uit de (bruto) toegevoegde waarde. Vul aan welke vergoeding er voor welke productiefactor is. Kies uit :

rente – huur – loon – pacht – winst

PRODUCTIEFACTOREN

VERGOEDING

RENTE, HUUR, LOON, PACHT EN WINST

Bruto toegevoegde waarde

De bruto toegevoegde waarde gebruikt het bedrijf voor de beloning van de productiefactor arbeid (loon), van de productiefactor kapitaal (rente, huur en pacht), van de productiefactor ondernemerschap (winst) en om de versleten kapitaalgoederen te vervangen (afschrijvingen).

proefversie©VANIN

3 Vul het schema aan.

De frituur heeft 48 000,00 euro loonkosten. Daarnaast heeft ze een huurlast voor de gebouwen van 16 000,00 euro. De afschrijvingen van de machines bedragen 12 000,00 euro en de aankoop van aardappelen bij de aardappelverwerker bedraagt 80 000,00 euro. De huur van de parking kost 6 000,00 euro. Op een lening bij de bank voor de aankoop van een magazijn wordt jaarlijks 3 200,00 euro rente betaald. De frituur heeft voor 200 000,00 euro frieten verkocht.

OMZET € – inkopen

= € bruto toegevoegde waarde

afschrijving

Explore 7— Wat als … er inflatie was?

netto toegevoegde waarde

1 Bekijk aandachtig tabel 4 met de cijfers van het bbp van België. Zowel de tweede als de derde kolom zijn cijfers van het bbp, en toch verschillen die cijfers.

a Overloop beide kolommen en vergelijk ze jaar per jaar.

b Welk jaar valt er jou op?

c Wat valt er op?

Tabel 4: Bruto binnenlands product België (prijzen in US-dollar)

BBP TEGEN

LOPENDE PRIJZEN

BBP TEGEN CONSTANTE PRIJZEN (2015)

2006408 259 840 869 412 928 965 822

2007470 922 156 309 428 111 873 071

2008517 328 087 920 430 025 228 051

2009483 254 171 098 421 335 523 092

2010481 420 882 905 433 403 805 754

2011523 330 354 138 440 747 893 480

2012496 152 879 925 444 005 978 083

2013521 791 015 247 446 045 040 874

2014535 390 200 131 453 086 009 677

2015462 335 574 841 462 335 574 841

2016476 062 757 357 468 191 916 732

2017502 764 720 556 475 774 660 680

2018543 299 066 999 484 305 039 589

2019535 865 804 350 495 157 518 026

2020526 021 513 474 468 892 019 366

2021600 904 461 226 501 376 781 583

2022583 613 982 019 516 491 897 594

2023632 216 577 075 523 542 297 258

Bron: Eurostat

Dat de cijfers van het bbp tegen lopende prijzen en tegen constante prijzen verschillen, heeft te maken met inflatie. De prijs van bepaalde goederen en diensten kan stijgen of dalen. Als er een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten is, is er sprake van inflatie. Dat betekent dat je vandaag voor 100,00 euro minder kunt kopen dan een jaar geleden. Met andere woorden: door inflatie wordt de munt in de loop van de tijd minder waard. Wanneer je de gemiddelde prijsstijging berekent, dan ken je aan de prijs van goederen en diensten waaraan je meer geld uitgeeft (zoals elektriciteit), meer gewicht toe dan aan de prijs van een product waaraan je minder besteedt (bv. suiker, postzegels).

Good to know

In de jaren twintig van de vorige eeuw was er in Duitsland een hyperinflatie: de prijzen stegen elke dag en het geld devalueerde razendsnel. Op het hoogtepunt waren de prijzen tienmaal zo hoog als de dag voordien.

De oorzaak van de inflatie was dat de Fransen het Ruhrgebied bezetten om de herstelbetalingen, vastgelegd in het Verdrag van Versailles, af te dwingen. Daarop gingen de Duitse arbeiders in staking.

De Duitse overheid probeerde de slechte economische toestand te verhelpen door massaal geld uit te geven waardoor de waarde van de mark (de toenmalige Duitse munt) pijlsnel daalde. Zo snel dat lonen bijna dagelijks moesten uitbetaald worden. Om tegemoet te komen aan het nijpende geldgebrek gaven veel plaatselijke overheden hun eigen biljetten uit die slechts ter plekke uitgegeven konden worden. Er waren zelfs bankbiljetten met een waarde van één miljard mark waarmee je bijna niets kon kopen, je kon er hoogstens de kachel mee aansteken, zei men.

2 In tabel 5 staan de inflatiecijfers van de laatste jaren. Zoek het meest recente inflatiecijfer op en vul dat in de laatste kolom aan. Gebruik het internet.

Tabel 5: Inflatiecijfers

proefversie©VANIN

3,52,81,10,30,62,02,12,11,40,72,49,64,1

3 Lees de case van Fruitlandia.

Naast Frietland ligt een ander klein land, Fruitlandia. In Fruitlandia worden slechts drie producten geproduceerd en verkocht: avocado’s, citroenen en mango’s.

Bron: NBB

4

Lees aandachtig het kenniskader. Beantwoord de vragen aan de hand van tabel 6.

a Bereken het bbp tegen lopende prijzen voor het jaar 2024 en 2025 voor Fruitlandia.

proefversie©VANIN

b Bereken de procentuele stijging van het bbp.

Tabel 6: Prijzen en hoeveelheden avocado’s, citroenen en mango’s

Formule toegevoegde waarde

Je berekent de toegevoegde waarde in een land in een jaar als volgt:

Stap 1: Bereken de omzet. De formule voor omzet ken je al: prijs * hoeveelheid

Stap 2: Trek de kosten voor de intermediaire goederen ervan af.

Zo krijg je de toegevoegde waarde (berekend met de prijzen van dat jaar).

Dat gebeurt dan ieder jaar opnieuw, met de prijzen van datzelfde jaar.

Stap 3: Giet dat in een formule:

y t = ∑ i pit qit

Waarbij yt = bbp in jaar t pit = de prijs van het product i in jaar t qit = de verkochte hoeveelheid van het product i in jaar t

Pas je dat toe op Fruitlandia voor het jaar 2025 dan is dat: y 2025 = pavocado s 2025 * qavocado s 2025 + pcitroenen 2025 * qcitroenen 2025 + pmango s 2025 * qmango s 2025

Formule toegevoegde waarde zonder infl atie

Wil je het prijseffect en dus de inflatie uitschakelen, dan moet je de prijzen van een bepaald referentiejaar nemen. In formulevorm geeft dat:

y 2025 = pavocado s 2024 * qavocado s 2025 + pcitroenen 2024 * qcitroenen 2024 + pmango s 2025 * qmango s 2025

Op die manier is er tussen 2024 en 2025 geen prijseffect.

proefversie©VANIN

c Bereken het bbp tegen constante prijzen voor het jaar 2024 en 2025 voor Fruitlandia. 2024 is het referentiejaar.

d Bereken opnieuw de procentuele stijging van het bbp.

5 Bekijk opnieuw tabel 4 op bladzijde xxx.

a Welke kolom geeft een waarheidsgetrouw beeld van de evolutie van het bbp?

b Waarom?

c Noteer de jaarlijkse procentuele verandering voor het bbp in constante prijzen vanaf 2013 in de tabel.

Bbp tegen lopende en constante prijzen

Het bbp tegen lopende prijzen wordt ook wel het nominaal bbp genoemd. Het bbp tegen constante prijzen wordt ook wel het reëel bbp of bbp naar volume genoemd.

