TVM scheepvaart december 2023

Page 1

www.tvm.nl | december 2023

‘Ze staan er wanneer ze er moeten staan’ Op bezoek bij de KNRM op Urk

PLUS Bas Hoogendoorn: ‘Oplossingsgericht en praktisch’

Gerrie de Waal: ‘Bang ben ik niet zo snel’

Raymon Berkhout: ‘Dit vak heeft zoveel te bieden’


IN DE PR AKTIJK

18

‘Heel leuk om aan de tv-opnames mee te werken’

COLOFON

ONDERNEMEN

Gerrie de Waal is mobiel verkeersleider op een schip van Rijkswaterstaat. Ze is verantwoordelijk voor de veiligheid op de Westerschelde. Dit voorjaar werd ze gevolgd door de camera's van het tv-programma 'Vrouwen die Varen'. Met veel plezier en passie staat ze haar mannetje, ook in moeilijke situaties.

4

13

Schipper Bas Hoogendoorn uit Meppel staat bekend als een originele, oplossingsgerichte denker die het graag net even anders doet. Samen met zijn partner Evelien Admiraal is hij eigenaar van de KVB Amoureus.

Harm Lenten kreeg in 2018 de vraag of hij interesse had om een binnenvaartschip op waterstof te gaan bouwen. De schipper was meteen uitgedaagd door de mogelijkheid een revolutionair schip naar eigen inzichten te ontwerpen.

‘Ik denk oplossingsgericht en praktisch’

TVM Scheepvaart is een periodieke uitgave van Coöperatie TVM U.A. voor scheepvaartleden van de TVM groep die drie keer per jaar verschijnt. Hoofdredactie: Gerdy Meerlo Eindredactie: Mayke de Munnik Redactie: George Lagerburg, Michael Nemethy e.a. Fotografie: Matty van Wijnbergen, Glenn Wassenbergh en Gerlinde Schrijver Vormgeving: Wouter Nijman | www.nijman.frl

2 | TVM SCHEEPVAART

Binnenvaartschip op waterstof

Redactieadres: TVM verzekeringen | Van Limburg Stirumstraat 250 7901 AW Hoogeveen | postbus 130 | 7900 AC Hoogeveen +31 (0)528 29 29 99 | communicatiemarketing@tvm.nl info@tvm.nl | www.tvm.nl | @tvmnl en @tvmalert www.facebook.nl/tvmverzekeringen Voor al uw verzekeringsvragen kunt u contact opnemen met TVM verzekeringen, afdeling scheepvaart, 0031 (0) 528 29 27 50


VAN DE

DIRECTIE

24

Enthousiasmeren

Mensen enthousiast maken voor de binnenvaart. Dat is de ambitie van Raymon Berkhout.

8

32

De KNRM redt jaarlijks vele mensen en dieren op zee en het ruime binnenwater. TVM Scheepvaart bracht een bezoek aan de redersbijeenkomst van het reddingsstation op Urk.

Jaap Kriele wordt vaak geconfronteerd met de aangifte van brand aan boord. Hij gaat in op het belang van preventie.

COÖPERATIE

‘Ons werk is vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend’

Expert aan het woord

28

23

Het afgelopen jaar vierde TVM haar 60-jarige jubileum. Een mijlpaal waar we als coöperatie samen met de leden op verschillende manieren bij stil hebben gestaan.

In deze donkere maanden is het tijd om extra naar de veiligheid van uw bedrijf en uw mensen te kijken. Bert van Velden beantwoordt hierover vijf vragen.

TVM 60 jaar

De Vijf Vragen

Het einde van het jaar nadert met rasse schreden Voor u ligt het de laatste TVM Scheepvaart van 2023. Dit jaar stond in het teken van het 60-jarig bestaan van onze coöperatie. Hier hebben we op verschillende manieren bij stilgestaan, uiteraard ook met u, want TVM is er voor en door de leden. Verderop in het magazine blikken we terug op het jubileumjaar. Deze editie van de TVM Scheepvaart staat wederom boordevol klantverhalen. Zo zijn we op bezoek geweest bij Harm Lenten. Hij begon in 2018 met de bouw van het waterstofschip Antonie. Een lange weg vol hobbels en obstakels. Lenten leidde ons rond op het schip voor het klimaatneutrale tijdperk. Ook Koning Willem-Alexander bracht inmiddels een werkbezoek aan het schip, waar hij zich liet informeren over de stand van zaken rondom de energietransitie en waterstof­ technologie in de binnenvaart.

‘Dit jaar stond in het teken van het 60-jarig bestaan van onze coöperatie’ Daarnaast gingen we langs bij de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. Zij doet belangrijk werk en redt jaarlijks vele tientallen mensen op de binnenwateren en zee. Bij het reddingsstation op Urk, die onlangs een redersbijeenkomst organiseerden, kregen we een uitgebreid kijkje in de keuken en mochten we mee op een demonstratievaart. Door het tv-programma ‘Vrouwen die Varen’ kreeg onze sector onlangs weer meer landelijke bekendheid. Gerrie de Waal werd in dit programma gevolgd. Als mobiel verkeersleider op een schip van Rijkswaterstaat is ze verantwoordelijk voor de veiligheid op de Westerschelde. We liepen een dag mee. Ik wens u ontzettend veel leesplezier!

22

23

Het Limburgs Schutterij Museum ontving een donatie van de TVM foundation voor de overname van de collectie van historische stukken van Nederlandse schutterijen.

Voor juridische bijstand kan een advocaat worden gekozen die veel kennis heeft van de binnenvaartregels. Hoe zit het eigenlijk met de rechters, die over uw binnenvaartzaak oordelen?

TVM foundation

Column Peter van Dam

Overname van (delen van) artikelen is toegestaan met schriftelijke toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. Overname van foto’s en/of illustraties is niet toegestaan.

Tot slot wens ik u en uw naasten alle goeds toe in de laatste dagen van dit jaar. Ik hoop u allemaal volgend jaar in goede gezondheid weer te zien en te spreken tijdens een van onze bijeenkomsten die onze binnenvaart­ sector rijk is. Fijne feestdagen en een gelukkig en gezond 2024.

Hendrik de Jonge directeur

TVM SCHEEPVAART | 3


Pleidooi voor creat Schipper Bas Hoogendoorn (44) is dit voorjaar toegetreden tot de Ledenraad van TVM. De zoon van een banketbakker uit Meppel staat bekend als een originele, oplossings­ gerichte denker die het graag net even anders doet. Hoogendoorn heeft zin in de functie, en is niet benauwd om zijn stem te laten horen als het gaat om de belangen van de binnenvaart. Hij pleit verder voor een dynamischer toe­passing van milieuregels. Een portret. tekst: Gerard den Elt beeld: Glenn Wassenbergh

4 | TVM SCHEEPVAART


iviteit in transitie

H

et is een stormachtige novemberdag als achter een verlaten polderdijk in het Duitse grensgebied bij Rees plotseling het in tweeën gesplitste koppelverband Amoureus opduikt. Het koppelverband ligt afgemeerd bij een kraanschip in een verlaten grindgat met verbinding naar de Rijn. Hoogendoorn komt zijn bezoek vanaf een wankel ponton hoogstpersoonlijk oppikken met een stalen sloep, tussen striemende regenbuien en prachtige wolkenluchten door. De avond tevoren, vertelt schipper Bas Hoogendoorn even later in de stuurhut, zijn ze met zoeklichten voorzichtig naar het kraanschip in de plas Reckerfeld gevaren. Een huzarenstukje met een koppelverband van 172 meter en nauwelijks ruimte om te manoeu­

vreren. En ook nog eens met hoogwater. Samen met zijn partner Evelien Admiraal moest hij alles goed in het oog houden. “Met tien kilometer stroming in je rug moesten we met de kop naar voren de invaart doen, die hooguit veertig tot vijftig meter breed is. In het donker. En dat met een schip van 172 meter lengte. Nou, dan is het wel werken. Dat is met deze waterstanden geen eenvoudige klus. Tja, we hebben na afloop wel even een flesje wijn opengetrokken op de goede afloop.”

Opvallende scheepsnaam

Er komt koffie en gevuld speculaas op tafel. Nee, niet zelf gebakken, meldt bakkerszoon Bas Hoogendoorn er maar meteen bij. Zijn ouders hadden een banketbakkerij in Meppel met de

naam Amoureus, die tegenwoordig gerund wordt door zijn broer. Daarmee is meteen de opvallende scheepsnaam verklaard. “Het is mooi dat die bedrijfsnaam nu ook in de binnenvaart bekend is.” Zijn broer ging de bakkerij

‘Ik denk oplossingsgericht, praktisch’ in. Bas voelde zich aangetrokken tot de binnenvaart. “Uit school fietste ik altijd langs de haven in Meppel en daar struinde ik ook veel rond. Begin jaren negentig stapte ik hier in Emmerich op voor mijn eerste reisje naar Magdeburg en de rest is geschiedenis.” > TVM SCHEEPVAART | 5


Buiten wordt het ruim van het moeder­schip gelost; de duwbak is al leeg. Het is de twintigste en voorlaatste reis tussen Frankfurt en de grindgaten Grünland en Reckerfeld, in de buurt van Wesel. De Amoureus heeft vele tonnen zogenaamde ‘bouwgrond’, licht verontreinigde grond die onder

‘Het is mooi dat de bedrijfsnaam Amoureus nu ook in de binnenvaart bekend is’ gesloopte woningen afkomstig is, naar de plassen in het grensgebied gevaren. Die twintig tot soms dertig meter diepe plassen moeten worden gedempt, een klus van jaren. Maar niet

Evelien Admiraal en Bas Hoogendoorn

voor Hoogendoorn en zijn Amoureus. Nog één reis en dan wordt het tijd voor wat anders, stelt hij.

