Inhoudsopgave_Praktisch strafprocesrecht_2023

Page 1

Inhoud

Leeswijzer 6

Hoofdstuk 1 Inleiding

19

1 Definitie en situering van het strafprocesrecht 21

2 Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 22

3 Voornaamste bronnen van het strafprocesrecht 23

Hoofdstuk 2 Vorderingen die uit een misdrijf ontstaan 25

1 De strafvordering 27

1.1 De uitoefening van de strafvordering 27

1.1.1 Het Openbaar Ministerie 27

1.1.1.1 Wie is het Openbaar Ministerie? 27

1.1.1.2 Kenmerken van het Openbaar Ministerie 28

1.1.2 De burgerlijke partij 30

1.1.3 Anderen 31

1.2 Tegen wie wordt de strafvordering uitgeoefend? 31

1.3 Wijze van uitoefening van de strafvordering 31

1.3.1 Van ambtswege 32

1.3.2 Aangifte 32

1.3.3 Klacht 33

1.4 Hinderpalen bij de uitoefening van de strafvordering 33

1.4.1 Schorsing van de strafvordering ingevolge de persoon van de verdachte 33 1.4.2 Schorsing van de strafvordering ingevolge een prejudicieel geschil 34

1.5 Verval van strafvordering 36

1.5.1 Overlijden van de verdachte 36

1.5.2 Ontbinding of vereffening van een rechtspersoon 36

1.5.3 Amnestie 36

1.5.4 Opheffing van de strafwet 36

1.5.5 Minnelijke schikking 36

1.5.6 Bemiddeling in strafzaken of strafbemiddeling 37

1.5.7 Dading 37

1.5.8 Onmiddellijke inning bij verkeersovertredingen 37

1.5.9 De administratieve geldboete 38

1.5.10 De verjaring van de strafvordering 38

Inhoud 7
Voorwoord 5

1.5.10.1 Stuiting van de verjaring 40

1.5.10.2 Schorsing van de verjaring 40

1.5.11 Het rechterlijk gewijsde – Non bis in idem 41

2 De burgerlijke vordering 42

2.1 De burgerlijke vordering voor de strafrechter 42

2.1.1 Voor de strafvordering is ingesteld 42

2.1.2 De strafvordering is reeds ingesteld 43

2.1.3 Na de uitspraak over de strafvordering 43

2.2 De burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter 44

2.2.1 De strafvordering werd (nog) niet ingesteld 44

2.2.2 De strafvordering wordt ingesteld tijdens of voor de burgerlijke vordering 44

Hoofdstuk 3 Opsporing en onderzoek van strafbare feiten 45

1 De opsporingsambtenaren 47

1.1 De opsporingsambtenaren van de geïntegreerde politie 47

1.2 De andere opsporingsambtenaren 47

1.3 Officieren van gerechtelijke politie 47

2 Het opsporingsonderzoek 49

2.1 Rol van het Openbaar Ministerie 49

2.2 Kenmerken van het opsporingsonderzoek 50

2.2.1 Geheim 50

2.2.2 Schriftelijk 51

2.2.3 Niet-tegensprekelijk 51 2.3 Het minionderzoek of de mini-instructie 51

3 Het gerechtelijk onderzoek 52

3.1 Rol van de onderzoeksrechter en saisine 53

3.1.1 Rol, onafhankelijkheid, onpartijdigheid 53

3.1.2 Saisine van de onderzoeksrechter 54 3.2 Rol van het Openbaar Ministerie 55

3.3 Kenmerken van het gerechtelijk onderzoek 55

3.3.1 Geheim 55

3.3.2 Schriftelijk 56

3.3.3 Niet-tegensprekelijk 56

4 Onderzoeksdaden en bevoegdheden 56

4.1 Het proces-verbaal (pv) 56

4.2 Het verhoor 58

4.2.1 Vooraf: de Salduz-wetgeving 58

4.2.1.1 De cautieplicht 58

4.2.1.2 Het vertrouwelijk overleg 58

4.2.1.3 Het recht op bijstand van een advocaat 58

Inhoud 8

4.2.2 Een persoon aan wie geen misdrijf ten laste wordt gelegd 59

4.2.3 Het verhoor van een verdachte 59

4.2.4 Voor alle verhoren geldt 60

4.2.5 Verhoor van getuigen 60

4.2.5.1 Algemeen 60

4.2.5.2 Verhoor van minderjarigen 62

4.2.5.3 Audiovisueel verhoor 62

4.2.5.4 Verhoor op afstand 62

4.3 Het plaatsbezoek 63

4.4 Aanstelling van een deskundige 63 4.5 Huiszoeking 63

4.6 Netwerkzoeking 65

4.6.1 Zoeking in een informaticasysteem dat in beslag genomen werd of in beslag genomen kan worden 65

4.6.2 Bevel van de onderzoeksrechter voor niet-heimelijke zoeking in andere informaticasystemen 66

4.6.3 Bevel tot bewaring van informaticagegevens 66

4.6.4 Art. 39quater Sv. regelt de netwerkzoeking als er buitenlandse operatoren bij betrokken zijn 67

4.6.5 Bijzondere bevoegdheden van de onderzoeksrechter 67 4.7 Inbeslagname 67 4.8 Maatregelen inzake telefoongebruik en gebruik van elektronische communicatie 68

