Montessori College 20 jaar

Page 1

1993 – 2013

verbaasj eBfzelf rbaasjez lf jezel vebaas Baasjezelf fverbaa verbaasve baa verbaasj fverbaas erjezelfve averbaasj zelfverb functie _

naam naam

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE NIJMEGEN – GROESBEEK

1993 – 2013

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE NIJMEGEN – GROESBEEK

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


colofon © ‘20 jaar Montessori College’ is een uitgave van het Montessori College Nijmegen - Groesbeek i.s.m. het Lees- en Schrijfcentrum van het Montessori College ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan en de opening van de nieuwbouw aan de Kwakkenbergwerg Augustus 2014 Hoofdredactie Joris Hermsen Ans Veltman-Van den Bos Eindredactie Hanneke Broer Joris Hermsen Coördinatie Joris Hermsen Redactie Hanneke Broer, Karen Brouwer, Joris Hermsen, Tony van Ierland, Bertie Korner, Ans Veltman-Van den Bos, Piet-Hein van de Ven, Anne-Marie van de Wiel Teksten Roger Cox, Joris Hermsen, Ben van der Hilst, Pieter Hobbelen, Marion van Hoof, Bertie Korner, Sjoerd Meijer, Arianne Nas, Petey de Quay, Marga Smeets, Virgil Tromp, Ans Veltman-Van den Bos, Piet-Hein van de Ven, Els Vermuë, Jacob Westra, Anne-Marie van de Wiel, Orin Wijen, Marco Willemse Ontwerp en productie, AR, advies en administratie Beerens en Van Ierland | creative communication Nijmegen Fotografie Petra Appelhof (pp. 116-117, 120-123) Max Dereta (p. 22) HAN Nijmegen (p. 109) Nick Helderman (p. 103) Tony van Ierland (pp. 86-89, 118-119, 125-129, 140-141) Friso Keuris (p. 27) Yuki Kho (p. 37) Peter Laarakkers (p. 72-73) Mike Nicolaassen (pp. 85, 138-139) Picture Productions | Hans Hebbink (pp. 114-115) Marga Smeets (pp. 22-26 ) Maartje Strijbis (p. 41) Studio Braaf | Patricia Rehe (pp. 9-10, 13-15, 17, 25, 29-30, 32, 35-36, 38-39, 52, 54-56, 61-62, 65-67, 70, 76, 78, 80, 94-96, 98, 100, 102, 108, 112, 137) Michael Triebels (pp. 43-45) Ans Veltman-Van den Bos (pp. 46, 104-105) Druk RSGS, Utrecht

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Tijdlijn 1 april 1993 fusie tot het Montessori College Nijmegen-Groesbeek 1 augustus 1993 scholenfusie, start 70 min. rooster op Kwakkenbergweg 1 augustus 1994 organisatorische samenwerking van start, inclusief eerste verschuivingen personeelsleden

Gefuseerde partners Katholieke Scholengemeenschap Groesbeek mavo en vmbo techniek en zorg en welzijn, Spoorlaan 6, Groesbeek Scholengemeenschap De Sprong vmbo zorg en welzijn en economie Berg en Dalseweg 295 Nijmegen Vlierestraat 3, Nijmegen Katholieke IVO Mavo Galgeveld Archipelstraat, Nijmegen Montessori Scholengemeenschap Westerhelling Kwakkenbergweg 33, Nijmegen

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


het tweede scherm Deze jubileumuitgave ‘20 jaar Montessori College’ is geen gewone uitgave; Door met een smartphone of tablet de pagina’s met het LAYAR-icoon te scannen gaat u naar het ‘tweede scherm’, en komt dit boek tot leven... Veel lees-, luister- en kijkplezier.

gratis 1 Download

de app LAYAR op www.layar.com/products/app of via de Playstore

LAYAR op een smartphone of tablet 2 Open

3

Richt smartphone of tablet op de totale

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

de pagina door op het scherm te tikken... ar pagina en scan


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


inhoud

montessori college

20 jaar onderwijs

ambassadeurs

Docenten 14 Rudi Sedee Wim Robbers

Ilka van Steen

27

Bram Suijker

31

Conciërges 28

Niña Weijers

37

Geert Boerboom

Simone van Bennekom

41

Jan Triepels

Decanen 38

Kika Sprangers

47

Over de ziel van de school

Gottfried Erdtsieck, Lida Hartgerink Wiel Hendrikx en Bertie Korner

Simon Mamahit

59

Manoe Janssen

63

Peter Link

69

Ulrike Haan

81

Mike Nicolaassen en Bram Kainama

85

Rob Gielen

97

Elaige Camara

99

Over 20 jaar leidinggeven

10

Janneke Stam

Over het ontstaan van het Montessori College

18

Ben van der Hilst

Over dagelijkse verwondering

Piet-Hein van de Ven

John Cocu

34 134

Roostermakers Jos Coenders Wil Giesberts

52

Gebouwenbeheerders Gerard Cuijten Sjef Martens

60

Bestuurders

64

Anita Nijkamp Piet Timmermans

20 jaar leidinggeven Ineke Angenent

74

Piet Hieltjes

Oud- en huidige leerling

82

Laura van Groendendael Sjoerd Meijer

Over school-PR

94

Theo van den Crommenacker Gabriëlle Franquinet

Oud-docenten Rose-Marie Nelissen Rita Oostendorp

PR-medewerkers Gabriëlle Franquinet door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

100

Cas Hieltjes

103

Johan van Kesteren

107

Hay Kranen

111

Mijke de Luij-Hoogervorst

131


parels Cultuurprofielschool

bijzonder 22

Marga Smeets

Internationalisering 42 Virgil Tromp

Modern Montessori vmbo

78

Stephan Haukes

Arianne Nas

Project Gelijkspel

in beeld 32

Zoekplaatje I

48

Profielwerkstuk Malou de Koning 50

Zoekplaatje II

72

Titaantjes docenten en leerlingen over docentschap Petey de Quay en Orin Wijen Roger Cox en Pieter Hobbelen

Dag Vlierestraat!

86

56 70

School in aanbouw

114

Ector Hoogstad Architecten

116

Profielwerkstuk Mannick Wolters 58

Nieuwbouw Kwakkenbergweg

118

Piet-Hein van de Ven Anne-Marie van de Wiel

ICT-route in Groesbeek

68

ClipL2R interieurarchitecten

120

VWO-plus 104

Project De schommel

98

Nieuwbouw Kwakkenbergweg

124

Hans de Leeuw MariĂŤlle de Moel Henk Stockmans

PoĂŤzieproject derdeklassers

110

Locatie Berg en Dalseweg

126

Project Utopia

112

Locatie Groesbeek

128

Techniek voor basisscholen

130

Van Kesteren Groesbeek

132

Fietsenmakerij Monti

133

Oudbouw Kwakkenbergweg

138

Beerens en Van Ierland

141

Lees- en Schrijfcentrum (LenS)

90

Sportspecialisatie 108 Jeroen Gremmen

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


8

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


De school heeft een ziel

Joris Hermsen hoofd- en eindredacteur jubileumboek coördinator Lees- en Schrijfcentrum Montessori College Nijmegen – Groesbeek

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

9 voorwoord

Wij zijn slechts passanten. Een schoolgebouw overleeft ons en bestaat vóór we er komen en blijft bestaan als we het verlaten. Het ziet leerlingen, docenten, directeuren, decanen, zorgcoördinatoren, maatschappelijk werkers, conciërges, ondersteunend personeel en ouders aan zich voorbijtrekken. Een komen en gaan. Wij zijn er allen tijdelijk en verkrijgen slechts enige tijd onderdak binnen de muren van zijn vesting. Een school is als een druk verkeersplein. Ieder zoekt er zijn eigen weg en neemt een persoonlijke afslag. Haalt er wat van zijn gading en vertrekt, maar geeft ook wat. De mensen die er komen ontwikkelen zich en maken een groei door. Ze wisselen kennis en kunde uit, communiceren en leren met en van elkaar. Een lerende omgeving, volgens anderen een diplomafabriek, maar iedereen verlaat het gebouw rijker. Wij mogen het gebouw gebruiken voor de tijd dat we er zijn; we zijn er te gast. Met respect moeten we een schoolgebouw tegemoet treden. Deze stenen kolos heeft een ziel met een groot hart. Die biedt ruimte voor geheimen, raadsels en geborgenheid. Hij is zoveel wijzer dan zijn passanten. En nu hebben wij een nieuw schoolgebouw dat nog leeg, transparant en zonder ervaring is. Een onbeschreven blad dat nog gevuld moet worden. We moeten de oude gebouwen achterlaten en inruilen voor een paar nieuwe op een campus. We bedanken de oude gastheren voor hun gastvrijheid en goede zorgen. Ze waren een veilig en sociaal onderkomen. We hebben er veel gedeeld, maar zijn toe aan een moderne variant. Een nieuwe uitdaging. Met dit afscheid van de schoolgebouwen past ook even stilstaan, voordat we het nieuwe betreden. Bovendien huisde er 20 jaar Montessori-onderwijs: het gebouw mocht zich gelukkig prijzen met deze visie op leren, die van nature vraagt om vernieuwing en ontwikkeling. Eigenlijk is stilstaan in het onderwijs onmogelijk, getuigen de verhalen van de onderwijsontwikkeling in de afgelopen twee decennia. Want leven is leren. Zo blijkt uit een aantal verhalen van zijn passanten die in dit jubileumboek terugblikken op hun tijd op het Montessori College én op 20 jaar Montessori-onderwijs. Wij wensen iedereen veel leesplezier, een duik in nostalgie, herkenning van eigen ervaring en een glimp van toekomst.


rector-bestuurder janneke stam over 20 jaar leidinggeven

interview

10

Janneke Stam (58) voormalig docent Frans huidige functie: rector-bestuurder Montessori College Nijmegen – Groesbeek

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


50 weken per jaar open ze

zou de rector niet zijn van één van de meest vooruitstrevende scholen in Nijmegen als ze een terugblik op 20 jaar Montessori-onderwijs niet ook zou aangrijpen voor een vergezicht. Want Janneke Stam ziet de veranderingen in hoog tempo op haar school afkomen. “De digitalisering van het onderwijs zal een vlucht nemen. Ook de rol van de docent verandert daardoor. En we gaan op weg naar flexibele schooltijden. Het onderwijs kan de behoefte van de 24/7 samenleving niet langer negeren.”

Marco Willemse

De tijd zal leren of de rector gelijk krijgt; of de campus van het Montessori College in pak ’m beet 2020 inderdaad openblijft in de zomer; of er tegen die tijd ook les wordt gegeven in de avonduren en in het weekeinde. Zéker is dat de ontwikkelingen in het onderwijs nooit stilstaan. Maria Montessori zelf vormde een eeuw geleden het levende bewijs van die stelling. Haar gedachtegoed over een natuurlijke leeromgeving voor het kind zette een evolutie in gang in het vaderlands onderwijs. Zo pakte een groep onderwijspioniers 25 jaar terug de handschoen op door het Montessori-concept in het voortgezet onderwijs te introduceren. Voor het eerst konden aanstormende brugklassers kiezen voor een school die het onderwijs zo veel mogelijk afstemde op de behoefte van de leerlingen. Het Montessori College, met Janneke Stam als jonge docente, veroverde een stukje van het Nijmeegse onderwijslandschap en stond dat niet meer af.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

12

Je wilt niet weten hoeveel middelbare scholen hier zijn geweest om onze werkwijze te bekijken en de roostertechniek over te nemen

Jij was één van de grensverleggers. We willen alles horen over het ontstaan van de school, maar mogen we eerst weten waar jij zelf de didactische mosterd haalde. Was je, om het zo maar te noemen, zelf een kind van Montessori? “Nee, dat zeker niet. Ik heb op een gewone middelbare school gezeten en ik ben daarna naar de Gelderse Leergangen gegaan voor een opleiding tot docent Engels en Frans. Ik haalde mijn diploma in 1980, maar ik hoefde niet zo nodig meteen voor de klas. Als ik eerlijk ben, wist ik niet eens of het onderwijs wel mijn bestemming was. Veel ruimte kreeg die twijfel niet, omdat ik al snel een baan kreeg aangeboden voor vijftien lessen Frans op de Westerhelling. Dat was toen een school voor mavo en havo. Later heb ik mij wel gerealiseerd dat in mijn jeugd veel van Montessori’s gedachtegoed terug te vinden was. Ik kreeg de ruimte om me te ontwikkelen. Het lesgeven beviel me beter dan ik had durven dromen. Ik kreeg als beginnend lerares mijn eigen klaslokaal, een cadeautje van de roostermakers. Dat voelde als een huiskamer voor mij en voor de kinderen. Ik begon in te zien hoe essentieel een veilige en vertrouwde leeromgeving is. Het Montessori-zaadje was geplant, zou je kunnen zeggen. Maar was Harry Koets (Haagse onderwijsvernieuwer, red.) er niet geweest, dan weet ik niet of het wortel had geschoten. Hij heeft het Montessori-gedachtegoed naar Nijmegen gebracht.”

In 2001 is het Montessori College als scholengemeenschap met gemiddeld 1.100 leerlingen uitgegroeid tot een vaste waarde. Jij neemt het stokje over van rector Ben van der Hilst op het moment dat de fusiebesprekingen met andere middelbare scholen in Nijmegen-Oost in volle gang zijn. En dan gebeurt het. “Dan gebeurt het, ja. Of beter gezegd, dan gebeurt het niet. Ik had namelijk geen goed gevoel bij die schaalvergroting. Er waren misschien financiële voordelen, al zag ik die ook nauwelijks, maar onderwijskundig schoten we er niks mee op. Ik was bovendien bang dat het Montessori College een flink deel van zijn identiteit prijs zou moeten geven. We zouden bijvoorbeeld geen eigen rector meer krijgen. Toen heb ik de knoop doorgehakt. Ik ben naar het bestuur gestapt met de boodschap dat we deze fusie moesten afblazen. De druk was enorm. Ik zat er tenslotte nog maar net als rector. Maar het proces werd stopgezet. Gelukkig wel.”

Je zit hier dertien jaar later als rector van een nog steeds zelfstandig Montessori College, dat bovendien bouwt aan een nieuwe campus. Blijkbaar had je het goed gezien. “Ik spreek liever van ‘wij’. De steun vanuit het team was destijds enorm. Zonder hen was het me niet gelukt. Maar ik heb er inderdaad geen seconde spijt van gehad. De school groeide en bloeide, met op het hoogtepunt 2.000 leerlingen. De laatste jaren stabiliWat moesten jullie overwinnen om het Montessori- seert het aantal zich op een kleine 1.900. onderwijs, dat toen toch zeker gold als alternatief, Ik ben ook trots op de innovatieve kracht binnen onze school, zoals bleek bij de invoering van het op de Nijmeegse scholenkaart te zetten? tweedefaseonderwijs. We hebben onze eigen keuzes “De Westerhelling deed het zeker niet slecht na de gemaakt. Zo schoeiden we het studiehuis op de omvorming tot Montessorischool. Maar omdat we Montessori-leest door de invoering van een systeem geen vwo hadden, grepen we naast de betere havoleerlingen. We hebben toen een truc uitgehaald door met verplichte collegelessen en vrij te kiezen begeleidingslessen. Zo bleef er ruimte voor de eigen keuzes beginjaren ’90 op een leenlicentie van het Herman van de leerlingen. Je wilt niet weten hoeveel middelbare Jordanlyceum in Zeist (ook Montessori, red.) een scholen hier zijn geweest om die werkwijze te bekijken kleine vwo-afdeling te starten. Het was een uitbreien de roostertechniek over te nemen . De meeste lukte ding met de handrem erop; de andere middelbare dat niet, omdat ze de bijbehorende Montessori-pedagoscholen in Nijmegen hielden ons in de gaten. Het samengaan van de Westerhelling met de ivo-mavo, giek niet bij de verandering betrokken. De Sprong en SG Groesbeek in 1994 maakte van ons een brede Montessori-scholengemeenschap met een volwaardig vbo, mavo, havo en vwo. Het was een zeer energiek fusieproces. De toenmalige rector Ben van der Hilst zorgde ervoor dat we uiteindelijk allemaal hetzelfde wilden: op leerlingen gericht onderwijs, zonder dogma’s.”

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Ook met onze nieuwe vmbo-aanpak gaan we school maken. Die bewering durf ik wel aan. We plaatsen de leerlingen van kader, beroeps en theoretische leerweg door elkaar bij alle praktijkvakken. Zo kunnen ze leren en profiteren van elkaars vaardigheden. Alleen de kennisvakken volgen ze op hun eigen niveau. Bij wiskunde kan dat ‘theoretisch’ zijn, bij Nederlands ‘kader’, enzovoorts. Flexibiliteit zit ons in de genen. Dat is ons grote voordeel.”

De lange vakantieperiodes in het onderwijs zijn niet meer van deze tijd. Dat gáát veranderen, van mij mag het morgen al

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

13 interview

Leraren en leerlingen, iedereen kijkt reikhalzend uit naar de nieuwbouw. De boven- en onderbouw van havo en vwo komen voor het eerst bij elkaar te zitten. Dat moet een diepgekoesterde wens zijn geweest. “Zeker. De Kwakkenbergweg (onderbouw) en de Vlierestraat (bovenbouw) zijn naar mijn smaak toch te veel twee werelden. Niet alleen voor de leerlingen, zeker ook voor de docenten. De onderbouwleraren zien bijvoorbeeld niet hoe het verdergaat met hun leerlingen. Dat is een enorm gemis, omdat je er dan ook niet van kunt leren. We zijn ons er terdege van bewust dat de schaal van de nieuwbouw groter is. Al worden het met 1.100 leerlingen in het havo/vwo-gebouw en 400 in het vmbogebouw (de overige 400 leerlingen zitten op locatie Groesbeek, red.) ook straks geen onderwijsfabriek, de leerling moet er absoluut zijn eigen, vertrouwde stek hebben. Het ontwerp stoelt volledig op die gedachte met studeerkamers voor de leerlingen en daaromheen onderwijsruimtes. Ook de centrale ruimtes in de nieuwbouw zijn opgedeeld in kleinere, beschutte plekken. Onze school is een veilige haven en zal dat blijven.’’

Tot slot. Het Montessori College staat stevig in het heden en het is klaar voor de toekomst. Je moet een tevreden schoolhoofd zijn? “Ja, best wel. Maar het kan altijd beter, hè? Zo ben ik dan ook wel weer. Ik ga niet achteroverleunen in mijn nieuwe kantoor om te teren op het verleden. De tijd staat namelijk niet stil. We zullen als onderwijs onderhand eens moeten aansluiten bij de maatschappij die al lang geen nine to five-structuur meer kent. Een school is geen supermarkt, maar mag het ietsje meer alsjeblieft? Waarom gaan we geen 50 weken per jaar open als de samenleving daar behoefte aan heeft, als een deel van de leerlingen door wil studeren in de zomer? De vakantieperiodes in het onderwijs zijn te lang en ze liggen veel te vast. Dat is niet meer van deze tijd en dat gáát veranderen. Van mij mag het morgen al.”


Rudi Sedee en Wim Robbers over 20 jaar docentschap

interview

14

‘De lerende organisatie: fundament voor deze school’

Ans veltman – van den bos

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


het

Ooit begonnen als docent Nederlands op een scholengemeenschap in Stevensbeek, vervult Rudi Sedee al twintig jaar die functie op het Montessori College. Zijn start op deze school voelde als een warm bad vanwege de goede begeleiding, met name door Lida Hartgerink. “Zij was mijn coach. Met haar besprak ik alles wat ik op mijn pad als docent tegenkwam, met uitzondering van het vak Nederlands. Op dat gebied werd ik ondersteund door een docent Nederlands, Pieter Noij. Er is veel zorg voor elkaar.” Rudi begon in Groesbeek, waar hij de eerste negen jaar voornamelijk doceerde in eerste en tweede klassen, BBL-niveau. Sinds 2004 geeft hij les aan derdeen vierdejaars leerlingen, zowel BBL als KBL, naast zijn werk in de bovenbouw op de Berg en Dalseweg, waar hij gedurende zeven jaar Zorg & Welzijn coördineerde. “Ik was kernteamcoördinator, stuurde het kernteam aan. Dat wil zeggen de inhoudelijke lijn bewaken, communicatie verzorgen tussen schoolleiding en kernteam, tussen kernteam en docenten enz.” De school biedt ruimte voor ideeën en persoonlijke wensen. Zo werd er in 1999-2000 geëxperimenteerd met een breed ‘studiehuiskamer’-model, een beetje het basisschoolidee. “Ik gaf meerdere vakken aan één klas. Ik begeleidde een bepaalde klas erg intensief, zag de leerlingen elke dag meerdere keren. Een klas had weinig verschillende docenten. De overgang tussen basisschool en middelbare school was zo minder groot. Niet ongewoon als je dan naast je eigen vak Nederlands, ook Engels, wiskunde, ict en mentoraat erbij deed”, aldus Rudi. Ruimte voor ideeën

Typisch Montessoriaans dat de ideeën die vanuit het kernteam ontstaan door de schoolleiding worden opgepikt. Het kernteam heeft een sterke verantwoordelijkheid en een bepaalde autonomie. “Er is veel ruimte op onze school om je ideeën, visie en ontwikkelplannen in te brengen. De schoolleiding luistert goed en goede ideeën krijgen de kans daadwerkelijk te worden uitgewerkt. Het studiehuiskamermodel was daar destijds een voorbeeld van.” Rudi Sedee (links) en Wim Robbers (rechts)

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

15 interview

onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Docenten staan steeds weer voor nieuwe, andere uitdagingen. Aan het woord zijn twee van de huidige docenten: Rudi Sedee en Wim Robbers.


Ideeën zijn er genoeg, zoals blijkt uit het Moderne Montessori vmbo, een ontwikkeling die Rudi toejuicht: “Er is sprake van beweging, ontwikkeling. We zijn bereid dingen te veranderen en anders aan te pakken, dat is goed.” De vmbo-leerlingen vragen veel aandacht, maar zij verdienen die ook. “Probeer contact te maken, voordat de zaak escaleert. Complimenten werken uitstekend.” Bij de naderende verhuizing naar één locatie is dan ook het parool: “Houd feeling met alle leerlingen, van elk niveau. Het is belangrijk dat wij, maar met name de schoolleiding, ons goed realiseren wat voor soort leerlingen wij in huis hebben en welke behoefte deze leerlingen hebben. Er zijn grote verschillen tussen leerlingen en juist daarom is maatwerk geboden.”

interview

16

Leer mij het zelf te doen en geef me de kans om het te laten zien

Met smaak vertelt Rudi over de internationalisering, die momenteel op Londen gericht is. Alle vierdejaars vmbo BBL en KBL gaan vier dagen naar Londen in een gastgezin. Voorheen was Parijs de bestemming. Ooit was er voor de leerlingen een mogelijkheid om in het Engelse Doncaster stage te lopen. Voor leerlingen én docenten was dat genieten. “Een fantastische, zeer unieke leerervaring. Wanneer komt de gemiddelde vmbo-leerling nu in het buitenland? Niet dus... Laat staan dat hij er stage loopt… Wat dat allemaal wel niet oplevert!” Rudi heeft het over een bijzondere leerervaring uit het verleden, maar zou het mooi vinden als iets dergelijks zich ook in de toekomst zou voordoen. “Het zijn momenten waarop je leerlingen uit hun dagelijks ritme haalt. Ze worden in situaties gebracht waar ze een enorme groei kunnen doormaken.”

Kloppend docentenhart

Binnen het MM-vmbo wordt beter gekeken naar talenten die leerlingen hebben. Bovendien hebben ze meer keuzemogelijkheden. Het is heerlijk om leerlingen van het derde of vierde leerjaar BBL of KBL bezig te zien tijdens een stagebezoek. “Je ziet ze groeien en stralen. Stage levert vaak prachtige leermomenten op, waarbij alles op zijn plaats valt. Ze groeien omdat ze verantwoordelijkheid krijgen, ze functioneren in de echte maatschappij en zijn bezig met betekenisvolle taken. Het meisje dat op een kinderdagverblijf in staat is om contact te maken met kinderen, initiatieven neemt, goed samenwerkt met collega’s, maakt een enorme groei door.” Rudi vervolgt: “Mijn docentenhart gaat sneller kloppen als ik oud-leerlingen tegenkom in een winkel of in de horeca, die op wat voor manier dan ook geslaagd zijn in hun leven. Het is prachtig om te zien hoe deze mensen zich hebben ontwikkeld.”

Blijf vieren

Rudi wijst op het belang van contactmomenten met collega’s, het uitwisselen van ervaringen en het belang van leuke dingen doen met elkaar. “Door te delen versterk je het team.” Het werken met vmbo-leerlingen is een pittige klus. Het is dan ook erg belangrijk dit als team aan te pakken. Daarnaast is het goed om samen ’lucht te brengen’ in het geheel, zowel met leerlingen als collega’s onderling. “We moeten het niet te zwaar maken… luchtig en toch professioneel.” Over feesten gesproken: “Het feestgehalte is wat gedaald, het mag iets meer zijn. Wat ik mis, is een beetje meer aandacht voor de docent. Ik mis het bruisende karakter van onze school. Samen vieren = verbinden = team = versterking van het onderwijs. Mijn advies aan het Montessori College is dan ook: blijf vieren.” Rudi heeft positieve verwachtingen bij de verhuizing naar het nieuwe gebouw. “We gaan nog meer samenwerken. Een nieuw gebouw biedt kansen voor nieuwe ontmoetingen en een nog betere afstemming.”

Rudi Sedee (47) docent Nederlands vmbo door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


zijn

collega biologie Wim Robbers is ook een van de docenten die al lang meelopen. Wim geeft niet alleen al twintig jaar biologie aan bovenbouwleerlingen havo/vwo op de Vlierestraat, hij is ook coach voor beginnende docenten en doet binnen Kiosc (Kennis Innovatie Onderzoekscentrum) onderzoek. Ook hij deelt met Rudi de zorg voor de lerende en samenwerkende organisatie. “De lerende organisatie is het fundament voor deze school.”

Wim zette zijn capaciteiten op het gebied van onderwijsontwikkeling niet alleen in voor het Montessori College, maar hij was ook actief op landelijk niveau in Kiosc. Dit motivatieproject van de VO-raad stimuleert onderzoek doen naar de eigen praktijk van docenten, samen met docenten. Het is de zoekende houding van de Montessoriaan om de (eigen) idealen en uitgangspunten te toetsen aan de praktijk en die fijn te slijpen. “Degenen die meedenken, mogen ook meebeslissen, een gevleugelde uitspraak al vanaf het allereerste begin van het Montessori College. Divergeren mag, maar in de praktijk zoeken we toch een harmoniemodel.” Leer mij zelf te excelleren

Als adept van (wijlen) Luc Stevens, hoogleraar orthopedagogiek in Utrecht, de man die de vraag naar voren bracht ‘Wat heeft het kind nodig?’ komt Wim met het antwoord: “Autonomie, uitdaging, competentie en vrijheid.” Hij voegt daaraan toe: “Leer mij het zelf te doen in een geschikte voorbereide omgeving en geef me de kans om het te laten zien.” Een aandachtspunt waar Wim op hamert, is de juiste omgeving om te excelleren. De voorbereide omgeving en het inzetten van docentenkwaliteit maken via interactie excellentie mogelijk. Dat is iets anders dan het excellent zijn, waar volgens hem nu wel eens wat eenzijdig de nadruk op wordt gelegd. “Gun iedereen de mogelijkheid te excelleren, op welk gebied dan ook! Daarbij is het goed om op zoek te gaan naar inspiratiebronnen. De opening van het nieuwe gebouw kan daarbij een extra aanleiding vormen. Bijvoorbeeld duurzaamheid als inspiratiebron toe te passen op leerprocessen, op de onderlinge communicatie of op het gebruik van de fysieke omgeving. Ook het realiseren van ‘echte’ inspraak voor leerlingen via een heus leerlingenparlement lijkt me een geweldige uitdaging.”

17 interview

Volgens Wim moet de school ervoor zorgen dat beleidsontwikkeling en -uitvoering korte lijnen heeft. “De kernteams zijn daarvoor ideaal. De energie moet gaan naar primaire processen, waarbij de organisatie faciliterend moet zijn. Zorgen voor een goede ‘voorbereide omgeving’.” De bevlogen Montessoriaan is destijds gestart op de ivo-mavo, een van de vier fusiescholen, waar de invloed van onderwijsideologen als Kees Boeke en Jan Ligthart voelbaar was. Wim heeft tijdens zijn studie biologie gekozen voor een kant die maatschappelijk relevant is. Hij was betrokken bij onderwijsvernieuwingen als projectonderwijs en de middenschool. De middenschool was een experimenteel schooltype, waar voor het eerst werd gewerkt met doorlopende leerlijnen en heterogene groepen, waardoor het keuzemoment werd uitgesteld. Bij de ivo-mavo, een school voor individueel onderwijs, werd een schoolwerkplan ontwikkeld, waar door differentiatie de leerling centraal stond. “Oud-directeur Ben van der Hilst was destijds mijn grote inspirator. Hij stelde de creativiteit centraal in de school. Na elke een periode van initiëring van vernieuwende processen moet er aandacht zijn voor effectiviteit. De vraag dient zich aan: ‘Besteden we de energie wel goed?‘ Dat vereist continue reflectie, onderzoek en bijstelling.”

Kiosc

Een kind heeft autonomie, uitdaging, competentie en vrijheid nodig

Wim Robbers (62) docent biologie havo/vwo bovenbouw, coach en begeleider onderzoek (Kiosc) augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


kernteams: het ideale onderwijs kundige concept interview

18

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


ben van der hilst over het ontstaan van het montessori college

de

ontstaansgeschiedenis van het Montessori College was zo’n twintig jaar geleden een ingewikkeld proces voor docenten en directie. De details van die geschiedenis zijn niet meer zo belangrijk voor nu, maar de twee hoekstenen waarop het Montessori College gebouwd werd, de onderwijskundige visie en een organisatiestructuur die daarbij hoort, blijven onvervangbare pijlers voor de school.

ben van der hilst

In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw overspoelde een fusiegolf het voortgezet onderwijs in Nederland en bereikte ook Nijmegen. Hoewel altijd de sociaal-wenselijke reden genoemd werd dat het goed zou zijn voor de leerling, lagen aan de vele fusiebewegingen in die tijd een wirwar van motieven ten grondslag. Angst van besturen om in financiële problemen te geraken, de droom van schoolleiders om de baas te zijn van een nog grotere organisatie, de aanlokkelijkheid van financiële premies op fusies die de overheid destijds (tijdelijk) uitdeelde, hogere salarisschalen voor het management, et cetera. Kortom, allerlei minder rationele motieven die eerder ook al hadden geleid tot megalomane constructies van ROC’s en Hogescholen. Zelden zijn de belangen van leerlingen en docenten echt gediend met de expansiedrift van bestuurders en schoolleiders. Was de fusie van ivo-mavo het Galgenveld, katholieke scholengemeenschap De Sprong, katholieke scholengemeenschap Groesbeek en Montessori scholengemeenschap De Westerhelling in 1993 een goede uitzondering op deze wat sombere regel?

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Als bevooroordeeld betrokkene bij de ontstaansgeschiedenis, als ouder van vier kinderen die met plezier het Montessori College doorlopen hebben, maar ook als kenner en onderzoeker van het onderwijsveld in Nederland meen ik deze vraag positief te kunnen beantwoorden. Bij de voor- en tegenstanders van de fusie speelden destijds emotionele overwegingen en motieven van eigenbelang ongetwijfeld een belangrijke rol en stond het belang van de leerling niet altijd voorop. Maar twee bijzondere processen bij de geboorte van het Montessori College hebben er in belangrijke mate aan bijgedragen dat de nieuwe school uitsteeg boven de optelsom van de vier afzonderlijke scholen (die overigens zelf ook weer voortgekomen waren uit eerdere fusies).

interview

20

Nieuwe impuls

de vraag was hoe iedere school zijn sterke kanten in de nieuwe organisatie verder kon uitbouwen

In de eerste plaats waren docenten en schoolleiders van de verschillende scholen van begin af aan erg gemotiveerd om samen na te denken over het ideale onderwijskundige concept van de nieuwe school. De centrale vragen waren niet wat het gemiddelde was van de onderwijskundige visies of over welke compromissen moesten worden onderhandeld. De vraag was hoe iedere school zijn sterke kanten in de nieuwe organisatie verder kon uitbouwen, welke idealen in de eigen school nog niet bereikt of ondergesneeuwd waren geraakt, idealen waarvoor de nieuwe school nieuwe kansen kon bieden. Voor veel docenten in de vier scholen gaf dat een nieuwe impuls om over eigen idealen na te denken, op zoek te gaan naar wat de eigen school zo sterk maakte en wat je als docent verder nog wilde bereiken met de collega’s van de andere scholen. In verschillende werkgroepen werd daarover gesproken en men vond elkaar al vrij snel op gemeenschappelijke thema’s als individuele aandacht voor iedere leerling, opvoeden tot en laten ervaren van zelfstandigheid, omgaan met wederzijds respect. De discussies waren dus gelukkig niet gericht op standaardisatie van processen en methodes (of de lengte van een lesuur, die varieerde van 45, 50 tot 70 minuten!), maar op zaken die er echt toe doen. Ook was niet op voorhand bepaald dat het een Montessorischool zou moeten worden, ondanks dat een van de vier scholen dat wel was. Afgesproken werd dat een passende naam pas werd bedacht als eerst het onderwijskundige concept vaststond.

Ben van der Hilst (64) Eerste rector van het Montessori College Nijmegen _1993 – 2000 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Unieke organisatie met kernteams

docenten zijn professioneel genoeg om samen met collega’s te bepalen hoe onderwijs vormgegeven moet worden

Kwetsbaar bouwwerk

De kernteamorganisatie is een kwetsbaar bouwwerk dat constant onderhoud behoeft. Een bouwwerk kan nog zo mooi bedacht zijn, de feitelijke gebruikers bepalen de waarde ervan. Het belangrijke uitgangspunt: de ontwikkeling van zelfstandige leerlingen vereist zelfstandig lerende docenten die zelf in teamverband het onderwijs vormgeven, moet blijven bestaan in een Montessorischool. Maar het herinrichten van de organisatie en het steeds weer ijken van de dagelijkse praktijk aan dit uitgangspunt vraagt constante aandacht. Je kunt leerlingen anders groeperen, kernteams anders samenstellen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden opnieuw vaststellen: steeds zal voortschrijdend inzicht vertaald moeten worden in nieuwe vormen. In de organisatiestructuur van een Montessorischool is iedere medewerker een unieke actor die de organisatiestructuur mede vormgeeft. Net zoals alle medewerkers en leerlingen het nieuwe schoolgebouw echt zullen laten leven en hopelijk straks ook weer gaan verbouwen.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

21 interview

Een tweede, minimaal zo belangrijk proces in die begintijd was het bedenken van de organisatievorm van de nieuwe school. Het dragen van eigen verantwoordelijkheid, omgaan met wederzijds respect en vertrouwen in de eigen competenties waren principes die niet alleen moesten gelden voor de leerlingen, maar ook voor de docenten. En net zoals bij het lesgeven mochten dat geen loze kreten zijn, maar moesten ze tot uitdrukking komen in de wijze waarop de arbeidsorganisatie werd ingericht. Het is vanzelfsprekend dat de verschillende docenten die ieder een stukje bijdragen aan de ontwikkeling van een groep leerlingen, daarbij samenwerken en samen verantwoordelijkheid dragen voor die ontwikkeling. Docenten zijn professioneel genoeg om samen met collega’s te bepalen hoe het onderwijs vormgegeven moet worden. Dat leidde tot een inrichting van een teamstructuur, waarbij steeds een team van ongeveer vijf docenten leiding gaf aan het onderwijs aan een groep van (gemiddeld) ongeveer 100 leerlingen. We noemden dat een kernteam. We hadden drie redenen voor die naamgeving: de vijf docenten vormden de kern van (meestal) een grotere groep docenten die lesgaven aan de betreffende groep leerlingen, de teams hielden zich bezig met de kernopdracht van de school, namelijk onderwijs en begeleiding, en tenslotte vormden de kernteams de kern van het organisatiemodel. Kernteams zijn de belangrijkste actoren in het organogram van de organisatie. Deze organisatiestructuur kwam niet zomaar tot stand. De eerste groep schoolleiders van het Montessori College heeft heel wat uren besteed aan de mogelijke gevaren van zo veel macht geven aan de kernteams. Er waren tal van belangrijke vragen, bijvoorbeeld: ‘Wat doen we als het ene team een heel andere kant op gaat dan de andere teams, wat zeggen we tegen de ouders die kinderen in verschillende teams hebben, wat moeten wij nog als schoolleiders doen, kunnen we besluiten van een kernteam overrulen?’