Explore 8— Wat zijn de componenten en de samenstelling van het bbp?

1 Bekijk de inmiddels vertrouwde economische kringloop. Welke economische spelers zie je?

proefversie©VANIN

Tip:

Wat geproduceerd wordt, wordt ook op de een of andere manier geconsumeerd en dus verkocht. Ga ervan uit dat er geen eindvoorraden zijn.

Gezinnen

Overheid

Financiële instellingen

Formule bbp versus economische kringloop

Bedrijven

Buitenland

Alle goederen en diensten die geproduceerd worden, worden aan de economische spelers verkocht.

Voor elk van die economische spelers gebruik je een specifieke term en een specifiek symbool:

C: Gezinnen consumeren.

I: Bedrijven investeren.

G: De overheid besteedt.

X: Het buitenland importeert goederen.

IM: Goederen worden geïmporteerd.

Dus om te weten wat je netto exporteert, gebruik je de formule X – IM.

Als je weet dat de totale productie in een land (het bbp) ook geconsumeerd wordt, dan krijg je de formule: bbp = C + I + G + (X – IM)

2 Bekijk de componenten van het bbp in tabel 7. Hoeveel bedraagt het bbp van België?

Tabel 7: Componenten van het bbp

proefversie©VANIN

BELGIË 2023 (IN MILJOEN EURO)

Consumptieve bestedingen (C)

Overheidsbestedingen (G)

Investeringen (I)

Uitvoer van goederen en diensten (X)

Invoer van goederen en diensten (IM)

Bruto binnenlands product

Bron: NBB

307 645,0

141 204,9

145 789,8

501 887,2

505 462,9

591 064

3 Verwerk de gegevens van tabel 7 in een cirkeldiagram op papier of met een rekenblad. Gebruik de nettouitvoer voor de samenstelling, die bereken je door de formule export – import.

Procentuele verdeling componenten van bbp-besteding

Consumptieve bestedingen (C)

Overheidsbestedingen (G)

Investeringen (I)

Netto-uitvoer (X –IM)

4 Bestudeer tabel 8. Welke evolutie zie je wanneer je het bbp per sector uitsplitst?

Tabel 8: Bijdragen van elke hoofdsector aan het bbp

proefversie©VANIN

Bron: NBB

5 Ga naar iDiddit. Bekijk de tabel met hoeveel elke bedrijfstak bijdraagt aan de toegevoegde waarde in België.

a Welke bedrijfstak draagt het minst bij aan de toegevoegde waarde in ons land? Waarom is dat volgens jou?

b Welke bedrijfstak draagt het meest bij aan de toegevoegde waarde in ons land?

Explore 9— Betekenen nationaal en binnenlands hetzelfde?

1 Lees het vervolg van de case van Frietland en Fruitlandia.

Frietland en Fruitlandia zijn buurlanden. Een aantal inwoners uit beide landen werken in het buurland. Rachid en Cas wonen in Fruitlandia maar werken bij de aardappelverwerker van Frietland. Marie en Salima wonen in Frietland en werken bij de fruittelers van Fruitlandia.

2 Vervolledig de onderstaande zinnen.

a De productie die Rachid en Cas realiseren, behoort tot het bbp van

b De productie die Marie en Salima realiseren, behoort tot het bbp van .

c Het inkomen dat Rachid en Cas krijgen, krijgen ze van .

d Het inkomen dat Marie en Salima krijgen, krijgen ze van

proefversie©VANIN

Omwille van grensarbeid is er een onderscheid tussen het bruto binnenlands product en het bruto nationaal product (bnp). Het bbp verwijst naar het grondgebied, het bnp naar de inwoners.

Het bnp (van België bijvoorbeeld) is het bbp vermeerderd met de primaire inkomens die de inwoners van het land ontvangen uit het buitenland en verminderd met de primaire inkomens die het land aan de inwoners van het buitenland betaalt.

In formulevorm is dat: bbp

+primaire inkomens ontvangen van het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland = bnp

3 Pas die kennis nu toe op Fruitlandia en Frietland.

Explore 10— Hoe evolueert het bbp jaarlijks?

Welvaart is de mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. Wie erin slaagt schaarste te verminderen, gaat erop vooruit. De welvaart neemt toe. Wanneer er economische groei is, neemt de welvaart dus toe. Reële economische groei betekent immers dat er meer goederen en diensten voorradig zijn die de consument kan kopen. Je kunt dus beter in je behoeften voorzien. Je kijkt daarbij naar een toename van het bbp waarbij de inflatie wordt weggelaten. Welvaart

1 Op grafiek 1 zie je twee diepere dalen in de evolutie van het bbp. Welke gebeurtenissen liggen aan de grondslag daarvan?

Grafiek 1: Evolutie van het bbp in België

Bron: NBB

Als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is dat ze tot een inkrimping van het reëel bbp leidt en een negatieve groei veroorzaakt voor minstens twee kwartalen, is er sprake van recessie.

2 Noteer de veranderingspercentages van het bbp in volume voor de onderstaande kwartalen. Gebruik de statistieken van de NBB.

KWARTAAL 4 2008 KWARTAAL 1 2009 KWARTAAL 2 2009 KWARTAAL 3 2009

proefversie©VANIN

KWARTAAL 4 2023

KWARTAAL 1 2024 KWARTAAL 2 2024

KWARTAAL 3 2024

KWARTAAL 4 2024

Good to know

Een groeipercentage van 1 % betekent dat er om de 70 jaar een welvaartsverdubbeling is. Een groeipercentage van 3,50 % betekent dat er om de 20 jaar een welvaartsverdubbeling is.

Bbp per inwoner

Je kunt het bbp niet gebruiken om de welvaart te vergelijken. Het bbp van Duitsland is bijna tien keer zo groot als dat van België. Daarom gebruik je om welvaart te vergelijken het bbp per capita of het bbp per inwoner.

3 Bestudeer tabel 9 met het bbp per inwoner (in euro) van enkele landen. Wat stel je vast als je het bbp van de verschillende landen vergelijkt met het bbp per capita?

Tabel 9: Bbp (in euro) per inwoner in 2023

België

340

290

700

460

620

750

880

320

proefversie©VANIN

870

Bron: Eurostat

4 Zoek voor het meest recente jaar het bbp tegen constante prijzen op van België alsook het aantal inwoners. Bereken nu het bbp per inwoner.

TO THE POINT

Bedrijfskolom

proefversie©VANIN

aardappelboer

aardappelverwerkingsbedrijf

frituur

Alle ondernemingen voegen waarde toe aan een product of dienst. Wanneer een grondstof een hele bedrijfskolom doorloopt tot het een afgewerkt product vormt, zullen alle bedrijven die tot die bedrijfskolom behoren, waarde toevoegen aan het product.

Toegevoegde waarde

Voor het toevoegen van die waarde aan een grondstof of product, vragen de bedrijven een vergoeding. Dat heet de toegevoegde waarde.

