Inhoud
Voorwoord 3
Leeswijzer 5
Deel 1 Inleiding tot het recht 21
Hoofdstuk 1 Het begrip recht 23
1 Gedragsregels 23
2 Afdwingbaar gesteld 23 3 Door de overheid 24
Hoofdstuk 2 De bronnen van het recht 25
1 De wet 25 2 De rechtspraak 25 3 De rechtsleer 26 4 Algemene rechtsbeginselen 27 5 De gewoonte 27
Hoofdstuk 3 De indeling van het recht
29
1 Nationaal recht 29
1.1 Het publiekrecht 29
1.1.1 Het grondwettelijk recht 29
1.1.2 Het administratief recht 29
1.1.3 Het strafrecht 29
1.1.4 Het strafprocesrecht of het strafvorderingsrecht 30
1.1.5 Het fiscaal recht 30
1.1.6 Het privaatrechtelijk procesrecht 30
1.2 Het privaatrecht 30
1.2.1 Het burgerlijk recht 30
1.2.2 Het economisch recht 31
1.2.3 Het vennootschapsrecht 31
1.2.4 Het sociaal recht 31
1.2.5 Het gezondheidsrecht 31
2 Grensoverschrijdend recht 32
2.1 Het internationaal privaatrecht 32 2.2 Het internationaal publiekrecht 32
Deel 2 De persoon in het recht 35
Hoofdstuk 1 Begrippen 37
1 Natuurlijk persoon 37
2 Rechtspersoon 37
Hoofdstuk 2 Begin van de natuurlijke persoon 39
1 Verwekking en geboorte 39
1.1 Verwekking 39
1.2 Geboorte 41
1.2.1 Gevolgen 41
1.2.2 Verplichtingen 42
1.2.2.1 Kennisgeving 42
1.2.2.2 Geboorteaangifte 42
1.2.2.3 Elektronische kennisgeving en aangifte 42 1.2.2.4 Aangifte van een doodgeboren kind 43
2 Afstamming
43
2.1 Begrip 43
2.2 Biologische afstamming (artikels 312 tot 335ter oud BW) 43
2.2.1 Korte historische situering van de Afstammingswet 43
2.2.2 Basisstructuur van de Afstammingswet 44
2.2.3 Afstamming aan moederszijde 45
2.2.3.1 Wettelijk vermoeden: ‘mater semper certa est’ (‘de moeder is altijd gekend’) 45 2.2.3.2 Erkenning 45
2.2.3.3 Onderzoek naar het moederschap 46 2.2.3.4 Procedure tot betwisting van het moederschap 47 2.2.3.5 Draagmoederschap 48
2.2.4 De afstamming aan vaderszijde 50
2.2.4.1 Het vermoeden van vaderschap: de vaderschapsregel 50 2.2.4.2 De erkenning 51 2.2.4.3 Onderzoek naar het vaderschap 52 2.2.4.4 Bet wisting van de afstamming aan vaderszijde 54 2.2.4.5 Afstamming in een holebikoppel: afstamming aan meemoederszijde 56
2.3 Samenvatting 59
2.4 Afstamming na medisch begeleide voortplanting (Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting) 59
2.4.1 Toepasselijke wetgeving 59
2.4.2 Begrippen en toepassingsgebied 59
2.4.2.1 Begrippen 59
2.4.2.2 Toepassingsgebied 60
2.4.3 Toegang tot de MBV 60
2.4.4 Gemeenschappelijke bepalingen voor MBV met gameten en met embryo’s 61
2.4.4.1 Start 61
2.4.4.2 Overeenkomst 61
2.4.4.3 Termijnen 62
2.4.4.4 Echtscheiding en wilsonbekwaamheid 62 2.4.4.5 Post mortem 62
2.4.4.6 Verbodsbepalingen 63
2.4.4. 7 Matching 63
2.4.4.8 Anonimiteit 63 2.4.4.9 Afstamming en MBV 64
2.5 Alternatieve afstamming – afstamming door adoptie 64
2.5.1 Historische achtergrond 64
2.5.2 Toepasselijke wetgeving 64
2.5.3 Gewone adoptie en volle adoptie 65
2.5.4 Voorwaarden 65
2.5.4.1 Algemene voorwaarden 65 2.5.4.2 Bijzondere adoptievoorwaarden 66
2.5.5 Procedure 67
2.5.6 Gevolgen van de adoptie 67
2.5.6.1 Naam en voornaam 67 2.5.6.2 Ouderlijk gezag 68 2.5.6.3 Onderhoudsverplichtingen 68 2.5.6.4 Erfrecht 68
3 Identificatie van de natuurlijke persoon 68
3.1 Naam 68
3.1.1 Familienaam 68
3.1.2 Voornaam 70 3.2 Geslacht 70
3.3 Woonplaats en verblijfplaats 72
Hoofdstuk 3 Einde van de natuurlijke persoon 73
1 Begrip 73
2 Wettelijke verplichtingen 73
3 Afstand van het lichaam na het overlijden ten voordele van de wetenschap 74