Op een middag in juni 1994 werden de kernteams voor het volgende schooljaar feestelijk geïnstalleerd. Die ochtend had de schoolleiding nog gezwoegd op een uitgebreide takenlijst die de kernteams mee zouden krijgen. Een lijst van 37 zaken die ze moesten doen. Vlak voor het moment dat de kernteamleden bij elkaar kwamen, brak het inzicht door dat het onzinnig was om zo’n lijst mee te geven aan teams die de verantwoordelijkheid kregen om zelf vorm en inhoud te geven aan onderwijs en begeleiding van een groep leerlingen. Een typisch geval van oud denken in een nieuwe context. In plaats van de lijst van 37 taken deelden we die middag een eenvoudig toetsingskader met vijf punten uit, waarbinnen de besluitvorming van de kernteams moest plaatsvinden (blijf binnen de uitgangspunten van de school, de financiën en de wet, hinder andere kernteams en andere commissies niet). De meeste kernteams zijn daarna enthousiast aan de slag gegaan, een enkel team had moeite met de nieuwe verantwoordelijkheid. In het begin richtten de teams zich vooral op de praktische zaken, gaandeweg namen teams ook belangrijke besluiten op het gebied van leerlingbegeleiding en onderwijskundige ontwikkeling. Speciale leerwegen voor vmbo B-leerlingen, de invoering van de Tweede Fase al in 1998, de invoering van het speciale rooster in de bovenbouw en de inrichting van een juniorstudiehuis zijn enkele voorbeelden van belangwekkende kernteambesluiten uit de beginjaren van de kernteamorganisatie.


parels

22

‘kunst is als

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Kunstwerk ‘Installation 6500 : 1’ van oud-leerling Willem Besselink


montessori cultuurprofielschool

‘als

ik nu sterf, laat me dan hier maar liggen”. Die woorden sprak een leerling tijdens de culturele reis naar Rome, nadat hij al een half uur met open mond en vol verbazing door het Vaticaans Museum had gelopen. De overdaad aan schoonheid bezorgde hem een gevoel van intens geluk. In de Stanza van Rafael of de Sixtijnse Kapel van Michelangelo was hij toen nog niet eens geweest. Verbazing, verwondering, het ongezegde tot in de kern raken en het onzegbare verbeelden. Dat is wat kunst, in welke vorm of genre dan ook, bij een mens teweeg kan brengen.

leerlingen leren hun kennis, gevoelens en ideeën vorm te geven en technieken te gebruiken door hoofd, hart en handen aan het werk te zetten

Je zou kunnen stellen dat jongeren, net als olijven leren eten, moeten leren kunst te waarderen. Op vakantie worden kinderen zuchtend door hun ouders meegesleept naar die opera in dat leuke Romeinse amfitheater, die prachtige kastelenroute in Frankrijk of het gezellige muziekfestival tijdens de Zomerfeesten. Is het een goed idee om jongeren verplicht te leren wat kunst is op een leeftijd dat ze zich vooral op sociaal en persoonlijk gebied aan het ontwikkelen zijn? Overwegend ontstaat intrinsiek gemotiveerde interesse voor kunst met de grote K pas tussen het twintigste en dertigste levensjaar. Dan pas gaan de meeste mensen uit eigen beweging naar een filmhuisfilm of vinden ze het weer leuk om vrijwillig (literatuur) te lezen. En als je de interesse niet hebt,

is het ook goed. Je kunt immers zelf kiezen. Kennismaken met kunst

Culturele reis naar Rome: Forum Romanum

marga smeets

Kunst is een vorm van communicatie, waarbij alle zintuigen kunnen worden ingezet. Uitingen van kunst leren ons de dagelijkse beslommeringen, grote rampen, politiek gekrakeel en historische gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven te zien en te duiden. Maar kunst vertelt ook persoonlijke verhalen en vertaalt emoties. Kunst geeft ons schoonheid, passie en verwondering. Een mens ontwikkelt zich een leven lang. Wat tijdens de jeugd niet van belang of zelfs irrelevant lijkt, kan later van grote waarde zijn. Vandaar dat het belangrijk is jongeren in het onderwijs kennis te laten maken met allerlei vormen van hoge en lage kunst en hen uit te leggen hoe kunstuitingen passen binnen de maatschappij en het persoonlijk leven. Al was het maar omdat ze zelf deel uitmaken van een eigen jeugdcultuur. Muziek, mode, multimediale middelen, jongeren worden er dagelijks mee geconfronteerd.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

23 parels

waarderen olijven leren eten’


parels

24

door xxxxxxxxx


Kunst- en cultuuronderwijs is niet nieuw. Maria Montessori verwijst in 1912 naar professor Randon, wiens visie op het belang van kunstonderwijs ze onderschrijft.

The Montessori Method, Maria Montessori, 1912

Inzicht in creatief proces Het Montessori College Nijmegen is niet voor niets een cultuurprofielschool: een school die zich bewust profileert op het gebied van kunst en cultuur en daartoe structurele samenwerkingsverbanden aangaat met de (culturele) omgeving. Vanaf de eerste schooldag komen leerlingen in aanraking met allerlei vormen van kunst en cultuur. In de lessen tekenen, handvaardigheid, beeldende vorming, muziek en drama werken leerlingen aan opdrachten die hen prikkelen hun creativiteit te gebruiken.

In praktijk- en theorieopdrachten in de lessen ligt de nadruk op het leerproces en maken leerlingen steeds keuzes in hoe en waarom ze een opdracht of stof op een bepaalde manier verwerken. De opdrachten zijn zo vormgegeven dat er op diverse momenten keuzemogelijkheden voor leerlingen zijn ingebouwd. We dagen leerlingen uit inzicht te verwerven in hun creatieve proces en daar zelf vorm aan te geven. Op die manier bouwen leerlingen wolkenkrabbers, maken ze verhalende of abstracte schilderijen, componeren ze hun eigen muziek en maken hun eigen Shakespeariaanse film.

‘Om gevoel te krijgen voor hun omgeving hebben jongeren niets aan theoretisch gepredik over de principes van burgerschap. Hun ontwikkeling moet voortkomen uit artistiek onderwijs dat jongeren zou moeten leiden om kunstvoorwerpen, en vooral monumenten, te waarderen en liefhebben om ze vervolgens ook te respecteren’ The Montessori Method, Maria Montessori, 1912

Elze Schers (vwo-4) over de cultuurklas: “De projecten die we deden met de cultuurklas waren erg leerzaam en leuk. Vooral de presentaties van elk project werden elke keer beter en aantrekkelijker. De cultuurklas heeft niet alleen mijn kijk op kunst, toneel en muziek veranderd, ook heb ik leuke mensen ontmoet en er veel mooie herinneringen aan overgehouden.” Hanne van Ooij (vwo-4) over de cultuurklas: “Om een lange tijd aan een project te werken en dan presenteren en er één geheel van te maken, vond ik erg leuk. De cultuurklas heeft gezorgd voor een andere kijk op de werkelijkheid, achter elk kunst- of toneelstuk zit een diepere betekenis.” Stijn Verdonschot (havo-5) over de culturele avond: “Ik heb nu vier culturele avonden mogen meemaken en elke keer is het weer een feestje om er aan mee te werken. Het is mooi om te zien dat er zo veel verschillend talent rondloopt op onze school. En het is fijn dat school je ook de gelegenheid geeft dat te kunnen tonen. Zelf heb ik nu drie keer opgetreden en het heeft mij ook echt geholpen me te durven uiten.” Stef Gooren (vwo-5) over het Voordrachtfestival: “Doordat de sfeer binnen de voordrachtgroep zo goed is, heb ik altijd zin om naar de repetitie te gaan. Het is ook heel fijn dat de leraren ons in het creatieve proces vrij laten. Het verzamelen en bewerken van teksten is voor een groot deel door de leerlingen zelf gedaan, wat het opvoeren ervan veel leuker maakt.” Erik van Klinken (vwo-6) over het Voordrachtfestival: “Bij het Voordrachtfestival wordt je creativiteit op de proef gesteld. Het eindresultaat van maanden brainstormen, de voorstelling, is elk jaar anders en verrassend.” Bieke Jongejan (havo-5) over Broodje Cultuur: “Ik ben altijd gek geweest op zingen, maar was bang om op te treden. Broodje Cultuur heeft me geholpen met zingen, durven én genieten van optreden. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

Marga Smeets (48) docent CKV en tekenen, havo/vwo bovenbouw augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

25 parels

‘Om gevoel te krijgen voor hun omgeving hebben jongeren niets aan theoretisch gepredik over de principes van burgerschap. Hun ontwikkeling moet voortkomen uit artistiek onderwijs dat jongeren zou moeten leiden om kunstvoorwerpen, en vooral monumenten, te waarderen en liefhebben om ze vervolgens ook te respecteren’.

De kunstvakken op het Montessori College bieden verdieping in hoe de (kunst)wereld zich historisch heeft ontwikkeld en geeft leerlingen de mogelijkheid zelf vorm te geven aan hun ideeën, artistieke behoeften en persoonlijke ontwikkeling. Om dat zo goed mogelijk te ondersteunen, ligt de nadruk in de lessen op het procesmatige karakter van de kunstontwikkeling. Dat houdt onder andere in dat de focus niet alleen op een eindproduct ligt, maar op het gehele artistieke proces van concept, via experimenten naar een (voorlopige) conclusie in de vorm van een eindwerk, presentatie of uitvoering. Zo leren leerlingen hun kennis, gevoelens en ideeën vorm te geven en technieken te gebruiken door hoofd, hart en handen aan het werk te zetten. Ze leren beelden maken, verhalen vertellen, musiceren en op allerlei andere manieren uiting te geven aan hun gedachtengoed. Ze gaan op zoek naar hun passie en vinden creatieve oplossingen voor uitdagende problemen.


parels

26

Talent op de planken

Kunst binnen en buiten school

Leerlingen kijken over de grenzen van vakgebieden heen, maar leren ook om de verbanden tussen vakgebieden te herkennen. Bij het vak CKV kan de inspiratie uit de literatuur en de muziek komen, zoals ‘Die Dreigroschenoper’ van Bertold Brecht en Kurt Weill. Vervolgens is de opdracht er een decor voor te bouwen en een dansvoorstelling van te maken. Er wordt ook in profielmodules samengewerkt door vakken als kunstgeschiedenis, geschiedenis en filosofie. Zo is er sinds jaren de profielmodule Utopia (lees hier meer over op pagina 112), waarin leerlingen, lang voor John de Mol het concept op televisie bracht, ideeën over hun eigen utopie in de vorm van een speech voor het voetlicht brengen.

De kunstdocenten hebben intensieve contacten met het culturele veld en niet alleen in school zijn er culturele evenementen, maar de leerlingen bezoeken ook in klassenverband en zelfstandig allerlei culturele instellingen. Jaarlijks zijn er excursies naar diverse musea in Nederland, filmvoorstellingen in filmhuis LUX en theatervoorstellingen op locatie of in De Lindenberg. Tijdens de culturele reizen naar Parijs, Berlijn en Rome maken de leerlingen kennis met de geschiedenis en de kunst die deze steden herbergen. Jaarlijks zijn er diverse culturele uitwisselingen met scholen in Europa waaronder uitwisselingen met Spanje, Frankrijk, Duitsland en Turkije. In deze uitwisselingen ligt de nadruk op het leren kennen van de cultuur van het gastland. Leerlingen logeren bij een gastgezin en ontvangen zelf ook een jongere in hun eigen gezin. Het Montessori College heeft naast de reguliere kunstvakken een speciaal programma voor kunst- en cultuuronderwijs in de vorm van een cultuurklas voor havo en vwo en Kunstzinnige en Culturele Vorming (KCM) voor het vmbo. Leerlingen uit deze klassen volgen speciale programma’s die gericht zijn op het ontwikkelen van creatief talent en passie voor kunst. De lessen zijn toegespitst op het ervaren van allerlei vormen van kunst door zelf op speciale locaties binnen en buiten school kunst, muziek, theater en dans te maken, maar ook door achter de schermen te kijken hoe kunstenaars te werk gaan.

Het Montessori College kent lange culturele tradities. Zo zijn er de open podia ‘Monti’s got talent’ en ‘Broodje Cultuur’ waar leerlingen tijdens een vaste keuzewerktijd hun muzikale, literaire of filmtalent aan elkaar tonen. Daarnaast zijn er de jaarlijkse culturele avonden waar leerlingen gezamenlijk voorstellingen maken, die ze voor ouders en schoolgenoten voordragen, acteren, musiceren en dansen. Aan speciale projecten zoals het Nijmeegse Poëziefestival en het Voordrachtfestival doen leerlingen van het Montessori College elk jaar trouw mee.

Die arme pubers, ze ontkomen er niet aan. Vraag ze tien jaar na het behalen van hun diploma nog eens naar de Rome- of Berlijnreis, de uitwisseling met die school in Spanje, de theatervoorstellingen die ze gezien hebben, het bezoek aan het Gelders Orkest, de excursies naar Museum het Valkhof, het Rijksmuseum of Museum De Pont. Ze zullen het zich nog herinneren. Het heeft indruk gemaakt en het heeft hen verrijkt. Waarschijnlijk zullen ook zij op hun beurt hun kinderen later weer meeslepen op die leuke kastelentocht in Frankrijk.

Een impressie van uitvoeringen voor het voordrachtfestival 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


ilkanaam van steen naam

vwo 2006_kunstconservator_ afstuderen_

Rob Gielen (29) behaalde in 2002 zijn vwo-diploma op het Montessori College. In de afgelopen jaren heeft hij in Eindhoven een opleiding ElekEen stage bijafgerond. Van Lanschot trotechniek Bankiers en het vertrek de In 2013 is hij cum laude van geprotoenmalige conservator leverde moveerd in de regeltechniek. Ilka van Steen op 26-jarige leeftijd een baan als beheerder vanuit? wereldse Welk op beroep oefen je nu kunstwerken bij ik deze internationale Inmiddels werk voor Philips bank. Dankbaar denkt zeik terug. Healthcare in Best waar de

ar

nieuwe generatie interventional Wat is je huidige ontwerp. beroep? Dit X-ray-systemen Na mijn studies rechten enhet kunstzijn röntgenapparaten die geschiedenis ben ik sinds twee mogelijk maken om bijvoor- jaar de conservator de kunstcollecbeeld mensen tevan dotteren en tie van Van Lanschot om hersenbloedingenBankiers. te voorDit betekent dat verantwoordelijk komen. Ik doe ditikwerk omdat ik ben voor 1.400 kunstwerken die graag mensen help. Ik word envariëren totvan Van thousiastvan vanRembrandt het oplossen Gogh. maak onder andere tenlastigeIktechnische problemen toonstellingen, geef rondleidingen en ik vind het boeiend om met en koop nieuwe kunst aan. veel verschillende vakgebieden in aanraking te komen (op dit Wat is jou bijgebleven van je moment werktuigbouwkunde, Montessoritijd? elektrotechniek, informatica en Mijn tijd op het Montessori roept biologie). bijna alleen goede herinneringen op. Zoals betrokken leraren, Wat isdejou bijgebleven van het je KWT en de culturele reizen. Mijn beste Montessoritijd? vrienden toen zijn dat nu nog Van mijn van Montessoritijd herinsteeds. Dat zegt wel wat, denk ner ik me de informele manier ik. waarop je met docenten om kon Wat het Montessorigaan,heeft waardoor je nooit het onderwijs bijgedragen aan jete gevoel had een domme vraag vervolgstudie of beroep? stellen. Net zo belangrijk was Het heeft mij daarnaast voorMontessori mij de keuzevrijheid en geleerd hoe belangrijk het ‘vrije eigen verantwoordelijkheid die je denken’ is. Zonder de aanstekelijke kreeg, bijvoorbeeld KeuzeWerkliefde van Marga Smeets voor de Tijd (KWT). kunst was ik waarschijnlijk nooit kunstgeschiedenis gaan studeren. Wat heeft het MontessoriNu geloof ikbijgedragen dat kunst noodzakelijk onderwijs aan je is, omdat goede kunst een ander vervolgstudie/beroep? idee of eenmij andere invalshoek Het heeft geleerd om mijn op onze wereld toont. En uiteindeeigen verantwoordelijkheid te lijk is een idee het begin van alle nemen en nooit een opdracht te veranderingen, groot of klein. laten liggen, nadat ik die aan- Dus bedenk maar genomen heb.eens Iets hoe wat waardevol in mijn kunst kan werk zijn. Ik benbelangrijk erg dankbaar dagelijks heel is. dat ik zes jaar heb mogen doorbrengen op het Montessori College, de plek waar ik me altijd thuis gevoeld heb. Ik denk dat ik zonder deze basis heel anders in het leven had gestaan.

”nooit het gevoel ‘Zonder deze basis dat ik een domme had ik anders in het vraag stelde” leven gestaan’ augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Conciërges john Cocu en geert Boerboom zijn praatpaal en poortwachter

interview

28

‘Met humor en eerlijkheid bouw je een vertrouwens band op’ Ans veltman – van den bos

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

John Cocu (links) en Geert Boerboom (rechts)


bezoekers

hier melden, een aanwijzing die bij elke schoolreceptie te vinden is. Veel is er veranderd in de twintig jaar dat het Montessori College in Nijmegen onder die naam verder ging na de fusie van vier scholen. Wat bleef, is de trouwe poortwachter, die de schoolpopulatie als eerste begroet en die het gebouw afsluit na een ouderavond of feestelijke bijeenkomst: de conciërge. De taken van deze belangrijke medewerkers op elke locatie zijn aanzienlijk uitgebreid, de huidige conciërges John Cocu en Geert Boerboom beamen dat. “We fungeren ook vaak als praatpaal en brede schouder voor leerlingen en docenten.” Twintig jaar Montessori College? John Cocu (inderdaad, familie van) liep 23 jaar geleden al rond op de locatie Kwakkenberg, toen Westerhelling. Een man die weet wat er in de wereld te koop is en gezag uitstraalt. Hij is een imposante verschijning: een nationaal kampioen taekwondo zet je niet zomaar opzij. “Als conciërge bied je vaak een luisterend oor en willen leerlingen en docenten even hun verhaal kwijt. Ik heb wel eens een huilende docente uit het bos hierachter gehaald.” Na een aantal jaren in het bedrijfsleven koos John voor zijn huidige functie, die hem ook de vrijheid bood om zich te wijden aan zijn andere carrière, die van topsporter en trainer aikido. Het bevalt hem goed in de wereld van ‘de jeugd van tegenwoordig’.

Thuis voelen

John voelt zich helemaal thuis op het Montessori College waar het beste uit de leerlingen wordt gehaald. “Dat zie je alleen al aan de zorg en aandacht die de mentoren besteden aan hun leerlingen. Die is echt heel persoonlijk.” John geniet van de leerlingen en de sociale contacten en hij waardeert de ongedwongen sfeer op school. Omdat het schoolleven boeiend is, maar ook heel intensief, vindt hij de lange vakanties terecht. Een dieptepunt was die dag in 2012 dat hij de klassen moest vertellen dat door een verkeersongeluk op weg naar school Maddy Chermin (13) was omgekomen. Iets verschrikkelijks dat hem tot op de dag van vandaag nog bijblijft. “We hebben haar kluisje paars geverfd en het blijft als stille getuige aan dit drama ongebruikt.”

Je moet wel flexibel zijn, want leerlingen kunnen provoceren

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Man met gouden handen

interview

30

Ik heb wel eens een huilende docente uit het bos bij school gehaald

“Leerlingen vinden het fijn om hier te zijn, maar je moet geen dagopvang worden”, met deze woorden schetst Geert Boerboom, conciërge en roostermaker op de locatie Berg en Dalseweg de gezellige sfeer op het Montessori College, afdeling vmbo. De voormalige procestechnicus heeft twaalf jaar geleden de keuze gemaakt voor het onderwijs, omdat het in zijn bedrijfstak, meet- en regeltechniek, alleen maar ging om de cijfers. Geert: “Het Montessori College geeft me de vrijheid ook andere talenten te benutten.” Een man ‘met gouden handen’ zo blijkt bij een rondgang door de school. Vol trots toont hij de lokalen met ‘handige’ systemen om landkaarten op te hangen en door leerlingen geschilderde portretten van medeleerlingen. Opvallend is ook de ruime opzet van vak- en theorielokalen, met nadruk op een goed voorbereide leef- en leeromgeving, een van de Montessoriprincipes.

Vertrouwensband

Geert Boerboom benadrukt het belang van onderling vertrouwen. De conciërge is vaak het eerste aanspreekpunt voor leerlingen in de puberteit als het gaat over henzelf, hun ouders, hun plaats in het leven. In de loop van jaren heeft hij door maatschappelijke ontwikkelingen de leerlingenpopulatie zien veranderen. Stonden vroeger groepen leerlingen tegenover elkaar, nu is er sprake van meer integratie en de leerlingen gaan beter met elkaar om. “Je moet wel flexibel zijn, want leerlingen kunnen provoceren. Met humor en eerlijkheid bouw je een vertrouwensband op. Als een leerling vanuit een moeilijke thuissituatie toch een diploma in ontvangst kan nemen, geeft dat een heel goed gevoel.” Kenmerkend voor het Montessori College vindt hij de goede, gelijkwaardige onderlinge verhoudingen. “Het is de laatste zelfstandige school in Nijmegen. Dat levert een grote mate van vrijheid op voor de inrichting van het onderwijs, maar ook van verantwoordelijkheid voor directie en personeel.”

Zijn taak is in de loop van jaren aanzienlijk uitgebreid. Zo verzorgt Geert naast zijn functie als conciërge ook het rooster voor 28 docenten en 220 leerlingen van de leerjaren 2 t/m 4. Ook zijn door bezuinigingen de zorgtaken verzwaard. Er zijn meer leerlingen met een ‘rugzakje’ die extra aandacht nodig hebben. “De basisregels voor gedrag en leren moeten eenduidig zijn. Soms is het moeilijk daarin een balans te vinden.” John vult aan: “De nieuwbouw moet het samengaan van culturen van drie verschillende locaties bevorderen, maar dat zal nog wel wat voeten in de aarde hebben.”

Geert Boerboom (47) is sinds 2001 conciërge en roostermaker op de locatie Berg en Dalseweg

John Cocu (53) is sinds 1990 werkzaam als conciërge op het Montessori College, locatie Kwakkenbergweg door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


havo 2008_acteur_

Bram Suijker

Dagelijks staat Bram Suijker op de planken van het toneel en op verschillende nationale en internationale podia. Ook acteerde hij in tv-series als Van god los en 2012 het jaar nul. Dat hij nu precies doet wat hij wil, heeft hij volgens hem te danken aan zijn leraren. Wat is je huidige beroep? Ik ben werkzaam als acteur in de wereld van theater, film en televisie. Mijn belangrijkste werkgever is het Nationale Toneel in Den Haag. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Ik heb wel een aantal tips voor de huidige leerlingen. • KWT betekent niet keuzewerktijd maar extra pauze. •Een dagje overslaan om met je beste vrienden te gaan barbecueën op het Waalstrand is een topidee. Als je daar bent, doe dan de groeten aan de naakte man die daar de hele zomer ligt. Wij noemden hem ‘the naked dude’. • Als je verliefd wordt, doe er iets mee. Ik heb dat nooit gedurfd en heb er nog steeds spijt van. • Maak grapjes, maar niet ten koste van anderen. Dat heb ik soms wel gedaan en daar heb ik nog steeds spijt van. • Sla geen feestjes over en zeker geen themafeestjes. • Als je een scheet laat in de les, geef je beste vriend de schuld. Hij kan het hebben. • Maar bovenal, wat je ook doet: proef minstens één keer de tosti van Mieke! Wat heeft het Montessori-onderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Je profielkeuze heeft absoluut geen invloed op je toekomst: als je niet weet wat je wilt voor de rest van je leven, doe dan wat je vandaag wel wilt. Ik begon met acteren na de middelbare school. Ondanks dat ik een relatief slechte leerling was, genoot ik veel vertrouwen van de leraren. Dat ik nu precies doe wat ík wil, heb ik te danken aan de bereidwilligheid van de leraren om verder te kijken dan mijn cijferlijst.

ar

‘Doe vooral wat je vandaag wilt doen’ augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


pROJECT gELIJKSPEL

bijzondere projecten parels

32

Iedereen is gelijk op het montessori college

<inleiding>Struikelt u wel eens over een tekst bij het lezen of schrijven ervan? Dat kan de besten overkomen, en dus ook leerlingen. Het Montessori College heeft, waarschijnlijk als eerste en enige school in Nederland, een Lees- en Schrijfcentrum (LenS) dat leerlingen en hun leraren ondersteunt bij lezen en schrijven, bijvoorbeeld door het geven van extra lees- en schrijfcursussen voor leerlingen. Maar LenS doet meer.

<tk>Actief en zelfstandig leren Van 2001–2004 deden docenten Nederlands van de bovenbouw van het Montessori College mee aan het onderzoeks- en ontwikkelproject Actief en Zelfstandig Leren (AZL). In dit project werkten onderzoekers van de lerarenopleiding van de Radboud Universiteit samen met docenten uit het voortgezet onderwijs. Ze ontwikkelden werkwijzen voor het zelfstandig werken en leren van leerlingen in de afzonderlijke schoolvakken. De sectie Nederlands van het Montessori werkte met neerlandici van twee andere scholen aan een nieuwe schrijfdidactiek. Daar lag voor leraren en leerlingen de grootste uitdaging. Het in 1998 vernieuwde examenprogramma voor Nederlands eiste van leerlingen zelfstandig en overdacht werken bij hun schrijven: plannen, uitwerken en reflecteren op de tekst en het schrijfproces. Leerlingen moesten leren commentaar te geven op teksten van medeleerlingen en commentaar op hun eigen tekst te verwerken. De leraren zelf wilden ook zodanig feedback leren geven dat leerlingen ervan konden leren. Schrijven verdiende ook aandacht, omdat de in 1998 gestarte tweede fase voortgezet onderwijs voor leerlingen voorzag in schrijfopdrachten voor alle vakken zoals onderzoeksverslagen, profielwerkstukken en essays. In het AZL-project Nederlands werd een aantal nieuwe werkwijzen geprobeerd zoals ‘peer-tutoring’ (het door leerlingen feeback geven op elkaars teksten in direct persoonlijk contact of via internet), gezamenlijk schrijven en schrijven voorbereiden in groepsdiscussies. Al deze werkwijzen passen bij het Montessorionderwijs. Ze benadrukken immers sociaal leren en het geven van feedback om elkaar te helpen bij het reflecteren, dat wil zeggen bij het nadenken over de eigen tekst en over de eigen aanpak van het schrijven. De bij het AZL-project betrokken leerlingen waren met name te spreken over het tutoren, over het samen bespreken van elkaars teksten in direct persoonlijk contact. Na het AZL-project besloten de sectie Nederlands van het Montessori College en de universitaire onderzoeker om samen met die tutoring verder te gaan. Dat leidde vervolgens tot het oprichten van LenS. <tk>Taalgebruik en leren “Ik denk dat een schrijver dan de eigen tekst beter begrijpt”, zei een leerling in september door xxxxxxxxx 2013 als reactie op onze uitleg over het doel 20 JAAR COLLEGE 2014 van deMONTESSORI ‘tutorcursus’. Inaugustus die tutorcursus leren

jacob westra

Jacob Westra (31) docent lichamelijke opvoeding


zijn

Programma Gelijkspel Een goed voorbeeld daarvan is de selectie van NEC die bestaat uit voetballers met verschillende achtergronden. ‘Een team is een samenleving in het klein’, is de gedachte hierachter. De samenwerking met NEC Doelbewust en Ieder1Gelijk maakt dit project extra aantrekkelijk en geeft er een bijzondere dimensie aan. Met dit programma, dat bestaat uit een pakket van vijf lessen, maken onze leerlingen op verschillende manieren kennis met diverse geloven en met andersdenkenden. Leerlingen zijn bezig met het ontwikkelen van een eigen mening en vergroten hun begrip ten opzichte van mensen met een andere religieuze achtergrond.

Inspirerende lessen

Dat leerlingen veel van ‘Gelijkspel’ leren blijkt wel uit de vele verbazende reacties die zij tijdens bezoeken aan religieuze centra maken: “Ik ben nog nooit in een synagoge geweest”, “Ik wist niet dat moslims een bedevaart moesten maken naar Mekka”, “Nooit geweten dat jij naar de kerk gaat en hoe vaak in de week bid jij?”, “Hebben we in Nijmegen een boeddhistisch centrum?”, “Mag jij alles eten?”. Leerlingen zijn op een actieve manier op zoek naar de verschillende geloven. Natuurlijk is het spannend als een bekende voetballer in de klas komt en hij vertelt iets over zijn geloof, maar een bezoek aan een gebedshuis is minstens zo bijzonder.

Dit project, vanuit het vak Maatschappijleer 1, is voor leerlingen een extra motivatie om op een actieve en inspirerende manier met onderwerpen als geloof en racisme aan de slag gaan. De opbouw om vanuit de theorie ervaringen op te doen in de praktijk is van meerwaarde voor het verkrijgen van de kennis over de verschillende geloven. Het betekent dat de leerlingen een aantal gastlessen krijgen over de religies islam, jodendom, christendom en boeddhisme. Ze krijgen daarbij opdrachten die met religie en racisme te maken hebben, waarbij de vraag: ‘waar kom je racisme tegen?’ centraal staat. Dit project laat de derdejaars vmboleerlingen ervaren dat er verschillende (religieuze) opvattingen zijn, maar dat je toch goed kunt samenwerken.

Bijzondere ervaring

In les 1 gaan de leerlingen op zoek naar de verhalen achter de verschillende religies. Wat zijn de verschillende religieuze feestdagen? Welke kleren worden gedragen bij welke geloof? En hoe zit dat bij de achtergrond van de spelers van NEC? Waar komen zij vandaan? Deze verhalen hebben ze nodig om een basis te leggen voor de rest van het programma. In les 2 komen NEC-spelers in de klas om vragen te beantwoorden over religie en hoe een team functioneert, ondanks dat er spelers zijn met heel verschillende achtergronden. In les 3 brengt de klas een bezoek aan meerdere gebedshuizen. De leerlingen gaan naar een moskee, een synagoge, een kerk en het boeddhistisch centrum. Daar krijgen ze een rondleiding en worden de accenten en bijbehorende gewoonten van het geloof met de leerlingen besproken. In les 4 bespreken de leerlingen in de klas enkele stellingen onder begeleiding van Ieder1Gelijk. Een van de stellingen die besproken wordt is: ‘Mag een politieagent een hoofddoek dragen?’ In les 5 vertalen leerlingen hun mening in een rap. De klas wordt uitgenodigd in het Goffertstadion, waar de leerlingen een rapworkshop van een professionele rapper krijgen. De rap die de leerlingen maken, gaat over de onderwerpen die besproken zijn in het project. Ter afsluiting van het project is er een rondleiding in het NEC stadion.

ar

Leerlingen uit 3 vmbo nemen deel aan het project ‘Gelijkspel’ i.s.m. NEC en bureau Ieder1Gelijk

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

33 bijzondere projecten

er zoveel mensen die ergens in geloven?” en “Is er in het Goffertstadion ruimte om te gaan bidden?” Dit zijn enkele reacties van leerlingen die deelnamen aan het project Gelijkspel. Samen met Ieder1Gelijk (voorheen Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid) en stichting N.E.C. Doelbewust, organiseert het Montessori College Nijmegen dit project al enkele jaren voor derdejaars vmbo-leerlingen. Uitgangspunten bij dit project zijn: religie en racisme onder de aandacht brengen bij leerlingen en hen laten ervaren dat er verschillende religieuze opvattingen prima naast elkaar kunnen bestaan.


interview

34

‘de leerlingen hier zijn verbluffend open’ Marco Willemse

Jan Triepels (58) voormalig docent economie, huidige functie: sectordirecteur havo/vwo bovenbouw

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


sectordirecteur Jan triepels verwondert zich nog dagelijks

35 interview

de

overstap van een traditionele scholengemeenschap in Bemmel naar het Montessori College in Nijmegen-Oost, maakte sectordirecteur bovenbouw havo/vwo Jan Triepels in 2001. Die kleine stap op de kaart bleek een reuzensprong in onderwijsland. “Ik dacht: dit is nou een school die het voor elkaar heeft. Hier wordt niet alleen gezégd dat de leerling centraal staat, het gebeurt ook. Prachtig, vond ik dat.” Het is even zoeken in het labyrint aan de Vlierestraat, dat op zomaar een schooldag in februari een bedrijvige rust uitstraalt. Wie Jan Triepels wil spreken, neemt de hoofdingang, loopt de hal door, opent een deur die uitkomt op een binnenplein, steekt over, beklimt een ijzeren brandtrap naar een van de bijgebouwen en vraagt het tegen die tijd nog een keer. Toch gaan we het nog missen, grijnst de sectordirecteur in de deuropening van zijn kantoor. De Vlierestraat mag dan een kruip-door-sluip-door-school zijn, onpraktisch op zijn tijd, ze biedt volgens Triepels wel de beschutting waar leerlingen zich comfortabel bij voelen. Het is een thuis met al zijn nissen en hoekjes, zegt hij. De architect van de nieuwe school heeft er zijn oor niet voor niets goed te luister gelegd.

