Lift B2 GO! nieuwe editie 2021 voorbeeldhoofdstuk by VAN IN

2 VA

fd st

Pr oe

Ondernemingen en organisaties

2 @

THEMA

Pr oe

fd st

Ondernemingen en organisaties

STEP-UP xxx

LEVEL

Over welke competenties moet je als onthaalmedewerker beschikken?

p. x

Over welke competenties moet je beschikken als winkelverkoper?

LEVEL

p. x

LEVEL

Over welke competenties moet je als magazijnier beschikken?

p. x

LEVEL

Hoe komen de bedrijfskolom en de logistieke keten tot stand?

p. x

fd st

Over welke competenties moet je als administratief medewerker beschikken?

LEVEL

Pr oe

STEP-IN

p.x 4

STEP-IN De onderstaande infographic stelt ondernemingen voor. Op deze bladzijde zie je de ondernemingen van vroeger en vandaag. Op de rechterbladzijde staan de ondernemingen van de toekomst. Noteer vijf belangrijke verschillen.

THEMA 2

STEPIN

Pr oe

fd st

ONDERNEMINGEN VROEGER EN VANDAAG

In dit thema doorloop je vijf levels. Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin XXX.

THEMA 2

STEPIN

Pr oe

fd st

ONDERNEMING VAN DE TOEKOMST

LEVEL 1 Hoe komen de bedrijfskolom en de logistieke keten tot stand?

Saar gaat minstens twee keer per maand met haar beste vriendin Noor naar de bioscoop. Daar hoort een grote zak chips en een beker Coca-Cola bij, al vraagt ze zich wel af hoe de zakken chips in de winkel van de bioscoop terechtkomen. Heb jij enig idee?

Pr oe

fd st

INTRO

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 2

LEVEL 1

xxx

Explore 1— Wat is een bedrijfskolom? 1

Bekijk aandachtig de onderstaande afbeelding. landbouwer opkoper van aardappelen

transportﬁrma

chipsfabrikant

groothandel

kleinhandel consument

Zoek op internet het verschil tussen een groothandel en een kleinhandel. Noteer het verschil hieronder in eigen woorden.

Noteer een synoniem voor: een groothandel:

een kleinhandel:

Noteer twee voorbeelden van groothandelaars en twee kleinhandelaars van chips. a

groothandelaars: kleinhandelaars:

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

fd st

Lees de definitie van een bedrijfskolom. Omkader daarna bij vraag 1 de onderdelen die deel uitmaken van de bedrijfskolom van chips. BEDRIJFSKOLOM EN CONSUMENT

Een bedrijfskolom is een schematisch overzicht van alle stappen die een goed of dienst doorloopt. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de

consument wordt aangeboden. Bij iedere stap wordt er waarde aan het goed of aan de dienst bedrijfskolom, maar maakt er geen onderdeel van uit omdat de

consument zelf geen waarde meer toevoegt aan het product.

toegevoegd. De consument wordt ook weergegeven in de

Enkel de bedrijven die eigenaar worden van het product, maken deel uit van de bedrijfskolom. Logistieke bedrijven, zoals

transportbedrijven, worden meestal geen eigenaar van het product

maar verlenen enkel een dienst aan een andere onderneming.

Zoals je weet, bestaat een bedrijfskolom uit verschillende schakels. De groothandel en de consument ken je al. Noteer de naam van de schakel bij de omschrijving. Kies uit:

fd st

Daardoor maken ook zij geen deel uit van de bedrijfskolom.

grossier of groothandel – consument of klant – fabrikant – detailhandel of kleinhandel – oerproducent

Pr oe

SCHAKEL

OMSCHRIJVING

Dat is een onderneming die grote partijen inkoopt bij een of meerdere producenten om die in kleinere hoeveelheden aan andere ondernemingen door te verkopen. Dat is de grondstoffenproducent.

Dat is iedereen die goederen koopt en daarmee zijn behoeften bevredigt.

THEMA 2

LEVEL 1

Dat is een onderneming die goederen aan consumenten (particulieren) verkoopt.

Dat is iemand die producten in groten getale produceert.

Bekijk aandachtig het onderstaande schema. Wat is de toegevoegde waarde? Noteer in je eigen woorden.

VERKOOPWAARDE

TOEGEVOEGDE WAARDE

GRAANBOER

MEELFABRIEK

€ 4 000 – € 0 = € 4 000

graan € 4 000

meel € 6 500

€ 6 500 – € 4 000 = € 2 500

dienst

€ 13 000

€ 10 000 – € 6 500 = € 3 500 SUPERMARKT

CONSUMENT

€ 13 000 – € 10 000 = € 3 000

Som toegevoegde waardes = € 13 000

LEVEL 1

Pr oe

brood € 10 000

THEMA 2

fd st

BROODFABRIEK

Explore 2— Welke bedrijfssectoren zijn er? Welke ondernemingen uit deze collage horen volgens jou bij elkaar? Bespreek klassikaal.

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

fd st

Explore 3— Hoe worden ondernemingen ingedeeld in sectoren?

Zoek op internet een omschrijving van de sectoren en noteer ze in eigen woorden. a

De primaire sector:

De secundaire sector:

De tertiaire sector:

De quartaire sector:

PRIMAIRE SECTOR

SECUNDAIRE SECTOR

TERTIAIRE SECTOR

QUARTAIRE SECTOR

Plaats de ondernemingen uit de Intro in de juiste sector.

fd st

Bedrijfstak

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

Alle bedrijven die hetzelfde soort goederen of diensten maken, vormen samen een bedrijfstak. Dus alle kappers samen zijn een bedrijfstak. Alle verffabrieken vormen ook een bedrijfstak. Andere voorbeelden van bedrijfstakken zijn supermarkten, verzekeringsmaatschappijen, benzinestations, horeca, accountants ...

Tot welke bedrijfstak behoren de volgende bedrijven? BEDRIJFSTAK

BEDRIJF 1

BEDRIJF 3

markeren als plaa -> resolutie tshouder te laag

BEDRIJF 2

Explore 4— Tot welke bedrijfssectoren behoren de

fd st

ondernemingen?

BEDRIJFSSECTOR

Naast de indeling van ondernemingen in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector kun je ondernemingen ook onderbrengen in bedrijfssectoren. Een bedrijfssector omvat

een aantal ondernemingen die hetzelfde soort goederen en / of diensten voortbrengen.

Pr oe

Om de verschillende bedrijfssectoren te leren kennen, speel je een dominospel. a b c

Werk in groepjes van drie of vier. Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de spelregels. Zoek indien nodig de activiteit van een onderneming op internet op.

Explore 5— Hoe worden ondernemingen ingedeeld in

THEMA 2

LEVEL 1

bedrijfssectoren?

Het is belangrijk dat je zelf voorbeelden van ondernemingen uit een bepaalde sector kunt geven. a b

Werk per twee. Ga op zoek naar drie voorbeelden van ondernemingen die de leraar jou geeft. Vul voor elke onderneming een fiche in met de contactgegevens, de kernactiviteit en de sector. Het sjabloon van die fiche vind je bij het onlinelesmateriaal.

Explore 6— Wat is logistiek? Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Noteer in kernwoorden wat je ziet.

Logistiek betekent op het juiste moment, op de juiste plaats, de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebben en dat tegen

fd st

zo laag mogelijke kosten.

LOGISTIEK

Explore 7— Welke verschillende soorten opslagruimtes Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een powerpointpresentatie waarin de verschillende logistieke ondernemingen schematisch worden uitgelegd. Bekijk de presentatie en beschrijf in eigen woorden de verschillende soorten logistieke ondernemingen.

Pr oe

bestaan er?

GROOTHANDEL

THEMA 2

LEVEL 1

DISTRIBUTIECENTRUM

PUBLIC WAREHOUSE

GROEPAGECENTRUM

Pr oe

fd st

THEMA 2

LEVEL 1

LOGISTIEK DIENSTVERLENER

TRANSPORTBEDRIJF

fd st

Explore 8— Hoe gaan de goederen van bedrijf naar bedrijf in In Explore 1 van dit thema heb je de bedrijfskolom bestudeerd. Wanneer je de onderstaande bedrijfskolom van chips bekijkt, dan vraag je je wellicht af hoe de aardappelen van de opkoper naar de chipsfabrikant gaan of hoe de chips in de winkelrekken terechtkomen. Hoe gebeurt dat volgens jou?

Pr oe

de bedrijfskolom?

landbouwer

opkoper van aardappelen

transportﬁrma

kleinhandel consument

THEMA 2

groothandel

LEVEL 1

chipsfabrikant

In de volgende tabel staan de stappen die een product doorloopt wanneer het over zee vervoerd wordt. De stappen staan echter niet in de juiste volgorde. a b c

Lees de verschillende stappen. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Plaats de stappen in de juiste volgorde zodat het product bij de consument terechtkomt. STAP

VOLGORDE

Deze laatste klant kan een bedrijf zijn of een consument, zoals jij en je leraar.

De documenten worden gecontroleerd in de haven en er is een controle door de douane.

Een transportplanner kiest de meeste efficiënte route.

Goederen worden tijdelijk in een magazijn opgeslagen en gaan van de haventerminal over de weg naar het magazijn.

In het magazijn worden de goederen opgeslagen en soms ook bewerkt.

De vrachtwagen vertrekt met de goederen naar een tussenmagazijn of een crossdock-magazijn.

Goederen worden vervoerd via scheepvaart of spoorweg.

In het tussenmagazijn of crossdock-magazijn worden de goederen gesplitst en vertrekken ze naar de klant.

fd st

Welke andere transportmiddelen dan de vrachtwagen, ken je nog voor goederentransport?

De logistieke keten is nauw verbonden met de bedrijfskolom. De bedrijfskolom staat in de blauwe vakjes, de logistieke keten in de groene vakjes. Uit welke elementen bestaat de logistieke keten?

Pr oe

LANDBOUWER

OPKOPER AARDAPPELEN PLANNING EN TRANSPORT

PLANNING EN TRANSPORT MAGAZIJN OPKOPER

CHIPSFABRIKANT

MAGAZIJN FABRIKANT

LEVEL 1 THEMA 2 16

GROOTHANDEL KLEINHANDEL

PLANNING EN TRANSPORT

PLANNING EN TRANSPORT MAGAZIJN GROOTHANDEL

Explore 10— Welke externe transportmiddelen kun je kiezen om de vracht optimaal te vervoeren?

Ga naar het onlinelesmateriaal, bekijk het filmpje en ontdek hoeveel verschillende vormen van transport er bestaan. Noteer vervolgens het juiste transportmiddel bij de afbeelding. Kies uit:

wegtransport – drone – railtransport – binnenvaart – zeetransport – luchttransport – pijpleidingen – bestelwagen

fd st

Pr oe

LEVEL 1

THEMA 2

Good to know

Onder andere Elon Musk en de Nederlandse onderneming Hardt zijn bezig met een nieuwe manier van transport voor mensen. Dat is de Hyperloop. Daarin wordt een ‘wagen’ in een luchtledige buis getransporteerd tegen 1 000 kilometer per uur.

Transport

De exporteur is de persoon die goederen van zijn land naar een ander land uitvoert. Hij moet steeds een weloverwogen keuze maken hoe hij de goederen van punt A naar punt B zal verplaatsen.

fd st

De keuze van het transportmiddel moet vooral klantgericht zijn. Vaak komt het wegtransport het dichtst bij de wensen van de klant, aangezien ook bij de andere transportwijzen eerst de weg gebruikt wordt om de goederen naar bijvoorbeeld het station of de (lucht)haven te brengen.

Pr oe

De keuze voor een transportmethode is afhankelijk van: – de goederensoort en hun geschiktheid voor een bepaald transportsysteem, – de soort verpakking van de goederen, – de bereikbaarheid van de plaats van aflevering, – de snelheid van het transportmiddel, – de kosten die verbonden zijn aan het transportmiddel.

THEMA 2

LEVEL 1

Good to know

Wist je dat Amazon in de Verenigde Staten al pakketjes levert met een drone? De drone kan maximaal 2,2 kilogram (5 pond) transporteren. ‘Dat klinkt misschien niet veel, maar 75 procent tot 90 procent van de pakketjes die we leveren, zit onder die limiet’, zegt Amazon.

TO THE POINT

De bedrijfskolom is een schematische voorstelling van alle stappen die een product of dienst doorloopt. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de consument wordt aangeboden. Elke schakel voegt waarde aan het goed of de dienst toe. Zo wordt dat goed of die dienst almaar beter geschikt voor gebruik door de consument. Die consument voegt geen waarde meer toe en maakt dus geen deel uit van de bedrijfskolom. Bepaalde ondernemingen, zoals transportfirma’s, werken ook met de goederen, maar toch behoren zij niet tot de bedrijfskolom omdat ze geen eigenaar van de goederen of diensten zijn.

De verschillende schakels in een bedrijfskolom zijn: — de oerproducent die de grondstoffen levert; — de fabrikant die de producten maakt; — de groothandel of grossier die de producten in groten getale aankoopt en over de kleinhandelaars verdeelt; — de kleinhandel of detailhandel die de producten rechtstreeks aan de klant verkoopt; — de klant of consument die koopt en daarmee zijn behoeften bevredigd. De toegevoegde waarde is de waardevermeerdering van een product na bewerking.

Bedrijven worden enerzijds in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector en anderzijds in bedrijfssectoren ingedeeld.

fd st

De primaire sector is de economische sector die grondstoffen en voedsel levert die dan in de secundaire sector verwerkt worden. Tot de primaire sector behoren de landbouw, de jacht, de visserij en de delfstoffenwinning, zoals een zandgroeve, steenkoolmijn of zoutmijn.

Pr oe

De secundaire sector is de economische sector met alle bedrijven (fabrieken) die de grondstoffen van de primaire sector verwerken. De producten van die bedrijven worden meestal door de tertiaire sector aan de consument doorverkocht. De tertiaire sector is de economische sector waarin bedrijven (winkels) met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken.

THEMA 2

Een bedrijfssector bestaat uit bedrijven die hetzelfde soort goederen en / of diensten voortbrengen. Belangrijke bedrijfssectoren zijn bouw, horeca en toerisme, chemie, metaal, textiel, groot- en kleinhandel, logistiek, transport, technologie en de gezondheidszorg.

LEVEL 1

Tot de quartaire sector behoren bedrijven en organisaties die niet als doel hebben om winst te maken. Ze leveren een niet-commerciële dienstverlening, zoals defensie (leger), onderwijs, zorg (bijvoorbeeld ziekenhuizen, rusthuizen …) of openbare orde (politie). Die diensten dragen bij tot het welzijn van de mensen.

IN VA @

Logistiek betekent dat je: — op het juiste moment, — op de juiste plaats, — de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebt, — tegen zo laag mogelijke kosten.

Alle bedrijven die dezelfde soort goederen of diensten maken, vormen samen een bedrijfstak. Dus alle kappers samen zijn een bedrijfstak.

fd st

Logistiek houdt zich bezig met de weg die goederen afleggen, zowel tussen bedrijven als in een magazijn. Het is dus niet alleen maar het transport van het ene bedrijf naar het andere. Logistiek is ontstaan in het leger waar de logistieke eenheden voor wapens, eten en drinken moesten zorgen.

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

Soorten logistieke bedrijven Er zijn verschillende soorten logistieke bedrijven. Een groothandel koopt allerhande producten bij meerdere leveranciers. Hij slaat die producten op in een magazijn. Kleinhandelaars, zoals cafés of winkels, plaatsen hun bestelling dan bij de groothandel. Een distributiecentrum koopt de producten aan bij de leveranciers en slaat die op in een centraal magazijn. Wanneer winkels uit dezelfde winkelketen als het distributiecentrum hun voorraad moeten aanvullen, zal dat distributiecentrum de goederen aan de winkel leveren. Een public warehouse is een magazijn waar opslagruimte verhuurd wordt. Bedrijven die zelf weinig opslagplaats hebben, kunnen tegen betaling hun goederen in dat magazijn opslaan. Een groepagecentrum groepeert de producten van meerdere leveranciers in een centraal magazijn. De goederen die naar dezelfde klant verstuurd moeten worden, worden op dezelfde vrachtwagen geladen.

Externe transportmiddelen Externe middelen om je transport te vervoeren zijn wegtransport, drones, railtransport, binnenvaart, zeetransport, luchttransport, pijpleidingen en de bestelwagen. De drone, pijpleidingen en railtransport zijn de meest milieuvriendelijke wijzen van transport.

THEMA 2

LEVEL 1

Groepagecentrum

Public warehouse

Distributiecentrum

Groothandel

Quartair

Tertiair

Secundair

Primair

Logistiek

Toegevoegde waarde

Schakels

Bedrijfstak

fd st

Xxxxxx

Bedrijfssectoren

Pr oe

N Consument of klant

Detailhandel of kleinhandel

Grossier of groothandel

Fabrikant

Oerproducent

Externe transportmiddelen

Wegtransport

Zeetransport

Binnenvaart

Railtransport

Pijpleidingen

Bestelwagen

Luchttransport

Drone

Action 1— Keuze tussen een bedrijfskolom van een tijdschrift en van sportschoenen

Kies, afhankelijk van je interesse, de oefening met het tijdschrift of met de sportschoenen. Duid je keuze aan. Optie 1 Tijdschrift Zet de schakels in de productieweg van een tijdschrift in de juiste volgorde. De grondstof is hout.

Omkader hierboven de bedrijfskolom. Bekijk grondig de logistieke keten van je bedrijfskolom. Noteer waar de goederen gestockeerd worden en hoe ze vervoerd worden.