Het eindproduct van de bedrijfskolom wordt ook het finaal goed of de output genoemd. Goederen en diensten die nodig zijn om de producten te produceren, zijn intermediaire goederen of inputs

De totale waarde van de verkopen van een onderneming is de omzet. Die wordt berekend door de prijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid die verkocht wordt. Om de toegevoegde waarde te berekenen, worden van die omzet de kosten van de intermediaire goederen afgetrokken.

y t = ∑ i pit qit

waarbij

yt = bbp in jaar t pit = de prijs van het product i in jaar t qit = de verkochte hoeveelheid van het product i in jaar t

Bruto binnenlands product

Wanneer je alle toegevoegde waarden van alle bedrijven in een land in een jaar optelt, krijg je het bbp of bruto binnenlands product. Daarbij gaat het om de productie van consumptiegoederen en van investeringsgoederen

Bij investeringsgoederen heb je enerzijds vervangingsinvesteringen: oude machines worden vervangen door nieuwe. Dat zorgt meestal niet voor een toename van de productie. Anderzijds heb je uitbreidingsinvesteringen en een toename van de voorraad van artikelen. Die zorgen wel voor een toename van de productie en dus van het bbp.

Zo zijn er aan de ene kant de netto-investeringen, die verwijzen naar de uitbreidingsinvesteringen en de toename of afname van de voorraad. Aan de andere kant heb je de bruto-investeringen, die bestaan uit de netto-investeringen en de vervangingsinvesteringen.

Bruto en netto toegevoegde waarde

Kapitaalgoederen zoals machines en gebouwen verouderen en zijn op een bepaald moment aan vervanging toe. Bedrijven kunnen die veroudering jaarlijks in de vorm van afschrijvingen inbrengen als kosten. Afschrijvingen geven aan dat de waarde van een kapitaalgoed elk jaar door veroudering daalt.

netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen

De bruto toegevoegde waarde gebruikt het bedrijf voor de beloning van de productiefactor arbeid (loon), van productiefactor kapitaal (rente, huur en pacht), van de productiefactor ondernemerschap (winst) en om de versleten kapitaalgoederen te vervangen (afschrijvingen).

Inflatie

Op een jaar tijd stijgen sommige prijzen terwijl andere dalen. Wanneer het prijspeil gemiddeld genomen stijgt, is er inflatie. Wanneer je echter het bbp berekent, en je gebruikt de prijzen van het jaar zelf, kan het zijn dat de stijging van het bbp eerder te wijten is aan de stijging van de prijzen dan aan de stijging van de productie(hoeveelheid). Daarom maak je een onderscheid tussen bbp tegen constante prijzen (of reëel bbp, bbp naar volume) en bbp tegen lopende prijzen (of nominaal bbp).

Bij het bbp tegen constante prijzen worden de prijzen van een bepaald referentiejaar gebruikt om het bbp van de jaren nadien te berekenen. Op die manier wordt het prijseffect weggelaten.

Samenstelling en componenten van het bbp Wanneer je het bbp uitsplitst, merk je dat het grootste deel van de totale productie (het bbp dus) door de consumenten en door het buitenland geconsumeerd wordt. Natuurlijk moet je ook rekening houden met de import en dus bereken je de netto-export door de export te verminderen met de import. Splits je het bbp uit over de hoofdsectoren, dan levert de tertiaire sector de grootste brok van het bbp. Groothandel en kleinhandel leveren als bedrijfstak dan ook de grootste bijdrage.

Nationaal versus binnenlands

Daar waar het bbp verwijst naar het grondgebied, verwijst het bruto nationaal product of bnp naar de inwoners. Het bnp (van België bijvoorbeeld) verkrijg je door de volgende formule toe te passen:

bbp + primaire inkomens ontvangen van het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland = bnp

Welvaart

proefversie©VANIN

Welvaart is de mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. Als je erin slaagt schaarste te verminderen, ga je erop vooruit en neemt de welvaart toe. Wanneer er dus economische groei is, neemt de welvaart toe. Reële economische groei betekent immers dat er meer goederen en diensten voor de consument voorradig zijn. Als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is dat ze leidt tot een inkrimping van het reëel bbp en een negatieve groei veroorzaakt voor minstens twee kwartalen, spreek je van een recessie.

Wil je de welvaart van landen onderling vergelijken, dan moet je het bbp per inwoner berekenen, ook wel bbp per capita genoemd.

Action 1— Welke productiefactoren herken je?

Ga naar iDiddit. Bekijk het filmpje over de productie van de auto.

a Noteer de volgende items bij de juiste productiefactor. Kies uit: machines – rubber – robots –voertuiginspecteurs – gebouw

b Geef zelf nog enkele voorbeelden voor elke productiefactor.

© Shutterstock / BigTunaOnline

proefversie©VANIN

Action 2— Hoe bereken je het bbp en bnp?

1 Bekijk aandachtig tabel 10 en 11.

a Bereken het nominaal bbp voor het land Olivië en voor Grapeland in jaar 3.

b Bereken in tabel 12 het bbp tegen constante prijzen voor beide landen voor jaar 1, 2 en 3 met de prijzen van jaar 1 als referentiejaar.

Tabel 10: Productie groene en zwarte olijven in het land Olivië

Tabel 11: Productie witte en rode druiven in het land Grapeland

proefversie©VANIN

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

Tabel 12: Bbp (in euro) van Olivië en Grapeland

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

2 In jaar 3 betaalt Olivië 3 000,00 euro aan primaire inkomens aan Grapeland. Grapeland betaalt 5 000,00 euro aan primaire inkomens aan Olivië. Bereken het bnp van beide landen voor jaar 3.

Action 3— Waar vind je online de cijfers over het bbp?

Ga naar de website van de Nationale Bank van België en kies ‘Statistieken’.

a Zoek de evolutie van het bbp van de laatste tien jaar. Exporteer die tabel naar een werkblad en maak er een kolomgrafiek van. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad.

b Zoek de evolutie van de toegevoegde waarde volgens de productiebenadering van de laatste vijf jaar. Daar zie je hoeveel de totale output, het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde bedroeg. Exporteer de tabel naar een werkblad.

c Geef beide bestanden een duidelijke naam en bewaar ze in je portfolio.

Action 4— Hoe verklaar je de evolutie van het bbp van België?

In de evolutie van het bbp van België zijn er meerdere perioden met een negatieve groei. Onderzoek de oorzaak van die felle daling in het bbp in een van deze jaren: 1975, 1981, 1993, 2001-2002, 2008-2009, 2020.

a Werk in groepjes. Elk groepje krijgt een jaartal toegewezen.

b Maak een presentatie van je onderzoek. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van PowerPoint.

c Stel je onderzoek voor aan de klas.

d Houd rekening met de onderstaande evaluatiecriteria.

e Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

EVALUATIEFICHE

ONDERZOEK NEGATIEVE GROEI BBP

Correcte verklaring evolutie bbp

Voldoende uitgebreide verklaring

evolutie bbp

Overzichtelijke opbouw presentatie

Vlotte mondelinge toelichting

Oogcontact

Correct Nederlands

TOTAAL

Action 5— Hoe bereken je de bruto en netto toegevoegde waarde?

proefversie©VANIN

1 Lees aandachtig de onderstaande case. Vul het schema in om de bruto en de netto toegevoegde waarde en de winst te berekenen.

A.S.Adventure.edu in Wommelgem tekende het afgelopen jaar volgende kosten en inkomsten op. De winkel huurt er een gebouw voor 120 000,00 euro. Er loopt een lening bij de bank van 200 000,00 euro waarop jaarlijks 6 000,00 euro rente betaald wordt. De winkel heeft 550 000,00 euro loonkosten en de afschrijvingen bedragen 50 000,00 euro. Voor de aankoop van goederen (inclusief diensten) bij de leveranciers heeft ze 400 000,00 euro betaald. De onderneming heeft voor 1 500 000,00 euro goederen verkocht.

