Microkosmos - De wereld in een Wunderkammer

Page 1


Drents Museum — Waanders Uitgevers

De grote wereld in het klein

Microkosmos. De wereld in een Wunderkammer gaat over verzamelen, ontdekken en verwonderen. De Kunst- en Wunderkammers ontstonden in de zestiende eeuw en kwamen tot grote bloei in de zeventiende en achttiende eeuw. In die

tijd maakte Europa via ontdekkingsreizen kennis met wonderbaarlijke voorwerpen uit andere delen van de wereld. Nieuwsgierig geworden ging men ‘rariteiten’ verzamelen – Kunst- en Wunderkammers worden ook wel rariteitenkabinetten genoemd.

Nautilusschelpen, kokosnoten, narwaltanden maar ook exotische dieren als de neushoorn en de olifant zorgden voor grote verbazing en verwondering. Aanvankelijk sloegen voornamelijk vorsten aan het verzamelen, later deed ook de gegoede burgerij mee. Talloze verzamelingen ontstonden in die tijd.

De Wunderkammer van toen is zoiets als de mancave nu: een plek waar met name mannen hun hobby of interesses kunnen uitoefenen. Was dat vroeger een speciale ruimte of kunstkabinet, tegenwoordig is het dikwijls een zolderkamer of garage die naar eigen smaak is ingericht en die vaak speciale voorwerpen herbergt. En daar gaat het in Microkosmos over: bijzondere objecten uit een dito context.

In de tentoonstelling en ook in dit boek komen heden en verleden bij elkaar en is de grote wereld in het klein bijeengebracht. Tal van mirabilia uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw ontmoeten dito objecten van hedendaagse kunstenaars die zich door de oude Wunderkammer hebben laten inspireren en hierop reflecteren. Er zijn vier thema’s te ontdekken in deze ontmoeting: arteficialia, naturalia, exotica en scientifica.

Na grote successen als het Terracotaleger van Xi’An (China), De Dode Zeerollen (Israël) en Frida Kahlo (Mexico) is Microkosmos de laatste tentoonstelling die ik onder mijn directeurschap voor ons museum kan maken. Hierin komen mijn passies samen: verzamelen en

verwonderen. En ook mijn vakspecialisaties kunstnijverheid en hedendaagse (figuratieve) kunst vormen de inhoudelijke lijn van tentoonstelling en boek. Na 45 jaar ga ik het Drents Museum wegens pensionering verlaten. Een droom is voor mij uitgekomen: van conservator werd ik algemeen directeur van dit fantastische museum. Ik dank al mijn collega’s voor hun nimmer aflatende inzet om ons museum naar grote hoogtes te stuwen, chapeau daarvoor. Ik dank ook alle collega-musea voor de bruiklenen, het Teylers Museum, het Missiemuseum en het Universiteitsmuseum Groningen in het bijzonder. Voorts de verzamelaars Henk Schiffmacher, Redmond O’Hanlon, Ramsey Nasr, Midas Dekkers, Boudewijn Büch (1948-2002), Dickie Zebregs, Mark Dion en Roy en Max Masin van de Stone Gallery. Ook wil ik Franck Smit graag bedanken voor zijn bijdrage aan dit boek. Mijn collega’s van het team Drents Museum die een bijdrage aan dit boek leverden zijn Irini Biezeveld, Jan van Zijverden, Berber van der Veer en Annemiek Rens.

Het boek werd uitgegeven door Waanders Uitgevers en de prachtige vormgeving werd verzorgd door Suzanne Hertogs (Ontwerphaven).

Rest mij u, trouwe bezoeker van het Drents Museum en Drents Museum De Buitenplaats, te danken voor uw loyaliteit. Door u is ons museum geworden wat het nu is, een der best bezochte van ons land. Tot ziens, ik ga u missen!

— Harry Tupan Algemeen directeur Drents Museum en Drents Museum De Buitenplaats

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord – Harry Tupan – 4

Inleiding – Annemiek Rens – 14

WUNDERKAMMER

Harry’s Wunderkammer. Een levenslange zoektocht naar schoonheid en verwondering  – Annemiek Rens – 16

Rariteitenkabinetten.

