Boektoppers lesmap 2023 - OK - Boer Boris

Page 1

LESMAP Boer Boris

Auteur: Els Van Esbroeck

INTRO

Boer Boris is het allereerste prentenboek in de ongekend populaire en bekroonde reeks van Ted van Lieshout en Philip Hopman.

Welke kleuter wil niet boer Boris zijn? Hij heeft zijn eigen boerderij en kan lekker de hele dag rondrijden op zijn rode tractor. En er is ook veel te zien op de boerderij: ploegen, akkers met vogelverschrikkers erop en natuurlijk heel veel dieren. Want behalve Knol het paard zijn er varkens, koeien, een kalfje, schapen, muizen en kippen. En alles kan worden geteld van 1 tot 10.

Eh, sorry, tot 11!

ONTWIKKELINGSDOELEN

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

De kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar

De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

© 2012 J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV, Haarlem, Boer Boris, tekst: Ted van Lieshout, illustraties: Philip Hopman
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 1

Overzicht lesmap

KRINGACTIVITEIT

LEES- EN INLEEFMOMENT

p. 4

Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

p. 8

ACTIVITEIT 1

RAADSELS: WIE/WAT IS HET?

Op de boerderij is zo veel te zien. Ken je de namen van alle dieren en dingen van Boer Boris nog? Aan de hand van raadsels ga je op zoek en ontdek je het juiste antwoord. Lukt dat al goed? Probeer dan zelf eens een raadsel te bedenken.

ACTIVITEIT 2

WELK DIER VOEL JE?

p. 19

Op de boerderij van Boris wonen veel dieren. Kun jij voelen welk dier in de zak zit?

p. 21

ACTIVITEIT 3

GETALBEELD HERKENNEN, TELLEN EN HET JUISTE AANTAL KLEUREN

Tel jij hoeveel dieren er in de stal of in de weide staan? Herken je het cijferbeeld? Of tel je het aantal stippen?

p. 26

ACTIVITEIT

4 DIERENACROBATIE

Herken jij alle dieren van de boerderij? Ze zitten allemaal door elkaar en zijn zelfs boven op elkaar geklommen om de hoogste torens te maken, net als echte circusartiesten. Maak jij hun voorbeeld na? Je moet wel goed kijken, want ze zijn stiekem in het donker aan het oefenen.

ACTIVITEIT 5 PATRONEN

Op de boerderij is het een drukste van jewelste. Alle dieren lopen door elkaar op het erf. Zie jij het patroon? Vul je aan met het juiste dier?

ACTIVITEIT 6 RIJMSPEL

p. 34

De koeien grazen in de wei en er is ook een kalfje bij. De muizen horen hier niet thuis. Ze sluipen stiekem door het huis. Het prentenboek is in rijmvorm geschreven. Na het lezen zullen de kleuters spontaan de klanken herkennen. Een uitgelezen moment om te rijmen dus. Rijm je mee?

p. 39

ACTIVITEIT 7

DIERENKWARTET VERZAMELEN

Kijk goed naar de boerderijdieren. Tel en vorm een kwartet.

p. 52

ACTIVITEIT 9

VILTEN MET MERINOWOL

Boer Boris breit sokken van schapenwol. Wij gaan ook aan de slag met wol om een kuiken te vilten.

ACTIVITEIT 8

p. 50

AUDITIEVE DISCRIMINATIE: DE B VAN BORIS, BOER EN BOERDERIJ

Zoek jij mee naar woorden die beginnen met B?

31
p.
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 3

KRINGACTIVITEIT

Lees- en inleefmoment

Doel: Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

OD NED 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

BENODIGDHEDEN

- boek: Boer Boris

VOOR HET LEZEN

Bekijk de cover van het boek aandachtig met de kleuters.

(Her)kennen de kleuters letters van de titel? Welke?

Verklank de letters tot twee woorden. Praat langzaam. Wie kan de letters in zijn hoofd weer aan elkaar kleven?

Wat is de titel van het boek?

De volgende vragen kunnen als leidraad dienen om een gesprek aan te knopen.

- Wat zie je?

- Waar zou het boek over gaan?

- Welk dier zie je?

- Waar is boer Boris?

- Wat doet Boris?

- Wat heeft Boris aan?

- Wat heeft Boris aan zijn voeten?

- Heb jij ook laarzen?

- Zullen we het boek lezen en ontdekken wat Boris van plan is?

4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

TIJDENS HET LEZEN

Lees het boek een eerste keer.

PAGINA 1-2

- Wat doet Boris?

- Wat gebruikt hij daarvoor? (tractor)

- Zie je dieren? Welke?

- Hoeveel tractors heeft Boris? (één tractor)

PAGINA 3-4

- Welke dieren zie je hier?

- Waar zijn de dieren? (in de schuur, op het erf, in de stal, op het dak, in het kippenhok)

- Zie je de werkspullen van Boris?

- Welke zie je? (kruiwagen, riek/greep/mestvork/griep)

- Hoeveel schuren heeft Boris? (twee)

- Hoeveel kippen tel je? (vijf)

- Er is ook een papa kip. Weet je de naam van een papa kip? (haan)

- Wat doet de haan? (iedereen wakker maken)

- Hoe doet hij dat? (kraaien) De haan is de wekker van Boris / van de boerderij.

- Heb jij thuis kippen? Heb je een haan?

- Kippen leggen elke dag iets. Iets lekkers wat je kunt opeten. Weet jij wat het is? (ei)

PAGINA 5-6

- Wat zie je hier? (vogelverschrikkers)

- Hoeveel vogelverschrikkers zijn er? Tel je mee? (drie)

- Wat doen de vogelverschrikkers?

- Wat plant Boris?

- Hoe doet hij dat?

- Heb jij al eens iets geplant? Wat?

