Boektoppers lesmap 2023 - OK - De lekker lange agent

Page 1

LESMAP

De lekker lange agent

Auteur: Els Van Esbroeck

INTRO

De lekker lange agent is een grappig prentenboek van Zilveren Griffel-winnaar Tjibbe Veldkamp. De mooie retro-illustraties werden gemaakt door de Zweed Gustav Dejert. Op een dag stapt Jan het politiebureau binnen. Hij wil graag agent worden, maar de hoofdagent vindt hem te klein. Jan laat het er niet bij zitten. Hij bundelt zijn krachten met Jaap en Janet, die ook te klein zijn. Samen zorgen ze ervoor dat ze lang genoeg zijn én de beste agenten worden die de commissaris ooit gezien heeft.

ONTWIKKELINGSDOELEN

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

De kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met commentaar reageren.

De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

© 2016 J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV, Haarlem, De lekker lange agent, tekst: Tjibbe Veldkamp, illustraties: Gustav Dejert

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 1

Overzicht lesmap

KRINGACTIVITEIT LEES- EN INLEEFMOMENT

Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

ACTIVITEIT 1 LANG OF KORT? GROOT OF KLEIN?

Jan, Jaap en Janet zijn te klein om agent te worden volgens de hoofdagent. Ga aan de slag en meet met een maateenheid. Wie is de langste? Wie is de kortste? Rangschik van groot naar klein en van klein naar groot.

ACTIVITEIT 2 IN DE HANDBOEIEN

Jan, Jaap en Janet slaan de dief in de boeien. Kleuters vinden het heerlijk om hun fantasie de vrije loop te laten en zich in te leven als politieagent en boef. Door handboeien te maken krijgen ze een extra spelimpuls. Wie is de boef? Sla hem in de boeien.

4
p. p. 8
p. 13

p. 15

ACTIVITEIT 3

WIE HEEFT HET GEDAAN?

Ben jij de perfecte agent? Ga op zoek naar de boef door de juiste vragen te stellen, te selecteren en te elimineren. Kun jij de boef vinden?

p. 18

ACTIVITEIT 4

GEVANGENISUNIFORM AAN EN IN DE CEL

Jan, Jaap en Janet slaan de boefjes in de boeien en sluiten ze op in de cel. Zorg jij ervoor dat de boeven een gevangenisuniform aantrekken en sluit jij de cel met tralies?

p. 21

ACTIVITEIT 5

MATRIX: WAT HOORT WAAR?

Zet de juiste voorwerpen bij de juiste dief. Let goed op: er zijn grote, middelgrote en kleine voorwerpen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 3

KRINGACTIVITEIT

Lees- en inleefmoment

Doel: Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

OD NED 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

BENODIGDHEDEN

- boek: De lekker lange agent

VOOR HET LEZEN

Bekijk de cover van het boek aandachtig met de kleuters. Herkent iemand een letter? Wie herkent een letter van zijn naam?

Bekijk de grootte van de letters. Er zijn grote letters en kleine letters. Verwijs: lang = groot. Maak samen met de kleuters de link.

Verklank de letters en laat de kleuters de woorden vormen. Help hen door de klanken traag achter elkaar te zeggen. Als ze niet op het woord komen, doe je dat steeds sneller tot ze het woord kunnen samenkleven. Lees samen de titel.

De volgende vragen kunnen als leidraad dienen om een gesprek aan te knopen.

Wat zie je?

- Waar zou het boek over gaan?

- Hoeveel kinderen zie je?

Wat doen ze?

- Wat heeft het bovenste kind op haar hoofd?

Als wat zou ze verkleed zijn?

- Waarom denk je dat?

- Wat zouden ze gaan doen?

- Zullen we het ontdekken door samen te lezen?

-
-
-
4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

TIJDENS HET LEZEN

Lees het boek een eerste keer.

PAGINA 1-2

- Waar stapt Jan binnen?

- Wat wil Jan graag worden?

- Mag dat van de agent?

- Wat gaat de agent eerst doen?

- Hoe doet hij dat?

- Wat heeft hij daarvoor nodig? - Waarom mag Jan geen agent worden?

- Hoe lang zou Jan moeten zijn om agent te mogen worden? (pijl)

- Zou jij graag agent worden? Waarom (niet)?

- Wat hangt er aan de muur?