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

b c

fd st

dagbladhandel – klant – papierfabriek – drukkerij – boomkweker – boekengroothandel – houtzagerij

Optie2 Sportschoenen a

Zet de schakels in de productieweg van sportschoenen in de juiste volgorde. De grondstof is rubber.

Omkader hierboven de bedrijfskolom. Bekijk grondig de logistieke keten van je bedrijfskolom. Noteer waar de goederen gestockeerd worden en hoe ze vervoerd worden.

fd st

b c

klant – schoenzolenfabrikant – Decathlon – rubberfabrikant – schoenenfabrikant – Nike

Action 2— Bedrijfskolom van

Pr oe

In deze action ga je aan de slag om een bedrijfskolom te ontwerpen van een zelf gekozen product. Vul de titel van de action aan met de naam van het product. Tip:

berichten of korte zinnen. Gebruik ICT-fiche_P_10. afbeeldingen. Gebruik ICT-fiche_P_08. beeldfragmenten. Gebruik ICT-fiche_P_15. b

Bewaar het resultaat in je portfolio.

LEVEL 1

Duid aan of je de bedrijfskolom wilt samenstellen op basis van:

THEMA 2

Kies een eenvoudig product waarvan de verschillende stappen van de bedrijfskolom niet te complex zijn, bijvoorbeeld: een jeansbroek, kaas, brood, chocolade of appelsap.

Action 3— Ondernemingen indelen in sectoren Plaats de ondernemingen bij de juiste sector. Gebruik het internet als je de activiteit van de onderneming niet weet.

SECUNDAIRE SECTOR

TERTIAIRE SECTOR

QUARTAIRE SECTOR

PRIMAIRE SECTOR

verzekeringsmaatschappij Baloise – kinderdagverblijf De Pagadder – bosbouwbedrijf Van der Velden – kapsalon Carré – bouwonderneming Maes – transportbedrijf Essers – landbouwbedrijf Vandriessche – brandweer Londerzeel – fietsenfabriek Cycletech – rusthuis Avondrood – schoenenproducent Ambiorix – visserij Desmit

fd st

Action 4— De toegevoegde waarde van een tijdschrift 1

Bereken de toegevoegde waarde van jouw favoriete tijdschrift.

Bereken de som van de toegevoegde waardes. AANKOOPPRIJS € 0,00

€ 0,20

Houtverwerking

€ 0,20

€ 0,45

Papierfabriek

€ 0,45

€ 0,75

Drukkerij

€ 0,75

€ 1,10

Uitgeverij

€ 1,10

€ 1,50

Dagbladhandel

€ 1,50

€ 2,10

Pr oe LEVEL 1 THEMA 2

VERKOOPPRIJS

Bosontginning

SOM VAN DE TOEGEVOEGDE WAARDES

TOEGEVOEGDE WAARDE

BEDRIJFSKOLOM

IN N VA

Action 5— Kwartetspel

Om dit thema verder te verkennen, speel je in groepjes een kwartetspel. Lees vooraf aandachtig de spelregels. SPELREGELS

1 De kaarten worden geschud en onder de spelers verdeeld.

fd st

2 De jongste speler begint door aan een willekeurige andere speler een andere kaart te vragen van hetzelfde kwartet. Als de gevraagde speler die kaart heeft, moet hij die geven en mag de vragende speler opnieuw vragen. Als de gevraagde speler de kaart niet heeft, mag hij op zijn beurt een kaart vragen.

3 Wie een kaart vraagt, moet zelf al minstens een kaart uit dat kwartet bezitten.

4 Als een speler de vier kaarten van een kwartet heeft, maakt hij dat bekend en legt het kwartet op tafel. Hij moet ook aangeven wat de ondernemingen van het kwartet gemeenschappelijk hebben. Wanneer dat fout is, moet hij het kwartet omgekeerd in het midden van de tafel leggen.

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

5 De speler die op het eind van het spel (als niemand nog losse kaarten heeft) de meeste kwartetten heeft, is de winnaar.

Action 6— Logistieke ondernemingen Ga naar het onlinelesmateriaal. Welke soorten logistieke ondernemingen herken je in het filmpje? DISTRIBUTIE CENTRUM

BEDRIJF

PUBLIC WAREHOUSE

TRANSPORT BEDRIJF

LOGISTIEK DIENST VERLENER

Ewals Cargo Care

GROOT HANDEL

Wim Bosman

H. Essers C1000

DHL Express IKEA

fd st

VOS Logistics

DHL Global Forwarding

Van Remoortel

Action 7— Externe transportmiddelen

Pr oe

Via welke weg kun je deze goederen vervoeren? Zet een kruisje in de juiste kolom(men).

GOED

Olie van Rotterdam naar Antwerpen

THEMA 2

LEVEL 1

Bloedstalen

ontainer met C vaatwerk

WEGTRANS PORT

RAILTRANS PORT

BINNENVAART

ZEETRANS PORT

PIJPLEIDING

DRONE

Action 8— De logistiek van friet en van Nike Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. a b

a b

Beschrijf de verschillende stappen die in het magazijn aan bod komen. Bewaar het schema in je portfolio.

Bij Nike in Laakdal worden schoenen, kledij en accessoires opgeslagen. Van daaruit vertrekken de producten naar de winkels. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje.

Beschrijf de verschillende stappen die aan bod komen. Bewaar het schema in je portfolio.

Schrijf of teken de verschillende stappen eerst in een organogram of een schema op een blaadje. Gebruik daarna een tekstverwerker of ander programma om het netjes op te schrijven.

Tip:

Action 9— Een afﬁche over logistiek

Ontwerp een affiche over logistiek. De affiche moet een beeld geven van wat logistiek inhoudt. — —

Wees creatief. Gebruik veel foto’s en kernwoorden. Je kunt het onlineprogramma Canva gebruiken. Gebruik de ICT-fiches van Canva.

fd st

Tip:

Action 10— Een afﬁche over de verschillende bedrijfstakken

— —

Wees creatief. Gebruik voor elk bedrijf een afbeelding. Je kunt het onlineprogramma Canva gebruiken. Gebruik de ICT-fiches van Canva.

LEVEL 1

Tip:

THEMA 2

Pr oe

Ontwerp een affiche over de bedrijfstakken. De affiche moet een beeld geven van de verschillende bedrijfstakken.

BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

Los de vragen op.

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die submap de naam ‘Thema_X_Level_Y’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Breaking_News’.

CHECKLIST

JA Ik kan de bedrijfskolom omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan het begrip (oer)producent uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan de verschillende bedrijfssectoren onderscheiden: primaire, secundaire, tertiaire en quartaire.

Ik kan het begrip bedrijfstak omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan het begrip toegevoegde waarde uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan de logistieke keten illustreren aan de hand van een voorbeeld.

fd st

Pr oe 8

Ik kan een bedrijfskolom opstellen en analyseren met de bijhorende logistieke keten.

Ik kan resultaten van een opdracht in een infographic weergeven.

LEVEL 1

Ik kan verschillende voorbeelden van transportmiddelen in de logistiek uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

THEMA 2

10 Ik kan resultaten van een opdracht met een tekstverwerker weergeven. 11 Ik kan resultaten van een opdracht in afbeeldingen verwerken.

KAN BETER

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

EXTRA OEFENMATERIAAL

Beeldwoordenboek Explore 1— Wat is een bedrijfskolom? BEGRIP

AFBEELDING

Bekijk aandachtig de onderstaande afbeelding.

De bedrijfskolom is een schematisch overzicht van alle stappen die een product of dienst doorloopt. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de consument wordt aangeboden.

landbouwer opkoper van aardappelen

transportfirma

chipsfabrikant groothandel

bedrijfskolom

VERKLARING

kleinhandel

Een bedrijfssector omvat een aantal verwante ondernemingen die dezelfde soort producten en / of diensten voortbrengen / aanbieden.

Zoek op internet het verschil tussen een groothandel en een kleinhandel. Noteer hieronder in eigen woorden.

bedrijfssector

consument

Dat zijn alle bedrijven die dezelfde soort goederen of diensten maken. bv. kappers

een groothandel:

een kleinhandel:

Noteer twee voorbeelden van groothandelaars en twee kleinhandelaars van chips a

groothandelaars:

kleinhandelaars:

Een consument koopt goederen of diensten maar heeft niet de bedoeling die te verkopen of te verwerken voor de verkoop.

Pr oe

consument of klant

fd st

bedrijfstak

Noteer een synoniem voor:

LEVEL 1

Een detailhandel verkoopt goederen aan consumenten (particulieren).

THEMA 2

detailhandel of kleinhandel

Lift 2B GO_T2_L1.indd 7

BEGRIP

VERKLARING

AFBEELDING

Dat centrum koopt de producten op bij leveranciers en slaat ze in een centraal magazijn op.

fabrikant

Dat is degene die de goederen produceert.

groepagecentrum

Dat is een logistieke onderneming die producten van meerdere leveranciers voor eenzelfde klant of land in een centraal magazijn groepeert en samen verstuurt.

groothandel of grossier

Een groothandel is een onderneming die grote partijen inkoopt bij een of meerdere producenten om die in kleinere hoeveelheden aan andere ondernemingen door te verkopen.

Pr oe

fd st

distributiecentrum

THEMA 2

LEVEL 1

logistiek

Logistiek betekent op het juiste moment, op de juiste plaats, de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebben en dat tegen zo laag mogelijke kosten

VERKLARING

AFBEELDING

logistiek dienstverlener

Dat is een logistieke onderneming die zorgt voor opslag, goederenbehandeling en transport van goederen naar de klant.

logistieke keten

De logistieke keten bestaat uit de opslag van goederen en de planning van het transport zodat alles tijdig van leverancier naar klant geraakt.

oerproducent

Dat is de producent die de grondstoffen aanlevert.

primaire sector

De primaire sector bevat de ondernemingen die grondstoffen en voedsel leveren. Bv. een landbouwer, een visser, een zandgroeve …

fd st

BEGRIP

Dat is een magazijn waar bedrijven hun goederen kunnen opslaan als ze zelf te weinig plaats hebben.

THEMA 2

LEVEL 1

Pr oe

public warehouse

AFBEELDING

De quartaire sector bevat de niet-commerciële dienstverlening. Bv. defensie, onderwijs, zorgsector, openbare orde (politie) …

secundaire sector

De secundaire sector bevat de bedrijven die de grondstoffen van de primaire sector verwerken. Bv. een autofabriek, een kaasfabriek …

tertiaire sector

De tertiaire sector bevat bedrijven die met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken. Bv. een schoenenwinkel, een kapsalon …

toegevoegde waarde

Dat is de waardevermeerdering van een product na bewerking.

fd st

quartaire sector

VERKLARING

BEGRIP

inkoop aardappel

BOER

LEVEL 1 THEMA 2 32

TOEGEVOEGDE WAARDE € 25,00

Dat is een bedrijf dat goederen transporteert of vervoert.

Pr oe

transport bedrijf

€ 10,00

verkoop CHIPSFABRIEK

€ 35,00

SUPERMARKT

LEVEL 2 Over welke competenties moet je als magazijnier beschikken?

Lees de inleidende tekst

INTRO

Bekijk aandachtig de cartoon en beantwoord de vragen. a

Voor welke job zou dit een vacature zijn?

Wat is een magazijn?

Waarom denk je dat ze Popeye gebruiken voor deze vacature?

Pr oe

fd st

Popeye is een Amerikaanse stripfiguur die zijn vriendinnetje Olijfje beschermt. Wanneer de stoere zeeman in een benarde situatie terechtkomt, dan opent hij een blik spinazie, eet alles op en wordt supersterk!

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

LEVEL 2

Over welke competenties moet je als magazijnier beschikken?

THEMA 2

Explore 1— Wat is een magazijnier en wat houdt de job in?

Voor deze opdracht werk je alleen of in duo’s. Ga naar het onlinelesmateriaal en zoek op de ontdekplaat de juiste omschrijving voor het beroep van de magazijnier.

Bekijk aandachtig het beroepenfilmpje over de magazijnier en beantwoord de vragen.

fd st

Wat is de taak van Stephan bij Caterpillar?

Jessica werkt als outbound. Wat wil dit zeggen?

Ze moeten bepaalde targets behalen. Wat betekent dat?

Pr oe

Wat betekent in shiften werken?

THEMA 2

LEVEL 2

De taken van een magazijnier zijn heel uiteenlopend en verschillen van bedrijf tot bedrijf. Zoek via de ontdekplaat de voornaamste taken van een magazijnier op.

Lees aandachtig de onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

fd st

Op 1 oktober om 8.00 uur stipt, rijdt een vrachtwagen de parking van de onderneming M&C op. De vrachtwagenbestuurder rijdt onmiddellijk door naar het winkelmagazijn om zich aan te melden en de bestelde goederen te leveren. Bart, de magazijnmedewerker, komt een handje helpen om de goederen te ontvangen, te lossen en in de ontvangstruimte te plaatsen. De vervoerder overhandigt de meegeleverde documenten. Bart voert een eerste controle uit: hij kijkt na of de pakbon overeenstemt met de documenten. Daarna worden de geleverde goederen op de juiste plaats in het magazijn opgeslagen.

Welke vier stappen van het logistiek proces staan er in de tekst.

Wat houdt de ontvangst van goederen in?

Wat houdt het lossen van goederen in?

Wat houdt de controle van de goederen in?

Wat houdt de opslag van goederen in?

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

Explore 2— Wat zijn de mogelijke functies binnen het beroep van magazijnier?

Bekijk aandachtig het filmpje van orderpicking bij Action.

te laag

-> resolutie

Vul de omschrijving aan. Kies uit:

ontvangst − magazijn − gereedmaken − verzendklaar − orderverzamelaar − orders Een orderpicker of

is in een

distributiecentrum verantwoordelijk voor het

. Daarnaast houdt de orderpicker zich bezig met

zoeken van

, de opslag en het

goederen.

Ga naar de ontdekplaat en zoek vier mogelijke taken van een orderpicker.

Bekijk aandachtig het filmpje over de logistiek medewerker.

Pr oe

maken van

fd st

en bij elkaar

THEMA 2

LEVEL 2

Vul de omschrijving aan. Kies uit:

orderpicker − magazijn − uitvoerende − opslag Een logistiek medewerker is iemand die een

en organiserende

functie vervult in een

of distributiecentrum. Tijdens het hele

proces van levering,

en verzending is de logistiek medewerker

verantwoordelijk voor het juiste verloop. De functie van logistiek medewerker is vergelijkbaar met die van

. Het verschil is dat een orderpicker eerst

verantwoordelijk is voor het verzamelen en verzendklaar maken. Bekijk aandachtig het videofragment over de heftruckchauffeur.

Vul de omschrijving aan. Kies uit:

Een heftruckchauffeur is de

vorkheftruck − bestuurder − lading − transporteren − palletten van een

(of vorklift) die hij gebruikt om een zware

) over korte afstand te

(veelal op .

Bekijk aandachtig de afbeeldingen en beantwoord de vragen.

-> resolutie

Wat zie je op de werkplek op deze foto?

Wat dragen de werknemers op beide foto’s?

Wat zie je op de werkplek op deze foto?

LEVEL 2

te laag

THEMA 2

Pr oe

fd st

Explore 3— Hoe ziet de werkplek van een magazijnier eruit?

Als werknemer in een magazijn ben je verplicht om jezelf te beschermen, want een ongeluk is snel gebeurd! Bekijk de onderstaande afbeeldingen. a

Plaats het juiste begrip naast elke foto. Kies uit: veiligheidsbril − handschoenen − veiligheidsschoenen − veiligheidshelm

Welk lichaamsdeel beschermen ze? Welk ongeval kun je ermee voorkomen? LICHAAMS DEEL

NUT

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

fd st

BEGRIP

b c

Ga naar de ontdekplaat en bekijk de interne transportmiddelen van de magazijnier. Markeer het kenmerk dat van toepassing is. Noteer twee producten die je met het hulpmiddel kunt transporteren. HULPMIDDEL

KENMERK

STEEKWAGEN OF STEEKKAR

handbediend / motorisch laagheffend / hoogheffend

HANDPALLETTRUCK OF TRANSPALLET

handbediend / motorisch laagheffend / hoogheffend

MOTORPALLETTRUCK OF ELEKTROTRANS PALLET

handbediend / motorisch laagheffend / hoogheffend

WORDT GEBRUIKT VOOR:

fd st

a b

LEVEL 2

handbediend / motorisch laagheffend / hoogheffend

THEMA 2

Pr oe

(VORK)HEFTRUCK OF VORKLIFT

Explore 4— Hoe doet een magazijnier aan voorraadbeheer? VOORRAADBEHEER

In een magazijn of warehouse is voorraadbeheer heel belangrijk: je moet niet alleen bijhouden welke goederen er binnenkomen, maar

Er zijn drie manieren om de goederen correct te beheren. Lees de drie verschillende methodes van voorraadbeheer.

ook welke er buitengaan.

Wat de klant of ketenpartner nodig heeft, lever je ‘precies op tijd’. Levering en productie zijn zodanig op elkaar afgestemd, dat er nauwelijks voorraden in een bedrijf nodig zijn. Er hoeft niets te worden opgeslagen en dat spaart voorraadkosten uit.

Just in time (JIT)

Je zorgt ervoor dat de laatst binnengekomen producten als eerste verkocht worden. Die methode is gebruikelijk bij producten die heel snel verkocht worden.

Last in, ﬁrst out (LIFO)

De producten die eerst binnenkomen, verkoop je eerst. Je houdt daarbij rekening met de vervaldatum van producten om te voorkomen dat producten in je voorraad bederven. De methode is gebruikelijk voor levensmiddelen.

Noteer bij elk voorbeeld de juiste manier van voorraadbeheer.