De pedagogische en didactische opvattingen van Maria Montessori zijn verrassend duurzaam

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

36

Je belandde destijds van een rechttoe rechtaan middelbare school in de regio op de meest vrije school in de grote stad. Dat is bijna vragen om een cultuurshock. “Bijna? Ik kwam in een totáál andere onderwijswereld terecht, met lessen van 70 minuten en met bovenbouwleerlingen die deels zelf hun rooster bepaalden en zelf hun mentoren kozen. Het was precies wat ik wilde en waar ik in geloofde, maar wennen was het zeker. Op mijn oude school was ik als afdelingsleider gewend de lijnen uit te zetten en veel te beslissen. In het Montessori-onderwijs ligt dat mandaat bij de kernteams. Die bepalen mede de richting, de leiding biedt kaders. Ik ben een paar keer hard teruggefloten, omdat ik te veel op hun stoel ging zitten.” En de leerlingen? Die waren vast een stuk vrijer in hun gedrag dan je gewend was op je oude school? “Gezond assertief, meer gewend om op gelijkwaardiger manier met elkaar om te gaan. Geen kwaad woord over de leerlingen, toen niet en nu niet. Ik vind ze verbluffend open, eerlijk en wijs. Ze zijn goed in netwerken en het onderhouden van veel verschillende contacten. Hun houding kan me ook echt ontroeren: de grootste deugniet hier geeft me nog een hand als ik hem tot de orde heb moeten roepen. Hoe anders was het in mijn tijd. Docenten waren bullebakken, ik had niks met ze. Als leerlingen waren we constant in verzet. Dat gevoel heb ik niet op onze school, ook al worden er soms best harde noten gekraakt.”

Wat heb je zien veranderen in de dertien jaar dat je leiding geeft aan de bovenbouw in de Vlierestraat? “Niet de leerlingen, laat ik dat voorop stellen, maar wel de druk waaronder ze moeten presteren. Die neemt toe door het verwachtingspatroon van ouders, van de samenleving die van maakbaarheid uitgaat. Je móet slagen in het leven tegenwoordig. Jongeren voelen dat en hebben het daar op zijn tijd knap lastig mee. Het mag van mij wel wat minder. Daar komt bij dat de pedagogische claim op de school sterk is toegenomen. Er wordt steeds vaker een appel gedaan op ons als opvoeders, terwijl die taak primair bij de ouders hoort te liggen. Ik snap het ergens ook wel. Kijk alleen maar naar het aantal ontwrichte gezinnen en naar de beperkte tijd die tweeverdieners hebben voor hun kinderen. Maar makkelijker wordt het er, ook voor ons, niet op.” Om nog een verandering aan te snijden: is de digitalisering van het onderwijs wat jou betreft een zegen of een vloek? “Zolang de computer een middel blijft en geen doel op zich wordt, kan ik er de voordelen van zien. Voor mij is een tablet of laptop net zoiets als een balpen: het gaat erom wat je ermee doet. Ik denk niet dat computers de plek van de school in kunnen nemen. Leren doe je namelijk heel erg samen. Dan bedoel ik zowel leerlingen met elkaar als met de docenten. Leerlingen moeten elkaar fysiek ontmoeten. Wie alleen leert via een scherm, mist de sociale warmte.” De leerhuizen schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Je kunt stellen dat het Montessori school heeft gemaakt met zijn didactische aanpak. “Er is zeker het nodige geïnspireerd op de Montessorifilosofie, maar ik ben wel de laatste die ons systeem heilig verklaart. Ik ben wars van dogma’s. Het gaat me om onderwijs waarin de leerling zich optimaal kan ontplooien, of dat nou het Montessori-concept is of een andere benadering. Wij doen als school waar we in geloven, maar we hebben de wijsheid niet in pacht. De onderwijswereld staat bovendien niet stil. We blijven nieuwe inzichten in onze manier van werken integreren. Wat daarbij opvalt, is dat de pedagogische en didactische opvattingen van Maria Montessori verrassend duurzaam zijn. Ze zijn onverminderd actueel.”

de druk waaronder leerlingen moeten presteren neemt toe, door het verwachtingspatroon van ouders en van de samenleving die van maakbaarheid uitgaat.

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


vwo 2004_schrijver_ Wat is je huidige beroep? Kortgeleden heb ik mijn baan als programmamaker bij een cultureel podium in Amsterdam opgezegd om me volledig te wijden aan wat ik het allerliefst doe: schrijven, interviewen en presenteren. ‘Wat dapper,’ zeiden veel mensen in mijn omgeving, waarmee ze natuurlijk bedoelden: ‘ben je gek geworden?’ Een baan opzeggen in een tijd waarin veel van mijn leeftijdgenoten juist wanhopig op zoek zijn naar werk klinkt misschien een beetje vreemd. Het was nog een leuke baan ook. Maar sommige sprongen moet je nu eenmaal wagen. In mei verscheen mijn debuutroman De consequenties, ik heb een eigen live-talkshow in Amsterdam, ik zit in de redactie van een literair tijdschrift. Geen goudmijnen, voorlopig, maar het is fantastisch om te kunnen doen waar je hart ligt.

niña weijers

‘auteur? ben je gek geworden?’

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Als ik denk aan mijn tijd op het Montessori College, herinner ik me vooral de vrijheid die er was: om kritisch na te denken, met een creatief plan op de proppen te komen, zelf je tijd in te delen. ‘ Verbaas jezelf,’ zeiden we voor de grap tegen elkaar, maar het is een motto dat ik iedereen van harte kan aanbevelen. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Het Montessori-onderwijs heeft voor mij zeker bijgedragen aan de vastberadenheid met mijn leven te doen wat ik zelf wil, te geloven in wat ik kan en in mogelijkheden te denken in plaats van in beperkingen.

ar augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


De drijfveren van vier decanen op het Montessori college

vriende

interview

38

van links naar rechts : Wiel Hendrikx | Bertie Korner | Lida Hartgerink | Gottfried Erdtsieck

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


en voor het leven “

Ben van der Hilst stelde bij zijn aantreden als rector in 1989: ‘Decaan? Dat is een schaal-7 functie. Toon maar aan dat het anders is.’

tussen

heerlijke kinderdromen en realiteit manoeuvreren’, zo noemen de (oud)decanen van het Montessori College hun missie. En dat is veel meer dan alleen informatie geven over een studieloopbaan. In een rondetafelgesprek ontmoeten de decanen en oud-decanen Gottfried Erdtsieck (63), Wiel Hendrikx (67), Lida Hartgerink (63) en Bertie Korner (65) elkaar in het etablissement ‘In de Kazerne’ in Nijmegen-Oost. In het gesprek waarin hun visie naar voren komt, blijkt dat het decanaat een boeiende, afwisselende taak is met steeds weer nieuwe eisen.

En dat hébben ze gedaan.

Ans veltman – van den bos

De hartelijke begroeting en hilarische fotosessie later op de avond, geven aan dat de (oud)decanen een zeer goede band met elkaar hebben. Gottfried Erdtsieck (decaan HV en docent economie op de Vlierestraat) vertelt hoe hij in 1995 Garregie Thijssen opvolgde. De bovenbouw mavo en havo verhuisde van de Kwakkenbergweg naar de Vlierestraat en het zojuist opgerichte Montessori College verwierf de vwo-afdeling. Wiel Hendrikx (docent lichamelijke opvoeding) werd in 1990 decaan in Groesbeek. Thans geniet hij van zijn pensioen. Lida Hartgerink (docent maatschappijleer) kan met haar 35 jaar ervaring in het onderwijs, waarvan 20 jaar als decaan op de vmbo-afdeling Berg en Dalseweg, als geen ander meepraten over de ontwikkelingen op het Montessori College. Bertie Korner nam weliswaar vorig jaar afscheid, maar zij is nog zeer betrokken bij het Montessori College. Zij was onder meer projectleider van het Doorbraakproject Loopbaanleren: ‘Innoveren en Verankeren’, het Leerwerktraject en de leerweg AVMB (Algemene Voorbereiding op Maatschappij en Beroep).

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

40

Je haalt voldoening uit het balanceren tussen kinderdromen en realiteit

De anekdotes uit het predigitale tijdperk buitelen over tafel. Vroeger presenteerden vervolgopleidingen zich via brochures die volgens een bepaald systeem (Martens) in mappen werden opgeborgen. Zeer arbeidsintensief en nauwelijks meer voor te stellen. Boeiender voor de leerlingen waren de videobanden ‘Beroepen in beeld’ die een heldere kijk gaven op de mogelijke beroepen na een vervolgopleiding. Wiel was degene die in de decanenwereld van het Montessori College altijd de moderne media introduceerde. “Ik zou tegenwoordig de ‘ict-expert’ heten.”

Het Montessori College zet sterk in op het decanaat. Hoe toevallig is het dat Joep Payens (decaan vmbo in Groesbeek) en Gottfried beiden voorzitter zijn van respectievelijk de vmbo- en de hv-kring? De vraag is natuurlijk moeilijk te beantwoorden, maar het zal het overleg tussen de kringen in Nijmegen in elk geval wel versoepelen… Gottfried: “Binnen de kringen is de verhouding met de collega-decanen van andere scholen buitengewoon inspirerend. Het collegiaal contact is goed, er heerst geen rivaliteit.”

Intensieve functie

Tussen droom en realiteit

Ben van der Hilst, de rector die meermalen figureert in de discussie, stelde bij zijn aantreden in 1989: “Decaan? Dat is een schaal-7 functie. Toon maar aan dat het anders is.” Hij meende dat het werk van decanen vooral administratief van aard was en minder zwaar dan het docentschap. De decanen hebben het tegendeel bewezen. De decaan is niet een mentor die folders uitdeelt of lijsten met kruisjes aan de schoolleiding overhandigt, maar iemand die beleidsvoorbereidend werkt, door mee te denken over de toekomst van de school en de leerlingen. En dat in een sterk veranderende omgeving. Internet deed haar intrede, folders werden naar de achtergrond gedrongen, nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ‘loopbaanleren’ werden geïmplementeerd en de visie werd gedeeld dat mentoren een centralere rol moesten krijgen. De decanen houden zich niet alleen bezig met profielen sectorkeuze. Zij hebben ook inspraak in beleidszaken en worden bij veel ontwikkelingen betrokken. Als voorbeeld wordt genoemd de ‘vwo-werkplaats’, die aan de wieg stond van de huidige, volwassen vwoafdeling (het Montessori College begon bij de start met vijf vwo-leerlingen). Bertie: “De school kent nu een gezonde opbouw met volwaardige afdelingen van basis-vmbo naar vwo-plus.” Lida vult aan: ”We zijn betrokken bij de scholing van mentoren, het bezoeken van schoolmarkten waar vervolgopleidingen zich manifesteren. Bovendien ondersteunen we de pr-commissie, begeleiden we de maatschappelijke stages en is er intensief contact met het ROC om de aansluiting van de vmbo-leerling met het ROC soepel te laten verlopen.”

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Dat de school niet de enige plaats is waar aan loopbaanoriëntatie wordt gewerkt, spreekt voor zich. “Het betrekken van ouders bij de belangrijke keuzes die de leerling moet maken, kan ook thuis aan de keukentafel. De verhouding tussen opvoeders en kinderen is minder afstandelijk dan vroeger”, stelt Bertie. Initiatieven zijn inmiddels gestart om zo’n loopbaangesprek op gestructureerde wijze in de begeleiding op school te betrekken. Het is tegenwoordig een noodzaak om loopbaancompetenties op te bouwen. Het is mooi als leerlingen en hun ouders de decanen bedanken voor hun inzet en begeleiding. Lida: “Een keer kwam een meisje bij me langs dat zei dat ze stewardess wilde worden. Ze motiveerde haar keuze door te stellen: ‘Ik ken alle Schiphollen van de wereld’.” Wiel vult aan: “En de jongens die piloot willen worden, dienen zich nog steeds elk jaar aan. Het blijft manoeuvreren tussen heerlijke kinderdromen en realiteit, soms een wankel evenwicht, maar je haalt veel voldoening uit het balanceren tussen deze twee uitersten.” Gepaste trots

Voor Wiel was een van de hoogtepunten uit zijn loopbaan het soepel verloop van de fusie van vier scholen. ”Ik heb nog dierbare herinneringen aan een mooie start van de fusie met de tweedaagse conferentie in Woudschoten.” De anderen vallen hem enthousiast bij: “De leden van het nieuwe docentencorps kregen daar de gelegenheid om met elkaar kennis te maken en een plan voor de toekomst van het nieuwe Montessori College te bespreken.” Bertie vond het heel plezierig om collega-decanen te krijgen na de fusie en Gottfried en Lida genieten van elk contact met leerlingen en oud-leerlingen. Met gepaste trots wordt gememoreerd dat het Montessori College de enige VO-school in Nijmegen is die in de latere fusiegolf zelfstandig is gebleven.


vwo 2006_ actrice_

Simone van Bennekom

Vanuit Bilthoven verhuisde ik mee met mijn ouders naar Nijmegen. Ik was heel erg zestien. Ik danste, speelde toneel en wilde meer, hoger en groter. Ik zie mezelf lopen, lichtpaars Eastpak tot over het kontje, make-up maar niet te veel, verliefd zijn en elkaar wel niet wel willen tegenkomen op de gang. Wat is je huidige beroep? Inmiddels heb ik de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie afgerond. Ik maak onderdeel uit van theatercollectief ‘De Hollanders’. Wij maken en spelen voorstellingen door Nederland en België en werken samen met schrijvers als Arnon Grunberg, Adriaan van Dis en Arthur Japin, die speciaal voor ons toneelteksten schrijven. Deze stukken zijn een spiegel van de maatschappij waarin wij leven. In 2011 werkte ik samen met een oudere regisseur. Hij maakte zich vaak hardop zorgen over de grote bezuinigingen binnen de kunstsector. Op een dag pakte hij mij vast en zei: “Jullie gaan toch wel door hè, jullie geven toch niet op?!” Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Weet je wat het Montessori College mij heeft gegeven? De durf om klein te denken. Van binnenuit. Dierbare vakken zoals filosofie, ckv, beeldende vormgeving en studium generale, brachten mij de waarde van kunst, het denken, voelen, maar bovenal de durf om stil te staan. En nog steeds wil ik de hemel bestormen, vind ik het moeilijk om keuzes te maken en weet ik de antwoorden niet. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Dan zie ik mezelf die video bekijken over consuminderen, loop ik in het Vaticaans museum met 5-vwo, is mijn wiskundeleraar er een die mij wel begrijpt, vraag ik aan mijn mentor wat het woord ‘metafoor’ betekent, kijk ik voor het eerst in mijn leven een controversiële film met een verkrachtingsscène van tien minuten en dan blijft over: “Nee, natuurlijk geven wij niet op, wij gaan gewoon door!”

‘ik wil de hemel bestormen’ ar augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Internationalisering op het Montessori College

Leren buiten de kom

parels

42

Leerling uit 5-vwo overhandigt een op school ingezameld bedrag voor de Stichting REAP in Mumbai (India) Foto hieronder: sloppenwijk in Mumbai (India)

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


43 parels

helemaal

niets kon ik me nog voorstellen bij de praktische uitvoering van internationale uitwisselingen toen die als speerpunt werden geïntroduceerd. Tijdens een plenaire vergadering op de Vlierestraat in september 2004 werd Hans Sonnemans, oud-coördinator Internationalisering van het Mondriaan College in Oss en medewerker van het Europees Platform, door de schoolleiding geïntroduceerd om uitwisselingen tussen onze leerlingen en leerlingen van buitenlandse scholen te gaan opzetten. Achteraf vond ik het als fanatiek wereldreiziger wel grappig dat ik een paar jaar later volledig werd meegezogen in het enthousiasme van het uitwisselingsprogramma. Dit had ik niet durven voorspellen.

De spanning bij onze leerlingen was overduidelijk voelbaar

Hans ging voortvarend te werk en benaderde meteen verschillende docenten van wie hij meende dat ze wel geïnteresseerd zouden zijn in dit avontuur. Niet alleen de docenten moderne vreemde talen, maar ook docenten van andere vakken die iets met reizen hadden, zag hij als zijn bondgenoten. Door zijn uitgebreide netwerk van contacten in het buitenland wist Hans in rap tempo een taalgerichte uitwisseling met een school in Valladolid (Spanje) en een uitwisseling voor alle V4-leerlingen met een school in het Litouwse Kaunas op te zetten.

Grenzen verleggen

virgil tromp

Vanwege mijn Spaanse achtergrond werd ik uitverkoren om naar Valladolid af te reizen met Thea Claessens en de leerlingen met Spaans als keuzevak. De spanning bij onze leerlingen was overduidelijk voelbaar op

het moment dat we de koffers van de band hadden gehaald en we op het punt stonden door de automatische deur naar buiten te lopen. Daarachter stonden hun nog onbekende uitwisselingspartners te wachten aan wie ze een volle week zouden worden ‘uitgeleverd’. Gedurende de week hadden we elke ochtend een sessie ingelast om te bespreken hoe alles ging en of ze zich nog wel op hun gemak voelden. Naar hun zin hadden ze het, en wat werden ze vertroeteld door hun gastgezinnen. Vooral op culinair gebied waar ze de ene na de andere lekkernij kregen voorgeschoteld. Zelfs om half twaalf ’s avonds, het gebruikelijke tijdstip voor Spanjaarden om de laatste maaltijd van de dag te nuttigen. Over die vreemde eetgewoonten van de Spanjaarden raakten ze niet uitgepraat “...en waarom eet het gezin ’s middags niet samen... en waarom wonen ze in flats terwijl ze toch niet arm zijn... en hoe kan het dat die ouders echt geen woord Engels praten?” Natuurlijk waren er ook moeilijke momenten, ‘s avonds in die vreemde omgeving in dat flatje. Voor de eerste keer alleen weg zonder ouders en moe van het steeds met handen en voeten moeten communiceren. Je voelde de beperkingen van het niet volledig beheersen van het Spaans, nadat je voor de vierde keer de gastmoeder duidelijk hebt proberen te maken dat je echt vol zit en niet nóg een van haar zelfgebakken taartjes hoeft. Dit is nou echt je grenzen verleggen, letterlijk en figuurlijk. En de volgende dag blijkt dat iedereen zich zo heeft gevoeld. Je praat erover, je hebt het doorstaan en je bent een ervaring rijker, je bent als mens gegroeid.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Goede gastheer

parels

44

Een paar maanden later kwamen de Spaanse leerlingen op ‘tegenbezoek’ zoals dat heet en dat viel samen met de komst van de Litouwse leerlingen. Nadat zij zo gastvrij ontvangen waren, voelden onze leerlingen natuurlijk ook de verantwoordelijkheid van het goede gastheerschap. En dan valt het niet mee om een week lang (of zelfs twee in het geval van de Litouwers) je verantwoordelijk te voelen voor een buitenlandse gast. Zeker als die niet in staat lijkt om sneller dan vijf kilometer per uur te fietsen, de gesmeerde boterhammen met kaas niet opeet en ‘s avonds thuis nooit iets uit zichzelf zegt tegen je ouders. Totdat je beseft dat je gast ook gewoon zijn eigen thuis mist en best harder wil fietsen, maar het gewoon niet gewend is. Zo krijg je begrip voor elkaar!

Cultuurverschillen overbruggen Voor de organiserende docenten is het een uitdaging om voor alle leerlingen een aansprekend programma in elkaar te zetten. Om te beginnen wil je dat de leerlingen elkaar leren kennen door middel van actieve, ijsbrekende activiteiten. Natuurlijk willen we de buitenlandse gasten iets van ons mooie land laten zien en de cultuur waar we trots op zijn. Belangrijk vinden we ook dat leerlingen van verschillende nationaliteiten samenwerken aan een opdracht die uiteindelijk tot een mooi product moet leiden. Dat kan bijvoorbeeld een toneelstukje zijn waar de leerlingen samen zelf vorm aan mogen geven. Dat laatste is niet altijd even gemakkelijk: cultuur en mores kunnen behoorlijk verschillen. Het introduceren van een homoseksueel stel in een opvoering over traditionele vrijgezellenavonden in Litouwen, bleek echt een stap te ver voor de Litouwse leerlingen. In eerste instantie leverde dat onbegrip bij onze leerlingen op. Toen echter werd uitgelegd dat hun zeer gastvrije Litouwse gastouders dan boos de zaal uit zouden lopen, werd er toch maar water bij de wijn gedaan. Als compromis mocht er dan een Mexicaanse bruidegom komen opdraven om een Litouwse schone te schaken. Voor de meeste Litouwse leerlingen ook nog een stapje te ver van de oorspronkelijke opdracht, maar uiteindelijk een acceptabel compromis voor iedereen. Onderhandelen, je in elkaar verplaatsen, cultuurverschillen accepteren... en dat op deze leeftijd. Geen wonder dat de EU zo hecht aan deze uitwisselingsprogramma’s.

Het is altijd goed om een open blik te houden

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

‘Het grote cultuurverschil was voor mij echt een eyeopener. Vooral het bezoek aan de sloppenwijken heeft mij “wakker” geschud. Ik ben het leven meer gaan waarderen en, hoe cliché dit ook klinkt, gaan beseffen hoe goed wij het in Nederland hebben. Naast het schrijnend verschil tussen arm en rijk, waren er ook veel mooie plaatsen die we bezocht hebben, tempels, moskeeën, musea en natuurlijk het leven als Indiër.’ Kyra Bekhuis (vwo-6) over de culturele uitwisseling met Mumbai/India 2013

‘In de sloppenwijk werd het verschil tussen arm en rijk pas echt duidelijk en daar zag ik voor het eerst hoe belangrijk school is. Voor mij was het schokkend om te zien en te beseffen dat sommige kinderen nooit een kans op een goede toekomst zullen hebben.’ Ilse van der Voort (vwo-5) over de culturele uitwisseling met Mumbai/India 2014

Leerlingen uit 5-vwo op uitwisseling naar Mumbai (India)


‘Give me the baklava, Jale canım’: Turkse en Nederlandse eetcultuur

Tien dagen lang waren de leerlingen bij elkaar te gast, aldus inmiddels voormalig coördinator internationalisering (en docent natuurkunde) Virgil Tromp van het Montessori College Nijmegen. Zo leren ze een andere cultuur van binnenuit kennen, wordt begrip gekweekt voor de onderlinge verschillen en ervoeren ze hoe ze, door rekening te (moeten) houden met die verschillen, vruchtbaar met elkaar kunnen samenwerken. “Het thema ‘eten en eetgewoonten’ bood de mogelijkheid om op een leuke, ontspannen en vooral smakelijke wijze in elkaars keuken en gewoonten te kijken”, licht Virgil het project toe. De Nederlandse leerlingen zagen hoe belangrijk samen eten is in Turkije. Het is een sociaal gebeuren waarbij eten afslaan not done lijkt te zijn. “You eat soo much, you are like a son to us”, waren de woorden die een van de leerlingen steevast in zijn gastgezin te horen kreeg. Tijdens de culturele uitwisseling met Turkije brengen onze leerlingen onder andere een bezoek aan Efese

Wat de Nederlandse leerlingen in Izmir opviel was de grote drang naar zoetigheden in Turkije: zo’n klein, gezellig glaasje çay (thee), waar dan vijf suikerklontjes ingaan! Maar vooral ook de mierzoete baklava–gebakjes van filodeeg en gemalen nootjes. Ze raakten er allemaal verslaafd aan gedurende hun verblijf aan de Turkse westkust. Virgil: “Give me the baklava, Jale canim (darling), werd een gevleugelde uitdrukking als onze leerlingen iets van de docente ( Jale) van de partnerschool gedaan wilden krijgen.” Eten verbroedert, dat is zeker. Maar uiteindelijk waren de Turkse leerlingen die in Nederland op bezoek waren maar wat blij dat ze hun vertrouwde kebab op elke straathoek konden krijgen, als ze het gehad hadden met de boterhammen met kaas die ze van hun Nederlandse gastgezin meekregen.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

45 parels

Het Montessori College Nijmegen heeft een prijs van vierduizend euro gewonnen, toegekend door het Europees Platform vanwege de 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Turkije en Nederland. De school organiseerde in 2013 een uitwisseling met een partnerschool in Izmir. Daarbij werden elkaars keukentradities en veranderende eetgewoontes onderzocht.


Geheel in de geest van Montessori laten we onze leerlingen meebeslissen in het Nederlandse programma van de uitwisseling. Meebeslissen maakt medeverantwoordelijk en dan blijken onze leerlingen heel goed zelf in staat om een stadswandeling door Nijmegen uit te stippelen, een rondleiding door het openluchtmuseum te verzorgen of een barbecue voor vijftig personen te organiseren. Dat leerlingen van zestien of zeventien jaar dan uit eigen initiatief voorstellen om slechts beperkte hoeveelheden alcohol te schenken op dat feestje, maakt je als docent heel blij, omdat die leerlingen dan echt hun verantwoordelijkheid hebben genomen.

parels

46

Uitwisseling met thema

Je bent een ervaring rijker, je bent als mens gegroeid

De uitwisselingen worden meestal opgehangen aan een thema, goedgekeurd en gesubsidieerd door het Europees Platform. Het zware thema van de eerste uitwisseling ‘macht en recht’ werd gevolgd door luchtiger thema’s als ‘volkscultuur’ en ‘veranderende eetgewoontes’ die meer tot de verbeelding van de leerlingen spraken. Vooral dat laatste thema, van de uitwisseling met een lyceum in Izmir, was een schot in de roos. Samen lekker eten is gemakkelijk te organiseren, het verbroedert. Ouders zijn er heel goed bij te betrekken en je kunt er allerlei maatschappelijke (eetcultuur van culturele minderheden), historische (specerijenhandel), technische (bezoek aan een olijfoliefabriek) of kunstzinnige aspecten (eten op schilderijen in de gouden eeuw) aan verbinden.

Het leerzame van opzetten van een uitwisselingsprogramma is dat je het doet in nauwe samenwerking met je buitenlandse collega’s, waardoor je als docent een kijkje kunt nemen in de onderwijskeuken van een ander land. En natuurlijk in de cultuur van dat land, want in bijvoorbeeld Turkije worden zaken echt op een heel andere manier geregeld dan in Nederland. Sommige zaken die je elders in het onderwijs ziet, zou je zo in je eigen klassenpraktijk willen gebruiken. Bij andere zaken bedenk je dat die niet goed bij de Nederlandse situatie zouden passen. Maar het is altijd goed in dezen een open blik te houden. De multilaterale uitwisseling van zes landen waaraan we hebben deelgenomen met als thema ‘de taal van de wiskunde’ was niet alleen gezellig en verbroederend, maar gaf ook een internationale impuls aan het wiskundeonderwijs op de zes deelnemende scholen!

Succesvol buitenschools leren Het internationaliseringsprogramma van het Montessori College is in diverse publicaties van het CPS Onderwijsontwikkeling en advies naar voren geschoven als voorbeeld van succesvol buitenschools leren, het ‘zogenaamde leren buiten de kom’. Niet alleen vanwege de eerdere genoemde punten als intercultureel samenwerken, onderhandelen en begrip voor elkaar krijgen, maar ook vanwege de integratie van onderdelen van het schoolcurriculum binnen de uitwisselingsprogramma’s. Het uitwisselingsproject over veranderende eetgewoontes met de Turkse school is als succesvol samenwerkingsproject opgenomen in een publicatie over 400 jaar Turks-Nederlandse betrekkingen en als een voorbeeld van een best practice in de vijfjaarlijkse jubileumuitgave van het Europees Platform. Ga zo door Montessori en ík hoop dat alle toekomstige Montessorianen van deze prachtige grensverleggende ervaringen mogen blijven genieten.

Virgil Tromp (45) docent natuurkunde, ‘internationalista’ van het eerste uur en coördinator internationalisering 2010-2013 door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


vwo 2013_student conservatorium_

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Dat zijn veel superpositieve, mooie ervaringen, maar Broodje Cultuur, de Culturele avond en het Voordrachtfestival staan voor mij wel aan de top. Naast de te gekke docenten, medewerkers en creatieve leerlingen natuurlijk! Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik me op het Montessori College optimaal kon ontwikkelen in de dingen die mij interesseerden. Docenten stimuleerden op een positieve manier mijn bijdrage aan creatieve projecten en hebben me altijd de kans en juiste begeleiding gegeven om samen met andere leerlingen de kunst van de muziek te onderzoeken. Echte vrijheid, zolang je er maar iets van maakt! Idealer kan het voor mij niet.

’Dankzij Montessori timmer ik goed aan mijn eigen weg’

Wat heeft het Montessori-onderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie? Ik denk dat er drie belangrijke, typisch ‘Montessoriale’ dingen zijn die nu een prachtige bijdrage leveren aan mijn vervolgstudie: je eigen weg gaan of in ieder geval onderzoeken, keuzes maken en de nadruk leggen op positieve ontwikkelingen. Deze drie dingen zie ik nu als vereisten voor een goede muzikant. Zonder deze eigenschappen zou ik in de muziekwereld rondzwemmen in een zee van talent, terwijl ik nu mede dankzij het Montessori-onderwijs al goed aan mijn ‘eigen weg’ aan het timmeren ben.

ar augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

47 parels

Wat is je huidige studie? Momenteel studeer ik saxofoon Jazz&Pop aan het conservatorium van Utrecht. Na mijn examens deed ik auditie en werd ik aangenomen. Tot op de dag van de auditie twijfelde ik of ik dit wel echt wilde: helemaal gaan voor de muziek. Maar eenmaal aangenomen en nu alweer twee jaar achter de rug, zou ik voor geen goud van deze school afgaan. Ik doe hetgeen wat ik het allerliefste doe voor het grootste deel van de dag en leer enorm veel. Ik ben dus een typisch geval van zo’n iemand die van haar hobby haar werk maakt.

Kika Sprangers


20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Profielwerkstuk van malou de koning in de prijzen

bijzondere projecten

50

van ontwerp tot schoolp lein

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


elk

jaar weer maken eindexamenleerlingen van havo-5 en vwo-6 een profielwerkstuk. Vanaf september starten zij individueel of in twee- en soms drietallen met de keuze van hun onderwerp en het bepalen van hun onderzoeksvraag. In maart na afronding van hun werkstuk, tijdschrift, documentaire of anderszins vindt de apotheose plaats met de PWS-presentatieavond voor ouders en belangstellenden. Oud-leerling Malou de Koning vertelt over haar profielwerkstuk dat landelijk in de prijzen viel. In 2009 heb ik in mijn eindexamenjaar havo een profielwerkstuk gemaakt over het ontwerpen van een schoolplein voor basisschool het Talent in Lent. Dit profielwerkstuk bestond uit drie onderdelen, een theoretisch gedeelte, een praktisch gedeelte en een onderzoek. Het onderzoek bestond uit het peilen van de wensen van de gebruikers. Deze gebruikers waren kinderen, docenten en buurtbewoners. De theoretische informatie die ik heb gezocht, ging over het gebruik van een schoolplein. Met behulp van al deze informatie ben ik gestart met het zoeken naar de meest geschikte producten voor dit schoolplein. Om overzichtelijk te krijgen waar welk product op het schoolplein, geplaatst diende te worden, heb ik het gebouw en de omgeving door middel van Google SketchUp in 3D weergegeven.

Presentatie in rondes Na het maken van het profielwerkstuk is het project door mijn begeleider Anne-Marie van de Wiel ingediend bij het SLO. Deze stichting voor leerplanontwikkeling organiseert elk jaar een wedstrijd voor de beste profielwerkstukken van havo en vwo. Nadat het project was uitverkoren voor verdere deelname ging ik samen met twee vriendinnen, mijn moeder, zusje en twee docenten naar Den Haag om daar aan de wedstrijd deel te

nemen. Deze dag bestond uit twee ronden. Eerst een kraampjesmarkt, waarbij de jury en andere geïnteresseerden langs konden lopen en vragen konden stellen over het profielwerkstuk. Na deze ronde bepaalde de jury welke groepen door mochten naar de tweede ronde. Van zowel havo als vwo werden er vijf groepen gekozen. Deze ronde hield in dat je een presentatie moest houden aan alle aanwezigen in een collegezaal.

Trotse winnaar Na het presenteren ging de jury in beraad om de winnaars te kiezen. Na lang wachten werden de winnaars bekend gemaakt. “De makers van de zevenentwintig ingezonden profielwerkstukken van havo en vwo dongen mee naar de hoofdprijzen. Net als vorig jaar waren alle inzendingen van hoog niveau. (...) De eerste prijs voor havo werd gewonnen door Malou de Koning die de inrichting van een schoolplein van een school in haar woonplaats had ontworpen. Malou is leerling van het Montessori College uit Nijmegen”, aldus de jury. De prijzen waren een reischeque van 150, 250 en 500 euro en voor de nummer één ook nog een beker. De winnaars werden oplopend bekendgemaakt en toen de nummer één werd omgeroepen, bleek dat ik gewonnen had. Dat was een ontzettende verrassing en een bekroning voor het harde werken. RTv1 heeft toen nog een item gewijd aan deze gebeurtenis en er is toen gefilmd op zowel het Montessori College als op het schoolplein van basisschool Talent in Lent. Van de reischeque ben ik heerlijk een weekend naar Londen gegaan en de beker staat nog steeds op mijn kamer. Het was een hele ervaring en ben erg blij dat ik eraan meegedaan heb.

toen de nummer één werd omgeroepen, bleek dat ik gewonnen had. Dat was een ontzettende verrassing en een bekroning voor het harde werken

malou de koning augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Het leven van (oud)roostermakers Wil Giesberts en Jos Coenders

interview

52

“

De roosters werden met de hand uitgeschreven

Jos Coenders (links) en Wil Giesberts (rechts)

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Van Ministeck naar I-Mac in

een leeg tekenlokaal aan de Vlierestraat ontmoeten de voormalige wiskundedocenten en roostermakers elkaar voor het verhaal over hun gezamenlijke tijd als roostermaker. Wil Giesberts, thans directeur P&O van het Montessori College, vertelt hoe hij in zijn beginjaren het rooster ‘erbij deed’, omdat het behoorde tot de taken van de schoolleiding. In 1988 kwam Jos Coenders hem daarbij assisteren. De anekdotes vliegen over tafel. Lachend vertellen zij hoe in 1988 de roosters nog werden gemaakt op drie grote wandborden, waar voor iedere docent een blokje met kleurencode werd opgeprikt. ‘Het leek wel Ministeck’.

Ans veltman – van den bos

Eerst moesten een klassenrooster, lokalenrooster en docentenrooster worden gemaakt. Vervolgens werd van alle borden dagelijks een foto gemaakt om in geval van calamiteiten, zoals diefstal of omvallen van

het bord, een reserve-exemplaar te hebben. Hoewel in 1985 de eerste computer zijn intrede deed, veranderde er nog niet zo veel, omdat er nog geen goede roosterprogramma’s bestonden. Overdag werden de gegevens ingevoerd -alleen nog de clusters - waarop de computer de hele nacht draaide om de volgende dag te kunnen aangeven dat de input niet klopte. De roostermakers konden weer opnieuw beginnen. Wil: “De clusters werden via stuivers vormgegeven op een tafel, een keuzepakket per leerling. De roosters werden vervolgens met de hand uitgeschreven!” Op de vraag of er een jaarrooster werd gemaakt en hoe de wijzigingen dan werden verwerkt, antwoordt Wil: “Het rooster geldt tot de eerste wijziging. Je moet nu eenmaal rekening houden met ziekte van docenten en externe omstandigheden.” Het jaarprogramma werd door de directiesecretaresse gemaakt, in overleg met de roostermakers.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

54

70-minutenrooster

Mammoet-pc

Voor de fusie kende de Westerhelling een 45-minuten rooster, waarbij de kwt (keuzewerktijd), een typische Montessori-verworvenheid, op het 7e uur stond. In het jaar van de fusie in 1993, startte de Westerhelling met een 70-minuten rooster waarbij de kwt midden op de dag was gepland. Toen een jaar later de scholen bij elkaar kwamen, soms in één gebouw, ging iedereen over op een 70-minuten rooster. Voor de roostermakers is een rooster van 70 minuten weliswaar rustiger, het bestaat uit minder groepen, minder wisseling op een lesdag, maar er kleven ook wel nadelen aan. Met name voor docenten met een dubbele baan, op een andere school.