4.8.1 Identificatie van de gebruiker 68 4.8.2 Opsporen van elektronische communicatie of lokaliseren van de oorsprong of bestemming ervan 69 4.8.3 Onderscheppen, kennisnemen, doorzoeken en opnemen van niet voor het publiek toegankelijke communicatie of gegevens van een informaticasysteem of een deel ervan 70

4.9 Direct afluisteren 72 4.10 Dwangmiddelen tegen personen 72 4.11 Fouillering – onderzoek aan het lichaam 73 4.12 Het DNA-onderzoek 74

4.12.1 In het opsporingsonderzoek 74 4.12.2 In het gerechtelijk onderzoek 75 4.12.3 Vermiste personen 76 4.13 De bijzondere opsporingsmethoden (BOM) 76

4.13.1 Algemene bepalingen 76 4.13.2 Observatie 77 4.13.3 Infiltratie 78

4.13.4 Informantenwerking 80 4.13.5 Burgerinfiltratie 81 4.13.6 Wettigheidscontrole 81 4.14 De inkijkoperatie 82 4.15 Het onderscheppen van post 83 4.16 Het inwinnen van bankgegevens 83

Inhoud 9

4.17 Internetcontacten onder fictieve identiteit 84

4.18 Opvragen van passagiersgegevens 84

5 Tussenkomst van de partijen in het onderzoek 85

5.1 Inzage van het dossier 85

5.2 Opheffing van een onderzoekshandeling 86

5.3 Verzoek tot bijkomende onderzoekshandelingen 86

6 Vrijheidsberoving en de wet op de voorlopige hechtenis 87

6.1 Arrestatie 87

6.1.1 Bij betrapping op heterdaad 87

6.1.2 Buiten heterdaad 88

6.1.3 Bijstand van een advocaat bij arrestatie 89

6.1.4 Het bevel tot medebrenging 89

6.2 De voorlopige hechtenis 90

6.2.1 Het bevel tot aanhouding 90

6.2.1.1 Voorwaarden 90

6.2.1.2 Vrij verkeer met de advocaat 90

6.2.1.3 Opheffing van het bevel tot aanhouding 91

6.2.1.4 Handhaving van de voorlopige hechtenis 91 6.2.1.5 Vrijheid onder voorwaarden 91

Hoofdstuk 4 Afsluiting van het onderzoek – rechtspleging voor de onderzoeksgerechten 93

1 Afsluiting van het opsporingsonderzoek 95

1.1 Klassering zonder gevolg: seponeren 95

1.2 Verval van strafvordering door betaling van een geldsom (VSBG) 96

1.2.1 Vooraf 96

1.2.2 Principes 96

1.2.3 Voorwaarden 97

1.2.3.1 Voorwaarden met betrekking tot de vastgestelde misdrijven 97 1.2.3.2 Voorwaarden met betrekking tot eventuele schade van het slachtoffer 97

1.2.4 Modaliteiten 97

1.2.5 Gevolgen 98

1.3 Strafbemiddeling 98

1.3.1 Principes 98

1.3.2 Voorwaarden 98

1.3.3 Modaliteiten 99

1.3.4 Gevolgen 99

1.4 Voorafgaande erkenning van schuld: VES of guilty plea (art. 216 Sv.) 99

1.5 Spijtoptanten 100

Inhoud 10

1.6 Rechtstreekse dagvaarding 100

1.6.1 Principe van de rechtstreekse dagvaarding 101

1.6.2 Vorm en inhoud van de rechtstreekse dagvaarding 101

1.6.3 De wijze van betekening van de rechtstreekse dagvaarding 102 1.6.4 De dagvaardingstermijn 102

2 Toezicht op en afsluiting van het gerechtelijk onderzoek 103

2.1 De raadkamer als onderzoeksgerecht 103

2.1.1 Samenstelling en bevoegdheid 103

2.1.2 Rechtspleging 103

2.1.2.1 Geheim 103

2.1.2.2 Tegensprekelijkheid 103 2.1.2.3 Eindvordering van het Openbaar Ministerie 104 2.1.2.4 Procedure en formaliteiten 104