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

fd st

First in, ﬁrst out (FIFO)

SITUATIE

Een klant bestelt een hamburger bij Burger King.

Fatima vult het koelvak aan met yoghurt. Ze plaats de nieuwe potjes achteraan.

Een ondernemer heeft een partij rijpe bananen met een grote korting gekocht. Hij moet die zo snel mogelijk aan de klant verkopen.

METHODE

Explore 5— Wil jij aan de slag als magazijnmedewerker? Lees aandachtig beide vacatures. Noteer naast de vacature: a b c

de voornaamste taken, de vermelde attitudes, de vermelde vaardigheden.

Attitudes:

fd st

We verwachten: – enige ervaring als magazijnier, – bereidheid om gerichte opleidingen te volgen, – een rijbewijs B (C / CE is een pluspunt) en een heftruckrijbewijs, – een positieve instelling, – ordelijkheid, – ﬂexibiliteit.

Taken:

Je staat in voor: – de controle van de kwaliteit en de hoeveelheid van de producten bij binnenkomst in het magazijn, – het lossen van de vrachtwagens, – de orde en de netheid in het magazijn.

Gezocht:

Vaardigheden:

Pr oe

Vereiste studies: – geen speciﬁeke studievereisten – talenkennis: Frans, Engels, Nederlands en Duits

THEMA 2

LEVEL 2

We bieden: – een contract van onbepaalde duur, – een voltijdse job, – een hospitalisatieverzekering, – een goede verloning, – veel afwisseling, – mogelijkheid tot het volgen van opleiding.

“Wij zoeken een

!” Taken:

Als magazijnier ontvang je de goederen en sla je ze op. Je verzamelt de bestellingen en maakt ze klaar. Je hebt geregeld contact met klanten en leveranciers. Het is belangrijk dat je goed kunt samenwerken, zowel met mensen binnen het bedrijf als daarbuiten.

Je kunt met bepaalde computerprogramma’s voor magazijnbeheer werken. Enige ervaring als magazijnier

Attitudes:

3e graad Ofﬁce en logistics assistant bso

–

3e graad Retail en logistics assistant bso

–

Bij voorkeur: Specialisatiejaar 7 Logistiek bso

–

een goede talenkennis van het Nederlands

–

minstens twee jaar ervaring

–

een rijbewijs type: B ﬂexibel qua werkuren

–

zelfstandig kunnen werken

–

nauwkeurig kunnen werken

–

zin voor netheid

–

een heftruckrijbewijs.

Vaardigheden:

fd st

–

Verwacht:

–

Vereiste studies:

Pr oe

TO THE POINT

THEMA 2

LEVEL 2

De magazijnier werkt in een magazijn. Hij controleert en stockeert de verschillende goederen. De magazijnier maakt verzendingen klaar en laadt de vrachtwagen.

is gewenst.

De mogelijke functies in een magazijn zijn: — de orderpicker die de orders gereedmaakt; — de logistiek medewerker die de levering organiseert en controleert; — de heftruckchauffeur die de vorkheftruck bestuurt.

Hulpmiddelen om goederen te lossen Er bestaan verschillende hulpmiddelen of interne transportmiddelen om goederen uit een vrachtwagen te lossen. Een steekwagen (steekkar) is een eenvoudige handkar om dozen over een kleine afstand te verplaatsen. Je gebruikt ze in magazijnen en voor het lossen van beperkte hoeveelheden uit een vrachtwagen.

Een handpallettruck (handpompwagen of transpallet) is een klein transportmiddel dat je met de

hand bedient om palletten over kleine afstanden te verplaatsen. Je gebruikt hem vooral in het magazijn. Je moet de handpompwagen zelf duwen en trekken en met de hand omhoog krikken. Dat kost tijd en spierkracht.

Een motorpallettruck (reachtruck) heeft dezelfde eigenschappen als een handpallettruck maar hij heeft een motor. Je moet hem dus niet met de hand aandrijven.

Een vorkheftruck (vorklift of heftruck) heeft een elektromotor of verbrandingsmotor. Je vervoert er goederen mee die op een pallet staan en dat over lange afstand of in de hoogte. Je ziet ze bijvoorbeeld op bedrijfsterreinen of in magazijnen.

Je kunt jezelf als magazijnier beschermen met een veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, veiligheidshandschoenen en een helm.

fd st

Voorraadbeheer Voorraadbeheer is het correct bijhouden van de inkomende en uitgaande goederenstroom in het magazijn. Er zijn drie manieren om aan voorraadbeheer te doen. De methode just in time (JIT) betekent ‘precies op tijd’ leveren wat de klant of ketenpartner nodig heeft. Bij last in, first out (LIFO) zorg je ervoor dat de laatst binnengekomen producten als eerste verkocht worden. Als laatste is er de first in, first out (FIFO)-methode. Die wordt veel binnen de levensmiddelenindustrie toegepast. De producten die als eerste binnenkomen, worden als eerste verkocht.

THEMA 2

Vaardigheden van een magazijnier Als magazijnier zijn er een aantal vaardigheden die je moet bezitten zoals: — goed Nederlands spreken; — met de computer overweg kunnen; — een heftruck kunnen besturen (in het bezit zijn van een heftruckrijbewijs).

LEVEL 2

Pr oe

Attitudes van een magazijnier Als magazijnier is het belangrijk dat je bepaalde attitudes bezit: — nauwkeurigheid, — flexibiliteit, — stressbestendigheid, — aandacht voor veiligheid.

THEMA 2

Heftruckchauffeur

JIT

LIFO

FIFO Voorraadbeheer

De magazijnier

fd st

Functies

Pr oe

Logistiek medewerker

Orderpicker

LEVEL 2

uk @

Hulpmiddelen

Vorkheftruck

Motorpallettruck

Handpallettruck

Steekwagen

Action 1— Hoe los je de onderstaande goederen als magazijnier?

Welk hulpmiddel is geschikt om deze goederen te lossen? Zet een kruisje in de juiste kolom(men). HANDELING

STEEKWAGEN

HANDPALLET MOTORPALLET TRUCK TRUCK

Een doos handdoeken uit een kleine bestelwagen

Vaatwasmachine uit een vrachtwagen

@ uk

Los zand uit een vrachtwagen

fd st

Pallet met vier zakken cement uit een bestelwagen

Pallet frisdrank uit een vrachtwagen Zak cement van 20 kg uit een auto

VORKHEF TRUCK

Vijf dozen bedlinnen uit een vrachtwagen

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

Keuken zelfbouwpakket uit een vrachtwagen

Action 2— Hoeveel verdien je als magazijnier? Ga naar de ontdekplaat en zoek de gevraagde informatie op over het loon van een magazijnier. Ben je als magazijnier altijd een arbeider?

Hoeveel uur werk je gemiddeld per week als magazijnier?

Hoeveel verdien je ongeveer bruto per uur?

Hoeveel verdien je dan gemiddeld bruto per maand?

Verklaar: een ervaren magazijnier kan meer verdienen dan een onervaren magazijnier.

Van welke extralegale voordelen kun je nog genieten als arbeider?

fd st

Action 3— Kun jij goed aan voorraadbeheer doen? Je krijgt van de leraar een aantal producten om te beheren: pakken melk, eierdozen, verpakkingen van chocolade, bokalen of glazen flessen.

Sorteer die verpakkingen in het stapelrek volgens de LIFO-methode en volgens de FIFO-methode.

Pr oe

Tip:

Lees eerst nog eens de beschrijving van beide methodes.

THEMA 2

LEVEL 2

Last in, ﬁrst out (LIFO)

Last in, first out betekent dat de goederen die als laatste binnenkomen, er als eerste uit gaan.

First in, ﬁrst out (FIFO)

First in, first out betekent dat de goederen die als eerste binnenkomen, er ook als eerste uit gaan.

Action 4— Herken jij de verschillende functies van de magazijnier?

Lees de beroepsfiches van magazijnmedewerker en heftruckchauffeur. Ze bevatten de vaardigheden en attitudes die je nodig hebt voor elk van beide beroepen.

Plaats het beroep boven de beroepsfiche. Markeer:  de vaardigheden in het groen;  de attitudes in het rood.

Je verplaatst goederen met behulp van een heftruck. Je stapelt, ontstapelt, laadt en lost goederen. Voor het bijhouden van die handelingen en van verplaatsingen van goederen wordt er steeds meer gebruikgemaakt van de computer. Je werkt alleen of in groep. Je kunt op verschillende locaties werken, bijvoorbeeld op kades, in magazijnen, productieruimtes of koelruimtes. Je werkt heel ordelijk en nauwkeurig en leeft de veiligheidsnormen strikt na. Afhankelijk van de locatie werk je overdag, in een twee- of drieploegenstelsel of volcontinu. Een speciﬁeke opleiding is vereist, eventueel via bijscholing. Veel bedrijven vragen vooraf een attest voor het rijden met een heftruck.

LEVEL 2 THEMA 2

Pr oe

fd st

Je staat in voor de ontvangst, de opslag, de voorbereiding en het distributieklaar maken van goederen. Je kijkt de lading na en verzamelt de orders. Je hebt geregeld contact met interne en externe klanten en leveranciers. Je werkt op de computer via speciﬁeke computerprogramma’s voor magazijnbeheer. Je werkt in een magazijn bij distributeurs of concessiehouders, in opslagplaatsen of op de kade. Je werkt alleen of in ploegverband. Om het laden en lossen te vergemakkelijken gebruik je machines. In sommige gevallen moet je manueel zaken verplaatsen. Het komt voor dat je moet werken met gevaarlijke goederen en stoffen. Er is geen speciﬁeke opleiding. De job wordt geleerd op de werkplek. Een attest van heftruckbestuurder is een pluspunt.

a b

Je wordt binnenkort oom of tante. Om jou te betrekken bij die leuke gebeurtenis heeft je broer of zus gevraagd of jij wilt helpen om de kinderkamer in te richten. Je ouders zorgen voor de meubels, jij moet zorgen voor de decoratie en een beetje speelgoed. Daarvoor krijg je een budget van 400,00 euro. Je aankopen mag je enkel doen bij Ikea online.

Vul de onderstaande bestelbon in.

NAAM KLANT

ARTIKEL NUMMER

ARTIKEL OMSCHRIJVING

Datum

EENHEIDS PRIJS

TOTAAL

Pr oe

fd st

AANTAL

Bestelbon IKEA

utterstock.com

Action 5— Kun jij goed orderpicken?

THEMA 2

LEVEL 2

TOTAAL

b c d

Maak de bovenstaande bestelbon in Excel. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Je ontvangt een bestelbon van een leerling van jouw klas. Controleer of alle artikelen op voorraad zijn in de onlineshop van Ikea. Indien het artikel voldoende aanwezig is, zet je voor aantal een vinkje, indien het artikel niet op voorraad is, zet je een kruisje. Bespreek achteraf met je medeleerling welke artikelen wel of niet voorradig zijn.

Action 6— Kun jij de bestelling klaarzetten? Bekijk de bestelbon van de klant en ga orderpicken.

c d

Controleer grondig de bestelbon en vul verder aan. Surf naar de website van de dichtstbijzijnde Ikea. Zoek op die website waar de goederen staan. Noteer de gang en de locatie. Neem de bestelbon over in Excel en voeg de gang en de locatie toe. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

a b

Bestelbon IKEA

NAAM KLANT

Datum

ARTIKEL OMSCHRIJVING

792.849.58

VIMLE zetel

802.494.93

MALM eenpersoonsbed

104.099.32

092.998.40

EENHEIDS PRIJS

ARTIKEL NUMMER

€ 799,00

AANTAL

TOTAAL

LOCATIE

€ 799,00

€ 119,00

KALLAX boekenkast

€ 79,99

€ 159,98

PAX kleerkast

€ 373,00

TOTAAL

€ 1 450,98

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

fd st

GANG

Action 7— Kun jij de voorraadkaart aanvullen? 1

Je krijgt van je leraar een stapelrek met gestapelde goederen. Vul de voorraadkaart voor dat rek aan.

OMSCHRIJVING

AANTAL BIJ

AANTAL AF

TOTAAL VOORRAAD

fd st

ARTIKELNUMMER

VOORRAADKAART

Je leraar bezorgt je een bestelbon. Pas de voorraadkaart aan.

Neem de voorraadkaart over in het rekenblad.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Pr oe

Action 8— Kun jij goed stapelen?

THEMA 2

LEVEL 2

In de klas ligt een europallet of staat er een europallet (80 cm op 120 cm) afgetekend op de vloer. Er is ook een grote verzameling dozen in verschillende formaten, jouw winkelvoorraad. Die dozen hebben allemaal een unieke artikelcode, kleurcode …

a b

Bestudeer aandachtig de bestelbon die je van je leraar krijgt. Haal de artikelen uit de voorraad en stapel ze op de (aftekening van de) europallet.

Tip:

Bij het stapelen op een europallet hou je rekening met de volgende regels: — Kleurencodes moeten zichtbaar zijn zodat de ontvanger de levering vlot kan controleren. — De zware of grote dozen staan onderaan. De lichte of kleine dozen bovenaan omwille van de stabiliteit. — Artikelen worden in het midden gestapeld en niet over de rand van het pallet. — Je controleert het order aan de hand van bestelbon.

Action 9— Werkplekleren

Vervolledig voor je bezoek de fiche met de gegevens van het bedrijf. Vervolledig tijdens je bezoek de fiche met de gegevens van de magazijnier. Vraag ook of je een foto mag nemen voor je portfolio. Geef de foto een duidelijke naam en bewaar hem in je portfolio.

a b

Breng een bezoek aan een bedrijf waar je de job van de magazijnier kunt observeren.

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK Naam van het bedrijf

Website

Telefoonnummer

fd st

Adres

Naam van de contactpersoon

Pr oe

Functie van de contactpersoon Naam van de zaakvoerder

THEMA 2

LEVEL 2

Aantal personeelsleden in het bedrijf

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK Welke taken heeft de magazijnier in dit bedrijf?

Hoe heet de functie van die persoon in het bedrijf?

fd st

Bespreek grondig de werkplek. Wat zie je allemaal?

Over welke eigenschappen (competenties) moet de magazijnier beschikken?

Wat zijn de voordelen volgens jou van de functie in dit bedrijf ?

Pr oe

Wat zijn volgens jou de nadelen van deze functie in dit bedrijf?

THEMA 2

LEVEL 2

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

Los de vragen op.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

Ik kan interne transportmiddelen zoals een steekwagen, een handpallettruck, een motorpallettruck en een vorkheftruck uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan voorraadbeheer zoals FIFO, LIFO en JIT uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan voorraadbeheer zoals FIFO, LIFO toepassen.

Ik kan het stapelen van verpakte artikelen toepassen.

Ik kan een eenvoudige digitale voorraadadministratie toepassen.

Ik kan de functies en taken binnen de logistiek omschrijven.

Ik kan het competentieprofiel van een magazijnier omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

EXTRA OEFENMATERIAAL

fd st

KAN BETER

Pr oe

Beeldwoordenboek AFBEELDING

De goederen die eerst zijn binnengekomen, gaan er ook eerst uit.

LEVEL 2

FIFO

VERKLARING

THEMA 2

BEGRIP

VERKLARING

AFBEELDING

Dat is een klein transportmiddel dat je met de hand bedient om palletten over kleine afstanden te verplaatsen.

heftruckchauffeur

Dat is de bestuurder van een vorkheftruck.

JIT

‘precies op tijd’ leveren wat de klant of ketenpartner nodig heeft

LIFO

De goederen die laatst zijn binnengekomen, gaan er eerst uit.

fd st

handpallettruck

Dat is de persoon die de levering organiseert en controleert.

magazijnier

Die persoon werkt in een magazijn. Hij controleert en stockeert de verschillende goederen. De magazijnier maakt verzendingen klaar en laadt de vrachtwagen.

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

logistiek medewerker

AFBEELDING

motorpallettruck

De motorpallettruck heeft dezelfde eigenschappen als een handpallettruck, maar dankzij de motor moet je hem niet met de hand aandrijven.

orderpicker

Dat is de persoon die de orders gereedmaakt.

steekwagen

Dat is een eenvoudige handkar om dozen over een kleine afstand te verplaatsen.

voorraadbeheer

Dat is het correct bijhouden van de inkomende en uitgaande goederenstroom in het magazijn

VERKLARING

fd st

BEGRIP

Met de vorkheftruck vervoer je goederen die op een pallet staan over een langere afstand of in de hoogte. Hij heeft een elektromotor of verbrandingsmotor.

THEMA 2

LEVEL 2

Pr oe

vorkheftruck

LEVEL 3

Over welke competenties moet je als administratief medewerker beschikken?

Lees de inleidende tekst.

INTRO

Sommige mensen zijn rustig van zichzelf uit, anderen helemaal niet. Door goed te weten wat je in je job moet doen en hoe je dat kunt doen, kun je je job steeds beter

Bekijk aandachtig de afbeelding en beantwoord de vragen. Wat zie jij op deze tekening?

Hoe ziet die persoon eruit? En hoe komt dat denk je?

fd st

markere

n als pla

atshoud

Pr oe

uitvoeren. Dat geeft rust. Dit level gaat over de job van administratief medewerker.

THEMA 2

LEVEL 3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Over welke competenties moet je als administratief medewerker beschikken?

Explore 1— Wat is een administratief medewerker en wat houdt de job in?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat. Zoek de juiste omschrijving voor het beroep van de administratief medewerker.

Bekijk aandachtig het beroepenfilmpje over de administratief medewerker en beantwoord de vragen.

Wat is een van de voornaamste taken van Vivianne, de administratief medewerkster?

Tot hoeveel lijnen tegelijkertijd kan zij aannemen? Wat doet ze met die lijnen?