- Wat staat er op de affiche? - Hoe kijken de boeven?

- Zou jij bang zijn voor boeven?

PAGINA 3-4

- Wie zit er buiten wanneer Jan uit het politiekantoor komt?

Hoe kijken ze?

- Hoe zouden ze zich voelen?

- Waarom denk je dat?

- Wat vertelt Jan?

- Mogen Jaap en Janet agent worden? - Waarom niet?

- Vind jij dat eerlijk? Kun je een goede agent worden als je klein bent? Waarom (niet)?

- Hoe voelt Jan zich?

- Zou jij je ook zo voelen?

- Wat willen ze alle drie?

PAGINA 5-6

- Wie stapt er binnen in het politiebureau?

- Hoe kijkt de agent?

- Waarom kijkt hij zo, volgens jou?

- Waar zit de agent?

- Wat is er naast het bureau van de agent?

- Zit er iemand in de cel? Kijk eens goed.

- Wie zou er in de cel zitten?

PAGINA 7-8

- Wat vraagt de lekker lange man aan de hoofdagent?

- Is de lekker lange man lang genoeg?

- Wat moet hij kunnen?

- Wat krijgt hij daarvoor in zijn hand?

- En in zijn mond?

- Waar gaat de lekker lange man nu naartoe om het verkeer te regelen?

- Kun je binnen het verkeer regelen?

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 5

PAGINA 9-10

- Lukt het? Is de lekker lange man geslaagd voor het regelen van het verkeer?

- Is de hoofdagent tevreden?

- Denk jij dat je het verkeer ook kunt regelen als je kleiner bent?

- Zie jij de dief op deze pagina? Hij zit goed verstopt maar is er wel …

- Nadat hij het verkeer heeft geregeld, moet de lekker lange man van de hoofdagent nog iets kunnen. Weet jij nog wat?

PAGINA 11-12

- Hoeveel poesjes redt de lekker lange man uit de boom?

- Is de hoofdagent tevreden?

- Zie jij ook hier de diefjes?

- Wat moet de lekker lange man nu doen van de hoofdagent?

PAGINA 13-14

- Nadat de man het verkeer heeft geregeld en de poesjes heeft gered, krijg hij een nieuwe taak van de hoofdagent. Weet jij nog welke?

- Wat heeft de hoofdagent vast?

- Is één paar handboeien voldoende om drie diefjes te vangen?

- Hoeveel handboeien zijn er te weinig?

- Zie jij de diefjes al staan?

- Waar wijst de hoofdagent naar?

- Waar hing die affiche nog?

- Wat staat er op de affiche?

- Hoeveel diefjes moet de lekker lange agent zoeken?

PAGINA 15-16

- Kan de lekker lange agent de drie diefjes zien?

- Hoeveel diefjes ziet de lekker lange agent?

PAGINA 17-18

- De lekker lange dief rent weg.

- Wat doet de lekker lange agent?

- Wat gebeurt er met de lekker lange agent?

- En met de lekker lange dief?

PAGINA 19-20

- Lukt het de lekker lange agent om de lekker lange dief te vangen?

- Er volgt een echte achtervolging. Hoe kijken de mensen in de auto’s?

- Zou jij schrikken als er plots een dief en een agent over je auto renden?

PAGINA 21-22

- Kan de hoofdagent de lekker lange agent en de lekker lange dief volgen?

- Wat ontdekt de hoofdagent?

- Uit hoeveel diefjes bestaat de lekker lange dief?

- Hoe zouden de diefjes zich voelen? Hoe kijken ze? Hoe voelen Jan, Jaap en Janet zich? Hoe zie je dat?

- Uit hoeveel agenten bestaat de lekker lange agent?

- Mogen ze agent worden?

- Wat is er nog altijd nodig? Wat wil de hoofdagent?

- De kinderen hebben zich bewezen met die knappe actie. Vind jij het juist dat ze nog altijd geen agent mogen worden?

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 6

PAGINA 23-24

- Wat besluit de hoofdagent? Wat gaat hij doen?

- Komen Jan, Jaap en Janet nu tot bij de pijl?

- Mogen ze nu agent worden?

- Hoe komt het dat ze nu lang genoeg zijn?

- Zie jij de diefjes?

- Waar zijn ze?

- Hoeveel tel je er?

- Hoe kijken ze?

- Hoe kijken Jan, Jaap en Janet?

