LEERJAAR 4 Werkschrift
Coördinator: Stefaan Casier
Auteurs: Marieke Saelens en Tine Geenen
Uitvinder voor één dag
• Voornaam:
• Naam:
• Leeftijd:
• Adres:
• Duid de beste uitvinding aan. Kies uit:
het ijshoorntje
de regenjas de stofzuiger
de autoband
jouw pasfoto.
1b Bedenk telkens een oplossing. Maak een zin met twee voorwerpen uit de lijst. Geef je uitvinding een leuke naam.
Situatie 1: Je wordt niet wakker van je wekker.
Situatie 2: Je boekentas weegt te zwaar.
Naam:
Naam:
Situatie 3: Je wilt weten wat je juf op zondag doet.
Situatie 4: Je wilt je sporen in het zand wissen.
Naam:
Naam:
4 BLOK 1 Les 1 Inleiding 1a Vul in.
het
kπŒ¡Ï® - sÇæ†ê @oæ÷∆ - r{êtÏ® - touÔ - d挋 ® - a…s†æ~dsß Òd{ê~î ~fl - Ìæ€€Œı≠asÏ~ij‡êô - tæ~d»{êà - È~ê®s - rŒ@Œ†a®$ - s†Œç - l‰° - Ìoªt@ijàf{êts†‰ †êô - >ªû… - πa ‡ê®c¬i° - ≠{êà - e¬as†{êÇ - €cÌææ… - ∆‰ç -  §ê °
toiletpapier
Teken
2 Over deze uitvindingen leer je dit jaar. Welke ken je al en welke nog niet? Schrijf ze over in de juiste kolom.
3 Zoek op het internet wie deze uitvindingen deed. Schrijf de naam op.
de ∂® lœpf{êts, ∂® πî ~gπŒ~fl∂êû…, ©ê™ ∑^uπꮀŒ~i€cÌ >„{êgtªifl, ∂® kû÷œê£t ®ê¡œêô, ∂® Ìaß ƒ∂÷æægÂæÇ, ©ê™ ţ êÂæ ¡Í®, cæ€ÂŒ‹®, ∂® Ìo†ê®s†icç, ©ê™ s¬ææπÂæ ¡πæÈÍ®, ∂® tæ~∂ê ~@Œr€†êà, æπππêcŒµ°u†ê÷ s, ∂® g®‰£†ê◊Ò r∂浇 êô, ∂® >{ê®Èæ~†® ≠æ†ê®ºê¬‰£, ∂® >„{êfiê ~∂® f{êts, ∂® Œpæûî µ®Œ@Œ†, ∂® mŒrseco∂®, ∂® €axŒfœ£, ∂® rûi†ê~»issê®@åià, ©ê™ È~uƒƒê¬ÈusÒe‹, ∂® €cÌœlcŒ~tæi‹êô
5 Inleiding Les 1 BLOK 1 Ken ik al Ken ik nog niet
Welk woord schreef jij als de beste? Teken er een naast. gloeilamp: het internet:
1 Hoe werkt een kurkentrekker? Schrijf de zinnen bij de juiste pijlen.
6 BLOK 1 Les 2 Ik herhaal b, f, h, k en l
Pπææts ∂® €cÌê®π® pû ~™ Œ∏ ∂® kû÷ ç. D‚ÆÆï ÌŒ◊Ò~ææ‹ zodæ™ ∂® spi®ææ} µê™ ∂® €cÌê®π® pû ~™ î ‹ ∂® kû÷ ç gææ™. D^uÔ ∂® t‹è® a®ºê ~ Œµ¬ææfl. DÊ kû÷ ç kŒµ™ e… nª ui™. D^a™ is éê‹ ©êf@œ$. µê™ éê‹ ©êf@œ$ kû‹ Ï® vèêà È÷æcÌ ™ Âêt†ê£ zŒ~ ∂êô ∆Æ™ ©ê™ vèêà È÷æcÌ ™ >æ‹ Ï® licÌææî kŒs†. Ìê™ tæ~d»{êà zŒ®g™ e® ◊œô ∆Æ™ Ï® ∂® t‹è® ©êf@Œ◊ê£ ŒµÌœ^fl Œ· Œµ¬ææfl kû‹™ t®êÈ œê£.
Een en bewaar je in de diepvriezer. en worden gerookt.
3 Zoek op het internet de naam van de man of vrouw die het uitvond.
Twister:
de balpen:
de curryworst:
het reuzenrad:
cornflakes:
Duid aan hoe jij werkte.
