Spiegel december 2021 - bijlage poëziebundel

Page 1

Poëziebundel UilenSpiegel vzw

Kronkelprijs 2021 Thema: Spiegel


Poëziebundel UilenSpiegel vzw

Kronkelprijs 2021 Thema: Spiegel

Een woordje van dank Dank aan alle 65 deelnemers aan deze poëziewedstrijd. Dank aan de vele vrijwilligers van UilenSpiegel die de administratie en promotie van de deze wedstrijd hebben verzorgd en het online event in goede banen hebben geleid. Een warme dank ook aan onze juryleden, voor hun vrijwillige inzet.

Reglement 2021 1.

Het thema is ‘Spiegel’.

2.

Iedereen met een psychische kwetsbaarheid, wonend in België, mag deelnemen.

3.

Je mag slechts één gedicht insturen (lengte maximaal één bladzijde A4).

4.

Enkel getypte teksten worden aanvaard. Toegestane tekstformaten: .txt, .doc, .docx, of OpenOffice. Scans worden niet toegestaan.

5.

Het gedicht mag nog niet eerder gepubliceerd zijn.

6.

Uiterste inzenddatum: 31 augustus 2021.


Artieste: Rebecca - Myilln - www.myilln.com

Rebecca schreef ons over haar tekening die ze maakte voor de Kronkelprijs: Het eerste beeld dat in mij opkwam toen ik aan het woord ‘spiegel’ dacht, was dat van een vrouw die naar haar eigen reflectie kijkt. Die stapt vervolgens uit de spiegel en geeft haar een stevige knuffel. “Alles is goed,” fluistert de reflectie, “ik geloof in jou. Jij mag er zijn.” In de spiegel kijken en mezelf zien staan, is altijd erg confronterend voor me geweest. Ik zie plekjes die ik niet mooi vind en mijn gezicht herinnert me aan iemand waar ik niks meer mee te maken wil hebben. Kortom, een spiegel is een heel confronterend object. Sinds een paar maanden volg ik coaching en ben ik op weg me opnieuw te leren kennen en emoties toe te laten die ik jarenlang heb onderdrukt, waar ik me voor schaamde of waarvan ik dacht dat ik ze niet mocht voelen. Nu toon ik ze voorzichtig aan de wereld en verbaas ik me erover dat er met compassie op wordt gereageerd. Hoe meer ik mezelf werd, hoe minder eng en confronterend mijn spiegelbeeld werd. Tot ik er op een dag voor stond en eigenlijk heel trots was op de persoon die ik weerspiegeld zag. Zo trots dat ik mezelf wel een knuffel kon geven.


Paul Vincent wint de Kronkelprijs 2020 Interview: Ann Buekenhoudt Naar goede gewoonte vond eind november de uitreiking van de Kronkelprijs voor poëzie van UilenSpiegel plaats. Ook dit jaar werd het noodgedwongen een online editie. Maar dat nam niet weg dat de deelnemers hebben genoten van de poëzie van de tien laureaten en de muzikale intermezzo's. Als winnende gedicht werd door de jury gekozen voor “Het begin van voortaan” van Paul Vincent. Wij legden hem een aantal vragen voor.

Wie is Paul Vincent?

Ik ben geboren in de stad van Louis Paul Boon maar finaal in de Stille Kempen beland. Persoonsverwarring is zeker mogelijk. Ooit ben ik per vergissing door de VRT uitgenodigd voor een radio-interview. Een bekende naamgenoot die in Londen woont, vertaalt heel wat Nederlandstalige poëzie en proza naar het Engels en hij had net de Vondel Translation Prize gewonnen voor de vertaling van Mijn kleine oorlog, oorspronkelijk geschreven door … Louis Paul Boon. Ik beperk me zelf echter tot het af en toe schrijven van een gedicht.

Wie of wat heeft je ertoe aangezet om te dichten?

De dubbelfluit van Anton van Wilderode was in de middelbare school (ondertussen bijna een halve eeuw geleden) hét handboek voor literatuuronderricht. Voor de meesten van mijn klasgenoten was dit met grote tegenzin verplichte lectuur, maar voor mij ging er tijdens die lessen een wereld open. Ik zie nog de donkerbruine kaft van het tweedelig werk voor me; er stond een beeldhouwwerk op afgebeeld dat te bewonderen is in het Middelheimpark te Antwerpen.