- Wie wil er later graag agent worden?

- Zag jij al eens kleine agenten?

Nadat je het boek gelezen hebt, kun je een gesprek aanknopen over klein of groot zijn, beroepen, dromen over wat je graag wilt worden, angst voor dieven … De kleuters kunnen ervaringen delen en ervaren hoe andere kleuters ermee omgaan. Het boek blijft in de boekenhoek/kring beschikbaar voor de kleuters. Ze kunnen het doornemen wanneer ze willen.

Zet het boek zo aantrekkelijk mogelijk in je kring. Geef het een prominente plek zodat ze er snel naar kunnen grijpen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 7

Lang of kort? Groot of klein?

Doel: Jan, Jaap en Janet zijn te klein om agent te worden volgens de hoofdagent. Ga aan de slag en meet met een maateenheid. Wie is de langste? Wie is de kortste? Rangschik van groot naar klein en van klein naar groot.

OD WIS 2.4 De kleuters kunnen in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk.

OD WO 6.2 De kleuters kunnen inschatten hoeveel ruimte hun eigen lichaam inneemt.

OD WIS 1.3 De kleuters kunnen een rangorde (tot vijfde) aanduiden en verwoorden (ordinaal tellen) als begin en richting zijn afgesproken.

OD WIS 2.1 De kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.

OD WIS 2.2 De kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.

OD WIS 2.3 De kleuters kunnen dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk.

OD WIS 3.4 De kleuters kunnen vanuit een patroon een rij of een reeks dingen verder zetten. In het patroon kunnen aantallen (beperkt tot vijf) en/of kwalitatieve kenmerken (beperkt tot twee gemeenschappelijke) voorkomen.

OD WIS 2.6 De kleuters kunnen bij benadering een voorwerp ‘meten’ met een zelfgekozen maateenheid.

INTRO

Hou een kort gesprek met de kleuters:

- Waarom mochten Jan, Jaap en Janet eerst niet bij de politie?

- Wat deed de hoofdagent?

- Vind jij dat iemand die klein is niet bij de politie kan werken? Waarom (niet)?

- Zou jij graag bij de politie werken? Waarom (niet)? - Zullen we eens kijken hoe groot je bent?

- Hoe kun je zien hoe groot iemand is? Wat kun je dan doen?

1
ACTIVITEIT
8 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Toon de afbeelding van de Long man of Wilmington en geef achtergrondinfo: De Long Man of Wilmington is een grote menselijke figuur uit kalk. Hij bevindt zich in Engeland en dateert uit de zestiende of zeventiende eeuw. De figuur is 69 meter lang en stelt een man voor die in beide handen een lange stok vasthoudt. Veel mensen zien er een prehistorische afgod in. Een andere theorie is dat de man gemaakt is om te communiceren met beschavingen op andere planeten. Er doen veel verhalen over de Long Man de ronde. Zo zou op de plek van de afbeelding een herdersjongen een reus hebben gedood.

Bespreek en deel de info die jij nuttig vindt met de kleuters.

Vertel hen dat zij ook een ‘long man’ gaan maken. Vraag de kleuters hoe je dat kunt doen. Als ze er zelf niet toe komen, kun je sturen door vragen te stellen:

- Wat heb je nodig?

- Hoe kun je dat aanpakken?

- Hoe kun je iemand meten?

- Kun je een schaduw van jezelf maken? Wat heb je daarvoor nodig? Als er geen zon is, hoe kun je dan een schaduw maken?

- Hoe kun je jezelf levensgroot afbeelden? Hoe zou je dat doen?

Speel in op wat de kleuters vertellen. Luister naar hun ideeën en durf af te wijken van je activiteit. Misschien hebben ze suggesties die je verder kunt uitwerken. Ga daar dan mee aan de slag.

FASE 1: Platlander

BENODIGDHEDEN

- rol (behang)papier

- (vilt)stiften

- verf - penselen

- plakband

WERKWIJZE

Je maakt een platlander. Daarvoor teken je de omtrek van een kleuter op een groot blad.

- Een kleuter gaat op het behangpapier liggen. Hij kiest een pose en beweegt daarna niet meer.

- De andere kleuters tekenen met een (vilt)stift de omtrek van de kleuter op het papier.

- Bekijk samen de tekening en geef taal.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 9

Gebruik richtvragen:

- Wat zie je?