Buiten de lijntjes

Het is duidelijk: de schipper, nieuw lid van de Ledenraad van TVM, houdt niet van monotoon werk. niet van eenheidsworst. Dat is ook de reden waarom hij voor die vertegenwoordigende functie is gevraagd. Hoogendoorn heeft het niet op smalle kaders en regelmaat, hij denkt graag een beetje buiten de gebruikelijke lijnen. En hij is niet bang om spontaan zijn mening te geven, is recht door zee. “Een dwarsdenker?” Hij proeft de vraag eventjes. “Nee, ik denk ánders. Kijk, ik kan me voorstellen dat in de binnenvaart vaak langs dezelfde lijnen wordt gedacht en gewerkt. Veel wordt overgedragen van vader op zoon en dan is

het begrijpelijk dat je de bagage die je meekrijgt, ook gebruikt. Die is tenslotte gebouwd op ervaring. Maar ík heb die achtergrond niet. Ik heb mezelf moeten ontwikkelen. Ik denk oplossingsgericht en praktisch.” Hij kijkt even uit over de Amoureus en de naastgelegen duwbak. Dat koppelverband vertelt in wezen het hele verhaal van zijn aparte visie. Hij besloot enkele jaren geleden dat het tijd was voor iets nieuws. De originele Amoureus uit 2006 bood hem geen beroepsmatige uitdaging meer. Maar een nieuw schip bouwen? Te duur, te onzeker en daarom eigenlijk kapitaalvernietiging. Want, zo overwoog hij, je kunt wel aan de laatste milieueisen voldoen, maar wie garandeert hem als ondernemer dat de regelgeving onderweg niet wéér wordt aangepast? “Dit is een vrachtschip uit 2006. Zeventien jaar geleden was dit het nieuwste wat je toen kon krijgen. En als ik hem vandaag wil verkopen, krijgt een andere eigenaar er bijna geen financiering meer voor. Dan wordt gezegd: ‘Hij is te oud, te vervuilend’. Dat is toch verschrikkelijk?” Hij zegt ‘niet iemand te zijn die een eigen vloot wil’. “Ik hoef niet uit te breiden met drie, vier, vijf schepen, want daar heb je ook personeel voor nodig. En dat vind ik niet aantrekkelijk. Maar ik wil als ondernemer wel vóóruit.”

Omgebouwd

De volgende stap voor hem bleek een koppelverband, gebouwd met zijn oude Amoureus als basis. Het schip werd in 2020 letterlijk doormidden gezaagd, waarbij het middenvoorschip een nieuwe achterkant kreeg. En het achterschip met ruim een nieuw voorschip. Zo werd het oude schip van 135 meter omgebouwd naar een koppelverband van 172 meter. Een waagstukje dat in de binnenvaart met zekere verbazing werd gevolgd, want er zou geen goede business case van te maken zijn. Maar zie: in 2022, met de lage waterstanden en hoge vrachttarieven, boekte hij juist meer dan uitstekende resultaten en kwamen zijn uitzonderlijke visie en ondernemingsgeest goed tot hun recht. Er is nog een groot pluspunt. De delen van de ombouw zijn uitgerust met grote ballasttanks, die ervoor zorgen dat je zeer efficiënt kunt varen bij lage waterstanden. Het gehele koppel6 | TVM SCHEEPVAART


KVB AMOUREUS Schippers: Bas Hoogendoorn en Evelien Admiraal Afmetingen: 172 x 11,45 x 3,70 m, 5250 ton Motor: 2 x 1065 pk Caterpillar, boegschroef 500 pk John Deere, duwbak met hekschroef John Deere 500 pk plus 2 x 500 pk boegschroeven Bouwjaar: 2006, omgebouwd naar koppel­verband in 2020

verband ligt gestrekter in het water. Met de ombouw en dezelfde motoren is de vrachtcapaciteit van de Amoureus met 25 procent toegenomen. “Daardoor heb ik dus weer de eigenschappen van mijn oude schip van 135 meter. Met de diepgang helemaal achterop en de diepgang voorop. In het midden trek ik hem naar beneden door die ballast. Wij varen nu regelmatig leeg naar boven toe, waardoor deze ballastcapaciteit goed van pas komt en een flinke brandstofbesparing oplevert.” Zijn schip met ‘oude’ CCR1-motoren wordt niet als milieubesparend gezien. Hoogendoorn: “Ik ben een man van de praktijk die erin slaagt met dezelfde hoofdmotoren een kwart meer lading te vervoeren. Dus dan is dat per vervoerde ton toch al behoorlijk zuinig, lijkt me. Alleen wordt dat niet zo gezien, want dat is niet de maatstaf in de regels. Dat zou mijns inziens anders moeten.” Hij belde tevergeefs met de organisatie die de Green Awards uitdeelt en hield een warm pleidooi voor zijn creatieve, praktische en innovatieve oplossing. “Het antwoord was simpelweg ‘nee’, want ik had niks met mijn

hoofdmotoren gedaan. Past niet binnen de regels, hè.”

Klimaatmaatregelen

Vanzelfsprekend is hij het eens met de noodzaak om klimaatmaatregelen te treffen. “Maar in deze stroomversnelling, zonder rekening te houden met de lange horizon van binnenvaartonder­ nemers, daar vind ik dan wat van. Tuurlijk begrijp ik dat we naar dat punt toe moeten van het gebruik van waterstof en andere schone energie. Alleen dat punt mag je wel eens wat verder leggen.” Hij geeft nog een voorbeeld van de regels die in zijn ogen te strikt zijn. “Wat we in de praktijk zien is dat de meetmethode van emissies zo is dat gemeten wordt bij de uitlaat van motoren”, zegt Hoogendoorn. “Maar er wordt te weinig gekeken naar wat een motor verbruikt om deze uitstoot te kunnen behalen. Wanneer je een schip ombouwt zoals wij met de Amoureus hebben gedaan, dan zie je dat het verbruik én de uitstoot per ton omlaag gaat, waardoor je op een praktische manier ook milieuvriendelijker bezig bent.”

Het zijn zulke zaken die Hoogendoorn inspireren om zich in te zetten voor een soepeler omgang met de regels, die hij te star vindt en te weinig vindt passen bij innovatie en de doelstellingen van de energietransitie. Zo is er volgens hem te weinig begrip voor de lange afschrijvingstermijn in de binnenvaart. “Nu lijkt waterstof favoriet te zijn, maar stel dat je daarin investeert voor twintig tot dertig jaar, en ze vinden over tien jaar toch iets anders, iets beters? Worden de regels dan aangepast, zoals de boeren is overkomen?” Hij maakt een vergelijking met het wegtransport, sectoren die lastig te vergelijken zijn. “Kijk, in het wegtransport gaat een vrachtauto pakweg vijf jaar mee en dan is-ie afgeschreven, wordt-ie verkocht aan het buitenland. Elke vijf jaar kun je in het wegtransport meegaan met de nieuwste techniek. Die mogelijkheid hebben wij in de binnenvaart niet. Want een binnenvaartmotor heeft een levensduur van 25 jaar, we hebben met een veel langere investeringshorizon te maken. Daarvoor moet wat mij betreft meer aandacht komen.” < TVM SCHEEPVAART | 7


‘De reders zijn

De KNRM redt jaarlijks vele mensen en dieren op zee en het ruime binnenwater. En dat allemaal belangeloos en vrijwillig. Kennismaking met de ‘opstappers’ van het reddingsstation op Urk, die onlangs een redersbijeenkomst organiseerden in het vissersdorp. “Ons werk is vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend.” tekst: Dennis van Bergen beeld: Gerlinde Schrijver

8 | TVM SCHEEPVAART


onze redders’

TVM SCHEEPVAART | 9


E

en late vrijdagmiddag ‘op Urk’. Terwijl de reddingsboot van de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) door de golven van het IJsselmeer beukt, tuurt Luuk Nagel (6) met gespannen blik vanaf het dek naar beneden. Even ervoor zijn twee passa-

‘Ons werk is weliswaar vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend’ giers te water geraakt, onder wie zijn opa. En nu, pal voor de ogen van het jongetje, schreeuwen ze om hulp. Prompt duiken dan verschillende leden van de reddingsploeg op hen af, waarna de drenkelingen vervolgens manmoedig aan boord worden gehesen. “Wow”, roept Luuk, de bewondering van zijn gezicht spattend.

Dirk Weerstand

10 | TVM SCHEEPVAART

Voor de duidelijkheid: de reddingsactie van vandaag is in scène gezet. Vandaar de relaxte stemming aan boord, waarop zo’n dertig zogenoemde reders een inzicht krijgen in het werk van het Urker reddingstation, waarvan zij – net als TVM – donateur zijn. Indrukwekkend is het ondubbel­zinnig, van dichtbij zien hoe te water geraakte personen vakkundig weer aan boord worden geholpen. En impliciet vertelt Luuk’s gezicht de opwinding die ermee gepaard gaat. Doe het tenslotte maar eens, met gevaar voor eigen leven het water in plonzen met als doel een ander te helpen. “Voor deze mannen moeten we ongelooflijk veel respect hebben”, zegt Albert-Mark Nagel, vader van Luuk en een van de aanwezige reders op het schip. “Op Urk zijn we enorm trots op ze.”