7 Ik herhaal b, f, h, k en l Les 2 BLOK 1
2 Er bestaan veel manieren om voedsel te bewaren. Schrijf de zinnen over en vervang elke afbeelding door een woord.
bewaar je in zuur. , en kun je inblikken.
Sommige fruitsoorten kun je drogen. Van maak je rozijnen. Lekkere van fruit maak je met suiker.
gefrustreerd stil behulpzaam storend
afgeleid
snel
geconcentreerd
rustig
oplettend
ordelijk
8 BLOK 1 Les 3 Ik herhaal d, t, p en q
2 Schrijf de woorden bij de juiste afbeelding.
1 2 3 4 Kies uit: c¬{q^u® c¬æq^u® - ∆î ~fl ∆Œ~fl - π{ê ° π{ê ° - pæ~fl pæ~fltªutæÆ - tîÇ tæÇ
1 Schrijf in vier stappen hoe de pingpongdeur werkt.
3a Verbind de grappige raadsels met hun antwoord. Schrijf de drie raadsels over die jij het grappigst vindt.
Waar is de oceaan het diepst?
Wat kan lopen maar niet wandelen? Je loopt de tweede loper voorbij. De hoeveelste ben je?
Het begint met t, er zit t in en eindigt met t. Wat is het?
1 Antwoord:
2 Antwoord:
3 Antwoord:
3b Verzin zelf een raadsel.
Mijn bladligging is: perfect voldoende nog wat bij te werken
Hoe goed vind jij je schrijfwerk?
9 Ik herhaal d, t, p en q Les 3 BLOK 1
• op de bodem • de tweede • een theepot • water
• • • •
1 Een verkoopster van babyproducten geeft toekomstige ouders advies.
‹ s†ij¬ºŒlπ® mæµajas µê™ éê‹ Ìaß ƒÍa€Ï®
V^œô miÍ éê‹ ÈÙêî ~tÏ® µê™ maÂŒ~æisÊ.
êê£ g®aππifi ® È~uƒƒêà mæaÈ™ Ï® Ëî ‹dÏ® Ì „iÍ.
DÊ Ìaß ƒê÷ »tÏê s zij£ î ‹ p挵Œ†{®
̧ꮬijç µê™ Œ~Ÿ® ≠Œ®†êπê£.
10 BLOK 1 Les 4 Ik herhaal g, j, ij en y
1 2 3 4 5 6 ≈{ês Ï® éê‹ pπœ^i@ugg µê™ î ~fiê@ou‹∂® muÂ{êȵŒ@{êà? O· k{ê s Ï® éê‹ |Ê|ïÍË Ìaß ƒÍa€Ï®? D^i™ s¬a@ ßÒtÏ® µê™ Œπ ◊æ~g@æ ¡Í® is hæ~∆ïfl Œ$ ®ê s†Ïê s Œ∏ †® >æ~fiê ‹. êê£ s¬ææπÂæ ¡πæÈÍ® is †êfiê€ijç éê‹ s¬ææπ徂 e£ éê‹ πÂjæµÆ. D^i™ is éê
Schrijf de zinnen over die zij zou zeggen.
2a De babywinkel biedt ook geschenkpakketten aan. Vul de zinnen aan en schrijf ze over.
Kies uit: zwemkledij – speeltapijt – grijpspeeltjes – drijfband – bijtring
• Het pakket BIJT is er voor de eerste tandjes. Er zit een , een borstel en tandpasta in.
• Het pakket SPEEL maakt je baby blij. Het bestaat uit een en .
• Het pakket PLONS neem je mee als je gaat zwemmen. Er zit en een in.
2b Vul het pakket aan.
• Het pakket SMUL gebruik je aan tafel. Het bevat .
Deze letter schreef ik het liefst: y g j ij
11 Ik herhaal g, j, ij en y Les 4 BLOK 1
1a Een supermarkt twijfelt om de boterstick in de rekken te leggen. Daarom doen ze een enquête. Schrijf de meningen voor of tegen de stick op de juiste plaats.
1b Wat vind jij van de boterstick?