In het schooljaar 1990-1991 werd het roostermaken op de computer geïntroduceerd. Het werken ermee was moeilijk en een hele uitdaging. Jos Coenders bleek al snel een expert op dat gebied en hij mocht zijn kennis en kunde presenteren op landelijk georganiseerde cursussen. Tegenwoordig worden meerdere computers aangestuurd door één mammoet-pc en draaien er wel vier of vijf computers tegelijk voor het rooster van één jaarlaag. Hoe bewerkelijk het rooster tegenwoordig is, blijkt uit het feit dat per locatie minimaal een, soms twee roostermakers zijn aangesteld. In de Vlierestraat Lettie van Gemert, op de Kwakkenbergweg Gabriëlle Franquinet en Jos de Lange, op de Berg en Dalseweg Geert Boerboom en in Groesbeek Lennart van Strien en Léthie Schoenmakers. Over het belang van een prettig rooster, zowel voor leerlingen als docenten, zijn de roostermakers het eens. Het is verleidelijk om veeleisende collega’s te ontzien ten koste van de meer flexibel ingestelde medewerkers. Dat vereist mensenkennis en ervaring. Wil is daar heel stellig in: “Roostermakers moeten duidelijk zijn ten opzichte van impertinente wensen. Wensen kunnen worden vervuld, maar niet ten koste van anderen.” Er zullen prioriteiten moeten worden gesteld, op basis van arbeidsvoorwaarden en roosterwensen bij parttime werken. In principe wordt in eerste instantie een rooster gemaakt voor leerlingen.

je moet geconcentreerd werken, anders kun je opnieuw beginnen

Jos Coenders (52) was van 1984 tot 2010 verbonden aan het Montessori College, eerst als docent wiskunde, later als roostermaker. Huidige functie: full time roostermaker Pax Christi College, Druten door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Geconcentreerd werken

In 1995-1996 is op de Vlierestraat een systeem ontwikkeld met behulp van een contacturenplanner. Er wordt onderscheid gemaakt tussen college-uren, waarbij het initiatief ligt bij de docent en begeleidingsuren, waarbij de keuze van de leerlingen leidend is. “Alle leerlingen moeten alle vakken kunnen kiezen, maar vol is vol”, stelt Jos. De leerlingen – niet de docenten – moeten de ‘stof’ afkrijgen. Daarom krijgen de leerlingen ruimschoots de tijd in college- en begeleidingslessen de lesstof te verwerken. Onder invloed van de Tweede Fase is een periodisering aangebracht, waarbij een schema ontstaat van bijvoorbeeld Nederlands: één collegeuur en twee begeleidingsuren. Daarmee verviel het fenomeen ‘tussenuur’, een crime voor alle scholen en roostermakers. Jos legt uit: “Leerlingen moeten een begeleidingsuur kiezen als er een tussenuur zou ontstaan. Op die manier hoeven de roostermakers alleen de contacturen in te roosteren en de begeleidingsuren op de juiste momenten te zetten, zodat alle leerlingen hun lessen kunnen kiezen.” Tijdens een collegeles moet de vakdocent zijn of haar vak laten ‘glimmen’. Leerlingen hebben in begeleidingslessen de mogelijkheid om bewust voor een andere docent te kiezen dan de docent van het college-uur. De begeleidingsles is de beste (lees: echte) contacttijd.

Als de zomervakantie begint, werken roostermakers, conciërges en onderwijs ondersteunend personeel nog minstens een week door. Dat geldt overigens ook voor kernteamcoördinatoren, decanen en schoolleiding. Er heerst dan een goede sfeer, er wordt gezamenlijk koffiegedronken, meestal met gebak erbij. Voor de roostermakers is het hard werken met werkbladen, roosters en clusters, onder- en bovenbouw, praktijklokalen et cetera. “Hoe start je? Je moet geconcentreerd werken, anders kun je opnieuw beginnen”, stelt Jos. Hij werkt sinds 2010 als fulltime roostermaker op het Pax Christi College in Druten, wat Wil de opmerking ontlokt: “Jos was zo’n goede roostermaker dat hij is weggekocht. Helaas zonder transfersom!” Waarmee Jos glimlachend instemt.

Wil Giesberts (63) is sinds 1975 verbonden aan het Montessori College. Huidige functie: directeur P&O

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

55 interview

Weg met tussenuren


petey de Quay kijkt terug op haar schooltijd We vroegen docenten terug te kijken op hun tijd op de middelbare school. Wat waren hun verwachtingen en drijfveren? Daarnaast lieten we huidige leerlingen vooruitkijken naar hun beroepsleven dat zij als docent voor zich zien.

‘titaantjes waren wij’ een

taalvirtuoos was hij, maar van het aardige soort. Zijn ogen waren blauwer dan blauw, zijn haar blonder dan blond en de suggestie van een behaarde tors stoerder dan stoer. Een goed begin van iedere les, dat beloofde mijn leraar Nederlands te zijn. En dat was hij. Maar volledig in de ban raakte ik na een gepassioneerd relaas over de brieven van mejuffrouw Sarah Burgerhart. Deze man bleek in staat de doden tot leven te brengen, vergane glorie te doen herleven en een rebellerende puber weer aan het lezen en schrijven te krijgen. Ietwat ontmoedigd was ik inmiddels namelijk wel. Na een goed deel van mijn jeugd in de Verenigde Staten te hebben doorgebracht, maakte ik in de tweede klas middelbare school kennis met het Nederlandse onderwijssysteem. “Met jouw Amerikaanse vooropleiding, adviseren wij je naar het mavo te gaan. Die opleiding sluit goed aan op het Amerikaanse systeem”, sprak de rector tijdens ons kennismakingsgesprek. “Bovendien beheers je de Nederlandse taal onvoldoende.” Dat laatste deed de deur dicht. Tegen heug en meug, wil en dank had ik me al die jaren in de VS ingespannen om het Nederlands, mijn moedertaal, zo goed mogelijk bij te houden en op een ietwat rollende ‘r’ en nodige barbarismen na, niet zonder resultaat. Naar het gymnasium wilde ik vanwege de talen en geschiedenis. En zo geschiedde.

ar Petey de Quay (51) docent Nederlands havo/vwo bovenbouw door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Orin Wijen over zijn toekomst als docent

‘Ik hoop dat ik mijn werk ook écht leuk vind’ Het onderscheid tussen levende en dode talen leek bij aanvang in de tweede klas evident, maar toch niet geheel voor de hand liggend. Daar waar Latijn en Grieks veelal voorgedragen en zelfs gezongen werden door mijn rochelende, non-stop rokende, maar oh zo bevlogen docenten klassieke talen, werden de moderne talen dusdanig saai gebracht dat ik – van oorsprong een braaf en vlijtig Liesje – spijbelde bij het leven. Totdat ik, begin vijfde klas, aangenaam verrast werd door het nieuws van een invaller voor Nederlands, een vervanger waar klasgenoten ‘een blijvertje’ in bleken te zien. Op onderzoek, dus. Hij sprak zo mooi. Dat wilde ik ook. Las hij voor, dan kwam het verhaal ter plekke tot leven en de manier waarop hij het boek vasthield, sprak boekdelen: hij droeg de auteur op handen en koesterde het werk. Ook dat wilde ik leren. Als ik opstellen schreef (en ja, heus, ik schreef ze weer), wist ik hoe kritisch zijn blik zou zijn. De toets van deze taalvirtuoos wilde ik te allen tijde kunnen doorstaan. Met deze man kon ik lezen en schrijven. Letterlijk. Deze docent maakte ons allen deelgenoot van zijn taaldomein, een domein dat basis bleek voor een langdurige, bindende taalrelatie. Achteraf vraag ik me wel eens af of die ogen wel zo blauw waren en het haar wel zo blond. Misschien was die beharing toch wat aan de grijze kant en pronkte er een bierbuikje onder het immer gekreukte overhemd. Maar passie voor taal maakt blind en passie voor taal verbindt. Wie zich openstelt voor die verbintenis, is voor het leven gevangen, dat blijkt maar weer. Als echte Titaantjes onder elkaar.

Waarom wil ik leraar worden? “Al sinds de basisschool leek het mij leuk om leraar te worden. Het werken met mensen vind ik sowieso boeiend en als je mensen wat kunt leren dan al helemaal. Op de lagere school wist ik nog niet in welk vak ik me wilde verdiepen; ik had toen nog geen Engels.” Wat trekt mij aan in het vak Engels? “Op de middelbare school kreeg ik voor het eerst Engels en dat ging goed. Door veel naar films te kijken en te gamen, had ik al aardig wat Engels geleerd. In het tweede jaar maakte ik kennis met Cambridge Engels en in derde kwam ik in een klas Cambridge Engels terecht. Sindsdien is Engels een van mijn favoriete vakken en ook een van mijn beste. Nu oefen ik nog steeds de taal door bijvoorbeeld films zonder ondertitels te kijken en met native speakers te praten op Skype of Teamspeak.” Hoe zie ik het lesgeven over tien jaar voor me? “Ik hoop dat ik, als ik ben afgestudeerd in Engels en mijn Cambridge-certificaat behaald heb, kan gaan stage lopen op een leuke school. En helemaal perfect: als ik daar later word aangenomen. Een idee van een ideale school heb ik niet echt, maar ik hoop wel dat mijn toekomstige collega’s aangename, sociale mensen zijn en dat ik mijn werk ook écht leuk vind. Het gedrag van de leerlingen zal ook aan mij liggen, denk ik, en aan mijn manier van lesgeven.” Orin Wijen, 4-vwo

Orin Wijen (16) uit 4-vwo denkt dat hij na zijn studie gaat werken als docent Engels. Hoe komt hij bij deze keuze en wat verwacht hij van zijn toekomstige beroep als docent? augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Uniek profielwerkstuk kreeg nationale waardering

bijzondere projecten

58

in

Kathaarse novelle

juni 2011 haalde Mannick Wolters (20) haar vwo-diploma. Ze studeert nu algemene cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze haalde de landelijke finale van de Alfasteunpuntprijs van de Universiteit Groningen met haar profielwerkstuk over de Katharen. Ze koos als originele presentatievorm een zelfgeschreven novelle. “Mijn inspiratie haalde ik uit de roman ‘Verloren labyrinth’ van Kate Moss, een combinatie van een thriller en een historische roman over de Katharen. Ik wilde voor mijn profielwerkstuk niet iets standaards doen, dus koos ik voor een novelle. Ik onderzocht in mijn profielwerkstuk wie de Katharen waren en waarom de rooms-katholieke kerk deze religieuze stroming heeft uitgeroeid. Ik zocht er theorie over en bedacht enkele verhaallijnen. Dagelijks schreef ik zo’n drie à vier A4’tjes. Het lastigste vond ik om de draad niet kwijt te raken en niet uit te wijden over bijzaken. Mijn begeleidende docenten waren enthousiast over het resultaat en droegen me voor bij de Alfasteunpuntprijs. Van de 62 deelnemers werden er tien genomineerd op basis van een samenvatting. Uiteindelijk bleven er vijf finalisten over die op 1 april een promotiefilmpje moesten presenteren en een stand moesten inrichten met prints, boekjes en een filmpje. Actief op het publiek afstappen en mezelf profileren, vond ik wel moeilijk. Deze dag was een heel bijzondere ervaring. Als ik het juryrapport teruglees, krijg ik nog steeds een goed gevoel. Ze roemden mij om de samenhang en om de originele verwerkingsvorm van de novelle. De stap van historische feiten naar de beleving van de personages vonden ze gewaagd en knap. Deze schrijfervaring komt me nu in mijn studie nog steeds van pas als ik bijvoorbeeld een essay moet maken. Op het Montessori College stimuleren ze vrijheid en creativiteit. Dat heb ik goed ontwikkeld en daar heb ik nu nog steeds profijt van.”

ar door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


simon mamahit _vwo 2013_student psychologie

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? De broodjes cultuur zijn mij erg bijgebleven. Dat was mijn eerste optreden ooit wat ik daar heb gedaan. Je zou best kunnen stellen dat door die broodjes cultuur mijn muzikale carrière langzaam uit de hand is gelopen. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie? Het Montessori College heeft mij geleerd dat iedereen een verhaal van zichzelf heeft te vertellen. Dat er een veelheid aan mensen, perspectieven en levenshoudingen bestaan en dat dat gevierd dient te worden. Verder is het belangrijk je eigen zaken te regelen en niet te veel te leunen op mensen boven jou, of dat nu een leraar of een baas is. Uiteindelijk is het aan jou als individu om je steentje bij te dragen. Maar om hulp vragen zo nu en dan is niets om je voor te schamen.

foto: De Grote Prijs van Nederland

ar augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

59 parels

‘iedereen heeft een verhaal van zichzelf te vertellen’

Wat is je huidige studie? Ik studeer psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en ben daarnaast freelance docent rap en teksten schrijven, bandcoach en kok. Ik ben begonnen met mijn lessen rap en teksten schrijven op het Montessori College. De school wist van mijn muzikale avonturen en vroeg mij na mijn afstuderen van het Montessori of ik interesse had om zo nu en dan lessen te komen verzorgen. Sindsdien is het balletje een beetje gaan rollen en geef ik op meerdere scholen en instanties (NSG, Maas/Waal en de Bibliotheek Nijmegen) elk jaar een paar keer les. Hieruit is ook het bandcoachen gegroeid. Ik vind het erg leuk om kinderen iets te leren en ze proberen een break te geven van het reguliere schoolleven.


‘Be connected: we zijn erop voorbereid’

mijn

werk op het Montessori College heb ik altijd met veel plezier gedaan. Het gaf voldoening om praktische vragen over lokalen of inrichting van gebouwen te vertalen in concrete oplossingen”, zegt Gerard Cuijten die in de afgelopen twintig jaar functionaris gebouwenbeheer was. “Dat geldt ook voor mij”, stelt Sjef Martens. “Ik ben altijd op zoek naar de vertaalslag van vraag naar praktische uitvoerbaarheid en van op de markt zijnde producten naar onderwijskundige toepasbaarheid.”

bertie korner

havo en vwo op de Vlierestraat ondergebracht, wat naast de samenvoeging van de verschillende leerwegen ook een aanpassing van de inrichting vroeg. Het vbo (voorbereidend beroepsonderwijs) vertrok van de Vlierestraat naar de Berg en Dalseweg, de Archipelstraat werd afgestoten.”

Sjef is sinds oktober 2012 verantwoordelijk voor de gebouwen, de nieuwbouwplannen waren al in een vergevorderd stadium. Heb je nog een bijdrage kunnen leveren aan het Montessoriaanser maken van de nieuwbouw? Gerard, jij kreeg bij de start van het Montessori College in één klap het beheer van vijf gebouwen “Ik kwam in een gespreid bedje, heb mij kunnen onder je hoede, wat trof je aan? focussen op de details van de nieuwe gebouwen. “De Nijmeegse gebouwen stammen allemaal uit de Dat betekende de wensen van de gebruikers en de jaren vijftig van de vorige eeuw; de Vlierestraat is in opdrachten vanuit de projectgroep ‘nieuwbouw’ ver1956 opgeleverd, de Kwakkenbergweg in 1957 en de talen naar mogelijkheden. In de praktijk hield het in Berg en Dalseweg in 1958. Alle gebouwen waren nog dat ik door mijn eigen betrokkenheid en focus op dit ingericht naar de normen van die begintijd; grote lokalen project, ideeën inbracht in de projectgroep. Hoe meer waarin klassikaal les gegeven kon worden. Buiten het gebouw groeide, hoe meer wensen er vanuit het Groesbeek, dat van 1989 is, was er bij alle gebouwen werkveld kwamen. Tussen de abstractie van concept sprake van min of meer achterstallig onderhoud. en tekeningen naar de realisatie zat voor veel medeNa de fusie tot het Montessori College werden mavo, werkers een blinde vlek.”

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Gebouwenbeheerders Gerard Cuijten en Sjef Martens over de inrichting van de school

61 interview

“

Iedereen krijgt in de nieuwbouw een eigen plekje en kan er zich thuis voelen

Gerard Cuijten (links) en Sjef Martens (rechts)

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Alle bestaande gebouwen hebben een eigen sfeer en zijn karakteristiek, waarom dan toch voor nieuwbouw gekozen? “Samen op één campus met behoud van kleinschaligheid zorgt ervoor dat alle voorzieningen voor iedereen te gebruiken zijn. Dat maakt het werken prettiger en efficiënter”, zegt Sjef. Voor de organisatie vervalt daarmee het vele pendelen, dat geldt voor zowel docenten als voor personeelsleden van ondersteunende diensten zoals de ICT en de administratie. Na realisatie van de nieuwbouw zijn er nog steeds meerdere gebouwen, maar dan op één terrein. Deze gebouwen hebben de namen van bomen die in de buurt groeien, zoals Beuk, Berk, Linde en Vlier. Sjef: “In de nieuwbouw genieten 1.500 leerlingen onderwijs, zij verdelen zich over de gebouwen, waardoor iedereen een eigen plekje krijgt en zich thuis kan voelen. Het biedt een ondersteuning aan de mooie kanten van het Montessori College, het open staan voor elkaar; alle bloempjes mogen bloeien. Dat vraagt om groeikrachtige grond, water met soms wat mest, snoeien en vervolgens de bloei.”

interview

62

Samen op één campus met behoud van kleinschaligheid

In de afgelopen twintig jaar zijn de ICT-ontwikkelingen razendsnel gegaan, deze voorzieningen behoorden ook tot jullie takenpakket. Wat betekende dit voor jullie werk en komen er nog bijzondere snufjes in de nieuwbouw? Gerard: “Elektrische apparatuur, audiovisuele hulpmiddelen, machines in de vaklokalen waren al volop aanwezig in de verschillende gebouwen. ICT is enorm toegenomen zowel voor onderwijsdoelen als voor de ondersteunende diensten. De voorzieningen in de oude gebouwen waren niet meer toereikend. Er zijn heel veel aanpassingen nodig geweest om minimaal vier leerlingen-pc’s, een digitaal instructiescherm en een docenten-pc per lokaal te realiseren. Ook kregen alle ondersteunende en begeleidende medewerkers een eigen pc.” “ICT zit nu overal in het gebouw verwerkt”, vult Sjef aan. “Elektronische sloten om binnen te komen, een display in elk lokaal om bijvoorbeeld de zonnenschermen of het licht te bedienen. Een goed WiFi-netwerk om alle mobiele apparaten van personeel en leerlingen aan te sluiten op het internet. BYOD (bring your own device) is het nieuwe sleutelwoord in het onderwijs. Iedereen zijn eigen apparaat dat het leren ondersteunt en bevordert. Communiceren en opslag in de ‘cloud’ - alles loopt via internet. Be connected! Onze nieuwe school is erop voorbereid.”

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Gerard Cuijten en Sjef Martens werken beiden vanaf de start bij het Montessori College. Gerard (66) werkte daarvoor als amanuensis bij de voorganger van het Montessoricollege ‘de Westerhelling’ Sjef (56) werkte bij de stichting van het Montessori College als docent lichamelijke opvoeding en informatica/kantoorpraktijk bij één van de andere fusiepartners ‘De Sprong’. Hij heeft zich de afgelopen 20 jaar verder verdiept in ICT en is nu directeur ICT, facilitair en organisatie


manoe janssen _vwo 2004_stamcelonderzoeker

‘individuele kwaliteiten staan centraal’

Manoe Janssen is een mooi voorbeeld van een hardwerkende leerling met dyslexie die op doorzettingsvermogen haar middelbare school afrondde. Nu is deze typische bètaleerling gepromoveerd en doet ze stamcelonderzoek in Leuven. Wat is je huidige beroep? Na de opleiding moleculaire levenswetenschappen op de Radboud Universiteit Nijmegen heb ik me verder ontwikkeld tot zelfstandig onderzoeker tijdens mijn promotieonderzoek. Sinds begin 2014 ben ik werkzaam als postdoctoraal onderzoeker in het Stamcel Instituut op de Universiteit van Leuven. Het is mijn passie om door het doen van onderzoek verder te bouwen aan onze kennis over de wereld om ons heen. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Als klein meisje bestudeerde ik de wereld om mij heen al in groot detail en probeerde ik te begrijpen waarom de dingen werken zoals ze werken. Op het Montessori College waren biologie, scheikunde, natuurkunde en wiskunde dan ook mijn favoriete vakken. Door dyslexie had ik veel problemen met de talen en moeite om toetsen binnen de tijd af te maken. Ik had meer tijd nodig voor mijn huiswerk dan de meeste leerlingen. Ik heb er hard voor moeten werken, maar ik ben er altijd met goede moed voor gegaan en ik heb veel ondersteuning gekregen van mijn docenten. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? De waardering en het vertrouwen van de docenten hebben er ook voor gezorgd dat ik na afronding van het havo door ben gegaan naar het vwo. Zodoende kon ik de universitaire studie kiezen die ik op het oog had en die het beste aansloot op mijn interesses.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

63


Anita Nijkamp en Piet Timmermans over besturen van de school

interview

64

‘Met de nieuwbouw is Montessori toegerust voor de toekomst’ door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


ik

zie dat het Montessori College heel Montessoriaans werkt, zich blijvend ontwikkelt en aansluit bij de huidige tijd”, stelt oud-bestuurslid Anita Nijkamp. Zij zat jarenlang, samen met oud-docent en -wethouder Piet Timmermans, in het bestuur van onze school. Beiden hebben ruime ervaring in het onderwijs als professional en als ouder. Hoe kijken zij tegen de school en de nieuwbouw aan?

Anita Nijkamp en Piet Timmermans kennen elkaar nog uit de tijd dat ze samen in het bestuur van het Montessori College zaten van 2001 tot 2006. Maar ze hadden al eerder met elkaar kennisgemaakt via de Montessori basisschool, waar hun kinderen op hebben gezeten. Anita gaf daar bovendien zelf les. “Binnen bepaalde kaders, (grenzen en mogelijkheden van het moment, de beschikbaarheid van materiaal, tijd en ruimte) kiezen wat je wilt en daarbij rekening houden met de ander. Dat heb ik altijd een mooi Montessori uitgangspunt gevonden. Ik heb dit in mijn eigen werkpraktijk altijd toegepast. Ook op het Montessori College Nijmegen was daar aandacht en ruimte voor, dat heb ik ervaren in mijn bestuursperiode en ook toen drie van mijn eigen kinderen op het Montessori College zaten.” Piet Timmermans, die momenteel nog intensief bij de nieuwbouw van het Montessori College betrokken is vanuit zijn rol in de Raad van Toezicht, had bij het kiezen van een basisschool voor zijn oudste dochter aanvankelijk nog bedenkingen over het Montessorionderwijs. “De pedagogische visie van Montessori heeft me altijd zeer aangesproken, maar ik zag ook zwaktes. Vanuit mijn eigen docentschap ben ik voorstander van verstandige prestatiegerichtheid; kinderen zijn gebaat bij stimulering om hordes te nemen, en dat miste ik wel eens in de praktijk van het Montessorionderwijs. Het is de taak van het onderwijs om kinderen uit te dagen, te prikkelen tot het aangaan van de niet gemakkelijke weg. De school moet ervoor zorgen dat kinderen voldoende prestaties leveren en aan meer dan uitsluitend de wettelijke verplichtingen voldoen. Uiteindelijk was ik zeer tevreden over het onderwijs Bertie korner dat mijn kinderen kregen op de basisschool.”

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

66

Het proces van bouwen is een uitdrukking van een visie

Anita keek vanuit haar Montessori onderwijzersschap met een lange traditie in het basisonderwijs kritisch naar het betrekkelijk jonge Montessori voortgezet onderwijs. Wat zag je? “Ik zie dat het Montessori College heel Montessoriaans werkt, zich blijvend ontwikkelt en aansluit bij de huidige tijd met de Montessori-uitgangspunten als leidraad. Er wordt nagedacht over wat belangrijk is om te leren, hoe je kinderen goed kunt laten leren en hoe je in het onderwijs het beste kunt aansluiten bij de leeftijd van de kinderen”, zegt Anita. Al in 1993 kwam het 70-minutenrooster. Het was in het Nederlandse voortgezet onderwijs tot dan toe gebruikelijk om een 50-minutenrooster te hebben, veel scholen gingen zelfs over op 45 minuten per les. Het Montessori College koos voor langere lestijden om zo minder vakken op een dag te doceren en daarmee rust, tijd voor concentratie voor de leerlingen te creëren. “De keuzewerktijd (KWT) was twintig jaar geleden toch echt uniek. En niet te vergeten de mogelijkheid om een proefwerk te herkansen; het gaat immers om het beheersen van de stof, niet om het gemiddelde van een aantal punten.” Het takenboekje werd ontwikkeld, planner en verslaglegging ineen, dat op een kindvriendelijke manier kaders geeft aan de stimulering: ‘doe het zelf’! Daarnaast krijgen leerlingen de ruimte om te ontdekken en te ervaren, de inbreng van de leerlingen wordt gewaardeerd en gestimuleerd. “Zo kiezen ze in de bovenbouw een mentor en zat één van mijn dochters, toen nog maar een onderbouwleerling, in de sollicitatiecommissie voor een nieuwe locatieleider.” Anita vervolgt: “Ik heb de aandacht en de persoonlijke benadering van het personeel als zeer aangenaam ervaren. Die betrokkenheid zie je bijvoorbeeld bij de diploma-uitreikingen, maar ook tijdens de verschillende studiedagen en open dagen die ik meemaakte. Er is solidariteit, er mag veel, er kan veel, er wordt veel samen ondernomen en de humor ontbreekt niet.”

Piet heeft zijn bestuursrol verwisseld voor een plek in de huidige Raad van Toezicht. Hoe ziet de betrokkenheid van de Raad van Toezicht op het Montessori eruit? “De leden van de Raad van Toezicht van het Montessori College hebben actieve ervaring in het onderwijs en zijn bekend met de omgeving van het Montessori College. Het is voor de Raad van Toezicht belangrijk dat er op tijd wordt gecommuniceerd met de bestuurder, de rector, zodat er altijd voldoende tijd en gelegenheid is om aanpassingen te verwerken. Anticiperen is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Dat vraagt van de Raad van Toezicht om de langetermijnvisie steeds voor ogen te houden, er altijd vanuit te gaan dat nu begonnen moet worden met het zetten van stappen, en deze niet uit te stellen”, aldus Piet. De Raad van Toezicht van het Montessori College is een meedenkend en proactief toezichthouder, die de bestuurder adviseert, ondersteunt en uitdaagt waar dat noodzakelijk is. De Raad van Toezicht heeft driemaal per jaar met andere geledingen in de school contact. Een zo’n overleg krijgt vorm in een ‘diner pensant’, waarbij vertegenwoordigers van kernteams, medezeggenschapsraad, ouderraad, directie en bestuur met elkaar in gesprek gaan over een actueel Montessori-onderwerp. Daarnaast is er één gezamenlijke vergadering met de medezeggenschapsraad en één met de ouderraad.

Piet Timmermans (69) doceerde tot 1995 natuurkunde in Den Bosch, was wethouder financiën van de gemeente Nijmegen en directeur van de B-faculteit van de Radboud Universiteit door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


De afgelopen jaren heb jij je expertise over het besturen van de bouw voor het Montessori College kunnen inzetten. Wat is daarvan het resultaat? Piet: “Het proces van bouwen is idealiter een uitdrukking van een visie; een prachtig proces. Het gaat daarbij allereerst om onderwijskundige visie: wat vraagt het eigen karakter van het Montessori-onderwijs. Daarnaast geeft de éne centrale plek kans op grotere interactie tussen alle docenten en meer organisatorische mogelijkheden om het onderwijs aan te laten sluiten op deze tijd en op de toekomst. Daarin zal in toenemende mate gevraagd worden om individuele programma’s, continu gebruik van gebouwen en lokalen en digitale leeromgevingen.” Bij de inrichting is tegemoet gekomen aan de wens om met overzichtelijke teams te werken in zogenaamde ateliers: zelfstudieruimtes en lokalen gegroepeerd rond een kernteam. Het gaat ook om visie over sfeer of duurzaamheid. Zo wordt het gebouw verwarmd door energie die opgewekt wordt met warmte uit de grond. Piet voegt hieraan toe: “De drie verouderde gebouwen van het Montessori College én onze visie over klimaat en sfeer, hebben ertoe bijgedragen dat we een zogenaamd maatwerkbudget van de gemeente hebben gekregen. Dat was iets ruimer dan het standaard budget, waardoor er daadwerkelijk aan onze wensen kon worden voldaan en niet uitsluitend aan de gemiddelde schoolbouw.” Anita: “Het is een verrijking voor het Montessori College dat al haar leerlingen op één plek onderwijs gaan krijgen; net als in de maatschappij een heterogene gemeenschap.”

67 interview

de aandacht en persoonlijke benadering van het personeel heb ik als zeer aangenaam ervaren

Anita Nijkamp (66) werkte jarenlang op de Montessori basisschool aan de Heijendaalseweg van 2001 tot 2006 zat zij in het bestuur van het Montessori College augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Locatie Groesbeek viert 10 jaar ICT-route

68 bijzondere projecten

het

‘kleine ict-ondernemers in de school’

is goed om te zien dat leerlingen na een ICT-scholingsjaar ontdekken waar hun passie ligt en dat zij de vaardigheden hebben geleerd om helemaal zelfstandig tot een prachtig eindproduct te komen.” ICT-docent Toos Brunet de Rochebrune vertelt het met gepaste trots. Samen met haar collega Roland Daanen hebben ze hard gewerkt aan het tot stand komen en uitbouwen van de ICT-route, die nu tien jaar bestaat. Ze gaan het vieren, onder andere met oud-leerlingen. Hopelijk is er ook bij hen de nodige creativiteit en ondernemerszin aangeboord. Na een klop op de deur stapt Nick van Kesteren, leerling van klas 4-ICT, mijn kantoor binnen met de vraag: ‘Mag ik een poster ophangen over de app die ik gemaakt heb?’ “Wat is het dan voor een app?” is mijn logische wedervraag. Het blijkt een applicatie Montirooster te zijn, waardoor leerlingen roosterwijzigingen op hun telefoon kunnen bekijken. Natuurlijk vind ik het prima dat Nick deze applicatie aanprijst en ook dat hij informatie wil geven aan docenten en de roostermaker. Het is een mooi voorbeeld van hoe veel en goed leerlingen kunnen leren als zij ergens intrinsiek voor gemotiveerd zijn.

Game via AppStore Ook Nick volgt de intersectorale ICT-route op locatie Groesbeek. Daar leren leerlingen niet alleen een computer configureren, maar bijvoorbeeld ook films monteren, websites bouwen en games ontwikkelen. Tijdens de opleiding wordt gewerkt aan projecten uit alle sectoren, waardoor het programma de mogelijkheid biedt om de keuze voor één sector uit te stellen.

Arianne nas

met dank aan Roland Daanen door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Bij dit project mochten de leerlingen helemaal zelf kiezen. Nick wil applicatieontwikkelaar worden en hij koos dus voor het zelf ontwikkelen van een app. Ook andere leerlingen hebben dit project gebruikt om zelf iets te ontwikkelen. Zoals Melanie en Jelle, die een ‘Mario’-game hebben gemaakt voor de mobiel. Jelle en Melanie bieden de game aan via de App Store.

ICT-pareltjes Docent Roland Daanen vist nog enkele pareltjes uit de ICT-vijver. “Zo heeft Sil van Bebber een promotiefilmpje gemaakt over zijn grote hobby: skaten. De hele klas was doodstil en diep onder de indruk van het eindresultaat! Ik trouwens ook. Prima keuze van muziek, van camerastandpunten en filmtechnieken. Daarnaast heeft Wouter een zelfbedacht tijdschrift gemaakt, Carlo een digitaal spel met verschillende levels en hebben Joost en Aäron een ontwerp/opzet voor een eigen onderneming gemaakt.” Zo lang docenten en leerlingen enthousiast zijn, krijgt dit succesvolle ICT-project nog een vervolg. Op naar de volgende tien jaar!

De hele klas was doodstil en diep onder de indruk


vbo administratie 1997_beroepsmilitair_

peter link

Peter Link en zijn broer Ron, jawel de Idolskandidaat en ster in de musical Tarzan, zaten allebei op onze school. In de schaduw van zijn succesvolle broer schopte Peter het tot commandant van een infanterie. Hij werd uitgezonden naar Afghanistan en voormalig Joegoslavië door het ministerie van Defensie. Wat is je huidige beroep? Op dit moment ben ik militair en om precies te zijn opvolgend pelotonscommandant bij een infanterie eenheid. Ik ben verantwoordelijk voor de opleiding en training van 37 collega’s en voor vier gevechtsvoertuigen met een waarde van ongeveer 30 miljoen euro. Ik ben begonnen in 1997 en sindsdien ben ik actief bij defensie tot op de dag van vandaag. De reden waarom ik een baan bij defensie heb gekozen, is omdat ik het een uitdagend beroep vond. Geen reguliere baan van acht tot vijf. Ik hou van werken met verschillende mensen in groepen en ben erg sportief ingesteld. Ik zou je nog wel duizenden redenen kunnen noemen waarom het zo’n geweldige baan is, maar daar moet je misschien zelf maar achter komen. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Wat ik me kan herinneren, is dat het een fijne school was om naar toe te gaan, ondanks dat ik zo ver moest fietsen. Ik kwam tenslotte helemaal uit Nijmegen-Zuid. Ik volgde een administratieve opleiding bij het Montessori en dat vond ik erg leuk, met name omdat je redelijk secuur moest werken. Deed je dat niet, dan zag je dat ook terug in je resultaten. Wat ik niet zo leuk vond, was het blind typen. Ach, als dat het enige is, dan neem ik dat voor lief. Kortom goede tijden, goede docenten en vooral ook veel plezier gehad. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Het heeft er voor gezorgd, niet alleen dat ik mijn diploma heb gehaald, maar ook dat ik gestructureerd heb leren werken. Ook door de vele klasactiviteiten heb ik geleerd hoe belangrijk teamwork is. Dit heb ik zelf ondervonden toen ik Afghanistan en voormalig Joegoslavië zat. Een bijzondere tijd en belangrijke missie.