Wat doet Carin?

Welke belangrijke eigenschappen moet je als administratief medewerker hebben?

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

De werkplek van een administratief bediende moet zeer functioneel zijn. Wat zag je allemaal tijdens het filmpje? Kijk ook naar de afbeeldingen die je ziet op de ontdekplaat. Maak een onderscheid tussen kantoormateriaal en kantoormeubilair. KANTOORMEUBILAIR

KANTOORMATERIAAL

Explore 2— Op welke afdelingen kan een administratief Bekijk de schematische voorstelling van het fictieve bedrijf, M&C. Hoeveel afdelingen zijn er? Noteer ze.

fd st

medewerker werken?

M&C

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

AANKOOP

VERKOOP EN MARKETING

LOGISTIEK

ADMINISTRA TIE

PERSONEEL

Administratie In al die afdelingen, behalve de logistiekafdeling, doen de werknemers vooral aan administratie. De administratie hangt samen met alle onderdelen van het bedrijf.

Administratie wil in veel gevallen zeggen kantoorwerk. Daaronder vallen verschillende activiteiten, zoals bestellingen plaatsen, lonen berekenen, facturen betalen, klanten opvolgen of de telefoon beantwoorden. De administratie heeft drie belangrijke functies binnen het volledige bedrijf: – Registratie: Wie heeft er nog schulden aan het bedrijf? Van wie heeft het bedrijf al geld ontvangen? – Verantwoording en controle: Zijn de betalingen correct uitgevoerd? Heeft het personeel gedaan wat er gevraagd werd? – Informatie verstrekken: Hoe is het met het bedrijf gesteld?

De schematische voorstelling van een bedrijf wordt ook wel organogram genoemd. Het organogram geeft het volgende duidelijk weer: – Wie heeft welke taak en verantwoordelijkheden? – Welke afdelingen zijn er? – Wie heeft er de leiding?

Explore 3— Welke taken kun je zoal doen als administratief Bekijk aandachtig het filmpje over de algemeen bediende en beantwoord de vragen. Wat zijn de taken van Martine?

Welke ICT-vaardigheden moet Martine hebben?

Welke attitudes moet Martine hebben?

Waar werkt Sandrine?

Wat zijn haar taken?

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

bediende?

Bekijk de afbeeldingen met de voornaamste taken van een administratief bediende. Noteer de juiste taak bij elke afbeelding.

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

inkomende post registeren – uitgaande post registreren – documenten klasseren en sorteren – documenten kopiëren en scannen – de agenda beheren – vergaderlokaal klaarzetten – zakelijke mails opmaken

Ga naar het onlinelesmateriaal. Zoek op de ontdekplaat wat die taken inhouden.

UITGAANDE POST REGISTEREN

DOCUMENTEN KOPIËREN EN SCANNEN

DE AGENDA BEHEREN

VERGADERLOKAAL KLAARZETTEN

LEVEL 3

THEMA 2

Pr oe

fd st

DOCUMENTEN KLASSEREN EN SORTEREN

INKOMENDE POST REGISTEREN

OPMAKEN VAN ZAKELIJKE MAILS

Een administratief medewerker moet vaak documenten klasseren en ordenen. Als klanten een product bestellen wordt er eerst een bestelbon opgesteld. Als de goederen geleverd worden, wordt er een leveringsbon opgesteld en vervolgens een factuur. Noteer de begrippen op de juiste plaats in het schema.

fd st

factuur eruit?

Explore 4— Hoe zien de bestelbon, de leveringsbon en de

Pr oe

factuur – bestelbon – leveringsbon

THEMA 2

LEVEL 3

Good to know

Wanneer de klant en de verkoper het over de prijs en de verkoopsvoorwaarden eens zijn, is het verstandig om de bestelling ook op papier te zetten. Dat is vooral belangrijk wanneer de levering niet onmiddellijk gebeurt. Om de consument te beschermen, heeft de wetgever vastgelegd welke vermeldingen er moeten staan op dat document, de zogenaamde bestelbon.

5 6

Bestelbon

7 8 9

M&C nv

Btw BE 0465.672.452 RPR GENT

fd st

Veldstraat 94 9000 GENT tel. + 32 9 233 79 32 fax + 32 9 223 79 51 info@mandc.be

Pr oe

In te vullen door M&C

Art.nr.

Omschrijving goederen

Verkoopsvoorwaarden: Leveringsvoorwaarden: Leveringstermijn: Betalingsvoorwaarde: Algemene verkoopsvoorwaarden: Naam en handtekening klant

IBAN BE20 3200 6835 4556 BIC BBRUBEBB

Naam klant Contactpersoon Adres klant

Deckers nv Annelies Daems Kerkstraat 12 8000 BRUGGE

Btw-nummer k lant Datum bestelling

BE 0405.134.950

Datum ontvangst bestelbon Bestelbonnummer

Aantal

Eenheidsprijs (in EUR)

Btw-%

Bedrag (in EUR)

Al onze eenheidsprijzen zijn exclusief btw

Zie ommezijde Handtekening M&C

LEVEL 3

THEMA 2

de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de verkoper de datum en het nummer van de bestelbon de (gedetailleerde) omschrijving van het product dat of de dienst die de klant bestelt de eenheidsprijs, de hoeveelheid en de totale prijs het toepasbare btw-tarief als de btw niet is inbegrepen in de prijs © Shu Ba / Shutterstock.com het bedrag van het voorschot, als dat van toepassing is het nog te vereffenen bedrag de datum of de termijn voor de levering van het product of de dienst de handtekening van de verkoper

De klant bestelt bijvoorbeeld 24 dozen snoep bij Haribo. Markeer op de onderstaande bestelbon de volgende verplichte vermeldingen:

Wanneer de firma de goederen bij de klant levert, dan zit er een leveringsbon bij. a

Welk advies zou je de onthaalbediende geven voor hij zijn handtekening op de leveringsbon zet?

Waarom is het belangrijk dat de onthaalbediende een handtekening plaatst op de leveringsbon?

SMILEPRINT

Smile, niets is makkelijker!

Naam: Adres:

Sint-Denijslaan 317 9000 GENT 09 326 22 11 info@smileprint.com

% $ # "

Tel.:

fd st

Btw-nummer:

M&C nv Veldstraat 94 9000 GENT 09 323 79 32 BE 0465.672.452

LEVERINGSBON

402

Datum: 20xx-04-03

Omschrijving

Pr oe

Leveringsbonnummer: Bestelbon:

Handtekening klant

THEMA 2

LEVEL 3

Btw BE 0434.259.595

IBAN BE39 3104 5214 9119

BIC BBRUBEBB

De laatste maar wellicht belangrijkste stap in het verkoopproces is de verkoopfactuur. Met dat document laat de verkoper aan de klant weten, hoeveel hij moet betalen.

het woord ‘factuur’ en het factuurnummer naam (+ ondernemingsvorm: nv, bvba …) en adres van de verkoper ondernemingsnummer van de verkoper nummer(s) van de financiële rekening(en) van de verkoper btw-nummer van de verkoper factuurdatum vervaldatum (uiterste datum waarop de factuur moet betaald zijn) naam en adres van de koper omschrijving en hoeveelheid van de goederen btw-bedrag per btw-tarief totaal btw-bedrag bijzondere verkoopsvoorwaarden

M&C nv

Factuur

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Sommige vermeldingen op de verkoopfactuur zijn wettelijk verplicht. Noteer de onderstaande items met een nummer op onderstaande factuur.

Btw BE 0465.672.452 RPR GENT

Veldstraat 94 9000 GENT tel. + 32 9 233 79 32 fax + 32 9 223 79 51 info@mandc.be

fd st

IBAN BE20 3200 6835 4556 BIC BBRUBEBB

Facturatieadres

Btw-nummer klant BE 0405.134.950

Pr oe

Leveringsvoorwaarde: Betalingsvoorwaarde:

Art.nr.

Factuur

Datum

Vervaldag

Klantnummer

VF20xx-0311

20xx-10-14

20xx-11-14

K002

Eenheidsprijs (in EUR)

Btw-%

Orderbevestiging OBV20xx-0205

Af fabriek 30 dagen na factuurdatum

Omschrijving goederen

Aantal

Bedrag (in EUR)

Subtotaal - Handelskorting Kosten

€ 0,00

Algemene verkoopsvoorwaarden: zie ommezijde

Btw € 0,00

Factuurbedrag € 0,00

THEMA 2

Totaal bedrag excl. btw

LEVEL 3

Maatstaf van Heffing Btw

TO THE POINT

fd st

De administratief medewerker ondersteunt de administratie in een bedrijf. De job kan verschillende taken bevatten zoals: — inkomende post registeren, — uitgaande post registreren, — documenten klasseren en sorteren, — kopieën maken en scannen, — de agenda beheren, — vergaderlokaal klaarzetten, — zakelijke mails opmaken.

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

Het organogram is de schematische voorstelling van een bedrijf. Het organogram geeft de volgende zaken duidelijk weer: — Wie heeft welke taak en verantwoordelijkheid? — Welke afdelingen zijn er? — Wie heeft er de leiding?

De administratief bediende moet vele documenten klasseren en sorteren zoals: — de bestelbon: dat is een handelsdocument waarmee de koper aan de verkoper laat weten dat hij een product bij hem wil kopen; — de leveringsbon: dat is het document dat mee in de verpakking van de goederen zit wanneer ze geleverd worden bij de klant; — de factuur: dat is het handelsdocument dat de betalingsverplichting weergeeft voor de klant voor de geleverde goederen.

THEMA 2

LEVEL 3

Wie heeft er welke taak en verantwoordelijkheid?

Welke afdelingen zijn er?

Wie heeft er de leiding?

Factuur

Leveringsbon

Bestelbon

Organogram

De administratief medewerker

fd st

Documenten

Pr oe uk @

Taken

Zakelijke mails opmaken

Vergaderlokaal klaarzetten

De agenda beheren

Documenten kopiëren en scannen

Documenten sorteren en klasseren

Uitgaande post registreren

Inkomende post registreren

Action 1— Hoe lees je de jobadvertentie van een administratief medewerker?

Lees aandachtig de jobadvertentie van een administratief medewerker en markeer: de noodzakelijke attitudes groen, de taken geel, de aangeboden job, blauw.

a b c

Administratief medewerker

Taken • Briefwisseling registreren, sorteren, frankeren • Documenten coderen, klasseren en archiveren • Kopieerwerk verrichten • Administratieve dossiers samenstellen • Gegevens bijhouden en actualiseren • Terugzendingen of aanmaningen controleren • Telefonische oproepen aannemen, doorverbinden naar de gevraagde gesprekspartners, een boodschap noteren

fd st

Proﬁel • Je hebt een zeer goede kennis van het Nederlands. • Je gaat discreet te werk. • Je kunt zelfstandig werken. • Je gaat nauwkeurig te werk.

Voor een onze klanten in Dendermonde zijn we op zoek naar een (tijdelijk) administratief medewerker (m / v / x). Dat voor een deeltijdse tewerkstelling van 20u/week.

Pr oe

Action 2— Kun jij de inkomende post behandelen?

THEMA 2

LEVEL 3

Luna werkt als administratief medewerker bij Viking, een bedrijf in kantoorartikelen. Ze komt om 7.45 uur toe op kantoor. Dagelijks start Luna haar dag met het sorteren en behandelen van de inkomende post. Bekijk aandachtig het organogram en verdeel de post over de juiste afdelingen.

a b

Registreer de post in het register. Verdeel de post over de juiste sorteerbakjes.

INKOMENDE POST DATUM INKOMST

AFDELING

AFZENDER

fd st

VIKING

Luna De Grootte

Human resources

Verkoop afdeling

Boekhoud afdeling

Magazijn afdeling

Hilde Verheyden

Joris De Winter

Yannick Lambrechts

Mohammend Abtou

LEVEL 3

Pr oe

Administratief Medewerker

THEMA 2

Directeur De Smet

Action 3— Kun jij de uitgaande post behandelen? Luna werkt als administratief medewerker bij Viking , een bedrijf in kantoorartikelen. Ze moet een factuur versturen naar klant Meeus, Parklaan 52, 2300 Turnhout. Schrijf de enveloppe op een correcte manier. Bekijk aandachtig de onderstaande tips. Vervolgens steek je er de factuur in drie gevouwen in. Tip:

Plaats van het adres.

a b

Omslag

1,5 cm

M&C nv Veldstraat 94 9000 GENT

Structuur van het adres. — Het adres omvat minimaal drie en maximaal zes regels. — De straatnaam komt altijd eerst, dan het huisnummer. — Speciale huisnummers:  Samengesteld huisnummer, bv. Lousialaan 25-26 (zonder spatie)  Alfabetische uitbreiding huisnummer, bv. Maasweg 1B (hoofdletter, zonder spatie)  Numerieke uitbreiding huisnummer, bv. Boomgaardstraat 60/1 (zonder spatie) — Geef indien nodig het busnummer, voorafgegaan door ‘bus’. — Verbind de vier cijfers van de postcode niet. Vermeld geen landcode (B, BE). — Schrijf de naam van de stad of gemeente in drukletters. — Het adres van de afzender staat op een lijn, op de keerzijde van de envelop. — Vermijd de meertalige straatnaam, bv. Rue de la paix/Vredestraat.

Pr oe

Tip:

fd st

3 cm

THEMA 2

LEVEL 3

Soms moet je als administratief bediende ook pakketjes opsturen. Surf naar de website van bpost en bereken het tarief voor de onderstaande situatie. Luna moet een catalogus inpakken en versturen naar de firma NV Mariën, Mechelsesteenweg 223, 2000 Antwerpen. Specificaties van het pakket: A4-formaat, 640 g.

Registreer nu al de uitgaande post van Luna. UITGAANDE POST DATUM VERTREK

VANUIT AFDELING

Verwerk de fiche in een rekenblad. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

BESTEMMELING

Action 4— Waar Nederlands en economie elkaar kruisen.

Kun jij een zakelijke mail opmaken?

Lees aandachtig de onderstaande situatie.

Stel de mail op in het vak Nederlands en tik hem vervolgens over in een tekstverwerker.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

fd st

Pr oe

Luna werkt als administratief medewerker bij Viking, een bedrijf in kantoorartikelen. De boekhoudmedewerker zal een tijdje afwezig zijn wegens een operatie. Yannick Lembrechts heeft gesolliciteerd voor die interimjob en heeft al een eerste sollicitatiegesprek achter de rug. Hilde Verheyden van de humanresourcesafdeling vraagt aan Luna om hem via mail uit te nodigen voor een tweede gesprek. Hilde stelt aanstaande maandag voor om 11 uur. Het e-mailadres van Yannick is Xxxxxx@xxxxx.xxxx.

Bekijk het filmpje. Je leert hoe je verschillende vergaderlokalen kunt klaarzetten.

Werk met de hele klas samen om een lokaal klaar te zetten voor een vergadering van de directie of voor de leerlingenbegeleiding. Wat moet je doen? a b c d

Zet de beamer en de laptop klaar en sluit die aan. Voorzie koffie, thee en water voor alle deelnemers. Zet de tafels in de opstelling naar keuze van de organisator (bijvoorbeeld rondetafelopstelling). Voorzie voor elke deelnemer een balpen met bedrijfslogo, een presentatiemap met een print van de presentatie en enkele lege bladen voor notities.

THEMA 2

LEVEL 3

Action 5— Kun jij een vergaderlokaal klaarzetten?

Action 6— Kun jij aan een goed agendabeheer doen? 1

Lees aandachtig de onderstaande situatie.

—

12 uur: koffie zetten 16 uur: uitgaande post klaarmaken voor verzending 14 uur: verslag nemen bij het teamoverleg van de sales afdeling

— —

Luna werkt als administratief medewerker bij Viking, een bedrijf in kantoorartikelen. De heer De Smet, de leidinggevende van Luna, bespreekt met haar de opdrachten voor de komende week. Voor maandag moeten de volgende opdrachten ingepland worden: — 10 uur: vergaderzaal klaarzetten — 13 uur: vergaderzaal opruimen — 8 uur: koffie zetten — 8.30 uur: inkomende post registreren en verdelen

Maak in een rekenblad een digitale agenda voor maandag. De kantooruren zijn van 8 uur tot en met 18 uur. Raadpleeg de ICT-fiches van rekenblad.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

fd st

Action 7— Kun jij goed documenten sorteren en klasseren? Je werkt als administratief medewerker bij M&C en moet de onderstaande documenten volgens instructies sorteren en klasseren. set van 5 bestelbonnen set van 5 orderbevestigingen set van 5 vrachtbrieven set van 5 aankoopfacturen set van 5 offertes set van 5 orderbevestigingen

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

— — — — — —

set van 5 goedgekeurde orderbevestigingen set van 5 magazijnopdrachtenbonnen set van 5 verwerkte magazijnopdrachtenbonnen set van 5 vrachtbrieven set van 5 verwerkte vrachtbrieven set van 5 facturen

Wat moet je doen? a b c d

Sorteer de documenten per soort. Klasseer de bestelbonnen en orderbevestigingen en goedgekeurde orderbevestigingen chronologisch. Nummer de vrachtbrieven en verwerkte vrachtbrieven. Klasseer de aankoopfacturen en offertes, magazijnopdrachten en goedgekeurde magazijnopdrachten numeriek. Klasseer de facturen alfabetisch.