Jaarlijkse redersbijeenkomst

Nagel is naar het reddingstation van Urk gekomen in het kader van de jaarlijkse redersbijeenkomst. Hier, aan de rand van het vissersdorp, worden hij en de andere reders vandaag in het zonnetje gezet. Passend omlijst met een tochtje over het IJsselmeer op een van de reddingsboten. Dit als dank voor hun jaarlijkse financiële bijdrage aan de plaatselijke afdeling van de KNRM, die sinds de oprichting in 1824 een grote reputatie heeft opgebouwd. Ga maar na: 365 dagen per jaar, 24 uur per dag en onder alle weersomstandigheden staan de ‘opstappers’ vrijwillig en belangeloos klaar om hulp te bieden aan diegenen die op zee of op de ruime binnenwateren van ons land in nood zijn geraakt. Urk telt 22 van die opstappers. Ofwel: mensen met een reguliere baan, die op elk moment van de dag kunnen worden opgepiept om in actie te komen. “En de term ‘elk moment’ kun je daarin heel letterlijk nemen”, vertelt Dirk Weerstand (38), een van de opstappers en in het dagelijks leven lid van de technische dienst van een verpleegtehuis op Urk. “Of het nu ’s ochtends vroeg is of diep in de nacht; te allen tijde moet je ervan bewust zijn dat je mogelijk aan de bak moet. Eervol werk, zonder meer. Maar het brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Je kunt tenslotte niet zeggen: ‘Ik heb vandaag niet zo’n zin, ik blijf lekker op bed liggen’. Ondenkbaar!”

Bevlogenheid

Met zijn bevlogenheid staat Dirk symbool voor de totale equipe van het Urker reddingsstation, de groep mannen die elke dinsdagavond bijeenkomt om te oefenen en inmiddels is uitgegroeid tot ‘een vriendenteam’. Het kan vriezen, het kan dooien, een herfststorm kan over het land razen; wanneer de situatie erom vraagt gaan zij het water op om vaarders in problemen te verlossen. En dat met de vanzelfsprekendheid waarop gewone stervelingen hun tanden poetsen of hun veters strikken. “Het moet een beetje in je zitten, denk ik, de drang om altijd hulp te willen bieden wanneer dit nodig is”, zegt Weerstand, gestoken in de hem en zijn collega’s kenmerkende KNRM-outfit. “Voor de discipline waarnaar je moet leven geldt hetzelfde. Ons werk is weliswaar vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend. Allesbehalve dat zelfs. Je moet op elkaar kunnen bouwen. Er staan tenslotte mensenlevens op het spel.” Moeiteloos ziet Weerstand de beelden weer voor zich uit de veertien jaar dat hij nu lid is van de reddingsploeg. Mensen


die onwel zijn geworden op zee, mannen of vrouwen die overboord zijn geslagen, schippers die zich verkeken hebben op de windkracht; en zo kan hij wel even doorgaan. Mooi moment, vond hij: die keer dat hij en zijn collega’s een oudere man met zijn twee kleinkinderen gered hadden uit een benarde situatie en die man een paar dagen later vervolgens met 22 rollades bij het Urker reddingsstation kwam aanzetten. De boodschap: ‘Dank dat jullie onze levens hebben gered en eet smakelijk.’ “Zoiets geeft natuurlijk enorm veel voldoening”, erkent Weerstand, die net als alle andere leden beschikt over een vaar­ bewijs en alle noodzakelijke EHBO-­ diploma’s. “Anderzijds sta je ook weleens stil bij de gedachte: ‘Wat als?’ Wat als we net een minuutje later waren geweest? Wat als we de drenkelingen niet zo snel hadden gevonden? De impact van dit werk kan enorm zijn.”

Van grote waarde

Ter illustratie: In 2022 moesten hij en zijn collega’s 75 keer in actie komen. In 2023 stond de teller tot 1 oktober op

‘slechts’ 47, mede als gevolg van de qua weer matige zomermaand juli. Maar er zijn ook jaren geweest waarin meer dan honderd keer uitgerukt moest worden. Wat vaststaat: het reddingsstation is van grote waarde voor Urk. Al was het maar omdat het Urker station qua uitrukken naar eigen zeggen het snelste is van alle KNRM-stations in Nederland. En dat wil Cees van den Bos, burgemeester van de plaats en tevens voorzitter van KNRM-­ station Urk, deze vrijdag graag nog eens benadrukken tegenover de aanwezige reders. En daarbij hamert hij ook nadrukkelijk op de waarde die de reders dankzij hun financiële bijdrage vertolken voor het dorp. Want: zonder hen zouden de reddingsboten niet onderhouden kunnen worden. Zonder hen zouden er geen overlevingspakken kunnen worden aangekocht. Zonder hen zou er, kortom, geen Urker reddingsstation zijn. “De reders zijn onze redders”, zal Jan Jurie Brands (33) later zeggen, kort nadat hij aan de reders een presentatie heeft gegeven over het werk van de >

Jan Jurie Brands

TVM SCHEEPVAART | 11


ploeg waarvan ook hij belangrijk onderdeel is. “Als we hen niet hadden, zouden wij de zee niet op kunnen. Ze zijn goud waard voor ons. Al zou het logischerwijs nóg mooier zijn als in de toekomst nog meer reders zich aansluiten. Subsidie van de overheid krijgen we immers niet. We moeten het finan­ cieel allemaal zelf zien rond te krijgen. Dat is best een flinke uitdaging.”

Petje af

Alleen: klagen is niet aan de 22 opstappers besteed. Dat blijkt vandaag wel, voorafgaand aan de gezamenlijke barbecue met de reders. Stuk voor stuk manifesteren ze zich als types die liever de spreekwoordelijke mouwen opstropen, in de praktijk vaak geholpen door ambulancemedewerkers en/ of brandweerlieden. De groep bestaat uit een bonte mix aan personen. 12 | TVM SCHEEPVAART

Technische mensen zitten ertussen, zoals Dirk Weerstand. Mensen die werkzaam zijn voor de lokale overheid. Maar bijvoorbeeld ook bedrijfseigenaren of winkelbedienden. “Het is tekenend voor dit geweldige gezelschap”, stelt bestuurslid Teun Molenaar. “Hoewel de mannen allemaal wat anders doen, zijn ze één wanneer ze hun overlevingspakken hebben aangetrokken. Dat verdient grote bewondering. Ze staan er wanneer ze er moeten staan. Petje af, zou ik willen zeggen.” Die woorden zijn de aanzet van een memorabele avond op Urk. Een waarop de 22 vrijwilligers van het KNRM-reddingsstation en de vele gulle reders zich de drankjes en het eten uitstekend laten smaken. Én

waarop de zesjarige Luuk misschien wel inspiratie opdoet voor later. Best kans tenslotte dat hij ooit ook wel met een pieper van het reddingsstation in

‘Ze staan er wanneer ze er moeten staan’ zijn broekzak door het dorp loopt, passend bij de loyaliteit die de plaats zo typeert. Eén ding is zeker: de kennismaking met de waterhelden en hun reders heeft zichtbaar indruk op hem gemaakt. “Ja”, besluit Luuk, duidelijk nog onder de indruk van de vaartocht. “Het was superleuk.” <


Vorstelijke aandacht voor waterstofprimeur In 2018 kreeg Harm Lenten binnen de coöperatie NPRC de vraag of hij interesse had om een binnenvaartschip op waterstof te gaan bouwen. De schipper uit Vreeswijk was meteen uitgedaagd door de mogelijkheid een revolutionair schip naar eigen inzichten te ontwerpen. Koning Willem-Alexander nam in november alvast een kijkje op deze nieuwe Antonie, een schip voor het klimaatneutrale tijdperk. tekst: Gerard den Elt beeld: Glenn Wassenbergh / ANP

D

e koperen scheepsbel van de Antonie, die wekenlang keurig gepoetst opgeslagen lag in het stuurhuis in afwachting van de komst van de koning, bleef uiteindelijk onaangeroerd. Geen officiële ingebruikstelling door Willem-Alexander. Het eerste nieuw gebouwde binnenvaartschip op waterstof was nog niet helemaal gereed en dus kreeg de komst van de koning naar het schip in de haven van Duisburg de status van een werkbezoek. Het staatshoofd liet zich daar informeren over de stand van zaken rondom de energietransitie en waterstoftechnologie. Willem-Alexander bleef negen minuten aan boord van de Antonie en liet zich daar bijpraten over deze wereldprimeur. De korte duur van de ontmoeting blijkt voor scheepvaart­ondernemer Harm Lenten (55) geen teleurstelling te zijn, eerder een hoopvol teken dat zijn

schip voor de binnenvaart is namelijk een ontdekkingsreis die zich moeilijk laat plannen, zo is gebleken. Het schip zou aanvankelijk in oktober 2022 in de vaart komen, we zijn inmiddels ruim een jaar verder. “De formele ingebruikstelling door de koning moest worden veranderd in een werkbezoek, omdat we half november nog niet klaar waren om op waterstof te varen. Het wachten is namelijk

op de containers voor de opslag van waterstof, voor de rest is alles in gereedheid en begin 2024 gaan we eindelijk varen”, zegt Lenten laconiek. “Toch was het zeer bijzonder dat Willem-Alexander aan boord van de Antonie was. De koning was goed voorbereid en zeer geïnteresseerd. Ik heb hem vooral de ruimte voorin het schip laten zien waar de waterstof via fuel cells wordt omgezet in elektriciteit >

‘Geen confectie, maar een maatpak’ belangrijke innovatie voor de binnenvaart tot in hoogste kringen aandacht krijgt. Het uitstel van de ingebruikstelling van de Antonie past in de lange weg die de energietransitie moet afleggen, een traject vol hobbels en obstakels. Het bouwen van het eerste waterstofTVM SCHEEPVAART | 13


om het schip aan te drijven. Het was zonder meer een leuke ontmoeting.” De vorst kreeg op die manier als een van de eersten een inkijkje in de wijze waarop de binnenvaart wordt

14 | TVM SCHEEPVAART


voorbereid op een nieuw, emissieloos tijdperk. Het Waterstof Elektrische Vrachtschip Antonie (WEVA), zoals de projectnaam luidt, is de loods die de gehele binnenvaart moet gidsen naar een nagenoeg geheel uitstootvrije vloot in 2050.

