Geogenie/GeoNatura 6 thema 6

Page 60

4

Plaats de letters die op het diagram van fig. 6.89 staan in het witte vakje bij de overeenstemmende foto (fig. 6.90 tot fig. 6.100).

2.1 Erosie Vanwege het grote verval en de sterke stroomsnelheid in de bovenloop vindt er vooral erosie in de diepte plaats: de rivier snijdt zich in het reliĂŤf in. Dat is verticale erosie. Wanneer het water snel stroomt, pikt het losse silt- en zanddeeltjes op en neemt ze mee (fig. 6.90). Maar kleideeltjes kleven goed aan elkaar, dus de rivier pikt ze pas op bij een grotere stroomsnelheid (fig. 6.89). Heeft de rivier een harde bedding, dan schuren het meegevoerde grind en zand het vaste gesteente los en nemen het mee. Kalksteen lost op in het zure water en vormt diepe kloofdalen (fig. 6.91). De lussen die de rivier maakt, zijn meanders (fig. 6.92).

Fig. 6.90 Beginnende verticale erosie in een leembodem (silt = leem)

Fig. 6.91 Insnijding van een kloofdal in Zion Canyon (VS)

Fig. 6.92 Diep uitgeschuurde meanders door de San Juan River (Goosenecks State Park - VS)

Rivieren kunnen ook horizontaal eroderen. Ze slaan dan delen van de oevers weg. We noemen dat laterale erosie. Wanneer de rivier zich verticaal insnijdt, krijgen we een V-dal (fig. 6.93). Als laterale erosie de hellingen ondergraaft, rolt of glijdt het hellingpuin naar beneden. Daar ruimt de rivier het op. Stilaan verbreedt het V-dal tot een vlakbodemdal (fig. 6.94). Op figuren 6.93 en 6.95 zie je hoe de rivier holle bochten (buitenbochten) uitschuurt (erosie) en aan de bolle oevers (binnenbochten) sediment afzet.

Fig. 6.93 V-dal met een meanderende rivier

Fig. 6.94 De Maas stroomt in een vlakbodemdal (Revin, Noord-Frankrijk).

Fig. 6.95 Laterale erosie aan de buitenbocht van de rivier die aan de binnenbocht grind afzet.

2.2 Transport Om een bewegend deeltje te vervoeren, is er minder kracht nodig dan om het op te pikken. In de middenloop is er een evenwicht tussen erosie en sedimentatie. Er wordt nauwelijks ingesneden of materiaal afgezet. Het puin dat de rivier vervoert, is voor een klein deel van de rivier zelf afkomstig. Maar het overgrote deel komt van hellingsprocessen (afstorten, afglijden, kruipen enz.). Afhankelijk van de grootte van de korrels en de chemische samenstelling verplaatsen de deeltjes zich op verschillende manieren (fig. 6.96).

66

THEMA 6 De geosfeer: ontstaan en evolutie van landschappen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Geogenie/GeoNatura 6 thema 6 by VAN IN - Issuu