Heb je een favoriet thema?

Ik laat me graag boeien door historische thema’s. Ik hou daarbij van het noodzakelijke opzoekingswerk dat dan onbewust steeds verder uitgebreid wordt. Als ik plan om één gedicht te schrijven, resulteert dat op die manier gemakkelijk in een reeks gedichten. Ook beeld- of schilderkunst is al meermaals een inspiratiebron geweest.

Schrijven is 20% inspiratie en 80% transpiratie wordt weleens gezegd. Ben je het eens met deze uitspraak?

Zeker niet! Persoonlijk moet ik het immers houden bij een verhouding van 10% inspiratie (of zelfs minder!) en 90% (of nog meer) transpiratie. Ik ken dichters die op amper een kwartier tijd een perfect gedicht kunnen neerschrijven, maar bij mij is dat een proces van weken, maanden schrijven en schrappen.

Is dit de eerste keer dat je in de prijzen valt met je poëzie? Af en toe valt me de eer te beurt een prijs te winnen.

Wat raad je beginnende dichters aan? Hoe schrijf je een goed gedicht?

Gedichten lezen, lezen, lezen,… Poëzie lezen, doet poëzie schrijven. Je hoeft niet te vrezen te veel beïnvloed te zullen worden door een bepaalde dichter of stijl want vroeg of laat vind je toch je eigen weg en eigen stem. Belangrijk is ook in oprechte dialoog te kunnen gaan met andere dichters die eerlijk hun mening willen en durven geven. Ik ben lid van een dichterscollectief. Dat werkt enorm motiverend en is bijzonder constructief.

Wil je nog iets kwijt aan onze lezers?

Durf met je poëzie naar buiten te komen en geniet van het schrijven!


Op de 1ste plaats het gedicht ‘het begin van voortaan’ van Paul Vincent

het begin van voortaan elk watervlak draag ik nu op handen ik zie de eenvoud in tweevoud verschijnen mijn linkerhand schrijft als nieuw de andere kant van mijn denken weg de woorden die ik te lezen krijg vloeien ondersteboven heen achter glas staat een man die ik niet langer dien te zijn geen spiegel die mij nog breken kan

Paul Vincent schreef wel eens gedichten als puber, maar pas op latere leeftijd kwam dichten echt op gang. Het zijn de details die het hem doen bij hem. Er blijft iets rondspoken in zijn hoofd en dan moet er wel een gedicht van komen. Hij is niet echt een veelschrijver; er vloeien slechts een tiental gedichten per jaar uit zijn pen. Waar andere dichters misschien in een kwartier een gedicht uit hun mouw schudden, kan het bij Paul weken duren. Hij neemt er zijn tijd voor, zoals voor alle goede dingen des levens tijd moet genomen worden. Soms zijn er wel tien versies alvorens er een eindproduct is. Als dat gedicht er dan is, durft hij nóg twijfelen over het definitieve resultaat. Het is dus zelden goed genoeg. Het bezig zijn met een gedicht laat hem toe om een andere wereld te betreden, het dwingt hem om zijn gedachten te verzetten. Een gedicht dat niet af is, houdt hem bijna continu bezig en dat bedoelt hij geenszins negatief.