Action 8— Kun jij goed kopieën maken en scannen,

Kopieer twee verkoopfacturen uit Explore 7. Zorg ervoor dat beide documenten aan elkaar geniet zijn. Kan dat met de kopieermachine, dan stel je die zo in, anders doe je het manueel. Scan de klantenkaarten in en steek ze in een bestand. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Als administratief medewerker moet je ook vaak kopieën maken en documenten inscannen. Deze opdracht zal verlopen onder toezicht van de leerkracht.

fd st

Action 9— Kun je een bestelbon maken in een rekenblad? Ontwerp zelf een bestelbon. Baseer je op het voorbeeld uit Explore 4. Gebruik het onderstaande stappenplan en de ICT-fiches van rekenblad als je wat ondersteuning wilt.

STAPPENPLAN

Stap 1: Open een werkmap in een rekenblad. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_01. Bewaar die werkmap in je portfolio onder de naam ‘Bestelbon’ gevolgd door je naam.

Stap 2: Geef de kolommen de juiste breedte. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_16. – Kolom A en K: 2,33 tekens

Pr oe

– Kolom B tot en met E: 8,00 tekens – Kolom F tot en met J: 13 tekens

Stap 3: Geef alle rijen van 1 tot 60 de hoogte 15 pt, met uitzondering van rij 2. Die moet 42,75 pt hoog zijn. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_15. Stap 4: Ga naar het onlinelesmateriaal en download het logo van M&C. Plaats dat in de linkerbovenhoek. Stap 5: Maak de titel op. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12 en fiche_R_14.

THEMA 2

– Voer de tekst ‘Bestelbon’ in met de volgende opmaak: lettertype Arial Black, lettergrootte 28, bedrijfskleur (= blauw), vet en gecentreerd.

LEVEL 3

– Voeg de cellen H2 tot en met J2 samen.

Stap 6: Voeg de adresgegevens toe. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05 en fiche_R_11. – Plaats in de cellen F4 tot en met F9 de volgende tekst: 

M&C nv



Veldstraat 94



9000 GENT



tel. + 32 9 233 79 32



fax + 32 9 223 79 51



info@mandc.be

– Gebruik voor ‘M&C nv’ lettertype Arial en lettergrootte 12. Zet die tekst in het vet en in de bedrijfskleur (= blauw). – De andere contactgegevens geef je lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur.

Stap 7: Voeg de bedrijfsgegevens toe. Gebruik daartoe ICT-fiche_R_05 en fiche_R_11. 

– In de cellen I4 tot met I7 zet je de volgende tekst: Btw BE 0465.672.452 RPR GENT IBAN BE20 3200 6835 4556 BIC BBRUBEBB



– Gebruik voor die cellen lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur (blauw).

Stap 8: Vul standaard klantgegevens in. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11 en fiche_R_12 – In de cellen G12 tot en met G14 geef je de volgende tekst in: Naam klant



Contactpersoon



Adres klant

fd st



– Gebruik voor die cellen lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur (blauw). Zet de tekst vetjes en lijn rechts uit.

Stap 9: Maak de invulvakken voor de klantgegevens. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_11, fiche_R_12 en fiche_R_14

– In de cellen I12 tot en met J16 vul je achteraf de klantgegevens in. Voeg daarom de cellen I12 en J12 samen.

Pr oe

– De inhoud van die samengevoegde cellen geef je lettertype Arial en lettergrootte 10, en lijn je links uit. – Kopieer die opmaak naar I13 en J13, I14 en J14, I15 en J15, I16 en J16.

THEMA 2

LEVEL 3

Stap 10:Geef de klantengegevens een dikke kaderrand. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13.

Stap 11:Btw-nummer, bestelbonnnummer en klantnummer: gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12, fiche_R_13 en fiche_R_14 – Geef de rijen 19 en 20 de volgende inhoud:

– Geef de cellen van de titels een arcering in de kleur van het bedrijf. – Geef de inhoud van de kolommen lettertype Arial en lettergrootte 10.

– Geef de titels van de kolommen lettertype Arial, lettergrootte 10 en een witte tekstkleur. Zet ze vetjes en gecentreerd.

fd st

– Geef de rijen 28 tot en met 41 de volgende inhoud:

Stap 12:Omschrijving goederen: gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12, fiche_R_13 en fiche_R_14

– Gebruik voor de titels van de kolommen lettertype Arial, lettergrootte 10 en een witte tekstkleur. Zet ze vetjes en gecentreerd. De cellen van de titels geef je een arcering in de bedrijfskleur.

– Voor de titels van de kolommen zul je cellen moeten samenvoegen. – De inhoud van de kolommen G, I en J lijn je rechts uit.

Pr oe

– De prijzen moeten overal twee decimalen krijgen.

Stap 13:Geef de cellen van stap 12 een dikke rand waar nodig. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13. Stap 14:Algemene verkoopsvoorwaarden en contactgegevens: Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05. – Zet in cel 43 de tekst ‘Algemene verkoopsvoorwaarden: zie ommezijde’. – Geef cel 45 de inhoud ‘Neem bij vragen over deze offerte contact op met Femke Baetens, tel. + 32 9 233 79 34, femke.baetens@mandc.be’.

THEMA 2

LEVEL 3

Stap 15:Geef het eerste werkblad de naam Bestelbon. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_02.

Action 10— Kun jij goed werken met leveringsbonnen? Bestudeer de volgende leveringsbonnen. Noteer de letter van het onderdeel op de leveringsbon. A titel leveringsbon

E nummer van de bestelbon

B naam verkoper / leverancier

F datum van de leveringsbon

C adres verkoper / leverancier

G omschrijving van de bestelling

Welke naam gebruikt men hier voor leveringsbon?

Wie is de klant?

Wie is de leverancier?

Hoeveel wegen de bestelde goederen?

Wat betekent 2 collo?

THEMA 2

LEVEL 3

fd st

Pr oe

Beantwoord de vragen over leveringsbon 1.

D naam en adres klant

Beantwoord de vragen over de leveringsbon 2. a

Wie is de klant?

Wie is de leverancier?

Hoeveel wegen de bestelde goederen?

Uit hoeveel pakjes bestaat de bestelling?

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

Action 11— Kun jij goed met facturen werken? Bestudeer de volgende factuur.

Noteer de letter van het onderdeel op de factuur. titel factuur

nummer van de factuur

naam verkoper / leverancier

datum van de factuur

adres verkoper / leverancier

omschrijving van de bestelling

naam en adres klant

vervaldag van de factuur

btw-percentage en btw-bedrag

totaalbedrag van de factuur

btw-nummer of ondernemingsnummer verkoper / leverancier

Komen de producten en de aantallen op de factuur overeen met de vrachtbrief uit Action 1? Toon dit aan met de volgende tabel. Vul ook de nummers van de documenten aan. AANTAL OP VRACHTBRIEFNUMMER

AANTAL OP FACTUURNUMMER

Er staat op de factuur ‘Leveringsvoorwaarden Af fabriek’. Wat betekent dat volgens jou? Gebruik indien nodig het internet.

Pr oe

fd st

PRODUCTEN

THEMA 2

LEVEL 3

Tip:

Kijk naar de berekening van de factuur. Misschien helpt die jou.

Hoeveel bedraagt het btw-percentage?

Hoeveel bedraagt het btw-bedrag?

Bureauland Menenstraat 25 8500 KORTRIJK Tel. +32 056 35 00 37 IBAN BE39 3104 5214 9119 BTW BE 403 566 025

M&C Veldstraat 94 9000 GENT

info@bureauland.com www.bureauland.com

FACTUUR

Klantcode K/045

Omschrijving

Art. ref.

Aantal

Totaal

Costa Pencil potlood hout Striper

1080.61 1409.44 1109.50

€ 0,11 € 0,02 € 0,04

€ 66,00 € 12,00 € 24,00

Leveringsvoorwaarde: Af fabriek Betalingsvoorwaarde: dagen na datum factuur

Brutoprijs Handelskorting Vervoerskosten Subtotaal

Fin. Korting 0,0 % Mvh € 0,00

6% 21 %

600 600 600

Btw-nummer klant BE 0465 672 452

€ 152,00

Btw

fd st

Te betalen Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzij de

21% 21% 21%

21 % € 102,00

Totaal € 102,00

€ 50,00 € 152,00

€ 31,92

€ 183,92

Bestudeer de volgende factuur.

Komen de producten en de aantallen op de factuur overeen met de vrachtbrief uit Action 1? Toon dit aan met de volgende tabel. Vul ook de nummers van de documenten aan.

fh Pr oe

PRODUCTEN

AANTAL OP FACTUURNUMMER

Er staat op de factuur ‘Leveringsvoorwaarde franco huis’. Wat betekent dat volgens jou? Gebruik indien nodig het internet.

Tip:

Kijk naar de berekening van de factuur. Misschien helpt die jou.

LEVEL 3

AANTAL OP VRACHTBRIEFNUMMER

THEMA 2

Btw-%

Korting-%

20xx-11-02

Vervaldag 20xx-12-01

Datum

Factuurnummer F-0123

Hoeveel bedraagt het btw-percentage?

Hoeveel bedraagt het btw-bedrag?

Herbereken de factuur. Totaal goederen:

Btw-percentage: Btw-bedrag:

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

Totaal bedrag inclusief btw:

Action 12— Hoeveel verdient een administratief bediende?

Wat is het beroep van Ella?

Wat is de activiteit van het bedrijf waarvoor ze werkt?

Hoeveel bedraagt haar brutomaandloon?

Welke extralegale voordelen heeft ze nog?

Hoeveel uur per week werkt ze?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bestudeer de ontdekplaat. Beantwoord de onderstaande vragen.

fd st

Action 13— Werkplekleren

Breng een bezoek aan het secretariaat van de school of een bedrijf waar je de job van de administratief medewerker kunt observeren.

Pr oe

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK

Naam van het bedrijf

Adres

Website

LEVEL 3

Telefoonnummer

THEMA 2

Vervolledig voor je bezoek de fiche met de gegevens van het bedrijf. Vervolledig tijdens je bezoek de fiche met de gegevens van de administratief medewerker. Vraag ook of je een foto mag nemen voor je portfolio. Geef de foto een duidelijke naam en bewaar hem in je portfolio.

a b

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK Naam van de contactpersoon Functie van de contactpersoon Naam van de zaakvoerder

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK

VA @

fd st

Over welke eigenschappen (competenties) moet deze administratief medewerker beschikken?

Hoe heet de functie van die persoon in het bedrijf?

Welke taken heeft de administratief medewerker in dit bedrijf?

Pr oe

Bespreek grondig de werkplek. Wat zie je allemaal?

Wat zijn de voordelen volgens jou van de functie in dit bedrijf ?

THEMA 2

LEVEL 3

Wat zijn volgens jou de nadelen van deze functie in dit bedrijf?

Aantal personeelsleden in het bedrijf

BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

Los de vragen op.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

Ik kan de functies en taken binnen de administratie omschrijven

Ik kan eenvoudige documenten zoals een bestelbon, leveringsbon en factuur beschrijven.

Ik kan technieken, zoals klasseren, voeren van telefoongesprekken, opmaak agenda, behandelen van post, kopiëren van documenten, zakelijke communicatie … toepassen.

Ik kan het competentieprofiel van een administratief medewerker omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

EXTRA OEFENMATERIAAL

THEMA 2

LEVEL 3

Pr oe

fd st

KAN BETER

CHECKLIST

Beeldwoordenboek BEGRIP

VERKLARING

AFBEELDING

Dat is de ondersteuner van de administratie in een bedrijf

bestelbon

Dat is een handelsdocument waarmee de koper aan de verkoper laat weten dat hij een product bij hem wil kopen.

administratief medewerker

@ uk

Art.nr.

fd st

Naam klant Contactpersoon Adres klant

Deckers nv Annelies Daems Kerkstraat 12 8000 BRUGGE

Btw-nummer k lant Datum bestelling

BE 0405.134.950

Omschrijving goederen

Verkoopsvoorwaarden: Leveringsvoorwaarden: Leveringstermijn: Betalingsvoorwaarde: Algemene verkoopsvoorwaarden:

Aantal

Eenheidsprijs (in EUR)

Bedrag (in EUR)

Btw-%

Al onze eenheidsprijzen zijn exclusief btw

Zie ommezijde

Naam en handtekening klant

Handtekening M&C

Factuur M&C nv

Btw BE 0465.672.452 RPR GENT

Veldstraat 94 9000 GENT tel. + 32 9 233 79 32 fax + 32 9 223 79 51 info@mandc.be

IBAN BE20 3200 6835 4556 BIC BBRUBEBB

Facturatieadres

Btw-nummer klant BE 0405.134.950 Leveringsvoorwaarde: Betalingsvoorwaarde:

Art.nr.

Factuur

Datum

Vervaldag

Klantnummer

VF20xx-0311

20xx-10-14

20xx-11-14

K002

Eenheidsprijs (in EUR)

Btw-%

Orderbevestiging OBV20xx-0205

Af fabriek 30 dagen na factuurdatum

Omschrijving goederen

fh Pr oe LEVEL 3 THEMA 2 84

Dat is alle post die binnenkomt in het bedrijf en verdeeld wordt over de verschillende afdelingen.

IBAN BE20 3200 6835 4556 BIC BBRUBEBB

Datum ontvangst bestelbon Bestelbonnummer

Dat is het handelsdocument dat de betalingsverplichting weergeeft voor de klant voor de geleverde goederen.

inkomende post

Btw BE 0465.672.452 RPR GENT

Veldstraat 94 9000 GENT tel. + 32 9 233 79 32 fax + 32 9 223 79 51 info@mandc.be

In te vullen door M&C

factuur

Bestelbon

M&C nv

Aantal

Bedrag (in EUR)

Subtotaal - Handelskorting Kosten Maatstaf van Heffing Btw Totaal bedrag excl. btw € 0,00

Algemene verkoopsvoorwaarden: zie ommezijde

Btw € 0,00

Factuurbedrag € 0,00

BEGRIP leveringsbon

VERKLARING

AFBEELDING % $ # "

Dat is het document dat de goederen vergezelt wanneer ze geleverd worden bij de klant.

SMILEPRINT

Smile, niets is makkelijker!

Naam: Adres:

Sint-Denijslaan 317 9000 GENT 09 326 22 11 info@smileprint.com

M&C nv Veldstraat 94 9000 GENT 09 323 79 32 BE 0465.672.452

Tel.: Btw-nummer:

LEVERINGSBON Leveringsbonnummer: Bestelbon:

402

Datum: 20xx-04-03

Omschrijving

Handtekening klant

VIKING

Directeur De Smet

Administratief Medewerker

Het bijhouden van gegevens. Dat kan schriftelijk of digitaal gebeuren.

uitgaande post

Alle post die vanuit het bedrijf vertrekt naar andere bedrijven.

Verkoop afdeling

Boekhoud afdeling

Magazijn afdeling

Luna Hilde Joris Grootte nu al de uitgaande Verheyden De Winter d De Registreer post van Luna.

Yannick Lambrechts

Mohammend Abtou

BESTEMMELING

VANUIT AFDELING

Verwerk de fiche in een rekenblad. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Action 4— Waar Nederlands en economie elkaar kruisen. Kun jij een zakelijke mail opmaken?

Lees aandachtig de onderstaande situatie.

Stel de mail op in het vak Nederlands en tik hem vervolgens over in een tekstverwerker.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Luna werkt als administratief medewerker bij Viking, een bedrijf in kantoorartikelen. De boekhoudmedewerker zal een tijdje afwezig zijn wegens een operatie. Yannick Lembrechts heeft gesolliciteerd voor die interimjob en heeft al een eerste sollicitatiegesprek achter de rug. Hilde Verheyden van de humanresourcesafdeling vraagt aan Luna om hem via mail uit te nodigen voor een tweede gesprek. Hilde stelt aanstaande maandag voor om 11 uur. Het e-mailadres van Yannick is Xxxxxx@xxxxx.xxxx.

Action 5— Kun jij een vergaderlokaal klaarzetten? 1

Bekijk het filmpje. Je leert hoe je verschillende vergaderlokalen kunt klaarzetten.

Werk met de hele klas samen om een lokaal klaar te zetten voor een vergadering van de directie of voor de leerlingenbegeleiding. Wat moet je doen? a b

Zet de beamer en de laptop klaar en sluit die aan. Voorzie koffie, thee en water voor alle deelnemers.

LEVEL 3 63

08/04/2021 16:52

LEVEL 3

Lift 2B GO_T2_L3.indd 63

THEMA 2

fd st

Human resources

UITGAANDE POST

DATUM VERTREK

registreren

Pr oe

BIC BBRUBEBB

THEMA 2

Dat is de schematische voorstelling van de organisatie van een bedrijf.

organogram

IBAN BE39 3104 5214 9119

Btw BE 0434.259.595

LEVEL 4 Over welke competenties moet je als onthaalmedewerker beschikken?

Lees de inleidende tekst.

INTRO

Op de cartoon hieronder hebben de medewerkers ook plezier, maar niet zoals de werkgever bedoelt. Bekijk aandachtig de cartoon en beantwoord de onderstaande vragen. Wat loopt er fout in deze werksituatie?

Welke gevolgen zou dat kunnen hebben?

Wat zou een oplossing kunnen zijn?

fd st

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Het is belangrijk om plezier te hebben in je werk. Heb je plezier in je werk? Dan krijg je meer werk gedaan in dezelfde tijd. Je krijgt er energie van en je voelt je verantwoordelijk. Dat heet motivatie.

markere n als pla atshoud -> resolu er ti -> waterm e te laag erk in be eld

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Over welke competenties moet je beschikken als onthaalmedewerker?

Explore 1— Wat is een onthaalmedewerker? 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat. Zoek de juiste omschrijving voor het beroep van de onthaalmedewerker.

Onthaalmedewerker

Bekijk aandachtig het filmpje over het onthaal van klanten en beantwoord de vragen. a

Wat zijn de taken van Marleen?