- Vind je de vogelverschrikkers mooi? Grappig? Eng? (Ze moeten eng zijn om de dieren/vogels weg te jagen.)

PAGINA 7-8

- Boris heeft machines. Hoeveel zijn het er? Tel je mee? (vier)

- Ken je de naam van de machines?

Ze zijn om te zaaien, oogsten, poten en dorsen.

Zaaien: zaad in de grond stoppen. Dat kan met de hand of met de machine.

Oogsten: gewas van het land halen.

Poten: bollen, wortels, zaden ... ondiep in de aarde stoppen om die te laten groeien.

Dorsen: verwijderen van de graankorrel van de rijpe aar.

- Zag jij al eens een boer bezig op zijn land? Wat deed hij?

PAGINA 9-10

- Boris is op zijn akker.

- Hoeveel akkers zijn er? Tel je mee? (vijf)

- Wat groeit er? (wortels/penen, bonen, prei, bieten, aardappels)

- Wat vind jij lekker?

- Zie je de vogelverschrikkers? Hoeveel waren er? Tel je mee? (drie)

- Waarom heeft Boris de vogelverschrikkers daar gezet? Werkt het? Zie je vogels?

- Wat zit er in de kruiwagen van Boris?

- Wat zou Boris maken met de aardappels? (frietjes)

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 5

PAGINA 11-12

- Wie zie je hier?

- Hoeveel varkens zijn er? Tel je mee? (zes)

- Wat doen ze?

- Weet jij hoe een papavarken heet? (beer)

- Hoe heet een mamavarken? (zeug)

- En een babyvarken? (big)

- Welk geluid maakt een varken? Laat eens horen.

Het geluid van een varken heeft een naam: knorren.

- Wat doet Boris? Kun je rijden op varkens?

PAGINA 13-14

- Wie zie je hier? (koe)

- Hoeveel koeien zijn er? Tel je mee? (zeven)

- Er is ook nog een klein dier, een baby. Zie je de baby?

- Weet jij hoe een babykoe heet? (kalf)

- Hoe heet een mamakoe? (koe)

- En een papakoe? (stier)

- Wat zit er in de emmers van Boris? (melk)

- Waar komt die melk vandaan? (uier)

- Boris moet de koeien elke dag twee keer melken.

- Vind jij melk lekker?

- Welk geluid maakt een koe? Laat eens horen.

Het geluid van een koe heeft een naam: loeien.

PAGINA 15-16 - Wie zie je hier? (schaap)

- Hoeveel schapen zijn er? Tel je mee? (acht)

- Weet jij hoe een mamaschaap heet? (ooi)

- Hoe heet een papaschaap? (ram)

- En een babyschaap? (lam)

- Wat doet Boris? (breien)

- Waar komt de wol vandaan?

- Welk geluid maakt een schaap? Laat eens horen.

Het geluid van een schaap heeft een naam: blaten.

PAGINA 17-18

- Wie zie je in het huis? (muis)

- Er zijn veel muizen. Hoeveel zijn het er? Tel je mee? (negen)

- Welk geluid maakt een muis? Laat eens horen.

Het geluid van een muis heeft een naam: piepen.

- Horen de muizen thuis in het huis? (nee)

- Wat doen ze? (Ze sluipen stiekem door het huis.)

- Zie je de kat kijken? Katten vangen soms muizen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 6

PAGINA 19-20

- Wie zie je hier? (kip)

- Hoeveel kippen zijn er? Tel je mee? (tien)

- Ik zie de baby van een kip. Weet jij hoe een babykip heet? (kuiken)

- Hoe heet een mamakip? (hen)

- En een papakip? (haan)

- Wat hebben de kippen gedaan? Hoeveel eitjes liggen er? Tel je mee? (elf)

- Ik zie nog een klein dier. Jij ook? (muis)

PAGINA 21-22

- Wat zie je hier?

- Wie zit er in de auto?

- Wanneer rijdt Boris met de auto?

- Zie je de vlaggen? Welke letter staat erop? (B)

- Wie mag er meerijden met de auto?

- Er zit stiekem nog iemand op de auto. Zie je wie? (muis)

PAGINA 23-24

Deze prent komt uitgebreid aan bod in Activiteit 1: Raadsels: WIE/WAT is het?

NA HET LEZEN

Nadat je het boek gelezen hebt, kun je de kleuters bevragen naar hun ervaringen met boerderijdieren of met een bezoek aan de boerderij. Afhankelijk van de leefomgeving kan dat sterk verschillen. In de stad zullen de ervaringen van kleuters heel anders zijn dan op het platteland.

In kleine groep nodigt het boek uit om dieper in te gaan op de dieren van de boerderij. Er zijn veel mooie pagina’s die ideaal zijn om samen een kijkje te nemen in de wereld van boer Boris. Het boek blijft in de boekenhoek/kring beschikbaar voor de kleuters. Ze kunnen het doornemen wanneer ze willen. Zet het boek zo aantrekkelijk mogelijk in je kring. Geef het een prominente plek zodat ze er snel naar kunnen grijpen.

Dit prentenboek nodigt uit om in te gaan op de specifieke leervoorwaarden. We koppelen aan dit boek een aantal werkkaarten waar taal (rijmen, auditieve discriminatie en analyse) en wiskundige activiteiten (tellen, deel-geheelrelatie, getalbeeld en patronen) centraal staan.

De bedoeling is dat je altijd vertrekt vanuit een spelvorm waar de kleuters in 3D ervaringen opdoen. Pas daarna bied je de werkkaart op 2D-niveau aan. Op die manier kun je aftoetsen of de kleuters de leervoorwaarden echt verinnerlijkt hebben. We voorzien gradatie zodat je zelf kunt kiezen welke werkkaarten je aanbiedt, afhankelijk van het niveau van je klasgroep of van de individuele kleuter.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 7

ACTIVITEIT 1

Raadsels: WIE/WAT is het?