‘ik heb geleerd hoe belangrijk teamwork is’

ar

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Roger Cox kijkt terug op zijn schooltijd

mijn hilde

Ik ben geboren en opgegroeid in Horst, Noord-Limburg, en dus werd mijn wereld een stuk groter, toen ik op mijn elfde belandde op de middelbare school in Venray, toch ook niet bepaald een plek met onbegrensde mogelijkheden. Ruim elf, langs een liniaal getrokken, kilometers van dorp naar dorpstadje door vlakke akkers en twee gehuchten die er niet toe deden. Wij fietsten altijd. Tim, Lucien, Rob, Emiel, Ger en ik, zes jongens van de Weisterbeekschool die opnieuw samenkwamen in klas B1. Ik was blij dat ze bij me zaten en we zouden dat eerste jaar veel met elkaar optrekken, maar er was nog wel wat meer nodig om echt zin te geven aan de dagelijkse tocht naar het Boschveldbeton. Dat hogere doel vond ik al snel in Hilde, voor mij het mooiste meisje van de klas. Ik bewonderde haar vooral op afstand, want meestal zat er een gangpad tussen ons beiden. Vaak zat ik dan naast of schuin achter haar, daar zorgde ik wel voor. Alle lessen schoven vloeiend ineen, zolang ik mijn uitzicht op haar behield. Zelfs de saaiste stof kreeg nog betekenis door haar nabijheid. Af en toe een heimelijke blik, vluchtig oogcontact, het snelle wegkijken daarna. Ze had van die ogen, waarachter dromen voorbijtrekken, maar of ík daar in voorkwam? Het deed er nauwelijks toe. Deze verliefdheid bleef heerlijk aan de oppervlakte drijven, kende geen diepte. Makkelijk aan te raken jongensgeluk, dat was het. Onbegrijpelijk eigenlijk dat je daar jaren later geen genoegen meer mee kon nemen. In april 1975 vatten wij, de zes schoolvrienden, het plan op een klassenfeest te organiseren. De ruimte was snel gevonden, want de ouders van Emiel hadden een elektrozaak, met daarachter een enorm magazijn. Het leek onmogelijk om daar iets gezelligs van te maken, maar die vrijdag na schooltijd deden we toch een moedige poging. We hadden genoeg slingers, gekleurde lampjes en klapstoeltjes, maar met de stapel gordijnen konden we slechts ten dele de rekken vol lampen, stofzuigers en strijkijzers aan het uitzicht onttrekken. Een echte feestzaal zou het nooit worden, maar wij, simpele interieurverzorgers, waanden ons binnenhuisarchitecten.

ar door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Er stond ook nog een DAF-busje in de weg, maar dat was geen enkel probleem, zei Emiel. ‘Die rij ik er wel even uit’. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, stapte hij in de

auto. De sleutel moet al in het contact hebben gezeten, maar mijn geheugen reikt niet meer tot het dashboard. Ik had zelf nog nooit één meter met een auto gereden en verbazing, bewondering en lichte jaloezie botsten om voorrang in mijn hoofd. Met een air van zelfsprekendheid en nonchalance startte Emiel de motor, zette het busje in zijn achteruit, gaf flink veel gas en parkeerde hem resoluut tegen de deurpost. Over vrijwel de gehele rechterflank stond nu geschreven hoe het niet moest. Wij begrepen de wereld meteen een heel stuk beter. Zo kenden we onze Emiel weer. Hoogmoed, en dan de val. In de zesde klas van de lagere school was ik voor het eerst op zijn verjaardag. Dat was niet echt een feestje voor mij, want na de taart en limonade kregen we elk een bouwpakket voor onze neus gezet, waarvan je zo snel mogelijk een stoomtreintje moest maken. Hoe verzin je het! Ik had op laag niveau met lego en mecano gespeeld, van Playmobil wist ik alleen dat het bestond, maar verder had ik helemaal niets met techniek. Ik las jeugdboeken, de Taptoe en de Tina van mijn zus, ik speelde veel buiten, leerde piano, trainde voor de blauwe judoband en tafeltenniste sinds kort, maar de wereld van de stoomtrein kon me gestolen worden. Uit mijn trein zou geen stoom komen, zoveel was zeker, en ik berustte in de laatste plaats. Emiel daarentegen was geheel zichzelf en liet maar al te duidelijk doorschemeren dat niemand anders dan hij deze klus het beste en het snelste zou klaren. Groot was dan ook zijn frustratie, toen Rob er met de bloemen vandoor ging. Met dat scenario had hij totaal geen rekening gehouden en de tranen sprongen in zijn ogen. Niemand vond het erg dat de arrogantie van het feestvarken een deuk opliep en dat was ook de eerste opwelling, toen wij ruim een jaar later zijn rijstijl van dichtbij op waarde mochten schatten. Het vloeken van Emiel was verstomd en de preek van zijn vader, een stortvloed van boze woorden, was opgedroogd. Het feest mocht doorgaan, tot onze grote opluchting. Achter de loods was een lange oprijlaan met aan weerszijden prachtige, grote coniferen. De tijdelijk bedrukte stemming had allang weer plaatsgemaakt voor lichte spanning en opwinding, zo vlak voor de avond der avonden. Tussen deze coniferen zou het gebeuren, maakten we elkaar wijs. Hier sta ik straks te

Roger Cox (51) docent Frans en coördinator havo/vwo onderbouw


zoenen met, ja met wie dan? De stelletjes werden makkelijk gevormd of geraden en ik was verbaasd dat mijn stille verliefdheid meer geluid had gemaakt dan ik dacht. Voor Hilde en mij had ik conifeer negen en tien gereserveerd, aan de linkerkant. Gelieve niet storen, a.u.b., betreden op eigen risico! Natuurlijk spraken we vele maten groter dan we waren. Vlak voor het feest begon, brokkelde de bravoure al af en niet veel later waren we terug op aarde. Lucien en Ger waren de dj’s, maar de muziektactiek was van tevoren door ons alle zes goed doorgesproken: steeds meer slowsongs naarmate de avond vorderde, daar waren we het snel over eens. Er moest geschuifeld kunnen worden en dat was al spannend genoeg. Aan de overkant zat Hilde met haar vriendinnen. Al meer dan een week hield ik het nauwelijks uit, als ik vooruitkeek naar het moment waarop het gangpad tussen ons zou kunnen verdwijnen. Ik verlangde naar de bevestiging van wat zich tussen ons leek af te spelen in het lokaal, maar begon hevig aan alles te twijfelen. Elke dag sloeg een nieuwe bres in mijn zekerheden. Zou ik niet keihard uit mijn dagdromerij geholpen worden? Had ik het wel goed gezien, was wat ik in haar ogen had gelezen niet slechts inbeelding? Hoe blind was ik in werkelijkheid en wat zou ik dan op het spel zetten? En nu, op dit uur van de waarheid, op deze avond, dezelfde vragen, met lood in de schoenen, op weg naar haar. De trillende stilte die tussen ons in hangt. De stroeve verstrengeling, haar handen om mijn nek, de mijne op haar rug. Bijna geen lucht. Een warme wolk van vlinders in mijn lijf. Wat dichter nog. De lichte afdruk van haar lichaam in mijn kleren, haar zwarte haar tegen mijn wang. Blijven ademen. Het haast roerloze wiegen op half weggestorven klanken. Dit beeld niet breken, dit beeld vooral niet breken. Zo dansen tot het einde met haar bedwelmende zachtheid en de tijd in de traagste stand. Dat is genoeg. In de maanden tot de zomer was er gewoon weer de vertrouwde afstand tussen ons. Alle illusies bleven onaangetast. Na dat eerste jaar kwamen we in verschillende klassen terecht en dreven we langzaam van elkaar weg. Maar zoals sommige mooie liedjes nooit meer helemaal uit je hoofd verdwijnen, zo is zij altijd blijven rondzingen in mijn herinnering.

pieter hobbelen over zijn toekomst als docent

‘Ieder jaar groeit het verlangen om leraar te worden’ Waarom wil ik leraar worden? “Al sinds mijn zesde leek leraar worden me wel leuk. Ieder jaar is dat verlangen gegroeid. Want op je zesde weet je nog niet zo goed wat je later wilt worden en die beroepskeuze verandert nog wel eens. De ene keer arts dan brandweerman en daarna weer bankdirecteur. Maar mij leek werken met kinderen en hun iets bijbrengen wat ze in de toekomst nodig hebben altijd al wel wat. Niet zozeer het bijbrengen van kennis, maar het werken met kinderen lijkt me het allerleukste.” Wat trekt mij aan in het onderwijs? “Als ik leraar word, dan wil ik dat het liefst op een basisschool in groep 6, 7 of 8, want onder die leeftijd vind ik leerlingen te jong. Ik denk ook dat ik groep 6 tot en met 8 het beste les kan geven. Als ik docent op de middelbare school word, dan geef ik het liefst les in de vakken geschiedenis of Wereldbeeld en Taal (WBT). Deze vakken vind ik het boeiendst. Ik denk dat het wel spannend is om dan op mijn oude school les te geven, maar elke school lijkt me wel leuk.” Hoe zie ik het lesgeven over tien jaar voor me? “Over tien jaar zal er best veel veranderd zijn. Natuurlijk zijn we nu al bezig met het overschakelen op het dagelijks gebruik van de laptop in de les. Maar hoe de leermiddelen er straks echt uit zullen zien, blijft de vraag. Het is dan vast heel normaal om alleen met een computertas naar school te gaan. Al het lesmateriaal staat tegen die tijd online en de agenda is verouderd. Pieter Hobbelen, 2 h/v

Pieter Hobbelen uit 2 h/v denkt dat hij na zijn studie gaat werken als docent. Hoe komt hij aan deze keuze en wat verwacht hij van zijn toekomstige beroep als docent? augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Zoekplaatje Alle medewerkers van het Montessori College Nijmegen - Groesbeek op de gevoelige plaat. De foto is gemaakt vanaf het dak op de locatie Kwakkenbergweg door Peter Laarakkers bij de start van het schooljaar 2009 -2010.

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

74

‘Iedereen kan op deze school zijn idealen waarmaken’ met

vier locaties, 1.855 leerlingen, 170 docenten, 46 OOP’ers en 12 klassenassistenten is het Montessori College Nijmegen een grote organisatie. De verschillende afdelingen en sectoren, kernteams, vakgroepen en professionele leergroepen krijgen daarnaast ondersteuning van zes medewerkers voor remedial teaching, zorgcoördinatie en maatschappelijk werk. Hoe is het om leiding te geven aan een onderdeel van zo’n onderwijsinstantie? We vroegen het aan Piet Hieltjes, oud-leidinggevende en Ineke Angenent, huidig sectordirecteur onderbouw havo/vwo. Wat zijn de uitdagingen en waar liggen de kansen? Is er in de loop van twintig jaar Montessori voortgezet onderwijs in Nijmegen veel veranderd?

ans veltman - van den bos

Vanaf 1998 is de historicus Piet Hieltjes, na jaren onderwijservaring op scholen voor voortgezet onderwijs in onder andere Assen en Cuijk, werkzaam geweest op de Berg en Dalseweg en later op de Kwakkenbergweg. “De manier waarop het Montessori College naar

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

kinderen kijkt, heeft mij altijd zeer aangesproken. Vertrouwen hebben in de ontwikkeling van het kind is kenmerkend voor het Montessori College. Zoals je vertrouwen hebt in je eigen kind: ‘Je mag er zijn, ook al pas je niet in het stramien.’ Het wordt op het Montessori College gewaardeerd als je ‘anders’ bent.” Kracht van het Montessori

Vooral de ideologie van Maria Montessori acht Piet een belangrijke basis. “Je hebt als school als het ware een norm waaraan je moet voldoen. Dat maakt een school heel sterk. Dat heb ik wel gemerkt als je dat vergelijkt met andere scholen waar ik heb gewerkt.” Een goede organisatie en een doordacht plan van aanpak zijn daarbij van belang. Een van de kenmerkende verschillen met andere scholen is het 70-minutenrooster. “Ik vind dat een prima didactisch middel om varianten in de lespraktijk toe te passen. Het leerproces kan in die ruimere tijd goed worden doorlopen: uitleg – zelfwerkzaamheid – reflectie – evaluatie.”


Piet Hieltjes en Ineke Angenent over inspirerend leidinggeven

75 interview

“

Blij dat mijn moeder destijds geen digitaal programma had om continu mijn cijfers in te zien!

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

76

Werken met jonge mensen is per definitie dynamisch

Andere verschillen zijn dat er wordt gewerkt met takenboeken in plaats van met een schoolagenda. Het curriculum moet bij leerlingen – in samenspraak met docenten – een half jaar vooruit bekend zijn. “De keuzewerktijd (KWT) is bovendien een sterk middel om het principe werk-in-uitvoering gestalte te geven. Het is een van de systeemkenmerken van het Montessori-onderwijs, die ze vooral moeten handhaven”, aldus Piet. “Het is de creatie van een pedagogische organisatie, waar idealen waargemaakt kunnen worden.” Het Montessori College is een Cultuurprofielschool, waar in het onderwijs en daarbuiten veel aandacht wordt besteed aan kunst en cultuureducatie. Dat kan in de vorm van vakken als tekenen, toneel en muziek, maar ook met culturele avonden waar leerlingen optreden of met het bezoeken van schouwburgvoorstellingen. Bovendien worden getalenteerde vwo-leerlingen uitgedaagd om via een uitgebreid programma in de vwo plus-klassen hun diploma extra glans te geven. Maar er is niet alleen aandacht voor de eigen school en het docententeam. Piet vertelt hoe het Montessori College zich kon profileren binnen KIOSc (Kennis Innovatie Onderzoekscentrum), waar in een breder verband motivatie, reflectie van en innovatie door docenten werd onderzocht, zodat zij door middel van uitwisseling van praktijkvoorbeelden elkaar de helpende hand konden bieden. Verantwoordelijkheid bij kernteams

Als leidinggevende had hij te maken met kernteams: kleine, organische teams van docenten die de verantwoordelijkheid hebben voor een groep leerlingen. Deze kernteams zijn verantwoordelijk voor het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen op een bepaald niveau. Zij krijgen daarbij de bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die echter moeten passen binnen de algehele schooldoelstellingen. Zij mogen het beleid van andere kernteams niet doorkruisen en zij moeten rekening houden met het budget van

de school en uiteraard passen binnen de wettelijke kaders. Piet is een groot voorstander van het werken met kernteams. “Het grote voordeel van die kleine kernteams (5 à 7 mensen) is dat mensen niet alleen vergaderen, maar elkaar ontmoeten. Met als gevolg dat het om wezenlijke zaken gaat.” Een punt van aandacht met kernteams blijft het vinden van de balans tussen onderwijskundige ontwikkeling en begeleiding. “De kernteams zijn verantwoordelijk, de schoolleiding inspireert en faciliteert. Als het goed is. Dat kan door geld en/of tijd vrij te maken voor kernteamactiviteiten.” Stimulerende omgeving

Net als Piet wijst Ineke Angenent op het belang van kernteams en samenwerking binnen de vakgroepen. De doorlopende leerlijn moet gewaarborgd worden. De nieuwbouw en daarmee de opheffing van de dislocatie kan dat alleen maar bevorderen. “De omgeving moet stimulerend werken en de schoolleiding geeft vast een voorzet met het werken in kolommen: vmbo enerzijds, havo/vwo anderzijds. Er was tot nu toe een scheiding tussen onder- en bovenbouw, vmbo en havo/vwo. Van een docent mag je goede didactische vaardigheden verwachten, naast vakinhoudelijke bagage.” Piet vindt de term ‘competentie’ in dit verband goed gekozen. “Idealiter zou de Montessorididactiek tot hoge intellectuele prestaties moeten leiden.” Ineke nuanceert dit beeld door te wijzen op de verschillende kwaliteiten die nodig zijn voor een bepaald type onderwijs. “Voor het werken in het vmbo wordt een andere expertise gevraagd dan voor lesgeven in de havo/vwo-kolom. De kwaliteiten van mensen moeten we zo veel mogelijk benutten. Docenten moeten affiniteit met hun werk hebben en over pedago-

Ineke Angenent (62) sectordirecteur onderbouw vmbo-t/havo en havo/vwo door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Vormgeven aan eigentijds onderwijs

“Piet Hieltjes heeft samen met de docenten een mooi vmbo neergezet op de Berg en Dalseweg, met veel praktijk binnen de lessen en keuzelessen die zijn uitgegroeid tot onder andere ‘Sportspecialisatie’ en ‘Horeca-specialisatie’ in de bovenbouw en ‘Praktijk en Oriëntatie’ in de onderbouw”, beaamt Ineke, die vanaf januari 2006 locatiedirecteur was op het vmbo Berg en Dalseweg. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is ze sectordirecteur onderbouw vmbo-t/ havo en havo/vwo op de Kwakkenbergweg. Hoewel niet afkomstig uit het Montessori-onderwijs sprak haar de rode draad van dit type onderwijs aan. De leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. De zelfstandigheid van leerlingen bevorderen is binnen het Montessori-onderwijs erg belangrijk. De dislocatie brengt praktische problemen met zich mee. De nieuwbouw met alle technische en moderne voorzieningen, ziet zij als een uitdaging om vorm te geven aan eigentijds onderwijs. Meer mogelijkheden tot samenwerking in de vakgroepen, veelzijdig gebruik van ICT in de klas, bovenbouwleerlingen die onderbouwleerlingen kunnen begeleiden en docenten die in de praktijk van elkaar kunnen leren. “Eén centrale plek waar we dus op alle fronten een ware leergemeenschap worden.”

Ruimte en dynamiek

Ineke vindt het ook belangrijk dat vernieuwingen door de kernteams worden geïnitieerd en niet topdown worden opgelegd, aangezien top-downvernieuwingen meestal niet werken. Van de schoolleiding mag je verwachten dat ze de kernteams hierbij ondersteunen en inspireren. “Het is beter om gezamenlijk op te trekken en vernieuwing van onderuit te starten.” Voordat Ineke locatiedirecteur werd, was zij onder meer docent maatschappijleer en omgangskunde op het ROC. Bij deze mbo-instelling in Arnhem vervulde ze diverse taken en functies: van docent en coördinator van verschillende opleidingen tot afdelingsdirecteur. “Op het Montessori College was en is veel ruimte en dynamiek, factoren die het werken hier zo aantrekkelijk maken en die zo belangrijk zijn voor leerlingen, collega’s en natuurlijk voor mij. Ruimte voor eigen talenten en initiatieven. Dit past ook goed in de kernteamstructuur van het Montessori College, waarbij de verantwoordelijkheden over alle lagen van de organisatie verspreid zijn. Er zijn korte en directe lijnen en we staan dicht bij onze leerlingen. Het werken met leerlingen, jonge mensen en pubers, is per definitie dynamisch.” De nieuwbouw is volgens Ineke een uitgelezen kans om in een nieuwe en goed voorbereide, moderne omgeving verder te werken aan wat we al ingezet hebben, te weten eigentijds Montessori-onderwijs, en wel midden in de natuur en bij prachtige sportvoorzieningen.

77 interview

gische en vakinhoudelijke competenties beschikken”, aldus Ineke die spreekt vanuit een jarenlange managementervaring in het mbo en als locatiedirecteur vmbo. Vroeger waren er twee klassenavonden per jaar, een schoolreisje en een paar ouderavonden. Tegenwoordig wordt er meer verantwoording afgelegd en volgen ouders hun kinderen op de voet via SOM, het computerprogramma waarin cijfers en opdrachten staan vermeld. Een uitstekend instrument om contact te hebben met ouders. Maar de permanente controle door ouders roept bij Piet vragen op: “Blij dat mijn moeder dat destijds niet had!” Naar zijn mening moet de leerling het vertrouwen krijgen om het vooral zelf te doen. Al dan niet met hulp van de mentor.

Het wordt op het Montessori College gewaardeerd als je ‘anders’ bent

Piet Hieltjes (62) voormalig directielid Montessori College, locatie Berg en Dalseweg en Kwakkenbergweg huidige functie: adviseur samenwerkingsverband Nijmegen e.o. augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Modern Montessori: VMBO nieuwe stijl

parels

78

Leren met hoofd, hart, en handen Talent

Wat mij goed bevalt aan het Montessori College is het pedagogisch klimaat

interesse en vakkenintegratie zijn de uitgangspunten van het nieuwe vmbo dat het Montessori College onder leiding van Stephan Haukes, samen met Arianne Nas (locatie Groesbeek) wil vormgeven: niveaugroepen voor de kernvakken in de onderbouw en heterogene groepen naar keuze op basis van talent en interesse in thematische projecten van acht weken. Stephan: “Wat mij bevalt, is dat er wordt uitgegaan van de leerlingen en niet van de boekjes.” De huidige sectordirecteur vmbo, Stephan Haukes, hoefde niet lang na te denken toen hij een paar jaar geleden gevraagd werd voor de functie van locatiedirecteur onderbouw van het Montessori College, locatie Kwakkenberg. Wat hem goed bevalt aan het Montessori College is het pedagogisch klimaat. “Ik wil vooral uitgaan van de leerling, minder van de boekjes. In groep acht werken de leerlingen al zelfstandig! Er moet ruimte zijn voor vrije spreekbeurten en een ontwikkelingsproces.” Het principe: leren met hoofd, hart en handen, spreekt hem aan. Deze Montessori-visie wil hij graag uitdragen. “Het gaat om binnen- én buitenwereld, samenwerken én zelfstandig werken, maar ook om het aanleren van sociale vaardigheden.”

Stephan Haukes (53) sectordirecteur vmbo, locatie Berg en Dalseweg en Kwakkenbergweg door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Monti’s got talent Sociale vaardigheden bezit deze enthousiaste, goedlachse directeur zeker. Hij houdt ervan om te lopen op het schoolplein, te kletsen met docenten en leerlingen. De onderwijsvernieuwer pur sang verliet vierenhalf jaar geleden het basisonderwijs, waar hij als directeur in Meijhorst en de Gildekamp werkzaam was. In de komst van de nieuwbouw en het Modern Montessori vmbo ziet hij nieuwe kansen en uitdagingen. Trots is hij op de prestaties van ‘zijn’ vmbo’ers op het podium van Monti’s got talent. Hij geniet van een happening waarbij 300 leerlingen op school blijven slapen en jonge jongens als dj optreden.

Diploma met verrijking “Er is een goede samenwerking met het basisonderwijs in Nijmegen”, vertelt Stephan. “Ik heb het nieuwe vmbo daar gepresenteerd.” Ook zijn er nauwe banden met het ROC. Oud-leerlingen komen in het kader van de loopbaanvoorlichting vertellen over hun carrière op het ROC, zodat leerlingen zich een beeld kunnen vormen van hun toekomstmogelijkheden. Leerlingen kunnen te zijner tijd hun portfolio met alle extra’s aanbieden aan het ROC. Wijzigingen in het vmbo doorvoeren vraagt lef. De kerndoelen moeten goed in de gaten worden gehouden, maar in de nieuwe opzet krijgt de leerling een diploma met verrijking.


79 parels

MMvmbo talent ontwikkeling op niveau Vanaf het schooljaar 2013-2014 is gestart met het Modern Montessori vmbo (MMvmbo) in de brugklas. Een nieuwe, eigentijdse vorm van werken, waarin de talenten van de leerlingen bepalend zijn. Bij de kernvakken (wiskunde, Engels en Nederlands) zijn de leerlingen vanaf de herfstvakantie ingedeeld op hun eigen niveau. Dat is per vak bepaald. De keuzewerktijd is iedere dag ingeroosterd bij de mentor, zodat die de leerlingen goed kan blijven volgen en ondersteunen. Uiteraard gebruikt de mentor dit uur ook voor schoolloopbaangesprekken, klassenafspraken, kennismaking en andere zaken die bijdragen aan het groepsgevoel. Elke donderdag hebben de leerlingen een keuze-uur. Leerlingen uit drie niveaus: vmbo basis, -kader en -theoretisch zitten bij elkaar in een talentgroep. Ze kiezen in een blok van acht weken voor een vak dat ze interessant vinden. Dat kan zijn Duits, Frans, dans, het maken van een magazine, schilderen, popart/graffiti/karikatuur, zelfverdediging en filmen. In de middag zijn leerlingen aan het werk bij een van de drie talentgebieden: Talent & Expressie, Talent & Natuur, Talent & OriĂŤntatie. Hier werken leerlingen met elkaar aan verschillende projecten, vanuit verschillende vakgebieden. Op de elektronische snelweg werken de leerlingen met eigen laptops, boeken zijn digitaal in te zien en veel opdrachten worden digitaal gemaakt en ingeleverd. Voortrekkers in het nieuwe vmbo, waarmee het Montessori College aan de weg timmert, zijn de sectordirecteuren Stephan Haukes in Nijmegen en Arianne Nas in Groesbeek.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Modern Montessori: VMBO nieuwe stijl Vriendelijk deze en gene groetend gaat Arianne Nas, sectordirecteur Montessori College locatie Groesbeek mij voor door het lichte gebouw van het vmbo. Daarmee is meteen duidelijk wat de sfeer is op deze locatie. Op de afdeling Zorg en Welzijn verlaten de leerlingen net het lokaal voor de pauze. De afdeling Techniek heeft een groep van een basisschool op bezoek en in het Montessori College Groesbeek werkt ook een groep afkomstig van Werkenrode, een instituut voor leerlingen met een fysieke beperking. De Montessorigedachte dat er gestreefd moet worden naar een fijne, rustige leer- en werkplek is merkbaar. Leerlingen voelen zich hier thuis, zoveel is wel duidelijk.

parels

80

Talent en passie

ik ga uit van de intrinsieke motivatie van leerlingen, van hun talent en hun passie

Arianne werkt nu zeven jaar bij het Montessori College, na zeventien jaar onderwijservaring bij het ROC en in het volwassenenonderwijs. Zij wil de Montessorigedachte uitwerken voor het vmbo, waar haar hart ligt. Met het Moderne Montessori vmbo krijgt zij daartoe volop kansen. “Ik ga uit van de intrinsieke motivatie van leerlingen, van hun talent en hun passie.” De behoefte aan vernieuwing kwam uit de praktijk. De kernteams speelden al lang met de gedachte aan een andere opzet van het voorbereidend beroepsonderwijs. Na een inspiratiemiddag is met ingang van het schooljaar 2013-2014 een experiment gestart, waarbij de brugklassers werken met talent- en interessegebieden en een eigen werkplan. Er is veel ruimte voor expressie en techniek. Deze doe-vakken dragen bij aan het zelfvertrouwen van leerlingen. “Welke talenten heb je, wat kun jij al?”, vragen de coachende leraren aan de leerlingen. Ook deze leraren gebruiken hun expertise. Met de woorden van Arianne: “Docenten maken een advertentie over zichzelf.”

Aandacht voor het positieve

Arianne Nas (56) locatiedirecteur Montessori College Groesbeek door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

In Groesbeek wordt gewerkt met een 60-minutenrooster. Er is coachtijd (twee coaches per groep van 24 leerlingen), kernvaardighedentijd en talent- en interessetijd. De cruciale vraag bij de laatste is: ‘Wat wil je leren? Wat heb je daarbij nodig?’ Dat kan variëren van het in elkaar zetten van een elektromotor tot het leren samenwerken bij het bakken van een taart. Op basis van de behoefte wordt een persoonlijk werkplan opgesteld. Zo kan de leerling leren samenwerken, maar ook zelfstandig aan de slag gaan, binnen duidelijk geformuleerde kaders. Aan het einde van de onderbouw (leerjaren 1 en 2) moeten de leerlingen 58 kerndoelen hebben bereikt, verspreid over domeinen, leergebieden en vakken. In de bovenbouw hebben leerlingen de helft van de week theorie, de helft praktijk. Arianne richt zich op het positieve in het onderwijs en ziet weinig heil in een streng repressief beleid. Zij stimuleert de leerlingen en de docenten om ‘te kijken wat ze wél kunnen’.


havo 2008_docent_

Een jonge docent is Ulrike Haan die - kersvers van de opleiding - koos voor het leraarschap. Al op jonge leeftijd wilde ze lerares worden. Dat het nu het vak Duits is geworden, is te danken aan de eerste lessen Duits op het Montessori College. Wat is je huidige beroep? Ik had van jongs af aan al belangstelling voor het onderwijs. Op de basisschool was het mijn ideaal om ‘juf’ te worden op een lagere school, maar na een van de eerste lessen Duits van Wim Eikholt in leerjaar 2 was het voor mij duidelijk: ik wil docent Duits worden. Ik werk nu sinds twee jaar als docent Duits op het Citadel College in NijmegenNoord.

Ulrike haan

’Het Montessori had veel inspirerende docenten’

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Mijn tijd op het Montessori College, eerst vmbo-k/t, daarna havo, heb ik als fijn ervaren. De meeste lessen waren interessant. Het Montessori College had veel inspirerende docenten. Ik had toen al veel belangstelling voor de Duitse taal en cultuur. Ik vind het boeiend om inzicht te krijgen in de taal, de cultuur, het land en de mensen. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Zoals ik al zei: de inspiratie van een docent Duits. En in het tweede leerjaar van de opleiding aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) heb ik stage gelopen op het Montessori College. Ook deze tijd heb ik als erg leuk en leerzaam ervaren. Het Montessori College heeft dus in belangrijke mate mijn beroepskeuze bepaald.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Huidige leerling Sjoerd Meijer in gesprek met oud-leerling Laura van Groenendael

82 interview

oud

-leerling Laura van Groenendael behaalde veertien jaar geleden haar vwo-diploma. Ze is nu druk bezig met het afronden van haar specialisatie na de studie geneeskunde. Ze woont tegenwoordig in Amsterdam en is bijna psychiater. In dit interview vertelt ze over haar herinneringen aan het Montessori College.

Wat is Broodje cultuur? Een paar idioten die muziek gaan maken in de pauze

Hoe zou jij de stereotype Montessoriaan beschrijven? “Over het algemeen zijn Montessorianen mensen die net niet helemaal binnen het conventionele plaatje passen. In mijn tijd was het groepje waar ik mee omging ook best wel alternatief en eigengereid. Zelf ben ik het eerste jaar vanuit Ede-Wageningen naar Nijmegen gereisd per trein. Dan stond ik om kwart over zes op en fietste ik vanuit Bennekom naar Ede. Daar pakte ik de trein en vanaf het station in Nijmegen fietste ik vervolgens naar school. Allemaal omdat ik Montessorionderwijs wilde volgen. Zeker in de bovenbouw kwam ik meer mensen tegen die, net als ik, heel bewust kozen voor onderwijs op maat. Het werd meer afgestemd op wat wij wilden en wat bij ons paste.” Spreek je nog weleens met andere oud-leerlingen? “Mijn beste vriendin ken ik van school en spreek ik wekelijks. En met een groep vrienden van school heb ik nog steeds contact. Na de reünie van 28 maart 2014 hebben we bijvoorbeeld afgesproken om met z’n allen samen te komen in het huis van een van onze ouders. De anderen hebben bijna allemaal gezinnetjes, maar toch blijven we elkaar regelmatig zien. Het zijn allemaal creatieve mensen: kunstenaars, ondernemers, psychologen, docenten. Mensen die reflectief heel vaardig zijn. Dat kenmerkt voor mij wel de Montessoriaanse onderwijscultuur, maar ook de leerlingen die daarvoor kiezen.” Het motto van het Montessori College luidt ‘Verbaas jezelf’. Kun je dat verklaren? “Als ik de mensen over wie ik het net had voor de geest haal, zie ik veelal onderzoekers. Twee van de jongens, Willem Besseling en Maarten Horstink, hebben zich bijvoorbeeld bij de Nationale Wetenschapsquiz opgegeven. Daar behoren ze nu tot de

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

proefkonijnen, die helpen bij het demonstreren van de proeven. En dat op nationale televisie! Diezelfde Maarten probeert op dit moment een eigen bedrijf op te zetten in België. Daarbij combineert hij een speeltuin samen met uitvindingen voor kleine kinderen. Of het gaat lukken weet ik niet, maar het laat wel zien dat het mensen zijn die het onderzoek opzoeken en daarbij gebruikmaken van hun creativiteit. Het jezelf verbazen.” Heb je gebruik gemaakt van de podia die het Montessori College aanbood? “Wat veel indruk op mij heeft gemaakt, waren de broodjes cultuur en de culturele avonden. Die waren opgezet door docent/decaan Gottfried Erdtsieck en enkele enthousiastelingen. In het begin werd er wel een beetje vreemd tegenaan gekeken. Wat is dit dan weer? Een paar idioten die muziek gaan maken in de pauze. Het is desondanks wel hip en populair geworden. Op de culturele avonden, het voordrachtfestival en met het kerstdiner heb ik harp gespeeld, en ik heb vaker gezongen. Vanuit mijn vooropleidingsproject van het conservatorium studeerde ik toch al veel vocale nummers in, die ik vervolgens samen met anderen van school instudeerde en opvoerde.” Welke herinnering is je echt bijgebleven? “Ik voelde mezelf wel eens een vreemde eend in de bijt als middelbare scholier. Hoewel docenten, zoals Gottfried Erdtsieck, Marga Smeets en Paulien Soontiëns juist positief reageerden op mijn eigenheid, werd er thuis af en toe gefronst en had ik er zelf ook wel gemengde gevoelens bij. Ik zwierf een tijdje een beetje alleen door de school, voordat ik echt vrienden kreeg in de vierde klas. Midden bovenaan de grote trap in het hoofdgebouw zat ik dan in mijn pauze wat te zitten, kijken, nadenken. Ooit kwam directeur Janneke Stam naast me zitten om een praatje te maken. Ik weet nog dat ze zei: ‘dat is ook wel een heel mooie plek’. Dat soort gebeurtenissen blijven je echt bij. Zo had ik ook nooit schriften, maar Gottfried heeft op een dag een paar rekenschriften en pennen voor mij gekocht. Hij zei ‘vanaf nu moet je hier je huiswerk in doen’. Een echte mentor, die ik zelf heb mogen kiezen. Het zijn mooie herinneringen.”


Ik houd nog steeds van hoogte en overzicht

Laura van Groenendael (33) augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

83 interview

‘Op de Vlierestraat ben ik echt geland’


interview

84

Welk gevoel komt er in je op als je terugdenkt aan je middelbareschooltijd? “Het gevoel dat er in mij opkomt, is eenzaamheid. Je bent nogal ontheemd als puber. Toen ik op de Vlierestraat kwam, ben ik daar echt geland. Daar ben ik me thuis gaan voelen. Ik kwam ook niet uit Nijmegen, maar ik ben uiteindelijk vanuit Bennekom naar Mook verhuisd. Zo’n overgang is altijd wel een beetje moeilijk in je puberteit, maar vanaf een jaar of zestien zag ik school als een heel mooie plek. Heel melancholisch om dan afscheid te nemen van je middelbare school. De eerste jaren dat ik studeerde, fietste ik nog wel eens langs het Montessori College en toen kon ik er echt naar terug verlangen. Zo’n fijne plek was het.”

Sjoerd Meijer (19): ‘Het is essentieel je veilig en vrij te voelen op school’ “Zeven jaar lang heb ik vwo mogen volgen op het Montessori College. Geen dag heb ik getwijfeld aan mijn schoolkeuze. Het schoolgebouw is gaan aanvoelen als mijn tweede thuis. Een plek waar je jezelf kunt zijn en tegelijkertijd kunt ontdekken wie ‘jezelf’ bent. Er staan geen mallen van ideaalbeelden klaar, waarin iedere leerling maar moet passen aan het eind van zijn middelbareschooltijd. Je krijgt de middelen en de begeleiding om je eigen mal te schetsen, te maken en je eigen ideaalbeeld te creëren. Het Montessori College is niet slechts een tussenhalte voor je toekomst. Het is een heuse halte op zichzelf. Wat ik hier heb geleerd, neem ik de rest van mijn leven mee.

Zie je verschil tussen het onderwijs van toen en het onderwijs van vandaag? “Het zal veel vergen van onderwijssystemen om het tempo van alle ontwikkelingen bij te benen. Steeds jonger raken kinderen vertrouwd met het gebruik van alle nieuwe media. Ik denk dat het vooral een uitdaging is om de leermethodes aantrekkelijk te blijven maken. Of het beter wordt van al die ontwikkelingen? Wel lijkt het zwaartepunt zich te verplaatsen van feitenkennis naar veel meer competentiegericht onderwijs. Hoe je leerstof eigen kunt maken, kunt zoeken, of hoe je antwoorden kunt vinden op vragen wordt steeds belangrijker. Je kunt niet alles meer weten. Soms is het ook wel jammer dat die body of knowledge verdwijnt. Met behulp van parate kennis krijg je overzicht en kun je verbanden gaan zien. Tegenwoordig ga je gericht iets zoeken, maar het is dan moeilijk om te weten wat de juiste vragen zijn.”