12 BLOK 2 Les 1 Ik herhaal moeilijke verbindingen met b, v en w
∂ô Ì „ijf™ æ}™ïÍ∆ ≠æ™ Ìo†êô Œ◊Ò…, dus is ©ê™ vÒ®spî ~fl. Ìê™ z{ê™ e… bÒ€™ @åûiÈ@ææ… ui™. I\ >î ~∆ ©ê™ >{ê s! Brœ^dÏê s s◊ê®ê£ î ‹ mij£ @åœ^dÏê sÂææÇ gææ™ nª Ì „iÈ∑eµ s‹ê¬. Ï ® kû‹™ ©ê™ vÒ÷ »æ÷æê£ µê™ éê‹ lijµs†if™. V^œô bÒπææ€∂® µê~se£ Ëæ‹ ©ê™ bÒÌœ®¬ijç wº®œê£. Ìê™ is n{ê™ mi¬{êû º å{ê ~∂ê€ijç.
2 Kies telkens het juiste woord. Schrijf de zinnen over.
Vannacht kreeg ik een heleboel beten / weten van muggen.
Daardoor stond ik op met vallen / wallen.
Ik voel me een brak / wrak.
Wat zijn die muggen toch breed / wreed.
Ik denk dat ik de volgende keer beter waak / vaak.
Dan kan ik die vervelende beestjes misschien vinden / winden.
Daarna kruip ik voldaan in bed / vet.
Je hoort het, ik zou graag braak / wraak nemen!
Hoe lukte het schrijven van de verbindingen?
Het was nog moeilijk! Het ging wel! Het ging vlot!
13 Ik herhaal moeilijke verbindingen met b, v en w Les 1 BLOK 2
1 Je mag je eigen slaapzak samenstellen. Kies uit de verschillende opties. Beantwoord de vragen met een volzin.
model mummieslaapzak dekenmodel
kleur donkergroen vuurrood
amandelbruin lichtpaars
grootte juniorslaapzak: geschikt voor kinderen tot ongeveer 12 jaar
meegroeislaapzak: het voetendeel kun je verlengen
extra’s een verborgen zakje om snoep te verstoppen
een opblaasbaar hoofdkussen
een tweede rits om er snel uit te kruipen
• Welk model kies je?
• Welke twee kleuren kies je?
• Welk grootte kies je? Waarom?
• Welke twee extra’s heb je er graag bij?
14 BLOK 2 Les 2 Ik herhaal o, a, d, g en q, oo en aa
2 Je ligt in je slaapzak en leest nog wat in het licht van de maan … Schrijf de tekst over.
T
DÊ
DÊ
IÒ
T
Hij ziet een schaduw met dikke poten en een bobbelneus. Is het toch die mammoet?
Theo spant zijn boog. De schaduw komt dichterbij.
Naar: Stefan Boonen & Melvin, Mammoet
Hoe sterk moest je je inspannen voor deze les?
15 Ik herhaal o, a, d, g en q, oo en aa Les 2 BLOK 2
z{™ Œ∏
Ìoª†ê£ >„Œ† >æ‹ Ìœµ s†æµºê£.
ÌêŒ
éê‹
o∂
ligfiê‹ Ùªi †® s¬a ‡ê£ Œ∏ éê‹ zæ~d@a~ç.
È÷Œœ
î€πê£
≠æ~
>ofiê¬s >„{êfiê£ wÒfl
™ e… g®æu»™ {êts.
©ê™ éê‹ ÌŒs»ij£ Œ· éê‹ mæµµ‰™?
̜^fl.
ÌêŒ πæÇ ™ gæuÔ zij£ πijà e£
16 BLOK 2 Les 3 Ik herhaal m en n
1 Deze producten komen met een containerschip uit China. Schrijf ze over.
- éê‹ æª™o
- éê‹ ∆oûc Ìêµic®Œ - éê‹ πiæ~o∂êu®ß Òà - éê‹ éê ~∂ê~µûî€ÈŒr· - éê‹ fiê¬∆∂…uȵæcÌi‹® - éê‹ hæ~gµa™ >œô Ï® Ëa™ - éê‹ æ€ûº i~ïu$ træi~i~gsflûitÏ® - hæ~d€c̉‹ê£ Œ$ Ï® hŒ~∆ †® Ëæµºê£
2 Welk product uit oefening 1 zou jij kopen?
†ê~™
• Studenten gaan op kamer in containers.
• Twee containers werden omgebouwd tot een school.
• Groenten en fruit groeien in containers met speciale verlichting.
• Een showroom van zeecontainers trekt je aandacht.