Doel: Op de boerderij is zo veel te zien. Ken je de namen van alle dieren en dingen van boer Boris nog? Aan de hand van raadsels ga je op zoek en ontdek je het juiste antwoord. Lukt dat al goed? Probeer dan zelf eens een raadsel te bedenken.

OD NED 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

OD NED 1.6 De kleuters kunnen de bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap.

OD NED 2.10 De kleuters kunnen zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit eigen verbeelding/beleving hierop inspelen.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

Zelf raadsels verzinnen:

OD NED 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.

Wie ben ik?

OD NED 2.8 De kleuters kunnen zelf vragen stellen aan anderen die de door hen gewenste informatie leveren.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 1

- werkkaart 2

- werkkaart 3

- werkkaart 4

- werkkaart 5

WERKWIJZE

Print werkkaart 1, 2, 3 en 4 op A3-formaat en lamineer ze. Print werkkaart 5 één keer. Knip de ronde kaartjes uit, lamineer ze en verknip opnieuw.

STAP 1: - Geef elke kleuter één werkkaart (1, 2, 3 of 4).

- Neem een rond kaartje van werkkaart 5 en vertel het raadsel dat erbij hoort.

- De kleuters kijken op hun werkkaart en gaan op zoek naar het juiste antwoord.

- Wie heeft het antwoord? Die kleuter legt het ronde kaartje op de juiste plaats op zijn werkkaart

8 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: - Een kleuter neemt jouw rol over en maakt zelf raadsels voor de andere kleuters.

- De andere kleuters kijken op hun werkkaart en gaan op zoek naar het juiste antwoord.

- Wie heeft het antwoord? Die kleuter legt het ronde kaartje op de juiste plaats op zijn werkkaart

TIP: Neem voldoende tijd voor stap 1. Zodra de kleuters vertrouwd zijn met het spel en de raadsels, wordt het gemakkelijker om zelf raadsels te verzinnen. Als de kleuters niet over voldoende taal beschikken om zinnen te vormen of raadsels te verzinnen, kunnen ze de dieren ook uitbeelden, geluiden maken

TIP: Dit spel kun je ook in je kring spelen als je nog even tijd hebt. Geef de raadsels en laat de kleuters raden. Wie heeft het juist? Toon na een aantal pogingen van de kleuters het kaartje met het juiste antwoord.

RAADSELS

Ik kakel. (Maak het geluid.)

Ik leg eieren.

Ik heb een kam op mijn hoofd.

Mijn kind is een kuiken.

IK BEN … een kip.

Ik kraai. (Maak het geluid.)

Ik leg geen eieren.

Ik heb een heel mooie verenjas.

Ik heb een grote rode kam.

IK BEN … een haan.

Ik loei. (Maak het geluid.)

Ik heb een uier.

Uit die uier komt melk.

Ik eet graag gras.

Ik heb vlekken.

Mijn kind is een kalf.

IK BEN … een koe.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 9

Ik blaat. (Maak het geluid.)

Ik heb een zachte vacht van wol.

Mijn kind is een lam.

IK BEN … een schaap.

Ik knor. (Maak het geluid.)

Ik hou van modder.

Ik heb een krulstaart.

Ik ben helemaal roze.

Mijn kind is een big.

IK BEN … een varken.

Ik miauw. (Maak het geluid.)

Ik heb een zachte vacht.

Ik vang graag muizen.

Mijn kind is een kitten.

IK BEN … een poes.

Ik kwaak. (Maak het geluid.)

Ik kan zwemmen.

Ik heb zwemvliezen tussen mijn tenen.

Ik heb een donsjas.

Mijn kind is een piel.

IK BEN … een eend.

Boer Boris zet mij op het land om dieren weg te jagen.

Ik zie er een beetje eng uit. Dat is de bedoeling.

IK BEN … een vogelverschrikker.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 10

Ik ben een voertuig.

Ik heb vier wielen.

Twee wielen zijn enorm groot.

Ik kan door de modder rijden.

Ik rij heel traag, maar ben wel heel sterk.

IK BEN … een tractor.

Ik hinnik. (Maak het geluid.)

Ik kan snel rennen.

Ik heb lange haren/manen op mijn hoofd.

Mijn kind is een veulen.

IK BEN ... een paard.

Je kunt mij opeten.

Ik ben lekker en gezond.

Ik heb een oranje kleur.

Er zit ook een beetje groen loof aan mij. Konijnen vinden mij heerlijk.

IK BEN … een wortel.

Ik ben een voertuig.

Op zondag rijdt Boris met mij.

Ik heb vier wielen.

Ik ben geen landbouwvoertuig.

IK BEN … de auto van Boris.

Als je veel werk hebt, kun je mij gebruiken.

Je kunt spullen in mij leggen.

Ik heb één wiel.

Ik heb twee handvaten.

Je moet me een beetje optillen aan een kant. Dan kan ik rijden.

Ik kan alle kleuren hebben.

IK BEN … een kruiwagen.

Ik ben gereedschap.

Je kunt mij gebruiken om hooi en stro uit elkaar te schudden.

Ik heb drie, soms vier tanden, maar geen echte tanden natuurlijk.

Je kunt mij ook gebruiken om planten uit de grond te halen en ergens anders te zetten.

IK BEN … een riek.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 11

Ik ben gereedschap.

Je kunt me gebruiken om een put te maken.

Ik ben gemaakt van metaal en hout.

IK BEN … een spade.

Ik ben een voertuig.

Ik kan heel goed werken.

Boris heeft me nodig wanneer de gewassen geoogst moeten worden.

IK BEN … een oogstmachine.