Hoe probeert Sabine de bezoekers een goed gevoel te geven?

fd st

Denk nog eens aan het filmpje over het beroep van onthaalmedewerker. Hoe ziet de werkplek van de onthaalmedewerker eruit? Noteer enkele belangrijke zaken die een onthaalmedewerker nodig heeft.

Pr oe

De onthaalmedewerker heeft als taak de klanten op een vriendelijke manier te onthalen en ze op een correcte manier te informeren, rekening houdend met het bedrijf.

LEVEL 4

Formuleer in je eigen woorden een omschrijving voor een onthaalbalie?

THEMA 2

Explore 2— Hoe ziet het proﬁel van een onthaalmedewerker eruit?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat en zoek een antwoord op de onderstaande vragen. a

Wat zijn de competenties van een onthaalmedewerker?

Wat zijn de basisvereisten van een onthaalmedewerker?

fd st

het onthaal?

Explore 3— Hoe kun je een goede eerste indruk maken aan

Pr oe

Maak een goede eerste indruk

THEMA 2

LEVEL 4

Een klantvriendelijk onthaal is zeer belangrijk, want klant is koning. Maar hoe toon je dat de klant heel belangrijk is? Hoe kun je nu van een ontevreden klant een tevreden klant maken? Hoe breng je een nerveuze, opgejaagde klant tot rust? Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat. a b

Noteer acht richtlijnen voor een klantvriendelijk onthaal. Zoek zelf nog twee extra tips.

TIP 1 2 3 4

5 6

8 9

Bestudeer de ontdekplaat opnieuw. Die goede eerste indruk geef je ook dankzij een verzorgd uiterlijk. Noteer vijf tips die positief zouden kunnen bijdragen tot de persoonlijke hygiëne van de onthaalmedewerker.

fd st

TIP

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Explore 4— Hoe registreer je bezoekers? Registreren

Bij het aanmelden aan de onthaalbalie moeten bezoekers zich meestal registreren. In noodgevallen is het immers belangrijk te weten wie er in het gebouw aanwezig is en waar die personen zich bevinden. De onthaalmedewerker doet die registratie zelf. Dat kan op twee verschillende manieren: — manueel: op papier, — elektronisch: via de computer.

Er is een nieuwe trend om bezoekers te registreren. Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de ontdekplaat en het bijhorende filmpje. Beantwoord de vragen. Wat kan er de klant overkomen bij het aankomen aan de balie?

Wat houdt het nieuwe systeem in?

Is het de bedoeling om de onthaalbediende te vervangen?

Wat is het voordeel van het systeem?

Wat is daarvan het grote voordeel?

Wat vind je zelf van het systeem?

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

fd st

Explore 5— Ken je de belangrijkste begrippen in verband met telefoneren?

Vul de woorden uit de woordenwolk op de juiste plaats in. Gouden Gids

voicemail

internation

ale toegang

antwoordapparaat

scode

telefoonhoorn

.be

www.1207

landnummer

kiestoon

ids

g telefoon

zonenummer

opneemt, hoor je de

Als je de

mmer

abonneenu

telefoonnummer gouden gids

Om een telefoonnummer op te zoeken, raadpleeg je de

. . Ben je op zoek

naar het telefoonnummer van een bedrijf, dan moet je de

raadplegen.

Ben je milieubewust? Je hoeft de papieren versie niet te gebruiken. Je kunt het telefoonnummer .

fd st

immers ook digitaal opzoeken op

Als de persoon die je opbelt, in gesprek is, dan hoor je de

Wanneer je naar Nederland telefoneert, dan toets je eerst 00 of + [de ), gevolgd door

], daarna 31 (dat is het

het zonenummer en ten slotte het abonneenummer.

Buiten de kantooruren gebruiken heel wat ondernemingen het

is een vorm van dienstverlening die het persoonlijk antwoordapparaat

Pr oe

vervangt. Wanneer een telefoongesprek niet wordt aangenomen, kan de beller een bericht achterlaten. Op een later moment kan de gebelde het achtergelaten bericht nog beluisteren.

THEMA 2

Een goed telefoongesprek verloopt in vijf fasen. Als eerste neemt de onthaalbediende de telefoon aan en begroet de oproeper. Daarna stelt de beller zichzelf voor. Dan begint de derde fase: het eigenlijke gesprek. Het is belangrijk dat de onthaalbediende die de telefoon aanneemt duidelijk gerichte vragen stelt om het probleem op te lossen of eventueel een afspraak vast te leggen. Aan het einde van het gesprek controleert en herhaalt de onthaalbediende de gemaakte afspraken nog eens. Ten slotte, in fase vijf, volgt de afsluiting van het gesprek.

LEVEL 4

Explore 6— Hoe verloopt een goed telefoongesprek?

Zet de fasen van het telefoongesprek in de juiste volgorde. Kies uit: afsluiting – voorstelling oproeper – eigenlijke gesprek – controlefase – begroeting

FASE

ZIN

Fase 1

Fase 2 Fase 3

Fase 4

Zet het nummer van de zin bij de juiste fase. Margot:

Goedemiddag, u spreekt met Margot van Paperworks, alles voor op uw kantoor. Wat kan ik voor u doen?

Feline:

Goedemiddag met Feline Verburg. Ik heb een aantal kantoorspullen bij u besteld, maar nog niet ontvangen.

Margot:

Wanneer heeft u de kantoorartikelen bij ons besteld? En heeft u een ordernummer voor mij?

Feline:

Afgelopen vrijdag heb ik een aantal artikelen via de webshop bij u besteld.

Margot:

Graag stuur ik de artikelen naar u op. Kan ik de artikelen sturen naar uw adres Veldstraat 12 in Antwerpen?

Feline:

fd st

Ja graag!

Fase 5

Margot:

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Prima, dan stuur ik de artikelen naar Veldstraat 12 in Antwerpen. Het gaat om: vier mappen, een agenda, twee schrijfblokken van A4-formaat en een set markeerstiften. Klopt dat?

Feline:

Ja dat klopt.

Margot:

We sturen uw artikelen zo snel mogelijk op. Kan ik u verder nog ergens mee helpen?

Feline:

Nee, dat was alles. Dank u wel! Tot ziens.

Margot:

Dank u wel en een fijne dag!

Explore 7— Hoe verbind je iemand correct door? STAPPENPLAN Stap 1: Noteer de naam en de functie van de oproeper. Noteer eventueel de onderneming. Vraag bij een moeilijke naam om hem even te spellen. Vraag ook expliciet waarom de oproeper belt. Je kunt die informatie dan doorgeven aan de contactpersoon.

Het is voor de oproeper vervelend als hij telkens hetzelfde verhaal moet vertellen tegen de verschillende personen. Stap 2: Laat de oproeper weten met wie je hem zult verbinden. Vraag om wat geduld.

Stap 3: Zet de oproeper op een wachtlijn. Zorg voor een aangenaam muziekje. Soms wordt dat onderbroken door een boodschap, bijvoorbeeld: ‘Al onze medewerkers zijn aan de slag. Blijft u nog even aan de lijn. U wordt zo dadelijk geholpen.’ Dat kan handig zijn, maar soms zorgt het ook voor verwarring, want de oproeper denkt namelijk dat hij succesvol doorverbonden werd.

Stap 4: Bel de gewenste contactpersoon op en zeg wie hem wenst te spreken, en waarom. Wanneer de gewenste contactpersoon er niet is, of wanneer hij de oproeper niet te woord kan staan, dan deel je dat mee aan de oproeper en vraag je hem of de contactpersoon mag terugbellen. Maak duidelijke afspraken en duid ze aan op de telefoonmemo. Stap 5: Leg de hoorn neer, zodat de contactpersoon het gesprek kan overnemen.

Duid in onderstaand telefoongesprek de verschillende stappen aan.

Danny: Tom:

Goedemiddag, met Danny Opdebeeck van M&C. Goedemiddag, u spreekt met Tom Stappers. Ik ben pr-verantwoordelijke bij Somers bvba uit de Pinte. Ik heb relatiegeschenken besteld voor de viering van het 25-jarig bestaan van onze onderneming. Ik zou graag een wijziging aanbrengen in de bedrukking van de geschenken. Kunt u mij doorverbinden met de verantwoordelijke binnen uw onderneming? Een ogenblik, meneer Stappers. Ik kijk even of meneer Zorba beschikbaar is. … Goedemiddag Ismail, ik heb Tom Stappers van Somers bvba aan de lijn. Hij wil een wijziging aanbrengen in de bedrukking van zijn relatiegeschenken. Prima, verbind hem maar door. Meneer Stappers, ik verbind u door met meneer Zorba. Een ogenblik alstublieft.

Danny:

Stap

Ismail: Danny:

LEVEL 4

Stap

THEMA 2

Danny:

Pr oe

Stap

fd st

Op 15 oktober om 14 uur rinkelt de telefoon bij M&C.

TO THE POINT

De onthaalmedewerker is het eerste gezicht dat de klant ziet. Die persoon ontvangt en informeert de klanten bij een bezoek aan het bedrijf. Hij zit aan de onthaalbalie, de onthaaldesk, waar hij de klanten ontvangt. De onthaalmedewerker is voor de klant het eerste aanspreekpunt binnen een bedrijf of een organisatie. Een goed klantenonthaal is zeer belangrijk.

Om klanten persoonlijk te onthalen: — zorg je voor een klantvriendelijk onthaal; — bezorg je de bezoekers de juiste informatie; — ben je professioneel en enthousiast; — is de onthaalbalie netjes opgeruimd is.

Het is belangrijk dat de onthaalmedewerker een verzorgd voorkomen heeft.

De onthaalmedewerker heeft vele taken zoals: — het registeren of noteren van de bezoekers in een registratielijst. Dat kan manueel of elektronisch; — het voeren van goede telefoongesprekken.

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

fd st

Het telefoongesprek verloopt in vijf fasen: de begroeting, de voorstelling oproeper, het eigenlijke gesprek, de controlefase, de afsluiting.

THEMA 2

LEVEL 4

Professioneel

Vriendelijk Onthaal

Onthaalbalie of onthaaldesk

Werkplaats

De onthaalmedewerker

fd st

Pr oe

Taken

Klanten registreren

De telefoon beantwoorden

Klanten ontvangen

Action 1— Wat zijn de kerntaken van de onthaalmedewerker?

Markeer de taken van de onthaalmedewerker in het groen. bezoekers naar de vergaderruimte begeleiden

inlichtingen verstrekken aan bezoekers badges klaarleggen voor de bezoekers

koerierdiensten bestellen goederen verzendklaar maken

facturen opstellen

bezoekers ontvangen

parkeerplaats reserveren

agenda beheren

facturen boeken

personeel aanwerven

fd st

vergaderzalen klaarzetten

bezoekers registreren lichtkranten maken om bezoekers te verwelkomen

de telefooncentrale bedienen

Action 2— Waar kan een onthaalmedewerker zoal werken?

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Een onthaalmedewerker werkt niet alleen in een groot bedrijf, maar dat beroep vind je in vele verschillende sectoren terug. Zoek op internet vijf verschillende werkplekken van een onthaalmedewerker.

Action 3— Kun jij bezoekers op papier en elektronisch registreren?

Bekijk de registratielijst van bezoekers. Vul de lijst manueel in met de onderstaande gegevens.

d e f g

Jan Smekens en Linda De Ronne van Firma Hawo Trans komen op 20xx-05-23 om 9 uur aan. Ze hebben tot 11 uur een vergadering met Anne De Grote in lokaal 27. Joris Van de Velde van Standaard Boekhandel komt op 20xx-05-23 om 9.30 uur. Hij heeft een vergadering tot 12 uur met Fons Groesens in lokaal 28. Wim Nuytinck van Bouw De Grootte komt op 20xx-05-23 om 11 uur aan voor de herstelling van het plafond in lokaal 05. Hij is bezig tot 14.25 uur. Abdel Nour van Houtland NV komt op 20xx-05-23 om 11.15 uur aan voor een gesprek met Jan Sierens in lokaal 45. Het gesprek duurt tot 12 uur. Farid Hadadi komt op 20xx-05-23 om 13.30 uur aan voor een sollicitatiegesprek met Fons Groessens in lokaal 10. Hij vertrekt om 14.30 uur. Jasper De Wouters van Firma ’t Groenplein komt op 20xx-05-23 om 14 uur aan voor een vergadering met Anne De Grote in lokaal 28. Hij verlaat de firma om 15h30. Karel Van Nieuwenhuysse van Rombouts NV levert op 20xx-05-24 om 8.30 uur een bestelling van koffie. Hij is bezig tot 8.50 uur. An De Zutter van de KBC komt op datum van 20xx-05-24 om 9 uur aan voor een gesprek met Fons Groessens in lokaal 27 tot 10 uur.

Neem nu de lijst over in een tekstverwerker. Gebruik de onderstaande tips en de ICT-fiches van tekstverwerker.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Wanneer je een opsomming hebt met lange zinnen, zoals hier, kies dan een liggende pagina-indeling in je tekstverwerker.

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Tip:

fd st

THEMA 2

DATUM

LEVEL 4

NAAM BEZOEKER

uk @

CONTACTPERSOON

REGISTRATIE BEZOEKERS

fd st

FIRMA

Pr oe

INTERNE TEL.

LOKAAL

TIJD IN

TIJD UIT

Action 4— Zijn dit positieve of negatieve eigenschappen voor een onthaalmedewerker?

Lees aandachtig onderstaande eigenschappen.

IN N

b c

Noteer bij elke uitspraak of dat een positieve of negatieve eigenschap is. Leg telkens uit waarom je dat vindt. Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de positieve eigenschappen van een goede receptionist op de ontdekplaat. Noteer nog drie positieve eigenschappen. Leg ook uit waarom die positief zijn.

Ik kan vlot Nederlands, Frans en Engels spreken.

fd st

Ik ben snel afgeleid.

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Ik kan gemakkelijk iets uitleggen.

Action 5— Ben jij een goede onthaalmedewerker voor jouw school?

Werk in duo’s of per drie. Ga gedurende twee uur aan het onthaal van je school zitten. Je zorgt voor een tafel die je bureau voorstelt en richt je werkplek professioneel in.

Registreer elke bezoeker manueel. Ontvang de inkomende post en registreer manueel. Verwerk al je informatie digitaal in de klas. Maak twee verschillende documenten op: het bezoekersregister en het register voor de inkomende post.

fd st

a b c

Action 6— Wat loopt er fout in het telefoongesprek?

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk aandachtig het filmpje op de ontdekplaat. Noteer vijf zaken die fout lopen tijdens het telefoongesprek.

100

Action 7— Kun jij een mooie poster maken met de regels voor een goede telefoonetiquette?

Lees aandachtig de onderstaande tips over telefoonetiquette. Je gedrag aan de telefoon bepaalt veel, daarom moet je je aan de telefoon netjes gedragen.

Glimlach aan de telefoon. Je houding en stem verandert wanneer je glimlacht en dat voelt de beller. 2 Spreek duidelijk en iets langzamer dan wanneer je oog in oog zou staan met de gesprekspartner. Gebruik bij voorkeur korte zinnen. 3 Zorg dat je alle noodzakelijke gegevens bij de hand hebt zoals schrijfgerei, een notitieblok en de interne toestelnummers om door te verbinden. 4 Doe geen andere dingen terwijl je in gesprek bent. De persoon aan de andere kant van de lijn merkt dat vlug op. Als je toch gegevens in dossiers of op de computer moet opzoeken, zeg dat dan aan je gesprekspartner. 5 Wanneer je verschillende zaken moet opzoeken tijdens het telefoongesprek, zet de beller dan even in de wacht. Zet het geluid van je telefoon tijdelijk uit. De klant luistert niet graag naar gerommel op de achtergrond. Zet hem ook niet te lang in de wacht, want dat werkt al snel storend. Laat met regelmaat iets van je horen, zeg bijvoorbeeld wat je aan het doen bent. Bedank hem ook voor zijn geduld. 6 Als het telefoongesprek ongelegen komt, vraag dan of je de klant mag terugbellen. Als hij liever zelf opnieuw contact met je opneemt, geef hem dan een tijdstip waarop je zeker beschikbaar bent. 7 Als je de klant moet doorverbinden, kondig dat dan aan. Bij het doorverbinden geef je aan je collega de naam van de beller en de reden waarom hij belt. Voor de klant is het vervelend als hij zijn verhaal nog eens moet herhalen. Zorg ook dat je meteen met de juiste contactpersoon doorverbindt zodat de klant geen drie of vier keer een andere collega aan de lijn krijgt. 8 Laat de telefoon nooit meer dan drie keer overgaan. Dat is niet alleen vervelend voor de beller maar ook voor jouw collega’s. 9 Eet niet tijdens een telefoongesprek. Dat is onprofessioneel en zorgt voor onsmakelijke geluidjes. 10 Wacht met inhaken tot de andere persoon de verbinding heeft verbroken.

Vat de tien regels samen in belangrijke kernwoorden. Maak er een duidelijke poster van in Canva. Gebruik de ICT-fiches voor Canva.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

fd st

101

Action 8— Kun je het telefoongesprek aanvullen? Lees aandachtig het begin van het telefoongesprek. Vul dan verder aan. Danny:

Danny:

Meneer Stappers, de lijn van meneer Zorba is bezet.

fd st

Danny:

Tom:

Pr oe

Action 9— Hoeveel verdien je als onthaalmedewerker?

THEMA 2

LEVEL 4

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat. Beantwoord de onderstaande vragen.

102

Hoeveel verdien je gemiddeld bruto per maand als onthaalmedewerker?

Welke extralegale voordelen kun je als onthaalmedewerker krijgen?

Action 10— Kun jij goed een route plannen?