OMZET € – inkopen € = € bruto toegevoegde waarde – € afschrijving

€ netto toegevoegde waarde

2 Lees aandachtig de onderstaande case en bereken de bijdrage aan het bbp van de volgende onderneming.

Een onderneming verkoopt de door haar geproduceerde goederen voor 420 000,00 euro. De onderneming koopt voor 160 000,00 euro aan goederen en diensten aan bij leveranciers. Daarnaast betaalt ze 95 000,00 euro aan lonen en 21 000,00 euro aan interesten.

Action 6— Is het bbp een goede welvaartsindicator?

Good to know

Door de jaren heen is er heel wat kritiek gekomen op het bbp als welvaartsindicator. Kuznets, de bedenker van het bbp, waarschuwde er zelf voor dat je bbp niet mag verwarren met welvaart. Het bbp is een maatstaf voor economische activiteit, niet voor economisch of sociaal welzijn. Toch zijn veel mensen het bbp als een indicator voor (economische) vooruitgang gaan zien. Onder hen veel economen, politici en media. Het concept van het bbp werd en wordt vaak gebruikt om de levenskwaliteit in verschillende landen te vergelijken, hoewel het daar eigenlijk weinig over zegt. In feite komt het erop neer dat het bbp niet alles meet; wat het bbp wel meet, meet het bbp verkeerd en het is bovendien geen goede welvaartsindicator.

Werk in drie groepen. Elke groep gaat met een andere bron aan de slag.

a Ga naar iDiddit en raadpleeg de bron die je groepje toegewezen kreeg.

b Beantwoord de volgende vraag uitvoerig: is het bbp een goede welvaartsindicator? Waarom (niet)?

c Bespreek de antwoorden klassikaal. Noteer ze hier.

Action 7— Welke alternatieve instrumenten zijn er om welvaart te meten?

Werk in vier groepen. Elke groep gaat met een ander alternatief voor het bbp als welvaartsindicator aan de slag.

a Wat is het verschil tussen het bbp als welvaartsindicator en de welvaartsindicator van jouw groep. Onderzoek volgens de OVUR-methode en raadpleeg het internet.

WELVAARTSINDICATOR

Groep 1ISEW: Index of Sustainable Economic Welfare

Groep 2Green GDP

Groep 3Human Development Index (HDI)

Groep 4Bruto Nationaal geluk

b Presenteer je bevindingen voor de klas.

c Ga naar iDiddit. Je vindt er een beoordelingsfiche voor jezelf en je groepsgenoten.

STAP

O Oriërenten

V Voorbereiden

proefversie©VANIN

U Uitvoeren

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE ONDERZOEKSVRAAG

De onderzoeksvraag luidt:

‘Op welke manier verschilt mijn toegewezen welvaartsindicator met name ... met het gebruik van het bbp?’

 Doe aan deskresearch: je gaat op zoek naar bestaande bronnen en onderzoeken.

 Welke bronnen heb je nodig?

 Welke zoektermen kun je gebruiken?

R Reflecteren

 Maak een taakverdeling onder de groepsleden. Wie doet wat wanneer? Noteer dat in een tabel.

 Lees je bronnen.

 Markeer of noteer wat je wilt gebruiken in je antwoord voor dit werk.

 Begrijp je alles wat je gelezen en genoteerd hebt?

 Heb je een volledig antwoord gevonden?

 Presenteer je bevindingen. Dat kan met een presentatieprogramma, in een tekst, aan de hand van een journaal, een interview …

 Is de onderzoeksvraag beantwoord?

 Was het antwoord duidelijk voor de rest van de klas?

 Heeft iedereen zijn tijd nuttig besteed?

 Wat kun je de volgende keer beter doen?

 Heb je je steentje bijgedragen?

 Hadden jouw groepsgenoten voldoende inbreng en inzet?

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

proefversie©VANIN

1 Ik kan de toegevoegde waarde van een bedrijf berekenen aan de hand van een bedrijfskolom.

2 Ik kan het bbp van een land berekenen aan de hand van cijfers over de toegevoegde waarde.

3 Ik kan de samenstelling van het bbp toelichten.

4 Ik kan cijfermateriaal over het bbp opzoeken.

5 Ik kan het verschil toelichten tussen nominaal en reëel bbp.

LEVEL 2

Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van economische groei?

INTRO

1 Lees het artikel. Waarom moet je het verschil in economische groei tussen de VS en Europa met een korrel zout nemen?

proefversie©VANIN

Europa zat de voorbije jaren op economisch vlak in het verdomhoekje. Toch is het niet al kommer en kwel, wanneer je in detail een vergelijking met de VS maakt. ‘Europa heeft nog veel sterke bedrijven.’

Bbp-groei zegt niet alles, levenskwaliteit telt ook mee Sinds 2019, het jaar voor de pandemie, groeide de Amerikaanse economie met 9,4 procent, de Europese met slechts 3,9 procent (gemeten van 2019 tot 2023). Ruim de helft van dat verschil wordt verklaard door de demografie. In Europa stagneert de arbeidsbevolking, terwijl die in de VS door migratie de voorbije vijf jaar met ruim 3 procent is toegenomen. Als we het bbp meten per capita en nog eens corrigeren voor koopkrachtpariteit (hoeveel je effectief kunt kopen met je geld in een land) zijn de verschillen nog kleiner. Tussen 2019 en 2023 werd een Amerikaan 5,9 procent rijker, een Europeaan 3,6 procent.

Een nog belangrijkere nuance is het bbp gemeten per gewerkt uur. Daar zitten de VS volgens de OESO aan 91,5 dollar, terwijl dat voor tal van Europese landen een pak hoger ligt. Europeanen werken ook veel minder lang: 1 570 uren per jaar tegenover 1 810 uren bij de Amerikanen. Europeanen kiezen ervoor om een deel van de economische groei om te zetten in minder werkuren en meer vakantie, wat zich doorgaans vertaalt in meer levenskwaliteit. De inkomensongelijkheid ligt in de VS ook nog eens veel hoger dan in Europa.

Bron: standaard.be, 2025-01-04

2 In dit Level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van economische groei?

Explore 1— Wanneer is er sprake van economische groei?

Economische groei

Er is sprake van economische groei wanneer de productie op lange termijn toeneemt. Economische groei wordt vaak als maatstaf gebruikt om de welvaart van een land of regio te meten.

Je meet de economische groei aan de hand van het bbp. Dat bbp vergelijk je met de voorgaande jaren: is er een toename of een afname van de economische activiteit in vergelijking met een voorgaande periode?

Een afname van de economische activiteiten, met andere woorden een negatieve economische groei, is een economische krimp. De economie neemt in kracht af ten opzichte van de voorgaande periode. In dit geval is er sprake van negatieve groei.

Bij een toename van economische activiteiten is er economische groei. De economische activiteit neemt toe ten opzichte van de voorgaande periode en er is dus positieve groei?

1 Bestudeer grafiek 1 en 2.

2 Beschrijf de evolutie van de groei.

proefversie©VANIN

Grafiek 1: Economische groei België

Procentuele verandering bbp

Bron: nbb.be

Grafiek 2: Economische groei Vlaanderen

Bron: vlaanderen.be

Explore

2—

Welke impact heeft de bevolking op de economische groei?

Bestudeer grafiek 3, 4 en 5.

a Met hoeveel procent is de bevolking van België gestegen tussen 1995 en 2023?

b Met hoeveel procent is het aantal werkzame personen in België gestegen tussen 1995 en 2023?

proefversie©VANIN

c Hoe is de werkgelegenheidsgraad geëvolueerd? Leg uit.

