Focus1 leerwerkboek inhoudsopgave

Page 1

HOE WERK JE 5 delen

1 SAMEN

2 TOPVORM

3 GEESTIG

VA A R D I G H E D E N

p.

10 DEEL 1 • SAMEN

n

tegen

onderwer

p

p.

verhalende boeken. van fragmenten uit Je leert genieten visitekaartje. eenvoudig logo of Je ontwerpt een

tegen

de zinnen.

lende en bevelen

ouwde medede

Je schrijft goedgeb

nr.

uitvoeren

❍ ❍ ❍ ❍

S n een tekst. C je past die toe op leesstrategie en tekst aan. H Je kiest een passende het slot van een , het midden en duidtp de inleiding R onde Jerwer tieve tekst aan. van een informa p. I Je vult een schema tekst correct. vragen over een J Je beantwoordt V e boeken. verhalend uit en E van fragment Je leert genieten N e manier. n op een creatiev Je verwerkt gedichte n genieten. S Je leert van de gedichte op. en van een gedicht P Je noemt kenmerk

tegen

onderwer

p.

❍ ❍ ❍ ❍

uitvoeren

onderwer

… de 6.3 FOCUS op 7

Broederband

8

Wij 2

rd

vormen van het werkwoo

48 51 51 53 53 54 55 56 56 62

68

KIJKEN

70

KIJKENLEZEN KIJKENLEZEN KIJKEN LUISTEREN LEZEN KIJKEN LUISTEREN SCHRIJVEN LEZEN LUISTEREN SCHRIJVEN LEZEN LUISTEREN SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN SPREKEN SCHRIJVEN SPREKEN SCHRIJVEN SPREKEN SPREKEN

75

BZL// Contractwerk

Deze icoontjes staan boven een nieuw hoofdstuk. Ze geven aan op welke vaarOp de eerste twee bladzijden van elk Teksten of boeken die enkel informatie geven, noemen we informatieve teksten/boeken. digheden je gaat trainen. deel vindZulke je niet de inhoudsbronnenalleen zijn niet verzonnen; ze beschrijven feiten. Daarom noemen we ze ook non-fictie. opgave van dat deel, ook een voorbeelden daarvanmaar zijn: kookboeken, reisbrochures, boeken over het milieu, archeologie,om te scoren 3 Geboren leerboek een woordenboek overzichtje van degeschiedenis, vaardigheden en de... Eenerin informatief leeskomen. je niet altijd van a tot z. Je kunt erin bladeren en de informatie lezen die je kennis die aanboek bod FOCUS

p.

LEERWIJZE R Hoe pak je het aan ?

Voor het leren • Oefen je leerstof geregeld • Ga na in. Durf vrag of je wee t wat en te stel • Leg je len aan je leerwerkbo je precies moet leerkracht ken ek en noti over wat ties klaar. nen en kunnen. je niet beg Tijdens het rijpt. lere n • Je kun t de inhoud • Je geb van de ken ruik niskoffers • Je heb t de rode mica als wee rgeven*. t bij de oefe hulpmiddel ningen zins bij het inst opnieuw. leer, woo rdleer en uderen van woordve • Maak de spelling ant rklaringen. aanvullen woorden de oefeni ingevuld. ngen, mét Dek die af Na het lere uitleg, op en maak de websit n de oefening • Heb je e focus.de iets boeck.com. • Hoe wee niet onder de knie ? Pak dat t je of je alle stukje s echt ken t? Maak de leerstof opnieuw aan. test op focu s.deboeck.c * weergev om. en: mondelin

Hier kun je een overzicht bijhouden van alle overhoringen, huis­taken, schrijf- en spreekopdrachten die je in dit deel zult maken.

DEEL 1 •

39 40 42 45 46 47

chten

tegen

KENNIS

jk zeggen,

BZL// Contractwerk

in de ‘grote’ school 6 Vriendschap opgebouwd? informatieve tekst 6.1 Hoe is een school 6.2 Naar de grote

non-fictie

31

spreekopdra nr.

p

g of schrifteli

R E K E N

p

12

22 22 23

5 Samen 5.1 Na het lezen rtje 5.2 Logo of visitekaa vorm en zinsdelen ... onderwerp, persoons 5.3 FOCUS op … werkwoorden 5.4 FOCUS op … soorten zinnen 5.5 FOCUS op 5.6 Survivaltips bij de teksten 5.7 Taaloefeningen

❍ ❍

huistake

drachten

uitvoeren

❍ ❍

fictie

13

4 Wachten 4.1 Na het lezen een vakantie-ervaring 4.2 Spreken over 4.3 Beleefd vloeken? ... klinkers 4.4 FOCUS op , hoe doe je dat? 4.5 Woorden verklaren

❍ ❍

en. van de fragment Je leert genieten ervaring. een persoonlijke Je spreekt over in woorden. en medeklinkers spellen van klinkers Je oefent op het boek. op in het woorden Je zoekt gericht

schrijfop nr.

❍ ❍

ites. beoordeelt boekens eformulier. Je raadpleegt en eerlijk met een evaluati Je beoordeelt jezelf

L U I S T E R E N

overhoringe uitvoeren

en? Boodschap ontvang of zweetlezer? 2 Boeksnoeper 2.1 Boekentest lezer ben jij? 2.2 Welk soort dat bij je past 3 Kies het boek

1

❍ situaties.

leesprofiel voor. Je stelt je eigen

L E Z E N

nr.

deel?

del in verschillende

het communicatiemo

PERSPECTIEF

veel foto’s – gevoelens – zakelijk – cijfergegevens – afwisselende lay-out – inhoudstafel – ontspannend – leerrijk – doorlopende tekst – fantasie – informatief – veel onderzoekswerk vooraf – duidelijk gestructureerd – subjectief* – objectief* – feiten* – register* – hoofdstukken – trefwoorden – bibliografie* Inhoud

Wat kun je na dit en van Je herkent de onderdel

5

NATUURLIJK

Opdracht 6 Noteer deze kenmerken en onderdelen in de passende kolom.