2.1.3 Beslissingen en gevolgen 106

2.1.3.1 Buitenvervolgingstelling 106

2.1.3.2 Verwijzing naar het vonnisgerecht 106

2.1.3.3 Overmaking van het dossier aan de procureur-generaal 107

2.1.3.4 Voorlopige hechtenis 107

2.1.4 Rechtsmiddelen 107 2.1.4.1 Verzet 107 2.1.4.2 Hoger beroep 107

2.2 De raadkamer als vonnisgerecht 108

2.2.1 Internering 108 2.2.1.1 Beginselen 108 2.2.1.2 Rechtspleging 108 2.2.1.3 Rechtsmiddelen 109 2.2.2 Opschorting 109 2.2.2.1 Beginselen 109 2.2.2.2 Rechtspleging 110 2.2.2.3 Rechtsmiddelen 110

2.3 De kamer van inbeschuldigingstelling als onderzoeksgerecht 110 2.3.1 Samenstelling 110 2.3.2 Rechtspleging 110 2.3.3 Taken 111

2.3.3.1 Toezicht op het gerechtelijk onderzoek, zuivering van de nietigheden 111 2.3.3.2 Beroepsrechter tegen beslissingen van de onderzoeksrechter 112 2.3.3.3 Beroepsrechter tegen beslissingen van de raadkamer 112 2.3.3.4 Verwijzing naar het hof van assisen 112 2.3.4 Rechtsmiddelen 113

2.4 De kamer van inbeschuldigingstelling als vonnisgerecht 113 2.4.1 Internering 113 2.4.2 Opschorting 114

Inhoud 11

Hoofdstuk 5 Rechtspleging voor de vonnisgerechten 115

1 Enkele algemene principes en fundamentele waarborgen 117

1.1 Eerlijk proces 117

1.1.1 Wapengelijkheid 117

1.1.2 Zwijgrecht 118

1.1.3 Vermoeden van onschuld 118

1.1.4 Aanwezigheid op de terechtzitting 119

1.1.5 Houding van de magistraten 119

1.1.6 Recht op informatie 119

1.1.7 Recht om zichzelf te verdedigen en de vrije keuze van advocaat 120

1.1.8 Taalgebruik op de zittingen 121

1.1.9 Motivering van rechterlijke beslissingen 121

1.1.10 Recht op hoger beroep 121

1.2 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter 121

1.3 Openbaarheid 122

1.3.1 Openbaarheid van behandeling 122

1.3.2 Openbaarheid van uitspraak 123

1.4 Mondeling karakter 123 1.5 Tegenspraak 123 1.6 Redelijke termijn 124

2 De vonnisgerechten 124

2.1 De gewone strafrechtbanken 125

2.1.1 De politierechtbank 125 2.1.1.1 Samenstelling 125 2.1.1.2 Bevoegdheid 125

2.1.2 De correctionele rechtbank 126 2.1.2.1 Samenstelling 126 2.1.2.2 Bevoegdheid 126

2.1.3 Het hof van beroep 127 2.1.3.1 Samenstelling 127 2.1.3.2 Bevoegdheid 127

2.2 Het hof van assisen 127

2.2.1 Samenstelling en organisatie 127 2.2.2 Bevoegdheid 128

3 Het verloop van de rechtspleging voor de gewone strafgerechten 128

3.1 De aanhangigmaking 128

3.1.1 De rechtstreekse dagvaarding 129

3.1.2 Andere vormen van aanhangigmaking 129

3.2 De verschijning van de partijen 130

3.2.1 Verstek 130

3.2.2 Verschijning in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat 131

Inhoud 12

3.3 Conclusies in strafzaken 131

3.3.1 Dwingende conclusietermijnen 132

3.3.2 Sanctie bij niet-tijdige neerlegging 132

3.3.3 Uitzonderingen op wering van laattijdige conclusies 132

3.4 Onderzoek ter terechtzitting 133

3.4.1 Ondervraging van de beklaagde 133

3.4.2 Getuigenverhoor 133

3.4.3 Deskundigen 134

3.4.4 Plaatsbezoek 134

3.4.5 Maatschappelijke enquête 135

3.5 De behandeling ter terechtzitting 135 3.6 Proces-verbaal van de terechtzitting 136

4 Het verloop van de rechtspleging voor het hof van assisen 136

4.1 De rechtspleging voor de aanvang van de terechtzitting 137

4.1.1 De procureur-generaal 137

4.1.2 De voorzitter 138

4.2 De rechtspleging ter terechtzitting 139

4.2.1 De preliminaire zitting 139

4.2.2 De zitting ten gronde 139

4.2.2.1 Taken van de voorzitter 139 4.2.2.2 Taken van de procureur-generaal 140 4.2.2.3 Oproeping en verschijning van alle partijen 140 4.2.2.4 Samenstelling van de jury 140 4.2.2.5 Behandeling van de zaak 141 4.2.2.6 De schuldvraag 142 4.2.2.7 De straftoemeting 143