- Wie zie je?

- Hoe kun je ervoor zorgen dat de platlander nog meer op X lijkt?

- Als er meerdere zijn: Is deze groter of kleiner?

- De kleuter van wie de platlander is, mag die versieren.

TIP: Een (hand)spiegel kan een leuke aanvulling zijn bij het versieren en decoreren. Bekijk jezelf eens in de spiegel:

- Welke kleur ogen heb je?

- Welke kleur haar?

- Hoe lang is je haar?

- Hoe ziet je neus eruit?

Ook hier kun je enorm veel taal bieden aan de kleuters door vragen te stellen en mee te denken, zowel voor taalarmere als taalsterke kleuters. Denk aan ‘blond haar’, maar ook ‘hoogblond, bruin, lichtbruin, kastanjebruin …’

FASE 2: Meten met maateenheid

BENODIGDHEDEN

- (DUPLO-)blokken

- allerlei soorten meters: papieren meter, liniaal, rolmeter, plooimeter

WERKWIJZE

Spreek met de kleuters een maateenheid af, bijvoorbeeld DUPLO-blokken of andere blokken die je als maateenheid kunt gebruiken. In principe maakt het niet uit welke maateenheid je neemt, maar wel dat iedereen dezelfde gebruikt.

TIP: Hoe groter je maateenheid is, hoe makkelijker het voor de kleuters is om te meten.

Laat de kleuters nu afhankelijk van de maateenheid meten. Dat kan op verschillende manieren. Kies per kleuter wat het best werkt.

- Klik (DUPLO-)blokken op elkaar tot de toren net zo lang is als de afstand van hun voeten tot het topje van hun hoofd (op de tekening).

- Meet met een papieren meter. Begin aan de voeten en rol de meter uit tot het topje van het hoofd. Knip daar af.

- Meet met een liniaal van dertig centimeter. Je kunt met meerdere linialen meten. De kleuters tellen dan hoeveel linialen ze nodig hadden om van de voeten tot het topje van hun hoofd te meten. Als een liniaal te lang is, meten ze verder met DUPLO-blokken. Bijvoorbeeld: vier keer een liniaal en zes DUPLO-blokken.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 10

Meet met een rolmeter. De ene kleuter houdt de meter vast aan de voeten en de andere kleuter rolt die uit tot het topje van het hoofd. Ze noteren het resultaat in centimeters door dat af te lezen van de rolmeter.

- Meet met een plooimeter. Dat kunnen de kleuters alleen. Ze leggen de plooimeter aan de voeten en plooien die uit tot het topje van het hoofd. Ze schrijven het resultaat op. Als je meerdere plooimeters hebt, kun je die naast elkaar leggen. De kleuters duiden dan met tape aan tot waar ze zichzelf gemeten hebben.

- Meet met de handen of voeten. Soms wil je iets meten en heb je niets bij je. Dan kun je met je handen of voeten meten. Hoeveel keer passen je handen in je lichaam? Hoeveel keer passen je voeten in je lichaam?

Het is vooral belangrijk dat de kleuters met verschillende meetinstrumenten in contact komen. Leer hen de juiste meetstrategie: je verplaatst het voorwerp terwijl je meet en je telt tegelijk hoeveel maateenheden je nodig hebt. Stimuleer om dat hardop te doen.

TIP: Vind je dit voor je klasgroep te omslachtig of wil je focussen op andere leerdoelen? Dan kun je fase 2 overslaan en de kleuters tegen de muur meten en streepjes zetten op een papier dat je tegen de muur bevestigde.

FASE 3: Overbrengen van alle gemeten kleuters

BENODIGDHEDEN

- groot vel papier

- foto of pictogram van de kleuters

WERKWIJZE

In deze fase breng je alle gegevens van de kleuters over op een curve. Dat kan op verschillende manieren: afhankelijk van de maateenheid die de kleuters gebruikten, bevestig je het papier waar je de curve op wilt tekenen op de grond of tegen de muur.

Breng alle gegevens van de kleuters over. Laat ze dat zelf doen of doe het samen. Tijdens deze fase zijn er enorm veel leerkansen. Benoem telkens wat de kleuters doen en stel vragen:

- Hoe ben jij van plan om je meetresultaat over te brengen op het papier?

- Hoe wil je dat aanpakken?