Op de 2de plaats het gedicht van Kathy Van Loven

Zie jij ook die scheur in de spiegel in je ooghoek, die kier, dat litteken dat nog vers ruikt? Soms giert de wind erdoor en kraakt het zo En dan is het terug muisstil De grens wordt kleiner wel Het duister ligt echter op de loer Maar ik omarm Het hoort voortaan bij mij En maakt me minder bang Toch telkens ik naar de scheur in de spiegel kijk En even mijn blik laat afdwalen Lijkt het of het me roept Het gefluister Dan doe ik mijn ogen dicht Klem mijn zwetende handen hard vast Heel hard zodat de storm in mijn hoofd me niet meesleurt De storm gaat liggen Ik blijf overeind Maar daar in de spiegel zie ik in een ooghoek die scheur, dat litteken, de soms gierende wind, het gekraak, de plotse stilte en duister dat geduldig wacht Maar ik omarm De scheur blijft maar wordt minder scherp De randen worden zachter en weerspiegelt niet enkel meer het gefluister in het duister Kathy Van Loven dicht al sinds haar puberteit. Ze verkeerde toen in een erg moeilijke thuissituatie. Bij gebrek aan iemand om mee te praten, begon ze haar emoties neer te schrijven. Ze schreef haar verdriet, onmacht, boosheid en verwarring letterlijk van zich af. Kathy is geen veelschrijver, maar ze houdt ervan om te kunnen schrijven over wat er in haar borrelt, om de gedachten in haar hoofd te kunnen ordenen en hieraan uiting te geven via een gedicht of verhaal. Dichten valt vaak samen met wat ze voelt op dat moment, een klein detail uit het alledaagse leven, een lied, iemand die ze tegenkomt, een geur en zoveel meer. Vanuit haar hoofd, hart en ziel komen de woorden tevoorschijn en voeren haar mee, om dan weer hun eigen weg te gaan. Dichten is een vloeiend proces voor haar. Ze leest haar gedichten luidop na om te voelen of ze goed zijn en of de boodschap, de emotie en de betekenis overeenkomen met wat ze wil meegeven.


Op de 3de plaats het gedicht van Kato Van Dyck

Dapper duwt de dag het duister om. Twijfelend, tuimelend naar het zijn openen mijn ogen, andersom. Zomerzon heelt zacht mijn lichaam rein. Hoofd vol van verhalen rekt zich uit. Welkom woorden in mijn zingend brein. Want deze ochtend maak ik mezelf. Wat een eer om ik te mogen zijn!

De eerste herinnering die Kato Van Dyck heeft aan zelf gedichten schrijven, is toen ze in de lagere school een elfje moest schrijven. Een elfje is een dichtvorm bestaande uit elf woorden verdeeld over vijf regels. De leerkrachten vonden haar elfje zo goed dat het sindsdien prijkt op de voorgevel van haar school. Kato is bezig met een dichtbundel uit te brengen en ze is bijna elke dag – meer onbewust dan bewust – bezig met haar poëzie. Schrijven is voor haar een manier van omgaan met wat er in haar verleden allemaal heeft plaats gevonden. Het geeft haar de kans om elke keer opnieuw de pijn en het leed te kunnen verwerken.


Op de 4de plaats het gedicht ‘TOT NU EN ALTIJD…’ van Margot Van Braekel

Tot nu en altijd... Betoverende reflectie in diepe wateren van onze ziel Wat aan de oppervlakte schemert waakt en woekert zo te zien Zalig zonder bedeesd zijnde zuiver bescheiden zelf Aan de oevers van ons bestaan verbonden doch ongebonden vrij van materie Als onbevreesd welwillend waardig wezen In de diepte van mijn wanen starend woelen als een geest Leren zwemmen in de spiegel van jouw ogen waarin liefde onvoorwaardelijk gegeven tot nu en altijd leeft.

Margot Van Braekel is dichter al van zolang ze zich kan herinneren. Alles wat er in haar leeft kan een aanzet vormen om te gaan schrijven. Dat heeft tot resultaat dat ze echt een veelschrijver is geworden. Essentieel bij poëzie is dat het goed voelt en vanuit het hart geschreven wordt, in naam van de liefde en het leven. Ook haar kwetsbaarheid speelt een rol. Het thema ‘spiegel’ vond ze ietwat confronterend. Toch kostte het haar geen moeite een gedicht te schrijven; het kwam spontaan vanuit haar hart. Ze ervaart taal soms als een beperking om wat er in haar leeft te uiten, “maar het is zo plezant om ermee te spelen,” vindt ze.