Gidsfunctie

Dat Lenten en de Antonie die gidsfunctie op zich hebben genomen, is geen toeval. Met zijn ‘oude’ Antonie vervoerde Lenten Scheepvaart al jaren zout tussen Delfzijl en de Botlek. In het productieproces

bij opdracht­gever Nobian komt behalve chloor en natronloog ook (groene) waterstof als restproduct vrij. “Die werd in het verleden afgefakkeld. Zonde natuurlijk. Nobian was op zoek naar een afnemer voor die waterstof. En NPRC was op zoek naar een project om de vergroening van de binnenvaart in gang te zetten door de bouw van een waterstofschip. Zo kwamen die twee uitgangspunten bij elkaar.” Lenten voelde in 2018 wel wat voor die uitdaging. Zijn leeftijd als vijftiger vond hij geen bezwaar. “Ik ben nog jong genoeg om iets nieuws te beginnen en kan dit hele proces nog zeker tien jaar begeleiden.” In zijn pionierswerk werd hij bovendien flink ondersteund met subsidies van de overheid, steun van ABN Amro, constructieve input van scheepsbouwer Damen Concordia in Werkendam, water-

stofadviseur Nedstack en leveranciers als Koedood Marine. Allen zien het belang in van vergroening op het water en weten dat daarin de toekomst ligt.

‘Ik ben nog jong genoeg om iets nieuws te beginnen’ Ook zij moeten ervaring opdoen met die transitie. Aan de Antonie hangt een fors prijskaartje van tien miljoen euro. “Tweemaal zo veel als een conventioneel schip”, verduidelijkt Lenten. “Zonder subsidies was hiervan geen businessmodel te maken geweest. En Nobian heeft ons zekerheid gegeven door ons een contract voor de komende tien >

MS ANTONIE Schipper: Harm Lenten Afmetingen: 135 x 11,45 x 3,64 m Motor: Oswald elektromotoren 800 pk/600 kW Max. laadvermogen: 4070 ton Accucapaciteit: 1,1 megawatt (gelijk aan de accupakketten van 12 Tesla’s) Milieuwinst: 880 ton minder CO2-uitstoot per jaar TVM SCHEEPVAART | 15


jaar te geven. Je doet een grote investering en dan wil ook de bank zekerheid over de haalbaarheid van het bedrijfsplan.” Hij rekent voor dat de zes containers met waterstof, die na elke retour-

‘Zonder subsidies was hiervan geen businessmodel te maken geweest’ reis drie om drie worden gewisseld, alleen al twee miljoen euro kosten. De brandstofcellen? Nog eens een miljoen euro. Ook aan de inkoop van waterstof hangt een behoorlijk prijs-

16 | TVM SCHEEPVAART

kaartje. Die is driemaal zo duur als de prijs voor diesel. Daarbij komt ook de persoonlijke inbreng van Lenten: hij wilde een mooi, lichtgewicht schip, dat als baken van groene vooruitgang kan dienen. “Geen confectie, maar een maatpak”, zoals hij het uitdrukt.

Behoorlijke puzzel

Zo is zijn nieuwe Antonie flink lichter dan zijn voorganger met dezelfde naam. In het nieuwe schip is 1000 ton staal verwerkt, maar: “Ik heb nu 25 meter extra laadruimte. We hadden het schip nog extremer en lichter kunnen ontwerpen, maar we zijn binnen de limieten gebleven.” Het scheepsontwerp was sowieso een behoorlijke puzzel. Om veiligheidsredenen moesten de containers met waterstof en het waterstof-elektrische

gedeelte zo veel mogelijk gescheiden worden van de bemanningsverblijven. Dat betekende dat er niet voor én achter woon- en slaapvertrekken zijn, maar alleen achterin het schip en wel over de volle breedte. Die scheiding was in het belang van de ‘operatieve veiligheid’, zoals Lenten het uitdrukt. Niettemin is hij niet bevreesd en vindt hij dat – wanneer er conform de regels mee wordt omgesprongen – er met waterstof niet meer risico gelopen wordt dan met andere brandstoffen die gemeengoed zijn in onze samenleving. Waterstof is niet giftig en vormt geen gevaar bij inademing. Het is echter wel brandbaar, wat risico’s met zich meebrengt omdat het ook kleur-, geur- en smaakloos is. Je merkt een lek dus niet gauw op. Het ontploffingsgevaar is echter niet zo groot. De Antonie heeft drie speciaal ont-


Harm Lenten: “Kennis delen met andere schippers is van vitaal belang voor de energietransitie.”

worpen containers met waterstof (H2) aan boord, die elke reis in Rotterdam worden gewisseld voor drie volle containers. Zo wordt kostbare tijd wegens het lange ladingsproces bespaard. Aan boord van de Antonie wordt de waterstof onder een druk van 300 bar in de container teruggebracht tot een druk van 300 millibar en vervolgens vermengd met zuurstof (O). Die samenvoeging levert energie op en die leidt in de brandstofcellen tot de opwekking van elektriciteit. Trots troont Lenten zijn bezoek mee over het pioniersschip en naar de ruimte met de brandstofcellen, waar de elektriciteit wordt opgewekt. Al snel wordt duidelijk dat de elektrische aandrijftechniek maatgevend is. Er huizen voldoende accu’s aan boord om 1,1 megawatt aan stroom op te slaan, evenveel als de capaciteit van twaalf Tesla’s. In vrijwel elke ruimte staan meet- en regelkasten. “Hoeveel het er precies zijn? Ik heb geen idee. Ik zal ze eerdaags eens gaan tellen”, zegt Lenten. En nog een voordeel: in de machine­kamer hoeft geen gehoorbescherming te worden gedragen, want het proces verloopt vrijwel geruisloos. Behalve de elektrische component is er ook goede back-up geregeld. Mochten de elektrische systemen onverhoopt uitvallen, dan kan een beroep worden gedaan op een dieselset. “Want je wilt geen dood schip”, verduidelijkt de schipper. Het vervoer van zout van Delfzijl naar de Botlek gaat

namelijk 24 uur per dag en 7 dagen per week door, óók tijdens zon- en feest­dagen. “Het gaat om de betrouwbaarheid van de aanvoer en die is hiermee gegarandeerd.”

Pioniersfase

Wat de les is geweest van de afgelopen vijf jaar? Daarover moet Lenten toch echt even nadenken. Willekeurig zie je hem in gedachten alle procedures, bouw- en ontwerpvergaderingen, inspecties, proefvaarten, keuringen, teleurstellingen en uiteindelijk bevrijdende mede­delingen nog eens na­lopen. “Ik heb gelukkig gemerkt dat de overheid achter dit project staat, mits je je aan de regelgeving houdt. Want uiteindelijk stuurt ook de overheid aan op een goedlopende waterstof­ economie en heeft er dus belang bij om daaraan mee te werken.” De schipper kijkt ook uit naar de komende maanden, waarin hij samen met zijn collega’s, de kapiteins Melle Fleur en Mark Hirschi, stuurman in opleiding Matthijs de Bree en de Filipijnse matroos Leonard Dano ervaringen gaat opdoen met het varen op waterstof. Want ook dat vormt een onderdeel van de pioniersfase. Werkt alles naar behoren, zijn er geen storingen, verlopen de zoutpendels volgens plan? Harm Lenten zal al zijn ervaringen bijhouden en delen met zijn collega’s, een van de voorwaarden voor de subsidie­verschaffing. “Kennis delen met andere schippers is van vitaal belang

voor de energietransitie.” Want behalve pionier voelt hij zich toch ook een ambassadeur van de waterstofeconomie in de binnenvaart. De koning heeft dat aan bood van de Antonie hoogstpersoonlijk mogen ervaren. <

‘NIEUWE ANTONIE VERVULT EEN PIONIERSFUNCTIE’ “In onze sector vervult de nieuwe Antonie een pioniersfunctie wanneer het gaat om zero emissie vervoer”, zegt Hendrik de Jonge, directeur Scheepvaart. “Na een leerzame periode is het schip nu in de vaart gekomen. Een hele belangrijke ontwikkeling voor een bestendige toekomst. Als verzekeraar van dit schip leert TVM van de Antonie op het gebied van duurzaam vervoer. De opgedane kennis delen we graag met al onze leden. Mocht u vragen hebben over onze nieuwe verzekeringsoplossingen voor uw duurzame schip, voor nu of in de toekomst, neem dan contact op met uw relatiebeheerder. In de volgende TVM Scheepvaart leest u hierover meer.” TVM SCHEEPVAART | 17


GERRIE DE WAAL WAAKT OVER DE WESTERSCHELDE:

‘Ik ben niet zo snel bang’

A

chter het roer van haar bijna 25 meter lange, knalgele schip van Rijkswaterstaat is Gerrie de Waal helemaal in haar element. Behendig bestuurt ze het Rijksvaartuig RWS 78 – ook wel patrouilleboot genoemd –, bedient ze de knoppen en kijkt ze op een groot navigatiescherm. Het schip beschikt over opvallend veel paardenkracht, zo blijkt als De Waal het gashendel opentrekt. “Ja er zit lekker veel power in. We hebben de beschikking over jachtmotoren van 1600 pk. Dat moet ook wel want er kunnen zich ernstige situaties voordoen, bijvoorbeeld een vermist persoon te water. Dan is het belangrijk dat we snelle bochten nemen en zoekslagen kunnen maken om de as.” De 28-jarige De Waal werkt sinds vierenhalf jaar als mobiel verkeersleider bij Rijkswaterstaat; ze is een soort handhaver te water. Het is de baan van

18 | TVM SCHEEPVAART

tekst: Natasja Weber beeld: Gerlinde Schrijver

maar water om je heen ziet. Beter kan niet”, vertelt De Waal glimlachend als ze na haar dienst op het droge zit. Ze heeft inmiddels haar reddingsvest verruilt voor een trui. Als ze de mouwen van haar trui opstroopt, komen vele tatoeages op haar rechterarm tevoorschijn. Een hele sleeve, van haar schouder tot pols, met afbeeldingen die stuk voor stuk met het varen te maken hebben: onder andere een anker, boei, vuurtoren, kompas, roer, duikhelm en een zeemeermin prijken op haar arm. “Je kunt wel zeggen dat ik een echte zeevaartliefhebber ben”, zegt De Waal met gevoel voor understatement.