Het Montessori College lijkt over de jaren heen weinig te zijn veranderd. Natuurlijk is de school meegegaan met zijn tijd. De Smartboards en Lcd-schermen lijken nu al bijna niet meer weg te denken, maar ze dienen hetzelfde doel als eerder het schoolbord en het krijt. Het zijn hulpmiddelen voor de docenten om hun leerlingen een stap verder te krijgen in hun ontwikkeling. Net zoals de podia, de schoolkrant en de uitwisselingen daar op een andere dimensie al jaren aan meewerken. Want je kunt leerlingen wel overspoelen met kennis, maar als diezelfde leerlingen zich niet prettig voelen, dan blijft de kennis in de ruimte zweven.

Gaan je kinderen later ook naar het Montessorionderwijs? “Als ik kinderen krijg, zou ik die zeker naar het Montessori sturen. Natuurlijk moet je wel kijken wat goed is voor je kind. Zelf ben ik naar de Montessori basisschool en middelbare school gegaan. Dit onderwijs helpt je kind zich te ontwikkelen tot een autonoom persoon. Ik denk dat onderwijs daar wel echt voor kan zorgen, als je het ook een beetje van thuis meekrijgt.”

Het is volgens mij essentieel om je ergens veilig en daardoor ook vrij te voelen. Zonder dat gevoel zal misschien wel je kennis uitbreiden, maar je kunt als persoon nooit volledig tot bloei komen. Ik denk dat dat is wat het Montessori College al jaren doet: leerlingen tot bloei laten komen.”

Montessori-onderwijs helpt je te ontwikkelen tot een autonoom persoon

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Sjoerd Meijer (19)


Mike Nicolaassen en Bram Kainama _vmbo 1999_creatieve communicatie Samen met Stephan Ummelen zijn Bram Kainama (33) en Mike Nicolaassen (31) eigenaren van Take Two Merkidentiteit, een communicatiebureau aan de Mr. Franckenstraat in Nijmegen. Bram werkt er als grafisch vormgever en Mike als fotograaf/creative director. Vijftien jaar geleden verlieten zij het Montessori College. Wat is jullie huidige beroep? Mike: “Direct na mijn vervolgstudie (fotografie) ben ik gaan werken als freelance pop-fotograaf. In deze periode was ik veel op pad met bands door heel Europa en tijdens een van deze optredens kwam ik gitarist Stephan Ummelen tegen. We raakten aan de praat, hij studeerde communicatie en ik was ‘creative’. Het leek ons geweldig om deze twee werelden te combineren en een jaar later was ons eigen bureau een feit. Mijn huidige rol is creative director.” Bram: “TakeTwo helpt organisaties om langdurige verbindingen te maken op basis van échte verhalen én een onderscheidende visie. Mijn focus en werkzaamheden liggen vooral bij het creëren van een visuele identiteit, concepten en copywriting. Het geeft mij een kick als ik de visuele identiteit perfect op de ‘echte‘ identiteit van een bedrijf of organisatie kan laten aansluiten. Vormgeving is mijn passie.”

’School heeft bijgedragen aan onze creatieve geest’

Wat is jullie bijgebleven van de Montessoritijd? Bram: “Het Montessori College is met stip mijn leukste schooltijd geweest, vooral omdat je in die periode gevormd wordt door veel nieuwe ervaringen. Het heeft zeker bijgedragen aan wie ik nu ben. Ook heb er ik leuke vrienden aan overgehouden.” Mike: “Vooral de eigen verantwoordelijkheid die je kreeg als leerling. Docenten stonden altijd klaar als je iets nodig had, maar je moest wel zelf het initiatief nemen. Eigen inzet werd gestimuleerd en beloond. Die verantwoordelijkheid gold ook voor de keuzewerktijd (KWT) waarin je de keuze had of je met vrienden ging ouwehoeren in een willekeurig klaslokaal of toch liever net een extra uurtje meepikte van dat vak waar je achter liep.” Wat heeft het Montessori-onderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Bram: “Na het Montessori ben ik eerst het CIOS in Arnhem gaan doen, iets compleet anders dan ik nu doe. Ik ben ervan overtuigd dat het Montessori heeft bijgedragen aan de creatieve geest die ik nu heb. Dit komt mede doordat de aanpak en manier van lesgeven anders was, bijvoorbeeld met de keuzewerktijd (KWT).” Mike: “Niet alleen in mijn studie of beroep, maar eigenlijk in alles. Het besef dat als je iets gedaan wilt krijgen, iets wilt veranderen of iets wilt bereiken het aankomt op de hoeveelheid energie, aandacht of doorzettingsvermogen die je er zelf instopt.”

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

86

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


DAG vlierestraat!

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Een gebouw vol herinneringen. Duizenden leerlingen verbleven er enkele jaren gedurende de bovenbouwperiode van hun vmbo-T, havo of vwo-studie. Docenten en ondersteunend personeel togen ruim 20 jaar lang dagelijks met hun broodtrommeltje ernaartoe. Diverse Broodjes Cultuur, examenstunts en diploma-uitreikingen vonden er plaats. Velen kijken met weemoed terug op de nostalgische postvakjes, de leefkelder met de kluisjes, de aula met de beroemde ‘walk of fame’- trappen bij diploma-uitreikingen en de memorabele lessen en docenten. Tijdens de drukbezochte reünie in maart 2014 verzuchtte menig oud-leerling dat er nog zo weinig veranderd was, kwamen diverse herinneringen weer boven en maakten sommigen foto’s van de lokalen om hun geheugen blijvend te ondersteunen met beelden. Bovenal werd de charme en sfeer van de Vlierestraat geroemd en benoemd. Ondanks de tochtige ramen, roze pilaren, schimmelplekken, piepende deuren, donkere kelder en oude toiletten. Ze hadden wel wat. Een mooie tijd en dierbare herinnering. Dag Vlierestraat!

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Unieke ondersteuning bij lees- en schrijfopdrachten

parels

90

“

Je leert kijken naar je eigen tekst met de ogen van anderen

De pennen vruchten van tien jaar Lees- en Schrijf centrum

door xxxxxxxxx

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


10 jaar Lees- en Schrijfcentrum

struikelt

u wel eens over een tekst bij het lezen of schrijven ervan? Dat kan de besten overkomen, en dus ook leerlingen. Het Montessori College heeft, waarschijnlijk als eerste en enige school in Nederland, een Lees- en Schrijfcentrum (LenS) dat leerlingen en hun leraren ondersteunt bij lezen en schrijven, bijvoorbeeld door het geven van extra lees- en schrijfcursussen voor leerlingen. Maar LenS doet meer.

Actief en zelfstandig leren Van 2001–2004 deden docenten Nederlands van de bovenbouw van het Montessori College mee aan het onderzoeks- en ontwikkelproject Actief en Zelfstandig Leren (AZL). In dit project werkten onderzoekers van de lerarenopleiding van de Radboud Universiteit samen met docenten uit het voortgezet onderwijs. Ze ontwikkelden werkwijzen voor het zelfstandig werken en leren van leerlingen in de afzonderlijke schoolvakken. De sectie Nederlands van het Montessori werkte met neerlandici van twee andere scholen aan een nieuwe schrijfdidactiek. Daar lag voor leraren en leerlingen de grootste uitdaging. Het in 1998 vernieuwde examenprogramma voor Nederlands eiste van leerlingen zelfstandig en overdacht werken bij hun schrijven: plannen, uitwerken en reflecteren op de tekst en het schrijfproces. Leerlingen moesten leren commentaar te geven op teksten van medeleerlingen en commentaar op hun eigen tekst te verwerken. De leraren zelf wilden ook zodanig feedback leren geven dat leerlingen ervan konden leren. Schrijven verdiende ook aandacht, omdat de in 1998 gestarte tweede fase voortgezet onderwijs voor leerlingen voorzag in schrijfopdrachten voor alle vakken zoals onderzoeksverslagen, profielwerkstukken en essays.

bron: NRC Handelsblad, 29-12-2007

ar

Piet-Hein van de ven anne-marie van de wiel

In het AZL-project Nederlands werd een aantal nieuwe werkwijzen geprobeerd zoals ‘peer-tutoring’ (het door leerlingen feedback geven op elkaars teksten in direct persoonlijk contact of via internet), gezamenlijk schrijven en schrijven voorbereiden in groepsdiscussies. Al deze werkwijzen passen bij het Montessori-onderwijs. Ze benadrukken immers sociaal leren en het geven van feedback om elkaar te helpen bij het reflecteren, dat wil zeggen bij het nadenken over de eigen tekst en over de eigen aanpak van het schrijven. De bij het AZL-project betrokken leerlingen waren met name te spreken over het tutoren, over het samen bespreken van elkaars teksten in direct persoonlijk contact. Na het AZL-project besloten de sectie Nederlands van het Montessori College en de universitaire onderzoeker om samen met die tutoring verder te gaan. Dat leidde vervolgens tot het oprichten van LenS.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

91 parels

In 2004 is het Lees- en Schrijfcentrum (LenS) ontstaan vanuit een onderzoeks- en ontwikkelproject Actief en Zelfstandig Leren (AZLproject 2001-2004) van de Radboud Universiteit Nijmegen. Uit de samenwerking met RUdidacticus Piet-Hein van de Ven en Anne-Marie van de Wiel heeft het centrum zich ontwikkeld tot een krachtige plek voor de groei van leerlingen (en leraren) op het gebied van lezen en schrijven. Dit centrum is uniek in de onderwijswereld


parels

92

Tutorcursus “Ik was meteen enthousiast om mee te doen aan de cursus Tutoring. Ik vond dit een mooi buitenkansje en zo’n behaald certificaat staat toch goed op mijn cv. Daar heb ik in mijn verdere studie of werk nog veel aan. Ik heb geleerd hoe ik op een opbouwende en neutrale manier vragen kan stellen, zodat ik de schrijver aan het denken zet zonder dat ik zijn werk overneem.” Sasja Bekhuis leerling 6-vwo

LenS streeft naar een schoolbrede lees- en schrijfdidactiek

Taalgebruik en leren “Ik denk dat een schrijver dan de eigen tekst beter begrijpt”, zei een leerling in september 2013 als reactie op onze uitleg over het doel van de ‘tutorcursus’. In die tutorcursus leren leerlingen feedback te geven op teksten van medeleerlingen om hen zo te helpen reflecteren op hun eigen teksten. Deze cursus wordt sinds 2004 voor leerlingen bovenbouw havo-vwo verzorgd vanuit LenS als rechtstreeks vervolg op het AZL-project. Sindsdien wordt de tutorcursus elk jaar georganiseerd als keuzecursus voor leerlingen van de bovenbouw. Een paar jaar geleden zijn de redacteuren van Naked bij wijze van (geslaagd) experiment ook getutord door de leerlingen van de tutorcursus, een initiatief waarvan de NRC verslag deed. Sophie (14, 3 vwo) bijvoorbeeld was daarin de tutor van Jan (16, 5 vwo). Hij vindt zijn column over de hippiegeest die in iedereen huist een ‘krachtige’ tekst, vertelt hij. Sophie brengt daar tegenin dat ze struikelt over de lange zinnen. Wat de hoofdgedachte is van de tekst, wil Sophie weten, en waar hij die verwoord heeft. Al lezende ziet Jan dat de hoofdgedachte op drie plaatsen herhaald wordt. “Dat zijn verbeterpunten”, mompelt hij. Sindsdien krijgen de Naked-redacteuren elk jaar een korte tutorcursus. Maar LenS initiëert meer activiteiten, waarin veel aandacht wordt besteed aan leren door reflecteren. Dat wil zeggen: ‘leren door doen en denken over doen’ om het eigen doen te verbeteren. Feedback functioneert daarbij als stimulans tot die reflectie, door te leren kijken met de ogen van anderen worden veel zaken die iemand als vanzelfsprekend beschouwt, ineens toegankelijk voor nadere bestudering en dus voor verbetering. Interpersoonlijke feedback komt ook tegemoet aan het belang van taalgebruik bij leren: lezen, schrijven, gesprekken tussen leraar en leerlingen, tussen leerlingen onderling.

Piet-Hein van de Ven (68) universitair hoofddocent en vakdidacticus Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Anne-Marie van de Wiel (47) docent Nederlands, kernteamcoördinator vwo-bovenbouw en kwaliteitsmedewerker Montessori College Nijmegen

door xxxxxxxxx

Aan de basis hiervan ligt de opvatting dat kennis ligt opgeslagen in taal en in taal wordt gevormd. Taalgebruik brengt niet alleen ideeën over, taalgebruik ontwikkelt ook gedachten. Leren vindt, zoals de psycholoog Vygotski dat verwoordt, eerst plaats op een sociaal niveau, daarna op een individueel niveau.

LenS-activiteiten Het LenS-team bestaat uit drie bovenbouwdocenten Nederlands en drie gepensioneerde neerlandici. Samen verzorgen zij de LenS-activiteiten en dat zijn er in de loop van tien jaar meer geworden dan alleen de tutorcursus. LenS begeleidt de redacties van de schoolkranten LenSje, Break (onderbouw) en Naked (bovenbouw). LenS begeleidt daarnaast de productie van ‘Specials’ waarin ieder schooltype van het Montessori College zich profileert (vwo-plus, HV-cultuur, vmbo-specials). Daarin krijgt de leerling op zijn eigen niveau een platform om te schrijven over wat hem of haar in en buiten de school bezighoudt. Deze specials dienen als voorlichtingsmateriaal voor scholieren op de basisschool. In de LenS-activiteiten gaat het steeds om leren van en met elkaar, ondersteund door de vakkennis van de betrokken docenten. LenS streeft naar een schoolbrede leesen schrijfdidactiek. Leerlingen vinden het namelijk moeilijk om de kennis die ze bij het vak Nederlands leren te gebruiken bij andere vakken. Die transfer moeten ze leren maken. Daarbij blijken opdrachten van docenten van andere vakken soms verwarrend te werken. In hun schrijfopdrachten gebruiken docenten bijvoorbeeld verschillende aanduidingen voor de genres die leerlingen moeten schrijven. LenS organiseerde dan ook gesprekken met enkele docenten bovenbouw over hun schrijfopdrachten. Daarin stelden leraren elkaar de vragen die leerlingen ook vaak stellen, vragen als: is een essay bij Engels nu wat bij Nederlands een betoog of een beschouwing wordt genoemd? Wat is eigenlijk een essay bij Nederlands? Waarom ziet een onderzoeksverslag voor het vak ‘mens en samenleving’ er anders uit dan bij de exacte vakken? Wat verlang je nu precies van een leerling? Wat moet een leerling leren van een schrijfopdracht? Wat zijn nu de beoordelingscriteria?


de kunst van het schrijven is zoveel te schrappen dat duidelijk wordt wat bedoeld is

Vooruit kijken Het resultaat van alle LenS-activiteiten is moeilijk hard te maken, niet alle onderwijsresultaten laten zich nu eenmaal gemakkelijk ‘meten’. Maar we kunnen constateren dat er leraren zijn die aangeven bewuster met hun schrijfopdrachten om te gaan. De schoolkranten laten een journalistieke verbetering zien. Uit de verslagen en profielwerkstukken van leerlingen blijkt dat de tutorcursus wordt gewaardeerd, en ook de andere lees- en schrijfcursussen worden goed ontvangen. LenS gaat dus door, aangemoedigd door die positieve waardering. In de toekomst wil LenS zijn activiteiten verder uitbouwen met als uiteindelijk doel naar een schoolbrede lees- en schrijfdidactiek die zich kenmerkt als Montessoriaans: sociaal leren en reflecteren, leren van feedback gegeven door leraar en medeleerling. De ideeën en activiteiten van het Lees-en Schrijfcentrum van het Montessori College vormen een onderdeel van het zich ontwikkelende taalbeleid van de school. Alle leerlingen kunnen dan ontdekken dat het leerzaam is “te helpen en geholpen te worden bij het leren”, om een leerling uit vwo-4 te parafraseren.

Ontwerpwedstrijd logo LenS In het schooljaar 2012-2013 organiseerde LenS in samenwerking met de vakgroep CKV/tekenen een ontwerpwedstrijd voor leerlingen. Welke leerling uit de bovenbouw ontwerpt het nieuwe logo voor het Lees- en Schrijfcentrum? In een achttal special-KWT’s werkten leerlingen onder begeleiding van Anja Huinink aan hun ontwerpschets. Professionele vormgevers Ellen Mulders en Robbert Zweegman stonden leerlingen bij in de ontwerpfase. Tevens bemensden zij met CKV-docent Anja Huinink en Hanneke Broer namens LenS de deskundige jury. Uiteindelijk werd het ontwerp van Menno Razing uit havo-5 verkozen tot de origineelste en best passende logo.

Schoolkrant “Bij de schoolkrant verbeteren we onze vaardigheid in het schrijven van goede journalistieke teksten, maar we leren ook om samen een blad te maken. We helpen elkaar bij het schrijven en vormgeven van teksten en verzorgen zelf ook het beeldmateriaal. Een goed eindresultaat is afhankelijk van een geoliede redactie, waarin deadlines heilig zijn en we elkaar kunnen en durven aanspreken op de vormgegeven pagina’s. Dit is echt heel leerzaam. Het is net echt!” Sjoerd Meijer leerling 6-vwo

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

93 parels

Om dergelijke vragen te beantwoorden (en te voorkomen) werkt LenS aan de ontwikkeling van een databank met theorie en achtergrond van (het schrijven van) teksten, inclusief lees- en schrijfstrategieën, genre-definities en voorbeeldteksten. Het doel van die databank is om een duidelijke terminologie aan te bieden, een duidelijke omschrijving van tekstsoorten te geven en van de criteria waaraan teksten moeten voldoen. In die zogenoemde gereedschapskist op Montiplaza, het intranet van de school, kan de schrijver of lezer met een vraag over schrijfgenres terecht en kan hij voorbeeldteksten vinden binnen ieder genre. LenS was verder betrokken bij een cursus ‘Activerende didactiek’ voor de docenten. LenS nam deel aan het Europees Comeniusproject ‘Scriptorium’. Daarin werkten universiteiten en scholen voor voortgezet onderwijs uit Duitsland, Ierland, Italië en Nederland samen aan het ontwikkelen van ideeën en materiaal voor lees- en schrijfdidactiek. Uitwisseling van leraren en leerlingen vormde daar een onderdeel van – je kunt veel leren door te kijken met de ogen van anderen. LenS verzorgt naast de tutorcursus ook een extra cursus leesvaardigheid en een cursus schrijfvaardigheid voor leerlingen met leesen schrijfproblemen. De leescursus wordt gegeven door een gepensioneerd neerlandicus; de schrijfcursus door een docent Nederlands, voormalig journalist en huidige coördinator van het Lees-en Schrijfcentrum. LenS ten slotte nam het initiatief voor deze jubileumbundel en het LenS-team ondersteunde schrijvers van deze bundel door middel van tutoring.


Gabriëlle Franquinet en Theo van den Crommenacker over de pr van school

‘Voor ons zijn de kinderen altijd de klanten’

interview

94

bertie korner

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


een

school kan niet zonder goede public relations. Communiceren met leerlingen, ouders, basisscholen en zelfs pers is van groot belang. Toch is pr al die jaren vooral gezien als een extra taak voor docenten zoals Gabriëlle Franquinet en Theo van den Crommenacker. Zij kijken terug en blikken vooruit op het toenemende belang van goede voorlichting en publiciteit. “Voor ons zijn de kinderen altijd de klanten, zij worden bij voorlichtingsavonden op scholen vooral aangesproken.”

interview

In de afgelopen jaren is het belang van public relations gegroeid, maar de kern blijft gelijk: voorlichting geven over wat het Montessori College biedt en het bevorderen van een goede relatie met ouders, kinderen en basisscholen. Welke verandering heeft de pr op het Montessori College doorgemaakt? “Ik deed de pr voor het Montessori hoofdzakelijk alleen, weliswaar in samenspraak met de directie, maar nu is er een pr-commissie”, zegt Theo. “De materialen die worden gebruikt zijn uiteraard eigentijdser geworden. Zo maakte ik nog voorlichtingsborden met plakletters en had ik zware infoborden met folders. Samen met een tv om de zelfgemaakte video te laten zien, vereiste dat een stationcar om die vele kilo’s naar de verschillende voorlichtingslocaties in Nijmegen en omgeving te vervoeren.” Gabriëlle vult aan: “Nu steken we een usb-stick in de overal aanwezige digiborden en daarmee kunnen we de meest actuele informatie met ondersteunende beelden laten zien.” Een schaduwzijde van alle ontwikkelde materialen is dat zij zo snel verouderd zijn. De houdbaarheid is beperkt, bovendien vraagt de huidige tijd om actuele beelden. “Er is een aantal jaren geleden nog voor en door leerlingen samen met een professionele regisseur een voorlichtingsfilm over het Montessori gemaakt. Die kunnen wij nu al niet meer laten zien”, geeft Gabriëlle als voorbeeld. Ontwikkelde en voerde Theo vroeger de voorlichting alleen uit, nu is er een pr-commissie die materiaal ontwikkelt dat alle pr-medewerkers gebruiken bij hun voorlichting. Daarnaast zijn er nu ‘specials’ - een voorlichtingsbrochure per schoolniveau - die gemaakt zijn door en voor leerlingen.

95

Montessori-onderwijs is voor ieder kind geschikt als deze onderwijsvisie ook thuis wordt gedeeld

Welke materialen zijn in 2014 bij toekomstige leerlingen in trek? “Het zijn nu niet de folders met schoolgegevens die tijdens de voorlichtingsmarkten de meeste aftrek vinden, maar de gadgets die alle scholen meebrengen. Zo gaven we dit jaar een usb-stick weg in de vorm van een armband. Dit hebbedingetje was zeer gewild”, zegt Gabriëlle.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Elke school geeft tegenwoordig als pr gadgets weg aan toekomstige scholieren

interview

96

De pr-commissie doet meer dan materialenontwikkeling, wat was dat zoal dit jaar? Gabriëlle: “Ik maak jaarlijks een bundel met verhalen van leerlingen en ouders waarmee wij niet alleen toekomstige, maar ook huidige leerlingen en hun ouders deelgenoot maken van de Montessoribelevenissen. Hiermee proberen we de relatie te onderhouden.” “Iets soortgelijks deed ik ook”, zegt Theo. “Ter promotie liet ik in de herfst de eerstejaars een brief schrijven naar hun oude basisschool waarin ze vertelden over hun bevindingen op het Montessori College.” Het schrijven van deze brief is inmiddels een traditie geworden. Nog jaarlijks schrijven de eerstejaars rond de herfstvakantie een brief naar hun oude basisschool. Op deze manier wordt de relatie met de basisscholen op een speelse manier onderhouden. “Als pr-lid zit ik ook in de aannamecommissie waarin wij de aangemelde leerlingen bespreken”, stelt Gabriëlle. “Daarnaast ben ik schoolcontactpersoon voor basisscholen.” Het werk van een huidige pr-functionaris beslaat een schooljaar lange inzet met pieken in januari en februari. Startend in januari zijn er negen wijkgebonden avondmarkten op diverse middelbare scholen in de regio. Iedere school neemt eens in de twee jaar die organisatie op zich. Daarnaast zijn er nog voorlichtingsbijeenkomsten op basisscholen. “In februari hebben we altijd de eigen Montessori College open dag, daarna komt de eventuele selectie. Potentiële leerlingen die twijfelen of ze wel voor het Montessori College zullen kiezen, mogen ook altijd proeflessen volgen, meedraaien bij vwo-plus of de cultuurklas”, aldus Gabriëlle. Voor de ouders van de kinderen die al les hebben op het Montessori College is er jaarlijks een leerlingouderwisseldag. Ouders nemen dan de plaats in van hun kind in de klas en volgen de lessen, ook krijgen zij huiswerk en overhoringen. Daarna worden zij in de gelegenheid gesteld feedback op deze ervaring te geven. Jaarlijks blijkt, gezien de vele positieve evaluaties, dat deze uitwisseling met ouders een groot succes is.

Gabriëlle Franquinet (47) docent Duits, roostermaker, locatie-ondersteuner en lid van de pr-commissie

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Wat is het verschil met de pr van 20 jaar geleden? Theo: “Destijds concentreerde het werk zich op de voorlichtingsmarkten voor ouders en kinderen van de basisscholen en onze eigen open dag. De werkpiek was dan zo groot dat ik regelmatig een beroep deed op de hulp van collega’s. Ik werd vrijgemaakt van lessen om mij op de pr te richten. In de beginjaren werd er vooral gewerkt aan de naamsbekendheid van het Montessori College; de basisscholen en de ouders kenden het Montessori voortgezet onderwijs nog niet. Bij een van de eerste voorlichtingsmarkten in Villa Nova werd ik zelfs weggestuurd, omdat ze niet wisten wie ik was en wat ik vertegenwoordigde. Maar dat liet ik natuurlijk niet gebeuren. Ik heb gewoon mijn voet tussen de deur gezet om binnen te komen.” Verschil met enkele jaren geleden is volgens Gabriëlle ook dat de ouders vroeger kwamen om gedetailleerde informatie over een school te halen. “Tegenwoordig komen de meeste ouders goed geïnformeerd naar de voorlichtingsbijeenkomst. Zij hebben vaak de informatie van ‘schoolkompas’ al bekeken, een site of app over middelbare scholen.” Hoe zet je het specifieke van het Montessori College op de kaart? “Voor ons zijn de kinderen altijd de klanten, zij worden aangesproken. Wij spreken niet over hun hoofden met de ouders, maar maken met beiden contact”, aldus Gabriëlle. “We maken de kracht van het Montessori College ook duidelijk door onze leerlingen in te schakelen en ze te laten vertellen over hun ervaringen.” De leerlingen spreken dan over de vele keuzemogelijkheden binnen de school, de aaneengesloten uren in de lesroosters en de onderlinge relaties tussen leerlingen en docenten. Er is ook altijd aandacht voor de driehoeksrelatie kind-ouders-school én voor het uitgangspunt van het Montessori dat fouten maken mag, waarbij de school leerlingen begeleidt en richting geeft. Dit heeft het meeste effect als er een goede samenwerking is tussen school en ouders. Gabriëlle: “Ik zeg vaak tegen ouders: Montessori-onderwijs is géén systeem, het is voor ieder kind geschikt mits deze onderwijsvisie ook thuis wordt gedeeld. De eerder genoemde ouder-leerlingwisseldag sluit daarop aan. Ervaring leidt tot nieuwe inzichten en kan het startpunt te zijn voor verdere ontwikkelingen; zowel voor ouders als de kinderen en de school.”

Theo van den Crommenacker (70) was tot 2005 docent handvaardigheid, brugklascoördinator en verzorgde jarenlang de pr voor het Montessori College


Rob gielen _vwo 2002_technisch ontwerper Rob Gielen (29) behaalde in 2002 zijn vwo-diploma op het Montessori College. In de afgelopen jaren heeft hij in Eindhoven een opleiding Elektrotechniek afgerond. In 2013 is hij cum laude gepromoveerd in de regeltechniek. Wat is je huidige beroep? Inmiddels werk ik voor Philips Healthcare in Best waar ik de nieuwe generatie interventional X-ray-systemen ontwerp. Dit zijn röntgenapparaten die het mogelijk maken om bijvoorbeeld mensen te dotteren en om hersenbloedingen te voorkomen. Ik doe dit werk omdat ik graag mensen help. Ik word enthousiast van het oplossen van lastige technische problemen en ik vind het boeiend om met veel verschillende vakgebieden in aanraking te komen (op dit moment werktuigbouwkunde, elektrotechniek, informatica en biologie). Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Van mijn Montessoritijd herinner ik me de informele manier waarop je met docenten om kon gaan, waardoor je nooit het gevoel had een domme vraag te stellen. Net zo belangrijk was voor mij de keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid die je kreeg, bijvoorbeeld keuzewerktijd (KWT).

‘nooit het gevoel dat ik een domme vraag stelde’

Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Het heeft mij geleerd om mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en nooit een opdracht te laten liggen, nadat ik die aangenomen heb. Iets wat in mijn dagelijks werk heel belangrijk is.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Project De schommel: herdenking van het bombardement op Nijmegen

Onderwijs is meer dan leren

bijzondere projecten

98

‘en Leerlingen leggen een krans bij het monument De Schommel in de Marikenstraat in Nijmegen ter nagedachtenis aan de burgerslachtoffers in WOII

omdat jij dat niet meer kunt, wil ik jouw verhaal verder vertellen.’ Hiermee sluit Juliette, leerling van vmbo-t, de brief af die ze geschreven heeft aan Marga, een van de vele burgerslachtoffers die zijn gevallen tijdens het bombardement van de geallieerden troepen op het centrum van Nijmegen op 22 februari 1944. Juliette schreef deze brief binnen een project over het bombardement in de Tweede Wereldoorlog voor het keuzevak KCM (Kunst, Cultuur en Media). Tijdens dit project werken de leerlingen, samen met scholieren van de Montessori basisschool, aan de herdenking van het bombardement. Ze doen dit door samen theater te maken, gedichten te schrijven, een dansvoorstelling of film te maken of herdenkingstekens vorm te geven. Daarnaast leveren de leerlingen ieder jaar een bijdrage aan de daadwerkelijke herdenking op 22 februari bij het schommelmonument in de Mariekenstraat in de stad. Dit monument staat op de plaats waar indertijd de Montessori kleuterschool stond. Hier worden ieder jaar de ruim 800 burgerslachtoffers herdacht. De leerlingen doen dit onder andere door een zelfgemaakte tekst of gedicht voor te lezen.Zij leggen kransen en bloemen in opdracht van de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders en informeren de winkeliers en bezoekers van de Mariekenstraat over deze herdenking.

Nooit meer vergeten

Docent Els Vermuë (59) en leerlingen spreken de Nijmeegse burgemeester Huub Bruls tijdens de herdenkingsbijeenkomst van het bombardement op het centrum van Nijmegen in de Tweede Wereldoorlog door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Voor iedereen is deze herdenking een bijzondere en indrukwekkende gebeurtenis, want, zoals een overlevende van het bombardement het ooit tegen een van de leerlingen zei: “Al mijn hele leven denk ik aan mijn gestorven zusje; mijn grootste angst is altijd geweest dat, als ik er straks niet meer ben, niemand meer aan haar zal denken. Maar dankzij jullie project weet ik nu dat ze nooit echt zal worden vergeten, en dat geeft me rust.’’ Voor de leerlingen en docent KCM is dit project ieder jaar weer een indrukwekkende ervaring, waarin ze ervaren hoe belangrijk het is om een onderdeel te zijn van de geschiedenis van Nijmegen, en door het gebruik van de kunstvakken, dit alles inzichtelijk te maken voor zichzelf en voor anderen.

Els Vermuë


Elaige Camara _vmbo basis 2014_professioneel kickbokser

Nog vrij recent verliet de negentienjarige Elaige Camara het Montessori College met een vmbo-diploma. Hij zat destijds op de locatie Berg en Dalseweg. Tijdens zijn middelbare schooltijd combineerde hij zo veel mogelijk zijn studie met het kickboksen op hoog niveau. Wat is je huidige beroep? Ik boks op hoog niveau in Duitsland en Nederland. Ik ga vaak naar het buitenland om te vechten en ik train zeven dagen per week met mijn vaste trainingspartner Milad Zamani. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Ik heb met veel plezier en genoegen op het Montessori College gezeten. Ik kreeg van school altijd alle hulp en medewerking om zo veel mogelijk te kunnen sporten naast het volgen van lessen en het huiswerk maken. Er was altijd wel iets te regelen. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Dankzij die vrijheid om me ook op het kickboksen te kunnen richten, ben ik nu professioneel kickbokser en ben ik een nationale bekendheid. Dat ik vorig jaar jeugdkampioen van Nederland ben geworden, heeft daar uiteraard aan bijgedragen.

ar

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

interview

‘voor sport en studie viel altijd wel iets te regelen’

99


Rose-Marie Nelissen en Rita Oostendorp weemoedig over hun docententijd

interview

100

‘Reflectie is ver voor docenten door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


het Extra opleidingen volgen is net als het maken van een schilderij: er komt telkens een stukje bij

bertie korner

Rita, veranderde er voor jou veel door de stichting van het Montessori College? “Bij de start van het Montessori werkte ik al met reflectie, planning, ervaringsleren en samenwerking door leerlingen. Ik werkte in de zogenaamde leerweg AVMB (Algemene Voorbereiding op Maatschappij en Beroep). Een leerweg waarmee kwetsbare jongeren succesvol een diploma konden halen en toegerust werden om in de werkende maatschappij en het dagelijks leven goed te kunnen functioneren. Deze leerweg sloot perfect aan op de uitgangspunten van Maria Montessori. Deze leerlingen hebben wel extra Rose-Marie, jij kwam in een nieuwe situatie terecht begeleiding nodig, waar ook een andere financiering bij de vorming van het Montessori College. voor is. Helaas wordt die niet meer ingezet voor Dit betekende een andere onderwijskundige visie, kleinere homogene groepen, maar versleuteld in alle lesgeven in een ander gebouw en aan een ander groepen. Dat levert mij regelmatig een worsteling op type leerlingen. Tot dan toe had je mavo-leerlingen om goed en aangepast onderwijs te kunnen geven. en nu kreeg je ook vbo-leerlingen. Hoe ging jij De leerweg moest van overheidswege opgaan in het hiermee om? toenmalige vmbo. Daarmee is veel verloren gegaan. “Een van de centrale thema’s waar we aan werkHet blijft jammer dat we hierdoor geen goed vervolg ten was reflectie en zelfreflectie. Dat vond ik verhebben kunnen geven aan de waardevolle leerweg rijkend voor mijzelf en voor de leerlingen. Iedere AVMB. Het waren tien innovatieve jaren die we met les terugblikken en bij jezelf te rade gaan wat je had deze functionele leerweg op de Berg en Dalseweg gedaan, leverde zowel in als buiten de lessen mooie aanboden.” veranderingen op. Naast verrijking stelde de nieuwe situatie mij ook voor dilemma’s. Ik wist niet goed hoe ik moest omgaan met het andere type leerling dat ik kreeg. De tweedejaars vbo’ers reageerden veel extraverter en waren meer met elkaar bezig dan ik gewend was. Gelukkig bood de toenmalig leidinggevende Ben van der Hilst mij een luisterend oor en mentale ondersteuning. Toen ik doorhad hoe ik aan die impulsiviteit van leerlingen richting kon geven, ben ik aangepaste lesbrieven gaan ontwikkelen. Ik gaf niet te veel theoretische maar meer praktische (samenwerkings)opdrachten. Al met al ervoer ik het als deskundigheidsvergroting van mijzelf.”

rijkend en leerlingen’ Rose-Marie Nelissen (links) en Rita Oostendorp (rechts)

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

101 interview

heeft mij verbaasd dat er uit vier verschillende scholen zo’n mooi geheel als het Montessori College is ontstaan”, zegt Rose-Marie Nelissen die als docent Nederlands tot 2004 op de Kwakkenbergweg en de Vlierestraat werkte. Tussen 1972 en 1994 werkte ze op de ivo-mavo in de Archipelstraat. Zij wisselt ervaringen over het Montessori College uit met Rita Oostendorp die inmiddels 40 jaar op de locatie Berg en Dalseweg werkt. Ze begon als docent handvaardigheid en verkooppraktijk, geeft nu rekenen en maatschappijleer 2 en is remedial teacher.


cultuurprofielschool

interview

102

Dat scholing en persoonlijke ontwikkeling door de schoolleiding is aangemoedigd, heb ik als waardevol ervaren

De maatschappij en het Montessori College zijn zich de afgelopen twintig jaar blijven ontwikkelen. Wat hebben jullie als meest waardevolle ontwikkelingen ervaren? Rita: “Enerzijds de verbreding van de pedagogische en onderwijskundige inzichten in het college en anderzijds de technische ontwikkelingen. De snelle buitenwereld komt dagelijks de school in, leerlingen staan bloot aan veel impulsen en we zijn met z’n allen mediawijzer geworden. Dat geeft een andere dynamiek in de klas en in de school. Zo wordt er nu gewerkt met interactieve vakken, waarmee menig vak veel beeldender is voor de leerlingen. Twintig jaar geleden werkten we nog met typemachines, nu zijn we permanent online. Werkten we vroeger met absentiebriefjes, rapportlijsten op papier, nu is er geen klassenboek meer maar staat er een computer op het bureau van docenten waar alle afwezigen, cijfers, leerlijnen en vorderingen worden ingevoerd en gedeeld met collega’s.” “Het Montessori College is een lerende organisatie met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en professionalisering, zowel onderwijskundig als organisatorisch”, vervolgt Rita. “In de beginjaren is veel geïnvesteerd in het leren kennen van elkaar, waarderen, leren van elkaars expertise, het samensmeden van de verschillende teams en de ontwikkeling van de kernteams. Divergentie wordt gewaardeerd. Nu ligt al jaren het accent op onderwijskundige ontwikkelingen. Zoals het MMvmbo (Modern Montessori-vmbo), met veel aandacht voor basisvaardigheden zoals loopbaanbegeleiding en -coaching en praktische intersectorale vaardigheden. Maar ook een buitendag met stage en praktijk voor derde- en vierdejaars vmbo-leerlingen. En niet te vergeten de buitenwereld binnen de school halen. Zo zie ik met het intersectorale en het ervaringsleren door functionele opdrachten, de AVMBleerweg gelukkig weer actueel worden.”