TIP: Voor taalsterke kleuters

Je kunt de kleuters ook allemaal werkkaart 5 geven. Alle kleuters gaan gelijktijdig op zoek naar het antwoord van het raadsel. De kleuter die het snelst is, krijgt het kaartje en legt het op zijn werkkaart

TIP: Voor wiskundig sterke kleuters

Ga op zoek naar het aantal dieren op de prent.

Het aantal dieren in het prentenboek komt overeen met het aantal dieren op werkkaart 1

Neem het prentenboek erbij.

- Hoeveel varkens telde boer Boris op de boerderij?

- Hoeveel tel je er op je kaart?

- Zijn het er evenveel?

Doe dat met alle dieren. Voor de muizen moet je erg goed kijken en zoeken: ze zijn er alle negen.

Je kunt één kleuter laten tellen op werkkaart 1 terwijl een andere kleuter het dier opzoekt in het prentenboek en daar telt. Samen controleren ze of ze allebei hetzelfde getal hebben.

Ja? Goed zo. Nee? Zoek samen en tel na.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 12

VARIATIES

DRAMA IN DE TURNZAAL

Gebruik werkkaart 5 als start van een inleef- of drama-activiteit. Gebruik enkel de kaartjes waar een dier op staat.

De kleuters trekken een ronde kaart en leven zich in. Ze beelden het dier uit.

Kunnen de andere kleuters zien wie je bent?

Help de kleuters: als ze een koe zijn, kun je doen alsof je hen melkt. Vraag om een geluid te maken.

Kun je een ei leggen? Raap het ei op en benoem: Je hebt vandaag al een ei gelegd.

Ben je een varken dat in de modder rolt? Of een haan die heel luid kraait?

Hoe vaker je het spel speelt, hoe meer ideeën de kleuters krijgen. Uiteindelijk zullen ze dan zelfstandig kunnen uitbeelden.

WIE BEN IK?

Gebruik alle ronde kaartjes van werkkaart 5.

Laat een kleuter een rond kaartje trekken.

Toon dat aan de andere kleuters.

De kleuter die het kaartje getrokken heeft, mag het niet zien, maar stelt vragen aan de klasgroep:

- Ben ik een dier?

- Ben ik een voertuig?

- Welke kleur heb ik?

- Ben ik groot?

- Ben ik klein?

- Rol ik graag in de modder?

- Kan ik een ei leggen?

- Heb ik een krulstaart?

Als de kleuters dat spel vaak spelen, zullen ze gemakkelijker zelf raadsels kunnen vormen en het spel zelf in handen nemen. Uiteindelijk kunnen ze het dan zelfstandig spelen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 13
WERKKAART 1 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 14
WERKKAART 2 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 15
WERKKAART 3 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 16
WERKKAART 4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 17
WERKKAART 5 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 18

ACTIVITEIT 2

Voelspel: Welk dier voel je?

Doel: Op de boerderij van Boris wonen veel dieren. Kun jij voelen welk dier in de zak zit?

OD LO 1.29 De kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.

OD NED 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.

OD NED 2.7 De kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met commentaar reageren.

BENODIGDHEDEN

- speelgoedboerderijdieren: kip, konijn, poes, eend, muis, schaap, koe …

zak

- foto van de speelgoeddieren die je in de zak stopt

WERKWIJZE

STAP 1: Ga met een kleine groep rond de tafel zitten. Bekijk de speelgoeddieren stuk voor stuk. Laat de kleuters voelen.

Stel gericht vragen:

- Wat voel je?

- Voel je oren? Zijn het lange oren? Korte oren?

- Voel je de staart? Is het een lange staart? Een pompon?

- Voel je een uier? Welk dier heeft een uier?

- Voel je een kam? Welk dier heeft een kam?

- Is het een groot dier? Een klein dier?

-

Welk dier is het? Benoem. Kun je het dier aanwijzen? (op de foto van de dieren) Kijk samen met de kleuters. Is het hetzelfde dier?

-
19 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: Verzamel enkele kleuters rond de tafel.

De kleuters sluiten hun ogen.

Eén kleuter mag een dier in de zak stoppen zonder dat de andere kleuters het zien.

Een andere kleuter mag nu voelen.

Stel gericht vragen (zie stap 1).

Terwijl je de vragen stelt, bekijk je samen de foto van de dieren.

Je kunt samen dieren elimineren door vragen te stellen, bijvoorbeeld:

Jij zegt dat het een dier is met korte oren. Kan het een konijn zijn? Kijk eens naar de oren van het konijn.

TIP: Als je de foto lamineert, kun je met een whiteboardstift de dieren wegstrepen die het niet zijn.

TIP: Om het spel iets makkelijker te maken, haal je een aantal dieren uit de zak en leg je die op de foto. De kleuters hebben dan de keuze uit bijvoorbeeld twee dieren. Zo kun je het spel rustig opbouwen.

TIP: Bij dit spel draait alles om de opbouw. Het is vooral belangrijk dat je over de dieren praat en ze bekijkt en bevoelt wanneer ze nog niet in de zak zitten. Als je dat goed doet en er voldoende tijd voor neemt, kunnen de kleuters de dieren herkennen zonder dat ze ze zien.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 20

ACTIVITEIT 3

Getalbeeld herkennen, tellen en het juiste aantal kleuren

Doel: Tel jij hoeveel dieren er in de stal of in de weide staan? Herken je het cijferbeeld? Of tel je het aantal stippen?

OD WIS 1.2 De kleuters kunnen met aanwijzing vijf dingen correct (simultaan) tellen en daarna zeggen hoeveel dingen er geteld zijn (resultatief).

OD WIS 1.1 De kleuters kunnen handelend en verwoordend de ene concrete hoeveelheid dingen vergelijken met een andere hoeveelheid dingen. Bij het verwoorden gebruiken zij daarbij de passende hoeveelheidsbegrippen. (evenveel / niet evenveel dingen, veel/weinig dingen, te veel / te weinig dingen, dingen over / dingen te kort, meer/minder dingen, meest/minst dingen).