- Leg je daarvoor het papier het best op de grond? Of hang je het beter tegen de muur?

- Welk meetinstrument gebruikte je?

- Hoeveel keer paste je voet/hand/liniaal/blok in je tekening?

- Lukte het meten goed? Wat vond je moeilijk? Wat was lastig?

- Hoe zou je het volgende keer anders doen? Waarom denk je dat het op die manier beter zou gaan?

- Wil je het eens proberen?

-
-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 11

Als alle resultaten van de kleuters overgebracht zijn, bespreek je wat je ziet:

- Welke kleuters zijn even groot?

- Wie is de grootste?

- Wie is de kleinste?

- Kloppen de gegevens? Plaats de kleuters die volgens de curve even groot zijn naast elkaar.

- Zijn ze echt even groot?

- Wat ging er fout?

- Wat kun je volgende keer anders doen?

- Kloppen de resultaten met de werkelijkheid?

TIP: Voor sommige kleuters ligt het thema groot of klein gevoelig. Als je dat merkt, kun je ervoor kiezen om niet alleen de lengte van de kleuters te meten maar ook hun handen of voeten. Gebruik daarvoor een kleinere maateenheid, zoals een DUPLO- of LEGO-blok.

De kleuters tekenen eerst hun hand op papier en gaan daarna aan de slag met de blokken. Hoeveel blokken moeten ze op elkaar zetten van het topje van hun wijsvinger tot de palm van hun hand?

Maak een tabel of knip de handen uit en hang ze van groot naar klein of van klein naar groot.

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 12

ACTIVITEIT 2

In de handboeien

Doel: Jan, Jaap en Janet slaan de dief in de boeien. Kleuters vinden het heerlijk om hun fantasie de vrije loop te laten en zich in te leven als politieagent en boef. Door handboeien te maken krijgen ze een extra spelimpuls. Wie is de boef? Sla hem in de boeien.

OD WO 2.3 De kleuters kunnen in een eenvoudige situatie nagaan welk technisch systeem best tegemoet komt aan een behoefte.

OD WO 2.4 De kleuters kunnen ideeën bedenken voor een eenvoudig technisch systeem.

OD WO 2.5 De kleuters kunnen geschikt materiaal en gereedschap kiezen voor het realiseren van een eenvoudig technisch systeem.

OD WO 2.6 De kleuters kunnen een eenvoudig technisch systeem maken, al dan niet aan de hand van een stappenplan.

OD WO 2.7 De kleuters kunnen nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem.

BENODIGDHEDEN

- kokers of (keuken)rollen

stroken stevig papier: Je kunt ervoor kiezen om die door de kleuters te laten knippen.

- nietmachine, lijm, plakband of washitape

zilverkleurige verf - penselen

WERKWIJZE

Verknip de kokers tot kokertjes van vier centimeter hoog.

Politieagent en boef spelen spreekt tot de verbeelding. Boeven worden in de boeien geslagen en kunnen geen kant meer uit. Hoe leuk zou het zijn om zelf handboeien te maken zodat de kleuters extra spelimpulsen krijgen?

STAP 1: Knoop een gesprek aan met de kleuters. Het is belangrijk dat ze zelf mee nadenken, materiaal verzamelen, experimenteren en tot een goed technisch systeem komen.

- Waarvoor gebruikt een agent handboeien?

- Wat doet hij met de handboeien?

Leg zeker uit dat de handboeien niet te lang mogen zijn. Ze moeten verhinderen dat de dief beweegt. Als de handboeien te lang zijn, kan hij gemakkelijk ontsnappen, anderen pijn doen, zich loswringen Maak er een meetoefening van.

-
-
13 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: Toon de stroken papier of ga met de kleuters aan de slag om papieren stroken te knippen.

Hoe maken we een ketting met de papieren stroken? Laat de kleuters zelf de papieren handboeiringen aan elkaar vastmaken. Laat de kleuters experimenteren en proberen. Tijdens dat proces geef je gerichte impulsen.

- Probeer het eens op die manier.

- Zou het zo ook lukken?

- Hoe zouden we met papiertape de handboeien aan elkaar vast kunnen maken?

- Hoe doen we dat met de nietmachine?

- Kijk eens wat X doet. Lijkt je dat een goed idee? Probeer eens. -

STAP 3: Bekijk nu samen de resultaten van de kleuters.