4 Bijzondere procedure voor afwezigen 74
5 Palliatieve zorgen en euthanasie 74
5.1 Palliatieve zorgen 74
5.1.1 Wettelijke basis 74
5.1.2 Definitie 74
5.1.3 Een onderverdeling 75 5.2 Euthanasie 76
5.2.1 Wettelijke basis 76
5.2.2 Definitie 76
5.2.3 Voorwaarden 76
5.2.3.1 Verzoek tot euthanasie 77 5.2.3.2 Wilsverklaring tot euthanasie 78 5.2.4 Algemene bepalingen 79 5.2.5 Verplichtingen na uitvoering van de euthanasie 79 5.2.6 Taken en bevoegdheden van de verpleegkundige bij euthanasie 80
6 Hulp bij zelfdoding – ongevraagde levensbeëindiging 80
7 Autopsie 81
8 Orgaantransplantatie bij overledenen 82
8.1 Toepasselijke wetgeving 82 8.2 Opting-out- of opting-insysteem? 82 8.3 Wie kan tijdens zijn leven verzet aantekenen tegen orgaantransplantatie na het overlijden? 82 8.4 Voorwaarden 83
Hoofdstuk 4 De bekwaamheid 85
1 Begrippen 85 1.1 Rechtsbekwaamheid 85 1.2 Handelingsbekwaamheid 85 1.3 Wilsbekwaamheid 85
2 Handelingsonbekwaamheid 86 2.1 Minderjarigen 86 2.2 Gerechtelijke beschermingsstatuten 86 2.3 Nieuwe regeling: het eenheidsstatuut 87 2.3.1 Toepasselijke wetgeving 87 2.3.2 Toepassingsgebied 87
2.3.3 Krachtlijnen van het nieuwe statuut 87
2.3.3.1 Buitengerechtelijke bescherming geniet de voorkeur 87
2.3.3.2 Gerechtelijke bescherming: bewind op maat 88
2.3.3.3 Voorkeur voor familiale bewindvoerders 90
2.3.3.4 De vertrouwenspersoon opwaarderen 90
2.3.3.5 De vrederechter als rechter voor de beschermingsmaatregelen 91
2.3.4 Gevolgen van de aanstelling van een bewindvoerder 91 2.3.4.1 Nietigverklaring van sommige rechtshandelingen 91 2.3.4.2 De aanstelling van een bewindvoerder 91 2.3.4.3 Schenkingen 92
2.3.5 Einde van het bewind 92
Hoofdstuk 5 Orgaantransplantatie bij levenden 93
1 Toepasselijke wetgeving 93 2 Toepassingsgebied 93 3 Voorwaarden 93 3.1 Modaliteiten 93 3.2 Toestemming 94 3.3 Minderjarigen 94 3.4 Wet betreffende de patiëntenrechten 94
Hoofdstuk 6 Medische experimenten en proeven 95
1 Toepasselijke wetgeving en historische situering 95 2 Toepassingsgebied 95 2.1 Proeven en experimenten 95 2.2 Commercieel en niet-commercieel 96 2.3 Monocentrisch onderzoek en multicentrisch onderzoek 96 2.4 Interventioneel en niet-interventioneel onderzoek 97
3 Partijen betrokken bij medische proeven en experimenten 97
3.1 De deelnemer 97
3.1.1 De deelnemer mag slechts aan één proef of experiment in fase I op hetzelfde ogenblik deelnemen (art. 32 WME) 97
3.1.2 Het experiment of de proef moet aan strenge voorwaarden voldoen 97
3.1.3 Informed consent 97
3.1.4 De zorgen die worden verstrekt in het kader van de WME vallen onder de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar zoals bepaald in de Gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 98
3.1.5 Procedurele bescherming van de deelnemer 98
3.1.6 Bijzondere bescherming voor minderjarige deelnemers 99
3.1.7 Bescherming van de meerderjarige die niet in staat is om zelf toestemming te geven 99
3.2 De opdrachtgever 100
3.3 De onderzoeker 101 3.4 Het ethisch comité 101
4 Verloop van een medisch experiment 101 4.1 Begin van een experiment 101
Hoofdstuk 7 Wet ter bescherming van de persoon van de geesteszieke 103
1 Toepasselijke wetgeving 103
2 Historische achtergrond 103
3 Basisprincipes van de Wet van 26 juni 1990 ter bescherming van de persoon van de geesteszieke (WPG) 104