OD WIS 1.4 De kleuters kunnen in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren met betrekking tot aantal en hoeveelheid. Zij kunnen deze handelingen verwoorden door de gepaste begrippen te hanteren (evenveel maken, bijdoen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen, verdelen).

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 6

werkkaart 7

- dobbelsteen met getalbeeld

- speelgoedboerderijdieren: kip, konijn, poes, eend, muis, schaap, koe …

schoendoos of stal

- hekken voor de weide

WERKWIJZE

- Print werkkaart 6, verknip ze tot zes kaartjes en lamineer ze.

- Print werkkaart 7 per kleuter.

STAP 1: Verzamel enkele kleuters rond de tafel.

Zet de schoendoos of stal in het midden van de tafel en leg de boerderijdieren erbij. Laat een kleuter rollen met de dobbelsteen.

Welk getalbeeld zie je? Tel samen.

De kleuter neemt het juiste aantal dieren en zet die in de stal of doos.

Tel samen terwijl de kleuter dat doet.

Laat de dobbelsteen liggen zodat je samen kunt controleren. De dobbelsteen toonde ons vijf. Ik tel 1, 2, 3, 4, 5 dieren in de stal.

-
-
21 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Tel nu samen:

- Hoeveel dieren zijn er in de stal?

- Hoeveel dieren staan er nog in de weide?

- Zijn het er meer?

- Zijn het er minder?

- Hoeveel meer?

- Hoeveel minder?

- Staan er meer dieren in de wei of meer dieren in de stal?

- Waar zijn de meeste/minste dieren?

Zet alle dieren nu opnieuw in de weide. Laat iemand anders dobbelen en speel verder totdat iedereen aan de beurt is geweest.

STAP 2: Leg de kaartjes van werkkaart 6 op een stapel. Herneem het spel: laat de kleuters een kaartje nemen, de stippen tellen en het juiste aantal dieren in de stal zetten. Neem je tijd om tijdens het spel aandacht te geven aan de cijfers die bij de getalbeelden staan.

TIP: Met erg sterke kleuters kun je dit spel ook spelen met enkel de cijferbeelden uit de eerste kolom van werkkaart 6 Hebben de kleuters nood aan extra uitdaging? Print dan de cijfer- en getalbeelden twee keer en combineer twee kaartjes. Welke kleuter lukt het om beide kaartjes op te tellen?

VARIATIE

Je kunt er ook voor kiezen om elke kleuter zijn eigen weide te laten maken met hekjes. Tijdens het spel verzamelen de kleuters dieren in hun weide. Wie heeft aan het einde van het spel de meeste dieren?

STAP 3: Hebben de kleuters het spel onder de knie? Dan kun je werkkaart 7 aanbieden. Elke kleuter krijgt een exemplaar. Bekijk zelf wanneer de kleuters daar klaar voor zijn: bij sommige zal dat al na één keer spelen zijn, terwijl andere kleuters het spel het best eerst een aantal keer spelen.

Sommige kleuters zal het lukken om zonder ondersteuning werkkaart 7 te maken. Voor andere kleuters zal jouw ondersteuning (met of zonder materiaal) nodig zijn. Probeer zo veel mogelijk te benoemen en taal te geven aan de kleuters.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 22

Tel samen hoeveel stippen getekend staan. Tijdens dat proces bied je wiskundige taal aan de kleuters:

- Tel maar.

- 1, 2, 3, 4, 5, 6.

- We tellen er zes.

- Kleur nu zes kippen.

- 1, 2, 3, 4, 5, 6.

Laat de kleuters de dieren vervolgens inkleuren. Ondersteun ook dat proces met zo veel mogelijk taal:

- Hoeveel kleurde je er al?

- Hoeveel moet je er nog kleuren?

- Tel eens.

Vergelijk en stuur bij indien nodig.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 23
1
6 WERKKAART 6 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 24
2 3 4 5
NAAM: 1 2 3 4 5 6 WERKKAART 7 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 25

ACTIVITEIT 4

Dierenacrobatie

Doel: Herken jij alle dieren van de boerderij? Ze zitten allemaal door elkaar en zijn zelfs boven op elkaar geklommen om de hoogste torens te maken, net als echte circusartiesten. Maak jij hun voorbeeld na? Je moet goed kijken, want ze zijn stiekem in het donker aan het oefenen.

OD WIS 2.2 De kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.

OD WIS 3.1 De kleuters kunnen handelend, in concrete situaties de begrippen ‘in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag’ in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met ‘richtingen’ als symbolen hanteren.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 8

- werkkaart 9

WERKWIJZE

- Print werkkaart 8 een zestal keer. Knip de figuren uit en lamineer ze.

- Print werkkaart 9. Verknip ze tot opdrachtkaarten en lamineer ze.

De kleuters kiezen een opdrachtkaart (werkkaart 9) die ze willen namaken. Leg de dieren die ze daarvoor nodig hebben (werkkaart 8) in het midden van de tafel. De kleuters maken de opdrachtkaart na.

Bied de kleuters tijdens het spelen op een spontane manier zo veel mogelijk (wiskundige) taal:

-

Welk dier staat helemaal onderaan?

- Welk dier staat bovenaan?

- Welk dier staat in het midden?

Welk dier komt na de …?

- Welk dier is het tweede?

- Welk dier is het derde?

- Welk dier is het laatste in de rij?

- Hoeveel dieren heb je nodig? Tel eens.

- Van welk dier heb je de meeste nodig?

- Van welk dier heb je de minste nodig?

- Zoek je een klein dier?

VARIATIE

- Zoek je een groot dier?

- Wat is het grootste dier?

