Inhoud
Inhoud Inleiding
17
HOOFDSTUK 1 Basisbeginselen van de Belgische staatsstructuur 1
2
3
Het beginsel van de scheiding der machten
21
1.1
Het begrip ‘scheiding der machten’
21
1.2
Een samenwerking der machten
22
België is een democratische rechtsstaat
23
2.1
Het begrip ‘democratie’
23
2.2
Het begrip ‘rechtsstaat’
24
België is een monarchie
25
3.1
Een koning als staatshoofd
25
3.2
De koning heeft enkel toegewezen bevoegdheden
25
3.3
De koning is onschendbaar en onverantwoordelijk
25
3.3.1 De onschendbaarheid van de koning
25
3.3.2 De onverantwoordelijkheid van de koning
26
Toch is de rol van de koning niet enkel symbolisch
26
3.4
4
België is een federale staat
27
4.1
Van een eenheidsstaat naar een federale staat
27
4.2
De indeling van België in vier taalgebieden
28
4.2.1 De vier taalgebieden
28
4.2.2 De vier taalgebieden als hoeksteen van de federale staatsstructuur
30
4.2.2.1 Het territorialiteitsbeginsel
30
4.2.2.2 De afbakening van de territoriale bevoegdheden van de deelgebieden
33
HOOFDSTUK 2 De hiërarchie van de rechtsnormen 1
2
3
Een veelheid aan regels
39
1.1
Nationale regels
39
1.2
Internationale en supranationale regels
40
De hiërarchie van de rechtsnormen
42
2.1
Plaats van de rechtsregels in de hiërarchie van de rechtsnormen
42
2.2
Betekenis van de hiërarchie van de rechtsnormen
43
De Grondwet als hoogste norm in de hiërarchie van de rechtsnormen
44
3.1
Wat is een grondwet?
44
3.2
De inhoud van de Belgische Grondwet
44
3.3
Kenmerken van de Belgische Grondwet
45
5
600013_Praktisch_staatsrecht_2022_inner.indd 5
25/05/22 08:19