Op de 5de plaats het gedicht ‘SPIEGEL’ van Joke Verheyen

Spiegel Omgekeerd kijken, doe ik achter haar rug. Waar de kamer, in stilte, niets dan ruimte is. De plek waar ik niet kom, waar zij is. De vrouw die ik niet aankijk, misschien zoekt ze wel mijn blik. Zo frontaal dichtbij, wil ik liever achteraan, ontdekken wat zij verbergt. Zij toont niet wat ik achterhoud. De kamer spreekt niet voor zich. Al nodigt ze uit andersom te kijken, te zien wat anders is en is dat altijd gelijk. Ik weiger haar te raken, te voelen wat zij voelt. Maar in het licht van diezelfde andere kamer, zie ik klaar en helder hoe zij dat telkens toch weer doet.

Taal fascineert Joke Verheyen al van kindsbeen af. Het creatieve proces wordt in gang getrokken als ze overspoeld wordt door gebeurtenissen en gedachten. Schrijven ordent en plaatst de dingen in perspectief. Het werkt verhelderend, sussend en troostend. Er zijn periodes waarin ze veel schrijft en periodes waarin dat helemaal stil ligt. Als het gaat over dichten moet het vooral intuïtief goed aanvoelen, ritmisch en vloeiend zijn. Het hoeft voor haar niet literair te zijn, al moet de spelling op z’n minst correct zijn.


Op de 6de plaats het gedicht van Anne Van Camp

ik ontmoet ze elke dag vluchtig de waarheid ontwijkend dat het licht die ze ooit bezaten nu verdwenen is het dunne laagje zilver verhult de donkerte niet of de zilte zee van tranen die ze herbergen het afscheid voorkomt de vloed ieder onze eigen weg tot de volgende ontmoeting met die ogen in de spiegel

Anne Van Camp neemt voor de allereerste keer deel aan een wedstrijd met één van haar schrijfsels. Ze schrijft om de chaos aan gedachten en gevoelens te ordenen. Als het raast in haar hoofd lukt spreken soms niet meer en is het voor haar gemakkelijker om het neer te pennen. Dat kan in stopwoorden zijn, in poëzievorm of in lange stukken tekst. Ze schrijft heel vaak, vooral voor zichzelf. Die schrijfsels hoeven niet mooi te zijn, noch juist, noch perfect, vindt Anne. De zeldzame stukken die ze toch deelt met de buitenwereld krijgen wél verschillende correctierondes te verduren. Daar is ze best wel veeleisend in! Het gedicht voor de Kronkelprijs stond echter in enkele minuten op papier. Nadat ze onze oproep zag kreeg ze meteen inspiratie en kribbelde de woorden vervolgens snel ergens neer om ze niet kwijt te spelen.


Op de 7de plaats het gedicht van Joke Van Der Straeten

Wanneer ze in de spiegel kijkt Strijkt ze zachtjes over haar gezicht Er rolt een traan over haar wang Spiegel Spiegelt Droefheid Wanneer ze in de spiegel kijkt Kijkt de angst haar in de ogen Ze schrikt … Spiegel Spiegelt Angst Wanneer ze in de spiegel kijkt Weerkaatst de eenzaamheid Die haar omsluit, verstikt

Spiegel Spiegelt Eenzaamheid Wanneer ze in de spiegel kijkt Ziet ze hoop Een klein beetje Zacht als een vlinder Ze richt haar hoofd op En glimlacht … Dag zegt ze Hier ben ik Nog steeds … Spiegel Spiegelt HOOP

Joke Van Der Straeten kruipt in haar dichterspen als ze troost zoekt of anderen wil troosten. Ze schrijft als ze zich geraakt voelt. Ze voelde zich nooit op haar plaats in de wereld, maar woorden en taal helpen haar steeds door moeilijke momenten. Poëzie is voor haar pure kwetsbaarheid. Ze valt erop terug als niets nog lijkt te helpen. De wereld en de mensen worden dan zachter en liever. Ook het ingestuurde gedicht vloeide uit haar pen in een moeilijke periode. Haar vader is heel recent overleden. Ze put troost uit het feit dat hij wist dat ze dit gedicht had ingestuurd… Hij zou zo fier op haar zijn nu ze bij de laatste tien is terecht gekomen.