3.1 Toepassingsgebied 104 3.2 Toepassingsvoorwaarden 104 3.3 Procedure 105 3.4 De gewone procedure tot gedwongen opname 105 3.5 De spoedprocedure 107 3.6 De observatie 107 3.7 Verder verblijf 107 3.8 Einde 108 3.9 Verpleging in een gezin 108 3.10 Gedwongen opname, gedwongen behandeling? 108
4 De rechten van de geesteszieke 109
5 De bekwaamheid van de geesteszieke 109
Deel 3 Aansprakelijkheid van de verpleegkundige en vroedkundige 111
Hoofdstuk 1 Het begrip aansprakelijkheid en vormen van aansprakelijkheid 113
1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid 113
2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid 114
2.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid 114 2.2 Contractuele aansprakelijkheid 115
Hoofdstuk 2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid 117
1
Het misdrijf en soorten misdrijven 117
2 Bestanddelen van het misdrijf 117
2.1 Opzettelijke misdrijven 118 2.2 Onopzettelijke misdrijven 118
3 Rechtvaardigingsgronden 119
3.1 Het wettelijk voorschrift en het overheidsbevel 119
3.2 Wettige verdediging 119
3.2.1 De voorwaarden betreffende de aanval 120
3.2.1.1 De aantasting moet onrechtmatig zijn 120 3.2.1.2 De integriteit van personen wordt aangetast 120 3.2.1.3 Ogenblikkelijke noodzaak van verdediging 120
3.2.2 De voorwaarden betreffende het verweer 120 3.2.2.1 De bedreiging is ernstig 120 3.2.2.2 De aanval is actueel en zeker 120 3.2.2.3 De onmogelijkheid om op een andere wijze het gevaar af te weren 120 3.2.2.4 De verdediging dient in verhouding te zijn tot de aanval 120 3.3 Noodtoestand 121
Schulduitsluitingsgronden 121 4.1 Overmacht of dwang 121 4.2 Strafrechtelijke minderjarigheid 122 4.3 Krankzinnigheid 122 5 Verloop van het strafonderzoek 123 5.1 Het opsporingsonderzoek 123 5.2 Het gerechtelijk onderzoek 124 6 Verloop van de zaak voor het vonnisgerecht 126
4
Hoofdstuk 3 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid 127
1
Buitencontractuele of aquiliaanse aansprakelijkheid 127
1.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid voor eigen daden 127
1.1.1 Onrechtmatige handeling 127
1.1.2 Schuldbekwaamheid en toerekenbaarheid 128
1.1.2.1 Schuldbekwaamheid 128
1.1.2.2 Toerekenbaarheid van de fout aan de dader 129
1.2 Buitencontractuele aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door een ander: kwalitatieve aansprakelijkheid 130
1.2.1 Aansprakelijkheid van ouders voor daden van hun minderjarige kinderen 130
1.2.1.1 Wettelijke basis 130
1.2.1.2 Aansprakelijke personen 130
1.2.1.3 Voor wie zijn de ouders aansprakelijk? 131
1.2.1.4 Voorwaarden voor aansprakelijkheid 131 1.2.1.5 Aansprakelijkheidsvermoeden 131
1.2.2 Aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden voor de schade veroorzaakt door hun leerlingen en leerjongens 132
1.2.2.1 Wettelijke basis 132
1.2.2.2 Aansprakelijke personen 132
1.2.2.3 Voor wie zijn de onderwijzers en ambachtslieden aansprakelijk 132 1.2.2.4 Voorwaarden 133 1.2.2.5 Aansprakelijkheidsvermoeden 133 1.2.2.6 Samenloop met andere aansprakelijkheidsregelingen 133
1.2.3 Aansprakelijkheid van aanstellers voor schade veroorzaakt door hun aangestelden 134
1.2.3.1 Wettelijke basis 134
1.2.3.2 Aansprakelijke personen 134 1.2.3.3 Voorwaarden 134
1.3 Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken 136
1.3.1 Wettelijke basis 136 1.3.2 Aansprakelijke personen 136 1.3.3 Voorwaarden 136 1.4 De schade 137
1.4.1 Begrip 137
1.4.2 Voorwaarden 138 1.4.2.1 Belang 138 1.4.2.2 Rechtmatig belang 138 1.4.2.3 Zekere schade 138 1.4.2.4 Persoonlijk belang 138 1.4.3 Soorten schade 139 1.4.3.1 Materiële schade 139 1.4.3.2 Morele schade 139 1.4.3.3 Rechtstreekse en onrechtstreekse schade 140