- Wat is het kleinste dier?

- Staan de dieren op elkaar?

- Staan de dieren naast elkaar?

- Welk dier staat in het midden?

- Wat is het eerste dier dat je nodig hebt?

- Wat is het laatste dier dat je nodig hebt?

- Zoek nu het tweede dier.

- In de eerste fase zijn de dieren op de opdrachtkaarten even groot als de dierenfiches. De kleuters kunnen dan het juiste dier op de opdrachtkaart leggen, zoals bij een puzzel. Ze zien exact welk dier ze moeten zoeken en focussen zo minder op het ruimtelijk inzicht.

- In een volgende fase leggen de kleuters het dierenpatroon naast de opdrachtkaart. Voorzie opdrachtkaarten die kleiner zijn dan de dierenfiches. Je kunt daarvoor werkkaart 8 verkleind printen.

-
-
26 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN
WERKKAART 8 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 27
WERKKAART 9 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 28
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 29
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 30

ACTIVITEIT 5

Patronen

Doel: Op de boerderij is het een drukste van jewelste. Alle dieren lopen door elkaar op het erf. Zie jij het patroon? Vul jij aan met het juiste dier?

OD WIS 3.4 De kleuters kunnen vanuit een patroon een rij of een reeks dingen verder zetten. In het patroon kunnen aantallen (beperkt tot vijf) en/of kwalitatieve kenmerken (beperkt tot twee gemeenschappelijke) voorkomen.

OD NED 4.3 De kleuters kunnen onvolledige eenvoudige beelden aanvullen.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 8 (uit Activiteit 4: Dierenacrobatie)

- werkkaart 10

WERKWIJZE

Print werkkaart 10. Verknip ze tot opdrachtkaarten en lamineer ze.

Ga met een kleine groep kleuters aan tafel zitten. Leg de kaartjes met dieren (werkkaart 8) in het midden van de tafel.

Benoem:

- Ik leg een koe, kip, koe, kip, koe. Welk dier moet er nu komen?

- Ik leg een hond, poes, hond, poes. Welk dier moet er nu komen?

- Ik leg een paard, paard, koe, koe, paard. Welk dier moet er nu komen?

Gebruik de opdrachtkaarten (werkkaart 10) of bedenk zelf nieuwe patronen.

Als je hardop en ritmisch benoemt en de kleuters dat ook laat doen, zullen ze het begrip ‘patroon’ beter begrijpen en het ook kunnen toepassen.

Vraag de kleuters om mee te kijken. Welk kaartje past er in de rij?

Leg eerst zelf verschillende patronen en laat de kleuters daarna patronen leggen die aangevuld moeten worden.

Als kleuters een suggestie geven die niet juist is, leg je die toch zodat ze het patroon kunnen zien (visueel) maar het ook kunnen horen (auditief) en zichzelf kunnen bijsturen. Als ze het patroon visueel en auditief waarnemen, kunnen ze zelf een andere suggestie geven en zullen ze er sneller inzicht in krijgen.

-
31 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN
WERKKAART 10 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 32
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 33

ACTIVITEIT 6 Rijmspel

Doel: De koeien grazen in de wei en er is ook een kalfje bij. De muizen horen hier niet thuis. Ze sluipen stiekem door het huis. Het prentenboek is in rijmvorm geschreven. Na het lezen zullen de kleuters spontaan de klanken herkennen. Een uitgelezen moment om te rijmen dus. Rijm je mee?

OD NED 5.5 De kleuters stellen zich vragen bij en reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties:

- discrimineren van klanken, woorden;

- ritmische aspecten van taal, rijmen;

- intonatie en mimiek in relatie tot gevoelens, boodschap.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 11

- werkkaart 12 - werkkaart 13

WERKWIJZE

- Print werkkaart 11, verknip ze tot vier lottokaarten en lamineer ze.

- Print werkkaart 12, verknip ze tot twintig kaartjes en lamineer ze.

- Print werkkaart 13 per kleuter.

STAP 1: Je speelt dit spel met vier kleuters. Iedere kleuter krijgt een lottokaart (werkkaart 11). Spreid de losse kaartjes (werkkaart 12) uit op tafel. Bekijk samen met de kleuters alle afbeeldingen op de kaartjes en de lottokaarten.

Neem je tijd om samen de kaarten te benoemen. Het is belangrijk dat de kleuters het juiste woord koppelen aan elke afbeelding. Dat is noodzakelijk om de juiste rijmwoorden te vinden.

Dit zijn de woorden die aan bod komen:

- op de lottokaarten: lam, kip, boerderij, poes, radijs, ton, boom, koe, schaap, stal, hooi, muis, haan, haas, gras, paard, hond, boer, kalf en pet.

- op de kaartjes: kam, wip, wei, bloes, ijs, ballon, stroom, moe, aap, bal, kooi, huis, banaan, kaas, jas, staart, mond, roer, zalf en bed.

STAP 2: Als je alle afbeeldingen besproken hebt, zoek je welke bij elkaar horen. Ook tijdens deze fase benoem je de kaartjes en laat je de kleuters goed meedenken.

- Klinkt het hetzelfde?

- Horen ze samen?

34 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Dit zijn de oplossingen:

Lottokaart 1 Lottokaart 2 Lottokaart 3 Lottokaart 4

lam kam ton ballon hooi kooi paard staart kip wip boom stroom muis huis hond mond boerderij wei koe moe haan banaan boer roer poes bloes schaap aap haas kaas kalf zalf radijs ijs stal bal gras jas pet bed

STAP 3: Maak een stapel met de losse kaartjes. Neem een kaartje en toon het aan de kleuters. Wat staat erop?

