2 minute read

Column Anna S. Wiersma

COLUMN

De Granaet bestaat 50 jaar, wat een prachtige mijlpaal. Ik gok dat ik van die 50 jaar bijna 40 jaar lid ben geweest. Dus heel wat beleefd bij ‘mijn’ club. Natuurlijk vooral als (jeugd)speler, maar door de jaren heen ook in verschillende vrijwilligersfuncties. Van jeugdscheidsrechter, kantine- en schoonmaakvrijwilliger, trainer en coach tot bestuurslid. En aan deze laatste functie wil ik deze column wijden.

Advertisement

Tweemaal maakte ik een bestuursperiode mee. Ik denk ergens in de jaren negentig als secretaresse en een aantal jaar geleden als coördinator van de sector Beleven. Beide periodes stonden in het teken van een grote gebeurtenis. De eerste keer het verhuizen van het Harddraverspark naar het Tolhuispark (met een eigen kantine) en in de tweede periode van de oude naar de nieuwe kantine. Veel werk te verzetten en dan te bedenken dat ons huidige bestuur meerdere van dit soort grote klussen te doen heeft.

Er zaten ook flinke verschillen tussen de twee periodes. Tijdens de eerste periode was lang nog niet alles digitaal. Zo werkte ik toen fulltime als verpleegkundige in een intensief beschermde woonvorm en deed al mijn ‘secretaresse werk’ in de nachtdienst en sloeg het op op ouderwetse floppy’s. Elke vrijdag viel er een bijna vuistdikke envelop van de KNKV op de mat met alles wat de vereniging nodig had. Maar wat ook weer elke week bij de juiste mensen terecht moest komen. De tweede periode was het bestuurswerk heel anders ingedeeld door een prachtig nieuw beleidsplan. Het werk was een stuk makkelijker mede door de digitalisering en de korte lijnen door de verschillende sectoren. Aan de ander kant was het wel lastiger dan de eerste keer om te combineren met werk (wat niet meer ’s nachts was) en gezin. Ik heb beide periodes ervaren als intensief samenwerken met een fijne groep mensen, zowel binnen het bestuur als met de vrijwilligers waar je door de functie het meest mee verbonden was.

Maar eerlijk is eerlijk, al hoe leuk en leerzaam ook, ik was na vier jaar ook blij dat het er weer op zat. Er gaat veel tijd in zitten en het is gewoon veel werk, vaak ook onzichtbaar. Met liefde gedaan, maar toch. Lastige kwesties waren er ook. Waarin ik mij soms ook met de medebestuurders wat verloren voelde. Want kun je het ooit goed en naar ieders tevredenheid doen? Wat gaan jullie als bestuur daar aan doen? Dat vond ik altijd een lastige vraag. Gelukkig kon je dan de verantwoordelijkheid nog delen met het hele bestuur.

“Wat gaan jullie als bestuur daar aan doen? Dat vond ik altijd een lastige vraag.”

Dus zonder alle andere vrijwilligers tekort te doen, die zichtbaar en onzichtbaar zoveel werk verzetten voor de club, wil ik alle bestuursleden door alle jaren heen een dik compliment geven voor al het (soms lastige) werk dat zij voor onze vereniging hebben gedaan, doen en gaan doen in de toekomst!