Het verzamelen van curiositeiten 1500-1800  – Franck Smit – 22

Wunderkammer Catalogus

– Harry Tupan, Irini Biezeveld en Jan van Zijverden – 52

VERZAMELAARS

Redmond O’Hanlon: Redmonds Cabinet of Curiosities  – 94

Ramsey Nasr: Het totale verzamelen – 100

Henk Schiffmacher: Museum Schiffmacher – 108

Boudewijn Büch en Teylers Museum: Het kastje van Boudewijn Büch: vreemde eend in de bijt? – 114

Mark Dion: Over wonderkamers. Een interview met Mark Dion door Jackie McAllister  – 120

Missiemuseum, Steyl: Van missioneren tot verwonderen  – 124

Stone Gallery: The origin of Art – 132

Dickie Zebregs: Mijn microkosmos: van Marktplaats tot tefaf naar museum  – 138

Midas Dekkers: Dood doet leven – 144

KUNST

De wederkeer van de Wunderkammer. De klassieke Wunderkammer als hedendaagse inspiratiebron  – Berber van der Veer – 152

Kunst Catalogus – Berber van der Veer en Harry Tupan – 162

Index van Grafische Mirabilia (deel I tot VI) – Beeldessays door Suzanne Hertogs – 2, 8-13, 88-91, 184-187

Over de makers – 188

Eindnoten – 190

Beeldverantwoording – 191 Colofon – 192

GRAFISCHE MIRABILIA

SUZANNE HERTOGS

ONTDEK NIEUWE WERELDEN gemaakt van de vergeelde pagina’s van NIMMER VERGETEN ENCYCLOPEDIEËN EN OUDE BOEKEN. Ze geven een kijkje in de passie en het avontuur van de verzamelaar. BLIK OP ONEINDIG ... VER-WUNDER-JE ...

In deze wereld staan verwondering, schoonheid en het curieuze centraal. Het is een wereld waarin een krokodil uit het plafond komt, een obscuur dodo-botje te zien is en zilveren nautilusbekers schitteren. Een plek waarin de geheimen van de natuur hand in hand gaan met de scheppingsdrift van de artistieke mens. Microkosmos is één groot kunstwerk waarin traditionele Wunderkammer-objecten gemixt worden met wonderlijke hedendaagse kunstwerken. Deze inleiding vormt een kennismaking met het onderwerp en de relatie met het Drents Museum, evenals een reisgids door dit bijzondere boek.

Microkosmos – De wereld in een Wunderkammer

Tijdens de veertiende eeuw worden de eerste Wunderkammers ingericht door vorsten en welgestelde lieden. In heel Europa worden honderden verzamelingen aangelegd. Vaak zijn het universele verzamelingen die zowel natuurlijke objecten (schelpen, gesteenten, opgezette dieren en planten) als door mensen vervaardigde objecten (gebruiksvoorwerpen, boeken, prenten en schilderijen) omvatten. Ze worden ook wel curiositeiten- of rariteitenkabinet genoemd. Deze speciaal gebouwde kabinetten met kunstvoorwerpen en wonderlijke zaken vormen de voorlopers van het museum. Ten tijde van de Verlichting veranderen ze langzaam van verzamelingen van mirabilia en curiositeiten naar verzamelingen objecten die geordend zijn volgens heersende wetenschappelijke en esthetische inzichten als een encyclopedische collectie. In de negentiende eeuw voelen de verzamelaars steeds meer de behoefte om hun collectie met een groter publiek te delen en worden de eerste musea geopend.

Kritische noot

Met Microkosmos willen we bezoekers een inspirerende ervaring bieden, vol verwondering en verdieping, rondom het thema ‘verzamelen’. Hierbij hoort ook een kritisch ge -

luid: rariteitenkabinetten en Wunderkammers zijn populair geworden in de zestiende en zeventiende eeuw door het toenemende contact met verre oorden, als gevolg van het Europese kolonialisme en de overzeese handel. Een rariteitenkabinet was voor de eigenaar een statussymbool, een teken van zijn intelligentie en kennis van de wereld (hoewel daar in de achttiende eeuw kritiek op kwam als gevolg van de Verlichting en de opkomst van wetenschap). De Wunderkammer pretendeerde een overzicht te bieden van alles wat de wereld te bieden had. Het was een persoonlijke versie van de wereld, die de opvattingen en smaak van de eigenaar weerspiegelde.

