Universum NL

Page 17

De wereld ligt aan de voeten van Amsterdam. Tijdens de Gouden Eeuw zagen de Amsterdammers dat zo en in hun stadhuis, nu het Koninklijk Paleis Amsterdam, lieten ze dat letterlijk zien. Boven de ingang van de grote Burgerzaal troont de Stedemaagd, uitkijkend over de kaarten van de wereld en het heelal aan haar voeten. De drie ronde mozaïeken van marmer in de vloer van de zaal stellen het oostelijk en westelijk halfrond van de wereld en de sterrenhemel voor. Met een diameter van elk 624 centimeter zijn het de grootste kaarten ter wereld. In het midden van de zeventiende eeuw bouwde de stad Amsterdam een nieuw stadhuis, een prestigeproject zoals dat nog nooit was ondernomen. Te midden van een overdaad aan prachtige decoraties zijn de kaarten in de vloer van de Burgerzaal een essentieel deel van de ingenieuze boodschap die het gebouw zijn bezoekers meegeeft.

Rijkdom en Vrede Op 28 oktober 1648 legden drie zoontjes en een neefje van de zittende vier burgemeesters de eerste steen van het nieuwe stadhuis, dat al tijdens de bouw als ‘achtste wereldwonder’ werd geroemd. Kort daarvoor was in Münster het vredesverdrag ondertekend, dat een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog. Amsterdam had een belangrijke rol in de onderhandelingen gespeeld. In relatief korte tijd was de stad uitgegroeid tot de rijkste en machtigste van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Amsterdamse handelsschepen bevoe-

ren de wereldzeeën en brachten kostbare lading terug van de Oostzeekusten, uit Azië en Amerika. Dichter bij huis leverden landwinningsprojecten – zoals de aanleg van de Beemsterpolder – grote inkomsten op. Met de economische voorspoed ontstond ruimte voor de kunsten en wetenschappen en kwamen de schilderkunst, grafiek en de boekdrukkunst tot bloei. De stad werkte als een magneet op drommen immigranten, niet in de laatste plaats oorlogsvluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, en in 75 jaar tijd vervijfvoudigde de stadsbevolking van 30.000 inwoners in 1578 naar zo’n 170.000 rond het midden van de zeventiende eeuw (afb. 34). Geen wonder dat de wereldmetropool Amsterdam een stadhuis wilde bouwen dat haar machtige status weerspiegelde. In opdracht van het stadsbestuur werkte de architect Jacob van Campen plannen uit voor een enorm gebouw. Toen het in 1667 af was, had het een vloeroppervlak van ongeveer 25.000 vierkante meter, verspreid over zes verdiepingen, en torende het hoog uit boven de zee van lagere bebouwing van de stad. Geen schip dat de haven naderde kon nog ontgaan waar het centrum van de macht in Amsterdam zich bevond. Maar wie de complete boodschap van het gebouw wilde begrijpen, moest het van dichtbij bekijken. Jacob van Campen ontwierp zijn stadhuis als een tempel voor de stedelijke macht en als vredestempel. De voorgevel is perfect symmetrisch, met pilasters – platte zuilen – en midden op de gevel een driehoekig timpaan met beeldhouwwerk, elementen die ook in Romeinse architectuur te 63


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.