4 Schrijf deze lange woorden over.
milieumaatregelen atoombommenwerper
Omcirkel de letter die het best lukte met groen. Duid aan wat goed lukte.
mijn pengreep mijn schrijfhouding
mijn bladligging mijn zithouding
17 Ik herhaal m en n Les 3 BLOK 2
3 Deze containers worden ook anders gebruikt. Schrijf de zinnen bij de juiste foto's.
1 Er bestaan veel soorten brillen. Vul elke zin aan met de passende bril uit het lijstje en schrijf de zin over.
Kies uit: rûi†ê~»issê®@åià - Ù§ê s@åià - cŒµ°u†ê®@åiàsπî µº® s¬ææπ@åià - πi¬o†ê ~@åiàmod{êuŸ® Ì åià - VR-bril
• Vuile glazen? De heeft ruitenwissers.
• Vroeger droegen piloten een .
• Deze gouden is hip!
• Opa draagt een als hij de krant leest.
• Dankzij de val je snel in slaap.
• Met een zit je ontspannen achter je scherm.
• Met een kun je zwemmen tussen vissen.
18 BLOK 3 Les 1 Ik herhaal i, r, u, uu, ui, au en ou
2 Schrijf de geschiedenis van de bril netjes over.
Het oogglas of monocle was populair.
Dat was een halve bril voor één oog.
Je klemde het glas tussen wang en wenkbrauw.
Ongeveer 300 jaar geleden vond men een bril met zijpoten uit. Die lijkt op wat nu een bril is.
Omcirkel de letter die het best lukte met groen.
Welke bril had je nodig om de tekst te lezen?
19 Ik herhaal i, r, u, uu, ui, au en ou Les 1 BLOK 3
DÊ éꮀ†® Ì åî€πê£ b Òs†Œ~ ∂ê£ ui™ Ìoª™, ijŸêô Œ· lœ^∆. Ìê™ ≠æèê£ €cÌæa®@åî€πê£. êê£ næfiêà v Ò®@Œ~∆ ∂® t‹è® u{ †êî≈∂ê£ >æ‹ ∂® gπaŸê£. D^œô ∂® ̉È∂… uÈÈû ~s† had∂ê£ €† §êds µ § êô µê~se£ éê‹ Ì åià no∂ifl.
1 Zet deze mensen op dieet. Schrap telkens twee ingrediënten uit hun maaltijd. Schrijf over wat je behoudt.
éê‹ @Œr∆
µê™ @åœ^∆ e£ Ìo†êô, éê‹
rog ◊ ‡êufiêà µê™ fiê ππêt†® ææ÷daπ‡êà e£ se¬∂êô, a¬s
∂ê sse ®™ pæ~≈ê~ȉ œê£ µê™ ææ÷dß Ò{ê~cŒ~fitûû…
®™ éê‹ ë®ûit€aπa∂® >æ‹ ≠æ†ê®ºê¬‰£, lÇç® e£ ~êctæ÷i ‹®
20 BLOK 3 Les 2 Ik herhaal c, e, ee, eu, ei en oe
@åoccŒli€‰° µê™ c®oª™Œ~s, éê‹ cŒrdŒ£ Ì ‡êª µê™ ‡êû €™Ïê s e£ fiê@æÈ œê£ ææ÷daπ‡êπê£, a¬s ∂ê sse ®™ >æ‹î€πê πª∆∆î ~fl µê™ cÌocŒπæ∂êȉÈÍê s πæêi€‰° µê™ Ìæ€πêtÏê s, kiπ‡ê~ ◊ ‡êufiê¬s µê™ eîøê~@„ads¬Æ e£ pûè§®, a¬s ∂ê sse
2 Wat eet jij het liefst uit oefening 1? πŒµπ‰~€‰°
3 Schrijf de stappen van het recept in de juiste volgorde. Tip: de maatbekers vertellen hoeveel woorden er in de zin staan.
• Klop de eiwitten tot schuim.
• Scheid voorzichtig de dooiers en de eiwitten.
• Schenk de room in een mengbeker en klop half op.
• Smelt de chocolade.
• Giet de gesmolten chocolade bij het eiermengsel en spatel alles dooreen.
• Spatel het eiwitschuim onder het chocolademengsel.
• Klop de eigelen los met een beetje suiker.
• Spatel voorzichtig de luchtige room door het hele mengsel.
• Giet nu over in een kom en laat opstijven in de koelkast.
Naar: www.dagelijksekost.een.be
Van welk gerecht is dit het recept?
Omcirkel de letter die het best lukte met groen. Welke portie chocomousse zou jij kunnen opeten?