Deze particulieren, maar ook de musea na hen, veronderstellen dus dat zij het recht hebben om verhalen over alles en iedereen in de wereld te construeren. Daarmee plaats je jezelf op een bepaalde manier boven andere mensen en culturen. Als museum is het onze taak om dergelijke oude, koloniale narratieven niet (onbedoeld) te reproduceren door enkel te focussen op de positieve kant van de medaille: de Wunderkammer biedt inspiratie, verwondering, een positieve houding ten opzichte van alles wat anders is enzovoort. We moeten ook de andere kant van de medaille belichten en kritisch naar het concept ‘Wunderkammer’ kijken. In Microkosmos wordt dan ook ruimte gegeven aan dit kritische geluid. We nodigen de lezer uit om de wereld met een frisse, kritische blik te bekijken.

Hedendaagse Wunderkammer-kunst

Het eclectische karakter van de Wunderkammer sluit naadloos aan bij de postmoderne benadering van kunst, waarin fragmentatie, verrassende combinaties en herinterpretatie centraal staan. In musea en galerieën zien we steeds vaker exposities die het gevoel van een Wunderkammer oproepen. Installaties met rariteiten, hybride sculpturen en assemblages van gevonden objecten. Het is dan ook niet verrassend dat hedendaagse kunstenaars zich graag laten inspireren door de Wunderkammers van verzamelaars uit vorige eeuwen. Hedendaagse kunst geïnspireerd op klassieke Wunderkammer-objecten laat zien dat de fascinatie voor het verzamelen en het combineren van het wonderlijke en het vreemde nog steeds voortleeft. De behoefte verwonderd te raken is een eigenschap die de eeuwen overstijgt.

Verwondering in het Drents Museum

In navolging van welgestelde personen als de Drentse belastingontvanger Johannes van Lier (1726-1799) gaan ook de directeuren en conservatoren van het Drents Museum vanaf 1854 bijzondere objecten bijeenbrengen en tentoonstellen. Het museum beheert anno 2025 bijna 100.000 objecten uit de prehistorie tot het heden. De diverse collecties archeologie, kunst en geschiedenis worden met elkaar verbonden door een rode draad van verwondering. Rariteiten uit het dagelijks leven van lang en kort geleden bieden samen met beeldende kunst en kunstnijverheid een kijk op de wereld, en bieden de wereld een blik op Drenthe.

De verzamelgeschiedenis van het museum staat centraal in de ‘Zaal van de Verwondering’ van de vaste collectiepresentatie Labyrinthia . Ook is er een verbinding met het Naturaliënkabinet dat in het Nijsinghhuis van Drents Museum De Buitenplaats in Eelde te vinden is. Deze ruimte werd in de jaren 1992-2007 beschilderd door Clary Mastenbroek met flora, fauna, fossielen en vrouwelijke figuren. Ook in de hedendaagse kunst-collectie verzamelt het Drents Museum werken waarin verwondering een belangrijke rol speelt.

Op reis door Microkosmos

Allereerst bevat het boek een interview met Harry Tupan, het grote brein achter dit project, waarin zijn zoektocht naar schoonheid en verwondering centraal staan. Het artikel geeft een kijkje achter de schermen bij een leven lang verzamelen, beginnend bij een jongen uit Hoogeveen en eindigend met een 45 jaar lange loopbaan bij het Drents Museum. Ook zijn persoonlijke verzameldrift waarbij hij in de afgelopen decennia een bijzondere verzameling Wunderkammer-objecten tot stand kwam, komt aan bod.

Vervolgens geeft oud-directeur van het Universiteitsmuseum Groningen Franck Smit een uitgebreide toelichting op de geschiedenis van het fenomeen Wunderkammer. Dit artikel geeft een stevige basis voor de rest van het boek. Het wordt gevolgd door een catalogusdeel waarin een aantal klassieke Wunderkammer-objecten die in de tentoonstelling te zien zijn nader toegelicht worden. Tupan en conservatoren Irini Biezeveld en Jan van Zijverden schreven deze teksten.