Vissersbloed

Ze groeide op in het dorpje Melissant op het eiland Goeree-Overflakkee. Het vissersbloed stroomt al generaties door haar familie, zowel van vaders als van moeders kant. “Mijn vader werkt als schipper op een Eurokotter en ook mijn twee opa’s zijn visser geweest, één opa heeft zelfs nog een viswinkel gehad. In mijn vakanties ging ik vroeger vaak met mijn vader mee de zee op. In de winter voeren we vanaf Frankrijk naar het Engels kanaal en daar visten we op inktvis en zeebaars. In de zomer visten we vanaf Den Helder op kreeft. Ik ging voor de lol mee en deed wat kleine klusjes zoals vis sorteren bij de bakken en schoonmaakwerk. Normaal zag ik mijn vader alleen in het weekend dus ik vond het heel leuk om samen met hem een week te varen. Mijn opa, van moeders-

‘Ik wilde koste wat kost blijven varen, maar ook elke dag weer thuiskomen’ haar dromen. “Varen vind ik fantastisch om te doen. De vrijheid die je om je heen voelt als je op het water bent, is onbeschrijflijk. Vooral ’s avonds vind ik het zo mooi; als je de zon langzaam in het water ziet zakken en je verder alleen

Als mobiel verkeersleider op een schip van Rijkswaterstaat is Gerrie de Waal (28) verantwoordelijk voor de veiligheid op de Westerschelde. Met veel plezier en passie staat ze haar mannetje, ook in moeilijke situaties. “Ik ben niet zo bang uitgevallen.”

kant, was bij mijn vader in dienst en die zag ik dan ook nog.” Toch was het niet allemaal hosanna aan boord, vertelt De Waal. “Eigenlijk kon ik niet zo goed tegen die heftige vislucht. Daar werd ik soms zeeziek van.” Een toekomst in de visserij bleek dus niet aan haar besteed, maar haar liefde voor het varen bleek wel degelijk aangewakkerd. Na haar vmbo-opleiding koos De Waal op het Scheepvaart- en Transportcollege (STC) in Rotterdam voor de opleiding ‘Rijn- en Binnenvaart’. Hierna deed ze op het STC de vervolgstudie ‘Schipper machinist beperkt werkgebied’. Met dit diploma op zak mocht ze schepen tot 500 ton besturen. “Ik wist al van jongs af aan dat ik de kant van de zeevaart op wilde en niet zozeer de binnenvaart. Mijn droom was om op de grootste schepen ter wereld te varen en de hele wereld te zien.” Die droom stelde De Waal door allerlei omstandigheden een beetje bij. Ze dacht dat de opleiding tot Maritiem Officier te hoog gegrepen zou zijn en bovendien werd ze jong moeder van twee kinderen (zoon Mason van inmiddels vijf jaar en dochter Elin van twee). Kort na haar bevalling van Mason stuitte ze op een vacature van Rijkswaterstaat die haar op het lijf geschreven was, die van mobiel verkeersleider. “Ik wilde koste wat kost blijven varen, maar ook elke dag weer thuiskomen. Dit werk is echt perfect voor mij, elke dag is anders en dat maakt het zo leuk.” De Waal werkt doorgaans met twee of drie andere collega’s op de RWS 78 in de Westerschelde. Ze patrouilleren >


Gerrie de Waal: “Dit werk is echt perfect voor mij, elke dag is anders en dat maakt het zo leuk.” TVM SCHEEPVAART | 19


in het gebied van Vlissingen tot de Noordzee-terminal bij Antwerpen. Haar werkzaamheden variëren van het inspecteren van havens, het controleren van bunkers en schoonmaakwerkzaamheden aan boord tot het controleren van certificaten van binnenvaartschippers en het checken van scheepsafvalstoffen.

Zonder angst

De nuchtere Zuid-Hollandse is het type dat zonder angst overal op afstapt. Wanneer ze op het computerscherm in de stuurhut de naam van een passerend binnenvaartschip intikt en ziet dat de papieren van de schipper dit jaar nog niet zijn gecontroleerd, pakt ze de marifoon (‘de VHF’). Ze roept de schipper op dat ze met het schip langszij komt en 20 | TVM SCHEEPVAART

even aan boord wil stappen om een documentencontrole uit te voeren. “Nee daar zit niet iedereen op te wachten”, vertelt De Waal. “Het kost natuurlijk wat tijd, maar ik doe gewoon mijn werk. Ik kom niet aan boord om te pesten. En nee, bang ben ik niet zo snel.” Echt vervelende ervaringen heeft ze nooit meegemaakt. Wel noemt ze het opvallend dat wanneer ze samen met een mannelijke collega aan boord van een ander, buitenlands schip stapt, dat veel schippers haar negeren en alleen tegen haar mannelijke collega praten. “Vooral bij Oost-Europeanen merk ik dat regelmatig. Vaak spreek ik met een collega vooraf af wie het woord doet. Als ik dat ben, houdt mijn collega zich afzijdig. Dan moeten ze wel met mij praten. Af en toe is het wel

grappig, ik lig daar niet wakker van.” Het houden van ‘man overboord oefeningen’ hoort voor De Waal bij de dagelijkse praktijk. Op deze rustige ochtend dient als proefpersoon een zogenoemd RHIB-pak; een speciaal wind- en waterbestendig pak dat normaliter gebruikt wordt op rubberen RHIB-boten. Het pak heeft het postuur van een mens en is gevuld is met touw en fender. Nadat De Waal het pak overboord heeft gegooid, start ze samen met haar collega’s de zoektocht. Een andere boot slaagt er snel in de plek des onheils te lokaliseren, waarna een collega van De Waal met een lange hengel het RIHB-pak naar de zijkant van het schip trekt. Via een trappetje haalt zij vervolgens het pak uit het water.


“Zeker nu het kouder wordt, is het belangrijk om de persoon zo snel mogelijk uit het water te halen. Dan kijken we of-ie aanspreekbaar is en of er een AED nodig is.” In de echte praktijk heeft De Waal een dergelijk scenario nog nooit meegemaakt. “Wel zijn we een keer een zoektocht gestart naar een vermist meisje op zee. Gelukkig bleek het loos alarm en was het meisje op het strand aan het spelen. Als moeder zijnde, vond ik die melding wel heftig.”

Tv-programma

Dit voorjaar verwierf Gerrie de Waal landelijke bekendheid door haar deelname aan het tv-programma ‘Vrouwen die Varen’ van PowNed. Ze werd enkele dagen door camera’s gevolgd terwijl ze

– volgens de droogkomische voice-over van acteur Ton Kas – “op haar gele scheurijzer op jacht gaat naar het boeventuig op de Westerschelde”. De Waal kan hartelijk lachen om de voice-over, die haar ook ‘de Miami Vice van Vlissingen’ noemde. “Ik vond het heel leuk om aan de tv-opnames mee te werken en om meer van mijn werk te laten zien. Ik heb er alleen maar leuke reacties op gekregen.” Haar team van 25 collega’s van het ‘Verkeer Watermanagement Westerschelde’ telt op dit moment drie vrouwen en vanaf januari nog maar twee die werkzaam zijn op de drie vaartuigen van Rijkswaterstaat in de Westerschelde. De Waal vindt het geen probleem dat

ze één van de weinige vrouwen is. “Eerlijk gezegd maakt het mij niet zoveel uit. Met mannen samenwerken bevalt me prima.” Zolang de ‘Miami Vice’ van Vlissingen maar achter het roer kan zitten

‘Ik vond het heel leuk om aan de tv-opnames mee te werken’ van haar ‘gele scheurijzer’ en een bijdrage kan leveren aan de veiligheid op de Westerschelde. ‘Dit werk zou ik mijn leven lang willen doen.’ < TVM SCHEEPVAART | 21


Nog geen nieuwe vlag of wimpel? Bestel ‘m op www.tvm.nl/scheepvaart

De afdeling scheepvaart is bereikbaar via tel. +31 (0)528 29 27 50

TVM foundation draagt bij aan lokale initiatieven In de tweede vergadering van 2023 heeft het Bestuur van de TVM foundation weer verschillende aanvragen besproken en toegezegd. Omdat de TVM foundation afgelopen jaar tien jaar bestond, is het maximale bedrag per project in 2023 verhoogd naar 6.000 euro. Acht verenigingen/ stichtingen kunnen rekenen op een donatie van de TVM foundation. De aanvragers hebben hierover een bericht ontvangen. De donatie van TVM wordt overgemaakt zodra de stichtingen het voorgedragen project uitvoeren. Dat moment ondersteunen we ook vaak met de overhandiging van een symbolische cheque.

Limburgs Schutterij Museum Het Limburgs Schutterij Museum heeft uit handen van Joop Atsma, voorzitter van de TVM foundation, een donatie ontvangen voor de overname van een opmerkelijke collectie historische stukken van Nederlandse schutterijen. Deze bijdrage helpt het museum om een belangrijk deel van het Limburgse en Nederlandse culturele erfgoed te behouden en toegankelijk te maken voor het grote publiek. Lees meer op:

Schipper Martin Trouborst vertelt Bij TVM zijn we trots op ons 60-jarige jubileum en hoe we onze leden al decennia vooruit helpen.