Elk deel bestaat uit

K I J K E N

4

CD

DVD

Fictie en non-fictie

op dat moment interesseert. Of je kunt erin zoeken tot je de informatie vindt die je nodig hebt. LEZEN LEZEN

NNNNN SCHRIJVE SCHRIJVE SCHRIJVE SCHRIJVE SCHRIJVE

SPREKEN SPREKEN SPREKEN SPREKEN SPREKEN

Je zoekt kernwoorden naar een voorgelezen tekst. Je luistert geconcentreerd en kritisch

vertellen

SAMEN

LUISTEREN LUISTEREN LUISTEREN LUISTEREN LUISTEREN

LEZEN LEZEN LEZEN KIJKEN KIJKEN KIJKEN KIJKEN Teksten of boeken waarvan de inhoud wel verzonnen is, noemen weKIJKEN fictie. In zulke teksten kan de schrijver zijn fantasie de vrije loop laten. Je leert genieten van fragmenten. argumenten gebruiken. speelt een rollenspel en leert daarbij Een griezelverhaal, een sprookje, een grapje zijn daar voorbeelden Je van. in een tekst op.

Natuurlijk kan het wel dat de schrijver zich documenteert, dat hij gebruikmaakt van feiten om een verhaal te scoren – Jonas Boets schrijven. Dat is wat jullie ook deden in de eerste opdracht. Fragment uit Geboren om te

je vindt op focus.deboeck.com. Bekijk voor het lezen de trailer die kampioen voetbal. Hij wil dolgraag een keer Stef speelt voetbal en houdt van staan bijna niet zo goed. De Groene Rovers worden, maar de ploeg doet het naar de at van ramp loopt de trainer over op de laatste plaats en tot overma trainer beterschap zal brengen. concurrentie. Stef hoopt dat de nieuwe willen dat ouders k haat ze atletiek. Haar Lize doet aan atletiek, maar eigenlij n niet naar haar. ze een kampioene wordt en luistere Lize is echter vastberaden.

* subjectief: volgens je eigen mening/gevoel objectief: uitgaand van de feiten het feit: wat werkelijk gebeurd is het register: lijst met belangrijke namen of trefwoorden achteraan in een boek de bibliografie: lijst met boeken, artikelen enz.

armd. Jullie zijn toch geen spelers. ‘Zo geraken jullie nooit opgew ‘Hoger die knieën’, beval Jan zijn meisjes, hé!’ bekaf was. Hun trainer was hij dat gevoel het en en Stef had nu al 2 ECHT OF vErZONNEN? ijks begonn De training was nauwel Hij jakkerde hen af en leek niet de opwarming in handen genomen. behoorlijk slechtgezind en had zelf gespeeld vorig weekend? Of niet ook toch ze hadden te houden. Zó slecht 5 van plan daar snel mee op at? was er iets anders dat Jan dwarsz we afwerken op doel. gaan g vandaa bal. een l allemaa ‘Goed, stop maar!’, snauwde hij. ‘Neem weekend een keer winnen!’ Misschien kunnen we dan in het trainer niet nog norser maken. bal te nemen. Ze wilden hun norse De spelers haastten zich om een sd op. men, stopten ze en keken verbaa aankwa ballen hoop de bij ze toen 10 Maar ‘Wat krijgen we nu’, mompelde Tibo. gewoonte. zijn niet was Dat rijmen. gezegd zonder te Het viel Stef op dat Tibo iets had . toe, in de hoop zijn reputatie te redden ‘Paraplu’, voegde Tibo er nog aan Lize wel en uiteraard had kenden ze want lijk, der verwon zich niet zo gebeurvoor hen stond Lize. Dat was op op de piste aan het lopen waren, hen gestaan. Zeker als de meisjes 15 zij al weleens eerder voor aan en ook dat was niet meer outfit atletiek haar had Lize . anders aan, spikes geen de dat geregeld. Maar nu was het echter ze had der aan het trainen waren. Daaron dan normaal, aangezien de meisjes zes maten dacht Stef. In haar voetbalschoenen bovendien, zeker maar voetbalschoenen. veel te grote kousen zaten scheenbeschermers. had?’ jullie geen bal, zoals ik gevraagd 20 ‘Jongens, waarom nemen n. Toen hij Lize zag, vertraagzijn spelers hem niet gehoorzaamde Jan kwam aangelopen, boos omdat op. auwen wenkbr de hij en trok hij zijn

1

163

In deze kaders ontdek je de betekenis van typische schooltaal­woorden. Dat zijn woorden die je op school nog vaak zult tegenkomen gezegde en die je dus zeker moet kennen. In de tekst worden ze aangeduid met een sterretje of asterisk (*). FOCUS

KENNIS

CD

DVD

FOCUS

KENNIS

CD

DVD Bij deze tekst of oefening zal je leerkracht je een videofragment laten bekijken.

4

FOCUS 1

164

DEEL 2 • TOPVORM

KENNIS

CD

Bij deze tekst of oefening zal je leerkracht je een audiofragment laten beluisteren.

DVD

FOCUS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.