21 Ik herhaal c, e, ee, eu, ei en oe Les 2 BLOK 3 3 7 11 10 12 5 9 8 6
1 Ontwerp je eigen kussenpatroon.
2 In de etalage van ‘Vitamientje’ liggen grappige kussens. Schrijf de namen van de juiste fruit- en groentesoorten bij elk kussen.
Kies uit: ∑πê®Â{ê @œ£ - spi~æÂ{® - pas†i~ææÇ - se¬∂êô - €i~aa€aπ‡êà®adijÂê£ - æ~æ~as - ÌŒ€uï
22 BLOK 3 Les 3 Ik herhaal s, x en z
3 Zoek voor elke persoon een passend kussen en vul de zin aan. Schrijf vijf zinnen over.
Kies uit: miezerige – zware – luxueuze – zachte – glimmende – exclusieve – mix –glanzende – zwarte – schattige – asymmetrische – horizontale – frisse
1 Barones Bizet wil graag kussens.
2 Sjaak speurt naar kussens voor in zijn zetel.
3 Bakker Xavy versiert de winkel met kussens.
4 Juf Beatrix zoekt kussens voor haar kleuters.
5 Tandarts Cocx eist kussens in de wachtzaal.
6 Shana schittert graag en zoekt kussentjes.
7 Mevrouw Cox zoekt kussens met een van lijnen en figuren.
Hoe goed schreef je alle woorden?
Kleur het aantal kussens (1 voor niet goed, 4 voor heel goed)
23 Ik herhaal s, x en z Les 3 BLOK 3
24 BLOK 4 Les 1 Ik herhaal aai, ooi, oei, eeuw en ieuw
8.30 uû… 9 uû… 9.30 uû… 11 uû… 10.30 uû… 8.30 uû… fiœ^ï ∂® pæœ^ï î ‹ ∂® Ù§êu‹Ò~Èœ^ï næa€™ ∂® rots. Âê s†‰{ê£ g®ææfl µê™ ©ê™ tææ{® > ‡§ê s. 9 uû… fi®ææï >œô ∂® §êπ§êu‹Ò£ >isÒe£ ui™ ∂® eµºêô. ÁææÇ la»ææ{ e£ €cÌæ §êuÔ a¬s ∂® µ §êu‹ Ò£ kŒ◊ê‹ 9.30 uû… Û‰ï nææ… ∂® mœ^{® ̉ï î ‹ ∂® hææ{ê~ta~ç. fiœ^ï e… e~ øêπ® >isÒe£ ui™. 10.30 uû… S^tæœ^ï g®æ≈ê£ ÌiÍ ∂® n{êu Ì s^g{ê r{fi ® Ìaß ƒ πa ‡êgææ{ê£, dæ‹ g®‰{ê£ Â® g‰∆. 11 uû… fi§ ê· n{êu‹& s‹§êuÔ aæ‹ ∂® s‹ §êuÔuiπê£ e£ ∂® ij∑ß Òæê£.
1 Levi won de prijs ‘een halve dag meehelpen in de zoo’. Schrijf de opdrachtenlijst over in zijn agenda.
K en bestaan al enlang.
Af en toe ontdekt iemand ook een n e soort.
Ze lopen rond in de weide en leven niet in k en.
Gouden k en zijn nochtans m .
Sommige vogels, zoals de papeg , zitten graag in een k .
Andere vogels, zoals de evaar, stop je er best n t in.
Houd het leven van je dier b end.
Laat er een plantje in gr en.
Geef je hamster speeltjes zoals een dr end rad.
Is je handschrift leesbaar?
Wat vind je er mooi aan?
Wat zijn je werkpunten?
25 Ik herhaal aai, ooi, oei, eeuw en ieuw Les 1 BLOK 4
2 Vul de woorden aan met aai, ooi, oei, eeuw of ieuw. Schrijf de zinnen over.
26 BLOK 4 Les 2 Ik herhaal ch en sch
pizzastuk.
1 3 4 5 2
voorgerechtjes scheidsrechters chocoladehagelslag kaasschraper pizzaschaar 1 2 3 4 5 fiêæêcÌ™ éê‹ P^iÂÂÆ is I†æ }iaæ~s Ùû ~cÚ eê™ a¬s g®ææfl πiÂÂÆ I\ is πiÂÂa∂§ êfl e¬a€ti€cÚ êê£ g‰∆ dicÌ tfiê ◊ou‹Ò£ éê‹ is ©æ€ÂŒ~® πiÂÂÆ Ùêuœ® µ êπcÌiŒæ® éê‹ πiÂÂacÌê· is
1 Maak zinnen met de woorden bij elk
Schrijf de weetjes op.