22

Onder de noemer ‘Ons DNA’ deelden we dit jaar op www.tvm.nl een aantal klantverhalen. Verhalen die laten zien waarvoor we staan en waarin we het verschil

maken voor onze leden. Schipper Martin Trouborst vertelt in deze video over het zinken van zijn schip. Hij verloor hiermee in één klap zijn bedrijf en woning. TVM begrijpt de enorme impact en stelde alles in werk om hem snel weer in de vaart te krijgen. U kunt de QR-code scannen om de video te bekijken.

Ledenbijeenkomst 17 april Op woensdag 17 april 2024 wordt de jaarlijkse ledenbijeenkomst van TVM verzekeringen gehouden voor de afdeling Logistiek en Transport en afdeling Beroepsvaart. U ontvangt in maart uw uitnodiging. Zet u de datum alvast in uw agenda?

TVM opnieuw verkozen tot beste dienstverlener Voor de derde keer is TVM verzekeringen in oktober door het ­zakelijke platform MT/Sprout uitgeroepen tot de beste dienstverlener in de categorie verzekeringen.

De eerste positie in de categorie verzekeringen is te danken aan de hoge waarderingen die TVM ontving op het gebied van klantgerichtheid, productleiderschap en excellente uitvoering. Een eindresultaat en

waardering waar we ontzettend trots op zijn. Zakelijke beslissers beoordeelden meer dan tweeduizend verschillende bedrijven op onder andere klantgerichtheid en kwaliteit van de uitvoering.


Deskundigheid Voor de verzekering van uw schip gaat u naar uw makelaar of scheepsverzekeraar, die goed thuis is in de binnenvaart. Als u juridische bijstand nodig heeft, kiest u een advocaat die veel kennis heeft van de relevante binnenvaartregels. Hoe zit het eigenlijk met de rechters, die over uw binnenvaartzaak oordelen? Zijn die een beetje deskundig? De rechter die over uw zaak moet oordelen kunt u niet zelf kiezen. Wettelijke regels bepalen welke rechtbank bevoegd is. Een regel is bijvoorbeeld dat een zaak wordt beslist door de rechtbank waar de gedaagde of de verwerende partij gevestigd is. In veel scheepvaartzaken is de keuze nog beperkter. Sinds bijna zeven jaar is de rechtbank Rotterdam exclusief bevoegd om bepaalde (civiele) ‘natte zaken’ te behandelen. Voor onder meer vorderingen of verzoeken met betrekking tot het vervoer van goederen over de binnenwateren, de exploitatie van een binnenschip, het slepen of duwen van schepen en hulpverlening aan een in gevaar verkerend schip of aanvaring moet u naar de rechtbank Rotterdam. In Rijnvaartzaken is de rechtbank Rotterdam overigens niet exclusief bevoegd; de Akte van Mannheim wijst de Rijnvaartrechtbanken aan. Ook in strafzaken is de rechtbank Rotterdam niet de enige bevoegde rechtbank. ‘Natte kamer’ Dat we in veel natte zaken bij de rechtbank Rotterdam terecht moeten, bevordert de kwaliteit van de rechtspraak. De rechters die zich in die rechtbank met die zaken bezig houden (de ‘natte kamer’), krijgen dus heel veel scheepvaartzaken op hun bordje, veel meer dan wanneer ook andere rechtbanken die zaken mogen behandelen. Dat heeft tot gevolg dat zij meer kennis en

JURIST

PETER VAN DAM Peter van Dam is partner bij Van Dam & Lolkema Advocaten. Met zijn ruime ervaring in het binnenvaart- en verbintenissenrecht staat hij al vele jaren cliënten uit de beroepsen pleziervaart bij. Zelf een vraag? pvd@vandamlolkema.nl.

ervaring opdoen. Hun deskundigheid in scheepvaartzaken is op die manier zoveel mogelijk gewaarborgd. En het is hoe dan ook wel prettig als de rechter enige binding met de scheepvaart heeft. Je hoeft dan tenminste niet uit te leggen (wat ik in een zaak van jaren terug moest doen) dat de boegschroef zich aan de voorzijde van het schip bevindt. Maar, werpt u misschien tegen, hoe kunnen die rechters goed oordelen als zij zelf geen ervaren schippers zijn? Die reactie is begrijpelijk, maar anderzijds: we verlangen van een rechter toch ook niet dat zij alleen dan een inbreker mag veroordelen als zij zelf eerst ergens heeft ingebroken?

‘Wettelijke regels bepalen welke rechtbank bevoegd is’ Bovendien kan de rechter, als hij zich niet voldoende deskundig acht om een beslissing te nemen, zich door een deskundige laten voorlichten. Ook de partijen zelf en hun advocaten leveren uiteraard een bijdrage: door vanuit hun expertise de standpunten goed te onderbouwen, stellen zij de toch al gespecialiseerde rechter in staat om een nog beter oordeel te vellen. Of ik het altijd met ze eens ben, is wat anders. Maar er is alle reden blij te zijn met de deskundigheid van rechters (en hun medewerkers) in de ‘natte kamer’ van de rechtbank Rotterdam.

5 VRAGEN

Het zijn weer de donkere maanden van het jaar. Tijd om extra naar de veiligheid van uw schip en uw mensen te kijken. Bert van Velden, adviseur Preventie en Risico­beheer van TVM, beantwoordt hierover vijf vragen. 1. Wat zijn de algemene risico’s van de donkere maanden van het jaar? “In de wintermaanden valt de duisternis vroeg in, in december al rond 16.30 uur. Dit betekent dat het zichtveld al vroeg aanzienlijk wordt beperkt. In combinatie met regen, mist of sneeuw is dit vaak nog vroeger. Neerslag en vorst kan extra gladheid betekenen. Ook de watertemperatuur is dusdanig laag, dat dit risico’s kan opleveren als iemand uitglijdt en in het water valt.” 2. Hoe kan hierop worden voorbereid? “Het is essentieel om regelmatig het weerbericht in de gaten te houden voor mogelijke stormen of extreme weersomstandigheden. Vanuit de ondernemer is het belangrijk dat aandacht wordt besteed aan de extra risico’s in de winterperiode en deze wordt besproken met de bemanning. Zoals bijvoorbeeld het ijsvrij houden van het schip.” 3. Zijn er extra risico’s tijdens de decembermaand? “Eind december liggen veel schepen stil voor het samen doorbrengen van de feestdagen. Tijdens de afwezigheid is het belangrijk om bevriezing aan boord te voorkomen. Zorg dus altijd dat de machinekamers vorstvrij blijven. Zorg dat er genoeg brandstof aan boord is, voor het geval u vertraging oploopt of niet mag lossen in verband met ijs.” 4. Welke tips kun je geven voor deze risico’s? “Wat altijd geldt is om de veiligheid de hoogste prioriteit te geven. Bereid je dan ook goed voor door ook de weers­verwachtingen te checken voor het gebied waar jij naartoe gaat. Pas je aan naar de omstandigheden. Het allerbelang­rijkste preventiemiddel ben jij zelf. Kortom, zorg voor een goede reisvoorbereiding en doe voor vertrek de VaarVeiligCheck.” 5. Wat kan TVM hierbij voor de ondernemer betekenen? “Wanneer u direct hulp nodig heeft bij schade, dan kunt u contact opnemen met TVM Scheepvaart via 0528 29 27 50 of schadebinnenvaart@tvm.nl. Op de website van TVM en leest u tips op het gebied van preventie en een goede reisvoorbereiding.”

Scan de QR-code voor preventietips

23


24 | TVM SCHEEPVAART


‘Elk jongetje moet binnenvaartschipper willen worden’

D

e les hoofdrekenen is al een poosje bezig, als achter in de klas een jongetje verveeld naar buiten tuurt. Hij had op dit moment zoveel leukere dingen kunnen doen: voetballen, de hond uitlaten, verstoppertje doen met zijn vriendjes. In plaats daarvan wordt van hem verlangd dat hij een staartdeling ontrafelt. Prompt hoort hij de leraar dan naar hem roepen. ‘Met uit het raam kijken kun je later je geld niet verdienen, jongen’, klinkt het vanachter de lessenaar. ‘Jawel’, antwoordt het ventje gretig, alsof hij ter plekke ontwaakt uit zijn dromerige gedachten. ‘Wél als je binnenvaartschipper wordt.’ Raymon Berkhout (42), voorzitter van de Stichting Vrienden van de Binnenvaart, ziet het door hem bedachte reclamefilmpje moeiteloos voor zich bij de STER. In lijn met de spotjes van pindakaasgigant Calvé (‘Wie is er niet groot mee geworden?’) of snoepfabrikant Rolo (‘Bedenk goed wat je met je laatste Rolo doet’), zou een reclameboodschap over de binnenvaart tenminste zo aanslaan. Althans, dat sterke vermoeden heeft Berkhout. “Weet je”, zegt de in Hendrik Ido Ambacht woonachtige vader van drie kinderen. “Binnenvaartschipper is het mooiste beroep ter wereld. Alleen: ‘we’ slagen er te weinig in om dat aan de buitenwereld duidelijk te maken. Dat moet veranderen.” Berkhout is in het dagelijks leven Chief Operating Officer van DARI BV, het bedrijf dat zich specialiseert in het

Mensen enthousiast maken voor de binnenvaart. Dat is in een notendop de ambitie van Raymon Berkhout, voorzitter van de Stichting Vrienden van de Binnenvaart. Alles doen hij en zijn bestuur eraan om de branche onder de aandacht te brengen. tekst: Dennis van Bergen beeld: Matty van Wijnbergen

vervoer van kolen, containers, chemie- en olieproducten over het water. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de 350 personeelsleden en de vloot van veertig schepen. Vandaag is hij aangeschoven om te vertellen over die andere drijfveer van hem: de binnenvaart meer naamsbekendheid geven. “Man, dit vak en deze branche hebben zoveel te bieden”, zegt hij. “Het is stoer, het is ruig, je hebt enorme vrijheid; veel meer mensen zouden moeten weten hoe gaaf het is om te werken in de binnenvaart.”