Lees aandachtig de notities die de onthaalmedewerker maakte van een vraag van Luc Van Aelst. Stel het reisplan van Luc op. Maak gebruik van de websites van de NMBS en De Lijn. Noteer heel duidelijk op welk perron Luc moet zijn.

O D O

fd st

t , n Aels dag ent uur n pla Van dins in G .00 e t n 0 c e u va rs Ro or Lu end ering om 1 n e le vo kom gad tste de -Piet n r a – ve la ig wa int ol 00 z ten nwe uten nt-S scho : 15. – aa min Ge uit ing 15 ion van der – stat trek erga G! v U r e R e v TE – eind N – uur EN E HE –

T ing

TERUGREIS

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

HEENREIS

103

Action 11— Werkplekleren Breng een bezoek aan het secretariaat van de school of een bedrijf waar je de job van de onthaalmedewerker kunt observeren.

Vervolledig voor je bezoek de fiche met de gegevens van het bedrijf. Vervolledig tijdens je bezoek de fiche met de gegeven van de onthaalmedewerker. Vraag ook of je een foto mag nemen voor je portfolio. Geef de foto een duidelijke naam en bewaar hem in je portfolio.

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK

Naam van het bedrijf

Adres

Website

fd st

Naam van de contactpersoon

Telefoonnummer

Functie van de contactpersoon Naam van de zaakvoerder

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

Aantal personeelsleden in het bedrijf

104

a b

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK Welke taken heeft de onthaalmedewerker in dit bedrijf?

Hoe heet de functie van die persoon in het bedrijf?

fd st

Bespreek grondig de werkplek. Wat zie je allemaal?

Over welke eigenschappen(competenties) moet deze onthaalmedewerker beschikken?

Wat zijn de voordelen volgens jou van de functie in dit bedrijf ?

Pr oe

Wat zijn volgens jou de nadelen van deze functie in dit bedrijf?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

Los de vragen op.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

LEVEL 4

BREAKING NEWS

105

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. KAN BETER

Ik kan het competentieprofiel van een onthaalmedewerker omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan de taken van de onthaalmedewerker omschrijven.

Ik kan technieken zoals het onthalen en ontvangen van bezoekers alsook de registratie ervan …toepassen.

Ik kan technieken zoals eenvoudige telefoongesprekken …toepassen.

EXTRA OEFENMATERIAAL

Beeldwoordenboek

AFBEELDING

Dat is de desk waarachter de onthaalmedewerker zit om de bezoekers te onthalen en te ontvangen.

onthaalbalie of onthaaldesk

VERKLARING

fd st

BEGRIP

Die persoon ontvangt en informeert de klanten bij een bezoek aan het bedrijf.

registeren

Dat betekent dat je de bezoekers noteert op een registratielijst.

THEMA 2

LEVEL 4

Pr oe

onthaalmedewerker

106

REGISTRATIE BEZOEKERS 20xx0523 NAAM BEZOEKER

FIRMA

CONTACT PERSOON

LOKAAL

TIJD IN

TIJD UIT

9 u.

11 u.

J. Smets

Hawo Trans

Anne De Grote

L. Devos

Hawo Trans

Anne De Grote

9 u.

11 u.

J. Versnick

Standaard Boekhandel

Fons Groessens

9.30 u.

12 u.

LEVEL 5 Over welke competenties moet je als winkelverkoper beschikken?

Lees de inleidende tekst.

INTRO

Bekijk aandachtig de afbeelding en de tekst. Wat denk je dan?

Lees de onderstaande krantenkop.

fd st

Een verkoper praat veel. Hij wil immers iets verkopen en vertelt er dan over. Maar om een goede verkoper te zijn, moet je meer kunnen dan alleen veel praten.

Wat is een knelpuntberoep?

Pr oe

Wat vind je van de krantenkop?

De knelpuntberoepenlijst van de arbeidsbemiddelingsdienst VDAB voor 2020 telt 22 nieuwkomers. Het gaat onder meer om leraar in het lager onderwijs, begeleider in de kinderopvang, patissier, wijnkelner, belastingcontroleur, technoloog medische beeldvorming en winkelmedewerker.

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Over welke competenties moet je beschikken als winkelverkoper?

THEMA 2

LEVEL 5

Bron: nieuwsblad.be, 2020-02-07

107

Ga naar het onlinelesmateriaal. Zoek op de ontdekplaat de juiste omschrijving voor het beroep van een winkelverkoper.

Explore 1— Wat is een winkelverkoper?

Een winkelverkoper of winkelverkoopster is een persoon die in dienst van een winkel of een ander bedrijf, producten of diensten probeert te verkopen aan een consument. Geef een ander woord voor winkelverkoper.

Ga naar de ontdekplaat en bekijk aandachtig het filmpje van de verkoper in de kledingwinkel en beantwoord de vragen.

fd st

Wat zijn de taken van verkoopster Ine?

Angie doet aan stock bij Brooklyn. Wat is dit?

Pr oe

Ga naar de ontdekplaat en bekijk aandachtig het filmpje van de verkoper in de supermarkt en beantwoord de vragen. Wat zijn de taken van Anja in de winkel?

THEMA 2

LEVEL 5

Good to know

108

Zoals je kunt merken, is het beroep van de winkelverkoper zeer gevarieerd. Je kunt in verschillende soorten winkels werken. Dus je taken hangen af van de soort winkel waarin je werkt.

Explore 2— Welke branches zijn er in de verkoop? Branche

speelgoed

kantoorhandel

parfumerie

doe-het-zelf

Tot welke branche(s) behoren deze winkels? Noteer in de tabel en geef een tweede voorbeeld.

fd st

voeding

persoonlĳke verzorging

sportartikelen multimedia

tuincentra boeken en papierwaren

elektro

mode ontspanning en vrije tijd

interieur en decoratie

Bekijk de onderstaande woordenwolk met de belangrijkste branches binnen de retail.

supermarkt

Een branche is een verzameling van alle bedrijven die dezelfde soort producten of diensten aanbieden.

BRANCHE

ANDER VOORBEELD

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

WINKEL

109

BRANCHE

ANDER VOORBEELD

Pr oe

fd st

WINKEL

THEMA 2

LEVEL 5

110

Explore 3— Wat zijn de belangrijkste verschillende winkelvormen?

Bekijk aandachtig de onderstaande infographic over waar de Vlaming zijn huishoudelijke boodschappen doet. Bespreek deze klassikaal.

Bron: veeteeltvlees.nl

Verkooppunten

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

fd st

Je hebt verschillende soorten verkooppunten waar je kunt kopen. Je kunt een groot onderscheid maken tussen de fysieke winkel, waar je zelf de goederen gaat kopen en de winkel op afstand waar je digitaal bestelt en waarbij de goederen (thuis) geleverd worden.

111

Aan het eind van dit leerwerkboek vind je een blad met afbeeldingen van verschillende winkelvormen. Knip die uit. Kleef de juiste foto bij de winkelvorm. WINKELVORMEN

Dat zijn de manieren waarop de verkoper de goederen verkoopt aan

a b

Kleef de juiste foto bij elke omschrijving. Noteer de juiste winkelvorm bij elke omschrijving. Kies uit:

de consument.

de nachtwinkel – marktverkoop – m-commerce – e-commerce – de hypermarkt – de discount – de supermarkt – de speciaalzaak

Winkelvorm:

fd st

Winkelvorm:

Deze winkelvorm heeft voornamelijk zelfbediening. Je neemt de producten zelf uit het rek. Er worden zowel food- als nonfoodproducten verkocht. Je betaalt aan de uitgang aan de kassa. Er wordt veel aandacht besteed aan reclame. Er zijn dikwijls acties.

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

Deze winkel is gespecialiseerd in een assortiment. In de winkel werkt personeel met een grote vakkennis dat je persoonlijk bedient. De aangeboden producten zijn van hoge kwaliteit.

112

Winkelvorm:

Je kunt je producten wekelijks kopen in je buurt. De verkoper heeft een grote vakkennis en bedient de klanten persoonlijk. De producten zijn meestal van hoge kwaliteit.

Deze winkel verkoopt merkproducten aan lagere prijzen. De inrichting van de winkels is zeer sober, de presentatie is niet zo belangrijk. Je betaalt aan de uitgang aan de kassa.

Winkelvorm:

Deze winkel onderscheidt zich door zijn openingsuren. De winkel opent meestal rond 22h ’s avonds. De producten zijn vaak duurder.

Dat is een winkelvorm waarbij je producten draadloos bestelt, bijvoorbeeld met je smartphone.

fd st

Winkelvorm:

Ga nu terug naar de infographic en beantwoord de onderstaande vragen. a

Hoeveel procent vertegenwoordigt de verkoop op de markt?

Hoeveel procent van de Vlamingen koopt voeding in een speciaalzaak?

Zou jij een voorbeeld kunnen geven van een speciaalzaak in voeding?

Welk soort winkelvorm vertegenwoordigt 21 %?

Weet jij wat een buurderij is?

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

Die winkelvorm vind je aan de rand van de stad. Er is een heel grote parking voorzien. Je kunt er je wekelijkse boodschappen doen, maar ook een tv-toestel kopen of zelfs een fiets!

Dat is een winkelvorm waarbij je producten bestelt via internet. Je surft op een website om het assortiment te bekijken. Om te bestellen klik je op het artikel. Je kunt het artikel thuis laten leveren of in een Kiala-punt.

Winkelvorm:

113

Explore 4— Welke taken voeren werknemers in een supermarkt uit?

BEROEP

TAAK

fd st

Bekijk de afbeelding van de supermarkt. Er zijn veel mensen aan het werk. Noteer het beroep en omschrijf de taken.

Pr oe

Explore 5— Wat zijn de taken van een winkelverkoper? 1

a b

LEVEL 5 THEMA 2 114

Als je een winkel binnenkomt, vind je het heel normaal dat alle artikelen uitgestald staan en dat je snel geholpen wordt. Verschillende mensen dragen daartoe bij. Een verkoopmedewerker is een van die mensen.

Welke mensen zijn er nodig in een retailwinkel? Wat zijn dan de taken van een verkoopmedewerker? Bespreek klassikaal.

Op al die vragen zoek je nu een antwoord in het verhaal van Nathalie. Lees het verhaal.

Vul daarna bij elke functie de taken in. TAAK

BEROEP

fd st

Ik ben zeven jaar geleden afgestudeerd. De vakantie was pas begonnen toen mijn moeder in de stad een advertentie zag hangen aan het uitstalraam van een supermarkt. De supermarkt was nog in opbouw en

Toen ik zestien was, had ik nog geen plannen om verkoopster te worden. Ik wilde wel een beroep waarin ik veel contact met mensen zou hebben en daarom besloot ik de richting Retailassistent te volgen. Na dat zesde jaar volgde ik nog een zevende jaar Winkelbeheer en etalage.

zocht heel veel werknemers.

THEMA 2

Als retailmedewerker staat het helpen van klanten centraal, maar daarnaast krijg ik ook heel wat andere deeltaken. Daarom vind je in jobadvertenties (vacatures) ook andere benamingen voor mijn job, zoals aanvuller, kassier of verkoper. Naast de verkoop behoren immers ook het controleren van de binnenkomende goederen, het opslaan van die goederen en de merchandising – dat is alles wat te maken heeft met het presenteren van de artikelen – tot mijn taak. Regelmatig moet ik ook bijspringen aan de kassa.

LEVEL 5

Pr oe

Ik solliciteerde onmiddellijk voor de job van verkoopmedewerker en werd diezelfde week nog uitgenodigd voor een gesprek. Het gesprek was heel positief en ‘s avonds kreeg ik al bericht dat ik mocht starten in die functie.

115

Mijn werk is heel gevarieerd. Ik ben met de klanten bezig, maar daarnaast krijg ik ook regelmatig een extra opleiding. Binnenkort volg ik een training om met het nieuwe kassasysteem om te gaan en een training over de professionele aanpak van klachten. We stimuleren elkaar om goed samen te werken, zo zorgen we voor een aangename sfeer in de winkel.

Als ik nu terugdenk aan mijn schooltijd heb ik veel gehad aan de verkoopgesprekken, de praktijklessen en aan de stage. Praktijkervaring is de beste leerschool.

Een verkoper moet goed kunnen hoofdrekenen.

Reken de volgende bewerkingen uit je hoofd. 32 + 48 =

9+7=

19 – 6 =

123 + 124 =

28 + 46 =

289 – 76 =

37 + 54 = 76 – 28 = 97 – 48 =

4x9=

876 – 127 = 654 + 231 = 987 – 399 = 9:3= 21 : 3 =

7x6=

345 + 453 =

56 + 66 =

187 – 99 =

fd st

98 – 32 =

72 : 2 =

21 x 4 =

48 : 4 =

Pr oe

15 x 3 = 9x8=

54 : 6 =

32 x 2 =

96 : 3 =

28 x 3 =

28 : 7 =

33 x 4 =

76 : 4 =



Hoeveel vakjes staan er in het grote vierkant?

LEVEL 5

Los de vragen op.



Hoeveel vierkantjes zijn er ingekleurd?

THEMA 2

Explore 6— Hoe goed kun jij rekenen als winkelverkoper?



Hoeveel procent van de vierkantjes is er ingekleurd?

116

Hoe bereken je het percentage van een bedrag of een getal?

Bereken het percentage van een bedrag. 0 % van 1 500 =



12 % van 8 700 =



6 % van 2 300 =



21 % van 12 000=



6 % van 500 =



21 % van 432,54 =



12 % van 10,4 =



21 % van 876,22 =

Wat is volgens jou een goede verkoper?

Wat is volgens jou een slechte verkoper?

Elk verkoopgesprek verloopt volgens een bepaalde structuur: de AIDA(S)structuur. Zoek op de ontdekplaat waarvoor elke fase staat. Noteer naast elke fase de Nederlandse verklaring.

Pr oe

Verkopen is niet zo eenvoudig als het op het eerste gezicht lijkt. Als verkoper moet je met heel wat rekening houden als je een product aan je klanten wilt verkopen. Zo is het belangrijk dat je de klant tevreden houdt, je niet te opdringerig bent, de klant bijstaat met advies … Al die zaken heb je niet meteen onder de knie, met andere woorden, verkopen moet je leren.

fd st

Explore 7— Hoe verloopt het verkoopgesprek?



LETTER

VERKLARING

D A S

THEMA 2

LEVEL 5

117

groen

geel

blauw

rood

paars

Lees hieronder aandachtig het verkoopgesprek en markeer de fasen van het verkoopgesprek aan.

Een dagje op de Antwerpse Meir …

Twee vriendinnen, Jana en Marie, wandelen in de winkelstraat en kijken naar de etalages. Plots trekt een rode jurk in de etalage hun aandacht. Ze besluiten om

de winkel binnen te gaan. De verkoopster knikt vriendelijk naar de vriendinnen bij het binnenkomen. Ze vraagt of ze kan helpen. Jana vraagt naar de rode jurk. De verkoopster begeleidt haar mee naar het rek en vraagt haar maat.

Pr oe

fd st

Jana past de jurk passen. Ze staat haar prachtig, de verkoopster en Marie bevestigen dat. De verkoopster vraagt of ze de jurk alvast aan de kassa mag leggen? Jana en Marie kijken nog even rond en gaan vervolgens afrekenen aan de kassa. De verkoopster vraagt op welke manier Jana wenst te betalen. Jana betaalt met de debetkaart. De verkoopster vraagt nog naar haar klantenkaart en pakt vervolgens de jurk netjes in. Jana is zeer tevreden over haar aankoop. Bij het verlaten van de winkel wenst de verkoopster Jana veel succes met haar rode jurk.

THEMA 2

LEVEL 5

118

Ga naar de ontdekplaat en bekijk het filmpje over het verkoopgesprek in een land- en tuinbouwwinkel. a

Wat doet de verkoopster goed bij het begin van het gesprek?

Wat doet ze vervolgens nog goed in het gesprek?

TO THE POINT De winkelverkoper of retailmedewerker werkt in een winkel en probeert te verkopen aan een consument.

De winkelverkoper heeft vele taken zoals: — het netjes houden van de winkel, — de producten verkopen, — rekken vullen.

Je kunt in verschillende branches in de verkoop werken. Branches zijn de verschillende bedrijven die dezelfde producten aanbieden zoals bijvoorbeeld de branche van de mode of de branche van de voeding.

THEMA 2

In de supermarkt zijn er verschillende taken : — de aanvuller die de rekken aanvult; — de kassier die aan de kassa zit en jouw producten afrekent; — de verkoper die de producten verkoopt; — de filiaalmanager die verantwoordelijk is voor de winkel.

LEVEL 5

Pr oe

fd st

In de verkoop heb je verschillende verkoopvormen, dat zijn winkels die gespecialiseerd zijn in een bepaald assortiment zoals: — de nachtwinkel: Die winkel opent na 22 uur en verkoopt de producten vaak aan duurdere prijzen. — marktverkoop: Daar kun je je producten wekelijks kopen op een openbare plaats in je buurt. De verkoper heeft een grote vakkennis en bedient de klanten persoonlijk. De producten zijn meestal van hoge kwaliteit. — mcommerce: Dat is een winkelvorm waarbij je producten draadloos met de smartphone bestelt. — ecommerce: Dat is een winkelvorm waarbij je producten bestelt via internet. Je surft op een website om het assortiment te bekijken. Om te bestellen klik je op het artikel. Je kunt het artikel thuis laten leveren of in een Kiala-punt. — de hypermarkt: Die winkelvorm vind je aan de rand van de stad en heeft een heel grote parking. Je kunt er je wekelijkse boodschappen doen, maar ook een tv-toestel kopen of zelfs een fiets! — de discount: Die winkel verkoopt merkproducten aan lagere prijzen. De inrichting is sober en de presentatie is niet zo belangrijk. Je betaalt aan de uitgang aan de kassa. — de supermarkt: Die winkelvorm heeft voornamelijk selfservice, je neemt de producten voornamelijk zelf uit het rek. Er worden zowel food- als non-foodproducten verkocht. — Je betaalt aan de uitgang aan de kassa. De supermarkt besteedt veel aandacht aan reclame en er zijn dikwijls veel acties. — de speciaalzaak: Die winkel is gespecialiseerd in een assortiment. In de winkel werkt personeel met een grote vakkennis. Je wordt er persoonlijk bediend. De aangeboden producten zijn van hoge kwaliteit. — een buurderij: Daar kun je bij de lokale boer producten gaan kopen.