- Wat vind je de beste manier om de handboeien te maken?

- Wat is de gemakkelijkste manier om de stroken aan elkaar vast te maken?

- Welke manier geeft het sterkste resultaat?

- Welke manier ziet er het mooiste uit?

STAP 4: Spreek daarna af hoe je te werk gaat of laat elke kleuter verder zijn eigen weg gaan.

De bedoeling is dat de kleuters goed passen en meten. Hoeveel papieren cirkels heb je nodig voor de handboeien zodat de boef geen bewegingsruimte heeft en dus niet kan ontsnappen?

Pas dan maak je de kartonnen koker vast aan de papieren handboeiringen.

TIP: Wil je handboeien waar de kleuters mee kunnen spelen? Voorzie dan gelamineerde stroken papier. Die zijn net iets steviger.

TIP: Laat de kleuters de stroken papier en kartonnen kokers met zilverkleurige verf beschilderen. Zo lijken de handboeien nog echter.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 14

Wie heeft het gedaan?

Doel: Ben jij de perfecte agent? Ga op zoek naar de boef door de juiste vragen te stellen, te selecteren en te elimineren. Kun jij de boef vinden?

OD WIS 2.4 De kleuters kunnen in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk.

OD NED 2.5 De kleuters kunnen iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of een specifieke eigenschap.

OD NED 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

OD NED 2.7 De kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met commentaar reageren.

OD NED 2.8 De kleuters kunnen zelf vragen stellen aan anderen die de door hen gewenste informatie leveren.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 1 - whiteboardmarker - doek

WERKWIJZE

Print werkkaart 1 twee keer. Verknip één werkkaart tot aparte kaartjes. Lamineer zowel de hele werkkaart als de kaartjes.

STAP 1: - Een kleuter trekt een kaartje uit de stapel: dat is de dader.

- In een eerste fase stel jij de vragen, bijvoorbeeld: Draagt de dader een gestreepte trui?

- De kleuters kijken op het kaartje of de persoon een gestreepte trui draagt en antwoorden met ja of nee.

- Verwoord telkens heel duidelijk door de vraag te herhalen en het antwoord in te vullen: Jij zegt dat de dader een gestreepte trui aanheeft. Ik streep dus iedereen weg die geen gestreepte trui aanheeft.

- Terwijl je de personen wegstreept, benoem je weer: Jij hebt geen gestreepte trui: ik streep je weg. Jij hebt het niet gedaan. Jij hebt een gestreepte trui. Jij mag blijven. Jij hebt het misschien gedaan.

Of: Ik zoek alle daders met een gestreepte trui. Jij wel. Jij niet. Geen strepen, weg dus … Zo ga je verder te werk.

- In dit proces is het erg belangrijk dat je alles benoemt. Als je straks de rollen omdraait, moeten de kleuters goed doorhebben wat de bedoeling van het spel is. Dat kunnen ze door veel herhaling en duiding zeker onder de knie krijgen.

ACTIVITEIT 3
15 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Neem een tweetal kleuters bij je om je te helpen. Ze strepen mee weg en zoeken mee naar de dader.

- Als er nog maar één persoon overblijft, heb je de dader gevonden. Vergelijk met het kaartje. Klopt het? Is het dezelfde persoon?

TIP: Neem voldoende tijd voor stap 1. Zodra de kleuters vertrouwd zijn met het spel, de juiste vragen stellen, de juiste verdachten wegkruisen en juist omgaan met negatie, ga je over naar stap 2.

STAP 2: - De kleuters gaan nu zelf op zoek naar de dader en moeten dus zelf vragen verzinnen en antwoorden wegkruisen om de dader te vinden.

- Een kleuter trekt een kaartje zonder het aan de andere kleuters te laten zien. De andere kleuters gaan op zoek naar een goede vraag. De kleuter die het kaartje vasthoudt, antwoordt met ja of nee.

- Ze kruisen weg tot ze de dader gevonden hebben.

Blijf aan de zijlijn en ondersteun de kleuters door mee te denken en te verwoorden. Je voelt zelf in welke mate je impulsen nodig zijn.

TIP: Varieer door niet alle kaartjes aan te bieden. Gebruik de helft van de kaartjes zodat de kleuters minder personages hebben om te elimineren. Lukt het spel al goed? Dan kun je meer kaartjes aanbieden.