Enthousiasmeren

Om die reden is hij in 2021, samen met een flink aantal afgevaardigden uit de sector, de stichting Vrienden van de Binnenvaart gestart. Insteek is, zo leert de website: het faciliteren

‘Het belang van de sector zou voorop moeten staan’ en financieren van projecten/programma’s met betrekking tot het geven van voorlichting en educatie over de maritieme sector, alsmede het enthousiasmeren van mensen voor en om te werken in de maritieme sector. “Wat een politieagent of een leraar doet, is voor de meeste mensen wel > TVM SCHEEPVAART | 25


Raymon Berkhout: “Iedereen zou moeten weten dat er geen mooiere branche is dan deze.”

duidelijk. Dat geldt blijkbaar niet voor het werk in de binnenvaart. De mensen kennen ons niet, of in elk geval te weinig”, signaleert hij. “Dat moet veranderen en daar zijn we hard mee bezig.” Berkhout heeft zijn bezoek uitgenodigd in het Dordtse restaurant Chez Heeren Jansen. En dat is niet voor niets. Het uitzicht is hier fabelachtig. Al was het maar omdat het decor betrekking heeft op de branche die hij zo liefheeft. Buiten, op De Dordtsche Kil, varen binnenvaartschepen af en aan. Sommige op weg naar de haven van Rotterdam, andere naar oorden waar dan ook in Europa. Hier, het punt dat de Oude Maas verbindt met het Hollandsch Diep en de Hoeksche Waard scheidt van het Eiland van Dordrecht, komt het vak feilloos tot leven. “Prachtig om te zien, toch?”, zegt Raymon, met begeestering in zijn ogen. Hij en zijn mede-vrijwilligers van de Stichting Vrienden van de Binnenvaart zijn al ruim twee jaar bezig om dit gevoel uit te dragen. Eenvoudigweg omdat er in een tijd van (aankomende) vergrijzing hard mensen nodig zijn in de sector. Alle aandacht kan hen hierbij helpen. Er is, stelt Berkhout vast, immers nog een behoorlijke weg te gaan. “Weet je wat bijzonder is?”, vertelt hij, nippend van zijn koffie. “We zitten hier in de grootste binnenvaartgemeente van Nederland. Maar zelfs hier merk je dat lang niet iedereen weet wat het vak nu precies inhoudt.

‘Man, dit vak en deze branche hebben zoveel te bieden’ Wij hebben onszelf ten doel gesteld dat mensen dit, met dank aan verschillende projecten, straks wél allemaal weten. Want ik overdrijf niet als ik zeg dat we in onze branche -en dan praat ik 26 | TVM SCHEEPVAART

over heel Nederland- duizenden extra werknemers kunnen gebruiken. Heel simpel: Elk jongetje moet straks binnenvaartschipper willen worden. En anders wel beroepen die er mee samenhangen, zoals monteur of planner. Daar strijden we voor.”

Vrolijkheid

De Binnenvaartdagen van Zwijndrecht vormden in 2021 het eerst zichtbare project van de stichting. Tijdens dit driedaagse evenement, dat inmiddels tweemaal heeft plaatsgevonden, kregen belangstellenden een inkijkje in het vak. Wat Berkhout opviel was de vrolijkheid die het losmaakte bij -met name- aanwezige jongens. Iets dat niet

los kon worden gezien van de aanwezige simulator, waarop de jeugd kon ervaren hoe het is om bestuurder van een binnenvaartschip te zijn. Opeens voelde het vak voor die kinderen heel dichtbij, iets dat tot die tijd bepaald niet vanzelfsprekend was. “In de binnenvaart mis ik soms nog weleens de saamhorigheid, ook in het uitdragen van hoe geweldig mooi het vak is”, stelt Raymon. “Het is nog iets te vaak een kwestie van ieder voor zich, van te veel versplintering. Het belang van de sector zou voorop moeten staan. Tijdens de Binnenvaartdagen van Zwijndrecht hebben we ervaren dat er wel degelijk veel draagvlak is voor werken in de sector. Daar moeten we op voortborduren, juist omdat we


daar sector-breed baat bij hebben.” Een waterig zonnetje spiegelt intussen in De Dordtsche Kil, als Raymon vertelt dat zijn stichting veel meer doet om de binnenvaart onder de aandacht te brengen. Neem de gastlessen op basisscholen, die georganiseerd worden. Kapiteins vertellen tijdens dat soort bijeenkomsten over wat er bij het vak komt kijken en hoe mooi het is om dagelijks over het water te trekken in een enorm gevaarte. “Je merkt dat dat soort verhalen indruk maakt op kinderen in de groepen 7 en 8”, zegt Raymon. “En ook van de leraren horen we louter goede, positieve geluiden. Vandaar dat we ons voornemen om op termijn op alle basisscholen in Nederland langs te gaan. Dat kan ons vak

weer een extra impuls geven, daar zijn we van overtuigd.”

Werving personeel

En zo zijn er, vult Berkhout aan, nóg talloze manieren om de doelgroep te bereiken. Wat te denken van de promotiefilm ‘Helden van nu’, die onlangs verscheen op SBS. Het is de bedoeling dat in 2024 nog meer van dit soort initiatieven ontplooid worden. Daarover is Stichting Vrienden van de Binnenvaart in gesprek met verschillende omroeporganisaties. Uiteindelijke doel, ook hiermee: gedreven personeel werven voor de sector die zoveel te bieden heeft voor wie er oog voor heeft. Berkhout, met gebalde vuist: “Als je er eenmaal aan geroken hebt, wil je niet anders meer.”

Hijzelf is er het levende bewijs van. Berkhout groeide op in een familie­ bedrijf, gespecialiseerd in kaas- en vleeswaren. Later zat hij zes jaar in het leger en werd zelfs eenmaal uitgezonden naar Bosnië. Maar vanaf het moment dat hij, via nóg een aantal tussenstations, in de maritieme sector belandde wist hij één ding zeker: ik ga hier nooit meer weg. “Weet je wat zo mooi is?”, besluit hij, terwijl in de verte weer een binnenvaartschip passeert. “Deze wereld is even rauw als menselijk, even zwaar als recht-voorzijn-raap. En, dat vooral: nooit saai. Dat willen we, nee móeten we, uitdragen met z’n allen. Iedereen zou moeten weten dat er geen mooiere branche is dan deze.” < TVM SCHEEPVAART | 27


60 jaar Op 6 december 2022 bestond TVM 60 jaar. Al 60 jaar voor en door de leden! Een mijlpaal waar we als coöperatie het afgelopen jaar op verschillende manieren bij stil hebben gestaan. Ook de komende decennia zullen we er zijn om onze leden vooruit te helpen. Een terugblik op het afgelopen jaar.

Feestelijke aftrap op 6 december 2022

TVM 60 festival op 23 juni 2023

Ons DNA

In ons jubileumjaar deelden we verhalen die laten zien waarvoor TVM staat. Daar waar we het verschil maken. We helpen onze leden echt vooruit. Dat zit in ons DNA.

28 | TVM SCHEEPVAART


Scan de QR-code voor een terugblik op het TVM 60 festival

Erwin Jacobs van Oegema Transport

Ton Maas van TMBtransport

Schipper Martin Trouborst

Robert van den Brink van St. van den Brink TVM SCHEEPVAART | 29


60 jaar In 1962 besloot een aantal transport­ ondernemers tot de oprichting van een eigen verzekeraar. Deze transport­ ondernemers legden ieder een deel van het waarborgkapitaal in, om op die manier samen de risico’s te kunnen dragen.

Op 6 december 1962 werd de onderlinge waarborgmaatschappij Transportrisico opgericht in Den Haag. TVM groeide in de afgelopen 60 jaar uit van een kleine verzekeraar tot de inter­ nationale verzekeraar voor de logistieke en transport­sector van nu. 60 jaar in vogelvlucht.

Start TVM schaatsploeg (t/m 2014)

2000 Opening vestiging in Hamburg

Ingebruikname Transvenet (voorloper Mijn TVM)

Oprichting TVM veiligheidsplan en daarmee de Ridders van de Weg

1962

1998

1966

Oprichting Transportrisico

Eerste editie van Waarborg, de voorloper van de TVM Actueel

1996

1968

Aanleg eerste spiegelafstelplaatsen

Naamsverandering Transportrisco in Transvemij

Opening TVM België

1990

Verhuizing naar Rijswijk

Opening huidige hoofdkantoor TVM Eerste uitreiking Ridders van de Weg

1969

1988

Verhuizing naar Hoogeveen

1973 1986 Start TVM wielerploeg (t/m 1999)

30 | TVM ACTUEEL

Naamswijziging Transvemij in TVM verzekeringen


6 december 2022: TVM bestaat 60 jaar

2001 Opening vestiging in Parijs

2004 2022

Opening TVM Denemarken (t/m 2009) Ingebruikname Mijn TVM

2020 Start Bumper

2007 Start Zero Emissie Verzekering TVM ondernemersdesk van start

2019 2008

Start TVM Awards

Verbreding van de A37

2018 Onderlinge waarborgmaatschappij wordt coöperatie

2011

TVM assistance van start

Start XDakar-team (t/m 2014)

Fusie met SON scheepsverzekeringen

2013

2012 Eerste bijeenkomst TVM next generation

Fusie met Noord Nederland schepenverzekering

Oprichting TVM foundation

TVM ACTUEEL | 31


EXPERTaan

BOORD EXPERTaan ‘t

WOORD

32 | TVM SCHEEPVAART


SCHEEPSEXPERT JAAP KRIELE VAN TVM VERZEKERINGEN

‘Brandpreventie is vaak een ondergeschoven kindje’

Met enige regelmaat wordt Jaap Kriele, scheepsexpert bij TVM verzekeringen, geconfronteerd met de aangifte van brand aan boord. De schade kan gemakkelijk oplopen tot tienduizenden euro’s. Reden voor de scheepsverzekeraar aan te dringen op het voorkomen van brand aan boord. Brand­ preventie heeft bij TVM een hoge prioriteit, maar bij veel binnenvaartschippers is dat volgens Kriele niet het geval. “Het is vaak nog een ondergeschoven kindje.” tekst: Harm van der Pal beeld: Matty van Wijnbergen

TVM SCHEEPVAART | 33


EXPERTaan

BOORD

V WOORD EXPERTaan ‘t

oor brand, zo doceert Kriele, heb je brandstof, zuurstof en temperatuur nodig. Als die elementen samenkomen slaat letterlijk de vlam in de pan. “De oorzaken”, stelt Kriele, “zijn vaak te vinden in het gebruik van gas aan boord, open elektrische verbindingen of bij het onzorgvuldig gebruik van een barbecue.” Om calamiteiten te voorkomen geeft de scheepsexpert een aantal eenvoudige, maar uiterst zinvolle tips.