119

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

fd st

Als winkelverkoper moet je vaak verkoopgesprekken voeren. Die gesprekken volgen de AIDA(S)-structuur: A= Aandacht van de klant trekken I= Interesse van de klant opwekken D= Drang tot kopen opwekken A= Aanzetten tot actie S= Tevredenheid

120

121

THEMA 2

LEVEL 5

Tevredenheid

Actie

Drang tot kopen

Interesse

Aandacht

Aanvuller

Kassier

Filiaalmanager

Verkoper

Voeding

Doe-het-zelf

Mode

AIDAS

Taken

De winkelverkoper

fd st

Branches

Pr oe

Winkelvormen

Buurderij

M-commerce

E-commerce

Marktverkoop

Hypermarkt

Supermarkt

Nachtwinkel

Discount

Speciaalzaak

Action 1— Zou jij een goede verkoper in een juwelenwinkel

zijn?

Ga naar de ontdekplaat en bekijk het filmpje over de verkoper bij de juwelier en beantwoord de vragen.

Som de verschillende taken van de winkelverkoper bij de juwelier op.

Zou de job van winkelverkoper bij een juwelier iets voor jou zijn? Waarom (niet)?

fd st

Action 2— Kun jij goed rekenen?

Pr oe

Morgen beginnen de solden dus zijn er mooie kortingen op bepaalde producten. Reken snel even uit hoeveel de onderstaande producten in de solden nog kosten.

THEMA 2

LEVEL 5

ARTIKEL

122

HUIDIGE PRIJS

SOLDEN

€ 49,50

15 %

DE KLANT BETAALT VANAF MORGEN …..

SOLDEN

€ 120,00

30 %

€ 27,50

10 %

DE KLANT BETAALT VANAF MORGEN …..

HUIDIGE PRIJS

15 %

€ 145,00

ARTIKEL

25 %

fd st

€ 60,00

Pr oe

Action 3— Ben jij snel aan de kassa?

LEVEL 5

Doe deze oefening per twee met speelgeld. Een leerling is de klant, een leerling is de verkoper. Wissel de rollen telkens af.

THEMA 2

123

Bekijk aandachtig het bedrag dat de klant moet betalen en het bedrag dat hij betaalt. Bereken hoeveel wisselgeld je moet teruggeven.

DE KLANT MOET … BETALEN.

IK GEEF … TERUG.

DE KLANT BETAALT MET…

€ 98,20

een biljet van 100,00 euro.

Case 2

€ 47,35

een biljet van 100,00 euro.

Case 3

€ 156,80

vier biljetten van 50,00 euro.

Case 4

€ 32,45

twee biljetten van 20,00 euro.

Case 5

€ 365,40

Case 1

een biljet van 500,00 euro.

Action 4— Kun jij correct teruggeven aan de kassa? De klant koopt verschillende producten aan de kassa. Reken uit hoeveel je moet terugbetalen? DE KLANT BETAALT MET…

DE KLANT MOET … BETALEN.

fd st

€ 64,50

Pr oe

€ 349,00

THEMA 2

LEVEL 5

124

€ 9,99

1 biljet van € 100,00

7 biljetten van € 50,00

1 biljet van € 20,00

IK GEEF … TERUG

-> resolutie te laag van bijna alle munten 2 EUR munt, 1 EUR munt, 0,50 EUR munt, 0,20 EUR munt, 0,02 EUR cent, 0,01 EUR cent -> 0,02 EUR cent en 0,01 EUR cent zijn niet meer in omloop. Behouden?

Action 5— Kun jij gepast betalen aan de kassa? Je komt aan de kassa bij de bakker en betaalt met muntstukken. Zet een kruisje in de juiste kolom. shor

TE BETALEN BEDRAG

€ 3,50

€ 3,65 € 2,12

€ 2,23 € 1,85

€ 1,38

€ 0,71

fd st

Good to know

Pr oe

Sinds 1 december 2019 gelden de volgende regels gelden bij cashbetalingen in de winkel.

Action 6— Hoeveel verdient een winkelverkoper?

Hoeveel verdient Kristof als winkelmedewerker?

Krijgt extra legale voordelen?

Hoeveel uur werkt hij gemiddeld per week?

THEMA 2

LEVEL 5

Ga naar het onlinelesmateriaal en bestudeer de ontdekplaat. Beantwoord de onderstaande vragen.

125

Action 7— Kun jij goed verkoopgesprekken voeren? 1

Werk per twee. Tover je bank om tot toonbank. Een leerling is de winkelverkoper, de andere is de klant. Wissel na elke case van rol.

Bouw het verkoopgesprek goed op. Denk aan de AIDA(S)-structuur.

Begroeting: Zorg ervoor dat je de klant op een hartelijke manier onthaalt. Behoefteanalyse: Ga op zoek naar de wensen van de klant. Presentatie: Toon en demonstreer de artikelen waarvoor de klant interesse heeft. Afsluiting: Reken op een correcte manier af. Vul eventueel de klantenkaart aan en / of verpak de artikelen.

CASE 1

CASE 2

In de kledingwinkel. Een man en vrouw zijn op zoek naar vrijetijdskleding voor

a b c d

In de supermarkt. Een vrouw is op zoek naar een promotie uit de folder: een sojadrink in verschillende smaken.

hem.

fd st

CASE 4

In de speelgoedwinkel. Een moeder is samen met haar zoontje op zoek naar een verjaardagscadeau voor zijn beste vriendje. Hij is uitgenodigd om naar zijn verjaardagsfeestje te gaan. De moeder heeft een budget van 15,00 euro.

In de elektrozaak. Een jongeman van 23 jaar is op zoek naar een tv. Hij gaat voor het eerst alleen wonen in zijn nieuwe appartement.

CASE 3

Pr oe

Action 8— Kun jij een mooie etalage maken? Werk alleen of in duo’s om een etalage te ontwerpen. De opdracht bestaat uit twee delen: a

THEMA 2

LEVEL 5

126

Je maakt eerst een moodboard op papier. Dat is een visuele presentatie van wat je later wilt maken in de etalage. Ga netjes te werk! Je maakt een etalage in een etalagebox of op enkele banken die je naast elkaar tegen de muur plaatst.

Waarop moet je letten tijdens het ontwerpen van je etalage? — Houd rekening met de tijd, het thema van het jaar. Rond Kerstmist verwerk je kerstballen en -verlichting in je etalage. In het voorjaar werk je bijvoorbeeld met bloemen en jonge dieren. — Welke producten wil je etaleren? Zijn die voorradig op school of moet je die zelf voorzien? — Welk decoratiemateriaal is er op school? Moet je zelf decoratiemateriaal meebrengen? — Bekijk even deze afbeelding ter inspiratie;

fd st

Misschien vind je je inspiratie op de onderstaande afbeelding?

Tip:

Action 9— Kun jij mooie cadeautjes maken?

Wat heb je nodig om een cadeautje in te pakken?

Pr oe

Als winkelverkoper zul je wellicht ook cadeautjes moeten maken. Bekijk aandachtig het filmpje over het inpakken van een cadeautje.

Nu ga je zelf aan de slag. Je brengt zelf drie verschillende voorwerpen mee naar school en gaat deze inpakken.

LEVEL 5

Pas het inpakmateriaal aan het thema van het jaar of aan de persoon voor wie het cadeautje bestemd is, aan.

THEMA 2

Tip:

127

Action 10— Kun jij klantgericht telefoneren?

Bij de bakker. De winkelverkop er neemt een telefonis che bestelling aa n van een klant. De klan t is jarig en wil verschillen de taarten bestellen.

CASE 4

CASE 3

Bij de elektrozaak. De winkelverkoper belt naar de klant om te zeggen dat zijn bestelling (een nieuwe gsm) volgende week maandag toekomt. De klant informeert ondertussen naar het meest geschikte abonnement.

fd st

Bij de krantenwinkel. Een klant belt naar de krantenwinkel en vraagt naar de prijs van de verschillende kranten.

In de kledingswinkel. De klant telefoneert naar de winkel omdat hij ontevreden is over zijn nieuwe trui. Die is na 1 keer wassen gekrompen.

CASE 2

CASE 1

Je hebt reeds geleerd bij de administratief medewerker hoe je een goed telefoongesprek moet voeren. Ook de winkelverkoper moet af en toe een telefoongesprek voeren. Werk voor deze opdracht in duo’s. Een leerling is de winkelverkoper, de andere is de klant. Wissel na elke case van rol.

Pr oe

Action 11— Zou jij graag bij H&M werken? Bezoek de website van H&M en ontdek of het beroep van de winkelverkoper iets voor jou is. Doe de quiz en kijk of jij de H&M-spirit hebt.

Action 12— Werkplekleren: de supermarkt

THEMA 2

LEVEL 5

Breng een bezoek aan een supermarkt waar je de job van de winkelverkoper kunt observeren.

128

a b c

Vervolledig voor je bezoek de fiche met de gegevens van het bedrijf. Vervolledig tijdens je bezoek de fiche met de gegevens van de winkelverkoper. Vraag ook of je een foto mag nemen voor je portfolio. Geef de foto een duidelijke naam en bewaar hem in je portfolio.

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK Naam van het bedrijf

Adres

Telefoonnummer

Website

Naam van de contactpersoon Functie van de contactpersoon

Aantal personeelsleden in het bedrijf

Naam van de zaakvoerder

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK

fd st

Welke taken heeft de winkelverkoper in dit bedrijf?

Pr oe

Hoe heet de functie van die persoon in het bedrijf?

Over welke eigenschappen (competenties) moet de winkelverkoper beschikken?

THEMA 2

LEVEL 5

Bespreek grondig de werkplek. Wat zie je allemaal?

129

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK Wat zijn de voordelen volgens jou van de functie in dit bedrijf ?

Wat zijn volgens jou de nadelen van deze functie in dit bedrijf?

Action 13— Werkplekleren: een winkel

fd st

a b

Breng een bezoek aan een winkel, maar dit keer geen supermarkt, waar je de job van de winkelverkoper kunt observeren.

DEEL 1: VOOR HET BEZOEK

Pr oe

Adres

Naam van het bedrijf

Telefoonnummer Website

Naam van de contactpersoon Functie van de contactpersoon

THEMA 2

LEVEL 5

Naam van de zaakvoerder

130

Aantal personeelsleden in het bedrijf

DEEL 2: TIJDENS HET BEZOEK Welke taken heeft de winkelverkoper in dit bedrijf?

Hoe heet de functie van die persoon in het bedrijf?

fd st

Bespreek grondig de werkplek. Wat zie je allemaal?

Over welke eigenschappen (competenties) moet de winkelverkoper beschikken?

Wat zijn de voordelen volgens jou van de functie in dit bedrijf ?

Pr oe

Wat zijn volgens jou de nadelen van deze functie in dit bedrijf?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

Los de vragen op.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

LEVEL 5

BREAKING NEWS

131

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA Ik kan het competentieprofiel van een winkelverkoper omschrijven aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan de functies en taken binnen de verkoop omschrijven.

Ik kan verschillende winkelvormen onderscheiden en illustreren aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan de techniek van eenvoudige verkoopgesprekken toepassen.

Ik kan de techniek van eenvoudige kassaactiviteiten toepassen.

Ik kan eenvoudige presentatietechnieken toepassen.

Ik kan eenvoudige inpaktechnieken toepassen.

N VA

fd st

oo fh Pr oe LEVEL 5 THEMA 2 132

EXTRA OEFENMATERIAAL

KAN BETER

Beeldwoordenboek BEGRIP

AFBEELDING

Dat is de persoon die de winkelrekken aanvult.

aanvuller

VERKLARING

Dat is de structuur van het verkoopgesprek. A= aandacht van de klant I= interesse opwekken van de klant D= drang tot kopen opwekken A= aanzetten tot actie S= tevredenheid

branche

Dat is de verzamelnaam voor de bedrijven die dezelfde producten of diensten aanbieden.

buurderij

Dat is de boerderij waar je lokale producten koopt.

Pr oe

fd st

AIDAS

Dat is een winkel waar merkproducten aan lagere prijzen worden aangeboden. De inrichting is zeer sober.

LEVEL 5

THEMA 2

discount

133

VERKLARING

AFBEELDING

Dat is online shoppen.

filiaalmanager

Die persoon is verantwoordelijk voor de winkel.

fysieke winkel

Bij die winkel ga je zelf de producten kopen.

hypermarkt

Dat is een grote supermarkt waar je alles kunt kopen zowel food- als non-foodproducten. Hij ligt meestal aan de rand van de stad met een grote parking.

Die persoon rekent de producten die de klant wil kopen, af.

Pr oe

kassier

fd st

e-commerce

BEGRIP

THEMA 2

LEVEL 5

marktverkoop

134

De verkoper biedt zijn producten meestal één keer per week op een openbare plaats in een kraampje.

VERKLARING

AFBEELDING

Dat is shoppen met je smartphone.

nachtwinkel

Dat is de winkel die opent rond 22h en waar de producten meestal duurder zijn.

m-commerce

BEGRIP

Die winkel is gespecialiseerd in één assortiment. Het personeel is zeer vakkundig en je krijgt een persoonlijke bediening.

Daar worden zowel food-als non-foodproducten aangeboden. De winkel is vaak zeer overzichtelijk en gezellig ingericht. De kassa bevindt zich aan de uitgang.

Pr oe

supermarkt

fd st

speciaalzaak

Dat zijn de punten waar je kunt kopen. Je kunt een groot onderscheid maken tussen de fysieke winkel, waar je zelf de goederen gaat kopen, en de winkel op afstand.

LEVEL 5

THEMA 2

verkooppunt

135

AFBEELDING

Bij deze winkel bestel je de producten online en worden ze geleverd.

winkelverkoper of retailmedewerker

Die persoon probeert om in dienst van een winkel of een ander bedrijf, producten of diensten aan een consument te verkopen.

winkelvorm

Dat is de manier waarop de verkoper de goederen verkoopt aan de consument. bv. een speciaalzaak, een supermarkt, een marktkraam

THEMA 2

LEVEL 5

Pr oe

fd st

winkel op afstand

136

VERKLARING

BEGRIP

STEP-UP Je hebt de laatste weken veel bijgeleerd over de verschillende beroepen binnen het domein van economie en organisatie. Welke job zou nu het best bij jou passen? Dat gaan we even uittesten!

THEMA 2

STEPIN

Pr oe

f g

fd st

Surf naar de website van VDAB. Klik op ‘Welke job past bij me?’ Vul beide tests in:  Test 1: Wat wil ik?  Test 2: Wat kan ik? Scroll naar beneden en tik bij beroepsfiches de beroepen in waarover je binnen het domein economie en organisatie geleerd hebt. (Je kunt ook de beroepen in de zoekbalk ingeven.) Lees grondig de informatie over de jobs.  de onthaalmedewerker (receptionist)  de magazijnmedewerker  de verkoper (Je kunt kiezen uit verschillende branches.)  de administratief medewerker Kies een job uit die je in de kijker wilt zetten aan de hand van een poster. Gebruik de ICT-fiches van Canva om de poster te maken. Zorg dat je op de poster een antwoord op deze vragen vindt. Over welke competenties moet je beschikken?  Hoe ziet de werkplek eruit?  Welke taken moet je allemaal doen?  Hoe ziet de werkkledij er uit?  Wat is het leuke aan deze job?  Over welke attitudes moet je beschikken? Stel je werk voor aan de klas. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

a b c

137

Speel het grote spel over Thema 2: Ondernemingen en organisaties. SPELREGELS 1 Speel in groepen van maximaal vier leerlingen. Elke leerling heeft een spelbord nodig. Je hebt slechts een dobbelsteen per groep nodig.

2 Verdeel de kaarten over zes stapels: een stapel met de kaartjes met cijfer 1, een stapel met de kaartjes van cijfer 2 … 3 Op je spelbord zie je zes vakken. Tijdens het spel moet je elk vak vullen met een vraagkaartje met het overeenkomstige nummer.

4 De leerling die het hoogste aantal ogen gooit, mag beginnen.

5 Tijdens je beurt gooi je met de dobbelsteen. Als je bijvoorbeeld vier gooit, dan neemt de leerling die links naast je zit een kaartje van stapel vier en stelt de vraag aan jou. Is je antwoord juist? Dan mag je het vraagkaartje op vak vier leggen. Nu is de vraagsteller aan de beurt om met de dobbelsteen te gooien. Is je antwoord fout? Dan verdwijnt het kaartje onderaan stapel vier. Nu is de vraagsteller aan de beurt om met de dobbelsteen te gooien.

6 Gooi je in een volgende beurt weer vier, maar heb je het kaartje al gescoord, dan gaat de beurt naar de volgend.

THEMA 2

STEPIN

Pr oe

fd st

7 Je speelt door tot een van de spelers de zes vakjes gevuld heeft.

138

KNIPBLAADJE Thema 2 – Level 5 – Explore 3

THEMA 2

KNIPBLAADJE

Pr oe

fd st

139

fd st

Pr oe uk @