
5 minute read
De nieuwe kern van industrieel ontwerpen
from Trend 6 | 2022
De nieuwe kern
van industrieel ontwerpen
Advertisement
Sinds een jaar heeft Bertrand Lejoly zijn eigen studio In Antwerpen. Het afgelopen anderhalf decennium was hij als industrieel ontwerper in dienst van twee gerenommeerde studio’s. De anonimiteit ging hem goed af. Toch maakten enkele opdrachtgevers de overgang naar het zelfstandig ontwerpen voor hem een logische stap.
De laatste uitbarsting van autonomie in de wereld van het industrieel design was Memphis in de jaren tachtig, geleid door de Italiaanse architect en ontwerper Ettore Sottsass. Daarna begon de globalisering van de industrie goed op gang te komen en werden de R&D en de eigenlijke fabricage van een product uit elkaar getrokken. We lezen nog vaak ‘Made in Germany’ of ‘Switserland’, maar dat ‘made’ is de assemblage in zijn laatste fase. De productie vindt vaak in het Verre Oosten plaats. Dat had gevolgen voor het industrieel design, dat meer ondergeschikt werd aan de technische vereisten. In die wereld studeerde Bertrand Lejoly af en begon hij, als zesentwintigjarige, te werken.
One of a piece
“Ik heb van 2006 tot 2013 in Milaan gewoond en ben daar in dienst geweest van Matteo Thun, een architect die in zijn jongere jaren deel had uitgemaakt van Memphis. Voor Thun heb ik vooral tableware en sanitair ontworpen. Zelf had hij naam gemaakt als de designer van het wereldberoemde Illy koffiekopje. Een van onze grote klanten was het Duitse Zwilling, waarvoor ik koksmessen heb ontworpen en pannen. Een groot deel van die pannen was bestemd voor de Chinese markt. Chinezen koken op gas en liefst op een hoog vuur. Dus moesten de pannen hoog worden met grote grepen, zodat die niet warm werden. Zo leerde je als vormgever heel sterk rekening te houden met de specifieke vereisten van de markt. Je leerde dat design moet passen in het DNA van het bedrijf van je opdrachtgever. Welk design verwacht men van dit merk, is voor mij altijd een even belangrijke vraag geweest als: met welk design ga ik de markt verrassen?
Afdeling productontwerp
Een visie die ook de volgende werkgever op Lejoly’s pad deelde: Vincent van Duysen, zonder twijfel de beroemdste hedendaagse Belgische architect. “Vincent zocht iemand om leiding te geven aan zijn nieuwe afdeling productontwerp. Ik ontmoette zijn rechterhand op de Milanese beurs Salone di Mobile, en besloot de overstap te maken. Na zeven jaar had ik het in die


drukke wereldstad wel een beetje gezien en was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik kon mij bovendien goed inleven in Vincents essentiële, maar warme stijl. Ook bij hem heb ik tableware en sanitair ontworpen, onder andere voor Serax, maar vooral veel meubelen en verlichting. Dat was een enorme verrijking van mijn pallet. Ik weet nog dat ik hem tijdens ons sollicitatiegesprek zei: ‘Je zult tijd in me moeten investeren. Dit gaat pas na twee of drie jaar renderen.’ Maar hij was daartoe bereid en het heeft ook gerendeerd.”
Onder en boven de Alpen
Zoveel jaren, zoveel producten en zoveel productsegmenten verder – het heeft geholpen om Bertrand Lejoly een brede kijk op het designproces te bieden, breder dan bij de meeste van zijn collega’s. Die kijk vormde de basis van het zelfstandig ondernemerschap, dat zich als hoofd van een eigen afdeling al deels voor hem had uitgekristalliseerd. Maar ook het wonen in diverse steden en het bezoeken van verre landen, droeg bij aan zijn expertise. “Ik ben geboren en getogen in Eupen, dus in Duitstalig België, maar ik heb gestudeerd in Luik. Het Frans en het Duits, de Romaanse en de Germaanse cultuur zijn mij van huis uit vertrouwd. Door te emigreren naar Milaan en te werken voor Italianen heb ik niet alleen de oost/west maar ook de noord/ zuid tegenstelling leren kennen. Ik durf te beweren dat ik weet hoe een consument van boven de Alpen denkt maar ook hoe zijn tegenhanger onder die bergketen naar producten voor het interieur kijkt.” In de wereld van het industrieel design heeft met name die tegenstelling tussen benoorden en bezuiden de Alpen in het verleden aanleiding gegeven tot veel controverse. Bertrand Lejoly is als een van de weinige ontwerpers in staat die te overstijgen en dat geeft een bijzondere kwaliteit aan zijn producten.
Merken zijn de nieuwe sterren
De eerste opdrachtgever die dat erkende was het Duitse Duravit. Voor dit merk ontwierp hij de badkamercollectie D-Neo. “Ik heb leren kijken door de ogen van de architect, de interieurarchitect en de industrieel ingenieur. Zo weet ik hoé een meubel past in een ruimte en hoé de consument het zal gebruiken. Dat maakt de samenwerking met de bedrijven die het ontwerp transformeren tot product weer een stuk makkelijker.” Een van de andere designers met wie Duravit graag samenwerkt is Philippe Starck, weer een architect die ook industrieel ontwerper werd en iemand voor wie Bertrand Lejoly veel respect heeft. “Ik denk dat Starck een van de laatste designers is met zó’n klinkende naam dat consumenten een product kopen ómdat het door hem ontworpen is.
De signature van een designer is vooral belangrijk voor bedrijven om te weten of de stijl, identiteit en kwaliteit bij hun DNA past. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de designaffinados, maar voor het gros van de eindconsument primeert het merk. Daarom zijn merken voor mij de nieuwe sterren.”
Design is transfer
“Ik ga erg graag aan de slag met elementen uit het collectieve geheugen om zo tijdloze objecten te creëren. Denk bijvoorbeeld aan de film Ratatouille waar de foodcriticus plots teruggekatapulteerd wordt in de tijd bij het eten van de perfecte ratatouille. De geur, de smaak, de herinnering aan warme momenten uit zijn jeugd. Dat is wat ik wil bereiken als ontwerper met mijn creaties.
Verder kan een detail van bijvoorbeeld een klassieke voorgevel of interieur, een film, kunst, de natuur mij inspireren om dit over te zetten naar een totaal ander object.
Design is transfer, zei een Zwitserse collega ooit. Misschien is dat verwerken van invloed in deze eeuw meer dan ooit de kern van industrieel ontwerpen geworden.”
Voor meer informatie, ga naar: www.bertrandlejoly.com