DE BEHOEFTE VERWONDERD TE RAKEN is een eigenschap die DE EEUWEN OVERSTIJGT

Bij de tentoonstelling zijn bijzondere collectioneurs en instellingen betrokken. Zij geven een kijkje in hun Wunderkammer-verzameling door objecten uit te lenen voor de tentoonstelling en een bijdrage te leveren aan dit boek. Hun inbreng laat duidelijk zien waar persoonlijke voorkeuren de focus van een verzameling bepalen. Zo is Henk Schiffmacher als beroemde tattookunstenaar een fervent verzamelaar van alles wat met de versiering van het menselijk lichaam te maken heeft. Redmond O’Hanlon is als echte ontdekkingsreiziger juist te herkennen aan zijn verzamelde objecten van ver. Midas Dekkers is de bioloog die onder meer opgezette dieren en skeletten presenteert. Ramsey Nasr behandelt via zijn verzamelde objecten maatschappelijke thema’s. Teylers Museum maakt de bijzondere bibliofiele verzameling van de overleden Boudewijn Büch zichtbaar. Het Missiemuseum vertelt via hun collectie over de geschiedenis van de missionarissen. Mark Dion heeft als hedendaags kunstenaar een geheel eigen perspectief op het fenomeen Wunderkammer. Ook vonden we het belangrijk om de betekenis van de handel bij onze selectie mee te nemen. Verzamelen is immers onlosmakelijk verbonden met commercie en handel. Dickie Zebregs neemt ons mee in een prachtig verhaal van een jonge verzamelaar die via Marktplaats op de tefaf terecht komt. Vader en zoon Roy en Max Masin vertellen vol passie over hun bijzondere Stone Gallery. Fotograaf Texas Schiffmacher maakte speciaal voor dit boek wonderschone verzamelaarsportretten.

Het volgende onderdeel van het boek betreft hedendaagse kunst die geïnspireerd is door het Wunderkammer-thema. Junior-conservator Berber van der Veer schreef een inleiding over dit fenomeen. Vervolgens wordt een aantal kunstwerken uit de tentoonstelling besproken door Van der Veer en Tupan. Tot slot is dit boek samengesteld onder de artistieke leiding van ontwerper Suzanne Hertogs. Haar ontwerpstijl past perfect bij het onderwerp; Hertogs heeft er niet alleen voor gezorgd dat de artikelen prachtig zijn vormgegeven, maar zij voegde ook een aantal bijzondere eigen pagina's onder de titel De Index van de Grafische Mirabilia toe, die door het hele boek verspreid zijn.

Welkom in de wondere wereld van de Wunderkammer.

— Annemiek Rens, Hoofdconservator Drents Museum

Met dank aan Rianne Schoonderbeek, Irini Biezeveld en Berber van der Veer

Harry’s Wunderkammer

Interview Annemiek Rens met Harry Tupan

Dit gesprek vindt plaats in Harry’s eigen studiolo: zijn studeerkamer in hartje Assen. Natuurlijk is dit een kamer vol boeken, want als er iets is waar de directeur van het Drents Museum van houdt, zijn het boeken. Plankenvol. Waarvan een belangrijk deel door hem geschreven of geïnitieerd. Maar er is meer. De kamer staat vol met wonderlijke objecten: schedels, schildpadden, nautilusen kokosnootbekers, schelpen en nog veel meer. Beneden gaat het verder. Daar staan een kleurrijke opgezette toekan, een aantal in zilver gevatte benen objecten en een gordeldier. De muren hangen vol met kunst. In zijn allerlaatste tentoonstelling, na 45 jaar trouwe dienst (van ‘krullenjongen tot directeur’) komen beide passies samen. Microkosmos – De wereld in een Wunderkammer vermengt klassieke Wunderkammer-objecten met hedendaagse kunst. In dit interview praat ik met Harry over zijn verzameldrift en levenslange zoektocht naar schoonheid en verwondering.

Eieren, geweien en pijpenkoppen

A: Jij was als kleine jongen al een verzamelaar.

H: Ja, dat klopt. Toen ik 12 of 13 was, ging ik buiten de gemeentegrenzen de weilanden en het bos in om eieren te zoeken, dat mocht toen nog. Ik kreeg van mijn moeder zo’n mooie witte schoenendoos en daarin legde ik de door mijzelf uitgeblazen eieren: een ganzenei, een eendenei, maar ook had ik eitjes van fazanten en grutto’s.