1.5 Het oorzakelijk verband 140
1.5.1 Equivalentieleer 140
1.5.2 Verbreking van de causaliteit 140 1.5.2.1 Samenlopende fout van dader en derde 140 1.5.2.2 Eigen fout van het slachtoffer 141 1.5.2.3 Niet-foutieve handeling van het slachtoffer 141 1.5.2.4 Voorbeschiktheid van het slachtoffer 141
2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid: contractuele aansprakelijkheid 142
2.1 Voorwaarden 142
2.1.1 Het bestaan van een overeenkomst 142
2.1.2 Toerekenbare wanprestatie 142
2.1.3 De wederpartij lijdt schade 142
2.2 Overmacht 143
2.2.1 Begrip 143
2.2.2 Gevolgen 143
3 Samenloop van buitencontractuele en contractuele aansprakelijkheid 143
3.1 Begrip 143
3.2 Samenloop van strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid 143 3.3 Samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid 144
Hoofdstuk 4 De aansprakelijkheid bij de uitoefening van het beroep in een ziekenhuis en als zelfstandige 145
1 Er bestaat een contract tussen de patiënt en het ziekenhuis 145
2 Er bestaat geen contract tussen de patiënt en het ziekenhuis 146
3 De aansprakelijkheid van de verpleegkundige werkzaam op zelfstandige basis 146
Hoofdstuk 5 Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van de gezondheidszorg 147
1 Op wie is de wet van toepassing? 147
1.1 De zorgverleners 147
1.2 Patiënten en hun rechthebbenden 148
2 Welke verstrekkingen vallen onder de toepassing van de wet 148
3 De vergoeding bij medische ongevallen zonder aansprakelijkheid 148
3.1 Schade die haar oorzaak vindt in een verstrekking van gezondheidszorg 148
3.2 Het ongeval mag geen aanleiding geven tot aansprakelijkheid 148
3.3 De schade vloeit niet voort uit de gezondheidstoestand van de patiënt 149 3.4 Het moet gaan om abnormale schade 149 3.5 Het moet gaan om ernstige schade 149
4 Vergoedingen bij medische ongevallen waarvoor een zorgverlener aansprakelijk is 149
5 De minnelijke procedure 149
Hoofdstuk 6 Misdrijven in het kader van de beroepsuitoefening 151
1 Wettelijke hulpverleningsverplichting of schuldig verzuim 151
1.1 Het artikel van de wet 151
1.2 De wettelijke voorwaarden 151
1.2.1 Verzuimen hulp te bieden 151
1.2.1.1 Schuldig verzuim is een verzuimsmisdrijf 151 1.2.1.2 Schuldig verzuim is een opzettelijk misdrijf 151 1.2.1.3 Welke hulp had je moeten bieden? 151
1.2.2 Het slachtoffer verkeert in groot gevaar 152
1.2.3 De gevaartoestand moet door de verzuimer zelf zijn vastgesteld ofwel aan hem zijn beschreven door iemand die zijn hulp inriep 152
1.2.4 De verzuimer kon hulp bieden zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen 153
2 Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel 153
2.1 De artikelen van de wet 154
2.2 De wettelijke voorwaarden 154
2.2.1 Een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg 154
2.2.1.1 Gebrek aan voorzichtigheid 154
2.2.1.2 Gebrek aan voorzorg 154
2.2.2 De dood of een lichamelijk letsel bij het slachtoffer 155
2.2.3 Het oorzakelijk verband 155
3 Toedienen van stoffen die onopzettelijk de dood teweegbrengen of de gezondheid zwaar kunnen schaden 156
3.1 Het artikel van de wet 156
3.2 De wettelijke voorwaarden 156
3.2.1 Onopzettelijk teweegbrengen van de dood of schade veroorzaken aan de gezondheid 156
3.2.2 Opzettelijk toedienen van stoffen 156
4 Valsheid in geschriften 156
4.1 Het artikel van de wet 156