Laat de kleuters benoemen. Let op dat ze juist benoemen. In dit spel gebruiken we zowel de term LAM als SCHAAP. Benoem duidelijk alle afbeeldingen: we zeggen KAM (en geen borstel), MOND (en geen lippen)

- Wie heeft er op zijn kaart een tekening die rijmt op KAM?

De kleuters bekijken hun lottokaart. Stimuleer ze om in stilte de woorden in hun hoofd te matchen met het kaartje. Wanneer een kleuter vermoedt dat zijn lottokaart bij het kaartje past, plaats je de twee afbeeldingen naast elkaar en benoem je.

Geef taal:

- Denk jij dat KAM en PET bij elkaar horen?

- Hoor je dezelfde klank?

- Klinken de woorden hetzelfde?

- Horen ze samen, volgens jou?

- Denk jij dat KAM en LAM bij elkaar horen?

Neem voldoende tijd voor dat proces. Laat de kleuters elkaar helpen. Het spel is afgelopen als alle lottokaarten gevuld zijn.

STAP 4: Als de kleuters vertrouwd zijn met het rijmen en vaak al spelend geoefend hebben, kun je aftoetsen of ze het rijmen onder de knie hebben.

Bied daarvoor werkkaart 13 aan. De kleuters krijgen zes basiswoorden en gaan op zoek naar wat er rijmt op het woord. Daarvoor kunnen ze telkens kiezen uit drie afbeeldingen. Het juiste antwoord mogen ze omcirkelen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 35
WERKKAART 11
Lottokaart 1 Lottokaart 2 Lottokaart 3
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 36
Lottokaart 4
WERKKAART 12 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 37
WERKKAART 13 KIP
HOND PAARD MUIS OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 38
SCHAAP

ACTIVITEIT 7

Dierenkwartet verzamelen

Doel: Kijk goed naar de boerderijdieren. Tel en vorm een kwartet.

OD WIS 1.1 De kleuters kunnen handelend en verwoordend de ene concrete hoeveelheid dingen vergelijken met een andere hoeveelheid dingen. Bij het verwoorden gebruiken zij daarbij de passende hoeveelheidsbegrippen. (evenveel / niet evenveel dingen, veel/weinig dingen, te veel / te weinig dingen, dingen over / dingen te kort, meer/minder dingen, meest/minst dingen).

OD WIS 1.4 De kleuters kunnen in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren met betrekking tot aantal en hoeveelheid. Zij kunnen deze handelingen verwoorden door de gepaste begrippen te hanteren (evenveel maken, bijdoen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen, verdelen).

OD WIS 1.2 De kleuters kunnen met aanwijzing vijf dingen correct (simultaan) tellen en daarna zeggen hoeveel dingen er geteld zijn (resultatief).

BENODIGDHEDEN

werkkaart 14

WERKWIJZE

Print werkkaart 14, verknip ze tot kwartetkaarten en lamineer ze.

STAP 1: Bepaal eerst met hoeveel dierenfamilies (kwartetten) je speelt. Je hoeft niet alle kwartetten aan het spel toe te voegen. Bouw rustig op totdat de kleuters het spel beet hebben.

- Verken samen alle kaarten en afbeeldingen.

- Bespreek: - Welk dier zie je?

- Hoeveel dieren staan erop?

- Herken je een cijfer?

- Welk cijfer zie je?

- Hoeveel verschillende dieren zijn er?

- Laat de kleuters de kaarten verzamelen en sorteren: - Per familie: alle dieren van dezelfde soort bij elkaar.

- Per aantal: alle kaarten waar één dier op staat, alle kaarten waar twee dieren op staan

STAP 2: - Schud de kaarten.

- Laat een kleuter de kaarten een voor een uitdelen.

- De kleuters bekijken rustig hun kaarten.

- Heeft iemand al een familie? Leg ze open op tafel.

Tel: Vier kaarten: 1, 2, 3, 4. Kwartet.

- Om de beurt vragen de kleuters elkaar om een kaart. Heeft diegene aan wie je de kaart vroeg de kaart niet? Dan is je beurt voorbij en mag de volgende.

- Heeft diegene aan wie je de kaart vroeg die in zijn bezit? Dan geeft hij ze af.

- Wie verzamelt de meeste families/kwartetten?

-
-
-
39 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Tijdens het spel help je de kleuters op weg door samen de kaarten te bekijken en vragen te stellen:

- Welke kaart heb je nodig?

- Aan wie ga je die kaart vragen? Zodra de kleuters het spel doorhebben, kunnen ze verder alleen spelen. Maar daarvoor moeten ze eerst de bedoeling van het spel begrijpen.

STAP 3: Na het spel bespreek je het resultaat:

- Hoeveel families heb je verzameld?

- Hoeveel heb je er in totaal?

- Hoeveel kaarten heb je? Tel eens.

Dit spel nodigt uit om dieper in te gaan op de verschillende namen van dieren. Mama, papa en kind hebben bij de dierenfamilies een andere naam:

- koe: koe – stier – kalf

- schaap: ooi – ram – lam

- varken: zeug – beer – big

- kip: kip – haan – kuiken

- paard: merrie – hengst – veulen

- hond: teef – reu – pup

- poes: kattin – kater – kitten

- konijn: voedster – rammelaar – lamprei

- eend: eend – woerd – piel

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 40
WERKKAART 14 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 41
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 42
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 43
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 44
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 45
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 46
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 47
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 48
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 49

ACTIVITEIT 8

Auditieve discriminatie: de B van Boris, boer en boerderij

Doel: Zoek jij mee naar woorden die beginnen met B?

OD NED 5.5 De kleuters stellen zich vragen bij en reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties:

- discrimineren van klanken, woorden;

- ritmische aspecten van taal, rijmen;

- intonatie en mimiek in relatie tot gevoelens, boodschap.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 15

- materiaal dat de kleuters zelf verzamelen in de klas

WERKWIJZE

STAP 1: Bespreek samen met de kleuters: Welke woorden beginnen met de B van Boris? ‘Beginnen’ betekent dat je ze vooraan in het woord hoort.