TIP: Leg de kaartjes op tafel. Draai de personages om als ze niet aan de vraag of eigenschappen voldoen. Zo is het gemakkelijker om een overzicht te houden over de personages die nog over zijn.

Print daarvoor de kaartjes van werkkaart 1 één keer op een gekleurd papier en één keer op een wit papier om verwarring te voorkomen. Leg de gekleurde kaartjes op de stapel waarvan de kleuters eentje trekken (de boef). Leg de witte kaartjes op tafel. Die draai je om of neem je weg als ze niet voldoen aan het kenmerk in de vraag.

VARIATIE

Print werkkaart 1 twee keer en verknip ze tot kaartjes, zo krijg je een leuke memory. De kleuters gaan op zoek naar twee dezelfde kaartjes. Tijdens het memoryspel benoem je de kenmerken die aan bod komen: Je draaide net eentje om met een muts en een gestreepte trui. Het tweede kaartje heeft een snor en een gestreepte trui. Zijn ze dan hetzelfde?

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 16
WERKKAART 1 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 17

ACTIVITEIT 4

Gevangenisuniform aan en in de cel

Doel: Jan, Jaap en Janet slaan de boefjes in de boeien en sluiten ze op in de cel. Zorg jij ervoor dat de boeven een gevangenisuniform aantrekken en sluit jij de cel met tralies?

OD WIS 2.6 De kleuters kunnen bij benadering een voorwerp ‘meten’ met een zelfgekozen maateenheid.

OD WIS 2.4 De kleuters kunnen in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk.

OD LO 1.29 De kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 2

- (LEGO-)blokken in verschillende maten

- stroken wit papier van 1 centimeter breed

- stroken grijs of zwart papier

- scharen

- lijmstift

WERKWIJZE

STAP 1: Gebruik blokken om tralies te maken voor de platlanders die je maakte in ACTIVITEIT 1: Lang of kort? Groot of klein?

Leg de blokken achter elkaar, pas en meet. Wie gaan jullie in de cel zetten?

Deze activiteit kan een goede aanzet zijn om al doende te passen en meten. Als je blokken in verschillende maten gebruikt, moeten de kleuters samenwerken om te passen en te meten. Welke volgorde moeten ze aanhouden om de tralies mooi te laten sluiten?

Daarna kunnen de kleuters op werkkaart 2 met LEGO-blokken in verschillende maten de tralies en de strepen op het uniform leggen.

18 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: Vervolgens gaan de kleuters aan de slag met papier en lijm. Tijdens het proces van passen en meten geef je zo veel mogelijk taal en benoem je wat de kleuters doen:

- Heb je een lange strook nodig?

- Is de strook te lang?

- Is de strook te kort?

- nog een klein stukje om het passend te maken

- nog een stuk te kort

- een stuk eraf knippen

- nog langer maken

- korter maken

- stuk erbij

- stuk eraf

- lang genoeg

- nameten

- meten

- passend maken -

De kleuters hebben in een eerdere activiteit op verschillende manieren en met verschillende meetinstrumenten leren meten.

Bij deze activiteit is het de bedoeling dat de kleuters de stroken papier meten en op maat afknippen. Met de grijze of zwarte stroken creëren ze het gevangenisuniform en met de witte stroken maken ze de tralies van de cel.

VARIATIE

Voorzie variatie en gradatie in deze activiteit:

- Kleuters die het meten goed onder de knie hebben, maken een gevangenisuniform en celtralies.

- Kleuters die nog moeite hebben met meten, maken enkel de celtralies.

TIP: Zorg ervoor dat de papieren stroken die je aanbiedt te kort zijn, zodat ze stukken aan elkaar moeten kleven en alsnog moeten passen en meten. Of bied stroken aan die langer zijn dan de werkkaart Voor kleuters die onvoldoende ruimtelijk inzicht hebben, kun je met potlood (een aantal) hulplijnen tekenen. Ze kleven dan vervolgens de stroken papier daarover.

Wil je de kleuters met een potlood strepen laten tekenen op het boevenuniform en celtralies laten tekenen? Dat kan ook. Dan focus je niet meer op meten, maar streef je het volgende doel na:

OD NED 4.3 De kleuters kunnen onvolledige eenvoudige beelden aanvullen.