Grafiek 3: Bevolking België (* 1000)

Bron: nbb.be

Grafiek 4: Werkgelegenheid België (aantal werkenden * 1 000)

proefversie©VANIN

Grafiek 5: Werkgelegenheidsgraad België

%

%

%

%

proefversie©VANIN

0,0 % 10,0 % 20,0 % 30,0 % 40,0 %

Bron: nbb.be

Bevolkingsgroei en beroepsbevolking

Er is economische groei wanneer er meer geproduceerd wordt. Een eerste oorzaak van meer productie is een stijging van de beroepsbevolking die gepaard gaat met de bevolkingsgroei. Een tweede oorzaak is dat de bestaande beroepsbevolking meer uren klopt om meer te produceren.

Op korte termijn kan de beroepsbevolking (de werkenden en werklozen) enkel groter worden, wanneer de participatiegraad van de beroepsbevolking toeneemt. Wanneer er meer arbeid is, wordt er meer geproduceerd en is er dus meer groei. Op langere termijn zou de bevolking kunnen groeien wanneer het aantal geboortes het aantal sterfgevallen overtreft. Een toenemende bevolking zal dus op langere termijn zorgen voor meer beroepsbevolking. Een grotere bevolking zorgt ook voor meer vraag naar producten wat zorgt voor groei.

Explore 3— Welke impact heeft de kapitaalvorming op de economische groei?

Kapitaalgoederenvoorraad

In het vorige thema heb je geleerd dat op korte termijn enkel de productiefactor arbeid variabel is. Op langere termijn kan ook de vaste productiefactor uitbreiden. Het duurt soms lang om nieuwe fabrieksgebouwen of grote machines te installeren. Wanneer de kapitaalgoederen per arbeider toenemen, neemt ook de arbeidsproductiviteit toe. Meerdere machines kunnen bijvoorbeeld door meer arbeiders bediend worden. Een productieproces waarin handgereedschap gebruikt wordt, kan mooie zaken voortbrengen.

Maar wanneer aan een productieproces een grote hoeveelheid aan kapitaal per arbeider wordt toegevoegd, zal de productiviteit ervan stijgen. Zo is er een enorme toename geweest door toevoeging van kapitaalgoederen in de landbouw, in textielbedrijven, in ijzerertssmeltovens, in autofabrieken enzovoort.

Investeringen zorgen voor de uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad of het fysieke kapitaal en dus ook voor de productiecapaciteit. Investeringen in kapitaalgoederen zijn dus noodzakelijk voor de productiviteit.

De kapitaalgoederenvoorraad is de som van de waarden van alle vaste activa. Dat zijn geproduceerde materiële en immateriële vaste activa, die langer dan ee jaar, herhaaldelijk of voortdurend worden gebruikt. Enkele voorbeelden van materiële vaste activa zijn woningen en andere bouwwerken, vervoermiddelen, machines, werktuigen. Voorbeelden van immateriële vaste activa zijn computerprogramma’s en originele werken van beeld, muziek en woord, zoals liedjes of boeken.

1 Bestudeerd grafiek 6. Met hoeveel procent is de kapitaalgoederenvoorraad tussen 2000 en 2023 gestegen?

Grafiek 6: Evolutie kapitaalgoederenvoorraad België

2 Bestudeer grafiek 7.

a Er zijn heel wat redenen om te investeren in kapitaalgoederen. Wat waren de belangrijkste redenen in de verwerkende nijverheid om te investeren in kapitaalgoederen?

proefversie©VANIN

b Wat zou ‘rationalisatie van het productieproces’ kunnen betekenen? Gebruik eventueel het internet.

c ‘Uitbreiding van de kapitaalgoederen’ is de minst voorkomende reden. Is dat een positief of negatief teken? Leg uit.

d Wat zouden andere doelen kunnen zijn?

Grafiek 7: Doel van investeringen België 2024

Bron: nbb.be, 2024-12-09

Explore

4— Welke impact heeft

onderwijs en opleiding op de economische groei?

proefversie©VANIN

Onderwijs en opleiding

Wanneer mensen goed geschoold en goed opgeleid zijn, kunnen ze sneller en efficiënter werken en dat komt de productiviteit ten goede. Je kunt dat als menselijk kapitaal beschouwen. Onderwijs en opleiding zijn nodig om ervoor te zorgen dat machines kunnen bediend en hersteld worden, dat een team kan gemanaged en geleid worden, dat uitvindingen kunnen gedaan worden. Hoe hoger je opgeleid en geschoold bent, hoe beter je je kunt aanpassen aan veranderingen en dus hoe productiever je kunt zijn op lange termijn.

1 Bestudeer grafiek 8. Wat stel je vast?

Grafiek 8: Onderwijsniveau België 2021 (bevolking tussen 25 en 64 jaar)

Bron: statbel.fgov.be, census 2024; 2024-05-22

2 Bestudeer grafiek 9. Wat stel je vast?

Grafiek 9: Evolutie onderwijsniveau België 2011-2021 (bevolking tussen 25 en 64 jaar)

Bron: statbel.fgov.be, census 2024; 2024-05-22

Explore 5— Welke impact heeft

technologische vooruitgang

op de economische groei?

Technologische vooruitgang

Technologische ontwikkeling verhoogt de productiviteit van de kapitaalgoederenvoorraad. Zo kun je met eenzelfde hoeveelheid kapitaalgoederen een grotere productiviteit realiseren.

Technologische vernieuwingen komen voort uit enerzijds onderzoek en ontwikkeling en anderzijds door trial-and-error. Technologische innovaties zorgen ervoor dat oude machines, in de brede zin van het woord, vervangen worden door nieuwe, meer geavanceerde toestellen. Denk maar aan paard en kar die vervangen werden door auto’s en tractoren, draagbare cd-spelers werden vervangen door digitale muziek. Technologische innovaties zorgen ervoor dat je met dezelfde hoeveelheid fysiek en menselijk kapitaal en met dezelfde hoeveelheid arbeiders, meer kunt produceren.

Enerzijds zitten technologische veranderingen in betere en nieuwere machines, voertuigen enzovoort. Denk maar aan tansport met het vliegtuig in plaats van met de stoomboot, of aan de digitale in plaats van de papieren databank. Anderzijds zit technologische vooruitgang ook in nieuwe managementstijlen, nieuwe manieren van design en marketing.

proefversie©VANIN

Volgens de Oostenrijkse econoom Schumpeter (1883-1950) zijn innovatie en technologische vooruitgang de drijvende krachten achter economische groei. Door voortdurende technologische ontwikkelingen verdwijnen bepaalde sectoren in de economie om plaats te maken voor nieuwe sectoren, nieuwe technologieën. Ondernemingen die de innovaties niet kunnen bijhouden, worden overbodig en moeten noodgedwongen sluiten. Groei wordt daarom gezien als een voortdurende cyclus van creatie, vernietiging en herstructurering, ofwel creatieve destructie.

Technologische vooruitgang kan alleen als er geïnvesteerd wordt in onderzoek en ontwikkeling.

1 Op grafiek 10 zie je de landen met het hoogste percentage aan uitgaven aan O&O ten opzichte van het bbp. Hoe scoort België?