Rita Oostendorp (62) vindt haar balans tussen school en beeldend kunstenaarschap, doordat de groepsprocessen op school haar inspireren tot het maken van beelden. Daarnaast motiveert het werk als beeldhouwer haar tot grote inzet voor de leerlingen, zowel op het Montessori College als op twee scholen in Gambia en in Oekraïne.

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Rose-Marie: “Dat scholing en persoonlijke ontwikkeling door de schoolleiding is aangemoedigd, heb ik als waardevol ervaren. Zo heb ik een opleiding tot coach gedaan, een bijzonder mooie opleiding waar ik veel van leerde. Ik gun iedere collega om een dergelijke opleiding te volgen: het is extra vulling van je rugzak. Je verdiept je in alle mogelijke manieren van vragen stellen, de verschillende menstypen en hoe je daarbij aan kunt sluiten. Je neemt positieve zaken als uitgangspunt in een gesprek en bouwt daarop voort. Het is net als bij het maken van een schilderij, er komt telkens een stukje bij. Dat is niet alleen nuttig voor degene die je coacht, maar zeker ook voor jezelf. Je wordt steeds wat wijzer, toegerust om met complexere situaties om te gaan. Je groeit in je mogelijkheden. Samen met wat er al was, wordt het mooier en beter.” Verwachten jullie dat het onderwijs door de nieuwbouw zal veranderen? “Zeker”, zegt Rose-Marie. “Ik verwacht naast blijvende zelfreflectie ook meer onderling overleg en afstemming. Al volgen de leerlingen verschillende opleidingen, al die jonge mensen krijgen onderwijs in elkaars directe omgeving. Maar ook het personeel kan directer van elkaars capaciteiten profiteren.” Rita: “Dat verwacht ik ook. De nieuwbouw biedt nieuwe kansen en uitdagingen om met groepen van verschillende niveaus talent- en themagericht intersectoraal te gaan werken.”

Rose-Marie Nelissen (69) heeft wel wat tijd nodig gehad om haar werk los te laten. ”Elke keer als ik in een museum of boekhandel kwam, vroeg ik me af of ik het kon gebruiken in de les. Dat stopt niet meteen als je ophoudt met lesgeven.” Inmiddels heeft ze haar draai gevonden. Ze schildert, fietst, bridget, zingt, tennist, vermaakt haar kleinkinderen, tuiniert, bezoekt musea en is vrijwilligster bij Culturele Activiteiten Molenhoek.


vwo 2006 _zanger _

Cas Hieltjes

Cas Hieltjes is al enkele jaren een bekende Nederlander. Dit heeft hij te danken aan het succes met zijn Nederlandse band Go Back To The Zoo, waarvan hij de leadzanger is. Hij legde de basis voor zijn muzikale carrière in de muziek-KWT’s en de culturele avonden op onze school. Op de Kwakkenbergweg en de Vlierestraat staat hij nog menig docent in het geheugen gegrift. Wat is je huidige beroep? Ik ben zanger in de band Go Back To The Zoo, ik woon in Amsterdam. Het eerste optreden dat ik heb gedaan met een band was op de culturele avond van de Kwakkenberg. Daarna grepen we iedere culturele avond en muziek-KWT aan om te kunnen optreden, vaak tot frustratie van velen. Dat sommige leraren mij en onze band maar niets vonden, was voor ons altijd wel inspirerend. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Ik vond de lessen meestal wel interessant en in tegenstelling tot anderen (Huug Hieltjes) spijbelde ik eigenlijk nooit. Het was gezellig, vooral de vele uren die ik in de mediatheek heb doorgebracht met de biebmoeders. Verder vond ik Frans van Brigitte Richer altijd leuk, omdat ik als enige jongen in de klas altijd alle meisjes makkelijk op de kast kon krijgen. Ook mijn eeuwige strijd om mijn fiets voor de deur te parkeren en de Vlierestraat via de lerareningang te betreden zonder dat de conciërges het zagen, zie ik als een hoogtepunt. Wat heeft het Montessori-onderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Ik heb veel tijd kunnen besteden aan de dingen die ik zelf interessant vond. Zo ging ik elk KWT naar het muzieklokaal. Daar kreeg je dan door Jos Haagmans een instrument in de handen gedrukt en dan moesten we met de hele groep een nummer spelen. Op een gegeven moment gaf hij Jaap van der Heijden een bas, en dat ging zo goed dat we hem toen bij onze band The Pax vroegen. Na de middelbare school viel de band uit elkaar. Juist het Montessori was misschien wel hetgeen ons bond.

ar 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

‘Het Montessori was hetgeen ons bond’ 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Vwo-plus, de succesvolle gymnasiumvariant Wat is vwo-plus? Vwo-plus is bedoeld voor leerlingen die meer aankunnen, een brede interesse hebben en een extra inspanning willen leveren.

parels

104

Als je een dubbel vwo-advies hebt (Cito en basisschool) ĂŠn gemotiveerd bent, kom je voor vwo-plus in aanmerking. Vwo-plus loopt door tot klas 4. De inhoud is vergelijkbaar met het gewone programma voor vwo op het Montessori College. Maar als vwo-plusser zul je minder tijd in de lessen nodig hebben, omdat je sneller leert. Daardoor is er ruimte voor meer! Het gewone vwo-programma doe je in 80 procent van de reguliere tijd. In de andere 20 procent van de tijd volg je Filosofie, Spaans of Cambridge Engels en doe je Onderzoek. Bij de start van vwo-plus was de vraag waar de behoefte ligt bij getalenteerde vwo-leerlingen. Een aantal speerpunten is inmiddels gerealiseerd: leren zelfstandig werken, onderzoeksvaardigheden verwerven, kritisch denken en tweetaligheid. Via projecten leer je zelfstandig werken. Onderzoeksvaardigheden kun je tonen op de zogenaamde onderzoeksmiddagen. Dat filosofie en denklessen een goede basis vormen voor onderzoek behoeft geen betoog. Met de keuze voor Cambridge-Engels of Spaans verbreed je je talenkennis en kom je goed beslagen ten ijs bij vervolgstudies. In 2006 ging dit vwo-plusprogramma van start en in het schooljaar 2012-2013 deed de eerste groep eindexamen.

Hans de Leeuw (55) is docent NAW, geeft denkvaardigheidslessen en onderzoeksmiddag op alle niveaus in de onderbouw door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Mag het iets zijn?


terwijl

Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede

montessorianen zijn mensen die houden van de vrijheid van onderwijs

Hans de Leeuw houdt van Montessorianen. “Het zijn mensen die houden van de vrijheid van onderwijs, het zelf mogen vormgeven van je lessen en niet al te formeel; dat is het onderwijstype dat bij mij past.” Als ecoloog en onderzoeker heeft hij zijn sporen verdiend. In Portugal als plantkundige en bij SNP Natuurreizen als reisleider heeft hij veel van de wereld gezien. Sinds acht jaar is hij werkzaam op het Montessori College, vooral in de onderbouw havo/vwo en vwo-plus. De overstap naar het onderwijs - iets minder reizen, iets meer zekerheid - was groot, maar geeft hem inmiddels veel voldoening. Zijn reactie op het verzoek mee te werken aan dit jubileumboek in de lijn ‘parels van het Montessori College’: “Leuk om te horen dat vwo-plusklassen met onder meer onderzoeksmiddag en denklessen tot de parels van het Montessori College gerekend worden.” Zijdelings merkt Hans de Leeuw op dat hij ook een lans wil breken voor het vak NAW (natuurwetenschappen) in de onderbouw: ‘Dit is het vak waar momenteel het Montessori-onderwijs, in al zijn facetten, het meest consequent (en met succes!) wordt toegepast.” Dit verdient enige toelichting: op het Montessori College is in de onderbouw gekozen voor leergebieden, waarbij vakoverstijgend wordt gewerkt. Wereldbeeld en taal vervangt de lessen geschiedenis en Nederlands, NAW staat voor natuurwetenschappen en omvat scheikunde, natuurkunde en biologie.

Ik denk, dus ik besta Na jaren van werkzaamheden in de universitaire wereld als aio, post-doc en medewerker Wetenschap en Samenleving, breidde Henk Stockmans zijn activiteiten in het middelbaar onderwijs sinds 2000 uit tot een volledige baan. Aanvankelijk als docent Grieks, denkvaardigheid en filosofie. Vanaf 2005 geeft hij filosofie in de onderbouw en als keuzevak in de bovenbouw op het Montessori College. Hij geeft ook studium generale in de bovenbouw, onderzoekslessen en samen met Hans de Leeuw verzorgt hij de denklessen in de vwoplusklassen.

“Eigenlijk zouden denklessen verplicht moeten zijn voor alle leerlingen. Het ontwikkelen van goede denkstrategieën en probleemoplossend denken, zijn elementen die een succesvolle studie kunnen bevorderen.” De term ‘voorbereidend wetenschappelijk onderwijs’ is hier letterlijk te nemen. Het streven is een academisch denkniveau te bereiken, waarvoor de gekwalificeerde docenten (gepromoveerd) als rolmodel kunnen dienen. Het herkennen van patronen en van relaties kan vormend werken. Leerlingen leren in de denklessen dat een eerlijke proef alleen mogelijk is als alle variabelen gelijk zijn, behalve natuurlijk de variabele die je onderzoekt. De denklessen scherpen het empirisch-analytisch vermogen.

Kleuren voelen Op de vaste onderzoeksmiddag woonde ik een denkles bij, waarin de vraag centraal stond of je kleuren kunt voelen. Een Duitse blinde vrouw zou kleuren kunnen voelen, na veel training en met grote concentratie. Een boeiende opdracht voor de leerlingen op het gebied van kansberekening! Een andere opdracht is het nauwkeurig meten en definiëren van begrippen als variabelen, meetbare waarden en het formuleren van de relatie tussen beide. Opvallend was ook de rolverdeling in de groepjes leerlingen: voorzitter, vragensteller, tijdwaarnemer, rapporteur of materiaalverzorger. De leerlingen rouleren hun rol, zodat ze elke week een andere taak krijgen en alle rollen een keer hebben vervuld. Op deze manier worden op prettige wijze de denklessen geïntegreerd in de onderzoekslessen. Henk wil graag dat deze opzet wordt doorgetrokken naar de bovenbouw, omdat de aansluiting bij het wetenschappelijk onderwijs erdoor verbetert. De vaardigheden en attitude die leerlingen in de onderbouw hebben opgedaan, moet je blijvend onderhouden en laten inslijpen.

Saamhorigheid Mariëlle de Moel, werkzaam in het Leergebied natuurprofielen, vindt het leuk om zowel in onder- als bovenbouw les te geven. “Als je de ontwikkeling van de leerling kunt volgen in het hele traject, is dat mooi.” Zij vertelt over de vorming van leergebieden, waarin de saamhorigheid tussen de collega’s een belangrijk fundament vormt. Na de fusie, die aan de wieg stond van het huidige Montessori College, en bij de invoering van de Tweede Fase en de Vernieuwde Tweede Fase, werkten de collega’s van de verschillende vakgroepen nauw samen binnen een leergebied, in haar geval wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie. Samen ontwikkelden de collega’s modules voor het natuurprofiel, er werd zelfs gezamenlijk les gegeven. Mariëlle: “Profielen in de bovenbouw bieden herkenbaarheid voor de leerlingen.”

Henk Stockmans (56) is docent filosofie, denklessen en onderzoeksmiddag in onder- en bovenbouw

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

105 parels

menig achtstegroeper met spanning wacht op de Citoscore en het advies van de basisschool, is er ook elk jaar een aantal aspirant-brugklassers dat hoopt in het voortgezet onderwijs nu eens echt uitgedaagd te worden. Voor deze leerlingen heeft het Montessori College een alternatief voor het gymnasium: de vwoplusklas. Sinds 2006 is het mogelijk om extra vakken te volgen met een uniek zesjarig programma filosofie. Drie docenten die hun sporen hebben verdiend in het bedrijfsleven en de wetenschap en nu lesgeven aan vwo-plusleerlingen vertellen wat er zo bijzonder is aan dit lesprogramma.


parels

106

De leerzame onderzoeks middag Een belangrijk deel van het vwo-plusprogramma bestaat uit de onderzoeksmiddag. Een hele middag (twee lesuren) besteden de leerlingen uit klas 1, 2 en 3 aan het doen van onderzoek. Leerlingen kiezen een onderwerp dat ze willen bestuderen. Ze doen dat in een onderzoeksgroep, stellen echte onderzoeksvragen en daarbij leren ze onderzoeksvaardigheden. Het is een vak voor nieuwsgierige leerlingen. De lessen van de wekelijkse onderzoeksmiddag bestaan uit drie fasen. Na een aantal lessen denkvaardigheid volgen: oriëntatie (lezen), onderzoek (te rade gaan bij experts, binnen en buiten de school) en afronding met een presentatie. Ook de docenten die de onderzoeksmiddag leiden, zijn nieuwsgierig van aard. Ze begeleiden samen klas 1 en 2, ruim 50 leerlingen, die tegelijkertijd aan hun onderzoek bezig zijn. Ze hebben een heel diverse achtergrond. Dit is een voordeel bij het begeleiden van alle soorten onderwerpen die de leerlingen bestuderen. De ene groep doet onderzoek naar ‘loverboys’, de andere naar ‘klimaat’ of ‘evolutie’ en weer een ander groepje houdt zich bezig met de vraag waarom ‘het ene eten vies gevonden wordt en het andere lekker, en hoe dat in je hersenen werkt.

Terugkerende vaardigheden De werkwijze bij elk onderwerp is steeds dezelfde. De leerlingen zoeken informatie bij hun onderwerp, ze gaan op zoek naar antwoorden op hun deelvragen die samen het antwoord geven op de hoofdvraag. Elk onderzoek gaat uit van een hoofdvraag, net zoals dat in wetenschappelijk onderzoek gebeurt. De informatie zoeken leerlingen op het internet, in boeken maar ook door een interview met een expert te houden of door het opstellen en verwerken van een enquête. Deze onderzoeksvaardigheden oefenen ze binnen en buiten school. Aan het eind van een periode van ongeveer acht weken rondt elk groepje het onderzoek af met een verslag en een presentatie van de resultaten. Bij deze presentaties worden ook twee keer per jaar de ouders uitgenodigd. Zij zijn dan, evenals de docenten, verschrikkelijk trots. Want het is prachtig om te zien hoe deze leerlingen zich ontwikkelen en hun kennis en vaardigheden met anderen delen.

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

Mariëlle de Moel (49) docent scheikunde en studium generale in de bovenbouw en begeleidt onderzoek in vwo-plus


havo 1994_bouwondernemer_

interview

107

De broers Johan en Richard van Kesteren zaten beiden op het Montessori College. Op dit moment werken zij in het Groesbeekse familiebedrijf Van Kesteren Groesbeek. Johan is er directeur en vertelt over zijn herinneringen. Pikant detail: zijn bedrijf heeft de grond voor onze nieuwe school bouwrijp gemaakt. Wat is je huidige beroep? Ik ben directeur/eigenaar van het familiebedrijf Van Kesteren Groesbeek waar ook mijn broer en zus werken. We zijn actief op het gebied van afvalverwerking, riool-, grond-, sloop- en straatwerk. Ik ben daar ingerold op het moment dat er iemand wegviel. Aanvankelijk was dat niet mijn bedoeling. Ik was een sportfanaat en heb altijd geroepen dat ik sportleraar wilde worden.

Johan van Kesteren

‘Ook voor mijn zoon is er maar één school: het Montessori College’

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Als enige leerling van mijn basisschool ging ik naar het Montessori College, waar ik het havo heb afgemaakt. Het was een mooie tijd en ik heb het er erg naar mijn zin gehad met medeleerlingen en docenten. Mijn broer Richard heeft op de voorloper van het Montessori College in Groesbeek op school gezeten. Op dit moment zit mijn zoontje in groep 7 en hij oriënteert zich nu al op het vervolgonderwijs. Voor hem is er maar één school: het Montessori College. Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Op school werd een goede basis gelegd voor mijn huidige werk, waarin samenwerking op projecten klantniveau hoog in het vaandel staat. Een aardige bijkomstigheid is dat wij het grondwerk voor de nieuwbouw van het Montessori College aan de Kwakkenbergweg hebben gedaan.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Sportspecialisatie op het Montessori college

parels

108

<inleiding>Struikelt u wel eens over een tekst bij het lezen of schrijven ervan? Dat kan de besten overkomen, en dus ook leerlingen. Het Montessori College heeft, waarschijnlijk als eerste en enige school in Nederland, een Lees- en Schrijfcentrum (LenS) dat leerlingen en hun leraren ondersteunt bij lezen en schrijven, bijvoorbeeld door het geven van extra lees- en schrijfcursussen voor leerlingen. Maar LenS doet meer. <tk>Actief en zelfstandig leren Van 2001–2004 deden docenten Nederlands van de bovenbouw van het Montessori College mee aan het onderzoeks- en ontwikkelproject Actief en Zelfstandig Leren (AZL). In dit project werkten onderzoekers van de lerarenopleiding van de Radboud Universiteit samen met docenten uit het voortgezet onderwijs. Ze ontwikkelden werkwijzen voor het zelfstandig werken en leren van leerlingen in de afzonderlijke schoolvakken. De sectie Nederlands van het Montessori werkte met neerlandici van twee andere scholen aan een nieuwe schrijfdidactiek. Daar lag voor leraren en leerlingen de grootste uitdaging. Het in 1998 vernieuwde examenprogramma voor Nederlands eiste van leerlingen zelfstandig en overdacht werken bij hun schrijven: plannen, uitwerken en reflecteren op de tekst en het schrijfproces. Leerlingen moesten leren commentaar te geven op teksten van medeleerlingen en commentaar op hun eigen tekst te verwerken. De leraren zelf wilden ook zodanig feedback leren geven dat leerlingen ervan konden leren. Schrijven verdiende ook aandacht, omdat de in 1998 gestarte tweede fase voortgezet onderwijs voor leerlingen voorzag in schrijfopdrachten voor alle vakken zoals onderzoeksverslagen, profielwerkstukken en essays. In het AZL-project Nederlands werd een aantal nieuwe werkwijzen geprobeerd zoals ‘peer-tutoring’ (het door leerlingen feeback geven op elkaars teksten in direct persoonlijk contact of via internet), gezamenlijk schrijven en schrijven voorbereiden in groepsdiscussies. Al deze werkwijzen passen bij het Montessorionderwijs. Ze benadrukken immers sociaal leren en het geven van feedback om elkaar te helpen bij het reflecteren, dat wil zeggen bij het nadenken over de eigen tekst en over de eigen aanpak van het schrijven. De bij het AZL-project betrokken leerlingen waren met name te spreken over het tutoren, over het samen bespreken van elkaars teksten in direct persoonlijk contact. Na het AZL-project besloten de sectie Nederlands van het Montessori College en de universitaire onderzoeker om samen met die tutoring verder te gaan. Dat leidde vervolgens tot het oprichten van LenS. <tk>Taalgebruik en leren “Ik denk dat een schrijver dan de eigen tekst beter begrijpt”, zei een leerling in september door xxxxxxxxx 2013 als reactie op onze uitleg over het doel 20 JAAR COLLEGE 2014 van deMONTESSORI ‘tutorcursus’. Inaugustus die tutorcursus leren

foto; HAN Nijmegen

door sport

eenmaal

door een passie bevlogen, schuwen jonge mensen de uitdaging niet. Zeker niet als het sport betreft. Niet voor niets zijn veel jongens en meisjes in hun vrije tijd fanatieke sportbeoefenaars. Als lijf en leden eenmaal aan sport en beweging verknocht zijn, biedt het wekelijkse uurtje gym op school onvoldoende uitdaging. Om deze sportfanatiekelingen ook bij ons op school tegemoet te komen, biedt het Montessori College de keuzevakken sportspecialisatie voor vmbo-b/k en onderbouw t/h/v en bewegen, sport en maatschappij (BSM) voor bovenbouw h/v. Op initiatief van het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) kunnen leerlingen lichamelijke opvoeding (LO) als examenvak in het curriculum opnemen. Een uitgelezen kans voor sportfanaten om tijdens

schooltijd extra fysieke inspanning te leveren en zich meer te verdiepen in de theoretische kant van sport en spel. In de onderbouw van alle niveaus voorziet het Montessori College in deze behoefte met het programma Sportspecialisatie waarbij leerlingen zich niet alleen fysiek, maar ook theoretisch, intensief met sport en beweging bezighouden. Zo wordt een belangrijk deel van de les besteed aan onder andere theoretische ondersteuning van het vak en aan (sport-) EHBO en anatomie.

Mentale en fysieke uitdaging Vmbo-b/k-leerlingen kunnen sportspecialisatie al enkele jaren kiezen als examenvak. Onder de noemer ‘LO 2’ biedt onze school sinds schooljaar 2013-2014 als enige in Nijmegen leerlingen vanaf de derde klas vmbo-t dezelfde mogelijkheid. En wie denkt dat een keuzevak als sportspecialisatie of

Jeroen Gremmen (32) docent lichamelijke opvoeding


Olympische prestaties, olympische waarden Jaarlijks nemen 15.000 jongeren van zo’n 300 scholen deel aan de grootste schoolsportcompetitie van Nederland die voorheen bekend stond als Mission Olympic.

In 2013 wist het team van het Montessori College zich met het onderdeel veldloop te plaatsen voor het WK voor middelbare scholieren in Malta. Een sportieve prestatie die niet alleen op de baan, maar ook op school en in de social media op veel support van fans kon rekenen.

bewogen LO 2 als ‘verlichting’ van het vakkenpakket geldt, heeft het mis: leerlingen die dit traject ambiëren, moeten op sportief gebied heel wat in huis hebben.. Conditie, balgevoel, techniek, spelinzicht en een ongekende drive om te presteren: alle aspecten zijn bepalend voor het succes. Daarnaast verwachten wij van hen een professionele houding die zich uit in het voorbereiden van lessen, meedenken over gewenste aanpak, strategieën en differentiatie. Passend in ons onderwijs, geven wij zo veel mogelijk verantwoordelijkheid uit handen en geven leerlingen elkaar actief feedback over lesinhoudelijke zaken. Op deze manier zijn allen betrokken bij de mentale en fysieke prestaties en, vanzelfsprekend, elkaars veiligheid.

Talenten laten excelleren “Feitelijk hoeven wij leerlingen niet te selecteren”, vertelt Jeroen Gremmen, docent LO.

“Het groepje selecteert zichzelf: de echte sporttalenten komen vanzelf boven drijven.” Niet vreemd dus, dat leerlingen die het vak sportspecialisatie hebben gevolgd, geen toelatingstest meer hoeven te doen op het ROC, richting BSM, CIOS. En op termijn zullen ook leerlingen die BSM als voortraject hebben doorlopen, geen hordes meer hoeven te nemen om toegelaten te worden op de ALO. “Sporttalent ontdekken, is één”, vult Jeroen aan, “maar ze de ruimte en mogelijkheid bieden om uiteindelijk topprestaties te kunnen leveren en op sportief gebied te excelleren, is twee. Met zowel Sportspecialisatie als BSM zijn we in beide opzichten heel goed op weg. Dit alleen al omdat leerlingen tot op het bot gemotiveerd zijn en met ons uitkijken naar extra ruimte in het rooster: op dit moment is er één lesuur per week voor de sportievelingen ingeruimd, maar we gaan op voor twee.”

Het succes van Mission Olympic wordt als Olympic Moves op internationaal niveau voortgezet, waarbij olympische waarden als ‘excelleren’, ‘respect’ en ‘vriendschap’ centraal staan. Onder het mom ‘Never change a winning team’ zal het Montessori College ook in 2014 weer aan de voorrondes van het WK meedoen.

leerlingen die het vak sportspecialisatie hebben gevolgd, hoeven geen toelatingstest meer te doen op hun ‘sportieve’ vervolgopleiding

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

109 parels

Dit sportspektakel voor middelbare scholieren omvat een breed arsenaal aan sporten, waaronder basketbal, handbal, tennis, veldhockey, veldloop en veldvoetbal.


Poëzieproject voor derdeklassers

een

het bijzondere projecten

110

mooi gedicht staat niet 1-2-3 op papier. Gedichten vragen om een creatief opwarmertje én inspiratie. Beide werden onze derdeklassers h/v geboden door Vers, hét poëzieproject van de School der Poëzie. Deze organisatie houdt zich zowel in Nederland als Vlaanderen bezig met cultuureducatieve projecten op het gebied van poëzie. Met als eerste opdracht en aanvangszin ‘Vandaag ben ik...’ werd tijdens een tweetal door de School der Poëzie verzorgde gastlessen onder andere de rol vertolkt van een overvolle etui, kapotte deurbel, grijze wolk en los stukje vloerkleed mét leed. En zo maakten onze leerlingen tijdens deze gastlessen voorzichtig kennis met de fijne kneepjes van de dichtkunst: ‘Nooit goed belopen, mensen struikelen alleen maar over mij. Liever had ik ergens anders gelegen.’ Daarna kregen ze de opdracht op basis van het werk van de vijf genomineerde dichters voor de VSB poezieprijs (Maria Barnas, F. van Dixhoorn, Micha Hamel, Miriam van Hee en Antoine de Kom) hun gevoelens en gedachten in een eigen gedicht te verwoorden. Strofe na strofe vloeiden de verzen als net gedrukte kranten van de pers.

Oorspronkelijkheid Docenten van de School der Poëzie screenden deze, maar ook inzendingen van andere scholen uit Nijmegen, kritisch. En het werk dat in positieve zin was opgevallen, mocht door de jonge ‘dichters’ tijdens één van de acht Vers Poëzie voorrondes op 14 januari 2014 voorgedragen worden in een bomvol LUX Theater in Nijmegen. Niet alleen gepassioneerd geschreven, maar ook met verve gebracht, viel het dichtwerk van ‘onze’ Simon Pieck, Milan Arnoldussen en Yu Anna Buijinck op bijzondere wijze in de smaak bij de jury. Die bestond uit Maria Barnas, Jan Rock, universitair docent moderne Nederlandse letterkunde en dichter Dennis Gaens. Zo prees de jury het suggestieve en beeldrijke taalgebruik van Milan (‘De man met de oorlogsverwijzende pet’), de oorspronkelijkheid van en de onverwachte kanteling in het gedicht van Yu Anna en de pakkende inversie in de tweede strofe van het gedicht van Simon: ‘Er komt een storm aan, dat wisten we’.

Allemaal winnaars Deze jonge dichters wisten een plek te veroveren in de landelijke finale van 28 mei in het MC Theater in Amsterdam. Hier stond hen, maar ook genodigden uit Amsterdam, Rotterdam, Sneek, Zwolle, Hengelo en Antwerpen een literaire rondvaarttocht te wachten en een wervelend programma met professionele dichters, muziek en acts. Slechts één prijsbeker kon tijdens die finale worden uitgereikt, maar al deze jonge dichters staan sinds 28 mei als winnaars te boek: talenten in het grote boek der poëzie.

petey de quay door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

vers van de pers “

Gedichten gepassioneerd geschreven en met verve gebracht

ar


vwo 2000_webdeveloper_

Wat is je huidige beroep? Ik ben websiteontwikkelaar. Op dit moment werk ik vooral voor de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief in Den Haag. Daarnaast geef ik advies over het op een adequate manier inzetten van Wikipedia als de eerste Nederlandse Wikipedian in Residence. Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Wat mij nog helder voor de geest staat uit mijn tijd op de Vlierestraat tussen 1995-2000 is de kameraadschap. Mijn beste vrienden, die ik nog steeds heb, komen van het Montessori College. Ik heb mijn oud-klasgenoten nog gezien op de gezellige reünie van 28 maart 2014.

’Ik heb op school vooral veel kameraadschap ervaren’

Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of beroep? Mij werd geadviseerd iets met informatica te gaan doen, omdat ik goed met computers kon omgaan. Toch bleek die studie te eenzijdig voor mij. Ik stapte over naar de Kunstacademie en op het snijvlak van kunst en techniek kan ik op dit moment prima werken. Het is juist die combinatie van creativiteit en techniek die ik zo boeiend vind. De basis daarvoor is op het Montessori gelegd.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

111 interview

Veertien jaar geleden behaalde Hay Kranen zijn diploma op het Montessori College. Hij combineerde kunst en creativiteit met techniek en past dat nu toe in zijn huidige functie.

Hay Kranen


Utopia unieke profielmodule voor 5 vwo’ers

112 bijzondere projecten

Creatieve energiebom zorgt voor utopie in het klaslokaal marion van hoof

Marion van Hoof (41) docent filosofie/maatschappijleer bovenbouw havo/vwo door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


ik heb in één uur profielmodule utopia meer nagedacht dan ik normaal gesproken in de hele week doe

wil weten hoe leerlingen denken over de ultieme samenleving, de politieke vormgeving en de sociaal-economische inrichting ervan zit als toehoorder van de presentaties van de profielmodule ‘Utopia’ op de juiste plaats. Leerlingen presenteren groepsgewijs in een speech hun zelfbedachte, ideale samenleving. Sommigen doen dat in het Nederlands, anderen verkiezen het Engels. “After five years of VWO study, this group of five very competent engineers of society, have come up with the idea of the ultimate Utopia. The quest for the perfect society has failed many times in the past. Especially by the greed of those in charge of it. But our society, led by democracy, unity and the people, will strive forward in creating happiness and equality for all. [...] Would you like to live in a society where your talents are appreciated and your personality traits are used to their full potential? Would you like to work in a society where everyone shows respect for one another, where you can trust your neighbour and government?” [...] En zo gaat bovenstaande speech van 5-vwo leerlingen nog een tijdje door. Onderwijs, politiek, stadsinrichting, milieu en filosofie passeren de revue. Het is slechts een korte passage uit één van de vele utopieën die sinds 2007 zijn geschreven door leerlingen met het profiel EM of CM die de profielmodule ‘Utopia’ volgden.

Ideale samenleving? Om aan de leerlingen duidelijk te maken wat een utopie is, en hoe het ideaal van een perfecte samenleving kan veranderen in het tegendeel, werken de vakken geschiedenis, kunstgeschiedenis en filosofie intensief samen. Alle leerlingen met het profiel EM of CM in de bovenbouw vwo hebben geschiedenis, veel leerlingen uit die profielen kiezen kunstgeschiedenis en/of filosofie. Engels sluit zich daar bij aan met literaire werken die utopieën en dystopieën illustreren.

De eerste helft van de lessenserie die één periode duurt, bestaat onder andere uit collegelessen over het communisme, over de inrichting van de Bijlmer en over de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Ook besteden we lessen aan het bekijken en analyseren van speeches van Barack Obama, Martin Luther King, Adolf Hitler en Theo Maassen, zodat leerlingen leren wat ze in hun eigen speech kunnen toepassen om overtuigend over te komen. We kijken dan bijvoorbeeld naar de lichaamshouding van de spreker en we letten op hoe sprekers taal gebruiken om te benadrukken wat ze belangrijk vinden. De laatste helft van de lessenserie zijn de leerlingen zelfstandig in groepjes aan de slag om alle opgedane kennis over de historische, kunsthistorische en filosofische elementen van utopieën te verwerken in hun eigen utopie, die ze vervolgens moeten presenteren in de vorm van een speech.

Reflecteren en overtuigen De profielmodules zijn aan het begin van de vernieuwde Tweede Fase in 2007 ontstaan om meer eenheid in de vakken te brengen en om onze vijf Montessori-karakteristieken: hoofd, hart en handen; leren kiezen; reflecteren; sociaal leren; én ook de samenhang in leerstof beter vorm te kunnen geven. In deze profielmodule discussiëren de leerlingen met elkaar en proberen ze elkaar te overtuigen van hun standpunten. Ze maken materiaal om mensen over te halen om in hun utopie te komen wonen. Ze werken in groepjes om de ideeën over utopieën om te zetten in een wervende speech, waarin de politieke, sociale, filosofische en architectonische facetten van de utopie helder aan bod moeten komen. Ze reflecteren met elkaar over de wijze waarop ze overtuigend kunnen zijn, zoals ze gezien hebben in de speeches die we samen geanalyseerd hebben.

Intensief nadenken Elk jaar maakt de profielmodule weer veel energie los bij leerlingen en docenten. Als ik door het lokaal loop en er overal om mij heen druk overlegd en gediscussieerd, getekend en geschreven wordt, dan word ik daar erg blij van; het is een gonzende bijenkast van ideeën. Daarnaast vind ik het meemaken van de vaklessen van mijn collega’s en het werken met teamteaching ook een meerwaarde voor de docenten hebben. Voor de leerlingen zit de waarde van de profielmodules in de actieve manier waarop ze met de lesstof omgaan, een manier die door de opzet van de lessen niet alledaags is. Ze geven aan de alternatieve manier waarop zij les krijgen leuk te vinden. Uit evaluaties met de groepen blijkt dat ze vooral het tweede deel van de periode, waarin ze met hun eigen groepje aan de speech werken, erg leerzaam en intensief vinden. Zonder twijfel een module die ze het volgende jaar zeker ook de toekomstige leerlingen in vwo-5 zouden aanraden. Of zoals een leerling verzuchtte: “Ik heb in dit uur meer nagedacht dan ik normaal gesproken in de hele week doe.”

