Geogenie/GeoNatura 6 thema 6

Page 58

De grootste stroomsnelheid heeft een rivier in haar bovenloop, de snelheid neemt dan af in de middenloop en het water stroomt erg traag in de benedenloop. Dat zie je duidelijk op het lengteprofiel van enkele Ardense rivieren.

2

Water stroomt uiteraard van hoog naar laag. Teken een pijl van elk deel van de rivier naar de overeenstemmende plaats op fig. 6.87. Het verloop van een rivier kun je indelen in de bovenloop, middenloop en benedenloop.

bovenloop middenloop benedenloop

Fig. 6.87 Verloop van een rivier van bron tot monding

Klopt de uitspraak? Kruis juist of fout aan. Noteer ook waarom je dat vindt.

hoogteligging (m)

3

700 600 Aisne 500

HoĂŤgne Vesder

Amblève

400

Lesse

300 Ourthe 200

Semois

100 0 350

Maas 370

390

410

430

450

470

Fig. 6.88 Verloop van een rivier van bron tot monding van enkele Ardense rivieren

64

THEMA 6 De geosfeer: ontstaan en evolutie van landschappen

490 510 530 550 afstand tot de bron in km


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Geogenie/GeoNatura 6 thema 6 by VAN IN - Issuu