Grafiek 10: Uitgaven in Research & Development in België als percentage van het bbp (2023) 0,00

proefversie©VANIN

ZwedenBelgiëOostenrijkDuitslandFinlandDenemarkenFrankrijkIerlandSloveniëNederlandZwitserlandIJslandNoorwegenZuid-KoreaVerenigde Staten

Bron: xxxx

Arbeidsproductiviteit

De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid van het reële bbp die per uur geproduceerd wordt. Je berekent de arbeidsproductiviteit door het reëel bbp te delen door het aantal arbeidsuren. Wanneer de arbeidsproductiviteit groeit, zal ook het reëel bbp per capita groeien waardoor ook de levenstandaard toeneemt. De arbeidsproductiviteit wordt beïnvloed door kapitaalinvesteringen, opleiding van mensen en technologische innovaties. De arbeidsproductiviteit kan stijgen door een groei van het fysiek kapitaal, het menselijk kapitaal en technologische vooruitgang.

2 Lees de tekst.

a Welke positieve elementen maken dat België een productief land is?

b Hoe evolueerde de productiviteitsgroei in België. Markeer in de tekst.

Japan China (zonder Hong Kong)

c Wat veroorzaakt een vertraging in de productiviteit?

proefversie©VANIN

België behoort tot de productiefste landen, maar zijn productiviteitsgroei vertraagt. België kan er prat op gaan dat het op meerdere fronten een benijdenswaardige economische positie inneemt. Zijn bevolking beschikt over een hoog scholingsniveau en hoogwaardige vaardigheden, terwijl de Belgische ondernemingen een concurrentievoordeel behouden, met name op het vlak van innovatie. De economie vertoont een aanzienlijke kapitaalintensiteit en het land is een aantrekkelijke bestemming voor tal van multinationale ondernemingen. Al die factoren maken van België een van de productiefste economieën, en dat al vele jaren.

Hoewel bijvoorbeeld de zichtbare arbeidsproductiviteit, die wordt gemeten als het bbp-niveau per gewerkt uur, hoog is, neemt de stijging hiervan echter trendmatig af sinds de jaren zeventig, en die afzwakking werd nog groter tijdens het afgelopen decennium. Terwijl de productiviteitsgroei in de jaren zeventig 4 % beliep, liep hij terug tot 2,5 % in de jaren tachtig, daarna tot bijna 2 % in de jaren negentig en tot minder dan 1 % in de jaren 2000.

Hoewel die vertraging zich in (nagenoeg) alle geavanceerde economieën voordoet, is ze zeer uitgesproken in België. Het is belangrijk te onderstrepen dat de productiviteitsgroei de voorbije jaren een bijzonder traject volgde, dat grotendeels werd beïnvloed door de effecten van de coronacrisis. Gemiddeld over de periode 2020–2022 groeide het Belgische bbp per gewerkt uur met 0,4 %, terwijl de buurlanden gemiddeld 0,3 % optekenden. Volgens de recentste ramingen zou de bbp-groei per gewerkt uur in 2023 laag blijven, op 0,3 %.

De trendmatige vertraging van de productiviteitsgroei kan aan verschillende factoren worden toegeschreven. Een belangrijke factor is de verdienstelijking van de economie, omdat de productiviteit in de diensten gemiddeld beschouwd minder toeneemt dan in de industrie. Bovendien deed die toename zich slechts in een gering aantal ondernemingen voor, met een beperkte verspreiding over de markt als geheel, wat de totale groei belemmerde. Aanzienlijke beperkingen van de concurrentie speelden eveneens een rol. Volgens de indicator 1 van de OESO die het regelgevingskader van een land weergeeft, had België in 2018 (laatste bijwerking van de indicator) een hoger reguleringsniveau (1,69) dan het gemiddelde in de OESO (1,38). Dat verschil was zeer uitgesproken voor de toegang tot bepaalde beroepen, maar ook ten aanzien van de bestaande zware procedures om vergunningen en licenties te verkrijgen bij de oprichting van een start-up.

Het gebrek aan dynamiek bij de oprichting en ontmanteling van bedrijven creëert een stagnerende omgeving en belemmert de optimale reallocatie van de middelen van tanende of inefficiënte ondernemingen naar groeiende of technologisch geavanceerde ondernemingen.

Naar: nbb.be, 2023

5 Bestudeer grafiek 11 en 12. Hoe evolueert de productiviteit?

proefversie©VANIN

Grafiek 11: Bbp per gewerkt uur

Bron: nbb.be, 2023; Gegevens: eurostat en OESO

Grafiek 12: Groei bbp per gewerkt uur

Bron: nbb.be, 2023; Gegevens: eurostat en OESO

Explore 6— Wat zijn gevolgen van economische

groei?

1 Werk in groepen.

a Elke groep neemt een tabel of grafiek voor zijn rekening en beantwoordt de onderzoeksvraag: wat zijn de gevolgen van economische groei volgens de toegewezen bron.

b Bespreek klassikaal en vul de antwoorden van de andere groepen aan.

Groep 1 Grafiek 13: Filezwaarte

Groep 2 Grafiek 14: Evolutie gemiddelde temperatuur

Groep 3 Tabel 1: Afvalproductie in België

Groep 4 Grafiek 15: Evolutie burn-out Vlaanderen

Groep 5

Grafiek 16: Gemiddeld brutomaandloon in euro voor Vlaams Gewest

Grafiek 17: Evolutie beschikbaar inkomen

BRON

Groep 1

Grafiek 13: Filezwaarte Vlaams Gewest vanaf april 2012, kilometeruren per werkdag (voortschrijdend jaargemiddelde)

proefversie©VANIN

Bron: Vlaanderen.be; Gegevens: Vlaams Verkeerscentrum en Statistiek Vlaanderen; Grafiek: DKBUZA

Groep 2

Grafiek 14: Evolutie gemiddelde temperatuur in Ukkel 1833-2023

Bron: klimaat.be

Groep 3

proefversie©VANIN

Tabel 1: Afvalproductie in België 2004–2022, in ton

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium) op basis van enquêtes, administratieve data (OVAM, IBGE-BIM, DGARNE) en modellen.

Groep 4

Grafiek 15: Evolutie burn-out Vlaanderen 2004-2019

Bron: publicaties.vlaanderen.be; Vlaamse werkbaarheidsmonitor werknemers 2004–2019

Groep 5

Grafiek 16: Gemiddeld brutomaandloon in euro voor Vlaams Gewest

proefversie©VANIN

Bron: Statbel

Grafiek 17: Evolutie beschikbaar inkomen per inwoner Vlaams Gewest, 1995-2022 (in euro)

Het beschikbare inkomen per inwoner lag in het Vlaamse Gewest in 2022 op 26 600,00 euro. Dat is 2,1 % lager dan in 2021. Het gaat om het reële inkomen, wat wil zeggen dat rekening gehouden wordt met de inflatie door de bedragen uit te drukken in prijzen van 2022. De inflatie trok sterk aan in 2022, terwijl de lonen en sociale uitkeringen met enige vertraging geïndexeerd werden.

Het beschikbare inkomen per inwoner steeg tussen 1995 en 2022 reëel met 13 %. Die toename was niet gelijkmatig over heel de periode. Het reële beschikbaar inkomen daalde in 1996, tussen 2002 en 2004, tussen 2009 en 2013, in 2018 en laatst dus ook in 2022.