Toekan, taxidermie Big Bear Affairs/Björn Berendsen, hoogte: ca. 50 cm, particuliere collectie

Pieter Pander, Portret van Harry Tupan, 2025, olieverf op paneel, 60 × 60 cm, particuliere collectie

Gehoorbeen van een potvis, negentiende eeuw, hoogte: 19 cm, particuliere collectie

De familie van mijn moederskant, de Drentse familie, die hadden ook allemaal iets met natuur. De grootvader van mijn moeder was boswachter in Kremboong, dat is een gehucht tussen Stuifzand en Tiendeveen, vlak bij Hoogeveen. In de gang bij mijn oma thuis hing een hertengewei. Een mooie schedel op een rond houten plaatje met twee stangen zoals dat heet, geweitakken. Ik heb altijd gedacht: dat wil ik heel graag ooit hebben. Ik heb het recent van mijn tante geërfd en nu hangt het gewei bij mij in huis.

A: Het gewei waar het samen met de eieren misschien allemaal wel mee begonnen is?

H: Ja, daar is mijn interesse mee begonnen. En dan was een oom van mijn moeder de jachtopziener van Kroondomein Het Loo. Ik herinner me dat ik daar in de vakanties mee

naartoe mocht. Hij had een schuur en daar lagen allemaal hertengeweien. Van die oudoom kreeg ik geweistangen en die heb ik hier ook nog liggen. Dat verzamelde ik toen al en ik vond dat fantastisch. Zo is het eigenlijk een beetje begonnen, die naturalia-achtige dingen … Op de middelbare school had ik een biologieleraar, meneer Veurink, en die had achter in zijn klas een stalen kast met mooie mineralen, bijzondere stenen, artefacten, schedeltjes en pijpenkoppen. Ik ging altijd achter in die klas zitten en ik zat daar alleen maar naar te kijken.

A: Startte daar je fascinatie voor pijpenkoppen?

H: Ja, ik ben toen pijpenkoppen gaan verzamelen en dat is volstrekt uit de hand gelopen. Het ging mij hoofdzakelijk om het zoeken. Ik ging alle akkers en ook bouwplaatsen af in de hoop om iets te vinden. Ik had toen een van de grootste verzamelingen van Nederland, want als ik iets doe, dan wordt het bijna maniakaal. Ik heb dat ook nog steeds in mijn werk: als ik een onderwerp heb, dan wil ik het helemaal uitpluizen. En ik ben in die zin ook een beetje een postzegelverzamelaar, het moet compleet zijn bij mij.

A: Maar die pijpenkoppen verzamelde jij dus als jongetje al?

ALS IK IETS VERZAMEL, dan

wordt het bijna

MANIAKAAL

H: 15 jaar was ik, ik heb nog een krantenartikel uit het Nieuwsblad van het Noorden van toen waar ik in sta met die pijpenkoppen. Iedereen vond het heel bijzonder, want niemand deed dat.

Verwondering versus reality

A: Was jij weleens in een museum geweest?

H: Ja, mijn ouders gingen onder andere met mij naar het Drents Museum. Ik ben er voor het eerst geweest toen het nog in het huidige Drents Archief zat. Daar zag je oude negentiende-eeuwse vitrinekasten vol met archeologische artefacten staan. Ik bewaarde ook alle entreekaartjes van elk museum dat ik bezocht. Ik vond het geweldig om naar musea te gaan, toen al.

A: Je vertelde net over de familie van je moeder. Zij was hoofd van een school. Ik kan me voorstellen dat zij jouw zoektocht naar kennis heel erg stimuleerde.

H: Wat ik het belangrijkste vind dat ik van huis uit heb meegekregen, is dat ik verplicht iedere woensdag boeken moest halen in de bibliotheek. Ik ging natuurlijk altijd zoeken naar boeken over stenen, vuurstenen artefacten en dat soort dingen. Het eerste boek dat ik op dat gebied las, heette iets als De stenen en mineralen-gids. Dat boek kreeg ik van mijn ouders en dan zat ik eindeloos naar die plaatjes te kijken.