4.2 De wettelijke voorwaarden 157
4.2.1 Het geschrift wordt door de wet beschermd 157
4.2.2 De waarheid moet vervalst worden 157
4.2.3 Het bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden 157
5 Het beroepsgeheim 157
5.1 Het wetsartikel 158
5.2 De wettelijke voorwaarden 158
5.2.1 Op wie is het beroepsgeheim van toepassing? 158
5.2.2 Geheimen 158
5.2.3 Toevertrouwd 158
5.2.4 Tegenover wie geldt het beroepsgeheim? 159
5.2.4.1 Ten aanzien van de patiënt 159
5.2.4.2 Gedeeld beroepsgeheim 159
5.2.4.3 De familie en nabestaanden 160
5.2.4.4 De politie 160
5.2.4.5 De opzettelijke bekendmaking 160
5.2.4.6 Beroepsgeheim en sociale media 161
5.2.4.7 Beroepsgeheim versus discretieplicht 161
5.2.4.8 Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht 161
6
Zwangerschapsafbreking 163
6.1 Voorwaarden betreffende de zwangerschapsafbreking 163
6.2 Gewetensbezwaren 164 6.3 Strafsancties 164
7 Onwettige uitoefening van de geneeskunde 164
7.1 Situering 164
7.2 Specifieke handelingen behorend tot de geneeskunde 165
7.3 Onbevoegde personen 165
7.4 Het gewoonlijk verrichten 165 7.5 Sancties 165
7.5.1 Strafrechtelijke sanctie 165
7.5.2 Burgerrechtelijke sanctie 165
Deel 4 Gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van gezondheidsberoepen 167
Hoofdstuk 1 Situering van de wet 169 Hoofdstuk 2 Wettelijke voorwaarden om een gezondheidsberoep uit te oefenen 171
Hoofdstuk 3 Het beroep van de verpleegkundige 173
1 De bescherming van het beroep 173
1.1 Zorgkundigen 173 1.2 Hulpverleners-ambulanciers 173 1.3 Vroedvrouwen 174
2 De wettelijk verplichte visering van het diploma van verpleegkunde 174
3 De verpleegkundige activiteiten 174
3.1 De globale verpleegkundige activiteiten (de A-handelingen) 174
3.2 Technisch-verpleegkundige verstrekkingen (de B1- en B2-verstrekkingen) 175
3.2.1 Wie mag de technisch-verpleegkundige verstrekkingen uitvoeren? 176
3.2.2 B1- en B2-verstrekkingen 176
3.3 De toevertrouwde handelingen (de C-handelingen) 176
3.3.1 Wie mag de toevertrouwde medische handelingen uitvoeren? 176
3.3.2 Voorwaarden voor uitvoering 176
4 Het medisch voorschrift 177
4.1 Het geschreven medisch voorschrift 177
4.2 Een mondeling geformuleerd medisch voorschrift 178
4.3 Een schriftelijk staand order 178
5 Het verpleegkundig dossier 178
Hoofdstuk 4 Het beroep van de zorgkundige 179
1 Het begrip 179
2 Gestructureerde equipe 179
3 Toezicht door de verpleegkundige 180
Hoofdstuk 5 Het verpleegkundig attest voor mantelzorgers 181
1 Meer autonomie en comfort voor de patiënt en mantelzorg 181
2 Meer deskundigheid voor de verpleegkundige 181
3 Het mantelzorgattest 182
4 Het belang van het mantelzorgattest 182
Hoofdstuk 6 Het beroep van vroedvrouw 183
Deel 5 De rechten van de patiënt 185
Hoofdstuk 1 Historische achtergrond 187
Hoofdstuk 2 Toepasselijke wetgeving en toepassingsgebied 189
Hoofdstuk 3 Voornaamste patiëntenrechten in detail 191
1 Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening (art. 5) 191
2 Recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar (art. 6) 191
3 Recht op informatie over de gezondheidstoestand (art. 7) 192
4 Recht op geïnformeerde toestemming (art. 8) 193
5 Rechten in verband met het patiëntendossier (art. 9) 194
6 Recht op privacy (art. 10) 196
7 Recht op klachtenbemiddeling (art. 11) 197
8 Regeling inzake vertegenwoordiging van de patiënt (art. 12-15) 198
8.1 Minderjarigen 198
8.2 Meerderjarige handelingsonbekwamen 199