Bron: vlaanderen.be

proefversie©VANIN

Negatieve gevolgen groei

Groei zorgt voor een toename van de levensstandaard of de welvaart. Er zijn immers meer goederen en diensten beschikbaar voor de mens. Groei zorgt ook voor een toename van de reële inkomens. Daardoor zal de vraag naar goederen diensten stijgen, waardoor de productie op grotere schaal en dus efficiënter kan gebeuren. Doordat er ook meer (geld)middelen beschikbaar zijn, kan er ook weer meer geïnvesteerd worden in technologische vooruitgang. Maar er zijn ook negatieve gevolgen aan groei. Zo zijn de natuurlijke bronnen en reserves niet onuitputtelijk. Ook is groei en dus meer productie een van de grote oorzaken van de klimaatopwarming.

TO THE POINT

Groei

Economische groei is de toename van de productie op lange termijn. Om de groei te meten, moet je het bbp vergelijken met voorgaande jaren, zodat je kunt vaststellen of er een toename of afname van economische activiteit in vergelijking met een voorgaande periode is. Een afname van economische activiteiten, met andere woorden een negatieve economische groei, duidt je aan als economische krimp. Bij een toename van economische activiteiten spreek je van economische groei.

Bevolking

Een eerste oorzaak van economische groei is een stijging van de beroepsbevolking die gepaard gaat met de bevolkingsgroei. . Een andere mogelijkheid is dat de bestaande beroepsbevolking meer uren klopt om meer te produceren. Op korte termijn kan de beroepsbevolking enkel stijgen wanneer de participatiegraad van de beroepsbevolking toeneemt Op langere termijn zou de bevolking kunnen groeien wanneer het aantal geboortes het aantal sterfgevallen overtreft.

Kapitaalgoederenvoorraad

Wanneer de kapitaalgoederen per arbeider toenemen, zal de arbeidsproductiviteit ook toenemen. Investeringen in kapitaalgoederen zijn noodzakelijk voor de productiviteit. Investeringen zorgen immers voor de uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad en dus ook voor de productiecapaciteit. De kapitaalgoederenvoorraad is de som van de waarden van alle vaste activa.

Onderwijs en opleiding

Wanneer mensen goed geschoold en goed opgeleid zijn, zijn ze beter in staat om snel en efficiënt te werken. Dit komt de productiviteit ten goede. We kunnen dit beschouwen als menselijk kapitaal.

Technologische ontwikkeling

Technologische ontwikkeling verhoogt de productiviteit van de kapitaalgoederenvoorraad.

Technologische vernieuwingen komen voort uit enerzijds onderzoek en ontwikkeling en anderzijds door trial-and-error. Technologische innovaties zorgen ervoor dat oude machines, in de brede zin van het woord, vervangen worden door nieuwe, meer geavanceerde toestellen. Technologische innovaties zorgen ervoor dat je met dezelfde hoeveelheid fysiek en menselijk kapitaal en met dezelfde hoeveelheid arbeiders, meer kunt produceren.

Enerzijds zitten er technologische veranderingen in onder andere betere en nieuwere machines en voertuigen. Anderzijds zit technologische vooruitgang ook in nieuwe managementstijlen, nieuwe manieren van design en marketing.

Technologische vooruitgang kan alleen als er geïnvesteerd wordt in onderzoek en ontwikkeling.

Arbeidsproductiviteit

De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid van het reëel bbp die per uur geproduceerd wordt. Dat wordt berekend door het reëel bbp te delen door het aantal arbeidsuren. De arbeidsproductiviteit wordt beïnvloed door kapitaalinvesteringen, opleiding van mensen en technologische innovaties. De arbeidsproductiviteit kan stijgen door een groei van het fysiek kapitaal, het menselijk kapitaal en technologische vooruitgang.

Gevolgen van groei

Groei zorgt voor een toename van de levensstandaard of de welvaart. Er zijn immers meer goederen en diensten beschikbaar voor de mens. Groei zorgt ook voor een toename van de reële inkomens. Maar er zijn ook negatieve gevolgen van groei. Zo zijn de natuurlijke bronnen en reserves niet onuitputtelijk en is groei en dus meer productie een van de grote oorzaken van de klimaatopwarming, zijn er meer files.

Action 1— Hoe ziet de groei eruit in de wereld?

Zoek de meest recente versie van het World Economic Outlook van het IMF.

a Welke groeiprognoses worden daar aangehaald? Vul tabel 2, 3 en 4 aan.

Tabel 2: Globale economie op wereldvlak 2024 2025

Meest recent jaar:

Tabel 3: Ontwikkelde economieën (Advanced economies)

2024

2025

Meest recent jaar:

proefversie©VANIN

Tabel 4: Opkomende markten (emerging economies)

2024

2025

Meest recent jaar:

b Welke groei wordt geschat voor het meest recente jaar voor volgende landen?

Tabel 5: Groei van enkele landen

Verenigde Staten

Duitsland

Japan

China

Brazilië

Saudi Arabië

Action 2— Hoe is het gesteld met onderwijsniveau in Vlaanderen en daarbuiten?

1 Bestudeer de grafiek 18. Wat stel je vast?

Grafiek 18: Onderwijsniveau Vlaams Gewest 2023 in procent

Niet-beroepsactief

55 tot 64 jaar Werkend Werkloos

35 tot 54 jaar

25 tot 34 jaar

Man Vrouw

Bron:

proefversie©VANIN

KortgeschooldMiddengeschooldHooggeschoold

2 Bestudeer grafiek 19. Vergelijk België met andere EU-landen in de EU. Wat stel je vast?

Grafiek 19: Hooggeschoolde bevolking van 25 tot 64 jaar in de Belgische gewesten en EU-landen in procent (2023)

Bron: Eurostat, Statbel

Action 3— Hoe goed innoveert België in vergelijking met andere landen?

proefversie©VANIN

Good to know

Het European Innovation Scoreboard biedt een vergelijkende beoordeling van de Research and Innovation-prestaties van EU-lidstaten, andere Europese landen en naburige regio’s. Het helpt landen de relatieve sterktes en zwaktes van hun nationale innovatiesystemen te beoordelen en uitdagingen te identificeren die ze moeten aanpakken. Er wordt een rangschikking opgesteld op basis van de globale innovatieindex die de geëvalueerde landen behaald hebben. Die globale index bestaat uit 32 indicatoren die gegroepeerd worden onder 12 dimensies, zoals: human resources, digitalisering en het gebruik van informatietechnologie.

1 Bestudeer grafiek 20. Hoe scoort België op het vlak van innovatie?

Grafiek 20: European Innovation Scoreboard 2024

Bron: European innovation scoreboard ; visualisatie Dienst Concurrentievermogen; economie.fgov.be

2 Bestudeer grafiek 21.

a Waar komt het geld vandaan om te investeren in R&D in België?

proefversie©VANIN

b Vergelijk dit met andere landen. Is er iets dat opvalt?

Grafiek 21: Bbp uitgaven voor R&D per oorsprong, 2022 (% van het totaal)

Bron: Eurostat, OECD

Bedrijven Overheid Hoger onderwijs Private non-profitsector Rest van de wereld

BREAKING NEWS

1 Ga naar iDiddit. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2 Los de vragen op.

3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

EXTRA OEFENMATERIAAL

proefversie©VANIN

1 Ik kan het begrip ‘economische groei’ toelichten.

2 Ik kan determinanten van economische groei omschrijven.

3 Ik kan gevolgen van economische groei toelichten.

JA KAN BETER

STEP-UP

1 In het volgende schema vind je een economisch kringloopmodel. Verklaar de volgende pijlen. De eerste pijl staat al gegeven als voorbeeld. Denk eraan, het gaat hier over geldstromen.

Y: Dat is de geldstroom van bedrijven naar gezinnen en stelt het netto binnenlands inkomen voor.