5 Het bewijs in het strafprocesrecht 143

5.1 De bewijslast 143

5.1.1 Het vermoeden van onschuld 143

5.1.2 Drager van de bewijslast 144

5.1.3 Omvang van de bewijslast 144

5.2 De bewijsvoering 144

5.2.1 Vrijheid van bewijs 144

5.2.2 Onrechtmatig bewijs 145

5.2.3 Niet-toelaatbaar bewijs 146

5.3 De bewijsmiddelen 146 5.4 De bewijswaardering 146

6 De uitspraak 147

6.1 Basisbeginselen 147 6.2 Uitspraak over de strafvordering en de burgerlijke vordering 147 6.3 Motivering 149

Inhoud 13

7

Rechtsmiddelen 150

7.1 Verzet 150

7.2 Hoger beroep 151

7.3 Cassatieberoep 153

Hoofdstuk 6 De strafuitvoering 157

1 Uitvoering van de vrijheidsstraf 159

2 Uitvoering van de werkstraf 160

3 Uitvoering van de geldboete 160

4 Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (art. 464/1 tot en met 464/41 Sv.) 160

5 De uitvoering van de straf onder elektronisch toezicht 162

6 De uitvoering van de autonome probatiestraf 162

Bijlagen 165

1 Bijlagen bij het hoofdstuk ‘Vorderingen die uit een misdrijf ontstaan’ 167

1.1 Voorbeeld proces-verbaal aangifte 167 1.2 Voorbeeld proces-verbaal klacht: stalking en verklaring van rechten 180

1.3 Onmiddellijke inning verkeer 186

2 Bijlagen bij het hoofdstuk ‘Opsporing en onderzoek van strafbare feiten’ 187

2.1 Voorbeelden kantschriften 187

2.2 Minionderzoek of mini-instructie 191

2.3 Bevel tot medebrenging 192

2.4 De procureur des Konings vordert de onderzoeksrechter voor een gerechtelijk onderzoek + bijkomende vordering 193

2.5 De onderzoeksrechter geeft een opdracht voor een onderzoek 195 2.6 Klacht met burgerlijkepartijstelling bij de onderzoeksrechter 196

2.7 Verzoek inzage dossier door inverdenkinggestelde 197 2.8 Verzoek tot opheffing van inbeslagname van goederen 202

2.9 Blanco processen-verbaal aangepast aan de Salduz-wetgeving 208

2.10 Audiovisueel verhoor minderjarige 219

2.11 Proces-verbaal wedersamenstelling 228

2.12 Aanstelling deskundige 229

2.13 Huiszoekingsbevel 232

2.14 Inbeslagname: neerlegging griffie 233

2.15 Vervreemding van in beslag genomen goederen 238

2.16 Beslissing houdende toelating tot teruggave tegen betaling van een geldsom van in beslag genomen goederen 241

2.17 Vorderingen tot opvragen van telefoon- en internetgegegevens uitgaande van parket en onderzoeksrechter 243

Inhoud 14

2.18 Machtiging en bevelschrift tot telefoontap 259

2.19 Onderzoek aan het lichaam 273

2.20 SAS en DNA-onderzoek, aanstelling en verslag deskundige 274

2.21 Bevel tot vergelijkend DNA-onderzoek 286

2.22 Machtiging tot observatie parket 288

2.23 Misdrijven die mogen worden gepleegd bij observatie 292

2.24 Machtiging tot infiltratie 294

2.25 Inwinnen van bankgegevens 297

3 Bijlagen bij het hoofdstuk ‘Afsluiting van het onderzoek – rechtspleging voor de onderzoeksgerechten’ 303

3.1 Voorstel minnelijke schikking 303

3.2 Bemiddeling in strafzaken: overeenkomst 304

3.3 Verzoek bijkomende onderzoeksdaden bij onderzoeksrechter 305

3.4 Vordering Openbaar Ministerie na verzoek bijkomende onderzoeksdaden 309

3.5 Beschikking onderzoeksrechter op verzoek bijhorende onderzoeksdaden 312

3.6 Vordering Openbaar Ministerie en beslissing kamer van inbeschuldiginstelling op beroep tegen beschikking onderzoeksrechter 314

3.7 Vordering raadkamer 322 3.8 Beschikking raadkamer 323

4 Bijlagen bij het hoofdstuk ‘Het bewijs in het strafprocesrecht’ 325

4.1 Vonnis politierechtbank 325

5 Bijlagen bij het hoofdstuk ‘De strafuitvoering’ 328

5.1 Slachtofferfiche 328 5.2 Gevangenisbriefje 333 5.3 Vattingsbevel 335

Inhoud 15

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.