Laat de kleuters op zoek gaan naar dingen in de klas die beginnen met de B. Denk aan: beer, boek, bal, blik, blauw potlood, bruin potlood, banaan Laat de kleuters het materiaal verzamelen en leg alles in de kring.

Overloop een voor een de spullen die de kleuters bij elkaar brachten. Benoem. Laat de beginklank goed horen. Ook wanneer de kleuters iets meebrachten dat niet met de B begint, bespreek je het. Ik zie hier een pop. P-P-P-Pop. Hoor je de B? Laat ze zelf benoemen en bijsturen.

Neem daar ruim de tijd voor. Dat auditieve proces vraagt veel tijd en rijping voor kleuters.

STAP 2: Nadat je met materiaal aan de slag ging, kun je de kleuters ook zelf woorden laten benoemen. Als ze dat onder de knie hebben, bied je werkkaart 15 aan.

Daarop duiden de kleuters enkel de woorden aan die beginnen met de letter B.

50 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN
WERKKAART 15 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 51

ACTIVITEIT 9

Vilten met merinowol

Doel: Boer Boris breit sokken van schapenwol. Wij gaan ook aan de slag met wol en vilten een kuiken.

OD LO 1.29 De kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.

OD MUVO 1.2 De kleuters kunnen materiaalgevoeligheid ontwikkelen door exploreren en experimenteren.

OD MUVO 1.4 De kleuters kunnen verschillende beeldende, technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen.

BENODIGDHEDEN

- merinowol of viltwol - warm water in een kom

- zeep of zeepvlokken

- lijm - noppenfolie

- stukje vilt voor de snavel - parels voor de ogen

- naald en draad (of lijm)

WERKWIJZE

STAP 1: Neem voldoende tijd om de wol te voelen, te ruiken, te bekijken … Laat alle zintuigen aan bod komen.

Boer Boris maakt sokken van de schapenwol. Het is belangrijk dat de kleuters weten waar wol vandaan komt. Je kunt samen een film bekijken over het proces van scheren tot spinnen. Op Schooltv zijn er een aantal te vinden. Maak daar zelf een keuze in.

Bij aanvang van deze activiteit kun je ook de andere dieren van de boerderij bespreken. Waarom zijn die dieren zo belangrijk voor ons? Wat geven ze ons? (eieren van de kip, melk van de koe, leder van de koe …)

Dit is ook een goed moment om alternatieven te bespreken met de kleuters. Zo drinkt niet iedereen melk van de koe. Sommige mensen kiezen er bewust voor om enkel plantaardig te eten of te leven. Dat kun je nu benoemen en plaatsen.

52 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: Leg een stuk noppenfolie op de tafel. Zet de kom met warm water klaar. Los wat zeepvlokken op in het water en leg het stuk zeep ernaast.

Rol een stukje merinowol strak op. Rol nieuwe lokken op tot je een klein bolletje hebt. Rol stevig. Maak het bolletje nat door het kort in warm water te dompelen.

LET OP: - Merinowol trek je zachtjes los van de lont. Als je heel hard trekt, komt de wol niet los.

- Zorg dat de wol niet nat wordt voor ze is opgerold tot een bolletje. Neem nooit wol met natte handen.

Vanaf de volgende stap is het de beurt aan de kleuters.

STAP 3: - Laat de kleuters hun handen nat maken door ze in het warme water te dompelen.

- Daarna nemen ze het stuk zeep en draaien ze het een paar keer in hun handen. Ze zepen hun handen dus in.

- Geef elke kleuter een bolletje merinowol. Laat ze het zachtjes in hun handen rollen.

De zeep, het warme water en de wrijving zullen ervoor zorgen dat de wol vervilt en in elkaar ‘vilt’. Als dat proces bezig is, kunnen de kleuters iets harder rollen en iets meer druk zetten. Ze mogen ook met hun bolletje rollen op de noppenfolie.

Als de wolvezels voldoende in elkaar gerold zijn, leggen ze het bolletje opzij om het te laten drogen.

- Laat drogen. Dat proces kun je versnellen door het bolletje goed uit te knijpen in een handdoek. Het overtollige water kun je zo afvoeren en het wollen bolletje zal sneller drogen.

- Als het bolletje volledig droog is, kun je de ogen en snavel eraan naaien. Je kunt de ogen en snavel ook vastlijmen, maar dat geeft een minder mooi resultaat.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 53

NOG MEER INSPIRATIE

- Als start van dit thema is een uitstap naar de (kinder)boerderij een absolute aanrader. Zo kunnen de kleuters zich volledig inleven in het leven op de boerderij. Laat de kleuters laarzen meebrengen als je op uitstap gaat.

Wie heeft de grootste laarzen? Wie de kleinste?

- Zet ze eens van groot naar klein en van klein naar groot.

- Groepeer ze: alle gestreepte laarzen bij elkaar, alle effen laarzen bij elkaar, van donkere naar lichte kleuren …

- Voorzie in de klas zo veel mogelijk materiaal zodat de kleuters het verhaal en hun bezoek aan de boerderij kunnen naspelen. Denk bijvoorbeeld aan:

- kruiwagens

- laarzen - overalls

- knuffels van boerderijdieren

dozen om stallen of een kippenhok te maken

- speelgoedboerderij, tractors en dieren

- speelgoedtractor om mee rond te rijden

- manden om eieren te rapen

- speelgoedeieren

echt stro of repels krantenpapier

- sjaals of zakdoeken met stippen

- spade

- paletten met kunstgras: De kleuters kunnen dan doen alsof ze groenten planten tussen de houten randen van een palet.

-
-
-
54 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.