Op de 8ste plaats het gedicht ‘SPIEGEL VAN HET LEVEN’ van Ruud Post

Spiegel van het leven Ogen, spiegel van de ziel Stil met diepe gronden Twinkelingen van humor Glimlach op het gelaat Spiegelbeeld op het water Glinsterend in de zon Golvend door de wind Verwarrend om te zien Spiegel met de ander Hormonen worden gevormd Synchronisatie van golven Verbinding is gemaakt Het einde van de tocht Spiegelende achterblijvers De spiegel is gedoofd Sprankels blijven bewaard

Speciaal voor de Kronkelprijs schreef Ruud Post zijn eerste gedicht. Hij is dan ook aangenaam verrast in de top 10 te eindigen. Hij volgt de wedstrijd nog maar een drietal jaar, maar fantaseerde wel telkens over het thema. Dat van dit jaar vond hij niet moeilijk; hij had snel wat associaties bij elkaar en daarna liep het vrij vlot. Het ritme van een gedicht is belangrijk voor Ruud, net als het verweven van persoonlijke ervaringen. Wat hem vooral bijblijft, is dat hij er veel plezier aan had om het te schrijven.


Op de 9de plaats het gedicht ‘SPIEGELEN’ van Dichter voor een Zachtere Wereld (anoniem)

Spiegelen aan de buitenkant spiegelen wat ik wilde zijn doortastend scherp succesvol schijnbaar moeiteloos alle ballen in de lucht maar ik weet niet meer wie dat is want daar binnenin die veilige muren ver weggestopt voor voelen in een fort van ratio dat is niet wie ik wil zijn

Dichter voor een zachtere wereld heeft een missie: door zich op haar website creatief te uiten, wil ze een plek creëren waar mensen inspiratie vinden. Ze droomt ervan om de website te laten groeien tot een platform voor iedereen die vanuit een psychische kwetsbaarheid drempels ervaart om met zijn/haar kunst naar buiten te treden. Ze schreef als zes- of zevenjarig meisje al haar eerste gedichtjes. De grote ommekeer kwam er op de dag dat haar werkgever haar huiswaarts stuurde om een weekje uit te rusten en op krachten te komen. Ze kreeg een diagnose, maar praten lukte niet echt. Tot ze begon te schrijven en tekenen. Gedichten, tekeningen en schilderijen stroomden uit haar potloden en penselen en hielpen haar de weg terug te vinden naar voelen en praten. Over haar ingezonden gedicht wil ze graag dit delen: “Mijn gedichten rijmen (meestal) niet, maar spelen wel met taal. Zo gaat het ingestuurde gedicht niet om de spiegel als voorwerp, maar over spiegelen als werkwoord.”


Op de 10de plaats het gedicht ‘TRIO’ van Monique Bol

trio hoe ze elke dag weer smoezelen, dicht bijeen alle drie geboren in dezelfde maand kijken ze op naar hun grote broer met pet en de klep in de nek wat hen bindt: het pleintje voor de deur, boeken over bijen, Allah een voorkeur voor de juf van fysica, onderwaterballet en altijd zin in baklava van bij de bakker om de hoek zo uniform zijn ze en zo anders. een broer viel uit het raam, maakte één van hen een enig kind het was de dag dat alles anders werd. nog altijd lachen ze op het plein. ze doen ballet en eten zoetigheid en als ze thuiskomt in de leegte, danst ze voor de spiegel in haar eentje met zijn pet op – niemand die het ziet

Monique Bol houdt van eenvoud, van kleurige zonsopgangen en van de gezellige drukte in Antwerpen. Schrijven is voor haar in de flow komen en de dagelijkse zorgen even vergeten. Af en toe staat ze op met een zin in haar hoofd, die ze opschrijft in een schriftje. In de weken die volgen groeit die zin uit tot de eerste versie van een gedicht. Pas daarna begint het échte schrijven en schrappen. Vele volle manen later worden de steeds weer herschreven verzen uitgetypt. Ook daarna herschrijft Monique weer, net zolang tot het gedicht af is.



Deze gedichtenbundel is een uitgave van vzw UilenSpiegel, vereniging voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Brussel, 1 februari 2022 Druk en lay-out: Collectief De Wrikker cvba Verantwoordelijke uitgever: Ingrid Jongeneelen, Weebroekweg 8A/19, 3071 Erps-Kwerps


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.