G:

C:

X:

IM:

S:

T:

I:

Gezinnen

Overheid

Financiële instellingen Bedrijven

Good to know

In dit model stellen de pijlen de geldstroom voor. Ga er gemakkelijkheidshalve ook van uit dat alle inkomens van de gezinnen via de bedrijven komen. De economische kringloop is altijd in balans. Elke economische speler heeft inkomsten die in evenwicht zijn met de uitgaven. Dat betekent dat de hoeveelheid geld die er bij een economische speler binnenkomt even groot is als de hoeveelheid geld die eruit gaat. Het saldo van een economische speler is dus altijd nul.

2 Welke situatie verkrijg je wanneer G > T?

proefversie©VANIN

Good to know

Als de uitgaven van de overheid (G) hoger zijn dan de belastingkomsten (T) heeft de overheid een tekort (of deficit). Dat bedrag moet dan geleend worden. De lijn die die leningen aangeeft, is de lijn G – T die van de financiële instellingen naar de overheid loopt. Overheden lenen hun geld op de vermogensmarkt van financiële instellingen, zoals banken.

3 Welke situatie verkrijg je wanneer G < T?

Good to know

Als de overheid een overschot heeft, zijn de belastinginkomsten hoger dan de overheidsuitgaven en hoeft er niet geleend te worden. De lijn G – T zal dan de andere kant oplopen, van de overheid naar de financiële instellingen, omdat de overheid het geld dat over is dan kan opzijzetten of kan gebruiken om de staatsschuld af te lossen. Door de lijn G – T komt de kringloop ook bij de overheid weer in evenwicht.

4 Zoek op het internet op wat ‘de lopende rekening van de betalingsbalans’ betekent.

5

Wanneer je naar de gezinnen kijkt, kun je stellen dat het inkomen gelijk is aan de uitgaven ofwel: inkomen (gezinnen) = uitgaven (gezinnen). Stel dat op in een formule.

Formule 1:

6 Wat zijn de inkomsten voor de bedrijven?

proefversie©VANIN

7 Stel nu de formule op waarbij de inkomsten voor de bedrijven gelijk zijn aan de uitgaven: inkomen (bedrijven) = uitgaven (bedrijven)

Formule 2:

8 Combineer beide formules. Vul in formule 2 de waarde van Y in van formule 1.

Good to know

Als je de formule herschikt, krijg je: S + C + T – C – I – G = X – IM

Vervolgens kun je groeperen: (S – I) + (T – G) = (X – IM)

Die formules zijn handig om te rekenen met de economische kringloop.

9 Bereken de consumptie van de gezinnen aan de hand van de volgende gegevens: Y = 500; T = 208; S = 92

10 Bereken S aan de hand van volgende cijfers: I = 30; Lopende rekening betalingsbalans = 80; T = 122; G = 132

11

Bereken Y en X aan de hand van volgende cijfers. Bekijk aandachtig de economische kringloop. Bereken Y en X aan de hand van de cijfers.

proefversie©VANIN

Gezinnen

Overheid

Bedrijven

Buitenland

Begrippenlijst Thema 4

LEVELBEGRIP

VERKLARING

1afschrijvingenDat is een manier om boekhoudkundig weer te geven dat de waarde van kapitaalgoed omwille van veroudering afneemt.

1bbp of bruto binnenlands product

Dat is de som van de toegevoegde waarde van een land in een jaar.

1bbp per capitaDat is het bbp gedeeld door het aantal inwoners.

1bbp tegen constante prijzen of reëel bbp of bbp naar volume

1bbp tegen lopende prijzen of nominaal bbp

1bedrijfskolom

Dat is het bbp berekend tegen de prijzen van een bepaald referentiejaar om zo de inflatie uit te zuiveren.

Dat is het bbp berekend tegen de prijzen van het jaar zelf.

Dat is een overzicht van alle ondernemingen die aan de vervaardiging van een product meewerken. Ze begint met de producent (ontginner, teler of kweker) van de grondstoffen en eindigt met de kleinhandel of detailhandel die het product aan de consument verkoopt.

1bnp of bruto nationaal product bbp + primaire inkomens ontvangen van het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland

1brutoinvesteringen

1consumptiegoed

1eindproduct of finaal goed of output

Bruto-investeringen bestaan uit vervangingsinvesteringen en de netto-investeringen.

Dat is een goed dat aan de eindgebruiker wordt verkocht.

Dat is het product dat in de laatste stap van de bedrijfskolom wordt afgeleverd aan de consument.

LEVELBEGRIP

1huur Die vergoeding ontvangt iemand bij de verhuur van een gebouw.

1inflatie

proefversie©VANIN

1intermediair goed of inputs

1investeringsgoed

1kapitaalgoederen

Dat is een stijging van het algemene prijspeil.

Dat zijn de goederen of diensten die tijdens het productieproces worden gebruikt om het eindproduct te produceren.

Dat is een industrieel goed dat dient om andere goederen te produceren, maar dat geen deel uitmaakt van het eindproduct.

Dat zijn industriële goederen die helpen om andere goederen te produceren maar geen deel van het eindproduct uitmaken.

1loon Die vergoeding ontvangt iemand voor geleverde arbeid.

1nettoinvesteringen

1netto toegevoegde waarde

Dat zijn de uitbreidingsinvesteringen vermeerderd met de toename van de voorraad of verminderd met de afname van de voorraad.

Dat is de bruto toegevoegde waarde verminderd met de afschrijvingen.

1pacht Die vergoeding krijgt iemand wanneer hij grond ter beschikking stelt.

1recessie Er is sprake van recessie als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is, dat ze tot een inkrimping van het reëel bbp leidt en een negatieve groei veroorzaakt voor minstens twee kwartalen.

1rente Die vergoeding krijgt iemand voor het uitlenen van geld. Banken rekenen rente aan bij het uitlenen van geld.

1toegevoegde waarde

1uitbreidingsinvesteringen

Dat is de waarde in geld uitgedrukt die iedere onderneming vraagt voor het toevoegen van waarde aan het product.

Die investeringen zorgen voor een toename van de kapitaalgoederen van de onderneming.

LEVELBEGRIP

1vervangingsinvestering

VERKLARING IN JE EIGEN WOORDEN

Dat is de vervanging van een verouderd kapitaalgoed, zoals een oude machine.

1voorraadDat is de hoeveelheid goederen die een onderneming produceert om als reserve te hebben.

1welvaartDat is de mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien.

1winst

2arbeidsproductiviteit

2beroepsbevolking

2economische groei

2economische krimp

2kapitaalgoederenvoorraad

2participatiegraad

2 technologische ontwikkeling

proefversie©VANIN

Dat is het geld dat overblijft nadat van de inkomsten, de kosten afgetrokken zijn.

Dat is de hoeveelheid van het reëel bbp die per uur geproduceerd wordt.

Dit is de werkende en werkloze bevolking tussen 15 en 64 jaar.

Dat is de toename van de productie op lange termijn.

Dat is negatieve economische groei ten opzichte van een jaar eerder.

Dat is de som van de waarden van alle vaste activa.

Dat geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking zich aanbiedt op de arbeidsmarkt.

Enerzijds is dat vernieuwing of innovaties van bijvoorbeeld machines of voertuigen. Anderzijds zit technologische vooruitgang ook in nieuwe managementstijlen, nieuwe manieren van design en marketing

NOTITIE proefversie©VANIN

NOTITIE proefversie©VANIN

NOTITIE proefversie©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.