Verlangen naar Egmond

Page 1


Verlangen Het verblijf van Gari Melchers en George

Hitchcock in Nederland

naar Egmond

Inhoudsopgave

Voorwoord Nederland

trekt mij van alle landen het meest. Ervan overtuigd dat je, om iets goed te kunnen doen, het grondig moet weten, ben ik een paar jaar geleden neergestreken in Egmond aan Zee, samen met een collega [Hitchcock]

die mijn passie voor dit land deelt

Gari Melchers (1886) 1

Al eeuwen hebben de drie Egmonden – Egmond aan Zee, Egmond-Binnen en Egmond aan den Hoef – een grote aantrekkingskracht op kunstenaars. In de zeventiende eeuw kwamen kunstenaars als Jacob van Ruisdael (1628/29-1682) en Jan van Goyen (1596-1656) naar deze rustieke plaatsen. De schilders brachten het serene kustlandschap met de heerlijke duinen, de ruïnes van de invloedrijke abdij en het machtige kasteel en de kerk aan de rand van het strand volop in beeld, waarbij ze zich

meermaals artistieke vrijheden permitteerden. De omgeving werd net wat grootser of aantrekkelijker voorgesteld dan het in werkelijkheid was. En de minder mooie kanten, zoals het zware leven van het gewone volk - zowel in de steden waar arbeiders vaak in vieze omstandigheden werkten, als in de dorpen waar vissers en boeren een schamel loon kregen voor lange dagen arbeid – lijkt geheel afwezig. De geschilderde landschappen waren als het ware een toevluchtsoord voor de beschouwers.

Niet heel anders was het in de negentiende eeuw. Met de komst van de industrialisatie veranderden zowel de stad, als de omliggende dorpen en de natuur. Kunstenaars trokken bewust naar de buitengebieden om het landschap net wat idyllischer in beeld te brengen dan het was, zonder rookpluimen en rafelranden. Dat geldt ook voor de Amerikaanse schilders George Hitchcock (1850-1913) en Gari Melchers (1860-1932). Zij zijn de hoofdpersonen van deze publicatie, die behoort bij de tentoonstelling Verlangen naar Egmond Van inspiratiebron tot kunstenaarsdorp (2025). Beide kunstenaars vestigden zich voor langere tijd in Egmond, waar ze zowel het landschap, als de bewoners vereeuwigden. Ook zij lieten het leven op zijn mooist zien, met prachtige bloemenvelden, stralende moeders met kinderen en gemoedelijke taferelen. Bovendien haalde Hitchcock een nieuwe schare internationale kunstenaars naar Egmond met zijn Art Summer School.

Hun zeventiende-eeuwse voorgangers kozen voor lage horizonten, waardoor de Hollandse wolkenluchten vrij spel hadden en de mens nietig leek. Melchers en Hitchcock verhoogden de horizon, zodat zij hun Egmondse modellen volop in beeld konden

brengen. Het veranderende perspectief op het landschap en de rol van de mens is invoelbaar in hun werk. De bewustwording van het landschap speelt ook vandaag de dag een grote rol in de samenleving. De natuur staat onder druk door de vergaande inmenging van de mens. Windmolens tekenen de kust van Egmond aan Zee, nodig voor de duurzame transitie, die het landschap in de toekomst ongetwijfeld nog meer zal transformeren. Daarmee verandert ook onze blik op de betekenis van de voorstellingen van Melchers en Hitchcock. Hoewel zij misschien niet als vernieuwers te boek staan, brengt hun Egmondse werk, waar voor het eerst wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan voor de tentoonstelling en deze publicatie, nieuwe inzichten. Bovendien moet kunstgeschiedbeoefening zich niet beperken tot alleen de grote vernieuwers. Een inclusieve benadering heeft ook oog voor kunstenaars die niet werkzaam waren in de avant-garde, maar zeker ook bereik en succes hadden. Amerikaanse kunstenaars die aan het einde van de negentiende eeuw in Europa werden opgeleid en werkten, zijn lang gezien als ‘inferieur’ aan Europese kunstenaars uit dezelfde periode, omdat hun werk niet echt gekenmerkt werd door een eigen Amerikaans karakter. Maar juist hun blik van buiten laat ons anders kijken naar onze omgeving. Hitchcock en Melchers sloten Nederland – en dan met name Egmond – in hun hart. Het is tijd dat wij op onze beurt datzelfde doen.