A: En je vader?

H: Dat is de Indisch-Molukse tak. De huizen van die familieleden hingen vol met dingen waar ik helemaal flabbergasted van was. Bij ieder familielid hing wel een grote schildpad aan de muur, zat een paradijsvogel op een stok, dat soort objecten. Dat was voor hen een herinnering aan thuis. En als je bij mij thuis rondkijkt, zie je ook opgezette vogels. Ik heb zo’n spijt dat ik die paradijsvogel uit mijn familie niet meer heb, want die dingen mag je natuurlijk niet meer hebben.

A: Zou je dan misschien kunnen zeggen dat vanuit je moederskant eigenlijk het zoeken naar informatie en een bepaalde structuur daaraan geven kwam, en vanuit je vaderskant het zoeken naar het bijzondere?

H: Ja, de verwondering vanuit mijn vaderskant, de reden en de reality echt van mijn moeder.

Geestverwanten

A: Ik denk dat in jouw klas of omgeving niemand was die ook met zulke dingen bezig was.

H: Niemand. Niemand! Pas toen ik in Leiden museologie ging studeren (en later kunstgeschiedenis, archeologie en architectuur in Groningen), ontmoette ik geestverwanten die hetzelfde over dingen dachten, die dezelfde passie hadden.

INTERVIEW / Harry Tupan
Op een bepaald moment kun je niet verder, DAN IS HET

Het mooiste boek waarover ik tentamen deed, dat was echt een heel dik boek, wel vier- tot vijfhonderd bladzijden. Het was een boek van Frits Duparc: Een eeuw strijd voor Nederlands Cultureel Erfgoed . Dat ging over de geschiedenis van musea en iedereen zag als een berg tegen het lezen op, maar ik vond het fantastisch – ook om die verzamelpraktijk, om hoe musea ontstaan zijn.

A: En beschreef je je eigen verzameling ook?

H: Ja, bij die pijpen had ik overal fiches van gemaakt, in kaartenbakken, genummerd – dat heb ik allemaal gedaan.

A: Dan bedacht je zelf een systeem?

H: Ja, het was een heel makkelijk systeem. Het begon bij 1 en het ging door tot honderden. Ik heb dat heel lang volgehouden. Die kaartjes correspondeerden dan met het object, ik kon het zo heel makkelijk aanvullen.

En met onder andere die pijpenverzameling maakte ik in 1983 ook mijn eerste tentoonstelling voor het Drents Museum: Wolken van genot. De geschiedenis van tabaksgebruik in Nederland

Alles gaat met hartstocht en passie. Toen ik die kleipijpen verzamelde, had ik ook een heel grote bibliotheek.

A: Waar is dat allemaal nu?

H: De boeken heb ik laten veilen, want toen ging ik met zilver verder, en de tabakspijpen heb ik voor een deel aan het huidige Amsterdam Pipemuseum aan de Prinsengracht overgedaan.

A: Eigenlijk was dat deel voor jou afgerond.

H: Ja, als ik klaar ben, ben ik klaar. Het is ook niet zo dat ik me aan iets hecht en dat ik dan alles moet bewaren. Het gaat mij meer om de persoonlijke verdieping, dat ik me er helemaal op invreet – en op een bepaald moment kun je niet verder, dan is het klaar.

Connaisseurschap

H: Ik doe heel veel vanuit mijn gevoel. Eigenlijk zou je dat connaisseurschap kunnen noemen. Daarvoor hoef je niet per se een academische opleiding voor te hebben, dat is ook wat je uit de praktijk ophaalt door veel te kijken en te doen, veel te zien, dat je dat gaat beheersen. Ik ben heel gevoelig voor dat soort dingen. Dat vind ik ook met die hele Wunderkammer-praktijk zo belangrijk. Maar ik ben wel een beetje – ik weet niet of dit het goede woord is – monomaan, bijna encyclopedisch ook. Dat kan eigenlijk niet, want Wunderkammers zijn eindeloos, dat houdt nooit op. Ik vind het zo mooi om daarover na te denken.

A: Wat is dan de focus van jouw eigen Wunderkammer-verzameling, wat maakt jouw verzameling uniek?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.