‘Risico’s worden niet genoeg onderkend’ “Om te beginnen: beperk het gebruik van gas aan boord. Ik dring er altijd op aan om zo weinig mogelijk gas aan boord te gebruiken. Het is vaak niet nodig en het is ook niet handig. Daarbij is het gevaarlijk. Dat het toch nog in veel gevallen gebeurt is niet een kwestie van gemakzucht. Eerder van onderschatting. De risico’s worden niet genoeg onderkend.”

34 | TVM SCHEEPVAART

Grote impact

Een kleine brand, benadrukt Kriele, heeft gauw een grote impact. Dat kan directe brandschade zijn, maar ook rookschade. “Rook is niet alleen vuil, maar ook zeer nadelig voor de elektrische installatie. Rook vormt namelijk een bepaald zuur op printplaten dat zelfs na langere tijd nog schade kan aanrichten.” Regelmatig onderhoud aan elektrische installaties aan boord is evenzeer van groot belang. “Houd ze op orde, houd ze schoon. Dat geldt ook voor de filters. Er is veel olie, en vet in de machinekamer. Wanneer daar slijpwerk wordt verricht ontstaat een vonkenregen, die fatale gevolgen kan hebben. Ik vind ook dat je aan boord je vluchtplan en calamiteiten­ plan op orde moet hebben. Bespreek het af en toe met je gezin. En met de matroos. Zorg ervoor dat de vluchtroute vrij is.”

Onderschatting

Onderschatting van brandgevaar komt Kriele ook met enige regelmaat tegen. Een voorbeeld: “In de machinekamer staat soms een brandstoftankje van de bijboot om in de zomer mee te kunnen waterskiën. Dat is echt gevaarlijk. Een kleine vonk is genoeg om een grote brand te veroorzaken. Daar komt bij dat een schipper altijd goed blusmateriaal paraat moet hebben. Kies daarvoor ook het juiste type. En plaats het zeevast. Ik zie vaak dat een brandblusser ergens los in de hoek staat. Brandpreventie wordt in veel gevallen niet serieus genomen. Het is een ondergeschoven kindje.” Sinds 1 juli 2022 zijn rookmelders, in de volksmond ook wel brandmelders genoemd, in alle bestaande woningen verplicht. Maar die verplichting geldt ook voor binnenvaartschepen. Kriele voegt daar aan toe dat dat ook geldt voor koolmonoxidemelders. Koolmonoxide, CO, is een dodelijk en reukloos gas, een sluipend gevaar in ieder huis en op ieder schip.

Werfgang

Brand kan ontstaan tijdens het varen, maar ook tijdens de werfgang. Dan wordt er eveneens vaak lichtvaardig met de veiligheid en de brandpreventie omgegaan. Bijvoorbeeld met het begrip brandwacht. “Vaak wordt er bij de werfgang gauw even een brandblusser neergezet. Op de factuur staat dan wel de post ‘brandwacht 350 euro’. Bij werfgang moet er echter brandwacht lijfelijk aanwezig zijn. Die betalen de schippers of TVM graag. In geval van reparatie van schade is dit onderdeel van de reparatiekosten die TVM dan uiteraard betaald. Mijn advies: neem het serieus. Zet niet een brandblusser neer en ga dan je werk doen. Zorg ervoor dat er fysiek iemand aanwezig is. We betalen graag preventieve brandwacht, in geval van schadereparaties. Daarmee willen we voorkomen dat er brand ontstaat. Je wordt gewoon betaald om op te letten. Dat kan iedereen doen. Daar is weinig kennis en kunde voor nodig.” Is de schipper altijd verantwoordelijk? Jaap Kriele: “Nee, niet per definitie. Het hangt af van de oorzaak. Op het moment dat hij met de slijpschijf in de machinekamer naast het brandstoftankje van de bijboot aan het werk is, dan is er wel sprake van enige onzorgvuldigheid. Daar wordt hij dan ook op aangesproken. Als er sprake is van opzet of grove nalatigheid dan zijn we wel wat minder coulant. Trouwens, brand ontstaat vaak ook door onwetendheid. Dat kun je een schipper niet altijd kwalijk nemen. Maar bewustzijn is wel belangrijk.”

Oorzaak

Meestal had een brand voorkomen kunnen worden. Of had minimaal de schade kunnen worden beperkt. “De oorzaak”, zo constateert hij, “is vaak dat bij werkzaamheden door derden, bijvoorbeeld op de werf of in de machinekamer, geen goede afspraken zijn gemaakt met betrekking tot preventieve maatregelen en de brandwacht.” “De perfecte preventie? Het zou zo moeten zijn dat je als je bijvoorbeeld laswerkzaamheden moet laten doen aan de bodembeplating ter hoogte van


de voormachinekamer, je eerst een plan van aanpak maakt. Dat je een werkoverleg hebt waarin je vastlegt wat er gedaan moet worden, hoe het gedaan moet worden en door wie het gedaan moet worden.” Kriele vervolgt: “En dat je inventariseert welke gevaren je loopt. Wat kan er definitief misgaan? Een voorbeeld. Onder de generator bevindt zich olie. Dat moet worden schoongemaakt voordat je met de werkzaamheden begint. Er moet een brandblusser of een brandslang op druk bij geplaatst worden. Er moet een brandwacht bij zijn. Hoe staat die in contact met degene die met hitte aan het werk is? Dat soort dingen moet je met elkaar afstemmen. En bij een langdurig project niet één keer, maar elke dag zelfs.” Aan boord bevinden zich altijd wel licht ontvlambare middelen, zoals reinigingsmiddelen met een vlammetje op de verpakking. Kriele adviseert om die in een bepaalde ruimte te zetten. Niet in de machinekamer, maar bovendeks, in een geventileerde kast. ‘Zet die spullen daar neer’ aldus de scheeps­expert. Zo is dat wettelijk ook geregeld.

Smartphone

Jaap Kriele waarschuwt ook voor de gevolgen van het opladen van een smartphone. Het is geen probleem als het toestel op je nachtkastje ligt, maar val er niet naast in slaap. Want dat kan gevaarlijk zijn. Je telefoon kan namelijk ‘overladen’ raken. Als je ligt te slapen heb je het niet door wanneer je telefoon is opgeladen en dan kan deze oververhit raken. Wanneer je telefoon dan ook nog eens op bijvoorbeeld een deken of een kussen ligt, wat makkelijker vlam kan vatten, kan er snel brand ontstaan. Leg je smartphone tijdens het opladen dus níét op plaatsen die makkelijk vuur kunnen vatten. Gebruik de juiste lader, dus die ene die bij het apparaat hoort, want dan klopt de stroomspanning altijd. Bij merkloze laders heb je niet de zekerheid dat ze veilig zijn. Liever iets meer uitgeven en voorkom daarmee kans op brand. Dit bewustzijn geldt minstens ook voor het gebruik van accu’s voor elektrische fietsen. Verder zou ik iedereen willen

aanraden om een blusdeken aan te schaffen. Deze zijn zeer snel te gebruiken bij brandjes in de keuken of bijvoorbeeld voor het doven van brandende kleding bij een persoon.” Tot slot van zijn betoog het fenomeen petroleumkacheltjes. “Oude stuurhutten worden nog vaak verwarmd door middel van petroleumkacheltjes. Op

‘Brand ontstaat vaak ook door onwetendheid’ zichzelf zijn het wel veilige kacheltjes. Maar je hangt even een jas over de leuning van de stoel, die dicht bij het kacheltje staat, je loopt eventjes weg en even later staat de stuurhut in de fik.” Het is volgens Kriele dan ook van het grootste belang dat iedere schipper zich bewust moet zijn van de brandgevaren aan boord. < TVM SCHEEPVAART | 35


Meer aandacht, minder schade Doe voor vertrek de VaarVeiligCheck

Veilig varen doet u voor alles en iedereen. Voor wie u tegenkomt en iedereen aan boord. Voor het schip, dat meer dan uw lief is. Voor bruggen en minder schade aan het milieu. En precies daarom is goede reisvoorbereiding zo belangrijk. Spudpalen intrekken, de autokraan aftoppen. Even de diepgang en doorvaarthoogte peilen en gaan. Met de TVM VaarVeiligCheck voorkom je al snel veel schade. Kleine moeite. Groot verschil voor de veiligheid op het water. Doe voor vertrek de VaarVeiligCheck op tvm.nl/vaarveiligcheck


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.