Dankwoord

De aantrekkingskracht die Egmond uitoefende op kunstenaars wordt zowel in deze rijk geïllustreerde publicatie, als in de tentoonstelling Verlangen naar Egmond. Van inspiratiebron tot kunstenaarsdorp getoond. Een dergelijk omvangrijk project is niet mogelijk zonder de bereidwillige medewerking van velen. Wij danken alle musea en kunsthandelaren die hun werk ter gelegenheid van de tentoonstelling in bruikleen wilden geven: Rijksmuseum, Amsterdam; Dordrechts Museum; Fondation Custodia, Parijs; The National Gallery, Londen; Gari Melchers Home and Studio, University of Mary Washington, Fredericksburg; Telfair Museums, Savannah; National Gallery of Art, Washington; Smithsonian American Art Museum, Washington; Museum van Egmond; Lawrence Steigrad Fine Arts, New York en The Thomas H. and Diane DeMell Jacobsen Ph.D. Foundation, Florida.

Ook zijn wij een aantal particuliere verzamelaars veel dank verschuldigd voor het aan ons toevertrouwen van hun werken. De gemeente Alkmaar en alle fondsen die aan de tentoonstelling of de publicatie hebben bijgedragen, zijn wij ook zeer dankbaar: The Netherland-America Foundation, BPD Cultuurfonds, Stichting Pieter Haverkorn van Rijsewijk en Stichting Gifted Art.

Tot slot zijn we dank verschuldigd aan talrijke personen die ons hebben voorzien van informatie, adviezen en ondersteunende werkzaamheden. Voor hun onmisbare bijdragen zijn we vooral Susan Martis (Gari Melchers Home and Studio), Rob Leijen (Historische Vereniging Egmond) en Peter van den Berg (die heel genereus zijn complete archief ter beschikking stelde) zeer erkentelijk. Daarnaast willen we de volgende personen hartelijk danken: Stephen Bartley (Archivist Chelsea Arts Club Archive / Heatherley’s), Heike Biedermann (Albertinum Dresden), Lisette Blokker (Regionaal Archief Alkmaar), Mark Cole (The Cleveland Museum of Art), Caroline Corbeau-Parsons (Musée d’Orsay), Sebastian Grigo (Stadtarchiv Düsseldorf), Stephanie Herdrich (The Metropolitan Museum of Art), Jacco Hooikammer (Openluchtmuseum Arnhem), Sunny Jansen, Mayken Jonkman (Rijksmuseum), Jeroen Kapelle (RKD), Christi Klinkert (Frans Hals Museum), Erik van Koeveringe, Sarah Kohn (Flint Institute of Arts), Ken Myers (Detroit Institute of Arts), Adrienne Quarles van Ufford (Museum Panorama Mesdag), Frans Smeding (Smeding Advies), Michael Stech (Naturalis), Renske Suijver (De Mesdag Collectie), Djalma Taihuutu (Van Gogh Museum), Kate Weinstein (Art Institute of Chicago), Hoang Tran (PAFA) en Andrew Weislogel (Herbert F. Johnson Museum of Art | Cornell University).

Verlangen naar Egmond

From Egmond commenced a career.
‘There’s where it all began’
Henrietta Lewis-Hind (1928) 2

In oktober 1884 stelden twee Amerikaanse kunstenaars voor het eerst hun werk tentoon in Nederland bij de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae.3 Beide kunstenaars, Gari Melchers (Detroit 1860 – Fredericksburg 1932) en George Hitchcock (Providence, Rhode Island 1850 – Marken 1913), gaven aan in Egmond aan Zee te verblijven. Een van de werken die Hitchcock toonde, had dan ook een typisch Egmonds onderwerp: Egmonder pinken. Of Melchers’ ingezonden schilderij De grootvader en het schilderij met de wat curieuze titel Naar buurvrouw kijken ook in Egmond waren geschilderd, is helaas niet bekend.4