2 Schrijf deze lange woorden over.
Kies uit:
Pizza funghi – champignons
Spaanse pizza – chorizo
Vispizza – zeevruchten
Pizza pikant – chilipepers en scampi
Vegetarische pizza – verse groenten
Dessertpizza – chocolade
Extra: geschaafde kaas of gescheurde mozzarella
Allergisch? Vraag advies aan de chef-kok.
Omcirkel
27 Ik herhaal ch en sch Les 2 BLOK 4
3 Maak het nieuwe menu van de pizzamobiel.
Omcirkel een woord waar je je pen ophief terwijl het niet nodig was.
jouw mooist geschreven sch.
28 BLOK 5 Les 1 Ik herhaal I, F, J, K en H II ••••• FF JJ ••••• KK ••••• HH
1 Overtrek de hoofdletters. Schrijf ze verder bij elke stip.
IFJKH Indonesië Israël Jordanië Frankrijk Haïti Kaapverdië F^i¬iπij‹ê‹ ≈a◊ꮉ£ ΩŒ~∂û÷as ‡æµæ{cÆ
2 Schrijf de landen over.
• Ken jij Apple?
Ik kocht jaren geleden een computer, de iMac, waarop ik nog altijd werk.
• Hoe belangrijk was Steve Jobs voor het bedrijf?
Het bedrijf werd in 1976 opgericht en maakte vooral computers. Jaren later brachten ze de iPhone op de markt. Het werd een groot succes.
• Heb jij zelf een product van Apple?
Heel belangrijk! Hij richtte het merk op en maakte het groot. Jammer genoeg overleed hij aan kanker.
• Wat weet jij van de oprichting van Apple?
Ja, het is een van de bekendste merken over de hele wereld.
Bekijk je schrijfwerk en omkring een zin die erbij past. Vuistje! Oeps …? Trots op mezelf! Grandioos! Op de goede weg!
29 Ik herhaal I, F, J, K en H Les 1 BLOK 5
3 Het interview van Lena met de ICT-coördinator staat door elkaar. Schrijf telkens de vraag over met het passende antwoord.
• • • •
1 Overtrek de hoofdletters. Schrijf ze verder bij elke stip.
VV WW
2 Op bosklassen vinden alle leerlingen hun tandenborstel moeilijk terug. Lees de aanwijzingen en schrijf de juiste naam bij elke tandenborstel.
V^{¢ È Ù§ê…∂® s†icœê®s Œ∏ zij£ tæ~∂ê ~@Œr€†êà.
DÊ t‹èê€î ~g V^{ggŒ e£ V^i~c® ©§êf™ ï∂ê£t{Ꜯ tæ‹∂ê ~@Œr€†ê¬s.
DÊ tæ~∂ê ~@Œr€†êà >æ‹ W^î î is Ì „æuÔ.
W^æ÷∆Æ ©§êf™ éê‹ g®ijŸ® tæ~∂ê ~@Œr€†êà.
Lî ~Ès e® ºæ‹ lig™ d{® >æ‹ V^aπê£tî ‹
Véê®π® hoª∆™ >æ‹ ƒê¬®ŒŸ®
W^æ€i∆ È÷§êg éê‹ @Œr€†êà >æ‹ ∂® Ûo∂® D^ªi◊Ò¬s.
30 BLOK 5 Les 2 Ik herhaal V en W
1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8
• Vermoedelijk bestond de eerste tandenborstel uit een stukje bot met dierenhaar.
• Vroeger maakte je je gebit schoon met een stokje of een stukje stof.
• William Addis zag dat vele gevangenen een slecht gebit hadden. Hij kwam vrij in 1780 en startte met de verkoop van tandenborstels.
• Vanaf 1938 werden borstels met nylonharen gebruikt.
Vuiletandendreef
Wolvengebitstraat
Ik schreef nauwkeurig, net zoals ik mijn tanden poets:
vaak niet alleen vandaag soms meestal altijd
31 Ik herhaal V en W Les 2 BLOK 5
3 Schrijf de juiste zinnen bij elke foto.
4 Schrijf deze lange straatnamen over.
64 Schrijflijnen
ISBN 978-90-306-8685-9
579578