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

bijzondere projecten

wie

113


Najaar 2013 De fundamenten van locatie Beuk aan de Kwakkenbergweg zijn gelegd. De eerste contouren van de ovaalvormige, verdiepte aula worden langzaam zichtbaar

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


ector hoogstad architecTen

116

het

behoud en de versterking van het groene karakter van de locatie vormde voor Ector Hoogstad Architecten de basis van het ontwerp voor de twee nieuwe schoolgebouwen van het Montessori College Nijmegen. In reactie op de helling van de Kwakkenbergweg loopt het volume van beide gebouwen trapsgewijs op van zuidwest naar noordoost. De zonbeschenen zuid- en westzijde zijn voorzien van dakterrassen en duiktuinen en overstekken aan de noorden oostzijde. Grote, plafondhoge ramen maximaliseren het visuele contact met de omgeving. Het parkeren van de auto wordt bij beide gebouwen grotendeels overbouwd, waardoor auto’s uit het zicht geparkeerd worden onder de gebouwen. Om de cultuurhistorische waarde van het naastliggende kloostercomplex te behouden en de schaal van de omgeving niet te overstijgen, zijn de beide nieuwe gebouwen verschillend van vorm en worden ze opgebouwd uit meerdere deelvolumes. De gevels hebben een terughoudende materialisatie in natuurlijke grijs- en roodbruintinten. In het westelijk gebouw bevinden zich de kleinschalige clusters van theorieruimten aan een gezamenlijke studeerkamer, die gebruikt wordt voor groeps- of individueel werk buiten de lokalen. Het gebouw heeft een binnenstraat die als centrale verkeerszone in de lengte van het gebouw het ruimtelijke hart van het gebouw vormt.

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

ontwerpen met de blik Door de gevarieerde vorm van deze binnenstraat, met vides en dubbelhoge ruimten, wordt een veelheid aan plekken gecreëerd. Het split level-principe, waarbij de noorden zuidzijde van het gebouw een andere verdiepingshoogte hebben, zorgt ervoor dat alle gebruiksruimten dichtbij lijken. Het sociale hart is de amfitheatervormige aula, direct bij de hoofdentree en verbonden met de binnenstraat en de buitenruimte. Het oostelijke gebouw voor vmbo bovenbouw heeft een centraal atrium met daaraan twee clusters met praktijk- en theorieruimten. Het praktijkonderwijs is zowel binnen als buiten het gebouw zichtbaar en ervaarbaar. Een opgetilde dubbele sporthal vormt een groot deel van het gebouwvolume. Beide gebouwen voldoen aan ambitieuze duurzame eisen: de luchtkwaliteit voldoet aan ‘Frisse Scholen klasse B’, het thermisch comfort wordt verzorgd door betonkernactivering en het energiegebruik wordt geminimaliseerd door toepassing van onder meer warmteen koude opslag in de bodem en een hybride ventilatiesysteem.

de binnenstraat vormt als centrale verkeerszone het hart van het gebouw


naar buiten

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

kwakkenbergweg


nijmegen nieuwbouw montessori college vwo/havo augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

120

‘balans tussen openheid en

ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ ˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇˇ

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

interieurarchitecT


De

door harmonie en speelsheid gekenmerkte binnenarchitectuur van het nieuwe Montessori College is het werk van clipL2R interieurarchitecten uit Nijmegen-Wageningen. Als specialisten in het inrichten van scholen verliezen Marijke van de Vorstenbosch en Suzan van der Schenk van clipL2R nooit de samenhang uit het oog tussen de beleving van een onderwijsgebouw en het dagelijkse gebruik ervan. Een school moet de leerlingen en het personeel passen als een fijne jas, is niet voor niets het motto van de vormgevers van clipL2R.

geborgenheid’

Omdat het Montessori-onderwijs meer dan elk ander schooltype streeft naar een juiste balans tussen de ‘voorbereide omgeving’ en haar gebruikers, denkt en praat interieurarchitect Marijke van de Vorstenbosch al mee over de nieuwe school aan de Kwakkenberg sinds de eerste plannen in 2008. Vanaf het beginstadium betrokken zijn bij een project is niet altijd gebruikelijk in haar vak, erkent ze, maar heeft het proces in positieve zin beïnvloed. “Als interieurarchitect voor de Montessori-nieuwbouw wilde ik me volledig kunnen focussen op alle facetten van wat ik de beleving van het gebouw noem. Daar heb je in de eerste plaats een goed contact met de ‘bewoners’ voor nodig. Door de lange aanloop heb ik veel docenten en medewerkers goed leren kennen en wist ik wat er speelde. Het ontwerpteam, bestaande uit meerdere adviseurs, de architect en de interieurarchitect, hebben elkaar goed aangevuld en versterkt.’’

marijke van de vorstenbosch ontwerpt met inlevingsvermogen

Marijke van de Vorstenbosch (rechts) met rector-bestuurder Janneke Stam tijdens de sleuteloverdracht van de nieuwbouw van het Montessori College augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Door elementen als lockers, kasten en vitrines in de wanden te integreren, creëert Clipl2r ruimte

122 De balans tussen openheid en geborgenheid heeft van begin tot eind centraal gestaan bij de inrichting van de nieuwe school, benadrukt Marijke. “Deze twee componenten zijn verenigd door het gebouw een hart te geven. Dat wordt gevormd door de centrale binnenstraat en de open split-levelstructuur van de verdiepingen enerzijds, en de vele beschutte plekken anderzijds. De gesloten balustrades zorgen voor beschutting, terwijl ook de leergebieden en studeerpleinen in de luwte liggen. De warme kleuren en natuurlijke materialen als bamboehout geven een sfeer van geborgenheid. Het daglicht dat overdadig naar binnen stroomt in de binnenstraat en de lokalen staat dan weer voor openheid. Het is een subtiel samenspel, er is over alles nagedacht, al oogt het nog zo vanzelfsprekend.” Eenvoudiger was de opgaaf om de prachtige bosrijke omgeving van het nieuwe Montessori College door te laten klinken in het binnenste van de school. Ector Hoogstad Architecten laat met talrijke hoge ramen in de gevel de natuur de school in komen, verduidelijkt Marijke van de Vorstenbosch. “Daar hoefden wij in feite niets meer aan toe te voegen.”

Duurzaamheid in brede zin ClipL2R streefde bij de inrichting van de nieuwe school naar duurzaamheid in de breedste zin van het woord, vertelt de interieurarchitect. “Duurzaamheid is geen loos begrip in dit gebouw. Dat zie je terug in de kwaliteit en keuze van de materialen die zijn gebruikt

20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

voor de afwerking, maar evengoed in het op maat gemaakte vaste en losse meubilair. Bij alles speelde de zorg voor het milieu een grote rol. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de energiezuinige verlichting, de keuze voor betonkern activering, het ventilatiesysteem en de akoestische voorzieningen. Dit alles is belangrijk, want beleven doe je met al je zintuigen.’’

Bewuste keuze voor contrast De fotoprints op de lockers en kasten zijn de blikvangers in een omgeving die vooral harmonie uitstraalt. Een bewuste keuze voor contrast, legt Marijke uit. ”Bij de beleving van een ruimte is balans het sleutelwoord. Een gebouw dat alleen maar rust uitstraalt doet geen recht aan de gebruikers van een VO-school. Er moeten evengoed prikkeling en spanning aanwezig zijn. “Tegenwoordig zie ik bij de inrichting van scholen veel overprikkeling in kleur en beeld. In het Montessori College wilden we dit niet; de lockers zijn het noodzakelijke tegenwicht van de harmonie in het gebouw. Ze vormen, behalve dat ze slim en functioneel zijn geïntegreerd in de wanden, een kleurrijke noot in een druk verkeer- en ontmoetingsgebied op de school. Het thema micro-organismen is in samenspraak met de school tot stand gekomen. De Montessorigedachte achter de themakeuze is dat we als mens, en dus ook als leerling en leraar in de school, allemaal deel uit maken van een groter geheel.”


“

Duurzaamheid is geen loos begrip in dit gebouw. Dat zie je terug in de kwaliteit en keuze van de materialen die zijn gebruikt voor de afwerking, maar evengoed in het op maat gemaakte vaste en losse meubilair

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


124

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


berg en dalseweg interview

126

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


nijmegen

montessori college vmbo-b / k / t

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


interview

128

spoorlaan montessori college vmbo-b / k / t door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


groesbeek augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Techniek voor leerlingen basisscholen op locatie Groesbeek

‘super

130 bijzondere projecten

dope”, vindt Daan. Hij is een leerling uit groep 8 van basisschool Op de Horst uit Groesbeek. Alle achtste groepers van Groesbeekse basisscholen komen drie keer per jaar een donderdagochtend naar de locatie Groesbeek van het Montessori College voor een les techniek. Een overheidsmaatregel om jonge kinderen al vroegtijdig te interesseren voor techniek. In 2001 stelde het ministerie van OC&W, samen met afgevaardigden uit de technische bedrijfstakken, vast dat er grote behoefte is aan meer structurele vertegenwoordiging van techniek en technologie in het primair onderwijs. Leerlingen uit het primair onderwijs zouden in een vroeg stadium een tastbaar beeld moeten krijgen van techniek, technologie en het nut ervan voor onze maatschappij. “In Groesbeek zijn we daarom begonnen om technieklessen voor basisscholen aan te bieden”, vertelt techniekdocent Monique Noorbergen. Zij nam in 2006 dit project over van Emiel van Dongen die vanaf de eerste dag betrokken was bij het geven van deze lessen aan de basisschoolleerlingen. Momenteel doet Monique dat met verve en op de vraag waarom ze er zo enthousiast voor is, zegt ze: “Om de simpele reden dat alle kinderen het leuk vinden. Ze helpen elkaar en hebben heel fijne uren bij ons in lokaal 17. Het is heel dankbaar werk.”

In drie middagen maken de leerlingen bijvoorbeeld een zaklamp die het ook echt doet. Leerlingen zien zo al op jonge leeftijd wat techniek is door er zelf mee bezig te zijn. Met de groepen vanuit de basisscholen komen altijd ouders als begeleiders mee. Ook die ouders genieten: “Vandaag moesten de kinderen solderen, dat kunnen de meeste kinderen nog niet. Gelukkig helpen ze elkaar erg goed, zodat ze allemaal goed verder kunnen. Het merendeel heeft de lamp na deze les al af!” Zo zie je maar: techniek staat voor niets.

‘wow! Een zaklamp die het ook “ echt doet!’

De roosters werden met de hand uitgeschreven’

Jonge kinderen al vroegtijdig interesseren voor techniek

Arianne nas

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

met dank aan Monique Noorbergen


havo 1994_fotomodel_ Inmiddels heeft Mijke de Luij het geschopt tot international fotomodel, maar de weg om hier te komen was een lange en moeizame. Haar rode haren, bril en beugel en zelfgemaakte kleren zorgden in haar puberteit voor veel pestgedrag. Ze overwon iedereen en vooral zichzelf.

Wat is jou bijgebleven van je Montessoritijd? Gelukkig heeft het Montessori College nu protocollen om pesten tegen te gaan, daar ben ik heel blij om. Want om eerlijk te zijn, heb ik niet zo’n leuke tijd gehad op de Westerhelling. Ik werd namelijk ontzettend veel gepest. Met mijn rode haren, bril, beugel, zelfgemaakte kleren aan (handvaardigheid was mijn beste vak!) en een dramatisch balgevoel was ik het klassieke lelijke eendje. In die tijd werd het pesten - zoals op veel scholen - nog enigszins gebagatelliseerd als een beetje plagen. Het zou mij sterker maken en later zou ik erom moeten lachen. Ik kan er nog steeds niet om lachen...

Lelijk eendje werd prachtige zwaan

Wat heeft het Montessorionderwijs bijgedragen aan je vervolgstudie of eroep? De school bood elk jaar een musicalproductie aan waar iedere leerling auditie voor mocht doen. Hier deed ik met veel plezier aan mee. Ik heb er veel vaardigheden opgedaan voor mijn latere carrière als internationaal fotomodel. Het pesten kon ik echter niet naast me neerleggen en ik ben naast mijn modellenwerk (nadat ik de hbo-v had afgemaakt) pedagogische wetenschappen gaan studeren om antwoorden te krijgen waarom kinderen pesten en gepest worden. Ik heb heel veel geleerd over het gedrag van kinderen. Deze kennis heeft mij ontzettend veel goed gedaan en mijn vragen zijn grotendeels beantwoord.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

131 interview

Wat is je huidige beroep? Op het moment ben ik nog steeds werkzaam als internationaal fotomodel. Ik heb voor dit werk de hele wereld overgevlogen. Ik werkte voor Vogue, Elle en Marie Claire aan veel leuke en prachtige campagnes. Daarnaast ben ik mama van twee kindjes en heb ik een eigen kledinglijn voor meisjes. Ik maak alles nog steeds zelf!

Mijke de Luij


van kesteren groesbeek

verrassend veelzijdig

‘van

Kesteren - Verrassend veelzijdig’. Met deze slogan presenteert het Groesbeekse Van Kesteren zich als een onderneming die van veel markten thuis is. In het nieuwbouwproject van het Montessori College is dat opnieuw bewezen. Van Kesteren heeft werkzaamheden uitgevoerd op het gebied van grondwerken, het aanleggen van rioleringen en hemelwaterinfiltraties, het plaatsen van keerwanden, trappen, elementenverhardingen, poorten, hekwerken, fietsenstallingen en ten slotte zijn zij betrokken geweest bij de tuinaanleg. Aannemer Giesbers Bouw heeft bij de realisatie van dit prachtige nieuwbouwproject niet voor niets gekozen voor dit veelzijdige bedrijf. Ondanks de vele disciplines levert Van Kesteren vanuit één aanspreekpunt het gewenste resultaat, en weet daarbij de nauwe samenwerking tussen opdrachtgever, directievoerder en nevenaannemers op juiste waarde in te schatten. De vierde generatie van het Groesbeekse familiebedrijf stuurt vanuit twee vestigingen (Groesbeek en Cuijk) haar 100 medewerkers aan.

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

De aandacht bij het nieuwbouwproject van Montessori was vooral gevestigd op het infiltreren van hemelwater. Dit water wordt verzameld via de dakconstructies en het voorplein dat voorzien is van harde elementenbestrating. Via een ondergronds leidingsysteem wordt het hemelwater naar een infiltratievoorziening geleid, die bestaat uit een kunststof krattensysteem van Wavin met een inhoud van ruim 37.000 liter. Deze voorziening zorgt voor de benodigde directe berging tijdens een regenbui waarna het regenwater via de uitermate geschikte zandgrond in de bodem infiltreert. De geplaatste fietsenstallingen zijn speciaal voorzien van grasbetonstenen, die gevuld zijn met grind. Hierdoor kan het hemelwater rechtstreeks infiltreren in de ondergrond. In het ontwerp van het voorplein is gekozen voor Baleno betonstraatstenen van Struyk Verwo. Deze betonklinkers, met kleurvaste toeslagstoffen, zijn met een speciale bestratingsklem machinaal aangebracht. Dit levert een prachtig effect op. In het najaar heeft Van Kesteren bomen en overige beplanting aangebracht en de eerste fase van het project met gepaste trots opgeleverd.


Eigen fietsenmakerij MONTI in Groesbeek

“de

leenfietsen voor naar de velden van De Treffers zijn weer in orde”, vertelt André Arts, conciërge op de locatie Groesbeek. Vanaf april krijgen de leerlingen van deze locatie gymnastiek op de sportvelden bij De Treffers. Omdat er ook leerlingen zijn die met de bus naar school komen, zijn er leenfietsen nodig. Aan het eind van ieder seizoen hebben de leenfietsen een opknapbeurt nodig. Zie hier de ontstaansgeschiedenis van een eigen fietsenmakerij Monti.

Het meeste werk was nog om een slag uit het wiel te halen

“Dit jaar hebben leerlingen Techniek Breed de fietsen gerepareerd”, glundert Arianne Nas, locatieleider. Remco van Vught en Jordi van Loon uit de vierde klas waren op zoek naar een opdracht voor de specialisatie-uren. Dat zijn uren waarin leerlingen zelf een keuze voor een opdracht kunnen maken. Bij navraag vertelt Jordi: “We hadden geen idee voor een nieuw project en toen vertelde André dat er nog drie fietsen gerepareerd moesten worden.” Remco vult aan: “De fietsen vielen bijna uit elkaar. Wij hebben de ketting vervangen, de bagagedrager geschuurd, gelast en gespoten, de versnelling gerepareerd en de remmen afgesteld. Het meeste werk was nog om een slag uit het wiel te halen.” En vol trots roepen beiden: “We hebben alleen nieuwe snelbinders en handvatten gekocht.” Hun enthousiasme en directe resultaat motiveerde om met dit project door te gaan. Waarom geen eigen fietsenmakerijtje op school beginnen? Arianne: “Ze wilden nog meer fietsen repareren. Dat kwam mooi uit, want er zijn nog meer leenfietsen nodig. Dus heb ik een oproep voor opknapfietsen in het Groesbeeks weekblad gezet. Gevolg is dat we al tien fietsen extra hebben.” Het moge duidelijk zijn: met een oude fiets kun je heel veel leren.

arianne nas augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

133 bijzondere projecten

‘met een oude fiets moet je het leren’


vakdidacticus piet-hein van de ven over 20 jaar montessori-onderwijs

De ziel van

20 jaar Montessori College

134

wie

een nieuw schoolgebouw betreedt, beziet dat gebouw vanuit eigen eerdere ervaringen met onderwijs. Wie een nieuwe tekst leest, geeft daar vanuit een eigen referentiekader betekenis aan. Ik schets hieronder welk beeld van het Montessori College ik kreeg bij het lezen van de andere bijdragen in deze bundel. Ik streef niet naar een objectiverende samenvatting, maar geef aan wat mij opviel bij het lezen: onderwijs is zoveel meer dan waar het op wordt afgerekend. Voor alle duidelijkheid, ik schrijf deze tekst louter à titre personnel. “Op het Montessori College stimuleren ze vrijheid en creativiteit” schrijft een van de oud-leerlingen in haar bijdrage. Deze zin valt me op, om meer dan één reden. Ten eerste: hier is een leerling aan het woord, en die ontbreken nogal eens in de vele publicaties over onderwijs. Ten tweede: ze beschrijft haar leerervaringen, ze noemt belangrijke onderwijsresultaten die overigens niet gemakkelijk ‘meetbaar’ zijn en dus niet meetellen bij het officieel vaststellen van ‘kwaliteit’. Ten derde: vrijheid en creativiteit worden ook genoemd in bijdragen van andere leerlingen, vaak in andere bewoordingen en aangevuld met andere leerervaringen. Het zijn er nogal wat: het vrije denken, reflecteren, gestructureerd leren werken, keuzevrijheid, verantwoordelijkheid, kritisch nadenken, leren samenwerken, een basis leggen voor levenskeuzes. Verder noemen de leerlingen aandacht voor kunst, voor denken én voelen, voor reflecteren, voor onderzoek doen. Ze wijzen op lessen in denkstrategieën en probleem-oplossend denken. Kortom, deze oud-leer-

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

lingen geven -aan wat ze hebben ervaren als de ‘ziel’ van het Montessori College. Hun ervaring werd mogelijk gemaakt door de inzet van inspirerende leraren, die een bezielend voorbeeld bleken te zijn voor vakbeoefening en/of verdere studie, die hulp boden bij afwijkende leertrajecten. Leraren die een informele sfeer wisten te scheppen, vertrouwen in hun leerlingen uitstraalden, een vraag nooit ‘dom’ vonden en verder keken dan een cijferlijst. Natuurlijk zijn de leerlingen die aan de bundel bijdragen vast geen doorsneeleerlingen. Gelukkig zijn er ook de kritische geluiden van leerlingen die meer hulp en steun hadden verwacht bij pesten en andere negatieve aspecten van het scholierenleven. Want dat maakt het geheel van leerlingbijdragen alleen maar geloofwaardiger, zoals ook het gegeven dat ze hun ervaringen in steeds andere bewoordingen weergeven. Ik proef doorleefde en persoonlijke ervaringen. Ze praten elkaar niet na, schrijven niet sociaalwenselijk. Misschien is dat ook wel een resultaat van Montessori-onderwijs. Uitzonderlijke perspectieven

Dat alles valt op. Maar er is meer uitzonderlijks in deze bundel. Er wordt de laatste decennia veel gepubliceerd over onderwijs. Onderzoeksrapportages gaan vaak over onderwijsresultaten die gemakkelijk meetbaar zijn. Maar vrijheid, creativiteit, samenwerken, vertrouwen ondervinden – dat is lastig vast te stellen. Dergelijke wezenlijke resultaten worden niet meegenomen bij de vaststelling door overheden van de ‘kwaliteit’ van onderwijs. De door leerlingen genoemde leerresultaten tellen niet mee in onze totaal


Mijn hart voelt zich aangesproken door de brede en humane visie op leren en onderwijzen

uit de hand gelopen cultuur van onderwijscontrole, dus ook van wantrouwen tegenover professionals van wie de kennis, het vakmanschap immers niet of nauwelijks is te controleren door minder ter zake kundige instanties. Natuurlijk zijn examengemiddelden, slaagpercentages, uitvalcijfers belangrijke indicatoren van onderwijskwaliteit, maar het zijn middelen die tot doel zijn geworden. Seneca1 constateerde in zijn tijd dat we niet leren voor het leven, maar voor de school. Het gevaar bestaat dat we in Nederland gaan onderwijzen voor de school, voor het goed presteren op de nogal beperkte criteria voor controle van onderwijskwaliteit. De aan hem toegeschreven omgekeerde wenselijkheid dat we voor het leven moeten leren en niet voor de school wordt vaak genoemd als uitgangspunt voor onderwijs. Het lijkt me dat de bijdragen van leerlingen aan deze bundel laten zien dat ze ook voor het leven hebben geleerd – gelukkig maar.

1

In zijn Epistulae morales ad Lucilium, Epistula CVI schrijft hij: ‘Non vitae sed scolae discimus’.

Naast onderzoeksrapporten verschijnen er regelmatig diverse beleidsdocumenten. Die zijn vaak een reactie op de vele klachten over onderwijs. Ze stellen dat het dus anders moet, en transformeren maatschappelijke en politieke doelen tot nieuwe eisen aan het onderwijs. Die vernieuwingsvoorstellen zijn meestal gebaseerd op een filosofie van een maakbare maatschappij en dus een maakbaar onderwijs, hoewel we uit veel internationaal onderzoek weten dat onderwijs niet gemaakt kan worden zonder de inbreng van direct betrokkenen. Vernieuwingsvoorstellen gaan echter zelden of nooit uit van praktijkervaringen, van wensen, vragen of problemen van leraren en leerlingen.

Ze negeren doorgaans dat veranderen leren betekent en dat ook docenten bij veranderingen de kans tot leren moeten krijgen: uitproberen, fouten maken, feedback krijgen, opnieuw proberen enzovoorts. Deze bundel bevat niet alleen leerervaringen van leerlingen, maar ook praktijkervaringen van leraren, schoolleiding en ondersteuners. Wat me daarin opvalt is hoe positief ze zijn over hun werk en hun leerlingen (‘open, wijs, eerlijk, assertief’). Ze voegen zich niet in het van ouds bestaande koor van klagers over onderwijs. En voor alle duidelijkheid, klachten over onderwijs zijn aantoonbaar net zo oud als onderwijs (en opvoeding). Ontevreden zijn over onderwijs is hoe dan ook een cultureel fenomeen. Iedere nieuwe generatie uit haar twijfels over het onderwijs aan de jeugd, terwijl diezelfde jeugd zich ontwikkelt tot een nieuwe generatie klagers. Dat wil niet zeggen dat klachten totaal ongegrond zijn. Integendeel, ze houden ons scherp, maar enig historisch bewustzijn leidt wel tot de nodige relativering. We moeten prestaties van leerlingen verder ook afmeten aan de mentale en sociale ruimte die ze krijgen om te leren. De laatste decennia lijkt me de druk op leerlingen enorm toegenomen, ze gaan ‘gebukt’ onder de verwachtingen van ouders, school, maatschappij, media, leeftijdgenoten. Leerlingen worden vaak min of meer gedwongen tot het verdelen van hun tijd en aandacht aan steeds meer soms nogal los van elkaar staande activiteiten. Ze hebben misschien wel te weinig tijd om zich te verbazen, wat toch een grondslag voor leren is.

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

20 jaar Montessori College

de school

135


20 jaar Montessori College

136

Er verschijnen in Nederland nauwelijks publicaties over de geschiedenis van ons onderwijs. Deze bundel biedt in elk geval een bescheiden historisch perspectief. Er wordt teruggekeken op twintig jaar Montessorionderwijs, naar hoe de ‘ziel’ van het Montessori College zich ontwikkelde gedragen door bestuurlijk denken en handelen, inzet en zeggenschap van docenten, inbreng van leerlingen. Deze ontwikkeling, zoals bijdragen in de bundel aangeven, werd opvallend genoeg niet top down aangestuurd, maar verliep in interactie tussen diverse geledingen. Enkele bijdragen benadrukken het belang van een faciliterende en stimulerende schoolleiding, het belang van vernieuwing vanuit de praktijk en met zeggenschap van docenten die onder meer vorm krijgt in de kernteams. Voor mij biedt deze bundel uitzonderlijke perspectieven op onderwijs, misschien wel enkel en alleen doordat hier de direct betrokkenen aan het woord zijn, die zelden worden gehoord in het maatschappelijk debat. Leraren, leiding, ondersteuning

Leraren, leidinggevenden en ondersteuners schrijven over hun idealen, over hoe moeilijk het soms is die waar te maken, maar ook over de voldoening van een geslaagd project. Ze vertellen ons wat ze deden en doen, wat onderwijs en dan vooral het Montessorionderwijs voor hen betekende en betekent, hoe ze zich konden en kunnen ontwikkelen. En ook die perspectieven zeggen me een en ander over de kwaliteit van onderwijs en over de ziel van een school. De professionals verwoorden een brede visie op onderwijs. Ze stellen veel kernwaarden aan de orde. Kernwoorden zijn genoemd: hoofd en hart en handen. Geconcretiseerd in: aandacht voor normen en waarden, reflecteren, sociaal leren in de zin leren van en met elkaar, aandacht voor het leerproces, samenhang in leerstof en samenwerking tussen vakken, verschillende perspectieven zien en duiden, het belang van cultuureducatie, aansluiten bij talenten en behoeften van leerlingen, persoonlijke ontwikkeling, autonomie en verantwoordelijkheid, streven naar hoge intellectuele prestaties, leerlingen die begrip voor elkaar opbouwen, verschillen leren zien en waarderen.

we moeten prestaties van leerlingen verder ook afmeten aan de mentale en sociale ruimte die ze krijgen om te leren

door xxxxxxxxx 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014

En dat alles in een context waarin leraren en ondersteuners vertrouwen hebben in hun leerlingen, in hun groeien als mens, in onderwijs dat zowel vakspecifiek als vakoverstijgend denken en doen stimuleert, dat bijzondere projecten aanbiedt met onder meer aandacht voor poëzie, racisme, religie en historie. En dit vindt plaats in een informele en ongedwongen sfeer waarin overigens toch ook aandacht is voor basisregels voor gedrag en leren, voor normen en waarden, waarin vrijblijvendheid wordt vermeden, waarin leerlingen integendeel worden geprikkeld, uitgedaagd tot het nemen van de niet-gemakkelijke weg. Natuurlijk betreft het hier een forse hoeveelheid idealen die ik kan lezen als louter retoriek – zoals in veel beleidsdocumenten – maar deze idealen worden wel af en toe voorzien van praktijkvoorbeelden en ze sluiten hoe dan ook aan op de ervaringen verwoord door leerlingen. Professionele ontwikkeling

Uitdagingen zijn en blijven er. De schrijvers in deze bundel wijzen op het belang van doorlopende leerlijnen. Ze zien het nu samen in één gebouw huizen van onder- en bovenbouw als een belangrijke voorwaarde tot betere samenwerking. Er worden andere uitdagingen genoemd: verdere samenwerking in de vakgroepen, het goed laten gebruiken door leerlingen van hun studeerkamers – rustige en veilige leer- en werkplekken (zo luidt het jargon, ik denk dan altijd: is leren dan geen werken?) waarin de oude nissen en hoekjes van de Vlierestraat ‘terugkomen’; en het blijven werken aan de hierboven genoemde idealen, en zo leerlingen voorbereiden op hun later functioneren. Maatschappij en mensen staan niet stil, het onderwijs beweegt mee en bovendien: werken aan onderwijs is nooit af. Want onderwijs, zoals ik op meer plaatsen lees, kan immers altijd nog beter.


Klachten over onderwijs zijn aantoonbaar net zo oud als onderwijs en opvoeding

De ziel van de school

Dit boek opent met de stelling dat een school een ziel heeft. De ziel van een school is te zien als de cultuur die er heerst en die gevormd wordt door achtereenvolgende generaties van leraren, leerlingen, leiding en ondersteuning. De cultuur van een school, die ziel, is vaak een voor buitenstaanders onzichtbaar en onbegrijpelijk web van vanzelfsprekendheden, van tradities, van niet-verwoorde visies, normen en waarden. Een nieuw gebouw is nog ‘onbesmet’, maar wie het binnenkomt beziet het vanuit een eigen referentiekader, vanuit eigen ervaringen, wensen, opvattingen. Het nieuwe schoolgebouw krijgt zo zijn ziel, die in eerste instantie een verzameling is van bestaande tradities van afzonderlijke sectoren en afzonderlijke locaties van het Montessori College. In de komende jaren zal de symbiose van deze tradities ongetwijfeld uitgroeien tot een gezamenlijke cultuur, tot een nieuwe onderwijsziel. De bijdragen in dit boek zijn veelal positief van toonzetting, zoals te verwachten is van een jubileumpublicatie. Maar er is ook veel persoonlijke variatie en soms een kritische stellingname. Maar ook dat past bij de ziel van het Montessori College, een ziel waarin aandacht voor hoofd, hart en handen een voorname plaats inneemt. Hoofd, hart en handen worden ook aangesproken in mijn lezen van deze bundel. Mijn hoofd wijst me op een aantal hierboven genoemde centrale thema’s in dit boek. Mijn hart voelt zich aangesproken door de brede en humane visie op leren en onderwijzen. Mijn handen steken uit de mouwen om als vrijwilliger aan deze school een bijdrage te blijven leveren.

Piet-Hein van de Ven (68) is universitair hoofddocent en vakdidacticus Nederlands, Radboud Universiteit Nijmegen en medewerker Lees- en Schrijfcentrum van het Montessori College Nijmegen

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE

137 20 jaar Montessori College

Deze bundel gaat niet alleen over het leren van leerlingen. Er is ook een brede visie op de ontwikkeling van leraren en andere betrokkenen, een visie op hun leren. Diverse auteurs schrijven over: persoonlijke ontwikkeling, groeien in je mogelijkheden, ruimte daarin voor eigen talenten - divergentie wordt gewaardeerd. Leraren stellen het op prijs dat ze zelf hun lessen mogen vormgeven, dat ze de kans krijgen op continue reflectie, op het doen van onderzoek, dat ze kunnen profiteren van inspiratiebronnen. De professionele ontwikkeling waarvan sprake is in de bundel bestaat of in elk geval zou moeten bestaan uit het voortdurend communiceren op basis van ervaringen en uitwisseling van praktijkvoorbeelden. Meer in het algemeen blijkt communicatie van belang voor vernieuwen en leren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de ideeën uit de kernteams die worden opgepakt door de schoolleiding. Die draagt zorg voor een ‘faciliterende organisatie’ die didactische en onderwijskundige wensen verenigt met uitgangspunten van beleid. Het gaat ook om communicatie met de aanleverende basisscholen en om de uitwisseling met ouders die lessen volgen en huiswerk maken en met wie de visie van het Montessori College op onderwijs wordt besproken. Een ander voorbeeld is het ‘diner pensant’ van kernteams, medezeggenschapsraad, ouders, directie, bestuur.


“

Geleefd, gewerkt en gestudeerd is er. Aan alle lokalen en centrale ruimtes was dat af te zien

138

het

oude vierkante gebouw aan de Kwakkenbergweg voldeed jarenlang als hoofdlocatie waar leerlingen van vmbo-T, havo en vwo hun eerste twee leerjaren volbrachten. Hierna vervolgden zij hun weg op de bovenbouwlocatie aan de Vlierestraat. Geleefd, gewerkt en gestudeerd is er. Aan alle lokalen en centrale ruimtes was dat af te zien. Desondanks heerste er een sfeer van veiligheid en sociale warmte.

nijmegen 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


kwakkenbergweg augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


de

sloopkogel heeft het grootste deel van het oude schoolgebouw aan de Kwakkenbergweg met de grond gelijk gemaakt. In de plaats ervan herrijzen de eerste pilaren van de nieuwbouw. In 2015 wordt ook deze nieuwe locatie ‘Berk’ betrokken en worden de contouren van het campusidee zichtbaar.

COMING SOON... 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE augustus 2014


Beerens en Van ierland over het nieuwe gezicht van de school

eigen, eigentijds en stevig

‘je

kunt er veel in zien, in het nieuwe logo van het Montessori College. Maar je kunt er vooral niet omheen. Dat was dan ook één van de uitgangspunten bij het ontwerp van de nieuwe huisstijl — het nieuwe gezicht van de school— dat Beerens en Van Ierland creëerde. “Na 20 jaar aan de weg te hebben getimmerd, staat het Montessori College stevig op de Nijmeegse onderwijskaart”, aldus Tony van Ierland, bij Beerens en Van Ierland | creative communication verantwoordelijk voor de restyling van de huisstijl van de school. “We werken al heel wat jaren voor het Montessori College. Toen we voorstelden dat de tijd rijp was voor een nieuw gezicht dat meer recht doet aan de huidige positie van de school, was iedereen enthousiast. Waar we in het verleden vooral typisch Montessoriaanse eigenschappen communiceerden, zoals zelfverantwoordelijkheid en plezier in

leren, maakt het nieuwe beeldmerk in één oogopslag duidelijk waar de school nu staat: het Montessori College is uitgegroeid tot een volwassen VO-school die zich onderscheidt met een uniek karakter in het Nijmeegse onderwijslandschap.” “De robuuste oranje ‘M’ markeert die positie. De opgaande bogen symboliseren het ‘groter worden’, de groei van leerlingen. Terwijl de specifieke vorm van de ‘M’ verbondenheid en betrokkenheid uitdrukt: van docenten met leerlingen, en andersom. We wilden een zekere herkenning handhaven, en dus niet alles uit het verleden weggooien. Daarom hebben we de oranje kleur opnieuw gebruikt. Die is op afstand al goed te zien én straalt vrolijkheid uit. En dat is mooi meegenomen, want school is natuurlijk niet altijd ‘leuk’, maar bij het Montessori College staat ‘plezier in leren’ nog steeds hoog in het vaandel.”

MONTESSORI COLLEGE pms 1375 C > CMYK > 0/45/95/0

augustus 2014 20 JAAR MONTESSORI COLLEGE


Montessori College Nijmegen – Groesbeek

MONTESSORI COLLEGE V WO • HAVO • VMBO

Kwakkenbergweg 27 6523 MJ Nijmegen Telefoon: (024) 328 30 00 E-mail: info@montessoricollege.nl www.montessoricollege.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.