Nog geen maand na de opening van de tentoonstelling in Amsterdam kochten George Hitchcock, zijn vrouw Henrietta Hitchcock-Richardson (1862-1938) en Gari Melchers een perceel op het Torensduin in Egmond aan Zee, waar ze direct een huis met atelier op lieten bouwen.5 Dit dorp aan de Noordzeekust was voor hen meer dan een tijdelijke bron van inspiratie. Om hun plannen uit te voeren leende Hitchcock een bedrag van 900 gulden bij de tien jaar jongere Melchers, die in de overeenkomst bedong dat hij deze lening te allen tijde kon intrekken, bijvoorbeeld na het verbreken van de vriendschap. Daarnaast liet Melchers in de akte opnemen dat hij altijd in het atelier mocht verblijven.6 Kennelijk was het huis op het duin vooral bedoeld als thuisbasis voor het echtpaar Hitchcock en was Melchers van plan om met regelmaat langs te komen [afb. 1].

Wie waren deze Amerikaanse kunstenaars die vandaag de dag in Nederland nog slechts bij een enkeling bekend zijn?

Waarom reisden ze vanuit Detroit en Chicago naar Europa

en later Nederland, om uiteindelijk hun weg te vinden naar Egmond aan Zee? Het is bijzonder dat zij het toen onbeduidende, kleine vissersdorp vonden, dat slechts bereikbaar was met een door een paard getrokken omnibus die twee keer per dag van Alkmaar naar Egmond reed.

Nog geen tien jaar voor hun komst waren de drie naast elkaar gelegen Egmonden – Egmond aan Zee, Egmond-Binnen en Egmond aan den Hoef – beschreven door de doopsgezinde predikant Jacobus Kraandijk, die wandelingen door Nederland maakte.7 Hij omschreef Egmond aan Zee ‘aan den voet der duinen, met hun blinkend witte toppen, met hun graauw groene hellingen scherp afstekend tegen de helder blaauwe lucht’, als een riekend doolhof van doodlopende straatjes en steegjes. Op het strand bij de vuurtoren zag hij bedrijvigheid bij zo’n veertig visserspinken.8 Egmond-Binnen, waar voorheen een van de invloedrijkste abdijen van Holland stond, was van een bloeiende

1 Gari Melchers (links) en George Hitchcock, Egmond aan Zee, circa 1890, foto Gari Melchers Home and Studio, University of Mary Washington, Fredericksburg

en belangrijke plaats tot ‘een klein en tamelijk vervallen dorpje afgedaald’ [afb. 2].9 En ook Egmond aan den Hoef, met de uitgebreide vruchtbare weilanden, was nog slechts een schim van het welvarende dorp waar ooit het machtige kasteel van de graven van Egmond stond [afb. 3].10 Kortom, geen van de drie Egmonden oefenden in de negentiende eeuw bijzondere aantrekkingskracht uit op reizigers als Kraandijk. En toch was het in Egmond ‘where it all began.’

De verklaring voor de belangstelling van Hitchcock en Melchers voor Egmond ligt deels in het fenomeen van Amerikaanse kunstenaars die in het laatste kwart van de negentiende eeuw naar Europa trokken omwille van hun opleiding. De meeste jonge kunstenaars in spe studeerden langdurig in Parijs, Londen, München of Düsseldorf, aan de academies of in ateliers van gerenommeerde meesters. Gedurende de zomermaanden maakten veel kunstenaars – en studenten – studiereizen naar andere landen in Europa, waarbij Nederland niet werd overgeslagen. Nederland vormde voor de Amerikaanse kunstenaars een aantrekkelijk reisdoel vanwege de zeventiende-eeuwse meesters die internationaal werden gezien als de top van de schilderkunst. De meeste Amerikanen bezochten dan ook het Rijksmuseum (tot 1885 nog in het Trippenhuis gevestigd) en het Stedelijk Museum te Haarlem, waar sinds 1862 onder meer het werk van Frans Hals werd getoond.