Pas daarvoor werkkaart 2 aan door punten te tekenen zodat ze die kunnen verbinden.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 19
WERKKAART 2 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 20

ACTIVITEIT 5

Matrix: wat hoort waar?

Doel: Zet de juiste voorwerpen bij de juiste dief. Let goed op: er zijn grote, middelgrote en kleine voorwerpen.

OD WIS 2.4 De kleuters kunnen in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk.

OD NED 2.5 De kleuters kunnen iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of een specifieke eigenschap.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 3

- werkkaart 4 - velcro

WERKWIJZE

- Print werkkaart 3, verknip tot kaartjes en lamineer ze. Kleef velcro op de achterkant van de kaartjes.

- Print werkkaart 4 en lamineer ze. Kleef velcro in de vakjes.

STAP 1: Bekijk samen met de kleuters de matrix op werkkaart 4 Bespreek wat je ziet en benoem. Stel vragen:

- Wat zie je?

- Waarvoor gebruik je handboeien?

- Wie gebruikt handboeien?

- Heb jij weleens echte handboeien gezien?

- Heb jij thuis een zaklamp?

- Wanneer gebruik je een zaklamp?

- Wie zet een masker op?

- Waarom zouden boeven een masker opzetten?

- Wanneer zet jij een masker op?

- Is dat hetzelfde masker als dit masker?

- Hoe ziet jouw masker eruit?

- Waarvoor zouden boeven een zak gebruiken?

- Waarvoor kun jij die gebruiken?

Bekijk de boeven. Benoem:

- Zijn het allemaal dezelfde boeven?

- Zijn de boeven even groot?

- Wat maakt hen verschillend?

- groot

- middelgroot

- klein

21 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Bespreek de voorwerpen op de kaartjes van werkkaart 3. Zien de kleuters verschillen?

- Zijn het dezelfde kaartjes?

- Zijn de voorwerpen allemaal even groot?

Sorteer en groepeer de kaartjes door alle kaartjes van dezelfde soort bij elkaar te leggen. Vraag nu om de kaartjes van dezelfde soort van groot naar klein en daarna van klein naar groot te leggen. Wat is het kleinste? Wat is het grootste? Wat zeg je hier dan tegen? Die is niet groot maar ook niet klein.

Sorteer en groepeer de kaartjes door alle kaartjes van dezelfde grootte bij elkaar te leggen: alle grote voorwerpen bij elkaar, alle kleine voorwerpen bij elkaar en alle middelgrote voorwerpen bij elkaar.

STAP 2: De kleuters gaan op zoek naar de plaats waar de voorwerpen thuishoren in de matrix.

Leer hen stap voor stap het systeem van eerst horizontaal te kijken en vervolgens verticaal te zoeken en toon hen welke twee kenmerken ze moeten combineren. Laat de kleuters met hun vingers volgen op de werkkaart: met de wijsvinger van de linkerhand in de kolom van de voorwerpen en de wijsvinger van de rechterhand in de kolom van de boeven. Verwoord terwijl beide vingers elkaar tegenkomen in het lege vakje: We zoeken de zaklamp van de kleine boef. We zoeken dus de kleinste zaklamp.

Benoem en bespreek tijdens dat proces zo veel mogelijk de begrippen ‘groot’, ‘klein’ en ‘middelgroot’.

Als je een kaartje trekt om in de matrix te passen, stel je gericht vragen:

- Bij wie hoort dit? Bij de grote, de middelgrote of de kleine boef?

- Is de zaklamp groot, middelgroot of klein?

- Bekijk de andere zaklampen eens en vergelijk. Is dit de grootste? Of de kleinste? Of is ze middelgroot?

- Leg ze eens van klein naar groot. Welke is de kleinste? Welke is de grootste? Welke is de middelgrote?

- Welke horen bij elkaar?

- Welke zaklamp is klein? Welke boef is klein? Horen ze samen?

Laat de kleuters de voorwerpen op de juiste plaats kleven met behulp van de velcro.

Bevraag ook tijdens deze fase zo veel mogelijk. Bouw het proces opnieuw op:

- Welke zocht je?

- Waar heb je die gekleefd?

Op die manier oefen je de begrippen al spelend in en krijgen de kleuters extra kans om de begrippen te benoemen en ze zich eigen te maken.

-
-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 22
WERKKAART 3 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 23
WERKKAART 4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 24

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.