Bovendien was op de fundamenten van het rijke artistieke verleden van Rembrandt, Ruisdael en Hobbema in Nederland een nieuwe school herrezen van contemporaine meesters die

ook internationale bekendheid genoten: de schilders van de Haagse School. De gebroeders Jacob (1837-1899), Matthijs (1839-1917) en Willem Maris (1844-1910), Anton Mauve (18381888), Willem Roelofs (1822-1897) en Constant Gabriël (18281903) verheerlijkten het ongerepte Hollandse polderlandschap. Kunstenaars als Jozef Israëls (1824-1911) en Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) verbeeldden het dagelijks leven van boeren en vissers [afb. 4]. Werk van meesters van de Haagse School werd internationaal gezocht en ging met tientallen tegelijk in grote kisten de Noordzee en de Noord-Atlantische Oceaan over, waar industriëlen als James Staats Forbes, Edward Drummond Libbey en Frank Frick de werken voor hoge bedragen aan hun verzameling toevoegden [afb. 5].11 Amerikaanse kunstenaars als William Merritt Chase (1849-1916) bezochten de ateliers van hun Nederlandse vakbroeders dan ook graag, tijdens hun zomerse reizen door de Lage Landen. Zo bezocht Chase in 1903 de ateliers van Mesdag en Israëls, waarna hij laatstgenoemde omschreef als een charmant klein mannetje dat maar net tot zijn schouders reikte.12 Hitchcock en Melchers kenden in ieder geval Mesdag persoonlijk, vermoedelijk bezochten ook zij tentoonstellingen en ateliers van andere kunstenaars in Nederland.13

Hitchcock en Melchers verbleven jarenlang in de Egmonden, van 1884 tot respectievelijk 1905 en 1914. Ze schilderden het landschap, de bevolking en hun rituelen op grote en kleinere doeken in heldere kleuren. In hun stijl sloten ze eerder aan bij hun Franse tijdgenoten die de kleursensatie en het licht ver-

2 Claes Jacobz van der Heck, Gezicht op de abdij van Egmond, 1648, olieverf op paneel, 47,4 x 86,8 cm, Stedelijk Museum Alkmaar
[…] het geduchte slot van Egmond op den Hoef
G.W. Berckhout, Kasteel Egmond, 1653, olieverf op doek, 96 x 160 cm, Rijksmuseum, Amsterdam

heerlijkten, dan bij de Nederlandse schilders van de Haagse School, die ook bekendstaat als ‘de grijze school’. Door het verblijf van deze Amerikaanse schilders trokken steeds meer kunstenaars naar Egmond en zo vormde zich er in de zomermaanden een kunstenaarskolonie.

Hoewel Hitchcock en Melchers hun kleurrijke werken met Egmondse onderwerpen internationaal tentoonstelden – en niet zonder succes – is er geen werk van hen in een Nederlandse openbare collectie terechtgekomen. Ook in particuliere verzamelingen en in Europese museale collecties is slechts een klein aantal van hun werken bewaard gebleven. Het gevolg is dat de bekendheid van deze kunstenaars in Europa en zeker in Nederland bijzonder gering is. Een van de zeldzame keren dat er werk van deze kunstenaars in Nederland werd tentoongesteld, was tijdens de expositie Dutch Utopia in Singer Laren in 2010: een tentoonstelling over het effect van de Nederlandse kunst en cultuur op de Amerikaanse kunst rond 1900, de zogenoemde ‘Holland Mania’. In 2022 werd nog een bescheiden aantal werken van Hitchcock en Melchers getoond in de tentoonstelling Kunstenaarsdorpen in het Zuiderzeemuseum. Uiteraard houden ook Stichting Historisch Egmond, Huys Egmont en Museum van Egmond de herinnering aan deze kunstenaars en de Egmondse kunstenaarskolonie levend. Met deze publicatie, die verschijnt bij de tentoonstelling Verlangen naar Egmond. Van inspiratiebron tot kunstenaarsdorp (2025), beoogt Stedelijk Museum Alkmaar de geschiedenis van George Hitchcock, Gari Melchers en de Egmondse kunstenaarskolonie vast te leggen en opnieuw in de schijnwerpers te plaatsen

Jozef Israëls, De dag voor het afscheid, 1862, olieverf op doek, 102,5 x 126
Museum of Fine Arts, Boston, schenking van Alice N. Lincoln
Willem Roelofs, Weidelandschap met vee, ca. 1880, olieverf op paneel, 49,2 x 77,3 cm, Rijksmuseum, Amsterdam

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Verlangen naar Egmond by uitgeverijdekunst - Issuu